30 december 2017

'Just like the old man in that book by Nabobov'

We rijden in de auto naar Veenendaal. Onderweg klinkt de Top 2000. Als we tussen Amersfoort en Barneveld rijden over de spitsstrook, hoor ik een liedje dat een herinnering bij mij oproept.

Het was in de tijd van ons leesclubje Scala Caeli in Leiden. Vooraf staken we elkaar de loef af met een lekkere warme maaltijd. Dit keer waren we bij een medestudent die niet zo goed was in koken. Ze had pizza’s in de pan opgewarmd. De bodem brandde aan. We aten ze met een Coup-a-Soup. Met een glaasje wijn was het best goed te doen.

We lazen boeken uit de wereldliteratuur. Zo kwam Dostojevski voorbij en ook Jack Kerouac. Niet altijd boeken die ik in die tijd mooi vond. Net als dat op een dag Nabokov’s roman Lolita aan de beurt was.

De medestudente moest denken aan een liedje waarin de zanger het volgende zingt:

He starts to shake and cough
Just like the old man in
That book by Nabokov

We luisterden het gedwee tot de zin kwam en gingen daarna verder met de analyse. De helft van de leden van het leesclubje had overigens het boek niet gelezen.

Ik vertel het verhaal terwijl we verder rijden. Als ik uitverteld ben, luisteren we naar de tekst. En precies op dat moment klinkt precies die zin. Ik blijk dus gewoon dit nummer te herkennen.

Het is Don’t Stand So Close to Me van The Police. De tekst is door de zanger Sting geschreven. Het gaat over een leraar die verliefd wordt op een minderjarige leerlinge. Hij verzucht dat ze niet zo dicht tegen hem aan moet staan. Een tekst die mogelijk ook autobiografisch is. Sting is leraar geweest.

Blijk zelfs als het om populaire muziek gaat over een muzikaal geheugen te beschikken. Het nummer staat op plek
1623 van de Top 2000. De gebeurtenis is al een paar dagen geleden.

29 december 2017

Kathedraal als schild

In Victor Hugo’s roman De klokkenluider van de Notre-Dame is de kathedraal een afspiegeling van de misvormde Quasimodo. De kerk die als een jas gegoten om Quasimodo past.

De beschrijving die de verteller geeft, laat dat ook zien. De kerk beweegt ook mee in de emoties van de klokkenluider. Er is een interactie tussen de Notre-Dame en Quasimodo:

Tussen hem en de kerk bestond zo’n diepe, instinctieve sympathie, zoveel magnetische aantrekkingskracht, zoveel stoffelijke verwantschap, dat hij er in zekere zin mee verbonden was als de schilpad met zijn schild. De kathedraal was zijn schild. (170)

Net als zijn geest, is het gebouw kronkelig en grillig. Donker en onrekenbaar. Niet te vatten en geheimzinnig. Het verhaal van de klokkenluider is daarmee prachtig verwoord in het gebouw. De kathedraal is niet in te nemen en Quasimodo gebruikt het gebouw als zijn schild. Om zich te beschermen tegen de harde buitenwereld.

Juist de organisch gevormde kathedraal waar veel bouwmeesters na elkaar hebben gewerkt, vormt de unieke bescherming voor de buitenwereld. Hier ziet ook de schoonheid in verborgen. De mooiste mens in deze roman van Victor Hugo is de misvormde mens Quasimodo. Het is de laatste persoon waar je bang voor zou moeten zijn. Hij vecht tegen onrecht en volgt zijn hart.

Victor Hugo: De klokkenluider van de Notre-Dame. Oorspronkelijke titel: Notre-Dame de Paris [1832]. Vertaald door Willem Oorthuizen met een nawoord van Jan van Aken. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep, 2011. ISBN 978 90 253 6872 2. 576 pagina’s. Prijs: € 35.Bestel

26 december 2017

Het boek als kathedraal

In Victor Hugo’s roman De klokkenluider van de Notre-Dame bespreekt de verteller de schoonheid van de kathedraal. Hij merkt op dat dit soort bouwwerken voor de eeuwigheid niet meer opgeworpen kunnen worden. Is de architectuur in onze tijd nog te redden, vraagt de verteller zich af in het 2e hoofdstuk van het 5e boek. Wie gaat het overleven: de architectuur of de boekdrukkunst? In een essay-achtig hoofdstuk vergelijkt de verteller de bouwkunst met de boekdrukkunst.

De boekdrukkunst. Vergis u niet, de architectuur is dood, onherroepelijk, gedood door het gedrukte boek, gedood omdat zij minder lang standhoudt, gedood omdat zij meer kost. Elke kathedraal is een miljard. Bedenk dan maar wat voor schatten nodig zouden zijn om het boek van de architectuur te herschrijven; om de aarde opnieuw te overdekken met duizenden bouwwerken; (214)

De verteller geeft hier een toelichting op de opvatting van de aartsdiaken die voorspelt dat het boek het bouwwerk zou doden. De kathedraal is een onovertroffen bouwwerk. De hedendaagse architectuur verkeert in crisis, stelt de verteller. Hier kan alleen nog het boek tegenop. Het verhaal van De klokkenluider van de Notre-Dame vormt zelf een monument zoals de kathedraal zelf.

De verteller verfoeit de hedendaagse bouw. Het bouwen lukt niet meer. Er kan alleen maar teruggevallen worden op de klassieken, waarbij Griekse frontons worden ingevoegd in Romeinse en omgekeerd. Hij kan alleen maar verzuchten:

De bouwkunst is alleen nog vel over been. Zij verkeert in doodstrijd. (213)

De verteller heeft ergens wel gelijk. Al is het respect voor de middeleeuwse kathedralen sinds de verschijning van Victor Hugo’s roman De klokkenluider van de Notre-Daem enorm toegenomen. Dankzij de roman, dit boek hebben mensen weer veel aandacht gekregen voor dit bijzondere gebouw.

En die werking gaat door tot in onze tijd. Ondanks alle latere bewerkingen die niet altijd een verbetering van het origineel vormen, hebben ze ook een bijzondere uitwerking.

Voor de noodzakelijke restauratie van de kathedraal wordt gekeken naar Amerikanen. Ze zijn zo onder de indruk van de kerk in de tekenfilm van Disney, dat ze maar al te graag hun geld neertellen om het gebedshuis te redden voor het nageslacht. Beyoncé en haar man rapper Jay Z schijnen door de film ware fans van de kathedraal te zijn.

Victor Hugo: De klokkenluider van de Notre-Dame. Oorspronkelijke titel: Notre-Dame de Paris [1832]. Vertaald door Willem Oorthuizen met een nawoord van Jan van Aken. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep, 2011. ISBN 978 90 253 6872 2. 576 pagina’s. Prijs: € 35.Bestel

25 december 2017

De klokkenluider van de Notre-Dame

In mijn speurtocht naar romans over kathedralen kreeg ik van de schrijver Jan van Aken het advies om De klokkenluider van de Notre-Dame te gaan lezen.

