31 juli 2008

Dag dag

Ik zag het vrijdag een week terug, maar misschien vertelt het iets over de bewogen week die volgde.


De zon kust vaarwel
en slaat het laken
om zich heen

Dag dag. Slaap wel
en welterusten ook
voor de vissen

Ik zag de zon
in de Zuiderzee
zakken, maar voordat
het water kwam,
ebde ze al weg
in de zwijm
van de nevel

Doen de bergen
ook zo als ze de zon
opschrokken of is
de zee wat aardiger?

Geveinsd vaart het bootje
verder van mij af
en schaduwt het water
in heel dun streepje

Liefde droogt op
en een reiger vliegt weg
ze doet of ik een monster
ben of zou kunnen zijn

Als de Zuiderzee een zee
was en ik een meer
dan deelden we de avond
en deden of vandaag niet was

Dat de bergen niet bestaan
en sneeuw niet glad is

Dat de afdalers zakken
en niet stijgen hoger
dan ze ooit konden klimmen

Pas dan is de dag af
maar de zon zakt
niet in de Zuiderzee
maar in het IJsselmeer
en ik ben geen meer
maar loop mijzelf voorbij

30 juli 2008

Monsters zijn niet mijn ding

Ik ga tegenover hem zitten, hij snijdt net een broodje doormidden. De fijne korrels bovenop verraden dat het een maïsbroodje is.
Hij steekt direct van wal en praat in mooie volzinnen. Ik weet niet hoe hij heet, maar ik laat hem praten. Als ik vraag wat hij wil worden, zegt hij notaris. 'Je houdt van documenten?' antwoord ik in een vraag. 'Nou, dan moet je als je wat ouder bent zeker het Olografisch testament van Belcampo lezen. Dat is echt een verhaal voor notarissen', vervolg ik wat later.
Dan hebben we het over spannende films. Hij vindt ook wel dat de Orc' s uit Lord of the Rings ook wel eng zijn. 'Monsters zijn niet mijn ding', concludeert. Ik beken dat ik het niet zo op enge scènes heb. 'Ik lees liever over monsters dan dat ik ze op een televisiescherm zie', vertel ik hem. 'Ja', antwoordt hij bevestigend. 'Dat heb ik nou ook. Mijn vader leest iedere avond voor uit Lord of the Rings. Dan zijn Orc's maar drie letters en veel minder eng.'
Als mijn buurvrouw dan over een heel enge film begint, zwaait hij met zijn hand. 'Dat is niets voor hem. Monsters zijn niet zijn ding.'

29 juli 2008

Opstapje

De bovenste regionen van de bibliotheek zijn moeilijk bereikbaar. Omdat ik er gisteren toch was, kocht ik gelijk de trap van Ikea, de Inreda-ladder.
Vandaag maar even uitgetest of ik bij de bovenste plankjes kan. En ja hoor, het lukte.
Wel moet ik op de sticker staan die op de derde trede van boven zit geplakt. Verboden de bovenste drie treden te betreden, staat er in dikke letters op.

28 juli 2008

Uit de kast

De garderobekast uit de Hemnes-serie van Ikea is deze week in de aanbieding. Daarom ben ik vanmiddag wat eerder van mijn werk vertrokken en naar Amsterdam gereden. Stapels dozen met de kast stonden opgesteld in het magazijn, op het plein zoals Ikea het zelf noemt.
Ik kon nauwelijks in de spiegels kijken, want ik heb gelijk een trap voor in de bieb gekocht. Die hing een beetje voor mijn rechterspiegel. De achterklep moest traditiegetrouw open blijven staan bij de rit naar huis.
Thuis kon ik het niet laten om na het eten de kast in elkaar te zetten. Natuurlijk duurde het evenement tot ver na peuterbedtijd, maar Doris kreeg de kans om in de kast te gaan staan, zitten en liggen. En natuurlijk: uit de kast te komen. Ze vindt hem zelf 'mooi wit' en 'veel te groot', terwijl 'Doris veel te klein' is.

27 juli 2008

Strandweer

Het weerbericht wilde roet in het eten gooien, maar het weerbericht loog. Gelukkig lieten wij ons niet van de wijs brengen en fietsten vanmiddag naar het strandje aan het Weerwater. We gingen bij het Lido zitten.
Wat een heerlijk strandje. Het water voelde wat fris aan. Als je eenmaal door was, was het lekker. Terwijl het zand tussen mijn tenen kroop en de zon op mijn buik scheen, voelde ik mij even gelukkig. Wat mooi dat we zo dicht bij huis, zo lekker kunnen zwemmen. Het geluk duurde eventjes want Doris rende alweer naar het water toe.

