23 december 2023

X - een kerstverhaal

Op de lange weg tussen driedubbele rijen hoge bomen rijdt de witte elektrische auto van Elon. Hij heeft hem op naam van Mister X gehuurd en zweeft nu boven het elektrische gezoem van de motor. Alle grote abelen wuiven hem toe. Eigenlijk kan er niks misgaan. Elon kijkt ver over de polder.

De weg is de Vogelweg, vertelt het immense scherm tussen hem en de voorruit van zijn auto. Speels leunt Elon over zijn stuur op zoek naar de vogels. Hij rijdt te hard om de kiekendief te zien bidden boven het landschap.

Het stuur hoeft amper te bewegen, zo kaarsrecht doorkruist de Vogelweg het polderland. Links en rechts de akkers. Voor je, zo ver je kan zien, weg. Elon weet niet hoe het is als je met zonsondergang terugrijdt in het najaar of het voorjaar. Hoe de zon zich dan precies laat zakken tussen de hoge bomen. Alsof ze onder de dekens kruipt en je een nachtzoen geeft.

Nu schijnt de zon warm. Niet dat Elon het voelt, zijn auto koelt de leren zittingen tot een behaaglijke temperatuur. Het witte shirt dat hij draagt, blijft zo droog en lekker rond de huid zitten. Niet dat warme klamme dat aan een warme zomerdag kleeft. Elon weet wel hoe hij zich moet koelen.


Midden in het landschap verrijst een lichte glooiing. Elon vraagt zich af hoe dit kan. De auto gaat omhoog over de Knardijk om meteen weer af te zakken. De Vogelweg slingert voorzichtig mee. Alsof de tekenaar die de weg ooit op de kaart tekende, even wegdommelde en zijn potlood net iets van de rechte lijn afweek, wakker schrok en de rechte lijn na de dommel weer oppakte.

Daar, in de afdaling, gebeurt het. Onverwacht. Met de witte elektrische auto's is nooit iets mis, weet Elon. Oké, hij kwam een jaar later bij de ontwikkelploeg, maar hij heeft hem bedacht, kent zijn geheimen en voelt precies aan wanneer iets verandert of een ingreep gewenst is. Deze rechte weg met zijn nauwelijks merkbare slingers, kan de auto bijna op zijn automatische piloot rijden. Elon hoeft enkel mee te kijken en heel soms zachtjes een correctie te geven.

Nu flikkert het scherm in alle mogelijke kleuren. Elon heeft nooit geweten dat het zoveel kleuren bevat. Als je stil zou staan en er niks aan de hand is, dan zou je ervan kunnen genieten. Nu schrikt Elon vooral en weet niet zo goed raad met deze situatie. De auto mindert vaart, geeft nog een zachte plof en daar staat Elon vrijwel stil. Hij weet de auto net nog in de berm te manoeuvreren.


Alles schakelt meteen uit. Het scherm flitst en is dan gitzwart. Het zoete geblaas van de airconditioning stopt abrupt. Alle lampjes op het dashboard scheiden ermee uit. Alleen één lichtje brandt. In een zachtblauwe kleur. Het is enigszins ovaal. En Elon heeft geen idee wat de betekenis is van het lampje. 'Ik moet er maandag toch maar eens naar vragen. Dan zie ik het technische ontwikkelteam in mijn wekelijkse agile-meeting', denkt hij.

Hij kijkt om zich heen en voelt hoe de temperatuur in de auto snel toeneemt. Elon heeft eigenlijk verder niks bij zich. Geen jas, geen flesje water of ander gemak. Hij is op weg naar een volgende bestemming, een luchthaven iets verderop, maar heeft geen idee waar hij dat kan vinden. Hij besluit maar eens uit te stappen. Ook omdat deze onverwachte tussenstop op zijn blaas begint te spelen. Hij zal eraan moeten geloven en het bos in moeten voor de sanitaire stop.

Aarzelend stapt hij in de richting van het paadje dat hij een paar stappen verder ziet liggen. Een wegwijzer vertelt waar je heen kunt. Elon loopt erop af, steekt een wildrooster over. Zijn puntige schoenen blijven er bijna in steken. Het pad buigt af. Elon komt terecht in een galerij overdekt door een gewelf van bladeren. De bomen als heuse pilaren die het groene gewelf omhoog houden.