Er bestaat eigenlijk geen beter boek over kathedralen, schreef hij. Hij wees mij op de uitgave van Atheneum waar hij een nawoord voor schreef. Ik keek vreemd op om dit boek te gaan lezen. Mogelijk dat de Disneyfilm mij teveel in de weg staat.

Het lezen van dit boek laat mij wel zien waar Jan zijn inspiratie vandaan haalt als het om zonderlinge figuren gaat. De roman van Victor Hugo zit er boordevol mee.

Het is een indruk bij al die andere indrukken, want ik ben buitengewoon getroffen door deze roman van Victor Hugo. Hoe de beeldvorming van Disney en andere bewerkingen van deze klassieker je in de weg kan staan. Het is namelijk een heuse belevenis om deze roman te lezen.

Het verhaal speelt in 1482 en begint op Driekoningen én het Narrenfeest op 6 januari. Ook in het verhaal staat de kathedraal er al vele jaren.

De verschuiving in perspectief geeft deze roman heel veel spannende momenten. Het verhaal verschuift mee, maar voor mijn idee speelt het vooral rond de 2 personen Quasimodo en Esmeralda. Beide wisselkinderen zullen elkaar uiteindelijk vinden, al is het einde ontluisterend.

Victor Hugo bouwt in zijn roman een mooie spanning op. Het is een indrukwekkend relaas van een onmogelijke liefde en een onbereikbare vrouw. De Notre Dame van Parijs speelt daarbij een essentiële rol. Ze spiegelt vaak de karakters en soms laat ze het tegenovergestelde zien. De zielen in de kerk geven weer hoe de kerk standvastig en zelfverzekerd staat.

De hoofdpersoon Quasimodo kronkelt naar lichaam en geest door de krochten van dit godshuis. De klokkenluider maakt op mensen vrijwel dezelfde ondoordringbare indruk als de kathedraal:

Zo kwam het dat hij langzamerhand, door zich voortdurend in samenhang met de kathedraal te ontwikkelen waar hij in leefde, in sliep en bijna nooit uitkwam en waar hij van uur tot uur de geheimzinnige invloed van onderging, op haar begon te lijken, er zogezegd mee vergroeide, er een wezenlijk onderdeel van ging vormen. (171)

De kathedraal en haar klokkenluider vormen een eenheid. Ze zijn in elkaar versmolten zoals een senioren-echtpaar. Ze zijn zo in elkaar versmolten dat je ze afzonderlijk niet meer herkent.

Daarbij is het verhaal is ook gewoon spannend en meeslepend. Het verhaal van Esmeralda die alle mannenharten sneller doet kloppen. Het is een vrouw die mannen vervoert en tot rare daden in staat stelt. Dat is het verhaal van De klokkenluider van de Notre-Dame waarbij de kerk meer is dan een decor.

Lees het nawoord Jan van Aken

Victor Hugo: De klokkenluider van de Notre-Dame. Oorspronkelijke titel: Notre-Dame de Paris [1832]. Vertaald door Willem Oorthuizen met een nawoord van Jan van Aken. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep, 2011. ISBN 978 90 253 6872 2. 576 pagina’s. Prijs: € 35.Bestel

24 december 2017

Bijzondere boeken gelezen in 2017

Ik heb veel gelezen in 2017. Misschien wel meer dan in de jaren hiervoor. Er zaten enkele klassiekers bij, zoals Zen en de kunst van het motoronderhoud van Robert M. Pirsig. Ook las ik verder in Jan Cremers werk, waaronder Ik Jan Cremer 2. Of wat te denken van de klassiekers De klokkenluider van de Notre-Dame van Victor Hugo of Umberto Eco’s Slinger van Foucault.

Heerlijk om van die klassiekers te lezen. Ik ben het zeker ook voor 2018 van plan. Al merk ik zelf meer en meer dat het moeilijker lijkt te worden over de boeken te schrijven. Ik loop vast in de besprekingen en de statistieken vertellen dat ik er moeilijk nieuwe lezers mee kan bereiken. Voor het eerst sinds jaren zie ik geen groei meer het bezoek aan mijn blog.

Zoekend naar nieuwe wegen, ben ik deze dagen druk aan het nadenken. Wat zou ik kunnen overwegen. Het project rond Dante maak ik met veel passie en liefde, maar ik merk dat ze weinig gelezen worden. Net als de vele boekverslagen, zijn het niet de artikelen waar ik het van moet hebben. Ik probeer hier de uitdaging te vinden. Moet ik ergens anders over schrijven of moet ik gewoon doorgaan waar ik mee bezig ben?

De grote ontdekking voor mij in 2017 is Bill Bryson. Deze Amerikaanse Engelsman had ik nog niet gelezen. Al ben ik een fan van die andere Amerikaan die veel over Engeland schreef en die er ook een tijdje woonde: Paul Theroux.

Bill Bryson is totaal anders. Hij is niet te vergelijken. Hij bezit een buitengewone humor. In zijn boeken over Engeland Een klein eiland en De weg naar Little Dribbling, Een reis door Groot-Brittannië overtreft hij die andere Amerikaanse Engelandreiziger. Hij speelt in zijn boeken over Engeland ook gekscherend met Paul Theroux.

Niet te vergelijken die 2. Al had ik een jaar of 5 geleden een valse start gemaakt met Bill Bryson. Ik probeerde zijn Een kleine geschiedenis van bijna alles te lezen, maar kwam er niet door. Saai, doodsaai. Ik heb het boek nog niet opnieuw ter hand durven nemen. Al weet ik dat de cabaretier Sylvester Zwaneveld een mooie voorstelling over dit boek heeft gemaakt afgelopen jaar.

Daarmee is 2017 weer een jaar geworden met bijzondere ontdekkingen en leeservaringen. Lezen blijft een heerlijke bezigheid. Het haalt je even uit de dagelijkse beslommeringen en helpt je om de drukte uit je hoofd te zetten. Dat gevoel om even helemaal uit het hier en nu te stappen en weg te dromen in het verhaal. Daarmee lijkt lezen inderdaad nog het meeste op dagdromen. Je bent even helemaal weg.

Al merk ik dat het schrijven over boeken me hier ook bij kan helpen. Het is heerlijk om je gedachten te ordenen door over het boek te schrijven. Al merk ik dat ik meer en meer verder in een ander boek wil duiken. Of het een gevolg is van de drukte, weet ik niet. Het valt me op.

23 december 2017

Muziek in 2017 - overzicht

2017 loopt op zijn eindje. Daarom de komende periode een paar jaaroverzichten. Wat heeft 2017 mij muzikaal gebracht?

Een bijzonder jaar. Ook muzikaal gezien. Weer een beetje het concertbezoek opgepakt. Hoogtepunten zijn wel de jubileumconcerten rond Bert Matter en Jan Welmers. Bert Matter kreeg een concert van zijn leerlingen aangeboden. Jan Welmers kreeg maar liefst 10 concerten aangeboden.