26 juli 2008

Stukkend accordeon

Haar benen liggen gestrekt op een bananendoos. Het karton buigt een beetje door. Op haar schoot rust een accordeon. De kleppen klappen met haar muziek mee. De bescherming die er ooit gezeten heeft, is verdwenen.
De melodie neuriet omhoog en omlaag, lijkt misschien iets gypsy-achtigs in zich te hebben. Het is een vervelend deuntje dat zich voortdurend lijkt te herhalen. Ik luister nog eens goed en realiseer dat ze helemaal geen accordeon kan spelen. De vingers glijden omhoog en omlaag in een variatie van boer-er-ligt-een-kip-in-het-water. Ze gebruikt niet meer dan vijf tonen, die van beneden naar boven gaan, in een iets versneld tempo.
Ze glimlacht naar me als ik het winkelwagentje pakt. Ik ontwijk een urineplas. De stank slaat mijn neus dicht. Het maakt het allemaal nog erger. Ik mis de jongen die hier normaal speelt. In zijn accordeon zit een repertoir van enkele liederen waar iets meer muziek in zit.
Een flesje cola valt uit het automaat en ze loopt voor mij terug naar haar kartonnen zetel. Ze lurkt aan het flesje en drinkt het verdiende geld dorstig op. Haar stukkende accordeon zet ze weer op schoot. Hetzelfde melodietje klinkt weer door in de parkeergarage.
Als ik wegfiets merk ik opeens dat ik de toonladder fluit. Snel verwissel ik het voor een fuga van Bach.

25 juli 2008

Alles wordt opgenomen

In de NRC Next vanmorgen werd de toespraak van presidentskandidaat Obama vergeleken met toespraken van presidenten als Kennedy, Clinton en Reagan.
Vooral foto erbij vond ik frappant. De mensenmassa keek niet met twee ogen naar de presidentskandidaat, maar tuurde met de twee kijkers door het ruitje van de camera. De omhoog gehouden laptop vormt het hoogtepunt van de foto. Alles wordt opgenomen en niemand neemt iets waar.
Ter vergelijking stond er een plaatje van president Kennedy van 45 jaar eerder naast. Ook veel camera's, maar hier kijken net zoveel mensen door een camera als nu mensen droog via de ogen kijken.
Het tekent de tijd. We zien de wereld door het oog van de camera en vergeten dat we twee ogen hebben om diepte te zien in de oppervlakkigheid. Of Obama's toespraak zo bijzonder was, betwijfel ik. Ik kan er geen historie in lezen. De oneliner, een Berliner traditie, ontbreekt in de chaos van zinnen.
Gelukkig hebben we de foto's nog.

24 juli 2008

Een klap van de molen

Het leek bijna een vakantiedag. Ik was vandaag een dagje vrij, omdat Inge haar cursus had. Mijn zus kwam langs, we zwommen samen met Doris in het zwembad en fietsten vanmiddag een lekker rondje Almere.
Bij de windmolens, iets achter de dijk, hielden we even stil. Wat zijn die dingen hoog. We probeerden de lengte van de enorme wieken in te schatten. Ik herinnerde mij dat ze wel 29 meter lang konden zijn, met een hele doorsnede van bijna 60 meter.
Zo onder zo'n molen voelde ik mij nog kleiner dan ik ben. Mijn zus kreeg zelfs de molen niet in de complete lengte op de foto.
Het suizen en de brommende ondertoon erbij, klonken best verontrustend. Niet iets om een klap mee te krijgen.

23 juli 2008

Kappen

Voorzichtig schuif ik de braamtakken opzij en trek met evenveel zorgvuldigheid de vruchten los. De struik berokkent mij met haar doorns meer schade aan, dan ik de struik schade berokken. Schaamtevol zie ik hoe een deel van de struik is vertrapt door andere bramenplukkers.
Als ik dan aan de andere kant van de vaart bij alle bramen kan, vraag ik mij af hoe het mogelijk is. De vruchten hangen op plukhoogte voor mij. Een deel van de struik is keurig weggesnoeid en scheuten voor volgend jaar lijken niet te bestaan.
Ik dacht dat snoeien en natuurgebieden nooit elkaars vrienden waren, maar verderop is aan weerzijden van het fietspad meer dan twee meter groen gekapt. Ik fiets nog wat verder door en zie dat de struik waar ik zondagavond bijna een kilo bramen van plukte bijna helemaal is verdwenen. Een paar takken zijn zo gekneusd dat de groene bramen die eraan hangen, nooit meer rood zullen worden.
Misschien passen de prachtige struiken niet in het groenbeleid van de natuurbeheerder. De bramenplukker in mij huilt om de vruchten die in de knop gebroken zijn. Achterop de bagagedrager bengelt 1,3 kilo verse bramen. Gered van het snoeimes van de natuurbeheerder.

22 juli 2008

Door merg en been

De droom van elke organist is een 32-voetregister. Op de wereld zijn er twee orgels met een echt 64-voetregister, de Diaphone-Dulzian in het Main Auditorium Organ van de Boardwalk Hall in Atlantic City, New Jersey (Verenigde Staten) en de Contra-Trombone in het Town Hall Organ in Sydney (Australië).
Van het laatste orgel vond ik een youtube-filmpje. Dat zijn geen tonen meer, maar is niet veel meer dan gebrom. Het is slechts 8 Hertz die je hoort. Helaas vond ik niet de klank van het register in een tutti. Het moet namelijk wel erg indrukwekkend klinken in samenspraak met de rest. Ik denk zelf dat het voornamelijk door merg en been gaat, net als de dreunende bas bij een popconcert.

Voor de liefhebber, hier hoor je het tutti van het orgel in de Boardwalk Hall. Niet alleen de grote van het orgel, maar ook de indrukwekkende akoestiek maken het tot een belevenis voor het oor. Luister maar eens naar de improvisatie op psalm 100. Ik kan me voorstellen dat het op zo'n groot orgel moeilijk is je ritme in bedwang te houden.
Meer informatie over het grootste orgel ter wereld vind je op: www.acchos.org

21 juli 2008

Een kilo bramen

Gisteravond was ik in de richting van de Lepelaarsplassen gereden om bramen te plukken. Een uurtje zoeken en plukken verder, keerde ik naar huis terug. De duisternis had het van mijn plukdrift gewonnen. Op de weegschaal leverde de gehoopte kilo, slechts 800 gram op.
Vanavond ben ik weer gegaan. Toen ik mijn voornemen bekend maakte, wilde mijn schoonmoeder mee. Ik nam haar dit keer mee naar het Wilgenbos voor de bramenpluk. Ik ken daar een enorme bossage waar ik een kilo bramen in vermoedde.
We liepen de dijk af en kwamen bij mijn bossage. Droge plukjes braam staken uit de struik, verder hingen er vooral nieuwe uitschieters voor het volgende jaar. Na een halfuur plukken, hadden we niet veel meer dan een handjevol heel kleine vruchtjes. Overal kropen beestjes en wormpjes uit. We liepen wat teleurgesteld door het wilgenbos. Mijn schoonmoeder wilde nog even op het bruggetje staan, dan zouden we naar huis gaan. Ik zag de rijk begroeide bramenbossen ons begroeten. Nu plukten we ons wezenloos, overal zaten volrijpe bramen binnen plukbereik.

Zojuist hebben we de stand gemeten. De gehoopte kilo bedroeg zelfs vijftig gram meer. De bramenjam kan worden gemaakt.

20 juli 2008

Kwijt

Op de dvd-speler stond nog een documentaire over het verrassingsei van Ferrero, Kindersurprise. Een bitterzoete verleiding heet de film van Monique Nolte, uitgezonden ergens in maart. De promo van een echtpaar waarvan de vrouw eigenlijk niet kan kiezen tussen haar verzameldrift voor verrassingseieren of haar man. Het deed erg denken aan die uitzending van Sonja Barend waarbij de man niet kon kiezen tussen de vrouw of de auto.
Ineens zag ik een verzamelaar op een beurs een bak met autootjes omhoog houden. De modellen leken sprekend op een autootje die ik vorig jaar nog ergens in mijn treinverzameling trof. Het kleine ding kwam in schaal zo mooi overeen met de kleine treintjes. De auto deed sterk denken aan de auto waar Jan in rijdt uit de strip Jan, Jans en de kinderen.
Ineens schoot de bliksem in mijn herinnering. Ik herinnerde mij dat het ding uiteen Kindersuprise-ei komt. Ik zag zelfs het gele kokertje in de herinnering terug. Toen ik het bedrag hoorde wat die dingen waard zijn, schrok ik mij een ongeluk. Een verzamelaar betaalt daar zo enige honderden euro's voor.
Nu zoek ik mij wezenloos naar het ding, dat ineens kwijt is. Ik ben alle plekken al afgelopen waar ik dat autootje heb gezien het laatste jaar. Maar nergens is het meer.
Eén troost, de bijsluiter schijnt minstens zo waardevol te zijn. Die heb ik allang niet meer...

Oma halen

Doris en ik hebben vandaag oma met de trein opgehaald uit Almelo. Nu weet ze precies hoe de treinen lopen. Wij weten ook weer hoe het zit met de Nederlandse treinenloop.
Soms had ik het gevoel samen met Catootje op pad te zijn, zo sprekend lijkt Doris op de stripfiguur met bril en staartjes in het haar. De eigenzinnigheid straalt niet alleen van de foto's af.

19 juli 2008

Waterrat

Een maandje terug was ik voor het laatst met haar gaan zwemmen en nu dook ik weer het water in met haar. De verwondering sloeg snel toe, wat is ze snel vooruit gegaan in die korte periode. Ze duikelt en buitelt in het water. Soms weet ze al een begin van een crawl te maken. Ze heeft hierbij het hoofd nog in het water, maar ik geloof dat de echte slag niet lang op zich laat wachten.





18 juli 2008

Nieuws

'Met Frans.'
'Hoi Frans, met mij. Hé knul, hoe is het? Ik dacht laat ik eens bellen hoe het is.'
'Nou met mij alles prima hoor.'
'Hé Frans, je weet dat ik de krant van morgen nog vol moet schrijven, heb je nog nieuws?'
'Nou, niet veel hoor. Ik zou het niet weten. Ik ben al getrouwd, Maris is niet zwanger en we hebben nog steeds geen hondje erbij.'
'Toe Frans, ik hoorde dat je vorige week bij je juwelier was.'
'Juwelier?'
'Ja, een fan zag je er binnen gaan.'
'Een fan? Ja, nu herinner ik het me weer. De juwelier, daar waren we inderdaad.'
'Wat deed je daar?'
'Nou, ik schaam me er een beetje voor, maar we hadden Chinees gegeten. Draadjesvlees en je weet dat dat zo tussen je tanden blijft hangen. Ik dus flossen, maar mijn trouwring kwam te dicht bij mijn gebit. Bleef verdorie hangen. Ik trekken, vulling los en mijn diamant viel op de grond. Wij met z'n allen zoeken, dagenlang. En je raadt het nooit?'
'Gevonden?'
'Nee, natuurlijk niet. Hij was spoorloos. Wel vond ik mijn poliep terug, maar de diamant bleef spoorloos.'
'Verdorie Frans, dat is nieuws!' (begint te hijgen)
'Nieuws, dat ik een nieuwe moest kopen?'
'Dus daarom was je bij je juwelier?'
'Ja, bleef niks anders over dan een nieuwe kopen.'
'Hé Frans, geweldig bedankt.'
'Dat van die Chinees, weet ik niet zeker hoor. Het kan ook bij een optreden gebeurd zijn, maak dat er maar van.'
'Tuurlijk Frans, ik maak er een mooi stukje van.'

Leve de komkommer

17 juli 2008

Hier en daar een bui

Ik ren voor een bui uit
en een bui holt voor mij

De regen slingert in slierten
uit de dreigende wolken

Uit de schoorsteen cirkelt
geelbruine rook de bui in

Het straaltje plas mengt
in het water van de toiletpot

Ik ruik een walm van
hondenpoep langs de waterkant

Hoe kan het dat er mensen zijn
die dat niet ruiken, vraag ik mij af

De druppels regen vallen traag
en lijken een stortbui in het water

De bui zit mij op de hielen
hij hijgt vlak achter mij

Als ik een wedstrijd liep
was ik tweede geworden

Net voor hij goed en wel
valt, stap ik mijn droge huis in

16 juli 2008

De vuile lakens buiten hangen

Het dekbed hing lekker te luchten uit ons slaapkamerraam. Ik zag het toen ik vanmiddag thuiskwam.
Even later liep ik met de hond langs de gracht en zag ook iets uit Doris raam hangen. Het overtrek van haar speelgoedmatras kierde door haar slaapkamerraam.
Daar kan ik nou ontzettend om lachen.

15 juli 2008

Net goed

Een brommer nadert haar van achteren met veel vaart. Zij slaat ineens af, hij tikt zijn stuur tegen haar zij. Een lichte slinger maar allebei herstellen ze hun evenwicht. Als de brommer een meter of dertig verderop stilstaat, weet ik zeker dat hij te hard heeft gereden. Ik loop lekker door met mijn hardlooprondje en voel mijn hart in mijn keel bonken. Net goed, heet zoiets.

14 juli 2008

Mystieke migraine

De Middeleeuwse mystici omringen zich met beelden, licht en bijzondere geluiden. De waarneming vormt bij de non en mystica Hildegard von Bingen (1098-1179) de kern van het werk. Ze ziet God aan zich verschijnen in visioenen. Zwarte kooltjes, brandende punten, schietende sterren, vlammende ogen en cirkelvormige figuren vliegen rond in die visioenen.
Met een glimlach las ik laatst in Oliver Sacks' Companion de theorie dat de twaalfde eeuwse non aan migraine leed. Onzin van een hedendaagse wetenschapper die de geheimen van de mystici probeert op te lossen, dacht ik.
Toen ik de plaatjes uit een Middeleeuws manuscript van Hildegards Scivias (opgetekend in Bingen rond 1180) zag, was ik echter direct overtuigd. Gelukkig heb ik niet dagelijks migraine, hooguit één of twee keer per jaar, en ik herkende de plaatjes onmiddelijk. De trillende lijnen, de cirkels, de sterren en zelfs de engelen in het hemelse Jeruzalem, ik wist wie ze waren.
Overigens is het verbazingwekkend hoe goed ze de dingen die ze waarneemt, verder verwoordt in haar werk. Daar schuilt minstens de helft in van de kracht van de visioenen. Wanneer een migraine goed tot mij doordringt, kom ik er niet toe wat ik zie te werken in een mooi verhaal. Dat lukt mij niet. Dat migraine zo'n belangrijke bijdrage aan literatuur en geloof heeft geleverd, is al mystiek op zich.

Direct na mijn ontdekking bladerde ik door de Visioenen van de Brabantse mystica en dichteres, de Brabantse Hadewijch. Al snel stuit ik ook hier op de 'oghen swerde al vol vieregher vlammen. Hare voeren uten monde blixenen ende dondere'. Niet veel anders dus.
Of Hadewijch in 1240, ruim zestig jaar na de dood van haar Bingense collega-non en -dichteres, zich liet inspireren door haar voorgangster of ook aan koppijn leed, is gelukkig een geheim. In het voorwoord van mijn uitgave gaat Frank Willaert helaas niet in op dergelijke theoriën. Dat is jammer, want hij laat een uitgelezen kans liggen tot een herinterpretatie van het werk van Hadewijch.

