30 november 2016

De trots van een generatie

img_20161129_222739.jpgIn de roman Aan het eind van de dag geeft Nelleke Noordervliet de vrouwen van de generatie babyboomers een stem. Ze weet dit heel treffend te vertellen in het personage Katherina Mercedes Donker, een getalenteerde vrouw die per ongeluk minister wordt en ook per ongeluk 2 feministische bestsellers schrijft.

Donker krijgt op een dag de vraag of ze wil meewerken aan de biografie die een jonge wetenschapper over haar wil schrijven. Door de vraag duikt ze in haar verleden. De roman geeft een mooi inkijkje in het leven van een vrouw die enerzijds heel ambitieus is en aan de andere kant haar het leven laat overkomen.

Nelleke Noordervliet schetst een vrouwenleven, afgetekend tegen de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. Precies de biografie die Clara Hartong wil schrijven over Katherina Mercedes Donker. Het is de worsteling van een vrouw die graag ziet dat bepaalde dingen uit haar leven niet aan het daglicht komen. Want het leven als minister en schrijfster van 2 bestsellers eist ook zijn tol. De verhalen van vrienden en haar 2 kinderen liegen er niet om.

Het verhaal meandert tussen het verzoek van de biografe en de 3 afspraken die ze samen hebben, naar het verleden waarin de echte verhalen verteld worden. Op een aanstekelijke manier vertelt Katherina Donker over haar jeugd in Amsterdam. Ze woont in een volkswijk en groeit gedeeltelijk op in het café van haar oom Frits en tante Sjaan, De Centenbak. Haar vader die gevochten heeft in de Spaanse burgeroorlog en bij terugkomst in Nederland de Nederlandse nationaliteit verloor.

Het botst met haar vader. Donker schrijft dit toe aan haar intelligentie en de kansen die ze krijgt. Haar vader ziet haar liever de handen uit de mouwen steken, dan de intellectueel uithangen. De karakters botsen en ze zet zich een groot deel van haar leven af tegen hem. Toch is ze er voor hem als hij haar smeekt om te mogen sterven:

Ik moet vechten om mijn vader dood te krijgen. Het voelt als moord met voorbedachte rade. Ik raak ervan in de war. Hier ben ik: een soldaat in de strijd voor de goede dood! Overtuigd van mijn zaak roep ik de veerman aan: hier is er een voor de Hades, kom hem halen! (225)

Met haar eigen kinderen heeft ze het zelf later te stouwen. Haar zoon Jimmy vlucht het huis uit en loopt weg naar zijn vader in Spanje. Daar vindt hij wat hij zoekt. Als Donker met haar dochter Hanna hem wil ophalen uit Spanje, merkt ze dat ze hem niet meer meekrijgt. Hij krijgt in Spanje de vader waarmee hij een hechte band heeft.

Ik was hem kwijt. Er was achter de tranen om het gemis van ons, van de wereld die hij achter zich had gelaten, een wezenlijke onverschilligheid in hem opgeweld, of was het de kern van volwassen worden: de erkenning van eigen en ieders eenzaamheid, het tragische inzicht dat in sociaal wenselijk gedrag wordt verhuld en verzacht. (176)

Het is de trots van haar ijzersterke karakter waarmee ze niet toegeeft. Ik zie in haar gedrag erg veel overeenkomsten met haar vader. Ook haar vader lijkt zich niet te willen ontdoen van zijn trots voor haar. Het gevecht tegen haar vader, wordt ook het gevecht tegen haar kinderen en misschien wel met zichzelf. Het is de trots van een generatie die Nelleke heel mooi verwoordt in haar roman Aan het eind van de dag.

Nelleke Noordervliet: Aan het eind van de dag. Roman. Amsterdam: uitgeverij Augustus, 2016. ISBN: 978 90 254 4869 1. Prijs: € 19,99. 352 pagina’s.Bestel

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over de roman Aan het eind van de dag van Nelleke Noordervliet. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

29 november 2016

Knooppunt Hellegatsplein - rondje Deltawerken (2)

img_20161125_110759We komen weer in beweging en rijden over de Van Brienenoordbrug. We kiezen de richting van het knooppunt Hellegatsplein. Deze plek was voor 1953 beducht onder binnenvaartschippers. Hier kwam het zoutwater bij het zoetwater en kon het flink spoken. In haar roman over de binnenvaart, Een vrouw van staal, haalt Corine Nijenhuis deze plek in de rivierdelta aan.

Voor mij is het ook onlosmakelijk verbonden met de roman MIM, of de doorgestoken globe van A.F.Th. van der Heijden. Een indrukwekkend verhaal waarin de voetbalrellen tussen Feijenoord en Ajax op een buitengewoon intrigerende manier zijn verwerkt.

img_20161125_142512.jpgHet boek stroomt zo over van de ideeën dat het mij maar niet lukt om vat te krijgen op het verhaal. Misschien ook omdat Van der Heijden hier in een ogenschijnlijk toevallige moord een moderne oedipus-mythe weet te verweven. Een knap staaltje vertelkunst, maar daarmee kookt de roman in mijn ogen over van duiding. Ook omdat het in een bijzonder barokke stijl geschreven is.

Op dit punt herinner ik mij de rit naar Ouddorp met de bus, in de tijd dat ik daar evangeliseerde op een grote camping. Ik was getroffen door de grote hoogte waarop de brug over het water is gespannen. Vanuit een bus geeft dit nog eens een extra uitzicht, de verte in. De wijdsheid treft mij nu opnieuw, al kunnen we niet zo goed over de reling kijken. In de verte is het water en het land goed te zien.

We rijden door, laten Willemstad liggen en gaan de andere kant op naar het eiland Goeree-Overflakkee. Daar slaan we bij Oude Tonge af naar het Zuiden in de richting van Zeeland, naar de Grevelingen. Hier treft ons het uitzicht nog veel meer. Ook omdat we verkeerd rijden. We rijden naar Bruinisse, maar moeten eigenlijk de andere kant uit.

Tijd voor een pauze.

img_20161125_145944

28 november 2016

Rondje Deltawerken (1)

img_20161125_110759Een dagje langs en over de Deltawerken rijden om kennis te maken met een belangrijk stukje geschiedenis van Nederland. Het idee leeft al een tijdje, maar in de zomer vind ik Zeeland te druk. Daarom gaan we op een dag dat alleen Doris vrij is: studiedag op school.

Hoe lang doe je over zo’n rit van meer dan 400 kilometer? Ik heb eigenlijk geen idee, daarom nemen we de honden maar mee. Het is meteen een goede training in autorijden. Ze houden er helemaal niet van. Bij het autorijden gillen, joelen en brullen ze dat het een lieve lust is. Daarom geeft Inge voor vertrek wat rustgevende en kalmerende pilletjes.

Daarom ook zit achterin ook een volwassene zodat de honden iemand hebben om door gerustgesteld te worden. Het lukt niet altijd, daar komen we al snel achter. Verloopt het eerste stuk van de reis op deze vrijdagochtend voorspoedig, op de A16 zit een kleine hic-up. Er staat een vrachtwagen vast op de Van Brienenoordbrug.

img_20161125_111736.jpgDe vrachtwagen schijnt te hoog te zijn, beweert de man op de radio die de file-informatie voorleest. Daarom sluiten wij aan in de rij. Hij staat muurvast. Als ik de motor uitschakel, schiet Teuntje helemaal in de stress en knalt tegen Doris’ hoofd aan. Een pijnlijke toenadering.