10 verjaardagsconcerten

Van die 10 heb ik er 3 van bezocht, alledrie in de Domkerk. Heel mooi om zo weer mijn voorliefde voor moderne orgelmuziek op te frissen. Zelf mocht ik ook eindelijk weer de klavieren beroeren. Ik heb genoten in juli en augustus om te spelen in Noordwijk.

Daarnaast blijf ik vooral genieten van mijn eigen harmonium. Er zijn wel 4 harmoniums verkocht het afgelopen jaar. Een flinke verschraling in het muzikale aanbod.

Ik mocht gelukkig een paar mooie concerten meemaken:

Fietsrit naar 2 orgelconcerten

Genoten van de fietsrit die ik op 19 augustus heb gemaakt, fietsend langs Hilversum en Maartensdijk. De terugweg gepakt langs de Vecht en zo kronkelend naar huis gereden. Een flinke afstand, maar wel heel erg mooi. Die dag maar liefst 2 orgelconcerten bezocht. En dat was erg genieten. Eerst Toon Hagen in de Nicolaikerk. Mooi verzorgd en gespeeld. De nieuwe ontdekking was Geerten Liefting, prijswinnaar van Haarlem in 2016.

Mijn vuurdoop in het concertgebouw! Dit jaar beleefde ik een schitterend concert met werken van Rachmaninov. Wat heb ik genoten. Ik ben mijn collega Fred nog altijd dankbaar voor zijn uitnodiging.

Orgelcd’s

Ook veel nieuwe cd’s gekocht en beluisterd:

Zijn er een paar dingen die ik in 2018 niet moet missen? Het Orgelfestival in Haarlem? Ik ben nog nooit naar het improvisatieconcours geweest. Daar zou ik toch eens een keer aan moeten beginnen. Ik mis nog steeds de opnames van de laatste keer. Ze zijn nog steeds niet te vinden op internet.

Wat betreft mijn eigen muzikale ontwikkeling: ik ben weer druk aan het studeren op een paar boeiende muziekstukken. Het concert voor Bert Matter met veel minimal music en de werken van Jan Welmers hebben me weer erg geïnspireerd op het gebied van improvisatie. Net als het concert dat Geerten Liefting gaf in de Domkerk.

22 december 2017

Controle - Saartjes hernia (10)

Razendbenieuwd naar de status van Saartjes rug. Vorige week zijn we voor controle naar de dierenarts in Huizen geweest. Hoe gaat het met de rughernia die zich in juli voordeed? We zijn nieuwsgierig of we verder nog vooruitgang kunnen verwachten.

We bezoeken Dierenkliniek Haardstede in Huizen, waar dr. Bavelaar orthomaneel dierenarts is. Ze heeft een nuchtere houding, waarbij ze rekening houdt met het dier. Je kunt een hond met een zwakke rug wel allerlei verboden opleggen, maar een teckel is eigenwijs.

Is het niet linksom, dan proberen ze het wel rechtsom. Het is de charme van het ras, maar voor een goede gezondheid funest. Daarom proberen we te laveren rond het gedrag en het beste voor het dier te doen.

We zijn eerst naar buiten gegaan om een stukje te lopen. Saartje heeft snel de neiging om te gaan huppelen. Haar heupen zijn nog niet optimaal op kracht waardoor ze zo gaat lopen. Ook kan het gebeuren met de kou dat het wat lastiger gaat. Saar is mans genoeg om dan duidelijk aan te geven dat het niet gaat. Ze loopt dan gewoon niet meer.

De dierenarts is erg tevreden. Zeker als je het vergelijkt hoe Saartje een halfjaar terug eraan toe was.

Ze lijkt zelf het minste met haar hernia te zitten, springt thuis gewoon op de bank. Al blijft ze soms halverwege hangen. Dan bengelen de pootjes een beetje. Dat komt omdat er nog wel een zwakke plek zit, bij 1 ruggenwervel. Soms heeft ze een knik in de rug. Wel jammer, maar het had allemaal erger kunnen zijn en Saartje heeft er zelf het minste last van.

Zo gaan we weer opgelucht naar huis. We gaan over een maand of 8 nog een keertje terug om te kijken hoe de knik zich ontwikkelt. En Saartje is weer goed verwend. Ze weet dat als ze gaat blaffen veel kans maakt op wat lekkers. Daarvan heeft ze een heuse sport gemaakt.

Dat soort dingen leert ze heel snel…

19 december 2017

Orgelwerken rond Maria van Tournemire

Er zijn van die verrassingen die je krijgt. Zoals de prachtige cd met werken rond Maria van Charles Tournemire, uitgevoerd door Vincent Boucher. Ik zag hem liggen in de bibliotheek en wist niet wat ik hoorde! Wat een prachtige cd met werken van deze Franse componist. Uitgevoerd door een Canadese organist die in het dagelijks leven in de financiële wereld actief is.

Ik ben gek op Charles Tournemire. Hij weet in zijn orgelwerken altijd een prachtige sfeer los te maken. Als laatste leerling van Cesar Franck vertegenwoordigt hij het werk van zijn meester misschien wel het beste. Tournemire – organist van de Saint Clotilde in Parijs – liet zich inspireren door het Gregoriaans. Op deze cd hoor je dat overal terugkomen.

Is het eerste werk, de Pièce symphonique nog heel sterk geënt op het werk van zijn meester, soms hoor je de gelijknamige van zijn leermeester bijna letterlijk in terug. Tournemire slaat zijn geheel eigenzinnige weg. Het werk uit de L’Orgue mystique, op. 57 getuigt hiervan.

Vincent Bouler speelt 2 missen uit deze reeks, beide volgens de opbouw van een klassieke Gregoriaanse mis met een Introït, Offertoire, Élévation, Communion en Postlude. Pareltjes, stuk voor stuk. Vooral de ingetogen en langere delen spreken mij aan. In het Postlude uit het Office 2 “Immaculata Conceptio B. Maria Virginis” klinken de fluiten tegenover de strijkers, heel melodieus waarbij er meer ontstaat dan de muziek. Prachtig, een dromerige sfeer, die je helemaal vervoert.

Het moet overweldigend zijn geweest om in die tijd naar de Saint Clotilde te zijn gegaan. Ik zou zeker zijn afgereisd. Deze muziek is hemels en vertelt het evangelie op een muzikale manier. Dat bewijst Vincent Boucher ook in zijn uitvoering.

Het orgel waarop hij speelt staat in Canada en is gebouwd door Rudolf von Beckerath in 1960. Het is een monumentaal orgel en staat in een gebouw van kathedraal-formaat. Het instrument bevat veel neobarok-elementen en is ook geïnspireerd op Franse orgels van Cavaille Coll. De tongwerken klinken innemend en zuiver. Het spel van Vincent Boucher is heel overtuigend, soms bijna iets teveel gericht op de perfecte uitvoering.

Wel weet hij met zijn 4e cd met thematische werken van Charles Tournemire – eerder gaf hij muziek rond Pasen en Kerst uit – de muziek mooi geordend bij elkaar te plaatsen. Zo krijgen de hier uitgevoerde 10 korte muzikale schetsen uit de Petit fleurs musicales de aandacht die ze verdienen. De relatie met Maria zorgt ervoor dat de muziek dezelfde sfeer ademt.

