31 oktober 2011

Wintertijd

image

Een lege trein. Het is wintertijd, een uur later. De tijd in de trein lijkt alsof iedereen een uur eerder de trein genomen heeft. De trein rijdt op tijd. Alle ruimte voor het krantje, de tas en de voeten.

Het is wel even stil als altijd. De krantjes ritselen op de maat van de trein. De rails glijdt als nooit tevoren. Er staat: ICT-fraude op Windesheim, kamervragen om olifant in greppel, een stel Albanezen rond een standbeeld en man slaapt week in busje voor kavel op Zelfbouwmarkt Strand West. Over de zombies op de foto’s heb ik het niet.

En ineens begrijp ik waarom Halloween en de wintertijd samenvallen: de tijd verwart zo dat je je snel een zombie voelt. Verkleden is dan geen grote stap.

30 oktober 2011

De smaak van het tomaatje

Dan is het moment daar: het verorberen van het rode tomaatje.  Een blogje waard. Na de bijzondere oogst en rijping, is het tijd voor het nuttigen van de eigen oogst. Een moment waar we ons alledrie op hebben verheugd en waar we echt even voor gaan zitten.

We sluiten onze lunch af met het eten van het tomaatje. De oogst waar we een natte zomer op hebben gewacht. Veel is er niet voor ons drieën. De smaak van de eigen oogst doet de kleine hoeveelheid snel vergeten. Dat is het idee tenminste.

Ik krijg mijn part en neem een voorzichtige hap. Teleurstelling mengt zich met mijn smaakpapil. Ik hap in een melig stuk groente dat in de verste verte niet smaakt naar het tomaatje dat het leek te zijn. Niks geen vlezigheid of frisheid. Maar de meligheid van een stuk groente dat het zwaar heeft gehad deze zomer.

En eerlijk gezegd kan ik het best begrijpen.

29 oktober 2011

Vurrukkulluk en de houten dief

image

Net als de rest van Nederland lees ik Het leven is vurrukkulluk van Remco Campert. Een vrolijk boek met veel kul en cult. Op bladzijde 83 lees ik het volgende als de grijsaard bestolen wordt en erachter komt dat de 200 gulden uit zijn sokken zijn gejat:

‘Houten dief’, riep hij uit, maar zijn oude, door de jaren gehavende stem droeg niet ver. ‘Houten dief!’

Een grappig woordgrapje. Het komt me bekend voor. Zeker als ik diezelfde avond hetzelfde lees. Maar dan in Jip en Janneke. Het verhaal heeft de titel ‘Diefje spelen’. Janneke is de dief:

‘Ik ben een dief!’ gilt ze. ‘Ik ben een hou-te dief!’

Ik vraag me af wie het eerst was met de houten dief. Voorin de dikke Jip en Janneke staat dat de avonturen van de 2 kleuters tussen 1952 en 1957 wekelijks in Het Parool verschenen. Het leven is vurrukkulluk kwam in 1961 uit.

Remco Campert is niet de enige die met taal kan jongleren. Annie M.G. Schmidt heeft hem misschien onbewust beïnvloed. Maar om nu te zeggen dat hij de houten dief van haar gestolen heeft…

28 oktober 2011

Rood tomaatje

We hebben het tomaatje geplukt en op de fruitschaal gelegd. Ik las het een paar weken geleden in een berichtje op de telefoon. Mijn 2 meiden wilden het enige tomaatje aan de tomatenplant rood krijgen. De laatste warme dagen waren geweest. Inge vond op internet een stukje over het rijpen van onrijpe tomaten aan het einde van het seizoen. Dat verhaal van het tomaatje wordt vervolgd, zei ze er trefzeker bij.

Voor een blog moet je heel wat over hebben. Het rijpen van een tomaatje in november vraagt om de nodige aandacht en liefde. Met het tomaatje op de fruitschaal gebeurde weinig. Daarom legden we het in de vensterbank. Zo kon de novemberzon misschien wel de groene tomaat rood krijgen.

Heel langzaam veranderde het groen in een iets rijpere kleur. Tot we hem van de vensterbank konden halen: een heuse rode tomaat tuurde begeerlijk de woonkamer in. Al bedriegt het beeld, het ding is niet veel groter dan 1,5 centimeter in doorsnee. Dat belooft dus een muizenhapje voor ons alledrie. Een muizenhapje van ons rood tomaatje. Hoe een natte zomer veranderd is in een zonnige oogst.

27 oktober 2011

Nieuwe Meppelbrug

Een paar weken terug was een stukje van mijn route van station naar huis ineens afgezet. Ik moest omrijden. De reden werd mij pas later duidelijk: de Meppelbrug werd vervangen.

Het kostte mij een eindje omrijden en een paar keer verkeerd rijden. De oversteek over het water is zo ingesleten dat ik hem herhaaldelijk wilde nemen. Ik snapte de vernieuwing niet helemaal. De oude voldeed prima. Misschien lag er af en een plank los, maar over het algemeen had ik er weinig hinder van.

Vrijdag was het werk aan de brug klaar, waardoor ik zaterdagochtend bij de boodschappen de brug aarzelend nam. Ik was sneller boven dan ik gewend was. De brug is minder steil dan de vorige. Ook wiebelde de nieuwe brug niet zo sterk als de oude.

Gisteren op weg naar huis nam ik hem nog een keertje. En wat rijdt hij heerlijk. Ik genoot van de meters over het water. Het dek ligt stevig en betrouwbaar. Voor het eerst had ik in de gaten waarom de brug vernieuwd moest worden. Daarna stopte ik even om de nieuwe brug te bekijken. Hier is een mooi stukje werk geleverd bedacht ik mij in de zon van de namiddag.

26 oktober 2011

Breien

De kinderen drijven met hun koppies net boven het wateroppervlak. Het enige bankje in de kijkruimte zit vol met 4 ouders. Op het hoekje zit een moeder met een lange sjaal om haar nek.

De sjaal loopt langs haar nek en valt op schoot. Het puntje van de sjaal eindigt tussen 2 breinaalden. Ze is aan het breien terwijl haar kind zwemt. De naalden tikken om de bijzondere wol. Ze vormen samen een wilde sjaal van losse pluimen.

‘Goh, u bent aan het breien’, zegt een moeder die het nu ook opvalt. ‘Dat zie je meer’, vervolgt ze. ‘Ik kan alleen recht toe recht aan breien.’ De breister knikt. ‘Ik ook, maar dit is anders.’ Ze trekt de synthetische draad recht. Overal steken plukken en draadjes uit. Zo vormt zich de losse sjaal.

De naalden tikken en hechten weer een nieuwe baan. ‘Ik ben hier na de zomervakantie mee begonnen.’ ‘Met deze sjaal?’ ‘Nee, met dit materiaal. Ik heb er al eentje in deze kleur en een roze voor haar.’ Ze wijst naar het zwemwater waar haar dochter spartelt. De andere vrouw knikt en draait zich om.

De naalden tikken of er niks aan de hand is.

25 oktober 2011

Herinnerd verleden

image

Ze vroeg wanneer de intocht van Sinterklaas is. Ik vertelde dat dat nog even duurt. Dat is pas over 3 weken. Ik rekende snel en bedacht dat dit rond 14 november zou zijn. De verjaardag van mijn opa.

Gelijk vertelde ik het verhaal dat wij vroeger altijd naar de intocht van Sinterklaas keken bij opa en oma. Het was altijd rond opa’s verjaardag. ‘Dan gingen we naar een vriendin van oma, want die had een kleurentelevisie. Zo zagen we Sinterklaas in kleur.’

Het ging nu erover dat televisies in vroeger tijd alleen zwart en wit uitzonden. ‘Vroeger hadden we een witte televisie’, wist Doris te vertellen. Een eigenaardig weetje voor een kind van 6 over een televisie van toen ze 3 jaar was. Ik vertelde dat die kapot ging. ‘Ja’, bevestigde ze. ‘De televisie was ineens geel.’

Hoe scherp de herinnering kan zijn en hoeveel een kind van 3 jaar meekrijgt. Ik verbaasde mij erover. Ergens in zo’n jong brein klitten hersencellen samen en vormen een herinnering. Als je daar dan zo over praat, vormt het een gedeelde herinnering. Want zonder dat we er erg in hadden vertelden we over de televisie, het oude vrouwtje uit Huizen en de 50 euro die het toestel kostte.

24 oktober 2011

Inferieure tandwielen

Gisteren bij het fietsen in het park, gebeurde het. De fiets trapte door. Hij deed dat in elke versnelling. En ik dacht terug aan het fietstochtje naar Amsterdam, 3 weken geleden.

Op de terugweg bij Muiderberg had zich mijn snelbinder tussen het wiel gewrongen. Ik schrok, de fiets kreeg ik niet meer voor of achteruit. Muurvast stond hij. Ik moest heel goed kijken om het probleem te ontdekken. Nadat het elastiek losgetrokken was, reed mijn fiets weer verder.

Gisteren ging hij vooralsnog stuk. Ik moest kracht zetten om een bruggetje over te komen. Gelijk trapte hij door en ik kreeg geen grip meer. De fiets was kapot. Dat gaat veel geld kosten, dacht ik.

23 oktober 2011

Slakken

Het was een slecht jaar voor slakken. Het warme voorjaar zette de toon. Een natte zomer mocht niet meer baten. Deze conclusie is op basis van het aantal slakkenkorrels dat verkocht is.

Ik kan niet beoordelen of het nu een minder jaar was voor de slakken. In mijn beleving waren er evenveel slakken als altijd. Lag het fietspad bezaaid met slakken als het een dag geregend had. Ook liepen er veel kleintjes rond. Zelfs in de Gingko trof ik zojuist nog een dikke slak aan.

Dan denk ik terug aan de merel die een dikke naaktslak oppeuzelt. Doris die een baby-slakje op haar hand laat kruipen. Of het verhaal van de kinderen in de natuur die zo een naaktslak in andermans hand drukken.

22 oktober 2011

Voordringen

image

De rijen in de supermarkt zijn deze zaterdagmorgen dubbel zo lang. De hoeveelheid boodschappen die de klanten op de loopband leggen, dubbel zoveel. De paden mogen dan geschikt zijn om met 2 wagentjes elkaar te passeren, het is onmogelijk de kassa van een zijpad te bereiken.

Zeker nu het pad ingenomen wordt door een vrouw in een invalidenwagen. Ze neemt alle ruimte in zodat ik niet meer in de rij kan aansluiten. Vergeefs wacht ik in de hoop dat de vrouw haar draai weet te maken en ik haar ook kan passeren.

Dan loopt een man mij voorbij. Achter hem trekt hij een blauw karretje met de boodschappen erin. Hij passeert de vrouw in de invalidenwagen en legt zijn boodschappen op de transportband. Met verbazing zie ik dit aan. Je kunt toch niet zomaar een invalide passeren en je spullen op de band leggen?

De vrouw taait af en rijdt met haar wagen de winkel weer in. Bij de chocoladerepen staat ze heel lang stil. Ze hangt half uit de kar om een reep uit de doos te trekken. Ik kan inmiddels mijn draai maken en sluit aan in de andere rij. De voordringer heeft al zijn spullen al op de band kunnen leggen.

Niemand zegt een woord, maar ik vind het schandalig. Al snap ik niet waarom de invalide vrouw niet iets van deze voordringerij heeft gezegd. Ik wacht rustig tot de band in mijn bereik kom en ik er mijn boodschappen op kan leggen. Als ik druk aan het uitpakken ben, passeert het invalidenwagentje mij weer. Dit keer van de andere kant. De vrouw rijdt tot de voordringer en geeft hem de chocoladereep.

