30 december 2018

Onder het mes - Sientje (50)

We hadden een onverwoestbare teckel merkten we. Ze was keihard. Nooit hoorden we haar janken. ‘Wat doet die hond toch raar’, zei mijn vader eens. Hij was bij ons binnengekomen en keek naar beneden. Daar stond Sientje te kronkelen bij zijn voet.

‘Je staat op haar staart’, gaf Inge als antwoord. Pas toen kreeg mijn vader het in de gaten en verplaatste zijn voet. Sientje klopte zich even uit en ging weer verder waarmee ze bezig was. Opgelucht, maar zonder een kik te geven.

Alles onderging ze gedwee. Een behandeling bij de dierenarts vond ze niet prettig, maar ze liet het over zich heenkomen. Ze kon terughappen, maar dan deed het ook echt zeer. Zoals bij het kammen. Er was geen doorkomen aan. De vacht vormde al ver voor pluktijd een grote verzameling van klitten. Ze krabde zichzelf dan veelvuldig. Dan probeerde ik haar te kammen met een shedder. Het ding was eigenlijk veel te groot voor haar. Maar zo haalde ik de ergste hoeveelheid overtollige haren eruit.

Met het afscheid van Almelo namen we ook afscheid van onze dierenarts. We vonden vlakbij ons huis een andere dierenarts. Een heel ander soort praktijk, veel minder gericht op de dieren, maar meer op hun baasjes. Alsof het een ziekenhuis was waarbij mensen behandeld werden. Elk bezoek vroeg de dierenarts of de bult op de rug niet weg wilden laten halen.

We vonden het niet nodig om haar daarvoor te laten opereren met een narcose. Zolang ze er geen last van had en de bult niet groter werd, mocht hij lekker blijven zitten, vonden wij. Daarna lieten we haar het jaarlijks prikje geven en vertrokken weer. Voor een bezoek aan Duitsland moest een extra injectie tegen hondsdolheid krijgen. Verder lieten we alles zoveel mogelijk bij het oude.

Loszittende tanden

De vraatzucht van onze teckel zou ons dwarsbomen. Bij het struinen door het huis, was er een stokje waarmee je de viezigheid tussen je tanden vandaan haalt, tussen de voortanden van Sientje gekomen. De tand was los komen te zitten en er begon een flinke ontsteking te ontstaan. We moesten halsoverkop naar de dierenarts in Almere.

De nieuwe dierenarts was anders dan we gewend waren in Almelo. Hij stelde dat Sientje geopereerd moest worden. Naast het verwijderen van de viezigheid zou hij gelijk het hele gebit inspecteren. De zoete dranken van Doris en snoeperijen die ze op haar dagelijkse strooptochten door het huis vond, eisten hun tol.

Dure operatie

De dierenarts maakte een offerte. Het zou 150 euro gaan kosten. We slikten even. Hoe een tandenstoker zorgde voor zo’n dure operatie. Daar zaten heel wat kauwbotjes in. Net als dat je veel liever andere dingen doet met dat geld. Zeker in de dure tijd aan het eind van het jaar. Het zijn van die accute dingen die moeten gebeuren. Het moest maar. Over de knobbel op de rug repten we niet.

Bij het ophalen van de hond, kregen we de rekening gepresenteerd. Dat viel ver over de 300 euro. Dat kwam niet overeen met de offerte die voor de operatie met ons was besproken. We werden hier erg boos over. Het voelde een beetje als geldklopperij. Inge ging in overleg en wist wel een bedrag van dit alles los te krijgen. Ze hadden zich vergist bij het opstellen van de offerte en een belangrijke kostenpost over het hoofd gezien. Wij kwamen ze ook een beetje tegemoet, maar vooralsnog viel de rekening ver boven de 200 euro uit. En dat zo vlak voor kerst. Dit was niet leuk.

Wild vlees

Een jaar na de operatie vulde de plek waar de tand zat zich met een hele uitstulping wild vlees. Ze kreeg er last van bij het eten en kauwen. We stelden het bezoek zoveel mogelijk uit, maar uiteindelijk moest het er toch van komen. Als we toch gaan, laten we dan gelijk de knobbel op de rug verwijderen. We waren dat iedere keer vergeten. Ik ging al niet meer mee naar de dierenarts. In die kliniek werd ik heel onrustig en voelde elk moment een drift opwellen bij deze geldkloppers.

Na het zorgvuldig opstellen van een offerte vooraf en de afspraak niet van deze prijs af te wijken, ging Sientje onder het mes. De dierenarts stelde voor het weefsel op te sturen naar het laboratorium. ‘Waarom zouden we dat doen?’ vroeg Inge. ‘Misschien is het wel kwaadaardig.’ ‘Nou, die bult zit er al zolang we haar hebben. We merken het wel als ze kanker heeft.’ De dierenarts durfde niks meer te zeggen en de operatie volgde.

Gezond weefsel

Bij het ophalen stelde hij ons gerust dat het weefsel er gezond uitzag. We namen de teckel in ontvangst, vonden de rekening nog altijd te hoog, maar gelukkig week hij niet van de offerte af. Hij was zelfs een tientje goedkoper. Daarna namen we de nog half verdoofde Sientje weer mee naar huis.

Ze kreeg als bescherming over haar rug een oud rompertje van Doris aan. Inge knipte de romper op de plaats waar haar voorpootjes zaten, wat wijder open. Het was wel een heel gerommel om de knoopjes onderin los te krijgen. Vooral ’s morgens gaf dat problemen. De volle blaas van Sientje kon al dat gepruts moeilijk verdragen, zodat ik vaak het warme vocht al voelde stromen bij het losmaken.

Romper

Het was daarom maar even behelpen, maar zodra de hechtingen los waren, ging die romper eraf. Zo waren we allemaal tevreden. Het zou wel de laatste keer zijn dat ze onder het mes ging. We merkten dat Sientje te oud werd om vaak onder narcose te gaan. Alleen bij bittere noodzaak zouden we het nog doen.

Lees het vervolg: Schok »

Abonneer je op de nieuwsbrief en lees elke week een nieuwe herinnering aan Sientje. De nieuwsbrief is geheel gratis en verplicht je tot niets.

[mc4wp_form id=”20905″]

23 december 2018

Bloemendief - Sientje (49)

Sientje at alles wat ook maar enigszins op eten leek. Het riep bij haar onmiddellijk de neiging op om het te verorberen. Ze zette bijna overal haar tanden in. Vooral zaken waar ze niet aan mocht komen, plunderde ze. We hadden zelfs het vermoeden dat ze in staat was ritsen open te maken.

Een rits die niet helemaal afgesloten was, drukte ze met het puntje van haar neus open. Ze haalde dan zonder geweten de tas leeg. In alles zette ze haar tanden of probeerde ze te openen.

Snoep verdween tussen haar tanden. Voor zover ze die nog had, op latere leeftijd moest de ene na de andere tand worden getrokken. Naast alle andere artikelen als potloodjes, pennen en gummetjes werden vermorzeld. Het enige waar ze vanaf bleef waren zoetjes.

Soms maakte ze heel doosje met zoetjes open, zodat ze niet meer met het mechaniekje in de koffie konden vallen, maar ze liet de hele hoeveelheid zoetjes onaangeroerd liggen. Ze lagen dan allemaal verspreid over het kleed om ongebruikt in de vuilnisbak te belanden.

Vakantiebloemen

Dat ze de bloemen onaangeroerd liet toen we samen voor de eerste keer op vakantie gingen, heeft mij achteraf verbaasd. We namen de grote bos bloemen mee die ik van mijn collega’s had gekregen bij mijn afstuderen. Ik had het vooraf nog zo duidelijk gezegd: Geen bloemen, we gaan de volgende dag op vakantie.

Maar nee hoor, zij kwamen met een immense bos bloemen aan. Dan neem je ze toch gewoon mee! De grote bloemenbos stond vlak naast Sientje tijdens de lange rit naar Zuid-Limburg. Het liet haar toen nog koud. De bloemen kregen gedurende de vakantie een plekje buiten naast de tent.

Ze bleven door de koelte en het vocht ’s nachts heel erg mooi. Toen het ook nog eens begon te regenen bleven ze helemaal mooi. Eigenlijk hoefden ze niet eens meer in een vaas te staan. Op weg naar de volgende locatie hebben we de bloemen maar weggegooid. Niet dat ze helemaal verlept waren, maar bloemen mee bij het kamperen is gewoon heel onhandig. Misschien kan het nog wel in een stacaravan, maar zo op doorreis in een tent stonden de bloemen erg in de weg.

Geboortebloemen

Bij de geboorte van Doris kregen we eveneens een enorme bos bloemen. Mijn collega’s kwamen ermee toen ik een paar dagen na de geboorte langskwam om te trakteren op beschuit en muisjes. Ze waren helemaal vergeten om iets te kopen. Ik zag hoe een collega wegsnelde en even later terugkwam met een bos bloemen en een doosje. In dat doosje zat een rompertje met een grappige tekst. De bos bloemen nam ik met een brede glimlach in ontvangst.

De bos kreeg een plekje op het lage tafeltje naast de bank. Op de foto’s in het fotoalbum van Doris zie je hoe ze daar stonden. Steeds naast de gasten die dan met de baby op schoot op de foto werden geschoten. Bij de gasten die een paar dagen later kwamen om de baby te bewonderen, is de bos bloemen ineens verdwenen. Het is slechts enkele dagen later, maar de bos was verschalkt door Sientje.

We waren heel even weg, echt heel even maar. Bij thuiskomst zagen we hoe de bloempot was omgegooid. Een deel van het witte kleed had het vieze bloemwater opgezogen. De rest van het water dreef op het kleed. Het kleed was doorweekt. De bloemen waren vervolgens keurig over het kleed verspreid waarbij met name de rode chrysanten eraan moesten geloven. Ze waren ontdaan van de steel en lagen los overal op het kleed. Er restte niets anders dan de hele boel op te ruimen en in de vuilnisbak te kieperen.

Altijd als ik nu die foto’s zie, moet ik hier even aan terugdenken. Dan zie ik voor mij hoe een bladzijde verder gasten trots onze baby vasthouden, maar dan zonder die indrukwekkende bos bloemen erachter.

Lees het vervolg: Onder het mes »

Abonneer je op de nieuwsbrief en lees elke week een nieuwe herinnering aan Sientje. De nieuwsbrief is geheel gratis en verplicht je tot niets.

[mc4wp_form id=”20905″]

16 december 2018

Schone was - Sientje (48)

In ons huisje in Almelo stond de wasmachine beneden. Ik droeg de was naar boven om het in de droger te doen. Eenmaal droog nam ik het weer naar beneden om het rustig op te kunnen vouwen. Boven was daarvoor namelijk te weinig ruimte. Bovendien wilden we het toen nog graag strijken. We dachten dat het netter stond vandaar.

De schone was belandde in een stoel midden in de woonkamer. Dan konden we op een later moment de was vouwen. Of mijn schoonmoeder kwam eventjes langs voor de strijk. Ze vond het onfatsoenlijk om niet te strijken. Met moeite wisten we haar te overreden niet het dekbedovertrek, de sokken en het ondergoed te strijken. Ze zou het namelijk zo doen, terwijl een gestreken sok of dekbedovertrek werkelijk heel nutteloos is.

Hond in de was

Als de was daar in de stoel lag, ging Sientje er vaak op liggen. Ze was namelijk dol op schone was. Ze sprong op de stoel en maakte met haar pootjes een nestje in het schone textiel. Heerlijk vond ze het om daarop te liggen. Ze viel dan in een diepe slaap midden op de berg met droge was. Het was best wel vies dat ze daar zo op die schone was lag, maar we kregen haar daar niet van af. Ze dreinde net zo lang door tot ze er wel op lag.

Soms waren we haar kwijt, dan had ze zich half achter of onder de berg met schone was ingegraven. Als we haar riepen hoorden we het staartje tikken tegen de rand van de stoel. Ze bleef heerlijk over de volle breedte van de stoel liggen en sloeg haar staart dan tegen of op de zijleuning. Een heimelijk genoegen waar ze niet van af te brengen was. En stiekem gunde ik het haar ook om lekker op de schone was te liggen. Zeker als ze niet vies en bemodderd thuis terugkwam van een wandeling.

Rondjes rennen

Al kwam zij zelden vies en nat terug van een rondje lopen. Bij regen deed ze namelijk zodra ze buiten kwam, meteen de plas en liep direct terug naar de deur. Vaak had ik de deur nog niet eens achter mij dichtgetrokken of ze rende ze bij binnenkomst in de huiskamer een flink aantal rondjes van de woonkamer naar de keuken en terug. Ze probeerde zich zo droog te rennen. Daarbij rende ze al grommend rond om na een paar rondjes hijgend in de mand te vallen.

Lees het vervolg: Bloemendief »

Abonneer je op de nieuwsbrief en lees elke week een nieuwe herinnering aan Sientje. De nieuwsbrief is geheel gratis en verplicht je tot niets.

[mc4wp_form id=”20905″]

09 december 2018

Fietskar - Sientje (47)

Een dochter en een hond. Wat zou dat mooi passen in een fietskar. Dat was de gedachte. Een aanbieding bij de Hema bracht ons op het idee om een fietskar te kopen. Er was ruimte in de fietsaanhanger voor 2 kinderen, maar 1 kind en 1 hond, zou toch ook moeten lukken? Sientje kon best wel vast met het tuigje dat we ook gebruikten in het fietsmandje of in de auto. Doris paste goed in een constructie van de fietskar zelf. Zo zou we de tocht veilig verlopen. Hier kon niets meer mis gaan.

Fietskar past niet door poort

Een gedoe! De fietskar paste niet door de poort. Eerst de kar er diagonaal uit, dan buiten de poort weer opbouwen, kind erin en de hond erbij. We konden eindelijk gaan rijden. Is altijd al een gedoe om met een kind snel weg te kunnen rijden, laat staan als daar ook nog een teckel bij komt. En Sientje was niet onwillig, maar ze stond bij dit experiment zeker niet te trappelen van ongeduld. Ze hanteerde eerder de bekende teckelhouding: ik werk niet tegen, maar zeker niet mee.

We zouden een lekker rondje rijden en ergens onderweg een picknick genieten. Al het eten klaargemaakt, broodjes gesmeerd, lekker drinken in flessen. We hadden best veel zin in een lekker fietsritje door onze nieuwe woonplaats Almere. Ik leerde gaandeweg al wel wat wegen kennen bij het hardloopgroepje waarmee ik iedere vrijdagavond een rondje holde.

Goed vastzetten

Eindelijk zat de hele familie vastgeklemd. Ook Sientje zat vast aan het tuigje. Het was een ingewikkelde constructie waarmee ze goed vastzat. Doris ernaast en het gezelschap kreeg zo een mooie lift achter de fiets van papa aan. We reden weg, onwennig, alles schudde op de klinkertjes bij de parkeerplaatsen. We konden niet gelijk het fietspad pakken, daarom namen we een stukje van de grote weg.

Ik sloeg de grote weg in of er gebeurde vanalles achterin. Sientje wist uit de kar te springen en de kar kapseisde op zijn kant. Een noodstop, langs de drukke weg. Doris hing gelukkig stevig vast in het tuigje. Ze huilde. Eerst Sien weer zien terug te krijgen in de kar en daarna alles weer overeind zetten. Doris troosten en alles naar een veiliger plekje brengen.

Sientje voelde er weinig voor om zich in de kar mee te laten voeren. Misschien zou ze liever zelf lopen of eigenlijk nog veel liever op de bank blijven liggen. Van haar hoefde het allemaal niet zo nodig. Ze wist heus wel dat er iets leuks kwam, maar om daar goed van te kunnen genieten was al dat gedoe vooraf teveel. Daarom wilde ze nog voor we goed en wel reden, al uitstappen.

Gevaarlijk

Niet handig en eigenlijk heel erg gevaarlijk om dat midden op een drukke weg te doen. Daarom zetten we de fiets op een rustig plekje iets verderop en probeerden Sientje beter vast te ketenen. We deden het met de overtuiging dat het leuk was dat ze met ons meeging. De hele picknick die we zo mooi hadden klaargemaakt thuis, lieten we ons niet afnemen door ons teckeltje.

We maakten Sientje nog vaster en ketenden haar zo stevig vast dat ze weinig kanten op kon. Alles was gerustgesteld en ik mocht weer gaan rijden. Zo reden we. Sientje probeerde natuurlijk te ontsnappen. Ze drukte de beschermende laag omhoog en wist haar neus naar buiten te krijgen. Zo hing ze met haar kop tot vlak boven het fietspad. Het waren slechts enkele millimeters die haar scheidden van het asfalt. Wij zagen het met angst en beven aan, maar lieten het maar zo. Zolang niemand schade opliep, was dit een acceptabele manier van transporteren. We hoopten dat de hobbels haar neus zouden sparen.

Best lastig om een geschikt plekje te vinden. Maar bij Almere Haven, ergens in het park, langs het fietspad maakten we een heerlijk plekje op het gras voor onze picknick. We spreidden een kleed over het gras. Om ons heen de voorjaarsbloemetjes. Sientje snuffelde heerlijk in het gras. Doris vond het ook lekker om in het zonnetje te zitten.

Genieten van buitenlucht

Genieten van de picknick in de buitenlucht. Ik dacht terwijl ik in een broodje hapte, nog even terug aan de omgevallen fietskar op nog geen 100 meter van ons huis. Wat was dit avontuur weer goed afgelopen. Het zorgde ervoor dat ik dubbel genoot van de picknick. Dat we hier zaten hadden we aan geluk te danken. Voor hetzelfde geld zaten we nu in het ziekenhuis bij de afdeling traumatologie.

Niet te lang aan denken, maar verder genieten van het samen zijn en vooral van elkaar.

Lees het vervolg: Schone was »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

05 december 2018

Ik worstel en kom boven

Op de cover prijkt een lynx, de oren wijzen opzij met een puntig uiteinde. De klauwen in rusttoestand op de grond, maar ondertussen loeren de ogen je fel aan. Waarom een lynx? Misschien omdat er een passage hierover gaat in het boek.

De hoofdpersoon en titelheld van het verhaal Stephen Florida kijkt in het notitieboekje van zijn trainer Fink en leest daar:

Luipaarden vallen de tempel binnen en drinken de offerkruiken leeg; dat gebeurt telkens opnieuw; uiteindelijk kan men het voorspellen en wordt het onderdeel van de plechtigheid. (195)

Worstelen wordt in de roman Stephen Florida van Gabe Habash een heuse kunstvorm. Bijna poëtisch. Een ruwe vechtsport valt uit in een wereld waarin alles samenhangt: literatuur en jazz bijvoorbeeld. Zo krijgt het ogenschijnlijke gevecht meerdere lagen.

Wereld van de worstelaars

De roman Stephen Florida neemt je mee in de wereld van de worstelaars. De hoofdpersoon en titelheld van het verhaal Stephen Florida is een worstelaar en student. Hij combineert beide elementen op een bijzondere manier in zijn leven.

Maar zoals in het hele leven, is de grootste worsteling voor Stephen, Stephen zelf. De grootste vijand ben je zelf, zoals ook uit deze roman overduidelijk blijkt. Het brengt ook de vertwijfeling met zich mee die door het hele boek heen loopt. Want is Stephen Florida wel Stephen Florida? Hij is op uitnodiging van Hillboro High School’:

Het ging allemaal razendsnel. Ze zeiden dingen zoals dat het qua toelatingsexamen goed zou komen, dat alles in kannen en kruiken was, en noemden me al die tijd Stephen Florida. (19)

En dat noemen ze hem de hele roman door. Het wordt niet duidelijk of hij echt zo heet. Stephen is een 17-jarige jongen die al een veelbewogen leven achter zich heeft. Zijn ouders zijn er niet meer en het gemis naar hen is enorm aanwezig.

Familie

De familie speelt op de achtergrond van het verhaal een rol. De eenzame Stephen vindt maar moeilijk zijn draai op school. Ook in de training is hij een eenling. Apart van de rest probeert hij door te breken en gaat het gevecht aan met zijn tegenstanders. Niet in het minst zijn innerlijke tegenstander.

Zeker, hij vindt ook steun. Bij Mary Beth. Alleen besluit ze om weg te gaan. Ze laat hem in de steek omdat ze meer kansen ziet in een andere stad, in een andere staat. Ze kan aan de slag als assistent in een museum in Michigan. Daarmee is hij weer terug in de eenzaamheid. Zeker ook nadat hij geblesseerd raakt aan zijn knie.

Zoektocht naar erkenning

Stephen zoekt naar erkenning en vecht daarbij niet alleen met anderen, maar vooral met zichzelf. Het is meer dan kracht dat hij moet hebben. Hij moet vooral doorzettingsvermogen hebben. Elke tegenslag moet hij overwinnen. Daarbij kiest hij zijn eigen weg en dat zal hem zeker geen windeieren leggen.

Mensen krijgen geen vat op hem, wat hem ergens onoverwinnelijk maakt. Hij laat zich niet dwarszitten en wordt in gedachten omringd door de mensen van wie hij houdt. De mensen die hij mist. Ze staan bij hem, waarbij de steun onvoorwaardelijk is. Dat hij hierbij zijn tegenstander doorgrondt, maakt het boek mooi en ontroerend tegelijk.

Toch mis ik bij het lezen iets. Het is een natuurlijke spanning die je door het verhaal drijft, maar tegelijkertijd blijft de echte reden waarom je wilt lezen onbeantwoord. Deels geeft dit het boek een geheimzinnigheid. Deels laat het een beetje teleurstelling achter.

Thomas Mann

Het boek De toverberg van Thomas Mann, vormt een mooie literaire tegenhanger in Stephen Florida. Aan het begin van de roman verwijst de verteller naar dit boek van de Duitse schrijver. De oma van Stephen las het, maar kwam niet verder van het eerste hoofdstuk.

Ze sterft en neemt al het licht mee, deelt de verteller mee. Later verkoopt Stephen al zijn studieboeken en koopt een morsig exemplaar van De toverberg. Het boek verwijst naar zijn oma, die volgens de ik-verteller in de hemel nog steeds Thomas Mann leest.

Hij gedraagt zich hetzelfde als zijn oma:

Ik lees het eerste hoofdstuk van Thomas Mann. Dan lees ik het nog een keer. (217)

Een mooie verwijzing naar zijn grootmoeder. Alleen blijft het voor mij onduidelijk waarom de verteller Thomas Mann aanhaalt. De kracht van dit boek zit in het aanhalen van die dingen die bijna geobsedeerd overal langskomen.

Het verwijst naar de geheimzinnigheid die in de katachtige van de omslag schuilt. De scherpe klauwen; gaan ze nog iets pakken of hebben ze zojuist iets gepakt?

Het laat je niet los.

Een perfecte dag van de literatuur

We lezen deze week Stephen Florida van Gabe Habash. Een bijzonder debuut. Het boek is in november gekozen als Boek van de Maand bij DWDD. Ik lees het boek samen met een aantal andere liefhebbers:

Lees mijn andere bijdragen voor Een perfecte dag voor literatuur

Gabe Habash: Stephen Florida. Oorspronkelijke titel: Stephen Florida. Vertaling Joris Vermeulen. Nieuw Amsterdam, 2018. ISBN: 978 90 468 2306 4. Paperback. 320 pagina’s. Prijs: € 22,99. Bestel

02 december 2018

Voor de gezelligheid - Sientje (46)

We lagen lekker op tijd in bed. Alles gedaan, het licht uit beneden, de hond in de bench en we gingen heerlijk slapen. Het licht ging uit en we zeiden elkaar goedenacht. We lagen zo heerlijk te dommelen tot we beneden ineens een klap hoorden. Wat zou dat toch kunnen zijn? De deur hadden we toch op slot gedaan. Dit moet een inbreker zijn, schoot door mij heen. Ik moest maar op verkenning gaan. Je kunt zo iemand toch niet zijn gang laten gaan.