Alleen het eerste deel is van een andere achtergrond. Dit muziekstuk geeft de cd vooral een historische lading. Als luisteraar hoe je heel goed hoe Tournemire ook beïnvloed is door zijn leermeester Cesar Franck. Al heeft hij nog geen jaar van hem lesgehad. Je hoort het hoe dan ook overtuigend terug.

Charles Tournemire Complete Orgelwerken Vol. 4, Mariae Virginis.
Tournemire: Twee delen uit L’Orgue mystique op. 55 & 57 – Pièce symphonique op. 16 – Petites fleurs musicales op. 66 – Postludes libres pour les antiennes de Magnificat op. 68. Vincent Boucher (orgel). Opname: febr. 2016 & jan. 2017, Oratoire Saint-Joseph du Mont-Royal, Montréal.
Atma ACD2 2473 68 minuten. Prijs: € 16,48.Bestel

18 december 2017

De ideale stad

Nabiel is op zoek naar de ideale stad zoals de Perzische schrijver Al-Farabi dit verwoord heeft. Hij verwacht in Brussel deze stad te vinden, maar als hij een aftands appartement krijgt in de Brusselse wijk Schaarbeek, valt het hem vies tegen.

De ideale stad is volgens Al-Farabi een stad in harmonie. Net als de muziek. Voor de hoofdpersoon Nabiel is de link eenvoudig te leggen van de stad naar de muziek. De stad als muziekstuk waarin alle verschillende mensen een eigen stem hebben. Een muziekstuk dat daarmee in harmonie is.

Hierbij speelt de herhaling zoals in het Arabeskmotief in de muziek een belangrijke rol. De verteller haalt hier de Perzische schrijver, dichter en denker opnieuw aan:

Nabiel werd zich bewust van een inzicht dat hij ontleende aan al-Farabi’s idee dat Arabische muziek was gebaseerd op herhaling, namelijk dat het Arabische arabeskmotief niet een pure ornamentele vorm was, met ontelbare variaties en curven, maar verderging en verbonden was met de mentale visie van de Arabieren op tijd als circulair fenomeen dat het universum beheerste. (57)

De herhaling speelt zo ook mee in de roman De wolkenmuzikant van Ali Bader. Het is een prachtig verhaal met een interessante parallel tussen Bagdad en Brussel. De steden liggen in elkaars verlengde en de verhalen herhalen zich. De nieuwe wijk waar Nabiel belandt, is in veel opzichten een herhaling van de wijk waaruit hij gevlucht is.

Daarna probeert Nabiel de stad te lezen als een boek. Hij bezoekt de cafés en kijkt vanuit het caféraam naar alles wat er langskomt aan studenten, actrices, prostituees, omroepsters en zelfs politiemannen.

Ali Bader: De wolkenmuzikant. Uit het Arabisch vertaald door Richard van Leeuwen. Amsterdam: Uitgeverij Jurgen Maas, 2017. ISBN: 978 94 91921 32 2. 107 pagina’s. Prijs: € 16,95..Bestel

17 december 2017

Immigrant

In zijn roman De wolkenmuzikant schrijft Ali Bader over de Irakese cellist Nabiel. Nabiel merkt ergens op dat hij in Brussel in een lastige positie terechtkomt. De Belgen mogen alles zeggen over hun land, ook in negatieve zin. Maar zodra hij als vluchteling iets negatiefs zegt, krijgt hij kritiek.

Ze hielden van je als je van hun land hield, maar als je net als de Belgen je afkeuring uitsprak over hun land, dan viel er een ijzingwekkende stilte en zeiden ze tegen je: ‘Je mag je gelukkig prijzen dat je hier bent. In een ander land zouden ze je terugsturen naar de hel waar je vandaag gevlucht bent.’ (92)

Hij moet niet klagen. Hij moet gelukkig zijn dat hij hier mag wonen. In een vrij land en dat hij mag zeggen wat hij wil. De arrogantie die hieruit spreekt vanuit de Belgen. Zij mogen wel alles vinden van hun land, maar een buitenstaander moet niet klagen en alles maar slikken.

Een mooie vergelijking van de verteller. Je kunt de lijn in 1 keer doortrekken naar Nederland waar eenzelfde klimaat heerst. Asielzoekers vluchten uit een benarde situatie, maar krijgen in het land waar naartoe ze gevlucht zijn evenmin een volwaardige status.

Een pijnlijke gewaarwording. Een kijk op onze samenleving vanuit een vluchteling is meer dan welkom en helpt ons ook om beter naar onszelf te leren kijken.

Ali Bader: De wolkenmuzikant. Uit het Arabisch vertaald door Richard van Leeuwen. Amsterdan: Uitgeverij Jurgen Maas, 2017. ISBN: 978 94 91921 32 2. 107 pagina’s. Prijs: € 16,95..Bestel

16 december 2017

De wolkenmuzikant

Een verrassend boek is de roman De wolkenmuzikant van Ali Bader. De Iraakse schrijver vertelt het indrukwekkend verhaal over de cellist en vluchteling Nabiel.

Nabiel woont in Bagdad, maar merkt dat zijn levensstijl meer en meer in conflict komt met zijn omgeving. Ze willen dat hij een vroom leven lijdt en stopt met drinken en muziek maken. Het levert een dramatisch tafereel op waarbij militairen Nabiels cello vernielen. En hij gedwongen wordt om geld te betalen voor de moskee.

Hij vlucht. Een barre tocht door Azië en Europa. Zijn reis eindigt in Brussel, in de wijk Schaarbeek. De wijk is mogelijk nog sjofeler dan waar hij in Bagdad woonde. Hij wordt omringd door Turken en Marokkanen, die er net zulke strenge idealen op nahouden als de mensen in Bagdad.

Ook hier geen drank en muziek. Ook hier vragen zijn buren hem om een bijdrage voor de te bouwen moskee. De sfeer is er zelfs grimmiger dan in de stad waaruit Nabiel gevlucht is.

‘Ah, een cello… Wil je soms muzikale begeleiding bij de pornofilm die je met je vriendin opvoert?
Eém klap. Zijn bril vloog door de lucht en viel op de stoep. De vuist van een smid, dacht Nabiel bij zichzelf. D|e klap kwam tussen zijn ogen en hij kon niets zien. De twee andere mannen pakten zijn instrument, sloegen het kapot en gooiden de stukken op de grond. (74/75)

In Bagdad stonden de buurtbewoners er nog bij te lachen. Hier weet hij te ontkomen uit de klauwen van zijn gevaarlijke buurman, ‘de Turk en zijn kornuiten’. Het instrument verwoest, moet Nabiel de muziek weer missen.

Nabiel probeert de ideale stad van de Perzische schrijver Al Farabi te vinden, maar vindt deze niet in Schaarbeek. De wijk waar zijn vriendin woont, biedt meer kans, maar ook hier vindt hij moeilijk zijn weg.