Ik besef een beetje te laat dat we dus best hadden kunnen kijken naar de oudste van de Deltawerken, de eerste maatregel om het water tegen te houden. Het is de stuwdam waarmee de Deltawerken begonnen zijn: de stormvloedkering bij Capelle aan de IJssel. Hier stond het water op 1 februari dreigend hoog, maar bleef het beperkt tot de dreiging. Hiermee bleef een gebied waar 1 miljoen mensen woonden, een overstroming bespaard.

Gelukkig valt het allemaal mee. Waarschijnlijk is het voldoende om de banden leeg te laten lopen voor deze vrachtwagen. Wij mogen weer doorrijden.

Lees morgen het 2e deel van ons rondje Deltawerken

27 november 2016

Welk boek staat op je verlanglijstje? - #50books vraag 48

img_20161125_083307.jpgDecember is de maand van de cadeautjes. Sinterklaas komt er weer aan. Kerst is niet veel later. De tijd om elkaar cadeautjes te geven en anders jezelf met een mooi boek te verwennen. De uitgeverijen spelen hier goed op in. Afgelopen maand zijn er veel boeken uitgekomen, waarvan een paar titels mij wel heel begerig maken.

Wat dacht je van de nieuwe deel 6 Kwaadschiks A.F.Th. van der Heijden uit de reeks De tandeloze tijd? Of de bloemlezing die Ilja Leonard Pfeiffer maakte, als vervolg op Komrij’s beroemde bloemlezing De Nederlandse poëzie in 1000 en enige gedichten. En last but not least de biografie van Boudewijn Büch waar ik ook onwijs nieuwsgierig naar ben.

Dat brengt mij naar de boekenvraag van deze week:
Welk boek staat er op je verlanglijstje voor de feestdagen?

Ik ben erg benieuwd naar de antwoorden.

Mijn zoektocht naar een opvolger voor de wekelijkse boekenvraag is beloond. Martha neemt het stokje over in januari. Zij zal op haar blog drspee.nl regelmatig een vraag over boeken posten. Ik zal nog 2 vragen bedenken. Heb jij een brandende vraag die je hier wilt zien? Laat het mij gerust weten.

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

26 november 2016

Het orgelmuseum - Dagje Elburg (3)

img_20161105_144747.jpgWe lopen via de kerk naar het andere museum in Elburg, het Nationaal Orgelmuseum. Ik ben heel benieuwd naar dat museum. Helaas is daar de Museumkaart (nog) niet geldig. Dat is best jammer maar gelukkig mogen kinderen tot 12 jaar gratis naar binnen. Zodoende hoeven we alleen voor mij te betalen.

Ook hier is weinig publiek. Al meteen bij de entree kijk je recht op een prachtig orgelfront. Het is een orgel waarvan het pijpwerk afkomstig is van de orgelmaker Pieter Backer uit Medemblik. Op de film die in deze ruimte getoond wordt, is te zien hoe dit orgel op basis van allerlei resten wordt samengesteld en gerestaureerd.

Het instrument is in gebruik genomen als het Maarten Seijbel Orgel, genoemd naar de initiator van dit museum. Overigens is het jammer dat de film niet te vinden is op youtube. Het bevat namelijk veel informatie die ook best buiten het museum gedeeld mag worden.

img_20161105_134328.jpgSinds 2014 is het museum gevestigd in het Stadskasteel van Elburg, het ‘Arent Thoe Boecop’–huis. Een indrukwekkend pand dat de ontwerper van de stad bouwde in de 14e eeuw. Het gebouw heeft lang dienstgedaan als stadhuis, met bijbehorende gevangenis. Het museum heeft hiermee een prachtig gebouw in Elburg gekregen. Misschien wel het mooiste gebouw van het Zuiderzeestadje.

In de kelders is de techniek van het orgel te zien. De opengewerkte modellen demonstreren register- en toetstractuur. Ze geven een goed beeld hoe een orgel werkt. Net als de portatiefjes en andere instrumenten die hier staan opgesteld. In de laatste ruimte is de werkplaats van een orgelmaker nagebouwd met alle instrumenten die de orgelbouwer gebruikt.

img_20161105_140549.jpgOp de verdiepingen die het stadskasteel telt, kom je elke keer een eeuw verder. Het is heel mooi om te zien hoe het Nederlandse orgel zich heeft ontwikkeld. Altijd met de juiste bespeelbare voorbeelden erbij. Zo zie je een Middeleeuws instrument en kom je in de verschillende stijlkamers instrumenten tegen uit de 16e/17e eeuw, 18e eeuw en 19e eeuw. Het zijn orgels in een handzaam formaat, waarbij het verhaal uit die tijd wordt verteld.

De collectie van het orgelmuseum is indrukwekkend te noemen. De grote hoeveelheid historische instrumenten, waaronder naast het gereconstrueerde orgel van Pieter Backer, ook een heel mooi instrument uit Gapinge staat. Dit orgel is van Ludovicus de Backer. Hier staat ook prachtige huisorgels van Hess en Moreau.

img_20161105_140602.jpgEen verdieping hoger in de 19e eeuw staat een groot pedaalharmonium en een huisorgel van Hermanus ter Hart. Instrumenten waar je als bezoeker bij staat te kwijlen. Het is een heel indrukwekkend orgelbezit dat hier staat. Zeker ook omdat het instrumenten zijn die vaak gebouwd zijn voor de huiselijke kring. Dat levert een heel ander klankbeeld op. In dit museum klinkt het alleen maar heel mooi.

De Sweelinckkamer is ook de moeite van het bekijken waard. Hier staan een klavecimbel en een klavicord. Instrumenten waarop de oude muziek van Sweelinck mooi tot klinken gebracht kan worden. Ook is de aparte ruimte met zicht op het orgel waarop Sweelinck speelde, een leuke belevenis. De geluidsfragmenten brengen een historische tijd tot leven.

img_20161105_140554.jpgIn de kast van de Sweelinckkamer staan ook een paar koraalboeken met de psalmmelodieën en zettingen. Ik heb er aandachtig naar staan kijken. Een paar boeken heb ik ook in mijn bezit. Voor mijn idee is dit een stukje cultuurhistorie waar niet veel mensen aan denken, maar die een deel van de kerkmuziektraditie in Nederland vertegenwoordigt.

De leukste kamer vind ik boven, het is de verkoopkamer waar heel veel cd’s, lp’s en bladmuziek ligt te wachten op een gelukkige koper. Hier speur ik met de hand op de knip naar uitgaves waar ik al heel lang naar op zoek ben. Zo vind ik hier een paar mooie cd’s van het Orgelpark, uitgaves die ik nog niet heb en waar ik heel blij mee ben dat ik ze vind.

img_20161105_145122.jpgDoor de opwinding van de nieuwe aankopen vergeet ik helemaal het Boon-orgel in de daarvoor speciaal gemaakte zaal te bezichtigen. We gaan weer de stad in. Vervuld van de indrukken. Het Orgelmuseum is namelijk een heel mooi, toegankelijk museum dat het orgel op een toegankelijke manier laat zien.

We lopen terug nog even langs de stadsmuur. Speciaal trekt mijn aandacht het huis dat ik al vanuit het stadskasteel heb gezien. Het staat namelijk helemaal ingebouwd in de halve ronding van de muur. Hier is vroeger een wachttoren geweest, maar nu staat er een huis, met als achterwand de oude stadswal. Het ziet er heel speciaal uit.

img_20161105_144924.jpgWe lopen nog eens goed langs de stadsmuren. Helaas kunnen we er niet op staan. De stellage die bij de kerk is, bevat een groot bord en dikke kettingen. Ze houden de nieuwsgierige bezoeker op afstand.

Daarom stappen we maar op de aarden wal die buiten de stadmuur ligt. Het is de verdediging tegen de zware kanonskogels. Zo blijft de vijand toch buiten. We komen zo weer bij de Vischpoort, de toegang tot de stad. Tegen de motregen is weinig te beginnen. We gaan weer terug naar de auto, niet zonder nog een blik op het kleine vestingstadje te werpen.

img_20161105_145258.jpg

25 november 2016

Kamperen bij de boer - #fietsvakantie

img_20160813_200051.jpgWe vinden een plekje bij de boer in Hengevelde. Ik ken het plekje als redacteur bij de Twentsche Courant Tubantia. Nu zetten wij ons tentje op een vrij leeg veld. Plek genoeg. Het weer heeft veel kampeerders ontmoedigd. Een paar dagen eerder daalde de temperatuur ’s nachts aan de grond zelfs tot het vriespunt.

Het is ergens in 2004 geweest. Ik schreef over bedrijvigheid en gastvrijheid in de Hof van Twente waarin ik als redacteur werkte. Zo voerde ik langs verschillende campings met het logo ‘Kamperen bij de boer’. Ik ging mee met een familie die een trektocht maakte met een huifkar en een ezeltje. Daar wil ik ooit kamperen, dacht ik toen.

Nu sta ik hier op de camping. Samen met mijn dochter hier naartoe gefietst, flink gedwaald. Midden tussen de weilanden. We zijn aardig afgemat van de 140 kilometer in 2 dagen die wij gereden hebben. Ik merk het in de benen en we besluiten om hier een extra rustdag te nemen. De boer zien wij niet. Als ik ga kijken bij de stal, zie ik de boer. Hij is druk met de koeien. Zet je tent maar op, mijn vrouw komt straks.

Ik zie mevrouw niet meer. Pas de volgende morgen als we hebben ontbeten, zie ik de boerin bij de wasruimtes. Ik betaal meteen voor 2 dagen. Zo kunnen we deze zondag nog een stukje fietsen in de richting van Almelo waar we zeker nog even langs willen rijden.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

22 november 2016

Stadsmuseum - Dagje Elburg (2)

img_20161105_121305.jpgHet is erg rustig in het Stadsmuseum van Elburg op deze zaterdag. Blijkbaar hebben de mensen wat anders te doen. Bij de ingang helpen 2 dames ons heel vriendelijk. We verdwijnen daarna omlaag onder de gewelven. De wc’s bevinden zich hier ook, daar brengen we eerste een bezoekje aan. Het toilet bij de heren zit verstopt. Ik voel me altijd een beetje beschaamd om zo’n wc te gebruiken.

Door naar de kelders onder het entreegebouw. Hierin wordt uitleg gegeven over de bouw stad Elburg. De stad is ontworpen op de tekentafel door Arent Thoe Boecop. In het stadskasteel van hem is tegenwoordig het Orgelmuseum gevestigd. Daar gaan we straks heen, maar nu zien we een mooie maquette van de stad. Alleen de Ellestraat loopt niet helemaal recht. Daar is de nieuwe stad omheen gebouwd. Uiteindelijk heeft de kerk in een hoekje van de stad een plekje gekregen.

img_20161105_121513.jpgWe zien kogels, geweren met bajonetten. Deze ruimtes vertellen het verhaal van de vestingstad. Compleet met de verschillende wapens en kaarten over de opbouw van de stad. Via een groot scherm bij de ingang is ook informatie te vinden over allerlei andere aspecten uit deze vestingstad.

Bij het wandelen door de kelder horen we orgelklanken. Voor we de trap omhoog klimmen naar de bovenverdieping van de dubbelkapel ontdekken we waar de klanken vandaan komen. Iemand bespeelt het huisorgel dat er staat. We klimmen eerst omhoog naar boven. Hier is uitleg over het strenge leven in het klooster dat gesitueerd is rond de verschillende gebeden.

img_20161105_121335.jpgEen ronde waaier laat je stilstaan bij de verschillende uren van de dag. Het geeft een mooie inkijk in het strakke leven van het klooster. De nonnen leefden hier volgens de regels van de kloosterorde van St. Franciscus.

In de benedenkapel woonde het gewone volk de mis bij. Zo kregen zusters en bevolking elkaar niet te zien. Via een verborgen trap bleven de nonnen uit beeld van de gewone mensen. De benedenkapel bezit prachtige gotische gewelven. De akoestiek in deze kapel klinkt ook heel mooi. Op de muur waarvoor ooit het altaar stond zijn mooie schilderingen teruggevonden. De hoogte van de kapel vanaf dit punt is best indrukwekkend.

img_20161105_122145.jpgWe lopen verder door de rest van het museum. De dubbelkapel is niet meer te overtreffen, al zijn er ook een paar mooie ruimtes te vinden, waaronder de schilderswinkel en aan boord van een schip waarbij een scheepsslag wordt nagebootst. De lichtflitsen en het gedonder maken het best tot een realistische beleving.

Net als de martelwerktuigen die staan in de kamer rond de stad en het recht. De grote pijnbank ziet er pijnlijk uit. De zwaarden van de beul zijn confronterend. De levens die ermee zijn beëindigd kleven altijd aan de kling. Het scherpgeslepen metaal is voldoende om een hoofd eraf te hakken. Al is dat niet altijd in 1 keer gegaan.

img_20161105_130642.jpgDe kloostertuin is het volgende hoogtepunt. Zeker ook door de rustige sfeer van deze tuin. Vroeger werd dit helemaal ingesloten door het klooster. Ik vind het jammer dat er niet een reconstructie gemaakt is waarbij je kunt zien hoe deze tuin er in vroegere dagen uitzag. Een groot deel van het oude klooster is namelijk vervangen door de woningen die er nu staan.

We pakken een appeltje die uit de appelboom gevallen is. Eerst peuzelen we onze meegebrachte broodjes op en zitten op het bankje naast de oude waterput. Heel sappig zijn de appels; ze smaken als Jonagold. Elke hap die we nemen gaat vergezeld met een hoop sap.

img_20161105_124736.jpgEen heerlijke beleving. Maar ook best eng om appels in het wild te eten. De hele kleine appeltjes in de boom iets verderop zien er heel anders uit. Daar liggen geen eetbare appels onder de boom om te proeven of ze echt lekker zijn.

Lees zaterdag het derde deel van dit verhaal: Het orgelmuseum

21 november 2016

Dagje Elburg

img_20161105_115030.jpgDoris en ik besluiten er samen een dagje van te maken, omdat Inge deze zaterdag weg is. De bestemming wordt Elburg. Eigenlijk wilden we naar Drenthe maar ik heb geen zin om zo’n stuk te rijden. Daarom kiezen we voor het Gelderse stadje dat tegen de Veluwe ligt.