Zo kun je dus ook voordringen, denk ik als ik mijn laatste pak melk op de band leg en het plankje voor de volgende klaarleg. En ik vraag mij af welke manier van voordringen het eerlijkste is. Een invalide laten wachten en het plekje innemen of een invalide passeren en het plekje innemen…

21 oktober 2011

Nieuwe binnenbanden

image

Een stapel boeken rust tevreden in mijn fietstas. Ik rij het park in en haal een man in die naast zijn fiets loopt. Hij hangt half over het stuur en sleept zichzelf en de fiets voort. Dat hij hierbij moeilijk richting weet te houden spreekt voor zich.

In zijn hand houdt hij een mobieltje vast. Ik hoor hem zeggen: ‘Ik weet het niet. Het waren nieuwe binnenbanden. Dus euh…’ Hij leunt met zijn hele lijf op de fiets. De schelpen die op het pad liggen, kraken onder zijn lege banden.

En ik fiets verder. De banden hard. Ze snijden een weg door de herfstbladeren van het park. Zonder nieuw te zijn blijven ze toch hard.

20 oktober 2011

Nutteloze noten

De herfst is vooral de maand van de vruchten. Hoe vaak de herfst ook gezien wordt als het begin van de aftakeling, is deze maand juist het moment waarop je vruchten plukt. De hazelnoten vallen uit de bomen achter. Voor druiven is het nu de tijd voor de pluk.

De kastanjeboom bij ons achter legt het grasveld ook vol met kastanjes. De bruine vruchten zijn leuk voor kinderen om mee naar huis te nemen. Ik zag het altijd als de meest nutteloze vrucht. Zeker de tamme kastanje wordt veel gegeten, maar de kastanje van de paardenkastanje lijkt vooral een siervrucht. Geen enkel dier leek ervan te eten.

Alleen een kinderhand wordt gauw gevuld met deze bijzondere vrucht. De glimmende schil en het handzame formaat doen de rest. De paardenkastanje is voor de mens oneetbaar. Hij is zelfs giftig door het blauwzuur dat de vrucht bevat.

Tot ik deze week ontdekte dat kastanjes heus worden gegeten. De eksters en kauwtjes doen zich flink tegoed aan de bruine vruchten. Ze vliegen ermee weg, leggen de vrucht op een steen en beuken net zo lang tot de schil het begeeft. Zo vond ik opeens een kastanje opengeritst en van inhoud ontdaan. Hier had een kraaiachtige zich heerlijk tegoed gedaan aan het binnenste van een lekkere vrucht.

19 oktober 2011

Donkere regen

image

Ineens sta je daar in het donker. Soms – zoals vorige week – maak ik nog net het krieken mee. Maar als het echt onstuimig is zoals deze ochtend, is alles donker. Ik staar de diepte in. Aan het einde van de tunnel klappen forensen hun paraplu op. De wind slaat de regen op het bolle scherm. Veel helpt het niet. Overal kruipt het vocht tussen.

De jassen gaan wat verder dicht en de pas wordt wat sneller. Zonde, zo merk ik. Als het mooi weer is, lopen mensen traag en kijken om zich heen. Ze maken de mooiste foto’s en kussen de schoonheid innig. Ze laven zich aan alles als een dorstige. Nu gedragen ze zich als volgevreten wolven. Ze zien niks, alleen een einddoel. Het kantoor.

image

Ik stop en kijk. De regen slaat woest om zich heen. De plassen maken schaduwen en de wind drukt in mijn paraplu. Eigenlijk is dit heel mooi. Alleen kunnen fototoestellen niet tegen regen. Het zijn net mensen. Ze zien alleen de schoonheid bij mooi weer. En gelijk hebben ze.

Als ik het verkeer wil fotograferen grijpt een windvlaag mij en schudt mijn mobieltje in mijn hand. Alleen maar beweging. De auto’s door de plassen veranderen in schimmen in de duisternis.

18 oktober 2011

Fluisterende merels

De merels fluiten al geruime tijd niet meer. Ergens voordat de zomer goed en wel begonnen was floten ze niet meer. Ik heb ze niet meer gehoord. Ze zagen er mager en ondervoed uit. Kaal ook. Ik kreeg het idee dat het niet goed met ze ging. Zouden ze een ernstige ziekte onder de leden hebben.

Het enige geluid dat ze voortbrachten was het hoge gegil om gevaar mee aan te duiden. Zelfs dat gegil klonk niet zo hard als dat ik gewend van ze was. Tot ik gisteren allerlei zacht gezang meende te horen. Het klonk als het geluid van spreeuwen. Maar die zag ik niet. Een merel zat op de schutting. Het dier bleef er prachtig zitten en keek met een kraaloog in mijn richting.

17 oktober 2011

Winterbanden

image

De eerste reclamefilmpjes over winterbanden verschijnen al op televisie. Als we nu met z’n allen winterbanden onder onze auto’s zetten, dan wordt het een stukje veiliger deze winter. Dat vertelt het spotje. De banden worden omgewisseld en je hebt weer meer grip op de weg.

Een tijdje terug vertelde een neef van mij die in de autobanden zit, dat er een tekort is aan winterbanden. De krapte op de wereldwijde markt en de verplichte winterbanden in Duitsland zorgt ervoor dat er helemaal niet genoeg winterbanden zijn. Dan mag het wel veiliger zijn, maar als niet iedereen ermee kan rijden zoals de ANWB suggereert, heeft het nog weinig zin.

16 oktober 2011

Letters lezen woorden zinnen

Ze zit nu 6 weken in groep 3 en heeft een woordje of 10 geleerd. En een veelvoud aan letters. Nu ontsluit zich een hele nieuwe wereld voor haar: de wereld van het woord. Letter voor letter spelt ze en spreekt ze uit. De letters worden klanken, de klanken woorden en de woorden zinnen.

Een wereld ontvouwt zich en ik mag erbij zijn. Ik zie hoe haar vinger de letters langs glijdt. De zinnen vormen tot een verhaal. Een verhaal dat ze zelf voorleest. De letters cirkelen nog even door en verschijnen op papiertjes. Alleen en samen. Ze vormen nieuwe woorden. Woorden die soms niet bestaan, maar bijna altijd wel.

Vanaf nu grijpt elke letter haar en moet ze die lezen.

15 oktober 2011

Blijdschap en vreugde voor het lezen

Dan ligt daar opeens het derde deel van het drieluik van Joost Zwagerman. vanuit een stapeltje roept De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 200 essays, voor 12,50 euro. Ze liggen op de rand van de ramsj-tafel en ik voel blijdschap. Ik zoek namelijk al een tijdje dit boek. De 50 euro die een boekwinkel vroeg waar ik het laatst tegenkwam, vond ik iets teveel van het goede.

De dozen met opruimingsboeken – voor de helft van de prijs – hebben geen boek opgeleverd. Maar hier is de drang sterker dan de portemonnee. Zeker als daar een paar stapel verderop het eerste deel van de biografie over Jaap en Ischa Meijer ligt voor 7,50 euro. Ook dat boek riep begeerte bij mij op.

14 oktober 2011

Opzien baren en uitdagen in de Westerkerk

Het Skrabl-orgel in de Westerkerk te Veenendaal

Het programma in de Westerkerk was veruit het meest opzienbarend en uitdagend. De uitvoering van de ‘grote orgelmis’, de preludium en fuga met de ‘grote’ koraalvoorspelen uit de Klavier-Ubung III van Johann Sebastian Bach. Zeker de aanduiding ‘grote orgelmis’ is helemaal verkeerd. Bach heeft deze naam nooit gebezigd, maar onder het (orgelminnend) publiek is deze naam flink ingeburgerd.

Een dergelijke uitvoering in de Veense Westerkerk is gewaagd. Het Skrabl-orgel uit 2009 is niet zo groot (24 registers, waarvan 5 transmissies), bevat geen historisch pijpwerk en staat niet in een ruimte met de meest ideale akoestische omstandigheden. De eerste kennismaking met dit orgel op de eerste orgeldag maakte me niet razend enthousiast.

Veelgevraagd
Daarnaast vraagt een dergelijke uitvoering heel erg veel van uitvoerder en publiek. Het preludium, de 10 koraalbewerkingen en de fuga zijn niet de meest toegankelijke (orgel)werken van Bach. Misschien behoort de Klavier-Ubung III zelfs tot de zwaardere werken, vergelijkbaar met Bachs Hohe Messe, Matheüspassion of Kunst der Fuge.

Oefenen, oefenen, oefenen, dat is de enige oplossing om deze werken zonder kleerscheuren door te komen als uitvoerder. Met een gezin, meerdere banen en een druk sociaal leven is een dergelijke klus heel zwaar tot een goed einde te brengen. Het vraagt concentratie en aandacht. Aspecten die in dit jachtige leven vaak ontbreken.

13 oktober 2011

Franse mystiek in Sionskerk Veenendaal

Het orgel in de Sionskerk van Veenendaal

Adriaan van der Poel gaf zaterdag een fraaie demonstratie op het orgel dat in 1976 gebouwd is door Emile Verschueren uit het Belgische Tongeren. Hij had op deze 2e Veense Orgeldag een fraai recital bestaand uit werken van Sweelinck tot Langlais. De Sionskerk stamt uit 1965. De grote raampartijen doen denken aan de indrukwekkende ramen van de Coventry Cathedral. Overigens is er momenteel een discussie of de architect, jonkheer Guido de Sturler echt geïnspireerd werd door Coventry.

Sweelinck speelde Van der Poel met de verstilde bourdon van het positief, tegen de prestant van het hoofdwerk. Het bracht is programma gelijk in het hogere dat de ruimte zelf al oproept. De hoge raampartijen en het eenvoudig afgewerkte plafond maken het gebouw sacraal. De muziek van Sweelinck doet de rest. Deze muziek herbergt in zich al een sacraal karakter.

12 oktober 2011

Van Ruispijp tot Quintadeen in Petrakerk

Zon en een regenbui bij de Petrakerk aan de Kerkewijk in Veenendaal

Het 3e concert van de 2e Veense Orgeldag was in de Petrakerk. Organist Bert Wisgerhof gaf een mooi recital op zijn orgel. De bijzondere pedaaldispositie, met een Quintadeen 16′ en Ruispijp III, biedt ook veel mogelijkheden. Dat liet Wisgerhof zeker horen. Daarnaast vermengen de tongwerken zich mooi met andere registers. Zeker met het programma dat hij speelde van Kee, Bach, Videro en Rheinberger.

Het openingswerk van Cor Kee, Preludium en fuga in a klein, bracht de toehoorders in een andere klankidioom. Het orgel van Verschueren uit 1963 is stevig van klank en vult de ruimte goed. Daar maakte Wisgerhof goed gebruik van bij het spel van Cor Kee. De kracht van de mixturen zette de compositie goed neer. In combinatie met het heldere spel, klonk het zeer eigenzinnig.

11 oktober 2011

Historisch orgel Brugkerk moeilijk te ontginnen

image
De neogotische Brugkerk van Veenendaal gefotografeerd vanaf de brug

Anton Lagerweij liet in de Herstel Hervormde Brugkerk aan de Kerkewijk een heel ander orgel horen dan het instrument in de Oude kerk. Misschien is dit wel het mooiste orgel van Veenendaal, vond Bert Wisgerhof. Hij organiseerde de 2e Veense orgeldag samen met Ad Verhage. Maar daar is er wel een grondige historiserende restauratie nodig.