Ik liep voorzichtig de trap af. Mijn hart klopte in mijn keel. Het zou toch niet? Inge dekte mij en stapte de woonkamer binnen. Alles doodstil. Ik deed het licht aan. Sientje stond voor mij en kwispelde. We waren haar vergeten in de bench te doen en ze had iets van de tafel op de grond gegooid. We schaterden het uit en gingen snel weer naar boven om nu echt te gaan slapen.

Licht branden?

Een paar jaar later, we waren verhuisd, werd ik midden in de nacht wakker van kabaal beneden. Ik zag tot mijn verbazing licht branden door het raampje in de deur naar beneden. Wat is er aan de hand? Mijn hart klopte in mijn keel. Het zou toch niet? Hier was iets aan de hand beneden. Ik wist zeker dat ik het licht had uitgedaan. Sientje was stil gebleven.

Ik wapende mij met een stok in de hand en liep zachtjes naar beneden. Treetje voor treetje. Inge dekte mij in de rug. Ik keek de hoek om. Niemand, maar het raam aan de voorzijde van ons huis stond open. Hier was iemand naar binnen gedrongen. Er was inderdaad ingebroken. Sientje was doodstil. Ze lag te bibberen in de bench. We belden de politie.

Iedereen binnenlaten

Een kwartiertje later reed de politieauto voor langs. De agenten kwamen binnen. Sientje begon te blaffen. ‘Had dat nou net gedaan’, verzuchtte ik. ‘Tja’, zei de agent. ‘Ik heb ook zo’n ding thuis, maar die moet je echt niet nemen tegen de inbrekers. Ze laten iedereen binnen.’ Zijn collega wist mij te verzekeren dat de inbreker echt niet het huis was binnengegaan als Sientje geblaft zou hebben. Ze was echter doodstil geweest. Onze hond die om een vallend blaadje blafte, maar bij plunderaars en geweldenaars in haar mandje lag te rillen als een juffershondje. Ik begreep het niet.

Ik heb het later vaak gehoord dat huishonden weinig angst inboezemen bij inbrekers. Een paar huizen verder leven 7 honden in huis. Maar geen kik toen inbrekers 2 flatscreen televisies, 3 laptops en een paar mobieltjes meenamen. Doodstil bleven ze. Net als Sientje. Precies wat de agent zei. ‘Zo’n ding is voor de gezelligheid, maar niet tegen inbrekers.’

Lees het vervolg: Fietskar »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

25 november 2018

Bakje poep - Sientje (45)

Onze dochter Doris voelde zich al vroeg verantwoordelijk voor Sientje. Als de hond eraan kwam stormen terwijl ze aan het eten was, riep ze ons er meteen bij. Net als dat ze de oplossing vond hoe Sientje haar drinken niet kon omgooien.

Drinken omgooien

Onze teckel had de vervelende gewoonte ontwikkeld om het drinken van Doris om te gooien als het in een open beker stond. De roosvicee vond ze heerlijk om op te drinken. Ze mikte de beker op het kleed en likte daarna de inhoud op. Ze vond het lekker om te doen. Het behoorde tot de heimelijke genoegens van onze teckel. Wij werden er simpel van.

Het kleed is door dit gedrag veranderd in een tapijt vol met vlekken. De donkere vlekken markeren de plekken waar Sientje zich tegoed deed aan de limonade. Het zoete drinken, de melk en de yokidrink hebben deze onuitwisbare sporen achtergelaten. Sientje wist met haar tong wel het drinken tot de laatste vezel uit het kleed te trekken. Er blijft altijd iets achter en dat zien we nog elke dag dat we naar het kleed kijken.

Drinken afschermen

Doris bedacht dat ze natuurlijk het drinken kon afschermen. Daarom zette er een omgekeerde plastic kan over haar beker heen. Zo bleef het drinken beschermd van deze plunderaar. Het bleek een effectief middel, tot Sientje in de gaten kreeg dat ze met iets harder duwen de omgekeerde plastic kan met de beker tegelijk omviel. Het gaf evenveel te drinken, al lag de plas misschien iets meer verspreid.

Bij het uitlaten van de hond scheppen we altijd keurig de uitgepoepte drollen op. Doris zag ongetwijfeld hoe wij de stoep, het gras en het park schoon houden van vieze hondenpoep. Als Sientje per ongeluk in de tuin haar behoefte deed, schepten we het eveneens keurig op. Het bespaarde ons vieze schoenen vol hondenpoep die hun afdrukken overal in huis achterlieten.

Dat andere hondeneigenaren hier minder kieskeurig in zijn, ondervinden we nog altijd regelmatig. Ik ben een vervend hondenpoeptrapper. Het lijkt of mijn schoenzolen hondenpoepmagneten zijn, want waar ook een drol ligt, ik trap erin. En het gebeurt altijd met regenachtig weer als je geen hand voor ogen ziet en nauwelijks een weg kunt bijna over de natte wegen. Dan trap ik erin.

Gevuld plastic bakje

Bij het vullen van de vaatwasmachine zagen we een plastic bakje uit Doris’ stapeltoren. Het kleinste bakje lag daar en er zat een vieze substantie in. Doris had het op het aanrecht gezet. Het was een donker goedje en het vroeg om de nodige bestudering wat het precies was.

Inge keek nog eens goed, rook eraan en merkte toen dat het poep van Sientje was. Blijkbaar had de hond in de buurt van onze dochter gepoept, waarna Doris het keurig in het plastic torendeel stopte. Na de inzamelingsactie bracht ze de vieze substantie keurig naar de keuken. Met afgrijzen dachten we eraan terug dat ze de poep in het bakje drukte. Wat hebben die handjes daarna allemaal gedaan? We konden het ons alleen maar afvragen. Het antwoord daar dachten we liever niet over na.

Lees het vervolg: Voor de gezelligheid »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

18 november 2018

Teckel en peuter, een maatschap - Sientje (44)

Een klein kind en de hond leven op hetzelfde niveau: de vloer. We merkten het bij Sientje en Doris. Ze verbleven allebei op de grond. Doris kroop rond en voor Sientje was de vloer al haar domein. Ze zwierf er rond op zoek naar iets eetbaars. Haar mand bevond zich op deze hoogte, net als de bench. Van Doris stond de wipper op de grond en daarnaast is zo’n kleine peuter erg op ontdekkingsreis op deze hoogte in huis.

Sientje bekeek het allemaal met bovenmatige interesse. Ze zag wat voor een eten en drinken de peuter kreeg. Dat was voor haar een welkome aanvulling was op het karige dieet dat ze van ons kreeg. Waar Doris was, viel vaak wat te halen. Vaak verdwenen de koekjes die we haar gaven helemaal of gedeeltelijk in de bek van Sientje. Net als dat Doris zich weleens waagde aan een half afgekloven bot van Sientje. Al was zij veel minder gretig dan de hongerige teckel die altijd tekort kwam.

Op elkaar aangewezen

In het nieuwe huis hadden we niet altijd evenveel aandacht voor de 2. De vele klusjes in huis zorgden voor veel afleiding. Daarom waren de 2 steeds meer op elkaar aangewezen. Sientje was altijd wel in haar nabijheid en vormde bijna een 2e moeder. Of op zijn minst een medestander. Ze wisten elkaar te vinden. Het waren heuse partners in crime die elkaar niet corrigeerden bij overtredingen. En Doris was met recht de verstandigste van de 2.

Op een dag vertelde Inge dat ze Doris haar eerste woordje had horen zeggen. ‘Volgens mij zei ze “Sientje” en keek ze naar Sientje.’ Ik geloofde het niet. Inge was er ook nog niet helemaal zeker van. Maar een dag later was het haar helemaal duidelijk. Doris lag op het voedkussen uit de borst te drinken, liet los en wees naar Sientje. Ze zei heel duidelijk ‘Ientje.’ Het overduidelijk bewijs dat het niet een toevallige samenstelling van klanken was, maar een woord met betekenis. Ze wees met haar arm in de richting van Sientje die op de grond zat.

Eerste woordje

Ik was niet bij dit intieme moment en hoorde het verhaal van Doris’ eerste woordje met een beetje jaloezie aan. Gaat bij veel jonge ouders de competitie om de woordjes ‘papa’ of ‘mama’ bij ons ging Sientje er met de eer vandoor. En terecht. Sientje was heel belangrijk in het leven de jonge peuter. Overal waar ze was, zag ze Sientje in haar gezichtsveld. Daar zorgde de teckel wel voor.

Ook hoorde Doris ons deze naam ettelijke malen per dag uitspreken. Om de hond een beetje uit de buurt van ons kind te houden en te corrigeren als ze weer toehapte op iets te eten of te drinken dat Doris bij zich had. Ze hoorde vaker ‘Sientje’ dan ‘papa’ of ‘mama’. Bij het corrigeren van de hond klonk ook vaak de hoge stem van Doris. Ze riep met ons mee. Niet dat het wat hielp; het was vooral heel schattig.

Kind en teckel, een maatschap

Schattig als al het andere wat ze met Sientje deed. Ze was heel lief voor onze teckel en andersom was onze teckel heel lief voor haar. Ze kreeg namelijk flink wat te verduren van die kleine peuter. Er werd vaak aan de oren getrokken of ze kroop bij haar in het mandje. Ook kon ze best hardhandig aan de hond trekken als ze iets wilde of niet wilde.

Sientje pikte het allemaal. Waarschijnlijk onderging ze de mishandeling met het idee dat er dadelijk wel iets lekkers tegenover zou staan. Een redenering die niet helemaal verkeerd was. Het gebeurde vaak dat er na dit soort liefdevolle momenten een onbewaakt ogenblik viel waarop Sientje kon toehappen.

Lees het vervolg: Bakje poep »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

13 november 2018

Het gebedenboek van Maria van Gelre

Bij de tentoonstelling Ik, Maria van Gelre in Museum het Valkhof in Nijmegen staat een bijzonder gebedenboek centraal. De tentoonstelling laat het monumentale gebedenboek zien dat van deze Gelderse hertogin Marie d’Harcourt (1380 – na 1428) bewaard is gebleven. Een aantal jaar geleden is het gerestaureerd en daarmee geschikt gemaakt voor expositie. Normaal ligt het boek in Berlijn, maar is eigenlijk nauwelijks te bewonderen.

De tentoonstelling in Nijmegen laat een deel van het boek zien; 20 pagina’s die op de helft van de expositie worden vervangen door 20 andere. Maar daarnaast geeft het ook een inkijk in het leven van de hertogin die uit Frankrijk komt. Ze is afkomstig van het Franse hof. Het huwelijk met Reinoud IV, de hertog van Gelre, is geënsceneerd om de banden tussen Gelre en het Franse hof verder aan te wakkeren.

Enorme bruidsschat

De enorme bruidsschat van omgerekend 70 miljoen euro moet worden terugbetaald als het huwelijk kinderloos blijft. Dat is de uitkomst van 10 maanden onderhandelen over het huwelijk. Een indrukwekkend verhaal dat je ziet op de tentoonstelling. Net als dat je een beeld krijgt van het leven aan het hof met jurken en papegaaien, maar ook krijg je een inkijkje in het geloofsleven in de late middeleeuwen.

Hoogtepunt van de tentoonstelling is het gebedenboek dat Maria 10 jaar na haar trouwdag, rond 1415, laat maken. Het boek telt 1200 pagina’s en is daarmee een omvangrijk document uit deze periode. Het is verlucht met 106 miniaturen, 171 sierinitialen en 129 figuren. Zonder twijfel is dit boek een hoogtepunt uit deze periode. Er zijn weinig handschriften die met dit prachtige boek kunnen meten.

Adembenemende schoonheid

De bladzijden die je kunt bekijken zijn werkelijk van een adembenemende schoonheid. In het halfduister, met net genoeg licht om handschrift te sparen en goed te kunnen kijken, buig je over de losse pagina’s. Schuifelend in een rij omdat iedereen wil kijken.

Het is kunst op de vierkante millimeter. Wat een schoonheid. Vergrootglazen liggen erbij. Ik heb voornamelijk met mijn eigen ogen gekeken. Wat ben ik onder de indruk van de kleuren en fijne schilderingen van de miniaturen. Het openingsbeeld met een afbeelding van Maria die het gebedenboek vasthoudt, omringd door 2 engelen. Het grijpt je vast en laat je niet meer los.

Kostbare operatie

Het moet een waanzinnig kostbare operatie zijn geweest. De monnik Helmich die Lewe, broeder in het Arnhemse klooster Mariënborn heeft de tekst gekopieerd. De inhoud is een mengelmoes aan teksten, waarschijnlijk speciaal voor dit gebedenboek geschreven en vertaald. De afbeeldingen zijn ongekend waarmee het boek verlucht is. Niet alleen de miniaturen zijn indrukwekkend, ook de verluchte initialen en indrukwekkende figuurtjes die in de marge en randen staan.

Het zijn de details die dit boek zo bijzonder maken. De minuscule afbeeldingen van gezichten in de initialen. Je kunt ze soms met het blote oog amper zien. Het zijn gezichten die soms naar Jezus refereren of op een andere manier een relatie leggen met wat er staat. Soms is het ook gewoon een fantastisch figuurtje in de kantlijn.

Ruiters en fabeldieren

Ze passeren je: ruiters, muzikanten en fabeldieren. Neem bijvoorbeeld het draakje dat meer is dan zomaar een afbeelding. Ze gedragen zich zoals veel figuren uit de middeleeuwen, half bezwerend, half vermakelijk. Als de figuren die je als decoratie ziet op Gotische kathedralen. Ze vertellen een verhaal, compleet met grimas.

Vergeet daarbij niet dat de inhoud van het boek met de restauratie ook beter onderzocht is. Niet alle informatie is voor handen, zo is er nog geen wetenschappelijke editie van dit middeleeuwse boek voor handen. De gebedenboeken hebben altijd op minder aandacht van de wetenschap moeten rekenen. Niet helemaal terecht.

Gebeden in volkstaal

De inhoud van het boek verraadt dat de gebeden allemaal in volkstaal zijn opgesteld. Een taal die Maria zich in de 10 jaar dat ze getrouwd is met de hertog, helemaal heeft eigengemaakt. Zo buigend over de teksten, merk ik dat ik teksten kan lezen. Zoals het gebed voor Reinoud, dat is geschreven na het overlijden van de hertog van Gelre en Gulik in 1423.

Dit les alle daighe.
Reyner van gulich ind
van gelre sich huden op
hevet . Negen engelen ich yn hu-
den bevele . Drie in sijne[n] weghe .
ind drie in sijnre steghe . ind drie
an allen eynde[n] .
(SBB-PK mgq42 f.391r)

Het geeft een glimp van de middeleeuwen, het gordijn valt even open. Omringd door allerlei voorwerpen uit deze tijd. Het Mariabeeld uit Renkum, maar ook de imposante gietijzeren kaarsenkroon uit de Walburgiskerk in Zutphen.

Een mensenleven van meer dan 600 jaar geleden lijk je even aan te kunnen raken. Heel bijzonder. Een bezoek aan Het Valkhof is dit meer dan waard, want het is alweer 3 weken geleden dat ik was, maar ik geniet nog elke dag na.

Meer lezen

11 november 2018

Kopjes geven - Sientje (43)

Sientje had niet veel belangstelling voor andere dieren. Wat hier de oorzaak van was, wisten we niet. Heel soms gebeurde het. Zoals bij een vriendin in Leiden. Ze werd helemaal wild van haar konijntje. Ze kreeg geen genoeg van de bak waarin het diertje zat. Het konijn lag te rillen in haar hok.

Sientje vond het konijntje erg interessant. Wat zou ze doen als we het konijn los lieten? Daar hadden we geen idee van. We hebben het maar niet getest. Voor hetzelfde geld kreeg ze ineens last van haar jachtinstinct.

Griep

Nog zo’n gebeurtenis waar we versteld van stonden. Misschien was het een koortsdroom. We hadden haar nog niet zo heel lang. Ik was naar Almelo gegaan met een flinke griep. Thuis in Leiden hield ik het niet uit, daarom was ik maar naar Inge gegaan. Vrijwel op hetzelfde moment kwam Inge thuis met dezelfde griep. Zo lagen we naast elkaar in bed met een flinke koorts. De koorts liep hoog op bij ons allebei. We hielden een wedstrijdje. Degene met de hoogste koorts mocht blijven liggen, de ander moest met Sientje lopen.

Zo liep Inge met Sientje, want de thermometer wees bij haar een halve graad lager aan dan bij mij. Ze liep het bermuda-rondje, want ze voelde zich heel beroerd. Zo kwam ze langs het grasveldje voor de oude Ambachtsschool en ging meteen weer terug. Op het grind voor de school zat poeslief een poes. Inge passeerde met Sientje. Sientje kwispelde en liep op de kat af. Inge vreesde het ergste. Maar de poes was blijkbaar honden gewend en gaf Sientje zelfs kopjes.

Kopjes geven

Het was een schattig gezicht en Sientje genoot van de aandacht. We waren dit helemaal niet van haar gewend. Zeker ook omdat ze zo gelaten de poes kopjes liet geven en zelf heel rustig bleef. Geen opwinding of onrust, maar een ontmoeting zoals katten onder elkaar doen. Het bevestigde onze stelling dat Sientje een halve kat was. Gek op de zon en kalm als ze een kat zag.

Inge vertelde het verhaal toen ze rillend van de koorts weer naast me in bed kroop. Ik was stiekem jaloers dat ik niet met Sientje was gaan lopen. De dagen erna zochten we tevergeefs bij het lopen naar de kat. Hij zat er niet meer en hij heeft er nooit meer gezeten. Het bleef bij deze eenmalige belevenis.

Helaas. Ik had het graag gezien hoe innig een hond en een kat kunnen zijn. Zeker ook omdat Sientje zo weinig om andere dieren gaf. Het zou niet alleen haar zelfvertrouwen een duwtje in de rug geven, maar ook ons vertrouwen in haar.

Lees het vervolg: Teckel en peuter, een maatschap »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

04 november 2018

Opruimer - Sientje (42)

De verminderde aandacht was niet zo erg voor Sientje. Ze genoot van het nieuwe huis en vond snel haar plekje. In de winter scheen de zon een heerlijk eind de woonkamer in. Dat er nog witte plavuizen lagen waarop je bijna uitgleed, deerde Sientje evenmin. Zij genoot van het zonlicht en legde zich uitgespreid te ruste. De ruimte was verder heerlijk. Het park was om de hoek en daar kon ze heerlijk rennen.

Tegelplein

In de tuin vond ze wat minder van haar gading. Achter het huis verrees een tegelplein waar een helikopter een mooie landingsplaats zou vinden. Het bestond alleen maar tegels waar een stukje groen niet te vinden was. Wij wilden het allemaal opknappen, maar er lagen nog teveel andere klussen in huis.

Pas bij het aanleggen van de schutting ruim 2 jaar later, zouden we de achtertuin aanpakken en er zelfs een kikkerpoeltje leggen. Niet dat dit Siens interesse trok. Elk dier, van vogel tot kat, liet haar onberoerd. Ze negeerde deze dieren, schonk er weinig aandacht aan. Ze wilde er hooguit op afstappen uit nieuwsgierigheid, maar dat stelden weer veel katten en vogels niet op prijs.

Maatje Doris

In huis was er wel een maatje: Doris. Het kleine meisje was best interessant en er viel altijd wel wat bij te halen. Als Doris aan het eten was, zorgde Sientje dat ze in de buurt was. Er was wel een onbewaakt ogenblik waarop ze kon inspelen.

Tijdens al die verbouwingen kropen de 2 vaak bij elkaar. Dan lag Sientje heerlijk in de nabijheid van onze dochter. Ook wisselden ze graag van stoel. Dan lag Doris in Sientjes mand, noodgedwongen, want Sientje had een plek gevonden op Doris’ wippertje. Of Doris vond er een genoegen in om in de bench van onze teckel te kruipen. Een gezellig holletje. Dat het er sterk naar hond rook, haalde haar eerder naar binnen dan dat het haar verjoeg.

Elke nieuwe kwast verf die over de muren en deuren ging, maakte het huis meer van ons. De geur van vorige bewoners en de leegstand van een halfjaar, verdween geleidelijk uit het huis. Zeker ook na de echte verhuizing en al onze spulletjes in het nieuwe huis stonden. En – last but not least – werd Doris steeds groter.

Junk af

Ze begon ineens zelf uit de borst te drinken en zo kickte de junk van de moedermelk af. Het was niet meer overal te vinden. Hooguit in een spuugdoekje, die ze dan meteen half verslond. Sientje vond wel weer nieuwe gelegenheden om eten te vinden. Daar hoefden we ons geen zorgen over te maken. Doris kreeg steeds meer vast voedsel en liet dan genoeg vallen om op te likken. Een kaakje was altijd een feest, want de stoel van Doris kreeg meer eten binnen dan Doris. Sientje verzorgde na afloop altijd dat de troep keurig werd opgeruimd.

Lees het vervolg: Kopjes geven »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

28 oktober 2018

Minder aandacht - Sientje (41)

Best lastig om met een kind genoeg aandacht aan je teckel te geven. Of je leeft met of zonder een kind in huis, er is een groot verschil hoe je omgaat met je hond. Bovendien brak bij mij na de geboorte van Doris een tijd van onzekerheid aan. Ik raakte mijn baan bij de krant kwijt. Na twee jaar werkervaringsplek en een interne opleiding tot journalist was er geen plek voor mij bij het krantenbedrijf. Uiteindelijk vond ik een baan in Amersfoort bij een instelling waarbij het mij erg lang onduidelijk was, wat ze precies deden.

Het werk dat ik gevonden had, stelde wel als eis dat ik in de nabijheid van Amersfoort zou gaan wonen. Op zich had ik daar weinig bezwaren tegen. Zeker ook omdat we een paar dagen voor ik hoorde dat ik aangenomen was, een ernstige bedreiging van de buurvrouw hadden gehad. De buurvrouw die Sientje zo liefdevol had opgevangen toen Coby zichzelf en Sientje buitengesloten had, was verhuisd. Nu woonde er een buurvrouw die zich elk weekend meerdere gaten in de kraag dronk. Ze leefde op ruziënde voet met haar puberende zoon. Zeker in de nachten dat ze dronken thuiskwam leidde dit tot kabaaltaferelen.

Dit zorgde er ook voor dat we hier niet te lang wilden blijven wonen. We kregen de mogelijkheid om te verhuizen. Dat moesten we met beide handen aangrijpen en dat deden we ook. Nog geen 3 maanden nadat ik in Amersfoort begonnen was, verhuisden we naar Almere. De lange ritten van ruim anderhalf uur naar mijn werk in Amersfoort braken ook aardig op.

Ik was blij iets dichterbij een leuk huis te hebben gevonden. Al ontdekte ik snel dat het iets dichterbij toch een aardig eindje uit de buurt lag. Ik deed er alsnog meer dan een uur over om na het dichttrekken van de voordeur, achter mijn bureau te kunnen schuiven.

Sientje onderging de hele verhuizing, het bezichtigen van het huis en de uiteindelijke koop gedwee. Op de dag dat we het huis kochten, gingen we gelijk naar het nieuwe huis, braken het nep-haardje uit de woonkamer en deden nog wat kleinigheden, waarna we terugreden naar Almelo. We hadden Sientje daargelaten. Het zou vooral hinder zijn om haar mee te nemen en je laat je hond niet meer dan een uur achter in een parkeergarage bij strenge vorst. Want het vroor hard op die dag in februari dat de overdracht was.

De wandelingen met Sientje waren in het nieuwe huis ook niet veel verder dan in het oude huis. We vonden een vergelijkbaar rondje. De bermuda-driehoek in Almelo liep ik ’s avonds ook alleen, want het kleine kindje lieten we niet graag alleen in huis. Voor hetzelfde geld gebeurde er iets in die vijf minuten dat we met Sientje liepen. We voelden ons erg verantwoordelijk. Met Doris was er een nieuwe zorg bijgekomen en we namen dat erg serieus.