Alleen door in de huid te kruipen van zijn vijand, vindt Nabiel een evenwicht in de Westerse wereld die hij in Irak zo idealiseerde. Hij is van zijn stuk gebracht door de ervaringen in Brussel. Alleen de muziek kan hem helpen, maar dan moet hij weer een nieuwe cello zien te kopen.

De lezer blijft onthutst achter in de verwarring die de verteller heeft gezaaid. In mijn beleving is het verhaal niet af en het einde dat er nu is, te open. Zo’n adembenemend verhaal als het verhaal van de Irakese cellist Nabiel vraagt om een afsluiting in harmonie.

Ali Bader: De wolkenmuzikant. Uit het Arabisch vertaald door Richard van Leeuwen. Amsterdam: Uitgeverij Jurgen Maas, 2017. ISBN: 978 94 91921 32 2. 107 pagina’s. Prijs: € 16,95..Bestel

15 december 2017

De steppewolf

De roman Zen en de kunst van het motoronderhoud brengt mij bij de Steppewolf van Hesse. Niet zozeer omdat het boek van Hermann Hesse zo vaak genoemd wordt, meer omdat de verteller in het boek van Robert M. Pirsig regelmatig spreekt over de steppewolf. In mijn ogen een regelrechte verwijzing naar het beroemde boek van Herman Hesse.

Het boek van Hermann Hesse, geschreven in 1927 behandelt een boeiend thema en heeft daarin veel overeenkomst met het boek van Pirsig. Al is de roman Zen en de kunst van het motoronderhoud breder opgezet en behandelt een groter mondiaal verhaal dan Hesse in zijn roman bereikt.

De Steppewolf refereert naar de nieuwe bewoner van de gemeubileerde kamer op zolder die de tante van de uitgever van het boek verhuurt. Daarmee opent de raamvertelling, gevolgd door de notities van de steppewolf, de heer Haller die de kamer bewoont.

Het verhaal draait voornamelijk over de zin van het leven en waarom je zou doorleven. Het thema van zelfmoord sijpelt overal wel door het verhaal heen. Het zoekt naar de zingeving van het leven en verwijst ook meteen naar de zinloosheid van het bestaan. Waarom zou je alles weten wat je weet en doen wat je doet.

Een lastig thema waarin je als lezer ook kunt verzanden in het meezoeken naar het antwoord op deze vraag. Dat is lastig. De steppewolf in je, verstopt zich dikwijls en wil zich niet altijd in vol ornaat aan je laten zien. Daarmee sluit de thematiek mooi aan op de roman van Robert Pirsig.

De roman van Hesse treft mij niet zoals bij voorbeeld Narziss en Goldmund dat wel bij mij doet. Het verhaal vind ik niet ijzersterk en het oogt ook te vaak als een vorm van drammen naar iets waarvan het antwoord altijd verschilt per mens maar ook per situatie. Je kunt hierop niet eensluidend een antwoord geven.

Hermann Hesse: De steppewolf. Roman. Oorspronkelijke titel: Der Steppenwolf. Vertaling Pieter Grashoff. Elfde druk. Amsterdam: Uitgeverij De Bezige Bij, 1977 [1970]. ISBN: 90 234 1123 4. 208 pagina’s. Prijs: € 17,50.Bestel

12 december 2017

Bloembollen

In Dagboek van een provincievrouw zitten een paar terugkerende elementen die erg grappig zijn. Het literaire clubje waar de hoofdpersoon onderdeel van probeert te worden, bijvoorbeeld. Of de bloembollen waarmee het Dagboek al opent.

Ze staan in de potten voor het raam, maar de hyacinten willen niet uitkomen. Lady Boxe heeft er meteen al opmerkingen over, dat het veel te laat is voor bloemen op pot. Daarna gaat de verhandeling over niet veel meer dan jicht en de domineesvrouw.

De vertelster besluit om de bollen te verplaatsen van de woonkamer naar de kelder. Of nee, toch maar naar zolder. Het blijft donker in de potten, ze komen niet uit.

Ondanks deze ervaring probeert ze het later toch weer. Met nieuwjaar staan ze gigantisch in de weg op het kinderfeestje dat ze geeft.

Aan het eind van het Dagboek bestelt ze de bloembollen eerder. Het wordt een terugkerend fenomeen. Tot grote hilariteit van mij als lezer. Ik kan echt genieten van dergelijke toestanden, waarbij de vertelster steeds in de weer is om mooie potten bloembollen te krijgen in de vensterbank. Bij iedere andere vrouw lukt het, maar bij haar blijft de aarde donker.

Ga naar zolder en inspecteer bloempotten, maar niks te zien. Kan niet uitmaken of ze water nodig hebben, maar denk dat het beter is voor de zekerheid wat te geven. Noteer dit in groene boekje, want ben vastbesloten de hele procedure bij te houden. (159)

In een wereld die beheerst wordt door gesprekken over jicht, de domineesvrouw en het aanstaande huwelijk van het buurmeisje, is het lastig stand houden als je geen bloembollen weet groot te krijgen. Gelukkig is er voor de schrijfster van het dagboek meer om handen als ze de kans krijgt om voor te dragen bij allerlei literaire clubjes in de buurt.

De zinloosheid van het dagboek, die haar man meent te hebben, bewijst de leegte van het bestaan van deze vrouw. Gelukkig schrijft ze door en weet ze daarmee te overleven. Dat de bloembollen niet opkomen, is meer dan logisch.

E.M. Delafield: Dagboek van een provincievrouw. Vertaald uit het Engels door Anne Roetman. Oorspronkelijke titel: Diary of a provincial lady [1930]. Elburg: Uitgeverij Karmijn, 2016. ISBN: 978 9492 168 139. 174 pagina’s. Prijs: € 18,95..Bestel

11 december 2017

Schrijfambities

De schrijfster van Dagboek van een provincievrouw heeft vergaande schrijfambities. Regelmatig stuurt ze iets in voor het literaire tijdschrift. Ze slaagt er niet altijd in om iets te winnen. Tot haar grote ergenis. Zeker ook omdat er andere kapers op de kust zijn.

Het is maar moeilijk om het op te boxen tegen al die andere dames die het bovendien financieel veel minder zwaar lijken te hebben dan de schrijfster van het dagboek.

Vriendin Angela heeft eerder de wedstrijd gewonnen en als de dagboekschrijfster later een gedeelde plek krijgt, stuurt Angela de volgende reactie terug:

Angela schrijft terug dat ze níét aan de wedstrijd heeft meegedaan, want ze vond het een infantiel onderwerp, maar dat ze de kruiswoordpuzzel binnen vijftien minuten had opgelost.
(NB Deze laatste bewering is vrijwel zeker onnauwkeurig.) (49/50)

Heerlijk, de onderkoelde toon waarmee de vertelster zichzelf en haar omgeving beschrijft. Het wekt op de lachspieren, want het is waanzinnig hoe de schijnheiligheid hier aan de kaak wordt gesteld. Het is alleen te vergelijken met een prachtige Britse commedieserie.