Het programma van Anton Lagerweij gaf veel mogelijkheden dit instrument goed aan de toehoorders te laten horen. De werken van Zwart, Stanley, Rinck en Schumann zijn heel goed uit te voeren op dit orgel waarvan de basis uit het revolutiejaar 1848 stamt. Alleen liet Anton Lagerweij het een beetje afweten in zijn registratiekeuze en zorgvuldigheid van de uitvoering. Het orgel van de Brugkerk is heel mooi, maar niet eenvoudig te ontginnen.

10 oktober 2011

Kil en toch warm in Oude kerk

image
Het Vierdag-orgel uit 1974 in de Oude kerk te Veenendaal

In de Oude kerk beet Erik van der Heijden het spits af met een heus Böhm concert. Böhm geldt wel als meesterleraar van Bach, de grote orgelcomponist. Zijn werken bevatten een mix tussen de Noord-Duitse orgelmuziek met componisten als Buxtehude en de Zuid-Duitse en Italiaanse muziek met componisten als Froberger en Frescobaldi. Muziek die ook Bach inspireerden.

Het 350e geboortejaar van deze componist uit het Noord-Duitse Lüneburg vormde een mooie aanleiding om dit boeiende werk in Veenendaal ten gehore te brengen. Het flexibele orgel van de Oude kerk leent zich bijzonder goed voor dergelijke muziek. Het 19e eeuwse pijpwerk van Steenkuijl in dit orgel gaf de muziek juist extra.

09 oktober 2011

Tweede Veense orgeldag: 5 orgels in 7 uur

De Oude kerk van Veenendaal aan de Markt

Een programma om u tegen te zeggen: 5 orgels in 7 uur tijd. 5 organisten en 5 verschillende kerken. Tussendoor nog lopen tussen alle lokaties. Het was een aardige kluif gisteren op de 2e Veense orgeldag. De eerste versie had me best enthousiast gemaakt. Bovendien loert de jeugdherinnering op elk hoekje in Veenendaal. Een krantenwijk en veel fietsen lagen daaraan ten grondslag.

Ze hielpen mij de wegen te vinden naar de vele kerken die Veenendaal rijk is. In de meeste van die kerken staan orgels. De ene mooier dan de andere. Maar de meeste zijn de moeite van het luisteren waard. Zeker als er een organist achter de klavieren kruipt die van wanten weet. De keuze van het programma, de manier waarop wordt geregistreerd en de technische benadering zijn aspecten die het concert maken of breken.

08 oktober 2011

Canto Ostinato in Orgelpark

image

Het orgelpark herbergt veel orgels. Ik raak zo langzamerhand de tel kwijt. Het mooiste is het Sauerorgel. Het uiterlijk, de beschilderde pijpen, en de klank. Het is een instrument met een breed palet aan klankkleuren. En vooral een orgel met karakter. Dat mocht ik gisteren ontdekken bij de uitvoering van Simeon ten Holts Canto Ostinato door Aart Bergwerff (orgel) en Jeroen van Veen (piano).

Het Sauer-orgel heeft een nieuwe, tweede speeltafel gekregen. De tafel is vorige maand opgeleverd. En biedt de organist uitzicht en hoorzicht op het orgel. Vooral het laatste scheelt enorm. Net als de hoeveelheid nieuwe snufjes waarmee de speeltafel is verrijkt. Het biedt orgel en organist ongekende mogelijkheden.

07 oktober 2011

In de kreukels en total loss

image

Zij kwam van rechts en hij van links. Het was een tikje. Maar genoeg om de auto in de kreukels te krijgen. De hele zijkant is aan gort: knipperlicht, bumper en zijscherm. Ons autootje is niet de jongste meer. Hij stamt uit 1994.

Genoeg om niets meer waard te zijn voor de verzekering. Dat betekent niet dat hij voor ons niks waard is. Hij rijdt ons overal naartoe en hij heeft ons nog nooit in de steek gelaten. Behalve op een ochtend dat het vroor en de accu het beu was. Maar dat was 8 jaar geleden.

Eerst de schrik van de tik, daarna de schade opnemen. De personen zijn ongedeerd. Dus dat is mooi. Vandaag mocht ik het ding naar de garage rijden. Hij rijdt. De motor is perfect en hij rijdt nog geweldig. Alleen is daar die deuk waarmee de garagehouder hem direct total loss verklaarde.

De consequenties kunnen heel dramatisch uitpakken. Het kan het einde betekenen van onze auto. Terwijl het ding niks mankeert. Alleen die deuk. Alsof je iemand die zijn been breekt dood verklaart. Alleen de begrafeniskosten worden vergoed. Zo werken verzekeringen.

Dat ik een andere afschrijving op mijn auto heb – tot hij niet meer rijdt en dat kan hij nog wel zo’n 100.000 kilometer – boeit een verzekeraar niet. Zijn afschrijving telt. Ook dat jij geen schuld hebt, boeit niet. De tegenpartij heeft geluk. Of beter gezegd: de verzekering van de tegenpartij heeft geluk. Want ook de auto van de aanrijder zit in de kreukels.

Maandag komt de expert. Tot die tijd drijven we op het schip der wanhoop…

06 oktober 2011

Herfst

image

Ineens is het herfst. Ineens liggen er bladeren op de grond. Ineens pakt de wind de blaadjes op en cirkelt ze over de straat. De rest doet de bladblazer. Gemeentereinigers lopen door de straat en blazen bladeren in fietswielen. De verzameling bladeren worden netjes opgeveegd. Een dijk van bladeren verdwijnt in de straatveger.

Bladveger aan de Parnassusweg in Amsterdam Zuid

En dan is het herfst. Bladeren dwarrelen naar beneden en de wind sleurt ze mee. Daar worden ze tegen een muurtje of fietswiel aangeblazen. De bladeren groeien tot bergen en blijven tevreden liggen. Tot de voorbijganger langs de aangegroeide duinrij loopt en met een zacht trapje de bladeren weer laat meenemen door de wind.

Ik loop verder de wind kamt mijn haar naar voren en slaat mijn jas weer open. Een man hangt uit het raam van een bestelwagentje en lacht. Hij zag de jolige trap tegen de berg bladeren in de duinenrij en ziet hoe de wind ze meeneemt omhoog. Iets verderop tegen het muurtje bij de brug legt de wind ze neer.

Het geritsel neemt zachtjes af. De rust geeft de boom weer de tijd om nieuwe bladeren te laten vallen. Zo heeft de volgende windvlaag weer wat te spelen. Ik moet helaas afhaken en trap tegen een volgend hoopje. Een paar losse papiertjes liggen begraven tussen de bladeren. De wind maakt geen onderscheid tussen natuur en cultuur.

image

Voor mij geldt het onderscheid wel. Ik moet weer aan de slag en kan vanuit het raam van mijn kantoorkamer alleen zien hoe de bomen traag kaler worden. Zo ineens als die herfst komt, zo geleidelijk zet hij door.

05 oktober 2011

Tomaatje

image

Bij mijn orgeltocht door Leiden in juni kreeg ik in de Haarlemmerstraat vlak voor de Hartebrugkerk een tomatenplantje in de hand gedrukt. De geefster was van een bepaalde politieke partij die de vrucht van dit plantje als symbool heeft.

Ik koesterde het magere stekje. Liet er een scheutje water bij vallen uit mijn flesje. Met een puntje stak het iele plantje uit mijn rugzak. Het overleefde de reis en kreeg een plekje in een plantenbak in de achtertuin. Te weinig zonlicht en meer regen dan zonneschijn zorgde ervoor dat de plant 1 vrucht kreeg.

Sinds het officiële einde van de zomer prijkt er een klein tomaatje aan. De vrucht is niet veel groter dan een forse knikker (een dokker of een bonk). En hij blijft groen. De warmte van de laatste dagen heeft hem iets groter gemaakt, maar niet roder. Zo blijft de plant met die ene tomaat eraan het overduidelijke bewijs: het was een beroerde zomer.

04 oktober 2011

Slopershamer

Een losgetrokken radiator, losgeslagen vloeren en opengebroken muren. Ik fiets erlangs en kan mij niet onttrekken aan het beeld van de afbraak. Een grote slopershamer zit aan de graafmachine. Hier is gesloopt. Een gebouw toegetakeld. De muren, wanden en vloeren zwerven los in de lucht.

De stofwolk is nog niet helemaal weggetrokken. De werklui zijn er wel vandoor. Morgen weer verder, dan klinkt de hamer in de straat en brokkelt de muur verder af. Het gebouw moet plat. Wat de ontwerpers 25 jaar eerder bedacht hebben, voldoet niet meer. Het moet moderner, meer licht en meer ruimte. De illusie is belangrijker dan de waarheid.

Ik maak een foto. ‘Erg he’, zegt een man die voorbij loopt. Een zwerver is niet geïnteresseerd in afbraak en verval. ‘Kunt u iets missen?’ vraagt hij aan me. Ik heb geen tijd voor hem. Geen moment te verliezen, leve de afbraak. Hier komt niet iets moois, hier is iets moois. Afgebroken muren vertellen meer dan muren die opgebouwd worden.

Project Metropole vertelt een groot bord. ‘Op deze plek stond men ooit in de rij voor de beste plek’. De herinnering maakt plaats voor de belofte. Dromen spelen net zomin in het verleden als in de toekomst: ‘Binnenkort vind je hier bomvolle pashokjes’.

2 meisjes begroeten elkaar precies voor het bord. Ik durf hier geen foto van te maken. Ze letten niet op de schilderingen en de teksten. Ze zien elkaar en geven elkaar een zoen ter begroeting. Een nieuw ander gebouw zal de rijen moeten maken. Maar vooralsnog is de verbeelding groter en ziet de toeschouwer sloop en afbraak.

Wat geweest is, komt in elk geval niet meer terug.

03 oktober 2011

Nationale kringloopdag in Juttersdok

De bestemming kringloopwinkel Juttersdok

Al enige tijd aasde ik op een bezoekje aan de kringloopwinkel Juttersdok in Amsterdam. De winkel is gevestigd aan het Zeeburgerpad, een bedrijventerrein dat evenwijdig loopt aan de Zeeburgerdijk.

Zaterdag zag ik mijn kans schoon. In de middag stapte ik op de fiets voor een tochtje naar Amsterdam. Als ik het allemaal zou halen, kon ik ook eventjes Juttersdok aandoen. Natuurlijk vertrok ik veel te laat uit Almere. Om 13.30 uur terwijl ik om 18.00 uur weer terug moest zijn voor een eetafspraak.

De weg via de langeafstandroute naar Amsterdam is mooi en lelijk tegelijk. Ik schreef het gisteren op deze blog. Ik haalde uiteindelijk de kringloopwinkel Juttersdok. De winkel is gehuisvest in een mooi pand. De benedenverdieping is gereserveerd voor meubels. De bovenverdieping biedt ruimte aan boeken.

En dat zijn er niet weinig. Een eindeloze reeks boekenkasten begroette mij. Ze waren stuk voor stuk volgestouwd met boeken. De tijd dat ik er kon blijven in combinatie met mijn lichte fietstassen zorgden ervoor dat ik mij zou moeten beheersen. Dat voelde als een dreigement. Voor ik het wist had ik een flinke stapel boeken verzameld. Goede boeken ook. Zo vond ik van mijn treinreiziger Paul Theroux het boek Het drijvend koninkrijk. Hierin reist Theroux door Engeland. En je raadt al waarmee: per trein.

Daarnaast veel verleidingen zoals mooie uitgaven van Belcampo, Coenen en Márquez. Ik moest veel laten liggen vanwege de logistieke problemen die mij dat onderweg zou bezorgen. Maar een boekje als Een hartverscheurend verhaal van duizelingwekkende genialiteit van Dave Eggers kon ik niet laten liggen. Het vormde een merkwaardig contrast met mijn bezoek eerder zaterdagmorgen. De bibliotheek hield de halfjaarlijkse boekenverkoop, maar het aanbod bleef redelijk schraal.

