31 januari 2013

Symbool - #WOT

image
Symbolen verwijzen naar iets anders

De wereld is vergeven van de symbolen. In de vorm van een beeld, een icoon. Het kruis is zoiets. Het verwijst naar iets anders, is groters. Het kruis is een element is uit het christelijk geloof. Religie zit zelf ook boordevol symbolen, verwijzingen naar iets anders. De verwijzingen gaan ook dikwijls naar iets dat meer is dan je zo kunt uitleggen.

Symbool = verhaal
Elk symbool heeft een verhaal. Zo verwijzen de hap brood en de slok wijn naar het laatste avondmaal van Jezus. Symbolen die verwijzen naar een verhaal. Het verhaal herbergt ook veel symbolische waarden. Of het al dan niet echt gebeurd is, is dan niet zo belangrijk. Het symbool is een zelfstandig aspect binnen het geloof geworden.

Symbolen deel je met een gemeenschap. Als je persoonlijk symbolen hebt, verwijzen veel mensen je naar de psychiater. Je kunt overal symbolen in zien terwijl het symbool op zichzelf nooit wat betekent. Het verwijst altijd ergens naar. Schrijvers als Harry Mulisch zien overal een symbool in. Ze maken een wereld van op zichzelf volstrekt nutteloze symbolen. Dat is dan een nieuw verhaal waarbij alles met alles samenhangt.

Chaos
De chaos is de tegenhanger van een dergelijke samenhangende wereld. Terwijl de mens zijn wereld schept vanuit de chaos met behulp van symbolen, is de chaos zelf alweer een symbool geworden. Chaos bestaat in zoveel vormen dat het op zichzelf alweer chaos oproept. Ook hier is het sterk afhankelijk van wat mensen hieronder verstaan.

Een chaos in de vorm van een berg papieren kan voor de eigenaar zo logisch geordend zijn als het maar kan. Symbolen zelf zitten ook zo in elkaar. Het symbool dat voor de een positieve gevoelens oproept, roept voor de andere veel negatieve associaties. Een kruis kan voor de ene geborgenheid en gezelligheid oproepen, voor de ander juist beknelling en angst.

Symboolpolitiek
De politiek zou zich niets van symbolen aan moeten trekken, maar ze doet dat maar al te vaak. Het woord dat hiervoor geldt is: symboolpolitiek. Politici merken dat iets ‘gevoelig ligt’ onder hun kiezers. Ze kiezen er dan voor om de maatregel waar veel weerstand tegen is, terug te draaien en er een andere voor in de plaats te nemen.

Ook zijn maatregelen die veel sympathie opwekken heel symbolische voor symboolpolitiek. Met 130 kilometer per uur over de snelweg mogen rijden bijvoorbeeld. Als je in de file staat heb je niks aan zo’n maatregel.

Of het lanceren van nieuwe regels na een incident. De maatregelen die genomen zijn in de kinderopvang bijvoorbeeld. De bestaande regels werden eerst onvoldoende gecontroleerd. Waarom dan allemaal nieuwe regels moeten komen en die overdreven controleren?

Dit soort symboolpolitiek getuigt meer van angst dan van daadkracht. De nieuwe regel staat dan symbool voor het nieuwe beleid dat de politici willen voeren. Het staat meer symbool voor de onmacht dan voor daadkracht.

30 januari 2013

Rijk!

image

Bij de opruiming zag ik het boekje Rijk! van Marjan Berk liggen. Ik wist dat deze schrijfster een paar jaar geleden een miljoen euro bij de Lotto had gewonnen. Het geld kwam goed van pas. Ze zat financieel aan de grond en overwoog zelfs haar oude huis in Kalenberg te verkopen. De prijs zorgde ervoor dat dit niet meer hoefde.

Het verhaal van iemand die de Lotto wint, trok mij om het boekje mee te nemen in de opruiming. Ook omdat ik weet dat Marjan Berk heel aardig schrijft. Ik heb een paar boeken van haar in de kast staan en zelfs gelezen. Het zijn leuk boeken om tussendoor te lezen. Ze halen je even uit de diepzinnige kost van Dante en andere literaire zwaarwichten waaraan ik normaal knabbel.

Middagje lezen
Het boekje heb ik in een middagje uitgelezen. Het zijn heerlijke columns over geld en rijkdom. En dan vooral het gebrek eraan. Een onregelmatig inkomen, een leven op grote voet en een gezin van 5 kinderen zijn daar de oorzaak van. Als kleine zelfstandige moet de gescheiden Marjan Berk op een bepaald moment zien rond te komen.

Alimentatie weigert ze. Ze herinnert zich het gedonder als vijfjarige om de 115 gulden die haar vader aan haar moeder maandelijks moest betalen. Het gezeur hield aan tot haar dood. Dat wil Marjan Berk zich besparen. Maar het freelance bestaan is een onzeker bestaan. Ze wordt vaste klant bij het pandjeshuis. De heren in de stofjassen herkennen haar.

Het zijn allemaal vermakelijke verhalen over de financiele onzekerheid. Tegelijkertijd leer ik hier ontzettend veel van. Geluk hangt niet af van een bankrekening. De financien hangen niet af van een vast inkomen. Mijn financiele huishouden is helemaal niet zo chaos als ik zelf geloof.

Vertrouwen
Ik lees bij Marjan Berk het vertrouwen dat het allemaal wel goedkomt. Ze leidt een leven dat meedijt op de financiele golven. Is er geld, dan wordt het uitgegeven. Is er geen geld, dan wordt de broekriem aangehaald. Het is belangrijk na te denken over je toekomst, maar het is belangrijker om je aan te passen aan de situatie waarin je terechtkomt en te werken aan een oplossing.

Het boek kabbelt van lening naar lening. Alles wordt keurig afbetaald, maar de leefwijze wordt Marjan Berk toch fataal. Ze redt het niet meer. Zeker als er allerlei hoge kosten bijkomen. Nieuw riet voor op het dak van haar huis, bijvoorbeeld. De 13 jaar oude Saab waarvan de koppeling stroef begint te lopen. Of de kleinkinderen. Oma zijn vindt ze het ’toetje van het leven’, maar het is wel een duur toetje.

Marjan Berk krijgt door ‘deze kleine, schijnbaar onbelangrijke tegenvallers […] plotseling het gevoel op een hellend vlak terecht te komen. En ik houd helemaal niet van hellende vlakken, ik nogal hevige hoogtevrees.’ (130) Ze vraagt zich vertwijfeld af hoe ze dat hellend vlak weer horizontaal krijgt.

Nepcheque
Ineens staat daar Robert ten Brink voor haar deur met een grote nepcheque van 1.000.000 euro. ‘Je hebt een miljoen gewonnen! In de Lotto!’. Ze heeft eerst het gevoel dat ze voor de gek wordt gehouden. Maar het is echt. Jaren eerder vulde ze een formulier van de Lotto in omdat Erica Terpstra zulke lovende woorden had gesproken over de sportieve doelen van de loterij. Ze was het vergeten. Als ze dezelfde cijfers in de oranje vakken had ingevuld, zou ze 7 miljoen hebben gehad, beweert Robert ten Brink nog. Maar van die ene miljoen is Marjan Berk ondersteboven genoeg.