De periode die daarna aanbrak was een tijd van heel hard werken. Maanden werkten we aan het huis. Onderwijl de boel inpakkend in Almelo. Vanaf de dag dat we voornamen om te gaan verhuizen, verzamelde ik al bananendozen en pakte ik al de boeken in die door het hele huis verspreid stonden. Zo werkten we een beetje in het vooruit. Ook omdat aan het nieuwe huis erg veel moest gebeuren.

Het huis was aardig uitgeleefd en vroeg om iets meer dan een likje verf. Daarbij waren we druk in de weer met het uitzoeken van een nieuwe keuken. Het was erg veel werk dat moest worden verricht. Sientje kreeg minimale aandacht. Doris, het nieuwe werk en het huis schrokten alle aandacht op.

Lees het vervolg: Opruimer »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

26 oktober 2018

Redmond O'Hanlon, Almere en de groene stad

De 3e stadsschrijver in Almere, Redmond O’Hanlon, heeft 3 jaar in Almere doorgebracht. Na Stephan Sanders en Renate Dorrestein, is ook het resultaat van zijn verblijf een boek: De groene stad. Na zijn beroemde tochten door Borneo, Zuid-Amerika en Congo, was Almere aan de beurt. Dat schept hoge verwachtingen.

De stad en het groen

Het boek is vorige maand gepresenteerd; ik was bij de presentatie. Hier veel aandacht voor de bijzondere kant van de stad, het groen en de archeologie. Blijft bij mij wel de vraag steken wat hij echt van Almere vindt. Het schippert een beetje tussen walging en respect. Het is natuurlijk ook een beetje wiens brood ik eet, wiens woord ik spreek.

Buiten dit valt mij het resultaat De groene stad tegen. Het boek blijft heel getrouw aan de gesprekken die de Britse natuurschrijver heeft gehad met Almeerders. Het blijft bij deze droge opsomming en weergave van de gebeurtenissen. Zeker O’Hanlon doet enkele pogingen om geleerd over te komen. Zo citeert hij meermaals zijn landgenoot Ebenezer Howard (1850 – 1928) die aan de basis staat van Almere met zijn visie op stedenbouw.

Satellietstadjes

Howard is een voorstander van een stad met eromheen kleinere, grotendeels onafhankelijke satellietstadjes. Precies hoe Almere is opgebouwd in zijn verschillende stadsdelen, Almere Stad, Almere Poort, Almere Buiten, Almere Haven en Almere Hout. Het aantal keer dat O’Hanlon hem aanhaalt, is tot vervelens toe. Zo belangrijk is Howard ook weer niet voor Almere. Het lijkt meer te wijzen op Britse trots van de schrijver.

Boven alles mis ik het verhaal. Zijn de reisverhalen van Redmond O’Hanlon echte verhalen, in dit boek blijft het tot een droge opsomming van informatie. Ze krijgt niet de transitie die je wel vindt in de oude verhalen. Het brengt mij bij het schokkende feit dat O’Hanlon bij zijn reis op de Beagle al verklapte: hij kan niet meer schrijven.

Dat vind je ook terug in De groene stad. Een mooi promotieverhaal voor Almere, maar je mist het verhaal dat O’Hanlon ervan maakt. Hij maakt er geen verhaal van en laat het over je overkomen als een stortvloed van VVV-weetjes. Geen origineel idee en helemaal geen verhaal.

Beginnen bij het begin

Want waar zou je de speurtocht naar de Almeerder beter kunnen beginnen dan bij het begin? De oorsprong waarvan de laatste jaren – en ook in de periode dat Redmond in Almere woonde – veel nieuwe informatie is bijgekomen. Het is vrijwel zeker bijvoorbeeld dat hier neanderthalers geleefd hebben.

De vondst van vuursteentjes en verbrande hazelnootjes wijst op mogelijk verblijf van neanderthalers. Of de vondst van het visfuik in Almere Poort wat duidt op menselijke activiteit ver voordat in Engeland Stonehenge werd opgericht. Ingrediënten voor een verhaal waarbij je fantasie op hol slaat, maar bij Redmond O’Hanlon blijft het heel stil.

Grote verwachtingen

Zeker, het zijn de verwachtingen die je misschien hebt van een schrijver, zeker bij een begenadigd schrijver als O’Hanlon. Maar De groene stad laat zich op geen enkele manier vergelijken met deze werken. Heel jammer, maar buiten het feit dat je kunt twijfelen of O’Hanlon hier nog toe in staat is, heeft hij mogelijk minder affiniteit met Almere dan hij zou willen.

Iemand die de ene keer Almere de verschrikkelijkste plaats op aarde noemt en de andere keer dat afdoet met een journalist die hem verkeerd geciteerd heeft. Buiten het feit dat dit verhaal mogelijk nog veel interessanter zou zijn, is het jammer dat O’Hanlon zich er zo makkelijk van afgemaakt heeft.

Redmond O’Hanlon: De groene stad. Vertaald en bewerkt door Rudi Rotthier. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2018. ISBN: 978 90 450 3080 7. 160 pagina’s. Prijs: € 18,99. Bestel

21 oktober 2018

Moedermelkjunk - Sientje (40)

Sien had niet alleen last van de komst van de mensenpup in huis. Voornamelijk profiteerde ze er vooral van. Zo ontdekte ze snel dat mensenmelk erg lekker is. Soms wist ze een beetje afgekolfde melk te pakken te krijgen. Het werd vol overgave opgelikt. Het liefst likte ze het voorwerp waar het in of op lag mee op. Doris had moeite met het drinken uit de borst, waardoor Inge veel moest kolven. Zo zwierven in huis snel allerlei potjes en flesjes met verse moedermelk.

Sientje was gek op al die melk en likte het met liefde op. Net als de voorwerpen in de nabijheid van de melkgevende borsten. De opvangdoekjes die op de tepel de kleren voor plotselinge reflexen moesten behoeden, verdwenen regelmatig in Sientjes bek. Ze likte ze uit, maar verschalkte dikwijls ook grote delen van de kleedjes zelf.

Het vele kolven vroeg om een stevig kolfapparaat. We schaften een groot, zwaar apparaat aan. Dat in een speciale rugzak was ingebouwd. Aan de voorkant zat een grote plastic beschermplaat waarin de buisjes verdwenen om de melk ritmisch aan te zuigen en in het flesje te laten druppelen. Elke borst eentje. Het apparaat maakte een flinke herrie tijdens het pompen en meerdere keren per dag zat Inge aan het kolfapparaat.

Op een dag lieten we het apparaat onbeheerd op een bereikbare plaats staan. Dat hebben we geweten. Bij thuiskomst zagen we meteen dat moedermelkjunk Sientje druk in de weer was geweest met het kolfapparaat. Ze had vakkundig de beschermplaat aan de voorzijde eraf gekregen en helemaal aan gort gekauwd. Het apparaat was onbruikbaar en vakkundig onklaar gemaakt. Vergetend dat daarmee de melk ook niet meer beschikbaar zou zijn.

Natuurlijk gebeuren zulke dingen midden in een verhuizing en we waren net in Almere. Snel nam Inge contact op met een lactatiekundige in de buurt. Zij had gelukkig precies die kolfmachine liggen als demonstratiemodel. Ze schroefde de beschermplaat los en wij konden weer de moedermelk vrijpompen.

Sientje liet zich niet ontmoedigen door alle reparaties en bijbehorende vermaningen. Zij sloopte rustig door. Er zijn flink wat flesjes en zelfs dure spenen gesneuveld. Zodra ze de kans kreeg, taste ze toe en dat ging niet op een lichtzinnige manier. Ze gedroeg zich zoals elke verslaafde die het moeilijk krijgt als hij drank of drugs in zijn nabijheid heeft, maar er niet aan mag komen. Dan gaat het met geweld.

Lees het vervolg: Minder aandacht »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

14 oktober 2018

Mensenpup - Sientje (39)

Thuis bevallen leek ons wel heel bijzonder. Om zo in je vertrouwde omgeving, met Sientje erbij, het nieuwe leven te begroeten. Want hoe laat je je hond kennismaken met het nieuwe lid van de roedel, de mensenpup. Aangezien we thuis zouden zijn, zou Sientje het ook allemaal meemaken. Een betere introductie kon je je niet wensen.

Vanwege het ontbreken van stromend water boven, moest er beneden een bed komen te staan. We haalden het ziekenhuisbed weer op bij Inges moeder. Het kwam uit onze logeerkamer, maar onze logees moesten het sinds de inrichting van het babykamertje volstaan met een opklapbed in de studeerkamer. Het ziekenhuisbed was naar Inges moeder gegaan. Inge deed in de laatste weken al haar middagdutje op dit bed dat we op de hoge stand hadden gezet. Verder vond Sientje het erg lekker om daar te liggen. Alles was klaar om de baby ter wereld te laten komen.

Na een paar dagen weeën stak de verloskundige de vliezen door. Zo ontdekten we dat de baby in het vruchtwater had gepoept, waardoor we halsoverkop naar het ziekenhuis moesten. Ik vroeg snel aan de buurvrouw of zij Sientje ’s avonds wilde uitlaten. ‘We moeten naar het ziekenhuis voor de bevalling’, zei ik snel. Ze begreep het. Het huis dat we achterlieten was een puinhoop. Drie dagen rondlopen met weeën en het vruchtwater op het kraambed midden in de kamer.

Het zag er allemaal niet schoon uit. Maar we moesten onmiddellijk weg. We konden niet eerst de boel opruimen, daarvoor was de situatie te urgent. We waren allang blij dat ze niet met een ambulance hoefde te worden afgevoerd en we met onze eigen auto konden gaan. Achter de verloskundige aan reden we die Bevrijdingsdag naar het ziekenhuis.

We waren wel een beetje teleurgesteld. Want we hadden ons erg verheugd op de geboorte van ons kind thuis. In onze eigen vertrouwde omgeving met Sientje erbij. Dan kon Sientje meemaken hoe het gezin een nieuw lid erbij kreeg. Het mocht niet zo zijn. Wij moesten halsoverkop naar het ziekenhuis. En de gezondheid van de baby ging voor alles.

De bevalling duurde nog lang, maar ver na middernacht werd het kind geboren. Een meisje, Doris. We waren helemaal gelukkig en na nog enkele flinke complicaties mocht Inge uren later eindelijk naar bed. Ik kreeg als kersverse vader te horen dat ik nu naar huis mocht gaan. Midden in de nacht en ik kon gaan. De auto stond nog op de noodplek. Ik haalde het plastic weg aan de kant van de bijrijder. Daar had Inge gezeten en reed naar huis.

De zon kwam al op toen ik ons straatje binnenreed. Ik kwam binnen zag de troep en een enthousiaste Sien. Ik liep even snel een rondje met haar. De bermuda-driehoek zoals wij dat noemden, naar het eind van de straat. Daar kon je om een stukje gras lopen en keerde je zo weer terug naar huis. Het rondje behelsde niet veel meer dan een meter of tweehonderd. Voor Sientje was dat ruimschoots voldoende voor een plas en een poep. Dan keerde ze vol enthousiame om. Zeker met regen, want met regen wilde ze snel terugzijn. De late thuiskomst zorgde ervoor dat Sientje ook nu snel werd uitgelaten. Daarna probeerde ik snel nog wat te slapen.

Dat ging slecht en een paar uur later belde ik de familieleden om te vertellen dat we een dochter gekregen hadden en dat ze Doris heette. Het duurde lang voordat de klok half negen liet zien, het tijdstip dat ik weer naar het ziekenhuis mocht. Ik liet Sientje snel uit en verdween weer in de richting van het ziekenhuis. Alleen het kraambed had ik snel ontdaan van de natte opvangdoeken. Ik wilde zo snel mogelijk weer terug zijn bij mijn lief en het nieuwe leven dat die nacht was geboren.