Bij vertrek uit de kringloopwinkel Juttersdok wachtte mij een nieuwe verrassing. Er stond een rad van fortuin waaraan je mocht draaien. Er waren veel prijzen te winnen. Terwijl het rad voor mij draaide gaf een passant mij zijn prijs: een kortingsvoucher van 50 procent. Ik was ontzettend blij met deze prijs. Het rad had voor mij een grabbel in de grabbelton.

De tijd streek sneller voorbij dan de bedoeling was. Zodoende stapte ik te laat weer op de fiets om niet op tijd in Almere te zijn. Met een vertraging van 10 minuten schoof ik aan tafel bij het restaurant De Bergerie. Bezweet en nog helemaal vol van mijn fietsavontuur.

Bij thuiskomst bekeek ik nog eens goed de waardebon die ik van de passant gekregen had. Het rad van fortuin stond er ter gelegenheid van de nationale kringloopdag. Misschien dat mijn beeld van de Juttersdok daarmee een beetje gekleurd is. Ik vond het namelijk erg gezellig en gastvrij. Maar ik kan mij niet voorstellen dat het er op andere dagen niet leuk is.

02 oktober 2011

Een fietstochtje naar Amsterdam

Het mooie weer gisteren lokte me naar buiten. Ik besloot mij te wagen aan een fietstochtje naar Amsterdam. Ik woon al ruim 5 jaar in Almere. Niet eerder waagde ik mij aan de overtocht per fiets naar het oude land. Gisteren was het de hoogste tijd, vond ik.

Ik nam de langeafstandsroute. Zo mocht ik lieflijk door het Kromslootpark rijden. Even raakte ik in verwarring bij de brug waardoor ik bijna op het naaktstrand terechtkwam. Gelukkig herstelde ik de fout tijdig en reed even later over de brug. De rijstrook is daar zo smal dat een stoplicht eventuele auto’s en landbouwwerktuigen moet geleiden.

Het voorbijrazende snelwegverkeer vergezelde mij tot in de afbuigende bocht bij Muiderberg. Het verkeer dat van en naar de snelweg rijdt, neemt de bocht op de naastliggende weg. Pas bij het afslaan in de richting van Muiderberg kreeg ik weer een beetje lucht. Naast een snelweg fietsen heeft iets dubbels. Je voelt je een beetje het uitschot dat zo stupide is per fiets over de brug te rijden. Al die automobilisten zie je gehaast denken waarom je daar zo op 2 wielen zou moeten slingeren. Terwijl zij – verstandig volk – zich heerlijk vooruit laten rijden met een motortje op 4 wielen.

Een belachelijke gedachte die mij verliet zodra ik Muiderberg in reed. Zeker wat verderop werd het interessant. De Zuiderzee openbaarde zich aan mij. Ik nam het voetpad langs het strand. Iets verderop trof ik de Kerk aan zee. De Romaanse kerktoren staat als een huis. De eenvoud is treffend en zet het gebouw als een heus monument neer.

Wat voor een orgel zou in dit eenvoudige gebouw staan, vroeg ik mij af terwijl ik voorbij reed. Dat deze kerk het oudste orgel van het Gooi herbergt, wist ik niet. Wel droomde ik weg bij het idee hier zondagmorgen naar toe te fietsen, de gemeentezang te begeleiden en een uurtje later weer de brug over te rijden naar huis. Een raar idee natuurlijk, maar leuk genoeg om bij weg te dromen.

Het loof rond de kerk en langs de dijk gaven het geheel een statige uitstraling. Ik mocht me verderop in de richting van Muiden begeven. Voordat ik er goed erg in had, reed ik over de Noordpolderweg. Daar stond ik oog in oog met een schitterend verdedigingswerk. Dat een militair bouwwerk ook idylle en schoonheid kan uitstralen, verbaasde me.

Vredig grazende koetjes en een idyllisch verdedigingswerk: het Muiderslot

Het Muiderslot ligt uitermate strategisch, ontdekte ik terwijl ik in de brandende zon reed. Op de rand van de voormalige Zuiderzee en de Hollandse waterlinie vormde het een laatste strohalm voor de verdediging van Amsterdam. Dat leerde het boek van Luc Panhuysen Rampjaar 1672 mij wel.

Het kasteel ligt direct tegen Muiden aan, in de monding van de rivier de Vecht. Stad en verdediging smelten samen. Muiden zelf wordt ook door indrukwekkende verdedigingswerken omringd. Deze zijn in de 19e eeuw nog eens extra versterkt met imposante batterijen waarin de scouting is gehuisvest.

Muiden achter de vestingwal

Daarna verder achter een nieuwe dijk. Via een vers aangelegd fietspad kwam ik in de schapenweiden. De schapen met een veel te dikke vacht lieten hijgend hun verhitte koppen op het fietspad vallen. Ik kon ze gewoon passeren zonder dat ze opschrokken. Van daaruit kwam ik in een allegaartje met groen, lege loodsen en een afgegrensde bedrijfsterrein. Een groot bord vertelde mij dat ik bij de Stelling van Amsterdam stond.

Het was de kustbatterij bij Diemerdam. De aarden wallen en stenen muren met kleine deurtjes riepen bij mij het verhaal ‘Dood weermiddel’ van F.B. Hotz op. Zijn opvatting was dat de 19e eeuwse verdediging weldegelijk goed was. Dit druist tegen de algemene opvatting in dat de verdedigingswerken absoluut niet meer aansloten bij de moderne vormen van krijgsvoering.