Tot slot, omdat ik geen afscheid kan nemen van Hildegard von Bingen, heeft ze prachtige liederen geschreven. Muziek en taal vloeien hier wonderlijk mooi in elkaar over. Ze zijn het mooiste om te horen op een koele nazomeravond in een heel grote kerk, waarbij dag en nacht elkaar zoenen in de schemering. De ervaring die ik jaren geleden had met Cercamon in de Leidse Pieterskerk behoort tot mijn mystieke ervaringen. Dan zwijg ik nog over de improvisaties van Bert Matter op sommige liederen op het Hagerbeerorgel.

13 juli 2008

Ontworteld

Het is genoeg, de klaprozen heb ik vanmiddag uit de aarde getrokken. De laatste zaadjes nog geoogst en daarna moesten ze eraan geloven. De ontwortelden liggen nu in de groene bak.
De tuin heeft een verrassend nieuw gezicht gekregen, zo zonder die hoge uitschieters.
Ik ben best een beetje verbaasd dat al die overwoekering weinig schade heeft opgeleverd. Nu kunnen we weer genieten van de pioenroos en mogen de andere planten van het nieuwe licht genieten.
De bramen schieten aardig op met rijpen. Nog een paar weken en we kunnen smullen en jammen.

Restaurant De Doofpot

Opgewarmde kliekjes
doen het goed en roeren mee
in de grote pot, de doofpot

Zachtjes suddert het
het vuurtje wakkert
en doet of alles vers is

Dan dooft alles met geweld
want de prins komt eraan
hij wil het potje meedoen

De geest blaast woest
in de fles en ademt een zoete
lucht die verrot ruikt

De prins die geen prins is
mag zijn vingers niet branden
aan het smeulende vuurtje

Als dan iedereen slaapt
mag niemand het horen
hoe de doofpot smoort

Eet smakelijk

Getuigen

Weken zie ik ze al lopen, iedere keer in een andere delegatie. Altijd op zondag en met een tas in de hand. Ze passeren schichtig de woningen aan de overkant voorbij op zoek naar een nieuw slachtoffer.
Vandaag staan ze weer bij dezelfde voordeur, waar ik ze de laatste tijd iedere zondag zie staan. Een oudere man, zijn zwarte maatpak valt open en een enorme buik verschijnt achter een wit overhemd. Hij vertelt zijn verhaal met veel armgezwaai en tromgeroffel. De vrouw die achter hem staat, klemt haar handtas stevig onder haar oksel vast. De lange regenjas maakt haar nog langer en dunner dan ze is. Soms zie ik haar mond bevestigend meelispelen. Ze knikt in een onophoudelijke beweging, bijna in een vast ritme.
De man verdwijnt uit het zicht, hij staat vlakbij de voordeur. Ik zie alleen zijn jasje soms fladderen van achter het muurtje. Zij blijft waar ze is. De bolletjes van de hortensia's achter haar knikken met haar mee.
Dan zwaait de man af, zijn jasje fladdert naar achteren. Zij wacht tot hij voorbij is en volgt. Als ze buiten het tuinhekje staan, praat zij tegen hem. Hij knikt en doet het tuinhekje achter zich dicht. Ze lopen even schichtig weg als ze kwamen.

12 juli 2008

Kun je het zien?

Wat voor een wereld van verschil -1,5 maakt. Doris stond vandaag een stuk zelfverzekerder in de wereld. Ze nam afstapjes zonder aarzelen en beklom de glijbaan sneller dan ooit. Dan besef je opeens dat ze het niet zo goed kon zien.


Een miljoen nakomelingen in een zakje

Een paar huizen verderop groeiden prachtige papavers langs de schutting. Ze droegen een prachtige paarse tint en we zagen hoe de bloemen omhoog kropen.
Ons geluk kon niet op toen een paar dagen later precies zo'n papaver bij ons langs de schutting groeide. Als je de schuttingdeur opendeed bij het weggaan, keek je er heel mooi tegen aan.
Hoe groot was het verdriet toen schoffelaars van de gemeente onze klaproos als onkruid behandelden. Verdwenen was de roos, nog voordat de knop in bloem had kunnen komen.
Gisteravond kwam Inge trots met een zakje. Ze hield het voor mijn neus en ik zag een reuzenknop, waar miljoenen nakomelingen uit vielen. 'Dat is de klaproos die wat verderop langs de schutting groeide. Ik zag dat deze knop rijp was, toen heb ik hem gelijk meegenomen.'
Ik werd vannacht eventjes wakker en moest glimlachen toen ik hieraan terugdacht.

11 juli 2008

Ook een mooie nieuwe bril

Hier spreekt de familie bril. Vanmorgen belde meneer Hans om te vertellen dat het brilletje van Doris klaar was. Gelijk er naartoe. We moesten de lange rij i-Phone-liefhebbers voor de T-Mobile-winkel ontwijken.
Het kostte flink wat passen en meten. Zo moest de bril wat ingekort worden. Het resultaat mag er zijn: Doris ziet nu waar ze naartoe kijkt. Ze stapt een stuk zekerder en televisie van een afstandje kijken, werkt ook. Bovendien staat het heel schattig. Ze heeft het rode montuur zelf uitgekozen.
Welcome to the family Doris!