Het was nog even heel spannend of ze naar huis mochten, maar uiteindelijk mochten ze toch met mij mee. Helemaal blij en gelukkig stapten we in de auto. Onwennig reed ik met het kindje voorin en mijn lief achterin. Dat hadden we toch mooi voor elkaar gekregen. We waren weer bijna thuis. Zo stak ik de sleutel in het slot, de Maxicosi in mijn hand. Sientje begroette ons en keek nieuwsgierig naar mijn bagage.

Ik zette de mensenpup in de Maxicosi op de grond neer, vlak voor haar. Ze ging ervoor zitten. Ik bleef rustig, maar wel binnen bereik om in te grijpen als het mis zou gaan. Een spannend moment. Sientje keek aandachtig naar het kleine wezentje. Ze zag de vingertjes bewegen. Ze gromde zachtjes, geen raad met deze situatie wetend. Maar ik pakte een voetje van Doris en liet Sientje ruiken. Voorzichtig schoof het neusje in de richting en rook. Ze rook de geur van het nest en begon zachtjes te kwispelen. Het was goed.

Daarna lieten we haar overal bij. Ze mocht ruiken, soms even likken en ook mocht ze bij ons op de bank kruipen. We merkten zelf wel dat onze aandacht voor Sientje verminderde. De aandacht van zo’n klein baby’tje vraagt genoeg energie van je. Sientje moest er wel aan wennen, maar we betrokken haar bij alles, om zo de aandacht te geven en te voorkomen dat ze jaloers werd. Alles was anders geworden. Ook voor Sientje.

De komst van het nieuw roedellid, zorgde er voor haar voor dat ze veel waakser werd dan voorheen. Vreemden mochten niet te snel te dicht in de buurt van onze pup komen. Dan vloog ze blaffend en grommend op hen af. Het zorgde soms voor een beet in de knie. Dan stond ze blaffend voor iemand en hapte ze tijdens het blaffen in de knie. Of het nu door het blaffen kwam of bewust was, durf ik niet te zeggen. Maar de roedel werd beter bewaakt dan ooit. Dat stond als een paal boven water.

Lees het vervolg: Moedermelkjunk »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

07 oktober 2018

Veluwe - Sientje (38)

Er zit een breekpunt in het verhaal van Sientje. Het leven dat voor ons sinds die datum voor altijd veranderd is. We hadden Sientje 4 jaar toen Inge zwanger werd. Dat betekende een grote verandering in ons leven. Het begon al met de huwelijksreis in Barcelona, waar Inge net zwanger ’s ochtends misselijk op de bus wachtte.

Het lopen viel haar steeds zwaarder, waardoor het vertrouwde ommetje dat we ’s avonds altijd maakten, een wandeling voor mij alleen werd. Ook liepen we niet meer de wandelingen in de omgeving bij Delden of de molen van Bels. Ik was begonnen met hardlopen en liep zo langzaam aan steeds minder ver met Sientje. Niet dat ze dat erg vond. Ze vond luieren op de bank veel plezieriger. De rollen veranderden.

We voelden dat alles anders zou worden. Daarom trakteerde ik Inge in februari nog op een weekendje op de Veluwe. Gewoon als cadeautje en om voor de laatste keer te genieten dat we nog met zijn tweeën waren. We werden ouders en straks zou alles anders zijn. Daarom gingen we een paar dagen naar de Veluwe. We namen onze intrek in het hotel waar het Nederlands elftal ook vaak trainde, bij Hoensbroek.

Ik had bij de reservering gevraagd om een kamer beneden omdat Inge veel last had van de bekkeninstabiliteit. Ook zou het makkelijker zijn met de hond. We waren heel blij dat we er met een hond in mochten. Het avontuur in het hondenhotel wilden we Sientje niet zo snel weer aandoen. Daarom namen we haar mee. De kamer die we kregen toegewezen was uiteraard niet beneden. We moesten een stalen wenteltrap op omhoog. Inge had er veel moeite mee, niet alleen haar bekkeninstabiliteit speelde hierbij parten. Ook haar hoogtevrees maakte het niet makkelijker.

Ik vond al snel een plekje om lekker te kunnen hardlopen en lopen met Sientje. Het zwembad viel erg tegen. Het was klein en vooral ijskoud. Iedere bezoeker leek het daarmee eens te zijn. De weinige mensen die ik de eerste avond een duik zag nemen, kwamen er nog sneller uit dan ik. Maar de bij de prijs inbegrepen maaltijden waren heerlijk en we wisten ons heel aardig te vermaken.

Omdat het hotel midden in de Veluwe lag, maakten we ook een uitstapje naar het Kröller-Möller. Niet alleen kijken naar de herten, maar ook genieten van de kunst. Onderweg keken we uit naar de burlende herten. We zagen een groepje edelherten op één van de uitzichtpunten. Het vroor dat het kraakte, maar er lag geen sneeuw. Voorzichtig reden we over de wegen in het natuurgebied. Het was best druk in de voorjaarsvakantie.

We parkeerden de auto een eindje van het museum af en moesten een aardig stukje lopen. Sientje lieten we in de koude auto achter. Een dekentje bij de hand. Ze keek ons na door het achterraampje. Een hond kon je in de winter wel achterlaten, zelfs als de voorjaarszon flauwtjes op de auto brandde.

In de hotelkamer genoot ze van de mogelijkheid om op bed te springen. Als we er niet in lagen, lag zij er wel op. We maakten niet meer de grote wandelingen van weleer. Ik liet haar bij Inge achter als ik ging hardlopen. In het bos hoefde het van haar allemaal niet zo ver. Zo luierde ze meer en meer. Ze begon een oud hondje te worden. Op bed sliep ze alsof ze nooit anders had gedaan. En wij genoten van deze laatste vakantie samen.

Lees het vervolg: Mensenpup »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

30 september 2018

Vrienden - Sientje (37)

Sientje had weinig met andere honden. Ze reageerde er soms zelfs een beetje knorrig en agressief op. Niet dat ze de andere hond greep, maar ze kon wel stevig van zich afblaffen. In het park hadden andere honden meer interesse in haar dan zij in hen. Die andere honden trokken zich er weinig van aan, maar Sientje liep in het gunstigste geval gewoon van ze weg. Of ze bleef ongeïnteresseerd staan.

Hoogstens kon een andere teckel haar aandacht trekken, maar vaak liet ze ons gewoon staan en bleef stoïcijns aan de andere kant van ons zitten. Zover mogelijk van de andere hond vandaan. Die andere hond begreep dat meestal wel en ging bij zijn baas zitten op veilige afstand van onze rare Sien.

Niet veel honden

We hadden niet veel kennissen met honden. In de familie liepen er eveneens geen honden rond. Die kwamen pas later toen mijn ouders een hond namen. We namen Sientje mee naar iedereen en mensen met honden konden ook gerust komen. Niet dat die honden veel aan Sientje hadden. De hond van een vriendin kreeg eveneens weinig aandacht. Van wanhoop pieste hij maar tegen de verrijdbare poef aan.

De grote uitzondering is een andere kennis. Zij had 2 labradors, een blonde en een zwarte. De blonde labrador was de oudste. Deze oude dame was een keer een dagje te gast en haalde bij Sientje het bloed onder de nagels vandaan. Amber stapte binnen, incasseerde alle botjes in huis en ging bij haar nieuwe bezit zitten. De houding die ze daarbij aanhief, was er eentje van: van mij en jij zegt er niks van.

Opzichtig langs elkaar

Sientje begreep de niet uitgesproken woorden overduidelijk en ging in een hoekje zitten. De rest van het oppassen bestond uit twee honden die opzichtig langs elkaar liepen, waarbij Sientje haar bezit op tactische wijze probeerde terug te winnen. Zonder resultaat overigens.

De grote verrassing kwam die avond. We brachten Amber naar huis. Ze zaten rustig achterin de auto en lieten elkaar verder met rust. We kwamen bij de kennis aan en lieten de honden ook binnen. Zij had nog een andere labrador, een zwarte. Deze hond Nora, vond Sientje wel erg leuk. Ze rende achter haar aan. Sientje moest er aanvankelijk niet zoveel van hebben en rende weg. Daarna werd het een vrolijke boel in huis.

Hollen en buitelen

Nora en Sientje holden en buitelden achter en over elkaar heen. Nora maakte er snel een spelletje van. Ze rende achter Sientje aan, waarna ze in de keuken elkaar tegenkwamen en weer verder holden. Tot ze even wat langer wegbleven. En ineens stormde Nora de kamer binnen met Sientje op de hielen. Een heel komische situatie, ook omdat Sientje eerder wegliep dan achtervolgde. Voor het eerst leek het of Sientje toch wist wat spelen was.

Met mensen had Sientje eveneens weinig. Als ze op haar plekje op de bank zaten, wilde ze haar plek komen opeisen. Dat leverde een keer een verrassende ontdekking op. Vrienden van Inge kwamen een avondje televisie kijken. Ze namen met z’n drieën plaats op de bank, naast elkaar. Sientje zat aarzelend voor de 3 volwassenen die de hele bank in bezit namen. Ze kon het duidelijk niet uitstaan. Ze werd van herhaaldelijk van harte uitgenodigd. Sientje bleef aarzelen. Tot ze ineens de sprong waagde. De rest van de avond heeft ze heerlijk bij ze op schoot gezeten.

Lees het vervolg: Veluwe »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

23 september 2018

Sienepien op de foto - Sientje (36)

In het buurtje waar wij in Almelo woonden, waren maar liefst 2 dierenwinkels binnen loopafstand van ons huis. Als we er bij de wandeling langsliepen, dook Sientje meteen op de bak met koekjes die bij de ingang stond. Ze graaide snel een flinke hoeveelheid koekjes uit de voerbak en schrokte ze de volgende meters lopen op. Ze wilde altijd meer hebben, maar daar gingen we niet op in. Er zaten grenzen aan het snoepen.

We hadden een goede relatie met die dierenwinkel. De andere stond er vrijwel naast, alleen een bloemenwinkel zat tussen de 2 dierenwinkels in. Bij die andere kwamen we alleen voor een aanbieding of als onze dierenwinkel niet had wat we zochten. De andere dierenwinkel had een grote parkeerplaats voor de zaak. Ook ontbrak er een voerbak met koekjes bij de ingang. Onze eigen winkel had gewoon meer sfeer en deed meer aan klantenbinding.

Foto insturen

Zo kon je een foto van je hond insturen. Die foto kreeg een mooi plekje achter de kassa. Wij stuurden een foto van Sientje waar ze op de bank zat en heel eigenwijs in de richting van de camera keek. De blik was de helft van de foto, de andere helft van de aantrekkingskracht was dat ze niet zolang ervoor geplukt was. Ze zag er gewoon heel mooi uit. We gaven de geboortedatum van de hond door, waarna we elk jaar op haar verjaardag een kaart in de bus kregen.

We hadden Sientje nog niet zo lang of er kwam een speciale hondenfotograaf langs. Precies op mijn vrije dag was hij er. Zodoende mocht ik met de hond naar de dierenwinkel. Ze at zich eerst uitgebreid aan de bak met koekjes bij de ingang. Binnen in de zaak zwierven ook genoeg brokken en koekjes die uit de voorraadbakken waren gevallen. Genoeg om te eten dus. In een hoekje van de kleine winkel zat de fotograaf. Een Amsterdammer, en dat valt onmiddellijk op in Almelo.

De hond mocht zitten op een wit laken. De fotograaf probeerde ze in een zo leuk mogelijke stand op de foto te krijgen. Niet bij elke hond ging dit even makkelijk. We hadden ons voor een bepaald tijdstip opgegeven, maar ik moest nog even op mijn beurt wachten. Er waren aardig wat kandidaten. De fotograaf liep een beetje uit. Een grote herdershond moest op de foto met een jongetje. Het dier wilde niet gaan zitten. De jongen kreeg het niet voor elkaar, wat hij ook deed. De fotograaf maakte rare geluiden en deelde koekjes uit. Het hielp weinig.

