Ruwhaarteckels zijn mooie jachthonden. Daarmee veroveren ze ook vaak de charme van kasteelheren. Baronnen, jonkheren, baronessen en freules, allemaal zijn ze gek op die kleine viervoeters op de korte pootjes. Het koningshuis heeft ook veel teckels versleten. Prins Bernhard had teckels en er is een foto de jonge Prins Friso met de ruwhaarteckel Arthus. De Duitse keizer Wilhelm is beroemd om zijn teckels, bij Huize Doorn liggen zelfs enkele van zijn teckels begraven.
Als je geen landgoed, maar wel een teckel hebt. Dan zoek je zelf de kastelen op. Met Sientje gingen we vaak uit wandelen in de omgeving van een landgoed zoals Twickel bij Delden. Heerlijk liepen we daar rond met onze teckel. Dan kwamen we soms ook adellijke heer of dame tegen die ons veel complimenten gaven over onze mooie teckel. Vooral ook omdat ze zo groot was. Sientje was niet alleen een lange teckel van precies één meter lengte van staart tot neus, ze had ook een enorme borstomvang van liefst 58 centimeter.
Haar formaat trok vaak de aandacht van voorbijgangers. Zo liepen we een keer bij Twickel en raakten we aan de praat met een dame. Ze had ook een teckel bij haar. Een jonge nog. De reu had de Friese naam Boukje gekregen. Het was een verkleining van Bouke, wat wel een mannennaam was. De vrouw droeg zo’n groene jagersjas en een fraai jagershoedje. Na wat gepraat over Bouke, Friesland en teckels, ging zij door de knieën om onze teckel wat beter te bekijken. Ze vond onze ruwhaar wildkleur teckel er namelijk heel mooi uitzien. ‘Zit er soms een De Lanzoo in?’ vroeg ze. ‘Dat zijn heel grote teckels.’
Inge die beter op de hoogte is van dat soort dingen, bevestigde dat onmiddellijk. ‘Inderdaad, er zit een De Lanzoo in de lijn van Sien.’ De ruwhaar-tak van De Lanzoo komt uit Hengelo en staat bekend om het grote formaat teckel. Sientje had dit formaat overgenomen en deze teckelliefhebber herkende daar onmiskenbaar de beroemde De Lanzoo-lijn in. Ze vertelde dat ze vroeger zelf een teckel had, een volbloed De Lanzoo. ‘Het zijn prachtige teckels’, zei ze. ‘Te herkennen aan het grote formaat.’ Daar had ze zeker gelijk in.
Terwijl we zo op de parkeerplaats bij Twickel stonden te praten voelde ik iets in mijn rugzak ploffen. ‘Wat zou het zijn?’ vroeg ik mij af. De tas drukte bij de knal echt in mijn rug. Het was ons een raadsel. Maar toen de vrouw weg was en we een foto wilden maken, opende ik mijn rugzak. Alles zat onder de frisdrank. We hadden fris in een plastic flesje gedaan. Door de warmte was de inhoud gaan uitzetten en plofte het flesje. Alles zat onder, inclusief onze fotocamera. We kregen het apparaat niet meer droog. Zelfs het filmpje was verwoest.
We kochten een nieuwe camera en spraken nooit meer met iemand over De Lanzoo-teckels. Wel kwamen we nog vaak adellijke mensen met de mooiste ruwhaar teckels tegen. Net als dat we overal de aandacht trokken, zelfs in plaatsen als Laren als we daar liepen met onze teckel. Net als dat we er nooit genoeg van kregen om overal rond te lopen met Sientje in de buurt van kastelen en landgoederen.
Het hoogtepunt is de voor de echte teckelliefhebber wel het landgoed bij Huize Doorn. Al mag je daar op veel plekken niet komen met je trouwe viervoeter. Heel jammer, want het is een plek waar je als teckelliefhebber en liefhebber van de geschiedenis graag bent. Midden tussen al die sporen van de keizerlijke teckels.
Lees het vervolg: Blaffen zonder onraad »
Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.
[mc4wp_form id=”20905″]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten