Na het overlijden van Sientje, hoefden we niet gelijk af te rekenen bij de dierenarts. Ze zouden de rekening nasturen. Na zo’n bezoek bij de dierenarts, heb je wel iets anders aan het hoofd. We liepen terug naar de auto. Ik voelde mij week en huilde. Mijn benen zwabberden alle kanten op. Geen wonder. We hadden geen hondje meer.
Ik sloeg een arm om Inge heen en hield Doris’ handje vast. Zij was nog verbaasd over het afscheid en tuurde naar de lucht of Sientje misschien nu al een sterretje geworden was. Of ze dan bij oma zou zijn, vroeg ze. ‘Ik denk dat ze vanavond bij oma is’, zei Inge. Ze lachte. ‘Dan krijgt ze de hele tijd pepermuntjes van oma.’
Overal haar geur
Dan kom je thuis en is je hond niet meer bij je. Maar het hele huis ruikt nog naar het beestje. De geur van een oude hond verdwijnt niet snel uit je huis. Het mandje stond hinderlijk in de weg. Net als de bench en alle kleedjes. Wat zouden we er allemaal mee gaan doen. Geen idee.
Laten we het eerst maar eens opruimen, zei Inge. De kleedjes die niks meer waren, verdwenen in de vuilnisbak. De rest kreeg een plekje op een verzamelplaats op zolder. Even uit het zicht, zodat we niet steeds hoefden terug te denken.
Rode halsband
De rode halsband, meer dan 9 jaar daarvoor gekocht op zaterdagmiddag een uur voor sluitingstijd in Goor, legden we in een mandje. Het ding had het al die jaren uitgehouden. Net als het kokertje dat aan de halsband hing met naam en telefoonnummer voor als ze zoek zou raken. Het roodharige meisje uit de buurt had het als laatste opengemaakt om haar bij de rechtmatige eigenaar terug te brengen.
2 dagen later – op zaterdagmorgen – viel een kaartje op de deurmat. Mollige letters van een meisjeshandschrift. Het was van de dierenarts. Ze wenste ons sterkte met het verlies. Ik zag haar staan bij de behandeltafel. Sientje erop. Ik voelde weer de tranen.
Herinneringen opschrijven
Op mijn eerste vrije vrijdag wilde ik mijn herinneringen aan mijn teckel opschrijven. Probeerde het begin te zoeken en te vinden. Het verlangen naar een teckel, de krant waarin die advertentie stond ‘Goed tehuis gezocht voor zeer lieve teckel’. De tranen kwamen. Ik dacht aan de autorit waar Inge de naam bedacht op het moment dat we de snelweg opreden. Ze gaf gas. ‘Sientje. We noemen haar Sientje.’
Ik probeerde wat te tikken, maar kreeg geen letter van het toetsenbord ingedrukt. Weer die tranen. Maar ik wilde zo graag een eerbetoon aan ons hondje schrijven. Waar het allemaal mee begonnen was. Het hondje die ons verbond en die overal was bijgeweest. Zelfs bij de verloving, bijna bij de geboorte van onze dochter. Altijd zat ze er met haar neus bij.
Nooit opdringerig, maar op de achtergrond was ze altijd aanwezig. Nu was ze er niet meer. Al zag ik haar bij elke oogopslag die ik in de richting van de bank deed, even liggen.
Hoorde ik haar nou?
Ik meende haar te horen lopen. Keek aandachtig op de bank voor ik ging zitten. Of ze niet toevallig op mijn plekje lag. Maar het was leeg. Het bleef leeg. Zelfs niet het ‘oef, oef, oef’, wat ze op het eind alleen maar uitstootte. Ik dacht er de hele dag aan. Voelde hoe erg ik haar miste. Al twijfelde ik eraan of ik haar miste of het idee dat ze er niet meer was, mij juist aangreep. Aan het eind was ze er al niet meer. Haar lijf was er nog geweest, maar ze was leeg geweest. De geest was al verdwenen.
Het lijf keek haar geest nog na, maar was slechts de schim die achtergebleven was. Heel soms tintelde ze even op, maar het meest van de tijd sliep daar een oude hond. Moe van het leven. Zonder geest. Maar nu was ook dat geestloze wezen verdwenen.
De schimmen bleven over en verdwenen zodra je keek. De bank bleef leeg. Het mandje was opgeruimd. Net als alle andere dingen die geleidelijk verdwenen. Naar zolder, weggestopt. Zoveel mogelijk uit zicht.
Lees het vervolg: Plukjes haar »
Abonneer je op de nieuwsbrief en lees elke week een nieuwe herinnering aan Sientje. De nieuwsbrief is geheel gratis en verplicht je tot niets.
[mc4wp_form id=”20905″]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten