30 april 2014

De eerste klap is een daalder waard

image

Een naamloos meisje in haar eerste baan voor een kleine uitgeverij. En afgunstig voor haar bazin. Marte Kaan gooit met het eerste verhaal ‘Een keurig meisje’ in haar verhalenbundel Saboteur gelijk alle registers open.

Mijn antipathie was acuut en onomkeerbaar. Ik had een hekel aan alles waar ze voor stond.

Ze slaat in haar gedrag om en zoekt juist de goedkeuring van haar bazin. Het verhaal dat ontstaat, moet dramatisch eindigen. Zeker ook omdat de vertelster ook de minnaar van haar bazin probeert te winnen, een vooraanstaand literair criticus, met ‘handen die elke week een schrijver naar God tikten’.

De grimmige sfeer waarin de ik-vertelster haar verhaal vertelt, maakt het tot een verhaal dat je bijblijft. De precieze toedracht blijft onduidelijk, maar Marte Kaan roept een schimmige wereld op met dit verhaal.

De eerste klap

Die eerste klap is een daalder waard in de verhalenbundel Saboteur. De verhalen die volgen staan er in de schaduw van, maar zijn zeker niet minder. Ze laten een andere wereld zien.

Vrijwel alle personages in de verhalen zijn vrouw, in de knoei met zichzelf en gek op wijn. Vier flessen witte wijn per dag is geen uitzondering. Ze zoeken houvast in de drank, die ze daar niet vinden. Ze proberen een draai te vinden in het leven, maar eindigen allemaal steevast in doldwaze triestheid.

Knal

De knal aan het begin van het verhaal, soms letterlijk. Die eerste klap die altijd weer een daalder waard is.

Het vliegtuig ontploft.

Dat is de openingszin van het verhaal ‘New York’.

Of:

Ze is net van de pers gerold.

De openingszin van het verhaal ‘Hoofdredacteur’. Ze roept er prachtige beelden mee op en legt verbanden tussen metaforen en het verhaal.

Verdwijnende metafoor

Soms verdwijnt de metafoor langzaam met het verhaal zoals in ‘Uitschot’ gebeurt. Daarin verzucht de vertelster dat er een brand is geweest in de onderbuik van het gebouw. Het gebouw verandert in een zwartgeblakerde ruïne.

Op een weirde manier esthetisch. Dat gebouw ben ik.

Even lijkt het of het werkelijk om een gebouw gaat, maar geleidelijk verdwijnt de metafoor en verandert in een psychotherapeut. Net zo jaloers op andere vrouwen als in het eerste verhaal.

Geheimzinnige wereld

Het is die sfeer die je bij de kladden grijpt bij het lezen van Marte Kaan. Een geheimzinnige wereld van vrouwen die zich verstoppen tussen de bladzijden en soms ineens naakt voor je staan.

Zoals in het verhaal ‘Expat’. De hoofdpersoon is een zielige vrouw, ver weg en met een man die altijd van huis is. Ook hier de sprekende zinnen die eigenlijk al het hele verhaal vertellen:

Toen haar man en baan in het buitenland kreeg aangeboden zei hij ja zonder met haar te overleggen. Na de eerste schok zag zij haar kans schoon haar leven een aura van bijzonderheid te verschaffen. Ze vertelde haar vriendinnen dat het een gezamenlijke beslissing was. (76)

Ze wordt omringd door de meegenomen boeken. Ze zullen ongelezen in de kast blijven staan, verklapt de verteller. Alleen de huishoudster geeft nog afleiding. Haar vriendinnen in Nederland zijn onbereikbaar.

Zo biedt Marte Kaan een inkijkje in een leven dat aan de buitenkant zoveel lijkt voor te stellen. Maar de innerlijke wereld van de expatvrouw van dit verhaal ziet er in en in triest uit. Net zoals vrijwel alle personages in de verhalen van Marte Kaan.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Marte Kaans verhalenbundel Saboteur. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties.

Marte Kaan: Saboteur. Verhalen. Amsterdam: Ambo, 2014. 144 pagina’s. Prijs: 16,95 euro

29 april 2014

Dicht bij huis genieten

imageEr zijn mensen die vinden dat je elke dag iets anders zou moeten doen. Ze denken dat iets anders iets nieuws oplevert. Er zijn mensen die hele wereld over reizen op zoek naar iets nieuws. Ze zien niks nieuws, want ze nemen zichzelf mee en vergeten dat ze alles door dezelfde bril zien.

Bovendien vergelijken ze alles wat ze zien. De zee die ze nu zien vergelijken ze met al die andere zeeën die ze hebben gezien. De berg met al die andere bergen en het bos met al die andere bossen. Ze zien dus iets anders, maar ze vergelijken het met wat ze eerder zagen.

Paul Theroux noemt dat heel mooi als hij in de trein zit met een stel toeristen, op weg naar Machu Picchu. De toeristen vertellen honderduit aan de anderen waar ze allemaal geweest zijn en zien niet waar ze nu zijn.

Reizen heeft ook weinig met iets nieuws zien te maken. Zelden ontmoeten toeristen echt de ander. Ze leven in hun eigen cocon en kijken met het boekje in de hand. Dat reizen vertelt meer wie ze zijn, dan dat ze zichzelf leren kennen via de ander. Ze willen de buitenwereld vertellen waar ze niet allemaal geweest zijn. Reizen is meer status dan een beleving.

Ik las een mooie bevinding van Steven Gort. Hij schreef dat hij onlangs ontdekte hoe mooi zijn achtertuin is. Vlakbij huis was hij het bos in gegaan en zag dingen die hij niet eerder gezien had.

Ik moest denken aan Martin Bril. Hij stelt in het essay ‘De kunst van het wandelen’ dat een wandeling niet te lang mag duren (een uur maximaal) en dat je het liefst dezelfde wandeling moet maken. Je ziet iets als je er vaak aan voorbij gaat. Er vallen pas dingen op als je ze vaak ziet.

Sinds ik dat gelezen heb, houd ik er rekening mee. Je kunt de mooiste uitgestippelde routes lopen. En soms doe ik dat ook, maar het rondje hier door het park is mij het dierbaarste. Ik loop het elke dag, niet precies hetzelfde, maar ongeveer dezelfde paadjes. Ik markeer mijn route met een serie foto’s die ik onderweg maak.

Verder kijk ik vooral, naar de dingen waar ik eerder achteloos aan voorbij liep. Ik zie en hoor dan dingen van dat moment. Gisteren waren de blaadjes ook groen, maar niet zo groen als vandaag. De lucht licht anders dan een dag eerder. Net als dat het geluid van de vogels anders fluit dan gisteren.

Het is het moment dat je dan proeft. Het moment. Je wordt niet afgeleid door het nieuwe en onbekende. Je kunt het gebied in je opnemen zoals het is. Je kent het immers, weet precies waar de bomen staan en hoe het licht valt. Je wordt niet afgeleid door het verhaal dat je straks thuis moet vertellen van wat je allemaal aan nieuwe dingen gezien hebt.

Nee, je staat er gewoon en voelt de lucht strelen, ziet het licht vallen, hoort wat er op dat moment is.

Ik vind dat zo heerlijk en intens. Ik hoef helemaal niet meer weg. Of zoals dat boertje eens vertelde die nog nooit de zee had gezien. ‘Ik ben nog lang niet klaar met wat hier allemaal is. Waarom zou ik dan de zee moeten zien?’

28 april 2014

Omzwervingen: Schaapskudde

imageHeerlijk de aanblik van de schaapskudde die sinds vorig jaar door Almere graast. Ik kwam ze tegen bij mijn fietsritje naar de Lepelaarsplassen. Ze lopen in een begrenst stukje grasland, omheind door een tijdelijk hek dat onder stroom staat.