Elon zoekt een geschikte plek en doet zijn plas. Wat een verlichting. Hij staat weer op het bospad en voelt hoe de natuur aan hem trekt. Over het bospad scharrelt een jong egeltje. Het diertje, in oppervlakte niet veel groter dan een mobiele telefoon, duikt ineen als Elon in zijn blikveld verschijnt. Zolang Elon daar staat, blijft hij als een half bolletje op het bospad liggen.

Elon loopt verder. Het diertje dat hij achterlaat komt ook weer in beweging en verdwijnt tussen de struiken de echte bossages in. Tussen de bomen beweegt iets. Misschien is het een hertje of een vosje. Hij gaat er voorzichtig naartoe. De vele safari's uit het Zuid-Afrika van zijn jeugd maken dat hij uiterst geruisloos zijn object weet te benaderen. Iets dat hem veel giraffen en emoes heeft opgeleverd.

Hij schuift voorzichtig de takken opzij. Het lijkt wel of hij iemand hoort zingen. Als hij nog wat verder het bos in loopt, ziet hij wat wits tussen al het groen zweven. Omgeven door allemaal mistflarden nadert het hem heel gestaag. Elon meent een gezicht boven het gewaad uit te zien. Het glimt helemaal. De lange, blonde haren vallen over de schouders. Het gewaad gaat deels op in de mist en zweeft boven een jong eikenboompje in het bos.


Elon kijkt nog eens goed, nieuwsgierig, maar toch ook een beetje bevreesd. 'Wees niet bang', zegt de vrouwenstem. 'Ik doe je geen kwaad.' Boven de kruin van het eikenboompje vormt zich een duidelijke wolk waarop de vrouw staat. Elon wrijft nog eens extra in zijn ogen. 'Waar komt u vandaan?' vraagt hij. 'Ik kom uit de hemel', zegt ze. Elon wil weten wie ze is, maar ze is verdwenen. Het wolkje op het kleine eikenboompje blijft achter. Wat heeft dit allemaal te betekenen? Elon voelt zelfs zijn mobieltje in zijn zak niet trillen. Pas als hij bij zijn auto staat, beseft hij dat hier iets is gebeurd dat niemand gelooft. Hij gelooft het zelf niet. Laat staan dat een ander het zou geloven.

Nu Elon bij zijn auto terug is, knipperen alle lichten van vreugde voor zijn komst. Het lijkt wel een heilige. Het witte gelaat van de auto glimt nog sterker op en alle zonnestralen concentreren zich op het voertuig van Elon. De deur opent en hij mag instappen. De stoel schuift iets naar achteren zodat Elon alle ruimte heeft om plaats te nemen. Zo zit hij weer en hoeft helemaal niks te doen. De auto brengt hem waar hij moet zijn.

*

De onrust blijft door Elon kruipen. Het loopt tegen het eind van het jaar, de feestdagen staan voor de deur. Zijn secretaresse kijkt hem vluchtig aan. 'Zal ik weer een X in je agenda zetten?' Elons hart begint sneller te kloppen bij de gedachte. Daar in dat bos op die plek. 'Ja, zet het er maar in', zegt hij. 'Weer naar Schiphol en terug via Lelystad. Hij knikt.

Zijn privéjet staat klaar en taxiet hem naar de juiste baan op het juiste uur. De witte elektrische auto wacht op hem zoals de trouwe schimmel op de goedheiligman wacht als de boot aanmeert. Elon voelt het leer van de stoelen op de juiste warmte voor zijn billen. Hij rijdt weer de Vogelweg op. Vlak naast het benzinestation waar de weg begint.

Hij rijdt er weer. De hagelwitte auto zoeft over de Vogelweg. De snelweg over, de weg vervolgend. Kaarsrecht tot die flauwe afbuiging bij de Knardijk. De zon straalt en doorschijnt de wolkenranden. Het licht wijst omhoog. De ideale aureool. Elon wenst er eentje voor zichzelf.

Daar gaat hij. Het bospad in. De egel is verdwenen.De blaadjes zijn van de bomen gevallen. Ze knisperen en ritselen onder zijn witte gympies. De zon reikt verder het bos in dan de vorige keer dat hij hier was. Het schijnsel toont vertes die Elon niet kent. Hij probeert haar aanwezigheid op te sporen. Het blijft leeg. Dat maakt zijn verlangen alleen maar groter. Dit keer blijft het stil. Zelfs de vogels in de bomen zwijgen. Het egeltje heeft zich teruggetrokken in het bos. Hier staat Elon. Alleen.