Het verhaal erna is leuk om te lezen. Ze geniet van de plotselinge rijkdom die haar ten deel valt. Ze trakteert haar vrienden en familie en haalt het ’te koop’-bord van haar huis. En ze slaat het advies van haar financieel adviseur niet in de wind. ‘Genieten, mevrouw Berk! U moet er wel van genieten!’

Goed doel
En dat doet ze ook. Ze kan nu boeken schrijven waarbij ze de opbrengst aan een goed doel schenkt. En ze laat een prachtig straatje naast haar huis aanleggen van ‘handgevormde zogenaamde waaltjes, bakstenen’. Tegelijk maakt ze duidelijk dat een miljoen euro heus niet alle zorgen weghaalt. En is het echt zoveel als het lijkt?

Van de miljoen euro verdwijnt al drie ton in de schatkist van het rijk. De overblijvende zeven ton is ook niet eeuwig. Het klinkt als veel geld, maar het is ook zo op. Zeker als blijkt dat haar huis verzakt. Moet ze het laten repareren voor een ton? Ach, de gaten dichtsmeren en eens kijken hoe alles er over een jaar of tien bijstaat, kan ook. Wie dan leeft, wie dan zorgt. En zo kom je toch weer terug bij het echte onderwerp van Rijk!

Marjan Berk: Rijk! Derde druk. Pandora Pocket, 2010 [eerste druk 2008].

29 januari 2013

Mijn favoriete leesplekje - #50books

image
Leesplek in mijn bibliotheek

Het liefste zit ik met een boekje in een hoekje, zou Thomas a Kempis hebben gezegd. Of op zijn Latijn: ‘In omnibus requiem quaesivi et nusquam inveni nisi in angulo cum libro’. Iemand die leest, een lezer, heeft iets intiems. Ik zag een keer in Den Haag een meisje zitten aan de Hofvijver. Ze las. Het beeld liet zich misschien nog het beste vergelijken met erotiek. Je mag er niet naar kijken, maar het is heerlijk om naar te kijken. Het is alsof je iemand op iets heel intiems betrapt. Lezen.

Ontmoeting met een boek
De eerste ontmoeting met mijn vrouw was op een station. We zouden elkaar herkennen aan het boek dat we bij ons hadden. Zij Harry Potter, ik Jan van Aken. In de wachtkamer zat een meisje. Ze zat verzonken in een boek. Ik kon niet zien of het Harry Potter was, want haar handen bedekten de titel. Het was haar en Harry Potter. Ik vergeet dat beeld niet snel meer in die stationshal van het station Apeldoorn.

Er zijn veel afbeeldingen van lezers. Vooral lezende vrouwen. In mooie lange jurken. De haren lang en sluiks voor het gezicht. De intimiteit straalt ervan af. Wat een prachtige aquarellen zijn dit. Want dit soort afbeeldingen zijn alleen vlekkerig in een aquarel vast te leggen. De (moderne) romans die de jonge dames lazen, waren toen ook nog verderfelijk en slecht voor de geest. Misschien dat ze daarom altijd iets geheimzinnigs hebben.

Wat lezen
Het lezen van een boek verschilt wezenlijk van een krant. Het beeldje van de lezer waarmee de Twentsche Courant Tubantia graag naar buiten komt, is een man wijdbeens zit met de brede krant opengeslagen voor zijn gezicht. Weinig intiems aan. Het is eerder een onbeholpen lezer die geen manieren heeft.

Dan is er de plek waar ik zelf het liefste lees. Is er een plek waar ik het liefste lees. Lezen kan overal: in bed, op het station, in de trein, bij de snackbar, op het toilet of gewoon op de bank. In een lekkere fauteuil of halfliggend op een bank of saize longe. In bed is ook erg lekker, maar dan moet je wel een stevig kussen in de rug hebben. En die heb ik momenteel niet. Daarom lees ik nu voor het slapen gaan of als ik de slaap niet kan vatten een boek op mijn zij. Het boek kan daar niet te dik bij zijn. Anders gaat de bovenarm zeer doen van het omhoog houden.

image
De zitzak waar ik mijn ideale leesplek in zag.

Lekkere leesplek
Ik neem mij weleens voor dat een lekkere leesplek mijn lezen zou bevorderen. Dan droom ik een rustig plekje zonder het geluid van de televisie in de woonkamer of juist in totale afzondering op mijn werkkamer. Ik heb er al verschillende pogingen gedaan een geschikte leesplek te maken. Toch nog toe zonder enig effect. Het laatst kocht ik een zitzak voor op mijn werkkamer. Ik droomde mij heerlijk weg in de zachte bolletjes die ondersteuning gaven op de juiste plekken. Een paar pogingen verder ontdekte ik dat het niet werkt.

Je kunt wel een mooie plek maken om te kunnen lezen, maar als de innerlijke rust ontbreekt, lukt het niet. Voor lezen is meer nodig dan een mooi plekje. Net als met schrijven. Achter een bureau kom ik tot weinig productie. In de trein of een overvol cafe schrijf ik de mooiste epistels. Of bij het uitlaten van de honden, dan doemen mooie dichtregels op aan de horizon. Ik stop dan en tik snel de zinssnede in mijn mobieltje om het bij terugkomst uit te werken.

Camping
Toch zijn er plekjes waar je bij uitstek goed leest. Op de camping bijvoorbeeld. Voor onze stacaravan in het heerlijke zonnetje. Of binnenin op die grote bank. Helaas joegen de grote klussen die ik aan de caravan moest doen mijn rust op. Maar ik heb toch wel wat zomers heerlijk gezeten in het zonnetje met een boek op schoot. En dan heb je aan een tent ook genoeg. Afgelopen zomer las ik met het dagje rust op camping De Ruimte zo De Kus van Jan Wolkers uit.

Ik verlang alweer naar de zomer waarbij ik heerlijk met een goed boek op schoot kan lezen. De gillende kinderen en dreigende onweerswolken merk ik niet eens op. Het verhaal neemt mij mee naar de mooiste plekjes van de fantasie. Want dat zijn de beste plekjes: de plekjes waar het boek je mee naartoe neemt. Zodat je helemaal vergeet dat je eigenlijk gewoon thuis op de bank zit te lezen of onderweg in de trein of voor de tent.

#50books
#50books is een initiatief van

28 januari 2013

Ontdooien

image
Een glad spoor hoort bij het ontdooien

De hele wereld ontdooit. Een koude en kille wereld verandert in een heuse natte bende. De paden transformeren in een modderig karrenspoor. De velden lijken weer drassige moerassen en op het ijs in de gracht, ligt een dun waterlaagje. Buiten verandert van harde substantie in een natheid. En dat gaat niet van de ene dag op de andere, daarom glibber ik voort. Een stap lijkt meer op een glijpartij dan een heuse voetstap.

image

Een paar dagen terug prees een facebook-vriend het strooibeleid van de gemeente Tilburg. Nu kon zijn dochter schaatsen in de straat. In Almere is het park verandert in een schaatsbaan. Wel met heel schokkerige vormen van voetstappen, hondenpootjes en fietsbanden. Sommige stukjes krijgt de voet geen enkele grip op de ondergrond. In de tijd van de vorst stapte je gewoon door de ribbels sneeuw heen. Maar nu zijn ze verandert in heuse ijsbergen met puntige uiteinden.

image
IJspad in Beatrixpark

Een vrouw probeert met haar fiets door de ijsmassa te komen. Achter haar fiets hangt een fietskarretje. De kinderen in het karretje schudden alle kanten op. Een kind achterop de bagagedrager jengelt. ‘Omdat mama denkt dat het verderop beter is’, roept moeder geirriteerd.

image

Wij lopen verder. Ik kies de zijkant van het pad. Daar is het ijs beter begaanbaar dan op het verharde pad. Een dun laagje ijs ligt op het pad en maakt het tot een heuse glijbaan. De honden vinden het geweldig en glibberen op hun pootjes vooruit. Een glijer is niet erg, maar juist leuk. Ze hebben genoeg poten om de schade op te vangen.

image

Dan komen we bij een grote plas aan. Voor de vorst kwam, lag het hele park vol met grote plassen. De plassen waren bevoren en later bedekt door het ijs. Zo viel het allemaal wat minder op. Maar het was er wel. Het ijs op de plas begint te smelten. De sneeuw is al verdwenen. De koude plas heeft het smeltwater weer opgevroren, waardoor het ijs een grijze tint heeft gekregen.

image

Er stroomt een heus beekje van smeltwater uit de grote plas. Over het pad heen heeft zich een watervalletje gevormd. Het water stroomt naar het lager gelegen gedeelte aan de andere kant van het pad. De honden genieten. Ze happen het ijs op. Saartje graaft in het ijs op zoek naar het frisse water. Zo levert zelfs een ontdooiende wereld plezier op voor een jeugdige teckel.

27 januari 2013

Dooi

image

Zo snel als de wereld wit werd, wordt de wereld weer groen en kaal. De grond komt weer in zicht, net als de plassen water. Het park verandert in een grote modderpoel. De paadjes zijn weer zichtbaar en bestaan niet meer uit het spoor voetstappen in de sneeuw.

image

Op het ijs in de grachten drijft een laagje water. De hemel spiegelt op het natte ijs. Op sommige plekken ligt nog een dun laagje sneeuw dat zich nog niet gewonnen wil geven. Een slee staat op het ijs. De zitting is kapot en een deel van de ijzers is in elkaar gezakt.

image

De zon schijnt haastig door het wolkendek heen. Soms is een glimp van de lichtbol op te vangen. Maar dan is hij weer snel achter het pak wolken verdwenen. Een echtpaar voert de grote zwanen in het park. Een zwerm meeuwen is niet van het lekkere maaltje weg te houden. Ze schreeuwen in duikvlucht neer op de hompen brood die het echtpaar in de lucht gooit.

image

Het sprookje is voorbij. Ik weet weer hoe regen voelt en modder dat tegen je broekspijpen opspat. De winter maakt plaats voor een voorjaar waarvan de knop nog zoek is. De nachtvorst loert nog. Net als de regen die genoegzaam valt alsof er niks anders geweest is.

image

26 januari 2013

Houthakker en schrijver

image
A. L. Snijders in de documentaire Een handige dromer

Of je nu hout staat te hakken of aan het schrijven bent, het is allebei nuttig voor de schrijver A.L. Snijders. Is er een groot schrijver verloren gegaan, vraagt documentairemaker Joost Conijn aan hem in Een handige dromer.

Ik zag de documentaire gisteren en vandaag nog een keer. De documentaire geeft de burger weer moed. Snijders stelt het houthakken gelijk aan het schrijven. Het vormt allebei een element in zijn leven. Hij heeft het allebei nodig om te kunnen leven.

De trouwe lezer van A.L. Snijders herkent de elementen uit de ZKV’s gelijk. Hij ziet de oude tractor die bij koude moeilijk aan de praat komt. Of de moestuin. De kip die hij voert. Het bos waaruit de schrijver zijn brandhout hakt en sprokkelt. De schuur en het schrijfkamertje.

Het schrijven van een roman wordt als ultiemste vorm van schrijven gezien. Voor A.L. Snijders is het onhaalbaar. Hij heeft er het geduld niet voor. Hij moet ook houthakken en de kippen voeren. Het ontbreekt hem aan ambitie. Ook kan hij niet goed genoeg typen. ‘De meeste mensen typen sneller dan ze denken. Bij is het andersom, maar ik maak van de nood een deugd. Daarom schrijf ik van die korte verhaaltjes.’

Prachtig om hem zo te zien en te horen. Hij is precies zo als dat hij schrijft. En dat heb ik vaak bij grote schrijvers niet. Die zijn maar al te vaak in het echt onhebbelijk en verschrikkelijk. A.L. Snijders is authentiek. Dat straalt hij uit op het witte doek en in zijn verhalen.

25 januari 2013

Snelwegverhalen

image
Het boek Snelwegverhalen van Melle Smets en Bram Esser

Bij de boekenopruiming kocht ik het boek Snelwegverhalen van Melle Smets en Bram Esser. Ik kies bij de opruiming vaak een boek dat ik anders niet zo snel zou kopen. De derde fase van de boekenopruiming geeft je de kans een boek te nemen dat grenst aan je belangstelling. Ik laat mij dan verrassen. Het boek van Smets en Esser is precies zo’n boek.

De snelweg is het grootste monumentale bouwwerk van Nederland. Het vormt in elk geval de grootste infrastructurele ingreep van de 20e eeuw. Het landschap in Nederland is ingrijpend veranderd sinds de komst van snelwegen. Ze doorkruisen steden en natuurgebieden. Op vrijwel elke plaats in Nederland hoor je wel een snelweg ruisen.

Een stad
Dat de snelweg zich bijna gedraagd als een stad, vol van verhalen, gebeurtenissen en emoties, lijkt minder vanzelfsprekend. Een kunstenaar (Melle Smets) en filosoof (Bram Esser) gaan in Snelwegverhalen samen de snelweg op voor dertig dagen.

Ze noemen het een snelwegsafari of expeditie, hun tocht over de Nederlandse snelwegen. De weg is voor de twee niet het middel om ergens te komen, maar het doel op zich. Als ze op de eerste pagina in de verbouwde Volkswagen Passat de snelweg A15 bij Charlois oprijden, is hun expeditie begonnen. ‘De expeditieleden schudden elkaar de hand, want ze hoeven nergens meer heen, ze zijn reeds op de plek van bestemming. Het onderzoek kan beginnen.’

Onderzoek
En dat is een heel bijzonder onderzoek. Een onderzoek van parkeerplaatsen, pleisterplekken, snelwegboulevards, tankstations en bijzondere bouwwerken. Het levert een spannend boek op, waarin mensen vooral een rol spelen. De afwisseling van de teksten van Bram Esser en de prachtige tekeningen en fotocollages van kunstenaar Mele Smets maken het tot een avontuur om te lezen.

image
Een infografic over de uitspanning Frans op den Bult langs de A1

Fascinatie
Ik kan mij die fascinatie voor de snelweg wel voorstellen. Het is vergelijkbaar met de trein. De ijzeren spoorwegen maken de wildste capriolen om via bruggen, viaducten en vreemde constructies ergens te komen. De snelweg heeft dat ook. Ik heb bijvoorbeeld vaak bij knooppunt Buren gefietst of gelopen. Of ik verbaas mij over het razende verkeer bij knooppunt Muiderberg. Het laat zien dat je op de snelweg minder ziet dan erlangs. Het boek Snelwegverhalen zoekt die verhalen en beelden. Daarmee is het een heerlijk boek om te lezen.

Blog
Melle Smets en Bram Esser reisden over de Nederlandse snelwegen van 16 oktober tot 15 november 2009. Onderweg hielden ze een blog bij. Hier is ook achtergrondinformatie te vinden over dit bijzondere project: snelwegsafari.nl

24 januari 2013

Focus - #WOT

image
Waar ligt de focus

Ik vind van mijzelf dat ik te weinig focus heb. Wat ik daar precies mee bedoel, weet ik zelf niet eens zo goed. Je kunt je focussen op een bepaald doel. Een doel dat verder weg ligt, dat vooruitstrevend is. Een doel waarmee je eigenlijk meer wilt dan je kunt. Vervolgens richt je je hele leven in op dat doel. Alsof alles wat bestaat in dienst staat van dat ene ding waar je op richt.

Ik richt mijn leven niet op 1 ding. Er zijn veel dingen: mijn gezin, werk, boeken, schrijven, lezen, dichten, bloggen, honden, hardlopen en musiceren. Ongetwijfeld vergeet ik er een paar. Het ene aspect leidt af voor het andere. Als je geconcentreerd wilt werken aan 1 doel, dan kunnen die andere aspecten niet of nauwelijks.

Een vriend schreef een tijdje terug op facebook nadat zijn boek uitkwam: ‘ach, je bent er drie jaar van je leven mee bezig, je verliest al je sociale contacten en bijna je relatie, dus dan is het inderdaad wel geestig als mensen het wat vinden’. Het zijn de offers die je moet geven om je doel na te streven. Bovendien schreef hij zijn roman hoofdzakelijk in de nachtelijke uren. Dus het kostte hem nog eens zijn slaap.

De focus van mij ligt niet op een duidelijk punt en ik weet niet of ik dat moet nastreven. Misschien moet ik tevreden zijn met de dingen die ik heb en daarin de doelen zoeken. Het zijn doelen die niet zo sterk op een duidelijk resultaat afstevenen.

Het schrijven van een gedicht is zoiets. Ik vind het lekker om te stoeien met woorden en er dan iets van een gedicht uit te werken. Daarna is het niet meer zo interessant voor mij. Ik leg het weg. Een dichtbundel fabriceren vraagt dan teveel aandacht. In die tijd kan ik heel veel gedichten schrijven, dus waarom zou ik die bundel maken?

Het is niet zozeer een focus op het resultaat, maar een focus op het genieten bij de dingen die je doet. Dan is het niet zo belangrijk wat het resultaat is wat je doet, maar veel meer of je ervan genoten hebt. Ik merkte dat de focus teveel op het moeten kwam te liggen. Het genieten was niet zo belangrijk. Het resultaat helemaal niet meer.

Het gevaar bestaat dan dat je als een kip zonder kop rondrent, zonder ook maar iets te bereiken. Nu sta ik stil en probeer te genieten van het moment. Ongeacht wat ik doe en het resultaat. Dan is gedichten schrijven heerlijk meditatief. Net als het schrijven van een #WOT. En zo is het schrijven over focus een focus geworden. Het schrijven als focus. Een betere #WOT kun je niet maken.

23 januari 2013

De 3 fasen van boekenopruiming

image
In de opruiming boeken

Ik kan mij er het hele jaar op verheugen: de opruiming van de boekhandel. Ik staar aandachtig naar de borden die bij de bakken staan. Bij de eerste fase geeft de boekhandelaar 25 procent korting. Te weinig. Op een prijs van 20 euro, slechts 5 euro korting krijgen, is voor mij te karig.

Wel bestudeer ik aandachtig de bakken met boeken wat er ligt. Het kan goed van pas komen in een latere fase van de opruiming. Dat is het moment dat de borden met 50 procent korting gaan hangen. Dat is een boeiend moment, maar nog niet het geschikte moment.

Tenzij er een boek ligt dat ik absoluut wil hebben. Dan wil ik nog wijken voor de verleiding. Maar als het een boek is, dat wel leuk is maar niet per se noodzakelijk, dan wacht ik op de derde en laatste fase. Dat is de korting van 70, 75 of 80 procent. Elke boekwinkel hanteert een andere korting in deze fase. Ik ken ze alledrie. De mooiste is de laatste, maar de eerste komt het meeste voor.

image

Zo vond ik gisteren de opruiming in de laatste fase bij mijn boekwinkel. Met 70 procent korting gingen de boeken in de bakken weg. Ik werd er hebberig van, maar hield mij keurig in. In tegenstelling tot andere jaren, nam ik mee waar ik veel in zag. En het zijn prachtige boeken, moet ik zeggen.

22 januari 2013

Vorstschade of vandalisme

image
Vorstschade of vandalisme?

Het lijkt wel of deze bomen in het park moedwillig zijn gesloopt door vandalen, maar ik vermoed dat de vorst de vandaal in dit geval is. De bast heeft overal losgelaten en er zijn zelfs kale plekken waarbij het hout goed zichtbaar is. De bast ligt in schilfers onder de boom.

image

Het lijkt of iemand er met een botte bijl naar beneden heeft staan hakken. Of met een scherp mes de bast heeft losgeschraapt. De vorst is natuurlijk van zichzelf bot genoeg om op een boom te hakken. Zeker als de koude winterwind langs de vrijstaande bomen giert. De sneeuwstorm van zondag deed de rest.

image

Een droevig gezicht, maar voor een mooi winterlandschap moet je blijkbaar wat over hebben. Ik zie veel bomen die het zwaar hebben. Grote vochtplekken verschijnen in de bast. Mogelijk dat de bomen in het park op deze plek zijn stukgevroren.

image

Zeker 2 bomen bij het Den Uyl monument in het gelijknamige park zijn er slecht aan toe. Hopelijk komen ze de vorst weer te boven. Maar dat weten we pas later.

21 januari 2013

Heuvelrug op posterformaat

dichter-hendrik-jan-houdt-zijn-gedicht-heuvelrug-op-posterformaat-omhoog
Daar is hij dan: het winnende gedicht Heuvelrug op posterformaat

De poster met mijn winnende gedicht ‘Heuvelrug’ is bezorgd. Ik was verschrikkelijk benieuwd naar het resultaat. Net als het formaat. Het resultaat mag er zijn en het formaat ook! De poster is op A2-formaat, ongeveer 42 bij 60 centimeter. Hij komt in alle VVV’s van de heuvelrug te hangen. En wie weet hangt een gemeentehuis, bibliotheek, museum of andere attractie de poster ook op het raam.