De herder zat knus tussen zijn schapen. In de berm stond zijn bestelwagentje geparkeerd. De auto verried dat de herder even poolshoogte nam om dadelijk zijn weg weer te vervolgen.

De schapen graasden ondertussen van het malse gras. Op het fietspad vertelden de schapenkeutels dat ze daar onlangs hun stappen hadden gezet. Ik keek naar het vredig tafereel. Dat hier midden in de stad een herder met zijn kudde liep.

Dat is nog eens wat anders dan ik op de basisschool leerde. Het liedje, dat gepresenteerd werd als ‘heel oud’ vertelde van een herder die op de grote, stille weide eenzaam rond dwaalde met zijn kudde schapen. Deze herder tuurde op zijn mobieltje in het kielzog van een rijtje flatgebouwen.

Sinds ik de herder met zijn schapen zag lopen, vraag ik mij af of dit niet een idee is voor andere stadsdelen. Hier wordt het gras gemaaid. Het malse en voedingsrijke gras dat gemaaid is, blijft liggen en verstikt zo het nieuwe gras.

Waarom zou de kade van onze gracht niet lekker mogen worden afgegraasd door een schaapskudde? Het levert ook nog eens wol en kaas op. Zo wordt het kostbare land in de stad nog eens extra goed benut.

Dan heb ik het niet eens over het grote grasveld in het park. Nu poepen er alleen honden en gebeurt verder niks met dit voedingsrijke grasland. Kansen te over om in de stad te gaan boeren.

27 april 2014

Poep en plas in een boek - #50books


De vraag voor vandaag gaat over welke boeken absoluut niet aan jou besteed zijn. De aanleiding hiervoor is een boek van Midas Dekkers over poep. Martha schrijft hierover: ‘Ik geloof niet dat dit een boek is dat ik graag zou lezen’. Jammergenoeg blijft de argumentatie wat haar weerhoudt om dit boek te lezen achterwege.

Natuurlijk ik zou het kunnen raden. Poep en pies is vies. Daar praat je niet over en schrijf je helemaal geen column over. Ondanks het wegvallen van de schaamte voor seks is het onderwerp poep en pies nog altijd in de schaamtezone verbannen.

Voor een gedeelte is het terecht. Het is ook echt vies om je met de uitwerpselen van anderen te bemoeien. Aan de andere kant levert het veel inspiratie en plezier op. Poep als metafoor voor alle andere bagger die je ‘uitschijt’. Wat dat betreft zou het best wat meer onder de aandacht mogen komen.

Gerrit Komrij was een verwoed verzamelaar van alles wat met poep en pies te maken had. Inclusief de subgroep van de scheet. Het kon hem een ongehoord plezier geven een boek te lezen waarin alle soorten scheten werden uitgelicht.

Of hij schreef er zelf over. Zoals in zijn eigen gedicht getiteld ‘Komrij’s patentwekker’, de kaars in het achterste die je op tijd zou wekken. Net als ‘Banaal alfabet’ dat zo op de lachspieren werkt dat een onverhoeds scheetje onontkoombaar lijkt.

En waarom niet daarover schrijven of lezen. Zoals Gerrit Komtij dat in zijn bijzondere boek Kakafonie zelf noemt in iets andere bewoordingen dan Midas Dekkers:

Minutieuze aandacht schenken we aan hoe het erin gaat – de structuur, de kook- en baktijd, het kleurenpalet – maar hoe het eruit gaat, daar doen we giechelig over. En het gaat er weer uit, bij iedereen. Het boek dat u nu in handen heeft is een omgekeerd kookboek, onafscheidelijk deel uitmakend van een tweedelig gastronomisch hoofdwerk. Het toont het ware gezicht van de mens. (5)

Ik heb niet zo’n fascinatie voor poep en plas als Gerrit Komrij. Ik kan soms wel meegaan in de metafoor. Tijdens mijn studententijd maakte ik er gretig misbruik van. Zo sterk dat bij mijn docent Oudere taalkunde Cor van Bree, bij een contralezing tegenover mijn lezing over dichten eens verzuchtte:

Freudiaans kan een en ander met de anale fase verband houden. De toiletmetaforiek van Hendrik-Jan zou althans in die richting kunnen wijzen.

Hij refereerde naar een sonnet dat ik in de lezing opvoerde over de gang van een heerlijke maaltijd door het menselijk lichaam. Het gedicht heeft nooit een verzamelbundel gehaald, maar ik beleefde destijds veel genoegen in het schrijven ervan.

De voorliefde voor de scatologie van Gerrit Komrij kwam sterk tot uiting toen in november 2012 het eerste deel van zijn bibliotheek onder de veilinghamer viel. Als merkteken was voor een kakkende heer gekozen. Zelfs op het toilet stond de beeltenis.

Zo vraag ik mij af waarom een geleerde heer niet over poep en plas mag schrijven zonder geleerd te zijn. Op zich trekt het boek van Midas Dekker mij niet, maar ergens ben ik best benieuwd wat hij erover te zeggen heeft. Waarom wel lezen over eten en niet over dat andere aspect van leven: wat er allemaal uit gaat.

 

#50books

Dit is het antwoord op vraag 17 van het blogproject #50books. #50books is een initiatief vanPeter PellenaarsMartha Pelkman heeft in 2014 het stokje overgenomen. Bekijk mijn andere bijdrages voor dit bijzondere boekenblogproject. 

26 april 2014

Koningsdag

image

Het woord is nog wennen: koningsdag. De sfeer verschilt niet veel van Koninginnedag. Onze armen en nek ingesmeerd met zonnecrème en dan de stad in voor een bezoekje aan de vrijmarkt.

Al jaren zijn we van plan er zelf een keer te gaan staan met de spulletjes van zolder, maar steeds komt er iets tussen. We lopen door de rommel die wel van onze eigen zolder afkomstig lijkt.

image

Puzzels, gezelschapsspelletjes, boeken, oude spijkerbroeken en gescheurde shirtjes. De rommel lijkt niet aan te slepen. Het is ook lastig om iets te vinden. Nagenoeg met lege handen komen we weer thuis.

Gelukkig staat er wel een dame met papegaaien. Voor een euro aan het goede doel mag hij op je arm staan. Doris krijgt de blauwe ara Elvis op haar arm. De lange staart valt prachtig naar beneden. Achter ons staat een vijftig jaar oude papegaai. Tegen de kou draagt hij een gebreid truitje. Het maakt hem extra koddig.

image

Zo genieten we van het volksfeest en keren we om in de richting van huis. Zonder veel bijzonders dit keer. Dan hoeft dat later ook niet verkocht te worden. Ook op de vrijmarkt lijkt de crisis te zijn toegeslagen.

image

25 april 2014

Oranje tompoezen

imageAan het eind van de middag voor Koningsdag nog snel de stad in voor een doosje Oranje Tompoezen. Het warenhuis met de eenheidsprijs is in Almere op de dag zelf dicht. Een hinderlijke gewoonte van de Hema hier.

In de plaatsen waar ik eerder woonde was de winkel op Koninginnedag gewoon open. In elk geval ’s morgens zodat je zo’n lekkere oranje tompoes ophaalde voor deze feestdag. Achter de speciale toonbank buiten werden ze verkocht. Nu hangt op de deur van de Hema dreigend een briefje: op Koningsdag zijn wij dicht!

Zo schuif ik een doosje oranje vrienden in mijn fietstas. Waarschijnlijk zijn ze op de Koningsdag zelf al verorberd. De tompoes is het lekkerste op de dag van aankoop. Dan is het glazuur nog niet hard en het koekje nog niet slof.

De stad is gonst al van de naderende feestdag. Mijn weg wordt regelmatig versperd door auto’s met aanhangers vol met troep uit de garage of van zolder. Een heuse cabrio waar grote schilderijen op de achterbank staan, met een aanhanger tjokvol gestouwd staat midden op het fietspad. De automobilist staat wild te gebaren naar iemand die verderop iets roept.

Ik rij verder. De eerste vrijmarkt kooplui staan al achter een zeil. De artikelen liggen nog in de dozen erom heen. Anderen verwachten blijkbaar hun verkoopwaar nog en zitten achter een leeg tafeltje of groot oranje zeil. Over een paar uurtjes schuifelt de massa hier voorbij. Een verkoper heeft drie grote tuinkabouters al klaarstaan. Zullen ze van eigenaar wisselen vandaag of belanden ze morgenavond in de vuilcontainers van de gemeente?

24 april 2014

Tijd - #WoT

imageTijd is meer een beleving dan een exacte wetenschap. Elke seconde duurt in theorie even lang, maar de beleving van die seconde verschilt elke keer. Ik weet nog hoe ik als kind lang kon turen naar de klok en zag hoe traag hij liep.

Vooral in de tijd dat ik vakantiewerk deed en achter de lopende band het meest geestdodende werk aan mij voorbij zag komen. Dan keek ik vermoeid op de klok en zag dat er nog maar tien minuten verstreken waren. Het werd een sport zo min mogelijk op de klok te kijken en een juiste inschatting van tijd te maken.

Nu onderga ik de tijd niet meer zo. Meestal schat ik het wel goed in als het saai is. Het contrast dat de tijd vliegt en de andere keer de klok stroperig traag voorbij trekt, lijkt steeds minder groot te zijn. Ook als het genieten is, kan ik de tijd in hetzelfde tempo voorbij laten gaan als bij een vervelend moment.

Wel merk ik dat ik sneller van slag raak als er iets gebeurt met de tijd. Zoals bij de wisseling van wintertijd naar zomertijd en andersom. Dan ben ik een paar weken van slag. De tijd die ik in mijn hoofd heb, klopt niet met de tijd die de klok laat zien. Maar alles went, na een paar weken zit ik weer in het nieuwe ritme en weet feilloos hoe laat het is.

23 april 2014

Omzwervingen: Op zoek naar de Lepelaar

imageGewoon even een middag op de pedalen. Ik fiets naar de Lepelaarsplassen. Op zoek naar de Lepelaar. Ik ben er vaak langs gehold en zag op het grasland de witte vogels lopen. Of het Lepelaars waren kon ik van zo’n afstand niet zien.

Vanmiddag ben ik gewapend met de verrekijker van mijn opa. Twee wandelaars lopen mij al tegemoet met hun verrekijker. Ze stoppen en kijken door hun kijker in mijn richting. Ik ga zelf eens turen tussen de kijkgaten die langs de route staan opgesteld. Soms verhoogd, andere keren verdiept. De verrekijker moet mij meer laten zien dan ik met het blote oog zie.

imageDe jonge runderen lopen voor mij uit over het fietspad. Als ik ze dicht genoeg nader, wijken ze voor mij uit. Schuchter springen ze in de richting van het struikgewas en loeren tot ik op een veilige afstand ben. Dan lopen ze weer in de richting van het fietspad. Dat loopt een stuk prettiger dan de drassige bodem naast het pad.

Ik kom bij een brede betonnen brug. ‘Lepelaarsbrug’ staat erop. Ik kan mij niet voorstellen waarom de brug zo breed is. De brede brug is er duidelijk voor een ander doel gebouwd dan het smalle schelpenpad waarmee de weg achter de brug vervolgt. Ik rij het pad op.

Bij de waterkant ga ik even zitten om te genieten van het mooie uitzicht over de Noorderplassen. Een bootje tuft voorbij en laat de twee eenden dobberen op de golven die het maakt.

imageIk stap weer op in de richting van de eerste uitkijkpost en tuur door de verrekijker van opa. Wat een uitzicht. Als het beeld scherp is, zie ik veel meer dan ik met het blote oog kan zien. Wat een vogels zeg. Ik zie hoe gansen, futen, eenden en zilverreigers over het grasland lopen, in het water poedelen of een mooie landing in de plas voor de uitkijkpost maken.

De volgende uitkijkpost is een heus huisje met een dak. Ik haal wat spinnenwebben weg die het zicht ontnemen. Op de grote plaat naast het kijkgat staan de vogels die ik zou kunnen zien. De lepelaar heeft veel weg van de witte reiger. De laatste heeft een ranke nek en een lenig voorkomen, de lepelaar is wat forser.

imagePas bij de volgende uitkijkpost, zie ik ze. Twee lepelaars ploegen door het water. Ik zie de kop omhoog komen en duidelijk de lepelvormige snavel. Eentje heeft beet en is flink in de weer met een gevangen visje. Hij schudt wild heen en weer om het diertje tot bedaren te krijgen.

Weer een uitkijkpost verder haal ik ze er onmiddellijk uit: een groepje van vier lepelaars waadt door de sloot. Wat een verschil met de reigers. De verrekijker haalt ze duidelijk naar voren tussen alle gansen, eenden en kieviten. Ik geniet. Het voelt eventjes alsof ik mijn eigen natuurfilm schiet.

imageHelemaal alleen op de fiets geniet ik van het zonnetje. In de berm ligt een eierschil. Helemaal leeggezogen, van boven een flink gat, maar ook aan de zijkant en onderkant gaten van een snavel die het ei heeft uitgezogen. Ik stop het voorzichtig in het zijvak van mijn fietstas en fiets naar huis.

Als ik thuis de poort inrij, hoor ik een zacht kraken. De fietstas schuurt tegen de poort aan en het ei valt helemaal in stukjes. Gelukkig heb ik de foto nog, maar ik kan het ding helaas niet bewaren zoals Redmond O’Hanlon altijd met zijn eiervondsten doet.

image

22 april 2014

Omzwervingen: Gemeenlandshuis

20140331_123949
Voorbij het Diemerpark begint Amsterdam echt bij het Gemeenlandshuis. Hier zou Thijsse schokkend hebben gekeken naar het enorme viaduct waar de A10 overheen loopt. Het voortrazende verkeer ziet weinig van de kale bedoening onder de brug. Betonnen pijlers en graffiti lijken elke vorm van natuur te negeren.

20140331_123839Het Gemeenlandshuis waar Thijsse van schrijft dat hij er als kind in de omgeving speelde, staat er nu leeg bij. Er vindt momenteel een inwendige verbouwing in plaats. Ik tuurde naar binnen door het glas in lood, maar zag weinig meer dan steigers en de dikke steunbalken voor de verdieping boven de begane grond.

gemeenlandshuis bij amsterdamVan de haven waar Thijsse naar refereert zie ik niet zoveel. De bedrijvigheid heeft zich verplaatst naar de weg. Overal raast het autoverkeer langs en over je heen. De straten van en naar de oude stad zijn breed en vol met stoplichten. Voor een fietser uit Almere is dat wennen, bij elke kruising sta je stil. En er zijn verschrikkelijk veel kruisingen in Amsterdam.

20140331_124017Van deze kant de stad ingereden, langs de Hortus, verbaast mij de drukte. Midden op de weg een busje waar rustig uitgeladen wordt. Een file van ongeduldige, toeterende en scheldende Amsterdammers vormt zich op de smalle weg. Zo verlang je bijna naar de rustig voorbij varende binnenvaartschepen op het kanaal.

21 april 2014

Omzwervingen: Met Jacques richting Amsterdam

20140412_175809Niet zo lang geleden vond ik het boek Langs de Zuiderzee van Jacques P. Thijsse. Het boek bevat een vijftal beschrijvingen van wandelingen en fietstochten. Het eindigt met een indrukwekkende vaartocht over de Zuiderzee. De beschrijvingen bevatten uitvoerige tochten. Een wandeling van Amsterdam naar Huizen heen en weer op één dag is heel normaal.

Ik kreeg gelijk het idee om Jacques P. Thijsse te gaan volgen. Het boek verscheen precies honderd jaar geleden en ik wilde eens op zoek gaan naar de plekken die Thijsse noemt in zijn boek. Ook wilde ik weten of de afbeeldingen nog terug te vinden waren in de werkelijkheid.

Daarom combineerde ik laatst een afspraak in Amsterdam met een fietsrit naar de hoofdstad. Het viel eigenlijk best tegen de afstand en ternauwernood bereikte ik de plaats van bestemming op het afgesproken tijdstip. Misschien kwam het ook door de afleiding die ik onderweg had.

muiderberg oude kerk

Ik fietste langs het oude Zuiderzeestrand bij Muiderberg, zakte af naar het water van het IJsselmeer. Het kabbelde tevreden tegen het houten afschot. Ik zag hoe het oude Kerkje aan Zee nu tussen de bomen verstopt ligt en probeerde de kustlijn van weleer op de foto te zetten.

De binnenzee van weleer ligt er nu kalmer bij dan toe. Al schijnt het dat het nog altijd flink tekeer kan gaan op het IJsselmeer. De dreiging voor het omringende land is wel verdwenen. De recreatie wint hierdoor terrein. Al eist de economie ook veel ruimte op in de vorm van energiecentrales en snelwegen. Het laatste vraagt in de omgeving tussen Naarden, Almere en Amsterdam veel ruimte voor de verbreding van de A1, A9 en A6.

Het grote verschil tussen toen en nu zijn de bomen die nu overal weelderig groeien. Het zoute en zilte water van toen verhinderde dat waarschijnlijk. De ruimte valt nu goeddeels weg in het groen. Het kerkje bij Muiderberg ligt helemaal verscholen in het groen.

Het witte dijkhuisje uit het boek is door de bomen eromheen helemaal onttrokken aan het zicht. Met moeite lukte het mij dit huisje dat tussen Muiderberg en Muiden aan de oude Zuiderzeedijk ligt op de camera te krijgen.

dijkhuisje bij muiderberg

Verderop grijpt de bebouwing in. Het Muiderslot vanaf het gezichtspunt in het boek, is nu nauwelijks te vinden. Vanaf de oude dijk, tegen de haven aan, staan hoge loodsen voor de reparatie van plezierjachten. Het Muiderslot valt helemaal weg achter deze schutting van bebouwing.

muiderslot

Terecht merkt Thijsse op dat de Zuiderzeekant een verwaarloosde kant is van Amsterdam. Honderd jaar later is daar weinig aan veranderd. Wat eens de mooie kant van de stad was, waar de schepen voeren van en naar de Oost, liggen nu verwaarloosde fabrieksloodsen, gammele bruggen en een tot park omgetoverde vuilstortplaats.

Gelukkig is er ook meer ruimte voor natuur, al schuren natuur en economie soms rakelings langs elkaar heen. Zoals bij de uitgebreide energiecentrale of bij de uitbreiding van de snelweg. Dan is het lastig plekjes te vinden waar geen verkeer rijdt.

De afbeeldingen zijn afkomstig uit Langs de Zuiderzee van Jacques P. Thijsse, eerste druk in 1914. De hier weergegeven afbeeldingen zijn gemaakt door Edzard Koning.

20 april 2014

Paasontbijt

image

Mijn moeder stond naast mij in het keukentje. Haar zwangere buik drukte tegen het aanrecht. ‘Ik moet naar het ziekenhuis’, zei ze. ‘Het baby’tje komt.’ Samen met mijn broertje werd ik halsoverkop naar kennissen gefietst. Daar waren we de hele middag in spanning.

Na het avondeten was er nog altijd geen bericht. We zouden moeten blijven slapen. Onrustig viel ik in slaap. Zou het morgen dan zover zijn? De volgende morgen was het Pasen. Als er nog geen nieuws was, zouden we meegaan naar de kerk.

De volgende morgen bij het paasontbijt aten we beschuit met muisjes. ‘Jullie hebben een zusje’ vertelde de oppas. ‘Ik hoorde het gisteravond, maar jullie lagen zo lekker te slapen dat ik het nu vertel.’ De muisjes kraakten stuk tussen de tanden. ‘Ze heet Annelies. Je vader komt je zo halen en dan mogen jullie haar zien.’

Na het ontbijt kwam mijn vader eraan gefietst. Mijn broertje voorop, ik achterop. Mijn vriendje was jaloers en wilde eigenlijk met ons mee. Nu moest hij naar de kerk terwijl wij ons nieuwe zusje mochten bewonderen.

Daar in het ziekenhuis zag ik mijn zusje voor het eerst. Op paasmorgen. Zo stond Pasen in het teken van nieuw leven, een leven met mijn nieuwe zusje.

19 april 2014

Tere plantjes

image

Jonge plantjes zijn teer, dat weet onze teckel Teuntje ook. In de vensterbank kweken we momenteel tomatenplantjes op. Net als kleine aardbeienplantjes en artisjokken. Voor straks in de moestuin als de temperatuur buiten dat toestaat.

Overdag halen we de deksels van de kleine kweekkasjes eraf. Zo krijgen de planten wat meer lucht en kunnen ze achter het glas nog wat groter worden.

Teuntje heeft niet altijd respect voor dit jonge groen. Zo zag ze vanmiddag een kat lopen in het voortuintje en ontplofte ze achter het raam van woede. Dit is niet de eerste keer, want eerder vielen al andere plantjes ten prooi aan de kattendrift van Teuntje.

Ze vloog precies op de bak met jonge spruiten. Het jonge grut viel treurig op de grond viel. Gelukkig wist Inge alles weer op te rapen en terug te stoppen in de bakjes.

Wel spannend of ze het allemaal nog even uithouden. ’s Avonds zijn de muizen gek op de bakken met jong groen. Daarom dekken we voor de gordijnen dichtgaan alles keurig af. Maar het blijft een ongelijke strijd.

18 april 2014

Boekenspiegel

image

De beste wijzen zijn de wijsgeren die je een spiegel voorhouden. Zo lees ik geïnspireerd op het bijzondere concert in Naarden Het labyrint der wereld en het paradijs des harten van Jan Amos Comenius.

In het tiende hoofdstuk onderzoekt de verteller de stand van de geleerden. Hij ontdekt dat mensen hun getuigschriften niet met hun verstand, maar met hun portemonnee halen.

Na een beschrijving van de bibliotheek, waarbij de geleerden de boeken opeten. De boeken smaken zuur maar de bittere smaak gaat over in een zoete volgens de dikke geleerde die hij spreekt.

Ook treft de verteller geleerden aan die boeken meenemen om ze in de kast te zetten. Ze voorzien de boeken van mooi foedralen en beschilderen ze soms met zilver of goud.

Vervolgens plaatsen zij ze op rijen in de kast, namen ze er echter spoedig daarop weer uit om ze nog eens te bekijken en daarna wederom op hun plaats te zetten. Terwijl zij deze handeling meer dan eens herhaalden, gingen zij nu eens dichtbij, dan weer op een afstand staan en wezen elkaar vol trots hoe mooi die boeken er van buiten uitzagen. (72)

De verteller vraagt aan zijn begeleider Verblinding met wat voor een ‘kinderachtige beuzelingen’ deze lieden zich bezighouden. Volgens Verblinding is het heerlijk een mooie bibliotheek te bezitten. Mensen die een bibliotheek bezitten, vallen volgens hem ook onder de geleerden.

Dan maakt de verteller een rake opmerking:

Evenals iemand die een groot aantal hamers en tangen heeft, maar niet weet hoe deze te hanteren tot de smeden wordt gerekend, dacht ik. (73)

Misschien dat meespeelt dat de bibliotheek van Comenius inclusief manuscripten twee jaar eerder is verbrand. Aan de andere kant wijst hij wel met de vinger op de zere plek: het bezit van boeken zegt niet dat je wat erin staat bezit.

17 april 2014

Sprakeloos met een vrouw naar bed - #WoT #leesvrouwen

in-bed-met

Sprakeloos ben ik: het cpnb heeft voor volgend jaar opnieuw een man benaderd voor het schrijven van het boekenweekgeschenk. Voor het dertiende jaar op rij valt een man deze eervolle taak ten deel. Volgend jaar schrijft de Vlaming Dimitri Verhulst het 96 pagina’s tellende boekje dat je krijgt bij de aankoop van 11,50 euro aan Nederlandstalige boeken.

Dimitri Verhulst eindigt een leger aan mannen: Tommy Wieringa, Kees van Kooten, Tom Lanoye, Kader Abdolah, Joost Zwagerman, Tim Krabbé, Bernlef, Geert Mak, Arthur Japin, Jan Wolkers, Thomas Rosenboom en Ronald Giphart.

De laatste vrouw was Anna Enquist in 2002. De rest van de lijst bestaat uit hoofdzakelijk mannen. Grote vrouwelijke nestor is Hella Haasse. Zij schreef liefst 3 boekenweekgeschenken in 1948, 1959 en 1994.

Bij de Nobelprijs kunnen ze het niet maken, daar geven ze de prijs het ene jaar aan een man, het andere aan een vrouw. Bovendien weten ze ook nog eens Westers en niet-Westers met elkaar af te wisselen. Heel knap. Kwaliteit laat zich moeilijk berekenen in afkomst. Ik weet niet of ze ook rekening houden met seksuele geaardheid van de Nobelprijswinnaar.

Het CPNB moet eens de mannentrend doorbreken en een paar vrouwen het geschenk laten schrijven. Dat doe ik als lezer overigens ook. Het is heerlijk om tussen al die mannen ook eens een vrouw beet te pakken. Spannend, sensueel en opwindend tegelijk.

Voor Not just any book’s leesclub Een perfecte dag voor literatuur kruip ik geregeld met een vrouw in bed. Vorige week beleefde ik genoeglijke uurtjes met Eva Kelder. Aangespoord door een tweet van @kimindepen liet ik er mijn lief een mooie foto van maken: samen met Eva Kelder in bed.

16 april 2014

Honden in Het leek stiller dan het was

image

Ik heb iets met honden in mijn verhalen, vertelde Eva Kelder afgelopen zaterdag in het Amsterdamse café. Honden komen zeker voor in haar debuutroman Het leek stiller dan het was. Liefst acht honden komen voorbij in het verhaal. Als eerste is daar natuurlijk de hond Drummer. Deze hond vormt de aanleiding voor de zelfmoord van de buurman.

Hoofdpersoon Seije en haar vriend Teun begraven de dode hond Drummer in een perkje begonia’s van de buurman. De buurman koestert deze planten als kinderen. Elke avond wenst hij ze goedenacht door over de blaadjes te strelen.

Waarschuwen

Over de aanleiding van Drummers dood, vertelt de verteller niets. Wel over de reden waarom Seije haar dode hond in de tuin van de buurman begraaft. Ze wil hem waarschuwen. Hij is burgemeester van Vlieland en de eilandbewoners roezemoezen dat hij zijn taken verwaarloosd. De elfjarige Seije wil met deze daad haar buurman wijzen op het gevaar.

Na de dood van Drummer laat Seije de zes hazewindhonden van Sjak uit. Deze dieren worden niet vaak uitgelaten door de eigenaar. Hij is een randfiguur in het dorp. Alleen Seije’s moeder Fenna gaat met hem om. Het is een eigenschap waar de verteller Seije positief over is:

Als ik van al Fenna’s eigenschappen er een mocht uitkiezen om mee naar huis te nemen en aan te passen als een nieuwe jas was het die eigenschap: haar kalm aanschouwen van de vreemde snuiters, de onaangepasten, de kanslozen, de naast-de-pot-pissers. Fenna was voor niemand bang. Ze had niets te verliezen. Niemand. (41)

Volgens Sjak is het altijd de schuld van mensen als een hond slecht was. Hij werd niet boos als weer die ‘duivelse badhonden’ zijn hazewindhonden hadden opgejaagd. Sjak blijft vaak dagen van huis en laat zijn honden alleen achter. Hij laat de deur open zodat ze een frisse neus kunnen halen.

Als ze een keer de deur willen openbreken, is Sjak wel thuis maar schieten de honden de deur uit. Ze waaieren uit over het hele eiland. Het kost de kluizenaar drie dagen de hondjes weer terug te vinden.

Loopse teef

De laatste hond die een rol speelt in Het leek stiller dan het was is de hond Vivian van Teun. Als Seije afscheid neemt van Teun in Edinburgh lopen ze een rondje met de loopse hond. Seije houdt de hond vast als de hijgerige honden in het park op de loopse teef afkomen. Ze moet ontzettend lachen als ze Vivians naam hoort en laat de hond los.

De ondringerige honden likken de teef. Dan denkt Seije aan Drummer hoe zij een keer loops gepakt werd door een reu. Nu komt ze in actie en slaat haar armen om Vivians achterlijf tot de baasjes van de opdringerige honden in actie komen. Teun is heel trots op zijn vriendin. ‘Wauw Pels, je hebt haar gered’, zegt hij. Dan vertelt ze hem dat ze naar New York gaat.

Bij onze ontmoeting in het Amsterdamse café vertelde Cathelijne van Not just any books dat de hond symbool staat voor trouw. Het symbool van trouw geeft een bijzondere dimensie aan de honden die Eva Kelder laat voorkomen in Het leek stiller dan het was.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Eva Kelders debuutroman Het leek stiller dan het was. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties. Zaterdag mocht ik Eva Kelder even ontmoeten, een bijzondere ontmoeting waar ik natuurlijk over blogde.

Bespreking van Eva Kelder: Het leek stiller dan het was. Amsterdam: Meulenhoff, 2014. 282 pagina’s.

15 april 2014

Presteren voor de ander

image

Hoofdredacteur van het prestigieuze studententijdschrift, een promotieonderzoek in New York en het resultaat dat bij een toonaangevende uitgeverij verschijnt. Hoofdpersoon Seije Ogilvie bereikt in de roman Het leek stiller dan het was van Eva Kelder posities waar anderen jaloers op zijn. Ondanks al die prestaties, leeft ze een leven waarin ze probeert te doen aan de verwachtingen van anderen.

Aan de oppervlakte lijkt Seije voor zichzelf te kiezen, maar ze onderwerpt zich alleen maar aan anderen. Misschien omdat ze niet een vader in haar leven heeft gehad. Of omdat ze er altijd buiten valt. Op het eiland Vlieland woont ze in het een-na-laatste huis van de straat: ‘alsof we als we niet oppasten zo uit het dorp zouden kukelen’.

Eigen weg

Haar moeder trekt zich er weinig van aan en kiest haar eigen weg. Het lijkt dat haar dochter Seije haar volgt, maar dat is slechts schijn. Het wordt haar fataal. Ze kan zichzelf niet zijn en kiest voor een leven waarin ze zich onderdanig stelt aan anderen.

Natuurlijk houdt ze het niet vol. De tekenen in de roman wijzen er regelmatig op. De uitspraken liegen er niet om, zoals bij de opening van hoofdstuk 32. Ze heeft net Daniel Power leren kennen en geniet van de liefde waarin ze zich helemaal aan hem overlevert:

Ik leerde overgave kennen. Ik omhelsde het met een kracht die vanuit het diepste kwam. Ik gaf me volledig over, zoals een hond op zijn rug gaat liggen en zijn buik laat zien. Er was niet veel voor nodig om me kapot te maken. Maar ik zag het niet en dat geloof in een goede afloop, die totale weerloosheid, maakte me ontstellend gelukkig (158)

Als hij naar New York gaat om het kantoor van zijn vader over te nemen, gaat ze met hem mee. Ze zoekt naar een reden om met hem mee te gaan en regelt een indrukwekkend promotieonderzoek naar de vrouwelijke auteurs van de beat-generation. De veelzeggende titel The Female Howl van haar scriptie vormt hier de opmaat voor:

Het vrouwelijke antwoord op Allen Ginsbergs beroemde gedicht dat de Amerikaanse burgerziel binnenraasde als een bulldozer, voortgedreven door testosteron en rauwe woede. (189)

Ze leidt met Daniel in New York een burgerlijk bestaan, omlijst met feestjes en etentjes met collega’s van hem. Aanvankelijk werkend aan het promotieonderzoek, maar ze kan het niet meer aan. Ze zoekt iets waar ze geen verantwoording meer hoeft af te leggen wie ze is en wat ze denkt. Ze laat haar onderzoek vallen en gaat in een galerie werken.

Bibberig hondje

De held met het veelbelovende talent verandert in een bibberig hondje dat zichzelf kwijt is. Alleen op Vlieland – het eiland van haar jeugd – kan ze zichzelf weer vinden. Ze verliet het in een vlucht en ontdekt daar pas waar je als lezer zo ontzettend jaloers op bent: dat enorme talent dat ze bezit en de boeiende persoonlijkheid die ze is. Ze heeft geen man naast zich nodig om bijzonder te zijn. Ze is wie ze is.

Dat ze daar een boek voor nodig heeft, vergeef ik haar. Het verhaal heeft mij meegenomen, als een tak in een snelstromende rivier. Soms bleef ik steken achter een steen, maar altijd dreef ik weer verder. Een verhaal om van te houden en om door je gedachten te laten glijden. Presteren door jezelf te zijn en de weg te volgen die jij wilt volgen. Hoeveel meer een buitenstaander kan bereiken dan een meeloper.

Normering

Sinds het vorige boek Wat ik weet van Julie Berry hanteer ik een ‘normering’. Hierbij geef ik maximaal 5 sterren bij vier aspecten van het boek (inhoud, vorm, opbouw en stijl), waarna een eindoordeel volgt.

Ik heb voor Het leek stiller dan het was het volgende oordeel:

Inhoud: ****
Vorm: ***
Opbouw: ***
Stijl: ****

Totaal: ****

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Eva Kelders debuutroman Het leek stiller dan het was. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties. Zaterdag mocht ik Eva Kelder even ontmoeten, een bijzondere ontmoeting waar ik natuurlijk over blogde.

Bespreking van Eva Kelder: Het leek stiller dan het was. Amsterdam: Meulenhoff, 2014. 282 pagina’s.

14 april 2014

Gedachten laten glijden in park

imageHet eind van de middag van deze bewogen dag loop ik met de honden door het park. Ik geniet van het jonge groen, de intense luchten. Licht en donker wisselen elkaar prachtig af. Soms schiet een felle bui uit de donkere lucht, even later afgewisseld door de frisse zonnestralen.

Ik laat de dag door mijn gedachten glijden zoals de zon met de wolkenhemel speelt. Ik zie hoe ik meega de operatiekamer (nummer 5) in. Hoe de anesthesist nog even terugloopt voor de warme dekens. Ze lagen al aan haar voeteneind.

Hoe wij allebei zenuwachtig zijn voor de ingreep. Voor de operatie moeten we in een zaal wachten. Om ons heen allemaal wachtenden. De een kreeg al het infuus aan de hand. De ander ligt nog te wachten tot het haar beurt is.

image‘Wat wilde je vroeger worden?’ vraagt ze aan mij. ‘Dokter?’ Ik schud nee. ‘Ik wilde dominee worden.’ ‘Dominee?’ zegt ze verbaasd. Ik wil heel veel vertellen, maar weet dat het moment er niet is.

Dan rijdt ze naar de operatiekamer, wordt op het andere bed gezet. De arts komt binnen. Het loopt vol. De anesthesist heeft de spuit met een melkachtig goedje klaarstaan. ‘Ik laat het leeglopen’, zegt hij. ‘Dan wordt je langzaam een beetje draaierig en val je zo in slaap.’

Ik zie hoe snel haar ogen draaien en ze in slaap valt. Een beetje zuurstof uit een kapje waait haar neus binnen. Ik haal het hoortoestel uit haar oor. Zo kan er niks kwijtraken.

imageIk kijk nog een keer. ‘Nou, papa geef haar maar een dikke zoen, dat heeft ze wel verdient’, zegt de oorarts. Ik kijk naar het slapende kind en geef haar een kus. Gelukkig is er iemand bij mij om mij door het labyrint terug te brengen naar Inge. Daar komen de tranen.

Zo loop ik door het park en zie haar wakker worden. De ogen draaien terug, dikke lippen en het gezicht bleek. Ik hou haar hand vast en stel duizend vragen. Ze kan helemaal niks zeggen en verdwijnt weer in de narcose. Maar ze wordt sneller wakker dan ik verwacht en even later zitten we weer op de kinderafdeling.

imageNa een uur zit ze aan de boterham en moet ze naar de wc. Ze kan weer naar huis. Ik fiets de fietsen terug, Inge handelt de laatste dingen af en ik haal ze op met de auto. Zo verdwijnt de hele dag in die voetstappen door het park. De dreiging van regen houdt de andere hondenbezitters uit het park.

Ik heb de paden voor mij alleen. Het gras groen, de bladeren komen. Het is voorjaar en deze spannende dag is goed afgelopen. Nu de tijd voor het herstel. Ik hoop dat het snel is.

image

13 april 2014

Mannen lezen anders dan vrouwen

hendrik-jan-de-wit-met-eva-kelderVrouwen lezen anders dan mannen. Net als dat vrouwen anders schrijven dan mannen. Dat ontdekte ik gisteren bij de ontmoeting met schrijfster Eva Kelder. Ze debuteert deze week met de roman Het leek stiller dan het was. Dinsdag bespreken twintig bloggers en ik het boek voor de leesclub Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl.

In het Amsterdamse café Kobalt, tegenover het Centraal Station, mochten we haar even spreken. Het geplande uurtje werd bijna twee volle uren, waarin wij ervaringen uitwisselden over het boek en luisterden naar het verhaal van Eva bij haar boek. Een bijzondere ontmoeting, waarbij ik vooral leerde dat vrouwen boeken anders lezen dan mannen.

De groep mensen die ik tegenkwam bestond hoofdzakelijk uit vrouwen (inclusief die organisator en de schrijver). De mannen van het gezelschap waren Peter en ik. Al pratend over het boek viel het op dat de aanwezige vrouwen sterk identificeerden met de hoofdpersoon Seije uit het boek. Ze zochten overeenkomsten en verschillen. Ze beleefden het boek intens en spraken over Seije als een goede vriendin, begaan met haar lot en vooral meelevend en begripsvol.

Voor mij zijn veel gebeurtenissen en keuzes van de hoofdpersoon verstopt in onbegrip. Ik kan bijvoorbeeld de keuze van de mannen die Seije kiest, niet begrijpen. Net als de manier waarop ze zich aan hen onderwerpt. Ik laat mij bij het verhaal vooral leiden door de gebeurtenissen die mij naar de afloop brengen. Onderweg geniet ik van de mooie dingen die ik tegenkom, zoals de literatuur die ze aanhaalt, de liefde voor de beatgeneration en de bijzondere mensen die Seije onderweg tegenkomt.

Een beetje duizelig van gedachten verliet ik het café en stapte op de fiets naar huis. De muggenzwermen bij Muiden tegemoet. Het intense meeleven met de hoofdpersoon, de herkenning die verder ging dan het zomaar vertellen, maar soms echt met emoties gepaard gingen. Ik kon er alleen maar diep begrip voor opbrengen. Afgaande op wat de vrouwen die om mij heen zaten vertelden, kwam ik snel tot een conclusie. Het is Eva Kelder gelukt een boek aan de wereld te geven dat meer vertelt dan een verhaal.

Mannen lezen anders dan vrouwen, net als dat vrouwen anders schrijven. Een boek als Het leek stiller dan het was komt moeilijk uit de pen van een man. Al zijn er (gelukkig) uitzonderingen. De ontmoeting gisteren maakte dat ik alleen maar nieuwsgieriger wordt naar de blogs van komende dinsdag. Net als ik nog eens goed naar het einde van het boek ga kijken.

12 april 2014

Omzwervingen: Muggenzwermen

image

De terugweg is altijd het mindere stukje van een omzwerving. Suggereert het woord omzwerving dat je heerlijk rondfietst en eigenlijk toevallig thuiskomt. Als je in Almere woont, fiets je altijd weer terug via die slurf over de Hollandse brug en het fietspad langs de spoorbaan.

Maar ik geniet. Tussen Muiden en Muiderberg vlak langs de oude Zuiderzeedijk fiets ik. De dag nadert zijn einde. Er komt al een koel briesje en ik trap met de wind in de rug. Wat een zegen. Moest ik op de heenreis flink trappen tegen de wind, nu geniet ik van de opbrengst: de wind in de rug.

Ik kijk vooruit en zie merkwaardige zwermen. Vanuit de verte lijkt het soms op een rookwolk. Ze bewegen op dezelfde manier zoals spreeuwenwolken. Ik kom in de richting van de wolken en dan nog overdondert het mij als ik midden door zo’n zwerm fiets. De rits dichtgetrokken tot in mijn nek.

Als ik eruit kom zit mijn jas helemaal vol met de muggen. Ik klop de beesten weg en geniet alweer van de volgende zwerm die tegen het licht van de beginnende avond zich aftekent. Als een heuse rookwolk pluimt de zwerm boven de bomen uit. Ze bewegen ineens naar beneden en schieten weer omhoog.

Bijna tegelijk fiets ik de volgende zwerm in. Gelukkig zit mijn rits nog hoog van de vorige zwerm.

11 april 2014

Omzwervingen: Spoorbrug bij Weesp

imageNu steek ik de noodweg voor het bouwverkeer over en klim de hoge spoordijk op. De spoorbruggen bij Weesp. Een flinke hoogte is het. Zeker op de fiets. De brug steekt groots over het kanaal. Ongehinderd varen de binnenvaartschepen onder de brug door. Ik zie als ik via de haarspeld boven kom, de bogen hoog voor mij uitbuigen. Een trein dendert over de brug. Het is de internationale trein uit Berlijn. Wat een schoonheid tegen de lelijkheid van het wegverkeer verderop.

imageAls ik aan de overkant van het kanaal weer afdaal, denk ik aan het treinongeluk bijna een eeuw geleden, in 1918). Een stoomtrein met wagons kletterde zo van de dijk naar beneden. De spoordijk was niet goed aangelegd, bleek na onderzoek. De lange regentijd had gezorgd voor verzakkingen. Een lang gedeelte van de dijk was onder het gewicht van de trein bezweken. Zo ontspoorde de trein op volle snelheid. Het was op dat moment de grootste treinramp met 41 doden en 42 gewonden.

Nu rijden de treinen af en aan over de vier sporen brede spoorbrug. Van en naar Amsterdam, Schiphol, Hilversum en Almere. Het is één van de drukste delen van het spoorwegnet. De dijk houdt al dat gewicht. Van het ongeluk is niks meer te zien. In de verte zie ik hoe het wegverkeer in kleine speelgoedauto’s over het asfalt jaagt. Niets verraadt iets van het drama dat hier op vrijdag 13 september 1918 zich afspeelde.

image

10 april 2014

Mevrouwtje - #WOT

image

Ik voel mij meer een mannetje dan een meneertje. Een dametje klinkt weer aardiger dan een mevrouwtje. Het gebruik van vrouwtje, vind ik net zo minderwaardig oren. Maar wanneer een dialect het over vrouwke heeft, kan het weer veel positiever klinken.

Zolang de aangesprokene er geen problemen mee heeft, dan heb ik er zeker geen probleem mee. Maar ik gebruik het liefst zo min mogelijk verkleinwoorden bij aanduidingen van mensen. Het kan namelijk heel minderwaardig en denigrerend klinken.

Al vind ik het heel schattig klinken als een man het over mijn meisje of meissie heeft, terwijl hij al meer dan een halve eeuw met haar gaat. Het woord meisje vind ik ook veel mooier dan mevrouw of dame. En sommige verkleinwoorden, krijgen juist kracht. Zoals het mannetje dat alles repareert of de administratie doet.

Voor de rest laat ik iedereen in zijn waarde en spreek hem of haar voor vol aan, zonder verkleinwoord. Het verschil tussen een verkleinwoord en kleineerwoord is niet groot.

09 april 2014

Omzwervingen: Diemerbos

image

De tijd zat mij op de hielen. Een afspraak in Amsterdam en op de terugweg ook tijd te kort. Daarom fietste ik met lange halen gauw naar huis. Een rit vanaf Amstelveen naar Weesp gaat altijd via Ouderkerk aan de Amstel. Er is geen snellere weg. Ik fietste via de Bijlmer naar Weesp, langs de Gaasperplas en Driemond. Van daaruit snel naar huis door de polder en over het Spoorbaanpad.

Een paar dagen later voel ik het verlangen weer richting Diemen te fietsen. Zo rijd ik er weer, langs de Gaasp, een kronkelig riviertje dat begint in Driemond en ontspruit uit de Gein. Ik fiets door richting Diemen. De kringloopwinkel – mijn doel – ligt aan de rand van de bebouwing, langs de Weespertrekvaart.

Op de terugweg neem ik een andere route. De fietsbrug over de weg en de Gaasp trekt mij. Ik fiets over de stalen bodem. De gaatjes geven zicht op de weg en het water onder mij. Mijn banden brengen het staal in beweging. Het klinkt in licht gesuis. Ik fiets tussen een hond en zijn baas door en flits naar beneden, het Diemerbos in.

image

Vaak zag ik dit bos zittend vanuit de trein. Terwijl de trein over de hoge spoordijk reed in een klim om bij de spoorbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal te komen. Ik zie de brugbogen boven de bomen uitkomen. Daar wil ik overheen fietsen. Hoe vaak keek ik verlangend naar het smalle fietsstrookje langs de spoorbaan. Nu ben ik er bijna om dat verlangen werkelijkheid te zien worden.