Daarmee is mij vrijwel meteen vanaf het begin duidelijk waar de inspiratie voor het dagboek van Bridget Jones vandaan komt: overduidelijk van dit boek uit de jaren 1930. De frisse Nederlandse vertaling van Anne Roetman doet de rest. Het is een meesterwerk.

E.M. Delafield: Dagboek van een provincievrouw. Vertaald uit het Engels door Anne Roetman. Oorspronkelijke titel: Diary of a provincial lady [1930]. Elburg: Uitgeverij Karmijn, 2016. ISBN: 978 9492 168 139. 174 pagina’s. Prijs: € 18,95..Bestel

10 december 2017

Dagboek van een provincievrouw

Ver voor Bridget Jones is er al een prachtig dagboek van een vrouw verschenen. De verteller schrijft met buitengewoon veel humor en zelfspot over haar dagelijkse beslommeringen. Ze heeft het zwaar in het Engelse dorpje op het platteland van Devon. Ze weet zich eigenlijk niet zo goed raad temidden van de andere vrouwen uit het dorp.

De lezer kijkt een heel jaar mee van november tot en met oktober. Alles komt voorbij. Naast haar man Robert, komen ook haar 2 kinderen Vicky en Robin aan bod. Ze zitten op de kostschool en zijn daardoor niet de hele tijd aanwezig. Net als de vele clubjes in het dorp en de schrijfambities van de dagboekschrijfster. Ze doet regelmatig mee aan de schrijfwedstrijden voor het literaire tijdschrift waarop ze geabonneerd is.

De financiële situatie van de hoofdpersoon is eigenlijk het hele dagboek door nijpend. Ze heeft niet genoeg geld, moet bezuinigen en brengt steeds haar ring met diamant naar het pandjeshuis. Als ze hem dan net heeft ingewisseld voor geld, haalt ze meteen weer een jurk of iets anders duurs.

Het wekt op de lachspieren zoals de hoofdpersoon zich gedraagt, maar ook hoe ze haar omgeving beschrijft. Zoals haar man Robert. Als hij haar schoolvriendin Cissie Crabbe – ‘die dikker is geworden’ – ophaalt van het station, vraagt de verteller na het avondeten wat hij van haar vindt:

Hij zegt dat hij haar niet lang genoeg kent om een oordeel te hebben. Vraag of hij haar knap vindt. Hij zegt dat hij daar nog niet over nagedacht heeft. Vraag waar ze het onderweg van het station over hebben gehad. Hij zegt dat hij dat niet meer weet. (12)

Het zet de toon van het boek waarin de hoofdpersoon het erg zwaar heeft. Ze worstelt met het personeel, dat steeds wegloopt en waarvoor moeilijk vervangers te vinden zijn. Daarbij is ze voortdurend bezig met wat de anderen van haar vinden en hoe ze zich zou willen voordoen.

E.M. Delafield: Dagboek van een provincievrouw. Vertaald uit het Engels door Anne Roetman. Oorspronkelijke titel: Diary of a provincial lady [1930]. Elburg: Uitgeverij Karmijn, 2016. ISBN: 978 9492 168 139. 174 pagina’s. Prijs: € 18,95..Bestel

09 december 2017

Leesuitdagingen 2017, een terugblik - #50books

De boekenvraag van Martha waar ik niet omheen kan. Wat is er van mijn leesuitdagingen in 2017 terechtgekomen? Eigenlijk is het me helemaal meegevallen. Ik heb weer lekker veel gelezen. Soms meer dan ooit. Wat van de 1300 pagina’s van de nieuwe Van der Heijden in nog geen week. Terwijl ik overdag gewoon naar mijn werk ging.

De vrees dat ik meer tijd nodig had voor mijn nieuwe huisje dat in de maak is, was ongegrond. Dat is vooral te danken aan de trage voortgang. De bouw van ons nieuwe huisje in Oosterwold zit bij tijd en wijle muurvast. Zoals nu ook het geval is. Het project gaat erg langzaam, zo heb ik genoeg tijd om boeken te lezen.

Dit jaar heb ik echt een paar klassiekers kunnen lezen. Wat dacht je van Robert Pirsigs roman Zen of de kunst van het motoronderhoud? Een boek dat ik nog niet had gelezen. Of Umberto Eco’s De slinger van Foucault. Net als Ik Jan Cremer 2. Werken die ik eindelijk gelezen heb. En wat te denken van Victor Hugo’s De klokkenluider van de Notre Dame, waar ik nu mee bezig ben.

Aan de andere kant zijn er ook heel veel boeken de deur uitgegaan. Ik heb het WNT verkocht, net als de Verzamelde werken van Multatuli. Ook het werk van Lodewijk van Deyssel verdween na een boekenveiling uit mijn bibliotheek. En dan begin ik niet over de pijnlijke afvoer van 8 bananendozen vol boeken naar de kringloopwinkel. Zo beginnen de kasten op zolder leeg te raken. Mijn gedroomde bibliotheek keert weer langzaam terug in dromen…

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. In 2016 nam ik de honneurs waar. Dit jaar nam Martha het weer over. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

08 december 2017

Lucas van Leyden in het Rijksmuseum

Vlak voor sluitingstijd kom ik in het Rijksmuseum terecht. Een heerlijk moment om lekker door het museum te lopen. Het is niet zo heel druk. Zo krijg ik alle kans om de Nachtwacht te bekijken en verderop zie ik een betoverend drieluik dat ik heel goed ken.

Het is Het laatste oordeel van Lucas van Leyden. Een meesterwerk uit de Renaissance. Wat een prachtig schilderij is het van de hand van Lucas van Leyden. Het schilderij ken ik van de Lakenhal in Leiden, daar vormt het het topstuk van de collectie.

Het heeft daar een prachtig plekje, maar door de verbouwing van de Lakenhal is dit schilderij te gast in het Amsterdamse Rijksmuseum. De Leidse schilder Lucas van Leyden schilderde het rond 1526 voor de Pieterskerk in zijn woonplaats.

En als ik er zo kijk, ben ik weer helemaal bevangen door dit imposante meesterwerk. Wat is het een betoverend en helder schilderij. Ik raak bevangen door de enorme ruimtelijke werking. Zeker ook omdat het zo onverwacht is dat ik dit schilderij zie.

Ik denk terug aan die momenten dat ik in Leiden woonde en op een zondagmiddag of gewoon een doordeweekse dag langs het museum loop. Ik stap naar binnen en kijk alleen maar even bij Lucas van Leyden. Gewoon omdat het kan. Een halfuurtje kijken naar dit meesterwerk en dan weer gaan.

Kunst zoals kunst hoort te zijn. Je stapt zoveel gelukkiger weer buiten. En dat voel ik hier ook in het Rijksmuseum. Het drukke verkeer en de schemering, zo vroeg in deze tijd van het jaar.

Het geeft je even die schittering waar kunst bedoeld is. Het haalt je even uit de alledaagse beslommeringen en laat zien hoe mooi het leven is.

Lucas van Leyden is tot 1 september 2018 in het Rijksmuseum te zien. Daarna keert het terug op zijn vaste plek in het vernieuwde museum De Lakenhal in Leiden.

05 december 2017

Zoektocht

In de zoektocht naar de geschiedenis van haar lichaam speelt de verkrachter die Roxane Gay als 12-jarig meisje misbruikte de hoofdrol. Ze gaat in haar boek Honger, De geschiedenis van mijn lichaam op zoek naar hem. Het kan niet anders dat hij advocaat of politicus is geworden. Ze ontdekt dat hij algemeen directeur is van een groot bedrijf.

Een vreemde gewaarwording die haar enerzijds tevreden stelt, maar aan de andere kant ook veel onrust bezorgt:

Ik heb hem eigenlijk niets te zeggen, of eigenlijk niets wat ik tegen hem wil zeggen. Ik weet het niet. Ik vraag me af waar hij woont. Als ik naar zijn werk zou gaan, bij de parkeerplaats op hem wachtte en hem naar huis volgde , zou ik erachter komen waar hij woont en hoe. Ik zou kunnen zien waar hij slaapt. Ik vraag me af of hij getrouwd is, of hij kinderen heeft, of hij gelukkig is. Is hij een goede echtgenoot en vader? (252)

Het is een heel dubbel hoofdstuk in Roxane Gay’s geschiedenis van haar lichaam. Aan de ene kant verfoeid ze haar vroegere verkrachter, aan de andere kant spreekt bijna een verering in haar taal. Ze fantaseert over de confrontatie met hem. De man die met zijn vrienden haar leven verwoest heeft.

Hij is altijd bij me. Altijd. Ik krijg geen moment rust. (254)

Het hele boek lees je over deze aangrijpende gebeurtenis. Het litteken dat haar hele lichaam en zijn tekent. Roxane beseft dat ze van haar lichaam een vesting gemaakt heeft. Tegelijk ze weet dat zelfs als ze haar slanke zelf zou zijn, het litteken nog altijd te zien is.

Het is haar droom ooit bevrijd te zijn van dat littekenweefsel. En als lezer voel je je net zo machteloos als de verteller, want je weet dat het nooit zal gebeuren. Hoogstens kan ze ermee leven en je hoopt dat je haar door het meelezen hiermee helpt.

Roxane Gay: Honger, De geschiedenis van mijn lichaam. Oorspronkelijke titel: Hunger. A Memoir of (My) Body. Vertaald door Lette Vos. Amsterdam: De bezige bij, 2017. ISBN: 978 90 234 7461 6. Prijs: € 19,99. 268 pagina’s.Bestel

04 december 2017

Vooroordelen

In het derde deel van haar boek Honger gaat schrijfster Roxane Gay wat dieper in op de vooroordelen rond dikke mensen. Ze noemt de voortdurende aandacht voor overgewicht, als epidemie en grootste doodsoorzaak die jaarlijks vele miljarden kost.

Ze zien alleen je lichaam, niets anders, en dat lichaam moet maar eens heel gauw kleiner worden. (110)

Roxane Gay geeft aan dat ze niet zo’n hekel heeft aan haar lichaam als dat de maatschappij zou willen, maar ze krijgt vanzelfsprekend wel een tik van de oordelende maatschappij mee. Daarmee is Honger een persoonlijk verhaal.

In haar boek volgt ze het verhaal van haar lichaam van zorgeloos meisje tot degene die ze nu geworden is. En ze duidt de oorzaak van haar situatie. Ze is veranderd in iemand die lijdt aan morbide obesitas en uiteindelijk aan superobesitas.

Ik zat gevangen in mijn lichaam, dat ik weliswaar gecreëerd had, maar amper herkende of begreep. Ik voelde me ellendig, maar ik was wel veilig. (26)

Een lichaam dat zo is geworden omdat ze gebroken is door een jongens. Gebroken voor het leven. Zo’n aanslag op haar lichaam kon ze niet dorstaan, wist ze. Daarom redde ze zichzelf door te eten. Dan zou haar afstotelijke lichaam de mannen wel op afstand houden.

Daarbij drukt de maatschappij ook bij Roxane zwaar op haar schouders. Er is niet aan te ontkomen. Zou ze zelf niet met haar gewicht zitten, dan doet de samenleving dat wel. Gevat in een BMI, body mass index.

BMI is een begrip dat zo technisch en onmenslievend klinkt dat ik deze maatstaf graag in de wind sla. Toch is het een term en een maatstaf die de medische wereld helpt om een zekere orde te brengen in ordeloze lichamen. (16)

Zo zweeft het verhaal van Roxane Gay tussen het verhaal van de oorzaak van haar dikte, de groepsverkrachting op 12-jarige leeftijd. Ze was vanaf dat moment geen kind meer en is getekend voor haar leven.

Haar oplossing eten, brengt haar in een andere problematiek. Die van een samenleving die iets van haar lichaam vindt. Een lichaam dat haarzelf en de maatschappij in de weg zit. Waar een oordeel in meeklinkt, terwijl het niet altijd zo hoeft te zijn.

Bovenal is Honger kwetsbaarheid. De verteller stelt zich kwetsbaar op door dit voor haar moeilijkste boek op te stellen. Sterker nog, door te schrijven over haar lichaam, laat ze zichzelf zien. Open en bloot. Inclusief de walging door de maatschappij en de zoektocht naar zichzelf. Geluk zit niet in BMI, maar of ze zich prettig voelt in haar lichaam.

Een indrukwekkend verhaal van een vrouw die worstelt met haar gewicht en met haar verleden. Het heeft ook veel moois gebracht. Ze beschikt over een veerkrachtig lichaam, dat haar tot hier heeft gebracht en zeker verder zal brengen.

Roxane Gay: Honger, De geschiedenis van mijn lichaam. Oorspronkelijke titel: Hunger. A Memoir of (My) Body. Vertaald door Lette Vos. Amsterdam: De bezige bij, 2017. ISBN: 978 90 234 7461 6. Prijs: € 19,99. 268 pagina’s.Bestel

03 december 2017

Geschiedenis van een dik lichaam

De titel van Roxane Gay’s boek is: Honger. Terwijl ze over een gigantisch lichaam beschikt. Er is niet omheen te kijken en het lijkt juist het tegenovergestelde van honger te laten zien.

Ieder lichaam, heeft een eigen verhaal, begint ze. De memoires die zij schrijft, hebben betrekking op haar eigen lichaam. Een lichaam waar ze enerzijds van walgt en dat tegelijkertijd alles over haarzelf vertelt.

Roxane Gay schrijft op een intieme en heel persoonlijke manier over haar lichaam. Hoe is het gekomen dat ze geworden is die ze nu is. Het is geen succesverhaal met een slanke ik op het omslag. Het blijft in de versie van De bezige bij beperkt tot de titel en een kleine afbeelding van een vork.