Het sterke argument dat Hotz bij zijn stelling gaf, sneed weldegelijk hout. Als de verdedigingswerken van de Nederlanders inderdaad zo slecht waren, waren wij heus wel aangevallen in de 19e eeuw. Dat gebeurde niet, dus de vestingwerken hadden een dusdanige afschrikkende werking op de vijand dat ze ons niet aan durfden te vallen.

Hier zag ik wallen overgroeid met gras en onkruid. Het water als een droogstaande poel en een imposant bord van de gemeente. Het bord toonde een indrukwekkende afbeelding van een gebouw dat hier opgericht werd. De bouwmaterialen, steigers en zanderige toegangsweg afgesloten door een hek, verrieden dat hier een groots plan werd uitgewerkt. Ook deze batterij was de moeite van het restaureren waard.

Ik fietste verder. Een nieuwbouwwijk verrees in het water. Ik durfde niet te denken dat dit IJburg was. Aan de andere kant van het brede fietspad waarop ik terechtgekomen was, lag het Amsterdam-Rijnkanaal waarachter de hoogbouw van Diemen Noord zich liet zien. Het brede fietspad, voorzien van een rij reflectoren aan de linkerkant, werd op deze zaterdagmiddag druk bezocht door skaters, hardlopers en fietsers in alle soorten en maten.

Verbeten reed ik door in de richting van Amsterdam. Trouw volgde ik de bordjes die vertelden dat ik zo in de hoofdstad zou terechtkomen. Aan welke gemeente het Diemerpark behoorde, kon ik niet zo snel afleiden. Dat moest Amsterdam zijn, gezien de directe verbinding met IJburg. Diemen hield natuurlijk op bij het Amsterdam-Rijnkanaal. Dat ik op een enorm stukje vervuilde grond reed, kon ik niet bevroeden. De bomen, vogels en hangjongeren op de bankjes riepen dat idee bij mij ook niet op.

Ik naderde de stad, kon kiezen uit de langste fietsbrug van Nederland, vernoemd naar Nescio. Het was maar goed dat het pseudoniem achter Grönloh de naar hem vernoemde brug nooit gezien heeft. Het zou zijn plezier door de natuur ernstig hebben vergald. Het getuigd van weinig respect voor de natuur al die over en dwars kruisende bruggen. Ik fietste verder over de Diemerzeedijk in de richting van Zeeburg, want het verlangen naar de kringloopwinkel werd sterker dan de wens over de Dam te fietsen.

De Zeeburgerbrug brengt automobilisten van Amsterdam-Noord en uiteindelijk Zaandam en verder. Het is een lelijke brug. De brede pijlers en het grote brugdek zorgt ervoor dat een grote schaduw over het IJmeer getrokken wordt. Geen dier te bekennen en alleen het geruis van auto’s. Dat daar langs die weg  het Gemeenlandshuis staat, maakt het misschien nog triester. Ik keek naar binnen en zag in de kamers mooie schouwen, met wapens. Het huis steekt schril af tegen alle moderniteiten die het gebouw omringen. Je zou een groepje architecten hierheen moeten sturen, dacht ik. Het water lag vol met meerkoeten, zwanen en ganzen. Buiten de enorme schaduw van de brug dobberden ze. Vreedzaam en niet verstoord door enig ergernis over de teloorgang van de natuur.

Natuurlijk lag de schuld hier veel verder weg dan de architect van deze brug. Dat wist ik ook wel, maar het maakte het allemaal heel treurig. Zeker ook omdat de schoonheid juist aan kracht inboette. De kracht sprak uit het water, de vogels en de groene dijk. Juist deze elementen kwamen zo in de verdrukking door de betonnen bouwsels eromheen. Van fietsbrug tot snelwegbrug.

Aan graffiti geen gebrek als ik de brug op moet

Zeeburg trok en ik fietste snel verder, langs camping Zeeburg. Daar gaat een hoge brug over het vroegere Merwedekanaal. Graffiti fleurde de pijlers op. Op het brakke water dreven fietsbanden en uitgewoonde woonboten. Ik klom omhoog de stalen trappen op. De fiets trok ik omhoog over het dunne geleidericheltje. Natuurlijk stapte ik aan de verkeerde kant op het fietspad. Het deerde mij niet, ik reed in de richting van de Zeeburgerdijk.

Daar raadpleegde ik mijn mobieltje. Het geheugen zat te vol. Nadat ik wat had opgeschoond verscheen de kringloopwinkel in mijn beeld: Juttersdok aan het Zeeburgerpad. Deze liep vlak achter de Zeeburgerdijk. Ik stiefelde gelijk de trap op, omhoog naar de boeken. En wat voor een oase gaapte me daar op die eerste verdieping aan. Ik keek op de klok, kwart over 3. En ik besefte dat ik niet lang had.

De bestemming kringloopwinkel Juttersdok

01 oktober 2011

Achterlichtje

image

De avond valt. De straatverlichting knipt aan. Ik tuur een zonsondergang op het scherm van mijn mobieltje. Over het bruggetje rijdt een gezin. Moeder met een heel klein kind voorop. Een vader die naast zijn zoon fietst. En een dochter die een meter of wat voor de rest rijdt.

‘Wat kijk je nou naar achteren’, hoor ik de vader zeggen. Ze fietsen mijn richting uit. ‘Ik wil weten of mijn achterlichtje het doet’, zegt het meisje. ‘Die doet het’, roept moeder. Het meisje slingert. De fiets is veel te groot voor haar. Net nieuw, gekocht op de groei. Ze kijkt weer achterom. Haar fiets schiet over het fietspad van links naar rechts als een dronkenman die terugkomt van de vrijdagmiddagborrel.

De rest haalt haar langzaam in. Haar moeder rijdt al vlak naast haar. Het kind op het zitje aan het stuur, begint te kraaien in de richting van haar grote zus. Ik zie hoe ze mijn raam voorbij rijden. Een knalrood lampje gaat voorbij. Het is het achterlichtje van het meisje. De rest rijdt met een donker achterste de avondschemering in.