Alleen zitten de werkzaamheden aan de snelweg niet mee. Ik word teruggeleid aan de andere kant van het riviertje waar ik eerder fietste. Ik baal. Hadden ze die omleiding niet eerder kunnen aangeven? Ik fiets verder. Om. De auto’s passeren met hoge snelheid. Wat jammer, ik had zo graag een eindje door het Diemerbos gefietst. Door een gehuchtje, Gaaspermolen. Bij de molen mag ik weer een fietspad op.

image

Verder in de richting van de hoge spoordijk. Ik fiets onder de brug door en zie hoe aan de andere kant een groot schip haar zandlading lost. Grote hoeveelheden zand worden op vrachtwagens geladen die hier door een gedeelte van het Diemerbos rijden. De bomen gekapt, grote waterplassen tussen de kale stammen. Hier komt een brede lus om de snelwegen A9 en A1 beter op elkaar aan te laten sluiten.

Ik lees propaganda in gedachten. Een bekend verhaal om natuurbeschermers en liefhebbers te sussen. Alles gebeurt met respect voor de natuur. Ik kijk over de kale vlakte in de richting van die andere snelweg. In gedachten zie ik weer hoe ik een paar dagen eerder, een fazant zag wegrennen. Het was bij de oude Zeedijk, wat verderop achter de A1.

Een imposante grondwerker stond midden in het weiland waar grote metalen platen de vrachtwagens geleiden. Ik zag een fazant lopen. De staart wees trots naar achteren. Het verenkleed kleurde rood en groen tegelijk. De wilde vogel keek schichtig om zich heen en holde het weiland verder in. Over de platen. In de richting van het wegverkeer.

Tegen dat beeld kan geen milieu-effect-rapportage op.

08 april 2014

Exit XP, welkom Xubuntu

imageMisschien ben ik wel overdadig gehecht aan XP. De laptop boven werkt er nog op, maar voor de grote gezinscomputer beneden ben ik de laatste week flink in de weer geweest.

Een heel karwei om het oude Medion-apparaat uit 2005 goed aan de praat te krijgen op een ander systeem. Het begon ermee dat hij geen installatie op een USB toeliet. Daarna wilde hij niet op het draadloos netwerk komen. Uiteindelijk heb ik Xubuntu via een gebrande DVD op de harde schijf gekregen.

Daarom de 10 meter lange kabel van zolder gehaald. Hij lag nog in een doos, voor het geval dat. Ik legde het tijdelijk aan om de computer in de laatste updates naar binnen te halen. En alles werkte voldoende, al is het nog een heel gerommel de juiste boot in de bios te krijgen. Het duurt altijd even voordat hij Xubuntu gevonden heeft.

Vanmorgen brak dan eindelijk het moment aan dat ik de tijdelijke Xubuntu omzette naar de definitieve versie. De nieuwste versie, de 14.04 gaf teveel problemen. Daarom is het de 12.04 geworden. Houdbaar tot 2017. Dus wie weet is het apparaat gewillig genoeg tot die tijd. Anders lukt het misschien nog wel op een later moment over te schakelen.

imageOp de website van een Linux- en Ubuntu-freak staat uitvoerig beschreven hoe het installeren moet, wat je gelijk moet doen na installatie en welke functionaliteiten je beter kunt uitschakelen.

Compleet met de diepgewortelde haat van de Linux-gebruiker voor Microsoft. Om bijvoorbeeld bepaalde lettertypen voor het LibreOffice-pakket te kunnen gebruiken heb je een licentie van Microsoft nodig. Wat schrijft de website:

Grappig detail: tijdens de installatie van de Microsoft-lettertypes (die u beslist wil hebben), wordt u gevraagd om aan te vinken dat u akkoord gaat met een licentie-overeenkomst van…. Microsoft.

Heerlijk…

Na een middagje rommelen staat de basis er en het werkt. Zelfs het afspelen van youtube-filmpjes die op een computer met 256 Mb werkgeheugen problemen geven. We kunnen dus weer vooruit voor de huis-tuin-en-keuken-functionaliteiten. Het werkgeheugen van 1 Gb is voldoende.

Alles draait en werkt… Benieuwd of het gaat bevallen. De eerste indruk is niet verkeerd.

07 april 2014

Omzwervingen: De oude Zuiderzeedijk

image

Het platenboek Langs de Zuiderzee van Jac. P. Thijsse maakt mij bewust van de voormalige Zuiderzee die ik snel tegenkom bij mijn omzwervingen. Een fietsrit naar Amsterdam of de andere kant op richting Huizen kom ik het IJsselmeer tegen. Naar de dijk is al genoeg. Het ziet er nu uit een rustig kabbelend binnenwater. Niet de onstuimige zee die er eerder woelde.

Als ik een fietsrit maak naar Naarden, word ik mij onverwacht bewust van die zee. Ik rij dwars door het rustiek ogende golfterrein dat deels op de voormalige vuilstort ligt. Het gebied met de veelzeggende naam Naarderbos bedriegt je wel een beetje. Het is namelijk helemaal niet zo oud als het lijkt. Het is buitendijks gebied, door Jac. P. Thijsse steevast buitenland genoemd.

image

Door dit buitendijkse gebied loopt de A1 onder Naarden langs. Zo bleef de oude vesting gespaard. De voormalig Zuiderzee liep namelijk veel dichter onder de stad door. Het viel mij nooit zo op, maar als je goed kijkt zie je zo de oude zeedijk liggen. Tegen het industrieterrein aan.

Als je door de grote polder fietst nader je eigenlijk de stad zoals de schepen vroeger deden. Zo kom ik Naarden binnen vanaf de zeekant en bestijg de oude zeedijk. De vesting grenst direct aan de zeedijk, waarmee de stad alleen maar imposanter wordt. Hoe kun je deze stad ooit innemen met de extra strook water erbij?

Vlak onder de snelweg door loopt nog een deel van de vesting. Het lijkt een langs slurf die sliepuit roept naar de voorbijrazende auto’s. Niemand ziet het met de snelheid waarmee ze passeren. Zo blijft de stad zelfs voor de hedendaagse schepen met luidruchtige motoren en rubberbanden niet in te nemen.

06 april 2014

Omzwervingen: Verkeersslachtoffers

image

Er zijn de laatste maand veel verkeersslachtoffers gevallen. Elke rit die ik de afgelopen weken over de Hollandse brug fietste, vond ik wel een vers doodgereden konijn of haas.

Ik kan het verschil tussen deze twee dieren niet zo goed maken. Helemaal als ze zo op apegapen liggen. Ik werd er in wel heel verdrietig van. Soms staarden de ogen open naar de hemel. Een andere keer viel het bekkie vreemd omdat de kop aardig geplet was.

image

Op de terugweg is het alleen maar erger. Dan zijn de organen uit het lijf getrokken en ligt het dode beest aangevreten door kraaien en roofvogels. Het maakt de betrekkelijkheid van het leven nog betrekkelijker. De wormen en maden krijgen geen kans, daarvoor halen de aaseters de kadavers teveel leeg.

Ringslang

Over verkeersslachtoffers kun je wel meer schrijven. Het treft niet alleen konijnen. Zo fietsend door dit drukke, forenzende stukje Nederland, tref ik veel dode dieren op en langs de weg. Ik zag in de buurt van het Naardermeer afgelopen woensdag een dode ringslang. Nooit eerder zag ik zo’n dier. Nu trof ik een dood exemplaar.

Ik stopte nadat ik er langsgereden was en keerde even om het dier nog eens goed te bekijken. Een busje met werklui stopte bij mij, keek met een lichte verontwaardiging naar de dode slang en vroeg mij of hij dood was. ‘ Ja’, zei ik schor.

image

De man keek mij aan alsof ik het dier vermoord had en zette het busje in de achteruit. Zo draaide hij wild zijn wagen op het erf van een boer. De slang lag er roerloos. Er viel niet veel meer aan te beginnen. Zeker met die plas bloed iets verderop. Het dier had misschien nog een eindje op de laatste levenslust doorgekronkeld. Ik fietste snel verder. Genoeg stilgestaan bij de dood.