We zijn al eens eerder in Elburg geweest. Bij de allereerste fietsvakantie in 2012 kwamen we door het stadje langs het IJsselmeer toen we vanuit camping De ruimte naar Zeewolde fietsten. We staken over het IJsselmeer en fietsten via Harderwijk naar Zeewolde. Een mooie, maar erg drukke fietsroute.

img_20161105_115508.jpgIn de winkelstraat van Elburg dronken we chocomel en aten een taartje. Even keken we bij het stadsmuseum en zaten in de kloostertuin. Het bleef bij een kort bezoek. Als je fietst heb je namelijk andere dingen aan je hoofd dan rustig te kuieren door een stad.

Nu hebben we iets meer tijd. We parkeren iets buiten de haven en lopen onder de stadspoort door het stadje binnen. Langs de stadswal staat een gids iets aan een groep senioren uit te leggen. We horen gelach opstijgen door het smalle straatje.

img_20161105_145222.jpgNooit geweten dat Elburg op papier ontworpen is. De stadsplattegrond ziet er uit als een rechthoek, opgedeeld in streng geometrische vlakken waarin de huizen zijn gebouwd. Het rechthoek bevat in het midden de stadspoorten. Slechts 1 is er bewaard gebleven.

Het is een indrukwekkende poort, met een fraai dakje midden op het schuine dak bedekt met leisteen. Waarschijnlijk om de wachter een plekje te geven. Aan de andere kant zit een klokkenstoel. De moeite waard om naar te kijken.

img_20161105_124730.jpgOok al is het een beetje regenachtig, het is best leuk om door Elburg te lopen. We gaan naar het Museum Elburg. Dit is gevestigd in het oude vrouwenklooster, Agnietenklooster van de stad. Weliswaar hebben er iets meer dan een eeuw vrouwen in dit indrukwekkende gebouw gewoond, het draagt nog altijd de naam van de eerste bewoners: het Agnietenconvent.

Lees morgen over het Museum Elburg

20 november 2016

Welk schrijversinterview vergeet je nooit? - #50books vraag 47

img_20161120_092632.jpgHet programma DWDD begint meer en meer een boekenprogramma te worden en minder het accent op televisie te leggen zoals in de beginjaren. Zo waren er afgelopen maandag 2 schrijvers in de uitzending en werden de biografie over Boudewijn Büch gepresenteerd en de biografie van wielrenner Thomas Dekker.

Interessant in deze discussies was de vraag: wat is waarheid. Beroepsfantast en schrijver Boudewijn Büch tegenover de wielrenner die eindelijk eens de waarheid wil vertellen. De cruciale rol van Frits Barend in dit geheel die tekeer gaat over de kleedkamergeheimen die de wielrenner Thomas Dekker verklapt, maar milder is in de teleurstelling van vrienden als ze erachter komen dat Boudewijn Büch zijn vrienden voorloog.

Ik kijk eigenlijk nooit naar boekenprogramma’s op televisie. Het stimuleert mij niet om een boek te gaan lezen. Al krijg ik van sommige fragmenten met schrijvers nooit genoeg. Dan draait het er vooral om als ze beginnen voor te lezen. Maarten Biesheuvels Brief aan zijn vader, is werkelijk prachtig. Het geeft dit verhaal extra dimensie als hij het zelf voorleest. Maar over het algemeen boeien mij de verhalen over het hoe en waarom van een boek wat minder.

Hoe zit dat bij jou? Heb jij een schrijversinterview dat je prachtig vindt? Of inspireren interviews op televisie met schrijvers je om een boek te gaan lezen? Je mag de vraag ook uitbreiden tot interviews in kranten of tijdschriften.

De vraag van vandaag is: Welk schrijversinterview heeft blijvend indruk op je gemaakt?

Ik ben benieuwd naar je antwoord.

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

19 november 2016

Stoere piemels

img_20161106_143028.jpgDe verhalenbundel De stadsvogelaar van Jip Louwe Kooijmans is heerlijk om te lezen. Hij schrijft op een aanstekelijke manier over de vogels en mensen die hij tegenkomt. Tussendoor tokkelt hij graag op zijn gitaar. Het is een mooie combinatie: muziek maken en naar vogels kijken en luisteren.

Als de verteller op een dag in de supermarkt staat te wachten voor de kassa, komt er een heel aantrekkelijk liedje op zijn pad. Een peuter gaat pontificaal in de open ruimte voor de kassa’s staan:

Hij stak zijn handen in zijn zakken, duwde zijn kruis naar voren en begon luidkeels te zingen: stoere piemel, stoere piemel! Stoere piemel, stoere piemel! (68)

Hij zingt zo toonvast en in een staccato metrum dat het de verteller enthousiasmeert. Hij hoort er een leuk deuntje in voor een liedje. Hij snelt met de boodschappen naar huis, legt de gitaar op zijn knie en slaat het eerste akkoord aan:

Voor het raam hingen mantelmeeuwen roerloos in de wind. Zoals ze daar de dag hiervoor ook hingen en – mits het weer niet om zou slaan – morgen ook weer zouden hangen. Ik keek naar de meeuwen en ik keek naar mijn gitaar. Misschien is het niet de dag dat de wereld verandert, dacht ik bij mijzelf. (70)

Het is die heerlijke ontnuchtering van de vogels die je als lezer ook wakker maakt. De schoonheid van buiten is sterker dan de schoonheid van binnen dat je alleen maar stil kunt zijn.

Ik herken veel in die heerlijke verhalen van Jip Louwe Kooijmans. Hij weet het zo treffend uit te drukken, terwijl de vogels altijd aanwezig zijn. Ze vliegen hoog, vliegen laag of drijven. Maar ze zijn er. In alle verhalen.

Jip Louwe Kooijmans: De stadsvogelaar & andere verhalen. Soesterberg: Uitgeverij Aspekt, 2016. ISBN: 978 94 6153 9182. 110 pagina’s. Prijs: € 12,95.Bestel

18 november 2016

Labyrint - #fietsvakantie

img_20160813_172359.jpgWe komen daar tussen Rijssen en Almelo in een labyrint terecht. De kronkelende weggetjes vormen een heus doolhof waarin we verzeild raken. Als we dan ook nog eens de bordjes in de steek laten omdat ik denk dat ik hier vroeger kwam met hardlopen, dan is het hek helemaal van de dam.

De kronkelweggetjes, de houtwallen. Ja alles lijkt opeens op elkaar. We passeren de Regge. Het is de grens van Twente met het Salland. Het Twentse volkslied, in keurig Nederlands overigens, bezingt Twente dat tussen de riviertjes de Regge en de Dinkel ligt.

De grensrivieren zijn een geografische aanduiding van het gebied waar vaak verwarring over heerst. Want ligt bijvoorbeeld Helledoorn in Twente? Alle Twentenaren lijken het precies te weten, maar als het vraagt, weten ze het niet exact te benoemen. Ik als buitenstaander, ben er nooit achtergekomen. Maar daar ben ik ook buitenstaander voor.

Hetzelfde gebeurt als ik vergeefs op mijn mobiel zoek hoe we moeten fietsen. Een man spreekt ons aan. Hij praat exact een beetje sterker Twents en vraagt of we Pokémons zoeken. Als we vertellen de weg naar Almelo te zoeken, wijst hij ons de weg. Voor we er erg in hebben komen we weer uit waar we een uur eerder pauze hielden.