Te veel drinken

Geen uitdroging, maar te veel drinken, is de oorzaak van de vele uitvallers bij de Vierdaagse in 2006. De uitkomst verbaast mij niet. Veel wandelaars hebben een verkeerde visie op het toedienen van vocht.
Angstige ideeën heersen er, bijvoorbeeld: wanneer je een dorstgevoel krijgt, is het al te laat. Pure nonsense natuurlijk. Gewoon drinken wanneer je dorst krijgt en niet eerder of later. En dan ook geen krankzinnige hoeveelheden, gewoon zoveel tot je geen dorst meer hebt. Meestal is dat een glas, hooguit twee glazen.
Wanneer je naar je eigen lichaam luistert en jezelf niet van de wijs laat brengen door ideeën van anderen, dan heb je de meeste overlevingskans. Anders wordt de preventie juist je dood.

10 juli 2008

Smoorverliefd

Schaarste veroorzaakt de helft van de hype. Vannacht is de iPhone 3G te koop bij T-Mobile. Vijfhonderd exemplaren zijn vanaf 0.00 uur te koop bij het Rotterdamse filiaal aan de Lijnbaan en morgen bieden de rest van de filialen de mobiele telefoon aan.
Vanmiddag was ik even in het filiaal hier in de stad. Natuurlijk mocht de verkoper niet vertellen hoeveel van die dingen er waren, maar het waren er in elk geval niet meer dan honderd. Niks natuurlijk voor als een paar duizend Almeerders zo'n ding wil hebben.
Er zitten zoveel snufjes op, dat je bijna vergeet dat je ook nog kunt bellen. En hij ziet er ongelooflijk mooi uit. Zo mooi, dat ik normaal totaal ongevoelig voor gadgets, smoorverliefd ben op het toestel. Dat een beetje design zoveel doet.
Voor de rest is de campagne werkelijk voortreffelijk geregeld. Al een maand houden Apple en T-Mobile de geïnteresseerden in spanning. Eerst werd bekend dat ze vanaf 11 juli te koop zouden zijn, daarna dat T-Mobile het ging doen en pas vorige week vertelden ze wat de prijs van het toestel zou worden. Elke onthulling voelde als een groot nieuwsfout. Pure onzin natuurlijk, maar je wordt er smoorverliefd van.
Gelukkig ben ik nog niet zo verliefd dat ik de hele avond in de regen ga staan, zoals de Telegraaf vertelt.

Gewichtsloze gewichtigheid

Ze drinken een glas, doen een plas en alles blijft zoals het was. De G8 bestaat uit gewichtigheid, veel geheimzinnigheid en vooral veel beloftes. Dit jaar staat het milieu volop in de belangstelling, maar tot een heuse afspraak is het niet gekomen. De berichten puilen uit van de informatie over alle afspraken.
Het doet mij denken aan het bezoek aan de kroeg, waarbij je laat op de avond tot de grootste afspraken doen. Een paar clichés: 'Gaan we doen'; 'we bellen, mailen, faxen' en 'doen we'. De afspraken zijn de volgende morgen opgelost in hoofdpijn.
Wat ik mis in alle berichtgeving is het terugkijken. Voor journalisten een kat in het bakkie, door simpel een rijtje op te stellen met de afspraken van de afgelopen tien jaar en daarnaast de uitkomsten. Miljarden veranderen in een paar stuivers en reductie van emissie, wijzigt in toename. Geen makkelijkere vorm van journalistiek. Je weet dat er weinig in praktijk is gedaan, het is alleen de vraag hoe weinig.
Ik vraag me vaak af waarom activisten strijden tegen deze top. Het levert niks en de grote hoeveelheid bombast zou gewoon genegeerd moeten worden. De wereldleiders kiezen steeds afgelegener plekken. Een beetje kroegtijger slaat hier een slaatje uit.

09 juli 2008

Nee, ijs

Kleine kopjes hebben grote oren, luidt het gezegde. Hier in huis spreken wij soms gebarentaal, of spellen het woord langzaam. Alles om te voorkomen dat Doris het opvangt. Zo luidt het voorstel om haar in bad te doen: 'Moet ze in b-a-d?'
Vanavond hadden we lekker gegeten en toen stelde Inge voor om een 'i-j-s-j-e' te gaan eten. 'Nee, ijs', zei Doris bijdehand.

08 juli 2008

Wild vlees

De gevaarlijke teckel moest vandaag onder het mes. Een fors groei van wild vlees versperde de ingang van het gebit. Sientje is een dappere hond liep aanvankelijk nog wat onwennig op de poten. Binnen een uur na thuiskomst blafte ze de narcose uit het lijf bij iedere voorbijganger die het huis passeerde.
Ze at en dronk al aan het eind van de middag. Ook struinde ze weer door het huis op zoek naar iets eetbaars. Alsof vanmorgen een morgen was zoals alle morgens, want aan Sientje merk ik niks meer. Aan de portemonnee wel, die voelt niet meer zo vol als vanmorgen.
O ja, het wilde vlees zag er zo gezond uit, dat de dierenarts een nader onderzoek niet nodig vond.