Sienepien

Eindelijk was het mijn beurt. Ook Sientje liet zich niet zo verleiden. Ze wilde niet gaan zitten en liep telkens naar de fotograaf toe als hij een raar geluidje maakte. Hij probeerde haar te verleiden met ‘Sienepien’, op zijn Amsterdams uitgesproken. ‘Sienepien’, riep hij terwijl hij door zijn camera in haar richting tuurde. Hij kreeg haar niet in beeld zoals hij gewenst had, maar we wisten haar toch zo voor de camera te krijgen.

Hij klikte precies op het moment dat ze overeind kwam om het koekje in ontvangst te nemen. Een onmogelijke foto, maar de fotograaf leek tevreden. Het was nog in het tijdperk voordat foto’s digitaal werden gemaakt. Het zou mij benieuwen wat hij ervan gebakken had. Ik vreesde het ergste. Dieren fotograferen is ontzettend moeilijk. Deze fotograaf scheen volgens de eigenaar van de dierenwinkel één van de weinige in Nederland te zijn, die het ook nog aardig kon.

Ik was niet thuis op het moment dat de foto’s afgedrukt waren, maar een paar weken later haalde Inge ze op. Ze ging even naar de dierenwinkel voor een boodschap, had Sientje bij zich en de verkoper zei: ‘Hé, jou heb ik al gezien vandaag. Op een prachtige foto.’ Hij liet de foto’s zien en Inge was verkocht. Ze zat er prachtig en heel uitdagend op. Met de nieuwsgierige blik van een teckel. Ze kwam iets naar voren – tegen de bedoeling in – maar het maakte foto heel sprekend.

Helemaal verkocht

Inge was helemaal verliefd op de foto en schafte meteen het hele pakket foto’s aan. Dat het bijna twintig euro kostte, vergat ze even. Dat was ook de verleiding, je kreeg 1 foto gratis van de dierenwinkel en de rest kon je erbij kopen. Het jaar erop kwam de fotograaf weer en kochten we weer het hele pakket. Nog een jaar later, was er voor ons de lol vanaf. Het werd teveel van hetzelfde. Daarom namen we toen alleen de gratis foto op.

Die allereerste fotoserie is nooit meer overtroffen. Zo prachtig als ze daar op staat, zo mooi hebben we haar nooit meer op de foto gekregen. Misschien zit het geheim erin dat ze precies overeind kwam op het moment dat de fotograaf klikte. Een actiefoto.

Lees het vervolg: Vrienden »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

16 september 2018

Geen bot te groot - Sientje (35)

Sientje was nog niet zo lang bij ons en we reisden stad en land af met onze teckel. Bij vrienden en kennissen liep ze de deur plat. Ongelukjes achterlatend en nieuwe dingen ontdekkend. Zo namen we haar eens mee naar het zomerhuis van een vriend in Giethoorn. Het was eigenlijk niet zijn vakantiehuis, maar het vakantiehuis van zijn opa. Een indrukwekkende boerderij aan het kanaal, met een overweldigend rieten dak.

Zomerhuis

We bezochten mijn studievriend in het zomerhuis van zijn opa. Het was mooi weer, ik denk zo’n voorjaarsdag nog buiten het toeristenseizoen. Hij zat buiten in de tuin en we kwamen bij hem zitten. Ik hield Sientje dicht bij mij. ‘Je kunt haar wel loslaten hoor’, zei mijn vriend. Ik vertrouwde het niet. ‘De tuin is helemaal afgesloten, ze kan nergens heen.’ Hij had gelijk. Aan de ene kant was alleen water en voor de andere kant moest ze helemaal om het huis heen. Ook kwamen in dat stukje Giethoorn geen auto’s. Inge vond het ook een goed idee. Zo zaten we daar en lieten Sientje los.

Ze bleef bij ons in de buurt, snuffelde heerlijk rond maar verdween stapje voor stapje uit ons zicht. ‘Waar is ze nu?’ vroeg ik. ‘Ik denk dat ze naar achteren is’, zei mijn studievriend. ‘Ze kan daar nergens heen.’ Ik vertrouwde het toch niet helemaal. Ook omdat ze wegbleef. Ik liep naar achteren; geen Sientje. Ik kwam terug en vertelde dat ze weg was. Gelijk liep ik door naar de voorkant van het huis. Onderwijl riep ik Sientje.

Bed viooltjes

Nee, ze was niet op het pad dat voor het huis liep. Ze kon onmogelijk door het hekje. Ik liep verder naar opzij en speurde langs het pad. Mijn studievriend stiefelde langs mij. ‘Vreemd’, zei hij. Ze kan nergens weg. Ik riep haar en ontdekte dat ze bij de buren in de tuin liep, dwars door het perkje met viooltjes. Ik stapte over de heg, knielde bij het bed viooltjes en trok haar daar vandaan. Niet dat ze bewust weggelopen was. Het was haar nieuwsgierigheid geweest die haar hier naartoe lokte. We probeerden het nog een keer, maar ze werd steeds aangetrokken tot het bed viooltjes van de buurman. Zodoende hielden we haar de rest van het bezoek maar vast aan de lijn.


In het zomerhuis gingen we later even zitten. Daar ontdekte Sientje de mand en het grote bot van de hond die hier ook weleens kwam. De forse airedaleterriër wist goed raad met deze gigantische botten van runderhuid. Sientje rook eerst kritisch aan het immense bot, pakte het op en liep ermee weg. Onderwijl wankelde ze door het grote gewicht van het bot. Maar ze ging er eens goed voor zitten en begon te kauwen aan het bot dat veel te groot voor haar was.

Geen bot te groot

Ze genoot van het bot en aan het eind van de middag was het bot een flink stuk kleiner. We hoefden dus echt niet altijd van die kleine botjes voor haar te kopen, leerden we hier. Met een groot bot als dit – de grootste maat botten in runderhuid – wist ze heel goed raad en daar kon ze ook een paar weken langer mee doen dan met die dunne staafjes van nauwelijks een centimeter doorsnee waarop we haar normaal trakteerden.

Lees het vervolg: Sienepien op de foto »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

09 september 2018

Blaffen zonder onraad - Sientje (34)

Met de ontdekking dat Sientje wel degelijk kon blaffen, verdween meteen de stilte. Sientje bleek al snel een waakse hond te zijn. Ze bezat al spoedig het gedrag dat veel teckels hebben: blaffen om niks. Of tenminste: blaffen om weinig. Heel weinig en ook niet bepaald functioneel.

Het blaffen zonder onraad richtte tegen dingen die buiten gebeurden. Liep er iemand langs het huis, belde er iemand aan of kwam er iemand onverwachts binnen. Allemaal evenveel reden om te gaan blaffen voor Sientje. Gelukkig kreeg ze in Almelo niet zoveel kans.

Aan de straatzijde hadden we vitrage hangen, wat veel langskomend verkeer dempte. Achterom gebeurde niet zoveel. Kreeg ze echter de mogelijkheid dan barstte een luid geblaf los. Met weinig zin overigens. Het was vooral een ergernis voor ons.

Het blaffen escaleerde geleidelijk steeds meer in een werkelijk blaffen om niks. Na de verhuizing naar Almere blafte ze om elk wezen dat langs het huis liep. De vitrage was weg en aan de voorkant van het huis gebeurde veel. Elke beweging registreerde ze zorgvuldig met een blaf. Ze kon heel goed blaffen. Op sommige dagen als de pet niet goed stond, dan zette het blaffen door en veranderde in mosteren. Ze kon dan bijna niet stoppen.

We namen Sientje altijd overal mee naar toe. Wanneer we bij mijn ouders gingen logeren of gewoon een dagje waren, zorgde de onbekende omgeving voor genoeg onraad om te moeten blaffen. Bij mijn ouders was er een grote favoriet: de klok.

De klok die elk halfuur met een klap op de bel afgaat en om het hele uur het aantal uren aftelt, zorgde bij haar voor heel veel ergernis. Een bezoek aan mijn ouders was daarmee een ramp. Ze blafte elk hele en halve uur bij het klinken van de bel in de richting van de klok. Luid blaffend stond ze daar dan, nauwelijks te kalmeren.

Bij een logeerpartij ging het de hele dag door, maar wanneer wij ’s avonds naar bed gingen en haar achterlieten in de bench in de woonkamer, bleef het opvallend genoeg doodstil. Alleen zodra er iemand beneden was, sloeg ze aan het blaffen als de klok daartoe aanleiding gaf.

Het echte grote verschil was als wij weggingen en Sientje achterlieten. Ze ging dan de bench in en kwam er niet meer uit. Als mijn moeder haar wilde uitlaten, moest ze Sientje uit de bench trekken. Ook was ze doodstil als de klok sloeg, maar zodra wij weer terug waren, sloeg ze keurig aan met de klok. Zelfs het tikje dat de klok gaf vlak voor hij het uur sloeg, ontsnapte niet aan haar aandacht. Ze zat al helemaal klaar in de startblokken om even later te blaffen.

De ervaring met de hond die niet te vermurwen was, had onze buurvrouw ook. We lieten Sientje weleens uitlaten door onze buurvrouw Annie. Ze was heel lief met het beest, maar zodra ze binnenkwam, schoot Sientje voor haar weg. Annie loste het op door wat kaakjes mee te nemen. Die gaf ze dan aan Sientje, dan greep ze haar en zette haar vast aan de riem voor de uitlaatronde. Het eten dat ze soms erbij kreeg, verdween eveneens gelijk in haar maag.

Een gebrek aan vertrouwen in andere mensen. Ze was heel sterk aan ons gehecht. Dat merkten we nog veel meer toen we een kind kregen. Onze dochter moest beschermd worden. Wanneer een onbekend in de buurt kwam, was ze niet goed voorspelbaar. Ze sprong dan op de ander al blaffend af. Zo greep ze eens – per ongeluk – een kennis van mijn ouders die bleef stilstaan terwijl ik onze dochter de luier verschoonde.

Vreemde mensen moesten bij binnenkomst niet stoppen voor de blaffende Sientje, maar gewoon doorlopen. Als ze stilstonden, dan blafte ze onverminderd door en hapte soms al blaffend en in de knie. Of dat dit bijten gebeurde bij het blaffen waarbij ze heel dicht bij iemand ging staan of dat het bewust bijten was, durf ik niet te zeggen. We adviseerden mensen gewoon door te lopen, want dan hield ze wel op. Stilstaan was een overgave, leek het.

Het overkwam zelfs mijn schoonmoeder. Ze kreeg Sientjes tanden in haar knie. Exclusief de hoektanden. Eigen schuld, dikke bult, vond ze zelf. Ik was het niet helemaal met haar eens. Maar we kregen het niet uit Sientje. Het nieuwe gezinslid maakte haar extra waaks. Mensen moesten uit de buurt van ons en ons kind blijven. De schade bij de kennis van mijn ouders bleef beperkt tot schrik. Al vond mijn vader dat wij onze hond niet goed opvoedden.

Lees het vervolg: Geen bot te groot »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

02 september 2018

Kasteelhond - Sientje (33)

Ruwhaarteckels zijn mooie jachthonden. Daarmee veroveren ze ook vaak de charme van kasteelheren. Baronnen, jonkheren, baronessen en freules, allemaal zijn ze gek op die kleine viervoeters op de korte pootjes. Het koningshuis heeft ook veel teckels versleten. Prins Bernhard had teckels en er is een foto de jonge Prins Friso met de ruwhaarteckel Arthus. De Duitse keizer Wilhelm is beroemd om zijn teckels, bij Huize Doorn liggen zelfs enkele van zijn teckels begraven.

Als je geen landgoed, maar wel een teckel hebt. Dan zoek je zelf de kastelen op. Met Sientje gingen we vaak uit wandelen in de omgeving van een landgoed zoals Twickel bij Delden. Heerlijk liepen we daar rond met onze teckel. Dan kwamen we soms ook adellijke heer of dame tegen die ons veel complimenten gaven over onze mooie teckel. Vooral ook omdat ze zo groot was. Sientje was niet alleen een lange teckel van precies één meter lengte van staart tot neus, ze had ook een enorme borstomvang van liefst 58 centimeter.