We kiezen maar weer de route in nummers. Vanaf het kanaal nemen we de snellere weg naar de camping die we voor ogen hebben. De boerencamping bij Bentelo. Een plek waar ik al wil kamperen sinds ik erover schreef voor de krant waar ik toen werkte, de Twentsche Courant Tubantia. Zo fietsen we de laatste 10 kilometer van die dag evenwijdig aan de aftakking van het Twentekanaal naar Almelo. Op de plek van de t-splitsing staat de camping.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

15 november 2016

2 cirkels

img_20161114_081029.jpgOp de cover van de André Platteels roman Net veertien staan 2 cirkels. De rode en oranje cirkel doorcirkelen elkaar. Op dit vlak delen ze hetzelfde oppervlak. Dit beeld staat symbool voor de opbouw van André Platteels roman. Hij heeft het boek opgedeeld in 2 delen: Deel 1 Jonathan 1983 en Deel 2 Stefan 1991.

Het verhaal is opgebouwd uit de 2 verschillende vertellers van de roman, Jonathan in het eerste deel en zijn jongere broer Stefan in het tweede deel. In de roman wordt gespeeld met deze 2 vertellers. Ze vertellen het verhaal vanuit hun eigen perspectief, voegen nieuwe elementen eraan toe of laten juist dingen weg.

Het is als de 2 cirkels op de cover van het boek. De verhalen delen eenzelfde oppervlak, maar ze beslaan ook een eigen, uniek verhaal. Het zijn 2 verhalen vanuit het gezichtspunt van allebei de broers. Ze spelen ook allebei in hun 14e levensjaar. Beschrijft Jonathan de periode kort voor hij zijn moeder verliest, als hij net 14 is. Het verhaal van Stefan vertelt over de tumor die hem treft en het gevecht tegen de kanker die hij voert.

Hierbij worden de hoofdstukken afgewisseld met korte citaten, waarin de wanhoop spreekt. Zo opent het deel van Stefan met de volgende tekst:

Met dit verhaal ga ik de dood in.
Maar dan herschrijf ik het toch gewoon.
Maar kan dat het einde veranderen?

Het tweede deel laat dit ook doorschemeren, want is Stefan wel de verteller van dit verhaal? Het lijkt op alles dat Jonathan voor zichzelf dit schrijft uit naam van Stefan. In een poging zijn broer weer tot leven te wekken. Het einde is inderdaad niet te veranderen.

Daarmee krijgt Net veertien iets van een politieverslag. Ze delen dezelfde geschiedenis maar geven er toch een andere kijk op. De poging om het verhaal te herschrijven, mislukt jammerlijk. Want elke keer brengt het tot dezelfde afloop. Dat is de bijtende emotie van deze roman, zonder ook maar ergens emotioneel te worden.

André Platteel: Net veertien. Utrecht: Uitgeverij Magnolia, 2016. ISBN: 978 94 9224 1122. 220 pagina’s. Prijs: € 18,95. Bestel

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over de roman Net veertien van André Platteel. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

14 november 2016

De stadsvogelaar

img_20161106_142957.jpgOver vogels kun je heel veel schrijven. Dat bewijst vogelliefhebber en gitarist Jip Louwe Kooijmans wel in zijn verhalenbundel De stadsvogelaar & andere verhalen. Het boekje met 40 vogelverhalen geven een mooi inkijkje in het leven van een stadsvogelaar.

Jip Louwe Kooijmans is heel openhartig over zijn liefde voor vogels, zijn gezinsleven en zijn gitaarspel. Langzaam geeft hij de lezer een inkijkje in het leven van vogels en hun bewonderaar in de stad. Hij voert in 40 verhalen de bijzondere vogels op die hij gezien heeft en hoe hij vervult raakt van de vogels in de stad.

Aan de hand van een vogel, zoals de boerenzwaluw, vertelt hij hoe zijn moeder het zolderraampje op een kier zet om de vogel in de nok van de zolder te laten broeden. Of dat meeuwen eigenlijk helden zijn in plaats van irritante vogels:

Meeuwen behoren tot de beste vliegers uit het dierenrijk en hebben geleerd om zich succesvol aan te passen aan een wereld die in toenemende mate gedomineerd wordt door mensen. (32)

De mens zou net zo leergierig moeten zijn als de meeuw, stelt Jip Louwe Kooijmans. Dan zouden mensen en meeuwen prima met elkaar kunenn samenleven in de stad. Alleen leren meeuwen sneller hun lessen dan mensen.

Hij schrijft met een grote liefde over de behendige kauwtjes die jongleren op de wind of de dodaars die hij in de haven van Amsterdam ziet. Het diertje haalt hem over om in de hoofdstad te gaan wonen. Een wereld vol vogels gaat voor hem open. Niet alleen alledaagse vogels, maar ook bijzondere exemplaren.

Jip Louwe Kooijmans weet zelfs van zijn hobby zijn beroep te maken. Als de functie van stadsvogelaar vrijkomt, sollicteert hij onmiddellijk. En met succes: hij wordt de eerste van Nederland! Sindsdien werkt hij aan een beschermingsprogramma voor stadsvogels.

Jip Louwe Kooijmans: De stadsvogelaar & andere verhalen. Soesterberg: Uitgeverij Aspekt, 2016. ISBN: 978 94 6153 9182. 110 pagina’s. Prijs: € 12,95.Bestel

13 november 2016

Verliefd op een romanheld? - #50books vraag 46

img_20161113_091854.jpgGebeurt het vaak dat een personage je zo aanspreekt dat je er best wel eens verder mee zou willen kennismaken of misschien ? Ik kom ze niet zo vaak tegen, personages die mij laten wegdromen. Misschien is dat ook voorbehouden aan andere genres als het kasteelromannetje of doktersromannetje.

Er zijn zeker wel personages in boeken waar ik door geïnspireerd raak. Tegelijkertijd ergeren ze mij meer dan ooit. Ook ken ik niet zoveel vrouwelijke hoofdpersonen. Het lijken toch vooral mannen te zijn die een rol spelen in een boek. Maar dat terzijde. Ik heb ook mijn favorieten, maar het is ook best een beetje genant een romanheld leuker te vinden dan zomaar het verhaal.

Dat brengt mij bij de boekenvraag van deze week:
Met welk personage uit een roman of verhaal zou je best een beschuitje willen eten?

Misschien allemaal een beetje overtrokken. Daarom mag je de vraag ook iets algemener maken. Bijvoorbeeld welke romanheld heeft een onuitwisbare indruk op je achtergelaten?

Zoals elke week ben ik heel benieuwd naar jullie verhalen bij deze vraag.

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

12 november 2016

Visser, vis en meeuw

img_20161106_143223.jpgIn Jan Wolkers’ Brieven aan Olga zijn naast de plastische beschrijvingen van het vrouwenlichaam ook veel andere aspecten uit Wolkers’ latere literaire werk terug te vinden. Zoals de gedetailleerde natuurbeschrijvingen. Hierin is de verteller ook vaak de held en redder van de dieren.

Hij loopt in Parijs langs de Seine en ziet daar de vissers met hun hengels aan de rivier zitten. Ze halen het ene visje na het andere binnen. Tot een meeuw de lekkere hapjes in de gaten krijgt. Terwijl een visser een zilveren visje binnenhengelt, grijpt de meeuw zijn kans. De vogel slikt de vis met haakje en al in.