Snateren

Donald Duck is het meest gelezen tijdschrift onder studenten, vertelt het programma EénVandaag. Is dit voor het eerst gemeten? Ik vraag het mij af omdat ik de studenten van zo'n tien jaar terug er ook wel van verdacht.
Best komisch dat EénVandaag in deze komkommertijd de grootste snateraar van Nederland optrommelt: Thomas von der Dunk. Zijn speciale stemgeluid, vertoont opvallend veel overeenkomsten met de favoriet van de studenten. Neem er de wilde gebaren bij en alleen de neefjes ontbreken nog.
Overigens kwamen zijn opmerkingen vrij sonoor over door alleen maar over het wereldbeeld te praten. Datzelfde wereldbeeld schijnt de Donald Duck regelmatig in haar verhalen te gebruiken, aldus de hoofdredacteur in hetzelfde item.

07 juli 2008

Beroerde jeugd

Blaffende honden bijten niet. Dat geldt zeker voor de teckel. Ze zijn fel, dat zit in het ras. Onderzoek zo meent de Telegraaf bewijst dat ze graag bijten. Niet de Pitbul, niet de Rottweiler, of de Dobbermann. Nee, de teckel hapt graag in de benen van de voorbijganger.
Als ik me omdraai en het dier uitgeteld zie liggen op de stoel, kan ik het niet geloven. Zeker, Sientje kan fel zijn, maar wij verwijten het altijd aan haar beroerde jeugd. Nu blijkt het gewoon aan het ras te liggen.
Eén voordeel, de vorige eigenaar heeft de hoektanden weggevijld, dus doorbijten zit er niet in.

Een regenbui aan ergernissen

Hoe tenenkrommend kan digitale televisie soms zijn, zeker als de zender Cultura een boekenprogramma Knetterende letteren in de aanbieding heeft. Het is een uitzending van 29 januari 2008 die ik onlangs zag en waarbij een regenbui aan ergernissen mij ontvlood.
De uitzending werd geregeerd door ene Kenneth van Zijl als koning van de ergernis. De lastige mug vloog hij rond mijn oren en vroeg vragen waarop geen antwoord te geven was. Zijn slachtoffer Remco Campert sputterde wat tegen, wiebelde wat op zijn stoel en probeerde de vragen wat te ontwijken.
Het hielp niet en uiteindelijk liet het schaap zich gewillig scheren. Hier viel niet tegen te vechten. Dat hij bebloed en met meer geblaat dan wol de uitzending huilend verliet, zagen wij gelukkig niet. Dat mag je een oude man niet aandoen.

Meneer Kenneth van Zijl was nog niet klaar met zijn zelfkastijding. Er volgde nog een interessant vraaggesprek met vier gasten die allemaal boeiender waren van de presentator zelf. De presentator was zich hier echter niet van bewust en leefde in het waanbeeld dat hij het programma was. Mai Spijkers, Wouter van Oorschot, Elsbeth Etty en Peter Houtman hadden stuk voor stuk iets moois te zeggen, maar dat werd verstoord door de interviewer. Op het moment dat een roos met een mooi verhaal uit dreigde te komen, knipte Kenneth van Zijl hem eigenhandig weg.

Het werd mij teveel, toen Kenneth van Zijl de zoveelste non-uitspraak probeerde te ontlokken en die natuurlijk ook kreeg. Zijn publiek was veel te beleefd en had bij het eerste gehakkel en gestuntel de studio al moeten verlaten. Om zichzelf en de anderen te beschermen.

Bij Doeschka Meijsing ben ik afgehaakt. Eindelijk was ik verstandig en ik heb er geen seconde spijt van gehad.

Elke zendercoördinator die dit leest: ik kan dat beter. Dit is geen arrogantie, het toont alleen maar de slechte keuze van een nepbelezen man die meer parodie dan ernst uitstraalt. Je kunt beter die drie kwartier testbeeld uitzenden, dan dit boekenprogramma. Of nog beter: een boek lezen.

O ja, voor die zendercoördinator, je mag altijd mailen. Ik heb een heel aardige agent, die de deur opendoet, een kopje koffie zet en je masseert voor de onderhandelingen.