Oftewel gaat dit boek over:

Dit boek gaat over mijn lichaam en mijn honger, en uiteindelijk ook over verdwijnen, verdwalen en heel graag gezien en begrepen willen worden. Dit boek gaat over hoe ik langzaam maar zeker leerde om mezelf te laten zien en begrijpen. (11)

Roxane Gay’s postuur heeft te maken met een heftige en traumatische gebeurtenis als meisje van 12. Ze wordt genadeloos verkracht door een groep jongens. De gebeurtenis tekent haar voor haar leven. Ze schaamt zich tegenover iedereen. Ook haar ouders en vertelt haar geheim niemand.

Het zou haar zo geholpen hebben, beseft ze ook nu. Maar in de plaats daarvan kiest ze ervoor te gaan eten. Eten troost haar en geeft haar een goed gevoel. Ze dijt uit.

Alleen in eten vond ik troost. In mijn eentje in mijn appartement kon ik mezelf met eten sussen. Eten keurde me niet af en stelde geen eisen. Als ik at hoefde ik niemand anders dan mezelf te zijn. Dus kwam ik vijftig kilo aan, en nog eens vijftig, en nog eens vijftig.
In bepaald opzicht lijkt het alsof het gewicht op een dag gewoon aan mijn lichaam zat. Ik had maat 38, toen werd het maat 46, toen maat 58 en toen maat 68.
In andere opzichten was ik me terdege bewust van elk pondje dat erbij kwam en aan mijn lichaam bleef hangen. (106)

Ook de keuze of ze dit bewust doet of dat het onbewust gebeurt: een onbegeerlijk lichaam krijgen door veel te eten. Het lijkt alsof de verteller van deze memoires hier dubbel in staat.

Dik zijn om niet gezien te worden, maar juist wel gezien worden. Op een andere manier. Je verwordt tot een statistisch gegeven. Het woord obesitas is al weinig opbeurend, als daar het woord morbide aan wordt toegevoegd, is een lichaam aan een doodsverklaring onderworpen.

Roxanne Gay weet in haar autobiografie dit gevoel prachtig te verwoorden. Het duidt op een gevecht tegen wat een samenleving van je maakt op basis van uiterlijk.

Roxane Gay: Honger, De geschiedenis van mijn lichaam. Oorspronkelijke titel: Hunger. A Memoir of (My) Body. Vertaald door Lette Vos. Amsterdam: De bezige bij, 2017. ISBN: 978 90 234 7461 6. Prijs: € 19,99. 268 pagina’s.Bestel

02 december 2017

Schijtende meeuwen

Hoe beschrijf je een noodlot dat je treft? Veel vergelijkingen zijn gemaakt, maar die met schijtende meeuwen is nieuw voor mij. Ik kom hem tegen in de debuutroman Darko’s lessen van Michelle van Dijk

In de steek gelaten

Als Janna haar geliefde Darko van de ene op de andere dag in de steek laat, weer hij zich geen raad. Ze laat hem ineens zitten, zonder hem ook maar iets te zeggen. Wat Darko ook probeert, hij krijgt haar niet te pakken.

Bovendien raakt hij zijn baan als verhuizer kwijt. Hij gaat maar aan de slag als klusser en knapt oude huizen op. Zo komt hij terecht in de school waar Janna werkt. Dan ziet hij haar ineens en spreekt haar. Zij verontschuldigt zich voor haar actie en zegt tegen Darko moet blijven schrijven. Terwijl hij voor haar schrijft. Hij loopt weg, het trappenhuis in en ziet de meeuwen vliegen.

Ik hoorde laatst dat het geen toeval is als je meeuwenschijt op je kop krijgt. Ze mikken op mensen. Ze doen het om je te pesten. Zo voelde het nu. Janna wist me precies op het juiste moment op de juiste plek te raken. (120)

Een mooie vergelijking om te benadrukken hoe Darko zich voelt. Alsof een laag overvliegende meeuw op zijn kop schijt. Doelgericht om hem te raken op een gevoelige plek. Dat is wat er gebeurt.

Rammelende eierstokken

Deze roman zit bomvol met dergelijke verwijzingen. Zoals in gesprek met Janna, zegt zij dat ze last heeft van rammelende eierstokken. Voer voor veel grappen, maar Janna maakt het wel heel bont door in haar grap tot een bizarre literaire verwijzing naar de beroemde roman van Victor Hugo te maken. Ze doet dit als ze praat over bange mannen. Altijd blij en geil, totdat je over de toekomst begint.

‘Bang dat ze uitgekeken raken. Bang dat de boel gaat hangen. Bang dat ze ergens aan vastzitten. Bang dat m’n eierstokken gaan rammelen. Oh nou die rammelen al jaren horen, die luiden als de oude klokken van de Notre-Dame. Maar dat is niet jouw probleem.’ (66)

Heerlijke uitdagende humor waar ik wel van kan genieten. Al deze dingen maken Darko’s lessen tot een roman waar je niet snel op uitgelezen raakt. Zo bladerend door de roman, stuit ik steeds op van dit soort kleine, tekstuele juweeltjes. Heerlijk.

Michelle van Dijk: Darko’s lessen. Roman. Rotterdam: Uitgeverij Douane, 2017. ISBN: 978 90 72247 98 8. Prijs: € 17,50. 180 pagina’s.Bestel

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn 3e en laatste bijdrage over de roman Darko’s lessen van Michelle van Dijk. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

01 december 2017

Al dente

In Darko’s lessen zitten heerlijke zinnen waar ik waanzinnig van kan genieten. Ook de erotiek weet Michelle van Dijk prachtig te schilderen in de taal. Zonder plat of banaal te worden, krijgt de taal zelf de opwindende lading. Erg knap. De verteller verleidt hier de lezer echt.

Neem bijvoorbeeld de opmerking in de keuken. Janna nodigt Darko uit bij haar thuis om te komen eten. Ze heeft pasta gehaald, Parmaham en Parmezaanse kaas. Ze draagt een rood jurkje. Een rode omslagjurk waarmee de overslag in het decolleté altijd voor een volle boezem zorgt. Net als de taille die in zo’n jurk bij toverslag kan worden gevormd, ook al heb je hem niet. Zo heeft elke vrouw een zandloperfiguur in een dergelijk jurkje.

Voor ze aan koken toekomt, schuift hij haar slipje naar beneden en likt haar snel.

Het grappigste was dat we nog niet eens geneukt hadden en dat Darko op dat moment zei: ‘Zullen we nu een hapje eten?’ Maar toen ik in de weer half omgewikkelde jurk bij de drie-minuten-pasta stond, kwam hij achter me staan en neukte hij me precies al dente. (57)

Een zin waar ik echt ontzettend van kan genieten, met veel bravoure en humor. Je ziet het voor je en weet ook precies wat het voor een vrijpartij is. Romantische liefde waarbij de seks proeft als heerlijke pasta bij de Italiaan.

Michelle van Dijk: Darko’s lessen. Roman. Rotterdam: Uitgeverij Douane, 2017. ISBN: 978 90 72247 98 8. Prijs: € 17,50. 180 pagina’s.Bestel

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn 2e bijdrage over de roman Darko’s lessen van Michelle van Dijk. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.