Het dier wil steeds wegvliegen, maar wordt daarbij tegengehouden door de vislijn. Eindelijk weet een visser het draad aan te spannen en met hulp van een andere visser vangen ze de gevangen meeuw in een schepnet. Het is nog gevaarlijk ook. Het dier pikt flink om zich heen. Hier staat de held Wolkers op:

Een visser heeft hem toen met een stokje zijn bek open gehouden, en ik heb heel voorzichtig de haak uit zijn tong gehaald; gelukkig was die niet in zijn maag terechtgekomen. Even later vloog hij weer vrolijk over de Seine. Het is dus gelukkig een tragedy met een happy ending geworden. (68)

Later weet Wolkers in zijn literaire werk ook dit soort beschrijvingen te geven. Het verblijf op Rottumerplaat in 1971 staat bol van de natuurbeschrijvingen. Hij staat daar met zijn voeten midden op de zandplaat, eet kokkels en probeert een strandlopertje te redden. Of later als hij Texel bezoekt met zijn vriendin Karina, staat hij bekend als de Tarzan van de schapen. Omdat hij elk schaap dat op zijn rug ligt, overeind helpt.

In het literaire werk vervullen de dieren die de hoofdpersonen proberen te redden, vaak een symbolische rol. Zoals in De roos van vlees waarin de held een waterhoentje vergeefs uit het ijs bevrijdt. Het staat symbool voor het verlies van zijn dochter, die hij ook niet in leven kon houden.

Het zijn van die aspecten die je terugleest in Brieven aan Olga. Daarmee laten Wolkers, maar misschien nog meer de tekstverzorger Onno Blom zien dat Jan Wolkers al voor zijn echte schrijverschap druk bezig was met schrijven. De getypte brieven aan Annemarie Nauta demonstreren dat overduidelijk.

Jan Wolkers: Brieven aan Olga. Bezorgd en ingeleid door Onno Blom. Amsterdam: De Bezige Bij, 2010. ISBN: 978 90 234 5514 1. 152 pagina’s. Prijs: € 19,90. Bestel

11 november 2016

Rijssen - #fietsvakantie

img_20160813_151939.jpgEen aparte gewaarwording. De Sallandse Heuvelrug is een lange klim omhoog en daarna een lange afdaling. Het is echt een heuvel die je moet overwinnen. Dan schieten we naar beneden en rijden zo Rijssen binnen. We zijn nu echt in Twente!

Rijssen is de geboorteplaats van Belcampo. De 2 hebben een haat-liefdeverhouding. Ik weet dat veel Rijssenaren niet zo blij zijn met deze schrijver. Hoogstwaarschijnlijk heeft de schrijver en arts het definitief verbruid bij het schrijven van zijn verhaal ‘Het grote gebeuren’. Het speelt op de laatste dag, of jongste dag. Het ligt eraan van welke kant je het bekijkt. De wereld vergaat en zelfs Rijssen is niet meer.

Ik probeerde ooit het verhaal te parafraseren naar Veenendaal bij een schrijfwedstrijd. Het mislukte jammerlijk. Maar Rijssen is voor mij onlosmakelijk verbonden met Belcampo. De naam had voor mij altijd iets mysterieus. De kleuterjuf van mijn broer en zus kwam er vandaan. Het voelde voor mij als een oord ver weg.

Als wij eenmaal in dat mysterieuze oord rijden, is er weinig mysterieus aan. We kiezen een supermarkt uit voor de lunch en peuzelen hem op een bankje bij de nieuwbouwwijk op. Daarna rijden we verder en verdwalen hopeloos in het centrum. Niet lelijk, zeker op zaterdag.

Rijssen is echt een stadje, vol met smalle steegjes en andere uitdagende wegen. En dan lijkt Rijssen best wel op Almelo. Haast net zo mooi. Zeker ook omdat er buiten zo’n mooie havezate ligt, het is De Oosterhof. We gaan er niet naar binnen, want we moeten echt wat verder Twente in.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

08 november 2016

Napoleon en Veere

img_20161106_143435.jpgOp Walcheren bezoekt de keizer Napoleon ondermeer het plaatsje Veere, lees ik in Napoleon in Napoleon, In het voetspoor van de keizer. Het boek van Roy de Beunje en Anja Krabben vertelt hier hoe de Engelsen hier een jaar voor de komst van de keizer, het grote Franse rijk probeerden aan te vallen om voet aan het Europese vasteland te krijgen.

Het mislukte, maar zette Napoleon er wel toe zijn broer af te zetten als koning van Nederland. De schrik zit er goed in en de Fransen investeren flink om de Nederlandse kust voor dergelijke invallen te behoeden.

De kerk van Veere wordt omgebouwd tot verblijfplaats van de legers die er leven. Alleen een deel van het koor behoudt zijn bestemming als kerk. De hoge ramen worden dichtgemetseld. Onder de hoge gewelven komen verdiepingen. Tot op de dag van vandaag zijn de sporen van deze rigoreuze verbouwing terug te zien.

Ik herinner mij de indrukwekkende, plompe kerk. Veel te groot voor dit kleine plaatsje. We bezochten het toen we op vakantie waren in Zeeland. Onze moeder zat in Chili en wij bezochten Veere. We gingen de kerk binnen. Wat een gigantisch gebouw was dit. Ik was overweldigd door de ruimte, maar ook door de verbazing dat dit allemaal niet meer als kerk in gebruik was.

Het boek Napoleon in NL, In het voetspoor van de keizer haalt de oude herinnering weer naar boven. Ook het idee dat deze grote kerk met kathedrale porties in die tijd is omgebouwd tot hospitaal en opslag voor het leger. Een logische en efficiënte beslissing van de keizer, maar wel eentje met veel impact.

Het verrast mij dat ik er nog zoveel van weet. Misschien komt het omdat ik met mijn broertje en zusje op een kanon ging zitten voor een foto. Of omdat de toren van Veere in de plannen zo hoog zou worden. Of gewoon omdat het indruk maakte.

Roy de Beunje en Anja Krabben: Napoleon in Nederland, In het voetspoor van de keizer. Zutphen: WalburgPers, 2016. ISBN: 978 94 624 9110 6. 112 pagina’s. Prijs: € 19,95. Bestel

07 november 2016

Napoleon in Nederland

img_20161106_143251.jpgDe Franse keizer Napoleon Bonaparte bezocht enkele keren Nederland. Van zijn langste bezoek in 1811 is eigenlijk niet eerder een aparte studie verschenen, concluderen de schrijvers van het boek Napoleon in Nederland, In het voetspoor van de keizer. Het boek verhaalt over de gebeurtenissen in september en oktober 1811 als Napoleon Nederland met een bezoek vereert.

Keizer Napoleon heeft zijn broer afgezet als koning van Holland. Vooral om weerstand te kunnen bieden tegen de aanvallen van de Engelsen. Daarom heeft hij Nederland onderdeel gemaakt van Frankrijk en zijn de Lage Landen verworden tot een Franse provincie.

Zijn bezoek bestaat voornamelijk uit een inspectie van de verschillende verdedigingswerken langs de kust en wat verder landinwaarts. De reis begint in Zeeland, wat later dan gepland. Door het slechte weer moet de Franse keizer enkele dagen op een schip dobberen voor de Zeeuwse kust. Als de rust op zee weer is teruggekeerd, arriveert Napoleon in Zeeland.