06 juli 2008

Het is jouw dag

Of ik even achteraan in de rij wilde aansluiten. Het recyclingperron op zaterdagmiddag is een ramp. Ik heb mijn auto volgeladen, vol met oude troep en rommel die ik met hartzeer weggooi. Dingen die je wegdoet, heb je vroeg of laat altijd weer nodig.
De dingen die je bewaart, kunnen eigenlijk net zo goed weg, want je gebruikt ze nooit meer. Kortom, het dilemma van rommel bewaren of wegdoen, hoort bij de hedendaagse consument, die vooral koopt en nooit meer iets weggooit.
Het stoplicht voor het platform brandt continu groen, maar de auto's staan helemaal stil. Een waarschuwingslichtje knippert dat er auto's na de helling kunnen staan. Ik zie ze ook voor mij, dus dat lichtje knippert onzinnig.
Veel busjes wachten met mij. Ik zie door het ruitje van het busje voor mij een oude koelkast. Naast mij treuzelt een karretje met bouwafval. Een paar stenen en vooral veel behang, aan hout en delen van gipswanden gekleefd.
Als ik dan eindelijk stop naast de man met het gele hesje, krijg ik een plekje bij het hardplastic toegewezen. Hij ziet de hardplastic delen die bedoeld waren voor mijn Flärkes, liggen over alle andere troep heen. De auto die net naast mij stond, rijdt a-sociaal langs mij heen om hem precies op mijn afgesproken plekje neer te zetten. Daarom kluns ik mijn auto naar achteren op spiegels die meer rommel dan weg laten zien.
Het hardplastic ligt netjes in de diepe containers en ik sleep het grote computerscherm in de bak met computerschermen. Daarna houd ik een dekbed met meer stof dan veren omhoog naar een man in een hesje. 'Die maar bij restafval?' vraag ik, omdat ik weet dat dekbedden niet gewaardeerd worden in de textielbak. 'Mag daar ook in', zijn vinger wijst naar de groene textielbak. 'Dekbedden mogen toch niet?' 'Van mij mag het', zegt hij snel. 'Maar je mag hem ook daar in doen hoor. Het is jouw dag.'
Het dekbed verdwijnt in de bak met restafval. Ik zie nog net hoe een groen stuk metaal hem wegdrukt. De slapeloze nachten verdwijnen met de nachten vol begeerlijke dromen.

05 juli 2008

Gedumpt maar vrij

Bij het rennen vandaag heen door het Kromslootpark en terug langs de spoordijk. Ik holde over het houten bruggetje, dat over de sloot van Almere Poort gaat. Ik tuurde het troebele water over en zag tot mijn schrik een klein koppie steken uit een steen.
Nu moest ik echt even stoppen. Een schildpad lag heerlijk te zonnen. Zijn schild was al helemaal droog en de kop keek tevreden om zich heen. Het dier was fors, zo'n 25 centimeter lang schatte ik het schild. Waarschijnlijk een Roodwangschildpad, maar daarvoor heb ik te weinig verstand van die dieren. Gedumpt, maar genietend van zijn vrijheid.

Ik herinnerde mij Ouwehands dierenpark van twee weken terug, waar die koppies ook boven het water uitkwamen. Of de schilden lagen in de zon te drogen, met de pootjes amechtig langs het lijf gestrekt.

04 juli 2008

Tante Truus

We hebben net te horen gekregen dat Doris een bril moet, daarom gaan we even lunchen bij Tante Truus. Ik voel mij hier gelijk thuis, voel mijn verleden met Evenbeeld weer opborrelen. Mensen met een verstandelijke beperking bedienen ons en maken voor ons het eten klaar.
Twee jongens staan bij onze tafel, of we iets willen bestellen. De jongen met de bril loopt weg en haalt een menukaart waarop we een aantal mogen schrijven. Ze gaan samen met hun rug tegen de bar hangen. Ik herken het gedrag van de meiden in het theehuis op Wielbergen. Ze zien het werk niet, maar doen het werk heel ijverig.
Als de brillenjongen de kaart komt ophalen, zegt hij streng: 'Tafelnummer'. Hij wijst naar het lege vakje bovenin het stuk papier. 'Sorry, dat heb ik niet gezien', zegt Inge. 'Geeft niks', vergoelijkt hij de fout. 'We zijn allemaal mensen van vlees en bloed.'
De jongen komt terug met het bestek. 'Pas op voor dit mes', zegt hij bezorgd. 'Want het is scherp.' Hij legt een zwaar accent op het laatste woord. Het klinkt bijna als een bedreiging.
De andere jongen is een stuk jovialer. Ik zie hoe hij langs de tafel van de buren loopt. Hij ziet een DAG-krantje liggen, houdt het omhoog en wijst naar de foto van Ingrid Betancourt. 'Mooi hè, dat ze vrij is.' De gasten glimlachen enthousiast en knikken terwijl ze 'ja' zeggen.

We eten druk van de volle borden voor ons en nemen een nip van de chocolademelk. Met een dienblad vol drankjes stopt de joviale jongen bij onze tafel. Hij vraagt wie wat heeft. We kijken verbaasd omhoog. 'Ik denk dat dit niet voor ons is', zegt Inge tegen hem. Hij schuift door naar de tafel naast ons. Zijn ogen fonkelen net zo enthousiast als net.
'Geeft niks. We zijn allemaal mensen van vlees en bloed', hoor ik de brillenjongen zeggen.

Heel even is Almere New York

Een nasale stem mompelt over het Stationsplein. Ik herken hem onmiddellijk, zie rookpluimen uit de Twin Towers ploffen en hoor bekakte hondjes blaffen bij de hondenpsycholoog. Op het plein staat Max Westerman, een kaart van Almere uitgeklapt bij een donkere man.
Hij vouwt de kaart op. 'Woon je ook hier in Almere?' hoor ik hem vragen. De jongen is buiten mijn bereik en ik kijk nog even hoe de magere benen de microfoon vasthouden en begrijpend knikken.
Heel even is Almere New York. De trein dendert het station binnen en ik spring op mijn fiets naar mijn werk.