Het lettertype van het gedicht is in de huisstijl van Uitindeheuvelrug.nl. Dit komt de leesbaarheid niet altijd ten goede. Zeker als je het van een afstandje probeert te lezen. Je moet er dicht opzitten om het goed te kunnen lezen. Ik hoop dat de mensen die dit gedicht tegenkomen die moeite nemen.

Doe mee voor mijn prijs!
Ik ben vooral benieuwd hoe het gedicht hangt in de VVV’s. Daarom daag ik je uit. Ik zou het leuk vinden wanneer je de poster tegenkomt, hem op de foto voor mij wilt zetten in zijn omgeving. Dus mocht je hem op of rond de Utrechtse Heuvelrug aantreffen, stuur dan de foto op. Deel de foto via facebook, Google+ of twitter als je hem bent tegengekomen. Je mag ook de pdf van de poster uitprinten en voor je eigen raam hangen. De mooiste foto krijgt een persoonlijke prijs van mij.

foto-poster-gedicht-heuvelrug

Download gedicht Utrechtse Heuvelrug in pdf

20 januari 2013

De Grootinquisiteur - Dostojevski's De gebroeders Karamazov

image
Ik strand in elke vertaling van Dostojevski’s Karamazov

Als er een boek is dat ik vaak geprobeerd heb te lezen, dan denk ik aan De Gebroeders Karamazov van Fjodor Dostojevski. Ik heb veel boeken van hem gelezen. Het lezen van Misdaad en straf was voor mij bijna een religieuze ervaring. Gegrepen door het verhaal las ik het verhaal in twee dagen uit. Het boek liet mij niet los. Daarna haalde ik veel boeken van hem en las ze ook.

Van De gebroeders Karamazov bezit ik zelfs een tweede en nieuwere vertaling, getiteld De broers Karamazov. Ik heb het boek een paar keer proberen te lezen. In het beroemde gedeelte, het verhaal van de Grootinquisiteur, blijf ik haken. Het vormt het hoogtepunt van de literatuur, maar mijn aandacht valt weg als ik in dit hoofdstuk beland.

Tijdens mijn reis door Italie in 2001 nam ik het boek mee en strandde ergens in het herhaal van de Grootinquisiteur. In de Pandora-pocket ligt nog een ansichtkaart van het Piazza Navona in Rome. In de zomervakantie van 2009 probeerde ik het opnieuw met de kersvers aangeschafte ‘nieuwe vertaling’ van Van Oorschot. Dit keer op de camping, maar het lukte niet. Weer bleef ik steken in het mooiste verhaal uit de wereldliteratuur.

Afgelopen zomer schreef blogvriend Jacob Jan Voerman prachtig over dit hoogtepunt van de wereldliteratuur. Dit keer probeerde ik alleen het fragment te lezen. Maar weer lukte het niet. Het lijkt of er een inquisitie op dit hoofdstuk rust. Elke keer als ik begin, strand ik. Zeker, ik had het hoofdstuk dapper uitgelezen, maar dan kon ik het op geen enkele manier doorgronden of navertellen.

Misschien klikt het gewoon niet tussen mij en dit hoogtepunt uit de literatuur. Misschien wil ik het doorgronden en is het gewoon ondoorgrondelijk. Misschien is het gewoon literatuur die niet aan mij besteed is. Toch koester ik nog de hoop het boek ter hand te nemen en het echt uit te lezen. Ooit op een dag als ik mijzelf begrijp. Ik vermoed dat mijzelf begrijpen en De broers Karamazov uitlezen op dezelfde dag vallen. De dag dat ik het boek uit heb.

#50books
Ik doe mee met het fantastische initiatief van Petepel. Elke zondag stelt hij op zijn blog een vraag over boeken, onder de noemer 50books. Vandaag de tweede vraag: Welk boek krijg je maar niet uitgelezen, hoe vaak je er ook aan begint?

19 januari 2013

Sneeuwpret

sleetje-glijden-van-hoge-bult-beatrixpark-almereHet heuveltje iets achter ons huis, staat garant voor veel sneeuwpret. Dat hebben de voorgaande jaren wel bewezen. Maar gisteren gingen we het wat grootser aanpakken. Doris liet de middag bij de bso verstek gaan om lekker te sleetje glijden. Toen ik aanbood om met haar naar het Beatrixpark te gaan, kon het geluk helemaal niet meer op.

Ik bracht haar keurig met het sleetje. Ze werd de hele rit naar het park confortabel voortgetrokken door het werkpaard. Dat is nog eens een arrenslede. Het is best een aardige wandel zo door de sneeuw. Gelukkig wordt in het park niet gestrooid waardoor de wegen bijna helemaal begaanbaar waren voor een vader met een slee achter zich.

Daarna diende zich de grote bult aan die midden in het Beatrixpark staat. Ik herinner mij nog goed hoe we daar liepen toen we hier kwamen wonen en de sneeuw zich aandiende. Het was een koude winter. Net als de jaren erna. Het lijkt wel elke winter wel te sneeuwen.

Deze heuvel midden in het park, is een heuse belevenis. Hij is een stuk hoger dan de bult bij ons achter. Wel moet je oppassen niet in het water te belanden dat beneden vlak langs het pad loopt. Doris moest even het remmen onder de knie krijgen, maar dat lukte al heel snel.

Zo ging ze een paar keer van de heuvel af en genoot van het vaartje waarmee ze beneden kwam. Net als al die andere kinderen. Het was wel een stuk kouder geworden dan eerder die middag toen ik er nog in het zonnetje met de honden liep. Daarom bleven we niet zo lang. Het was een geslaagd partijtje sleetje glijden. De terugweg was eveneens een feest, getrokken door het werkpaard.

18 januari 2013

De grote oversteek

image

Een waterig winterzonnetje schijnt in het park. In de verte loopt een echtpaar over de boulevard. Ze flaneren niet. Ze drentelen. Het lijkt wel of ze rondjes om elkaar lopen en zo geleidelijk vooruit cirkelen.

Ver achter hen loopt een hond. Hij laveert zich vooruit over het pad. Nog slomer dan het cirkelende echtpaar. Ze bereiken het bruggetje, dat haaks op de brede boulevard staat. Ze nemen die brug om het pad op het eilandje te bereiken. Ze trekken over het bevroren water.

De stappen van eenden en waterhoentjes liggen donker op de sneeuw. Daaronder ligt ongetwijfeld ijs. Maar de scheuren in het ijs verderop doen vermoeden dat een stap op het natuurijs vragen om problemen is. Daarvoor is het ijs te dun en het water eronder te diep.

Traag loopt het echtpaar over de brug. De klim naar boven vraagt veel van ze. Ze cirkelen niet meer, maar gaan kreunend en steunend omhoog. De hond laveert zijn tocht verder over de boulevard en mist zo de brug. Het dier heeft er geen last van. Er ligt genoeg sneeuw en ander vermaak om zich over te bekomeren.

Dan tikt de man tegen jas van de vrouw. Hij wijst het dier na. Zij roept hem. ‘Jimmie hier’, gilt ze over het bevroren water. Hij staat al aan de overkant en roept ook. ‘Jimmie’. Het dier rent in de richting van het water en springt op het donkere ijs. ‘Trui’, gilt de man nu. ‘Jimmie hier’, roept ze nu.

Er klinkt paniek in haar stem. Het dier heeft de overtocht ingezet en gaat gewoon door. Dwars over de bevroren sporen van de waterhoentjes. Zonder angst en vrees. Trui begint nu te gillen. Er is geen naam meer in te horen. Dan staat het dier in de rietkraag aan de overkant. Bij de man. ‘Hij is hier’, schreeuwt hij.

De vrouw stopt met gillen en rent de brug over naar de hond. Ze omhelst het dier opgelucht. Dan slaat ze een arm om de man en samen cirkelen ze verder en slaan het pad in. Jimmie laveert erachter. Net als voor de oversteek.

17 januari 2013

Overstromen in de flow - #WOT

image

Hij wist niet zo goed waar de cadans van het leven viel. Go with the flow, noemden ze het. Gaan met het ritme dat anderen je opleggen. Elke ochtend op tijd uit bed, de trein in en op weg naar kantoor. De gang door. Hij kende het beeld uit zijn hoofd. Hoe de gang nog donker was. Hij het licht aandeed. Het knopje zat vlak achter de klapdeuren.

De deur openen. Hij graaide in zijn rugzak, het zijvak. De sleutel hing aan een keykoard. Het ging moeizaam. Daarvoor zat het slot te los in de deur. Hij leerde pas veel later het trucje. Je moest de vlakken rond de sleutel met de vingers aandrukken en dan draaien.

Dan het licht in de kamer aan. Hij liep naar het bureau, de computer aan, het raam wijd open. Hij had deze gewoonte overgehouden aan een collega die elke morgen het raam helemaal opende. Zij was allang vertrokken. Het contract was niet verlengd, zoals het hier de laatste jaren gewoonte was geworden. Niemand bleef langer dan de 3 contractperiodes van een jaar.

Hij blies het kantoor uit. De koude wind van de ochtend wuifde de bedorven kantoorlucht uit de kamer. De verwarming voelde warm. De laatste was hem gisteren vergeten dicht te doen. Het kwelde hem. Zonde van de energie, die onnodige hitte.

Hij vulde de waterkoker met water en draaide zich om naar zijn computerscherm. Het vroeg om zijn inlogcode. Hij tikte de onmogelijke codes op het scherm. Dat hij het wachtwoord onthield, zelfs na een vakantie van een paar weken, bleef hem verbazen. Er zat geen naam of ander ezelsbruggetje aan vast. Toch wist hij de onbeduidende tekens, compleet met dollarteken in de juiste volgorde in te tikken.

Het water in de waterkoker kookte. Hij goot het hete water in zijn mok. De aanslag van de thee zat aan de wanden vastgeklonken. Het liet een bruin spoor na dat in de loop van de tijd een steeds egalere kleur had. Het was de flow, waarin hij zat. Als hij het zou schoonmaken doorbrak hij zijn eigen ritme. Bovendien was het binnen een dag weer even bruin. Wat er zit, heb ik niet binnengekregen, dacht hij als troost.

Hij begon te werken. Het mailprogramma zat boordevol mailtjes die nog verstuurd waren na zijn vertrek gistermiddag. Hij kwam vroeg, zodat hij ook vroeg kon gaan. Daarna startte hij het statistiekenprogramma op. Even kijken wat er gisteren gebeurd was. Niet zoveel, zag hij snel.

Het werd koud, het raam moest dicht. Hij ging verder met werken. Aandachtig in de rust. Soms schreef hij een los woordje op in het schriftje dat hij links van zijn toetsenbord had neergelegd. Een gedicht kon zo geleidelijk ontstaan op de flow van het werk.

Hij wachtte tot de eerste zou komen. Tegen negenen. De stoel bleef leeg. De klok tikte verder. Het bleef leeg. Ook de tweede stoel bleef leeg. Nog een uur later tuurde hij naar de deur. Hij keek op de gang. Het was allemaal leeg. Zelfs de schoonmakers bleven weg, terwijl die elke morgen druk aan het werk waren. De enige deur die openstond, was de deur van zijn kamer.

Hij liep terug naar zijn computer en zag dat de halve werkdag voorbij was. Hij tuurde op het scherm, keek nog eens duidelijk: zaterdag stond er duidelijk in zijn agenda. Hij zat zo in de flow, dat het weekend zelfs opging in het ritme van de week.

16 januari 2013

Teckels in sneeuw

image

Een klein jaar geleden (eind januari) kwam de eerste teckel in huis: Teuntje. Daags erna begon het te vriezen en nog een paar dagen later viel de eerste sneeuw. Zo liep een puppie van 9 weken in de verse sneeuw.

Teuntje op Zapp Live
Teuntje op Zapp Live

We maakten een prachtige foto van Teuntje in de sneeuw. Ze stond voor de slee waar Doris op zat. Het leek net of de kleine pup de slee aan het trekken was. We stuurden de volgende dag de foto op naar Zepp Live. En daar kwam ze op televisie. Saartje was er nog niet, die hing op het moment van de foto aan de tepel van moeder Bree.

image

Nu de sneeuw weer ligt, moesten we allemaal aan die foto terugdenken. En vandaag stelde Doris voor om de foto nog een keer te maken. Maar dan een jaartje later. We hebben niet alleen een oudere Teuntje. Ook de dame op de slee is een jaartje ouder. Bovendien is Saartje er ook bij. Net als de rest ook een jaartje ouder.

image

De uitvoering was een stuk lastiger dan het idee. De honden wilden natuurlijk niet mooi naar voren kijken. Ook trokken ze niet zo uitdagend als Teuntje vorig jaar. Uiteindelijk slaagden we erin op dezelfde plek als vorig jaar. En het verschil is goed te zien.

15 januari 2013

Aanrandend

image

Interessante opmerking die Said el Haji op facebook plaatste vandaag. Hij haalt onderzoek van kenniscentrum Rutgers WPF aan. Hieruit blijkt dat veel allochtone jongeren de neiging hebben om de schuld van een verkrachting bij het slachtoffer neer te leggen in plaats van bij de dader. Ze liep er dusdanig bij dat ze erom gevraagd had, luidt de verklaring.

Alsof de kleding van een meisje ‘uitnodigt’ tot verkrachting. Het dragen van weinig verhullende kleding wordt hierbij als ‘sletterig’ opgemerkt. En dat zou de daders zo verleiden dat ze wel moeten verkrachten. Dat zo’n meisje verkracht wordt, is haar eigen ‘schuld’. Ze heeft er immers vanwege haar kleding om gevraagd.

Onzin natuurlijk. En dat bleek ook uit de reacties. Said zag het geheel vanuit een andere cultuur waarbij vrouwen dikwijls naakt rondlopen en zo nog minder verhullen dan de meisjes in ‘sletterige’ kleding in Nederland. Het item zette mij aan het denken.

Wanneer vrouwen weinig kleren aan hebben, wordt dat als verleidelijk gezien. Terwijl mannen die weinig dragen met afschuw worden bekritiseerd. Denk aan het bouwvakkersdecolllete dat niet bepaald als flatteus wordt gezien. Of mannen die met blote buik rondlopen.

In het boek Vaders en dochters van Martin Bril staat het verhaal ‘Naakt’. De dochters van Bril kunnen er niet tegen als hun vader halfnaakt door het huis loopt. ‘Aanrandend’, noemen ze het. Dat hij gewoon een schone en witte onderbroek draagt, maakt niet uit. Het blijft ‘aanrandend’.

Ik vind het vooral grappig dat Brils dochters dat zo noemen. Niemand zou dat in zijn hoofd halen bij het zien van een halfnaakte vrouw om dat ‘aanrandend’ te noemen. Het zou eerder volgens bepaalde jongeren een aanranding oproepen. Voor Brils dochters is het zien van hun halfnaakte vader ‘aanrandend’.

Daarom trekt hij maar iets aan als hij de echtelijke slaapkamer verlaat. ‘Het voelt, eerlijk gezegd, al vrijheidsberoving, maar gelukkig is het mijn eigen huis dat de gevangenis is’, eindigt het verhaal van Martin Bril.

Bij de filmopnames van Peter Greenaway zat een oudere man in zijn kamerjas. Onder de kamerjas had hij niks aan. Zelfs geen onderbroek. Een vrouw die ook bij de opnames was en net als iedereen lang op haar beurt moest wachten, ergerde zich mateloos aan deze man. Ze vond het vies en ook ‘aanrandend’. Al zei ze het laatste er niet zo bij. De man trok zich weinig van aan van de vragen om iets aan te trekken. Stiekem genoot hij ervan.

14 januari 2013

Reerug

reerug-in-zak-van-marktAnderen gaan naar de markt en kopen een koe. Ik kom van de markt met een reerug in een wit plastic tasje. Voor de honden. Zaterdag kwam ik thuis met een zak vol lekkere hap voor de honden. Een halve ree droeg ik in het plastic tasje. De inhoud bestond uit een paar mooie stukken ribben en delen van de rug. Net als wat schouderbladen en andere botten.ree-botten-voor-de-hond

De eerste portie kregen ze gisteren. Een groot stuk rug verdween onder het opstapje, het favoriete eetplekje van Saartje. En op de deurmat, de eetplek van Teuntje.

teuntje-eet-een-stuk-reerug

Ze weten ondertussen goed raad met de botten en knekels van het wild. Vakkundig ripten ze het vlees van het bot en knarsten het bot naar binnen. Iedere keer weer een mooi gezicht. Even komt dan de woeste kant van de hond naar buiten. Je hoort hoe de buit wordt vermorzeld in dat machtige gebit.

saartje-aan-de-reerug

Natuurlijk allemaal goed in de gaten houden. Het mag niet te hard gaan en een bot kan te groot naar binnen gaan. Tot nog toe gaat het heel netjes. Ze eten rustig genoeg om de maaltijd goed te verwerken. En het is heerlijk om naar te kijken hoe je eigen huiswolfje zo’n machtig stuk wild naar binnen werkt.

13 januari 2013

Mijn jeugdboek: De Heidelbergse Catechismus - #50books

image
Opening van de Heidelbergse Catechismus met zondag 1

Een fantastisch initiatief van Petepel: elke week een vraag beantwoorden over boeken. Vandaag het boek dat mij van mijn jeugd het meest is bijgebleven. Dat antwoord laat zich raden: de bijbel in een statig boek met de berijmde psalmen achterin. Achter de psalmen zaten dan nog de Dordtse Leerregels en de Heidelbergse Catechismus.

Voor de paplepel
Ik ben met de bijbel opgevoed. Nog voor de paplepel er was, was de bijbel er. Ze passeerden mij in alle denkbare diktes, kleuren en formaten. De kinderbijbel en de bijbel voor volwassenen.

image
Ex Libris in een zakbijbeltje met psalmen en catechismus uit 1865. Er staat: ‘dit boek behoort aan mij Thoria Sara Verdick oud 17 jaren. gekregen den 10 september 1868.’

Het exemplaar dat mij met het meeste aantrok, was wel het exemplaar dat mijn moeder meenam op zondag naar de kerk. Met die mooie gaten aan de zijkant in de bladzijden om snel het bijbelboek te vinden. En achterin de formulieren, de leerregels en de catechismus.

Onbetaalbaar
Die bijbels waren onbetaalbaar. Nieuw of tweedehands, je betaalde er een vermogen voor. Nu zie ik ze vaak liggen, afgedankt en wel. Afgelopen week kwam ik een exemplaar tegen – een NBG-vertaling – in een kringloopwinkel. Ik heb hem niet gekocht omdat ik meer bijbels heb dan sokken. Het was wel een exemplaar uit mijn jeugd.

De kleuterjuf had er precies zo een. Dat zij op een Hervormde school uit deze (nieuwe) vertaling mocht lezen, verbaast mij nu. De gele strepen, afgewisseld met groen, herinner ik. Net als dat ze de bijbel vasthield en het stukje van het nieuwe testament scheidde van het oude als Mozes de Schelfzee spleitte.

Zondagmiddag
Mijn echte herinnering aan de bijbel, is een zondagmiddag. Mijn vader was naar de kerk (de middagdienst). Mijn moeder paste op ons. Ik had het psalmboekje van mijn moeder te pakken. Ze luisterde naar de kerkdienst op de radio. Ik pakte een stukje uit de Heidelbergs catechismus en schreef de tekst letterlijk over.

Geheimzinnigheid
De geheimzinnigheid van de letters. De drukletter ‘g’ maakte de meeste indruk. Dat grote rondje onderaan, enigszins afgeplat. Het kleine rondje erboven, verbonden door een raar kringeltje. Of die imposante ‘W’, waarin de schuine stokjes in het midden zo mooi door elkaar heen lopen.

Ik kon niet lezen wat ik schreef. De letters spraken voor zichzelf. Het was het geheimschrift dat het eigenlijk nog altijd voor mij is. Alleen kan ik het nu lezen. Het was de eerste tekst die ik schreef: ‘Zondag 1: Welke is uw enige troost, beide in leven en sterven?’

Doe mee
Doe ook mee met dit mooie initiatief van Petepel. Dit jaar lanceert hij wekelijks een vraag over boeken. Deze week: Welk boek heeft in je vroegste jeugd de meeste indruk op je gemaakt?

10 januari 2013

Ondoorgrondelijk - #WOT

image

Ondoorgrondelijk staat voor onbegrijpelijk. Het geheim van de natuur is niet te begrijpen. Net als dat sommige mannen hun vrouw niet begrijpen. Dit begrijpen gaat het menselijk verstand nog meer te boven als het om God gaat. God is ondoorgrondelijk.