Haar formaat trok vaak de aandacht van voorbijgangers. Zo liepen we een keer bij Twickel en raakten we aan de praat met een dame. Ze had ook een teckel bij haar. Een jonge nog. De reu had de Friese naam Boukje gekregen. Het was een verkleining van Bouke, wat wel een mannennaam was. De vrouw droeg zo’n groene jagersjas en een fraai jagershoedje. Na wat gepraat over Bouke, Friesland en teckels, ging zij door de knieën om onze teckel wat beter te bekijken. Ze vond onze ruwhaar wildkleur teckel er namelijk heel mooi uitzien. ‘Zit er soms een De Lanzoo in?’ vroeg ze. ‘Dat zijn heel grote teckels.’

Inge die beter op de hoogte is van dat soort dingen, bevestigde dat onmiddellijk. ‘Inderdaad, er zit een De Lanzoo in de lijn van Sien.’ De ruwhaar-tak van De Lanzoo komt uit Hengelo en staat bekend om het grote formaat teckel. Sientje had dit formaat overgenomen en deze teckelliefhebber herkende daar onmiskenbaar de beroemde De Lanzoo-lijn in. Ze vertelde dat ze vroeger zelf een teckel had, een volbloed De Lanzoo. ‘Het zijn prachtige teckels’, zei ze. ‘Te herkennen aan het grote formaat.’ Daar had ze zeker gelijk in.

Terwijl we zo op de parkeerplaats bij Twickel stonden te praten voelde ik iets in mijn rugzak ploffen. ‘Wat zou het zijn?’ vroeg ik mij af. De tas drukte bij de knal echt in mijn rug. Het was ons een raadsel. Maar toen de vrouw weg was en we een foto wilden maken, opende ik mijn rugzak. Alles zat onder de frisdrank. We hadden fris in een plastic flesje gedaan. Door de warmte was de inhoud gaan uitzetten en plofte het flesje. Alles zat onder, inclusief onze fotocamera. We kregen het apparaat niet meer droog. Zelfs het filmpje was verwoest.

We kochten een nieuwe camera en spraken nooit meer met iemand over De Lanzoo-teckels. Wel kwamen we nog vaak adellijke mensen met de mooiste ruwhaar teckels tegen. Net als dat we overal de aandacht trokken, zelfs in plaatsen als Laren als we daar liepen met onze teckel. Net als dat we er nooit genoeg van kregen om overal rond te lopen met Sientje in de buurt van kastelen en landgoederen.

Het hoogtepunt is de voor de echte teckelliefhebber wel het landgoed bij Huize Doorn. Al mag je daar op veel plekken niet komen met je trouwe viervoeter. Heel jammer, want het is een plek waar je als teckelliefhebber en liefhebber van de geschiedenis graag bent. Midden tussen al die sporen van de keizerlijke teckels.

Lees het vervolg: Blaffen zonder onraad »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

26 augustus 2018

Park aan huis - Sientje (32)

We namen Sientje in huis met de kanttekening dat ze niet opgevoed was. Net als dat ze niet zindelijk was. ‘Ze heeft alleen in de kennel geleefd en niet in huis. Daarom moet ze nog leren hoe ze zich in huis moet gedragen. Ze is nog niet zindelijk.’ We probeerden haar zoveel mogelijk uit te laten en met behulp van beloningen buiten te laten plassen en poepen.

Dat ging de eerste dag gelijk al mis. Op het moment dat Inge iemand aan de telefoon had voor een bench die in de krant stond, stond Sientje midden op de vloerbedekking te poepen. De stress had het allemaal niet tot een mooie harde drol gehouden. De drol stonk enorm en was niet zo fraai gebonden om met een stukje keukenpapier op te pakken. We gaven het voer – Fokker Plus – hier de schuld van, maar waarschijnlijk was het een combinatie van omstandigheden.

Ze kreeg meerdere keren per dag gelegenheid haar behoefte te doen bij het uitlaten, maar het lukte niet altijd even goed. Zo waren we de eerste dagen flink bezig de boel op te deppen bij thuiskomst. Het had ook te maken met de manier waarop ze vroeger altijd werd behandeld. Ze kreeg het eten terwijl ze in de bak met zand stond waarin de honden uit de schuur ook hun behoeften konden doen.

Drollen

Dat hadden we ook gezien. In de uitlaatruimte stonden tussen de drollen de lege etensbakken en een bak met water. Als ze eten kreeg thuis, volgde na de laatste hap vrijwel meteen een drol. Zodoende probeerden wij de volgorde om te draaien. ’s Morgens lieten we haar meteen uit als we haar de bench haalden. Na het uitlaten kreeg ze haar eten. Het werkte best aardig.

Ook stelden we vaste uitlaattijden in: ’s morgens, aan het eind van de middag en ’s avonds. Hier volgden we een kennis die een baan had en ook op die manier haar honden een dag alleen kon laten. Eigenlijk is het een luxe om een hond zo kort na de ochtendwandeling alweer te trakteren op een ronde rond lunchtijd.

Zindelijk krijgen

Het kostte wat moeite om Sientje zindelijk te krijgen. De pogingen met de krant werkten zeer slecht. Het beste was om haar te belonen als ze buiten wat deed.

Een vriendin kwam in die tijd langs met haar labrador. De hond was vaker in het huis van Inge geweest, maar nog voordat Sientje bij ons kwam wonen. Het was een reu en hij stapte binnen. Maar keek al snel onwennig om zich heen vanwege die vreemde snuiter die hier nu ineens liep. Bovendien vond hij het stinken.

Eerst dook hij op zijn favoriete steen, die hij al een keer eerder probeerde te verschalken. Nu deed hij moeite om Sientje om zijn vinger te winden. Zeker ook omdat ze loops was. Volgens die vriendin, liet het hem koud, maar dat leek nogal mee te vallen. Of tegen te vallen, het maar hoe je het bekijkt.

Vreemde geurtjes

De hond was verder heel druk met de vreemde geurtjes die overal rondhingen. Zo liep hij op de verrijdbare poef in de hoek af. Hij snuffelde uitgebreid aan het stof, zette een stap opzij en verhief zijn achterpoot. Zo stond deze zindelijke volwassen hond midden in de kamer te plassen. ‘Hé’, riep die vriendin. ‘Het is hier geen park.’ Sientje keek hem alleen droogjes aan, met een blik van wat doe jij hier nou? Terwijl ze er zelf ook wel wat van kon.

Het bleef moeilijk om haar helemaal zindelijk te krijgen. In het begin had ze nogal de neiging bij de begroeting iets te laten gaan. We losten dat op door haar niet meer overdadig enthousiast te begroeten bij thuiskomst. Het hielp heel aardig. Daarnaast kon er weleens een ongelukje gebeuren. Dat gebeurde uiteraard altijd op een heel ongelukkige plek.

Het kleed was favoriet en er waren diverse zones in de vloerbedekking die ernstig verkleurden door de hondenurine. Het poetsen was daar niet zo bestand tegen.

Lees het vervolg: Kasteelhond »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]

19 augustus 2018

Einzelgänger - Sientje (31)

Sientje heeft ons bij alles in het leven vergezeld. Overal was ze erbij. Op de essentiële momenten misschien niet, zoals bij het afstuderen en de geboorte van onze dochter, maar eromheen was ze er altijd bij. De enige uitzondering op de regel vormt onze trouwerij. Zeker, in onze gedachten speelde het idee om haar de ringen te laten binnendragen op een kussentje in de trouwzaal. Alleen merkten we dat dit niet echt zou werken bij Sientje. Ook omdat ze niet zoveel vertrouwen had in andere mensen. Het zou veel stress opleveren die haar ook niet gelukkig zou maken.

Bij onze ondertrouw hadden we de middag gepland in Apeldoorn, de plek waar we elkaar voor het eerst hadden ontmoet. We vroegen een vriendin of zij Sientje wilde uitlaten terwijl wij weg waren. Ze moest namelijk best lang alleen zijn. De vriendin had de sleutel gekregen en zou haar dan eventjes uitlaten. We hadden een heerlijk etentje en kwamen ’s avonds laat thuis. We stapten binnen, maar troffen geen Sientje.

Aan de deur hing een briefje: Sientje is bij de buurvrouw. De buurvrouw van de andere kant, die helemaal niks met ons en Sientje had. Juist zij had zich over de hond ontfermd.

Er was een drama geweest. Met een sleutel die ze per ongeluk in huis had laten liggen en zo. Ze moest weg en kon de hond niet mee naar huis nemen. Daarom belde ze bij de buurvrouw aan en vroeg of Sientje daar mocht doorbrengen. De buurvrouw, bezorgd om de hongerige hond, had haar kaakjes gegeven die gretig in de bek verdwenen. Ze had wel heel erge honger, beweerde de buurvrouw. Ze keek ons er een beetje verwijtend aan. Een teckel kun je nooit genoeg te eten geven. Natuurlijk hebben we haar duizendmaal bedankt.

Voor de trouwerij en de daaraan gekoppelde huwelijksreis zochten we een plekje waar Sientje een klein weekje zou kunnen logeren. Via een kennis kregen we een adresje midden in de landerijen bij Almelo. Daar was een hobbyboer die ook voor de hobby een kleine hondenhotel draaide. Het moest allemaal kleinschalig blijven, maar wij konden er wel met Sientje terecht. Ze besteedden echt veel aandacht aan de hond, met extra knuffels en zo. Zo kreeg Sientje ook een plekje toegewezen. We draaiden eerst maar eens een proefnachtje een paar weken voor ons huwelijk.

Het was de eerste keer zonder Sientje in huis. We werden er zelf onrustig van. Een nacht zonder hond. Het was bijna onmogelijk. We namen haar altijd mee, zelfs als we bij andere mensen logeerden of op vakantie gingen. Nu was ze er niet. Alleen weg in dat hotel. Niet ver van ons, maar toch. Zenuwachtig haalden we haar de volgende dag op en vroegen hoe het gegaan was. ‘Het ging erg goed’, vertelde de gastheer. ‘Ze is wel een beetje einzelgänger, het liefst op zichzelf. Andere honden interesseren haar niet.’ We bevestigden de veronderstellingen.

Bij ons huwelijk was Sientje de grote afwezige. Net als bij onze huwelijksreis naar Barcelona. We misten ons hondje best wel. Sientje hadden we al sinds het begin van onze relatie. Ze had overal bijgestaan. Zoals bij mijn huwelijksaanzoek, in de achtertuin terwijl we bij de vuilnisbak stonden en genoten van het voorjaarszonnetje. De teckel tussen ons in. Daar vroeg ik Inge ten huwelijk. Met een hond nog geen 3 maanden en een halfjaar na onze eerste ontmoeting in Apeldoorn.

Een dag na terugkeer van onze huwelijksreis, haalden we Sientje op. Ze lag net in de buitenkennel. Alleen was ze en ze genoot van het herfstzonnetje. Ze staarde ernstig voor zich uit en had ons niet eens in de gaten. Bij het horen van onze stemmen, keek ze verbaasd op en kwispelde haar staart bijna van haar lijf af. Dat was een enorme verrassing. Misschien verwachtte ze ons niet meer, maar de blijdschap bij het zien van ons, maakte ons ook weer helemaal blij.

De eigenaar van het dierenhotel vertelde dat Sientje toch wel duidelijk een Einzelgänger was. Ze maakte geen contact met andere honden, maar gaf ook geen kik als zij bij haar kwamen zitten om te kroelden. Ze liet het toe, maar zocht geen toenadering terug. Pas aan het eind kwam ze voorzichtig naar je toe als je het hok binnenkwam. Gelukkig was de eetlust niet verdwenen. Als ze de kans kreeg, haalde ze bakjes van de andere honden ook leeg. Maar dan riepen ze ‘Sientje’. Betrapt keek ze dan omhoog en kwispelde aarzelend.

Een mooie ervaring. Sientje is daarna nooit meer uit logeren geweest zonder ons. We waren gewoon onafscheidelijk.

Lees het vervolg: Park aan huis »

Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.

[mc4wp_form id=”20905″]