Hij maakt in enkele weken tijd een hele reis door Nederland. Van Zeeland via Antwerpen naar Brabant. En daarna gaat de reis voort langs de grote steden in Nederland. Steden als Dordrecht, Den Haag, Amsterdam, Utrecht en Rotterdam doet hij aan. In het boek staan de schrijvers Roy Beunje en Anja Krabben stil bij de routes die Napoleon in de steden aflegde, maar ze verhalen ook over allerlei interessante gebeurtenissen.

Zoals in Utrecht waar een bediende per ongeluk de slaapkamer van Napoleon binnentreedt. In het donker op de tast stoot de bediende een stoel om:

Napoleon dacht dat het een aanslag was en donderde: ‘Wie is daar?’ De bediende schrok zo dat hij niks durfde te zeggen en zich uit de voeten wilde maken, waarbij hij nog een stoel omgooide. De keizer greep hem bij de keel en hamerde op zijn hoofd. De knecht kon niets meer zeggen, zelfs al zou hij het willen. Lakeien en soldaten snelden gewapend toe en zagen hoe de twee mannen elkaar beetgrepen. ‘Elkaar aanstarend, de één met diepe verbazing, de ander met smekende blikken, alsof ze in een ballet pantomime speelde.’ Het is een mooi verhaal, en kan zomaar echt gebeurd zijn. (28)

Een mooie anekdote. Dit soort memorabele gebeurtenissen, al dan niet waar, vormen de smeerolie van het boek. Over Napoleon zijn verschrikkelijk veel boeken verschenen, maar Nederland is er niet veel aan bod gekomen. Met dit boek laten de auteurs een kant van de keizer zien, die enerzijds heel menselijk is en tegelijkertijd enorm dictatoriale trekken bevat.

Als hij bijvoorbeeld in Delft een paar mooie kanonnen ziet, is hij zeer bevelend:

De keizer zag twee rijk versierde 48 ponders die hem bijzonder aanstonden, zei “C’est à moi” en enkele dagen later verdwenen de kanonnen naar Parijs. (36)

Heerlijk om te lezen en daarnaast laat het boek een deel van de geschiedenis zien die niet zo bekend is. De lezer maakt bijvoorbeeld niet alleen kennis met Napoleon, maar ook met de revolutionairen in Nederland zoals baron Johan Derk van der Capellen tot den Pol (1741 – 1784). Hij staat aan de wieg van de revolutie in Nederland die in de kiem is gesmoord door Wilhelmina na haar gevangenname in Goejanverwellesluis in 1787.

Boeiende informatie als je in de geschiedenis van Nederland geïnteresseerd bent. Dit boek plaatst de gebeurtenissen van Napoleon mooi in de periode voor de Franse overheersing. Zo blijft het niet een opzichzelf staand verhaal, maar ligt het ingebed in de geschiedenis van Nederland.

Roy de Beunje en Anja Krabben: Napoleon in Nederland, In het voetspoor van de keizer. Zutphen: WalburgPers, 2016. ISBN: 978 94 624 9110 6. 112 pagina’s. Prijs: € 19,95. Bestel

06 november 2016

Ben jij anders gaan lezen door school? - #50books vraag 45

img_20161106_083730.jpgOp Twitter zag ik een interessante discussie over het literatuuronderwijs op school. De ontlezing is namelijk op zijn retour. Jongeren durven weer een boek te pakken en te gaan lezen. Hierbij grijpen ze ook terug op het papieren boek. Even geen mobieltje, even geen internet, maar gewoon met een boek op schoot.

Ik ben gek op lezen en verslond toen ik jong was al veel boeken. Ik las De schippers van de Kameleon, de spannende scheepsverhalen van K. Norel en Snuf de hond van Kees Prins. Op de Middelbare school maakte ik kennis met de geschiedenisboeken van Thea Beckman. Enthousiast geworden door een fragment van Kruistocht in spijkerbroek bij Nederlands.

De liefde voor literatuur kwam pas na de Mavo op de MTS. Ik ontdekte de boeken van Maarten ’t Hart en via hem rolde ik de Nederlandse literatuur in. Pas toen ik stopte met de MTS en versneld Havo en VWO ging doen, volgden andere boeken van ondermeer Harry Mulisch en ook Jan Wolkers.

Daarom loopt mijn liefde voor het lezen hand in hand met de opleidingen die ik deed. Maar geldt dat voor iedereen?

Daarom de boekenvraag voor deze week:
Ben jij anders gaan lezen door school?

Ben je juist meer gaan lezen door je opleiding en je docenten? Of werkte het literatuuronderwijs juist demotiverend voor je?

Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden.

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

05 november 2016

Pyknische types

img_20161104_194038.jpgDe eerste vrouw van Jan Wolkers, was volgens Annemarie Nauta een ‘leptosoom type’. En daar hield Jan niet van, stelt zij. Dat kon dus eigenlijk niets worden.

Hij hield van pyknische types. Rond en vol. Zo was ik. Het uiterlijk van een vrouw speelt bij een kunstenaar een belangrijke rol. Kijk maar naar Picasso. Jan keek en begeerde als beeldhouwer. Hij hield van vlees aan vrouwenbotten. (16)

In de Brieven aan Olga lees je deze voorliefde voor vlees aan vrouwenbotten zeker terug. Buiten de intrigerende en bij tijd en wijle pikante tekeningen van Olga. Zo schrijft hij in zijn brief op 4 april 1957.

Straks als ik in bed lig, trek ik me af, terwijl ik droom, of dromen is het eigenlijk niet, ik zie het lijfelijk voor mij, dat ik op je zit, dat mijn kloten nog nat van je speeksel, zoals je schreef, tegen je billen springen bij iedere stoot. Dat ze helemaal in je verdwijnen, en dat we beiden schreeuwen van plezier. (99)

Het beeldende taalgebruik van Jan Wolkers, is de Wolkers zoals die later terugkomt in boeken als zijn debuut Kort Amerikaans en later Turks fruit. De stijl hem zo bekend maakt. Het is erg gaaf om dit in deze brieven terug te lezen.

Jan Wolkers: Brieven aan Olga. Bezorgd en ingeleid door Onno Blom. Amsterdam: De Bezige Bij, 2010. ISBN: 978 90 234 5514 1. 152 pagina’s. Prijs: € 19,90. Bestel

04 november 2016

Sallandse Heuvelrug - #fietsvakantie

img_20160813_132601.jpgDan ineens staat er een berg midden in het landschap: de Sallandse Heuvelrug. Het vormt de grens tussen Salland en Twente. Salland is vooral een voorbode op wat er komen gaat. Hiervoor moeten we de heuvelrug over. Het fietspad kronkelt erheen. De bossen verraden waar we komen gaan.

We zien een mol over het fietspad rennen. We denken tenminste dat het een mol is. Het is gewoon een spitsmuis geweest, ontdek ik weken later als ik er iets over lees op de dierenkalender. Het diertje schoot vliegensvlug over het fietspad. Bijna te snel om te zien.