Momenteel lees ik een boek dat Een kleine geschiedenis van bijna alles heet. Het is een boek van Bill Bryson. Hij is van origine niet een beta, maar probeert de wereld van de natuurkunde, biologie, scheikunde en geologie uit te leggen. Het is een onbegrijpelijke wereld. Ook voor hem. Je leest in het boek zijn onbegrip. Het is ook heel moeilijk uit te leggen als je er zelf nauwelijks uitkomt.

Uitdijend heelal
Zeker het begin waarin hij het alsmaar uitdijende heelal probeert uit te leggen. Het ondoorgrondelijke wordt iets minder ondoorgrondelijk. Het is niet erg, want je hoeft niet alles te begrijpen. Het boek is zo mooi, zeker ook door de platen erin dat er genoeg dingen instaan die je niet wist en nu wel. Of dingen die je niet begreep maar nu wel.

Het boek is geschreven in 2003. Dat is voor de vondst van het higgsdeeltje. De vondst in 2011 was een wetenschappelijke doorbraak die je inderdaad beter begrijpt na het lezen van Brysons uitleg. Het is iets ondoorgrondelijks, een theorie die iemand verzon. Of zoals Bill Bryson schijft: ‘Het Higgs-boson bestaat misschien en misschien ook niet; het is simpelweg uitgevonden als een manier om de deeltjes massa te geven.’ En dan blijkt het wel te bestaan.

Godsdeeltje
Een kleine geschiedenis van bijna alles
is daarmee een boek om te lezen en maakt zo het ondoorgrondelijke iets minder ondoorgrondelijk. Sommigen noemen het higgsdeeltje het ‘Godsdeeltje’. En de vondst stelt de mens daarmee bijna gelijk met God. Maar ik denk dat het vinden van dit deeltje nog niet betekent dat je het doorgrondt.

Met God en doorgronden is overigens nog iets aparts aan de hand. God is voor gelovigen niet te doorgronden en ook niet te benoemen. Terwijl God wel elk mens persoonlijk van haver tot gort kent. Hij doorgrondt hem helemaal.

Psalm 139
De dichter van psalm 139 – het zou David zijn – heeft het zo geschreven: ‘Heer, U doorgrondt mij en kent mij’. Dat kennen gaat heel ver. God doorziet van verre je gedachten, volgt al je gangen en weet al wat je gaat zeggen nog voor je de lippen van elkaar haalt.

Ik zie het maar als dichterlijke vrijheid om het ondoorgrondelijke dan zelf doorgrondelijk te maken. Ik heb in mijn versie van psalm 139 er maar de draak mee gespeeld:

Noem mij dichter
maar de woorden
stoppen waar het
denken begint

Het is net zoiets als mannen en vrouwen. Er zijn mannen die klagen dat hun vrouw hen niet begrijpt. Andersom hoor je dat vrijwel nooit. En of dat klopt? Dat ik deze vraag stel, heeft waarschijnlijk met dezelfde ondoorgrondelijkheid te maken.

09 januari 2013

Overwinterende lieveheersbeestjes

overwinterende-lieveheersbeestjes
Overwinterende lieveheersbeestjes in de uitkijktoren op het eilandje Utopia

Ook lieveheersbeestjes overwinteren. In de uitkijktoren op het eilandje Utopia zagen we ze zitten. In grote klonten aaneen, verzamelden ze in de kieren tussen de rioolpijpen. Het zag er heel schattig uit. Ook omdat het allemaal verschillende soorten waren.

lieveheersbeestjes-overwinteren-in-uitkijktoren-utopia

Ik had niet eerder zoveel Lieveheersbeestjes bij elkaar gezien. In hoeverre het een echte winterslaap betrof, weet ik niet. Misschien dat het relatief warme weer ze wakker had gemaakt. Een enkeling was namelijk al ondernemend genoeg om zich van de groep los te maken.

lieveheersbeestjes-in-spleet-tussen-rioolpijpen

We hebben lang naar de groepen kevertjes zitten kijken. Het waren er bij elkaar zeker een paar honderd. Misschien wel enige duizenden.

08 januari 2013

Utopia en de Floriade 2022

bruggetje-naar-eilandje-utopia-almereBij het bezoek aan het eilandje Utopia, moest ik wel denken aan de plannen die de gemeente Almere met dit gebied heeft. Op deze plek zal over een paar jaar het terrein van de Floriade verrijzen. Ik ben heel benieuwd hoe ze het zullen aanpakken en wat van het huidige terrein behouden blijft.

De uitkijktoren is een duidelijk baken en verwijst naar de historie van Almere. In de tijd van de inpoldering plaatste de RIJP (Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders) overal uitkijktorens, gemaakt van oude rioolpijpen. Niet zo groot en hoog als deze toren, maar hoog genoeg om er ver mee te kunnen kijken.

Bomen en struiken
Deze uitkijktoren staat op het eilandje Utopia dat vooral bestaat uit bomen en struiken. Je komt er via een smal en hoog bruggetje dat tegen de jachthaven ligt. Het voelt allemaal niet meer op zijn stevigst, maar het is de moeite waard. Veel bedrijvigheid heb ik er nog niet gezien. Het zal in de zomer wel drukker zijn.

uitkijktoren-op-utopia-almere

Tussen Utopia en een groter eilandje in het Weerwater leeft een beverfamilie. Dat heb ik mij laten vertellen bij de rondvaart van Almere Veertje op mijn verjaardag. Ik heb ze toen niet gezien, maar ze moeten er wel zitten.

Bevers
De gemeente Almere heeft grootse plannen met het gebied voor de Floriade die in 2022 is. Ik hoop dat ze het gebied geschikt houden voor de bevers die hier leven. Al besef ik ook dat een dergelijke grootschalige vernieuwing veel impact op het leven van plant en dier zal hebben. Of volgt uitzetting van de familie Bever naar andere oorden?

uitzicht-vanaf-eilandje-utopia-op-stadshart-almere

Een gebied dat niet veel aandacht heeft gekregen, kan juist heel veel rijkdom hebben gekregen. Als niemand er naar kijkt, dan krijgt de natuur de kans. Het kan tot ongewilde dingen leiden. Maar ik hoop dat de ontwikkelaars straks ook oog hebben voor wat hier nu is. Het gebied is in mijn ogen meer dan een braakliggend stukje land.

Groene bouwrai
Tegelijkertijd zie ik hier heel veel uitdagingen. Zo zie ik op een plattegrond iets over een ‘groene bouwrai’ waarin ruimte is voor 115 woningen. Ik hoop dat hierbij Almeerders betrokken worden. Ik zou het fantastisch vinden als er weer ruimte vrijkomt voor projecten als De Fantasie (1982), De Realiteit (1986) of De Eenvoud (2009). Het kan heel inspirerend zijn om mee te denken over wonen in de natuur.

avondrood-door-bomen-op-eilandje-utopia-bij-almere

Ik heb daar wel ideeen over en zou op een locatie als aan het Weerwater zo aan de slag gaan. Al dat groen, de bevers en het water bieden een mogelijkheden waar je u tegen zegt. Daarom hoop ik dat het project niet van projectontwikkelaars wordt, maar iets van Almeerders zelf. Waarbij natuur en cultuur elkaar zullen aanvullen en versterken.