Dan verandert het landschap. We moeten klimmen. Het fietspad wordt akelig smal. Er fietsen opeens ook heel veel tegenliggers. Het fietspad zit boordevol met hobbels van de boomwortels. Mijn fiets schiet een eind omhoog en mijn fietstas valt van mijn fiets. Ik moet stoppen. Juist als we de afdaling beginnen.

img_20160813_131621.jpgDat is balen, net als dat ik baal van al die bosbessen die ik zie. Naast de bosbessen die ik ook rode bessen groeien. Ik vraag mij af welke bessen het zijn. Zou je ze kunnen eten? Ze groeien iets lager dan de bosbessen, maar in de onmiddellijke nabijheid van deze plantjes. Het is de rode bosbes of vossenbes. De Sallandse Heuvelrug is 1 van de weinige plekken in Nederland waar de bes voorkomt.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

03 november 2016

Brieven aan Olga

img_20161102_193605.jpgDe muze van Jan Wolkers roman is ze: Annemarie Nauta. In het brievenboek Brieven aan Olga schrijft Jan Wolkers de brieven aan de vrouw die hem gek maakt. Ze is een heuse obsessie voor hem. Als ze hem verlaat omdat het echt niet meer gaat tussen de 2, komt ze terecht in de roman die Jan Wolkers beroemd maakte. Niet alleen door de roman waarin met het onverbloemde taalgebruik dat hij hierin hanteert om geslachtsdelen gewoon bij de naam te noemen.

Het brievenboek bevat een uitvoerige inleiding over de relatie tussen Jan Wolkers en de Friezin. Ze schelen 12 jaar. Annemarie is 18 jaar als ze de kunstenaar ontmoet. Jan Wolkers is op slag verliefd. maar moet nog wat moeite doen om haar voor zich te winnen.

Als ze dan eindelijk over is, dan is ze overigens niet meer te stuiten. Kort daarna krijgt Wolkers een studiebeurs om in Parijs bij de wereldberoemde beeldhouwer Zadkine te komen studeren. Ze gaat niet met hem mee, maar woont bij haar ouders in Leeuwarden wat ook voor onhoudbare situaties zorgt. Haar ouders zijn niet zo happig op haar relatie met de armoedzaaier Jan Wolkers.

Uit de brieven spreekt een gepassioneerde liefde, afgewisseld met de prachtige tekeningen en schilderijen die Jan Wolkers van zijn muze Annemarie Nauta maakte. De brieven schrijft Jan Wolkers allemaal vanuit Parijs. Ze zijn stuk voor stuk getypt op de typemachine die Jan Wolkers koopt op de ochtend van vertrek naar de Franse hoofdstad. Het is een Olivetti Portable, model Lettera 22.

In de brievenbundel staan de getypte brieven afgedrukt, gevolgd door een weergave van de brieven in tekst. De tekst wordt tenslotte aangevuld met aantekeningen van biograaf Onno Blom. In deze aantekeningen citeert Onno Blom eveneens uit de brieven die Annemarie aan Jan schreef. Ze staan verder niet afgedrukt.

Jan Wolkers: Brieven aan Olga. Bezorgd en ingeleid door Onno Blom. Amsterdam: De Bezige Bij, 2010. ISBN: 978 90 234 5514 1. 152 pagina’s. Prijs: € 19,90. Bestel

02 november 2016

IJslandse baby

img_20161029_105340.jpgGedurende de schetsen die ze over IJsland schrijft in haar bundel Winter-IJsland groeit er een kind in Laura Broekhuysens buik. Ze schrijft erover als ze bij haar schoonouders logeert in een visserdorp.

Ze merkt op dat ze draagmoeder is van het nageslacht, maar nog altijd moeilijk het vertrouwen van haar schoonfamilie weet te winnen.

Wie zwanger is in een vissersdorp wordt een en al neus. (34)

Vanaf dat moment meandert de zwangerschap door de verhalen over het IJsland. Beide aspecten lopen samen op, gaan soms even uit elkaar, maar vinden elkaar altijd weer. Bijna in iedere schets komt het aan de orde.

Op de langste dag, bij de zomerwende, installeert ze zich op een stoel:

Ik doe niet mee, al ben ik rolbaar. Ik zit met buik en al in een stoel. Ik spreid zoals de doeken mijn vacante gedachtes uit in het landschap, om zich vol te zuigen, om later lekkend en wel boven de liefhebber uit te knijpen. (91)

De deelgenoot van die ‘vacante gedachtes’ is natuurlijk de lezer. De bevalling weet de verteller prachtig te vatten in een verhaal over de vele rotondes die ze moeten nemen op weg naar het ziekenhuis.

Ze zijn ook best wel recalcitrant geweest door stiekem het ziekenhuis te verlaten terwijl het kind elk moment kan komen. Dan is het heel erg zwaar om tijd bij het ziekenhuis terug te komen. Ze telt prachtig de 7 rotondes die de hoofdstad Reykjavík rijk is.

De vroedvrouwen zijn verbaasd dat ze gelijk een naam voor de jongen weten als hij geboren is. In IJsland schijnen ze daar altijd een paar weken over na te moeten denken.

Als het kersverse gezinnetje later naar huis rijdt, verwelkomt haar dochter onderweg al de winter. Zo is het verhaal weer helemaal rond, met het verschil dat een nieuw gezinslid is toegevoegd aan het gezin.

Laura Broekhuysen: Winter-IJsland, Mijn eerste jaar in een verlaten fjord. Verhalen. Amsterdam: uitgeverij Querido, 2016. ISBN: 9789021402178. Prijs: € 15. 136 pagina’s.Bestel

01 november 2016

Kramp in het voorstellingsvermogen

img_20161029_105414.jpgLaura Broekhuysen gebruikt in haar schetsen over het leven op IJsland in Winter-IJsland veel metaforen. Het is een boek dat overkookt van de metaforen. Daardoor is het best lastig in het begin door de overvloedige vergelijkingen heen te komen.

Het leest alsof je een terrein betreedt waar het gras tot de knieën groeit. Je ontdekt pas later de schoonheid van het groene gras. Er blijken zelfs mooie bloemen tussen te groeien.

Het gebeurt overal in de schetsen. De ene metafoor komt beter over dan de andere. Zoals bijvoorbeeld in het hoofdstuk ‘Het gouden kistje’. Ze probeert de sprookjesachtige omgeving aan te halen. De verteller denkt aan de sprookjes die de meester op school vroeger vertelde. Hij haalde dan een gouden kistje tevoorschijn en legde het op de palm van zijn hand.

Koninkrijken zaten erin, te klein om te bevatten. Ik probeerde die miniatuurwereld te visualiseren, die uitgestrekte landerijen, bossen, bergketens, de koningszoon te paard, die allemaal in dat kistje pasten, ik probeerde microscopisch te denken, kreeg kramp in mijn voorstellingsvermorgen. (96)

Die kramp in het voorstellingsvermogen zie je overal terug in de schetsen van Laura Broekhuysen. Ze beschrijft het landschap om haar heen, de flank van een berg, alsof het heel de wereld bevat. En weet de duisternis en de sneeuwstorm prachtig te vatten. Sneeuwvlokken worden grote hondenpoten en poollichten zijn reusachtig zwiepende springtouwen.

Een genot om te lezen. Het maakt het verhaal over IJsland extra geheimzinnig. Ik kan er ontzettend van genieten.

Laura Broekhuysen: Winter-IJsland, Mijn eerste jaar in een verlaten fjord. Verhalen. Amsterdam: uitgeverij Querido, 2016. ISBN: 9789021402178. Prijs: € 15. 136 pagina’s.Bestel