Hij draait om en loopt weer terug naar de auto. Dan waait er een windvlaag over zijn rug. Een koude rilling. Ik had mijn jas ook aan moeten doen, bedenkt hij. Iets streelt over zijn wangen. Daar is ze. 'Ik wil een foto maken', zegt hij. Snel houdt hij zijn mobiel voor zich en klikt. Ze is al verdwenen. Elon rilt en kruipt terug in de auto, laadt de foto op en plaatst het op X.

*

Een stukje noordelijker, bij Lelystad Airport, bouwen boeren een kerststal voor de ingang van de verkeerstoren. 'Zonder boeren, geen kerst', staat op het spandoek voor de stal. De naam op het raam is overklad tot 'Lelystads Kerstkind'. De os, de ezel en de schapen staan bij de drie wijzen. Ze zijn verkleed als koning, premier en commissaris van de koning.

Jozef en Maria zitten vooraan bij de kribbe. Als een boerenechtpaar ten einde raad. Een bos stikstof in de hand. 'Er is voor ons geen plaats in de herberg', jammeren ze met tranen in de ogen. De tractoren scharen een haag om hen heen en beschermen het tafereel voor de politie en de mensenmenigte die onverwacht opduikt.

'Het kerstverhaal is van ons allemaal en niet alleen van de boeren', schreeuwen de tegendemonstranten. De inderhaast toegesnelde politie kan de twee groepen maar met moeite uit elkaar houden. Alleen de tractoren staan tussen de boze partijen in. 'Geen water bij de wijn', roepen de demonstranten. Een raam in de gevel barst als een tractor achteruitrijdt en met zijn grote banden tegen het glas drukt.

'Jullie hebben ons nodig', brullen de boeren terug. Het is een heen-en-weer pingpongen van woorden en misvattingen. Alleen de vuist lijkt deze groepen bij elkaar te kunnen brengen. Of een goddelijke kracht die mensen drijft, leidt en gebiedt.

De avond valt. De rood-witte strepen van de verkeerstoren links achter het gebouw lichten op in de schemering van de ondergaande zon. De tijd van het jaar dwingt om de lampen vroeg aan te steken. De boeren staan met brandende fakkels en de tractoren stralen grootlicht.

De massa tegendemonstranten groeit meer en meer aan met toegesnelde demonstranten. De politie kijkt machteloos toe. Hoe moet dit nu verder? Elke minuut grimt de sfeer sterker. Tot iemand iets onverstaanbaars roept. Het is X die iets beweert. 'Elon heeft Maria gezien', gilt een hoge vrouwenstem over de massa mensen. 'Hier verderop. Het is een stukje lopen, maar laten we gaan. Misschien kan zij ons helpen.'

De groepen spannen samen. Er ontstaat een mengelmoes van geloof en ongeloof. Sarcasme, boosheid en leegte. Boeren en buitenlui, Lelystedelingen en weerbarstigen. Hier vormt zich een massa achter tractoren, fakkels, de schapen, os en ezel op weg naar het Knarbos. Als een stel aangespannen paarden voor een zwaarbeladen kar zet de groep zich in beweging. De achtersten staan vooraan. 'Het is aan het einde van deze weg', roept een hoge vrouwenstem over de massa mensen en trekkers. Op weg naar de plek waar Elon de foto genomen heeft.

De stoet met tractoren, mensen en fakkels loopt over de brede weg in de richting van het open veld. Het domein van de grote boerenbedrijven. Een verdwaalde tractor rijdt door de akkers. De massa slaat de weg in, achter het vliegveld in de richting van het bos. Hier moet Maria te vinden zijn. Ze trekken door het landschap, maken plaats voor elkaar en de voertuigen. Mensen die niet zo goed ter been zijn, mogen meeliften op de tractoren of in een auto die meerijdt.


Het is helemaal donker als de eersten het bospad naderen. Het is leeg. Elon is weg. De lampen van zijn auto knipperen. Alles is verder verlaten. Zelfs het egeltje heeft zich verstopt tussen de bladeren onder de bomen. De groep mensen staat beduusd stil. Is dit nu de plek waar Elon zojuist gestaan heeft? Ze geloven het niet. 'We zijn voor de gek gehouden', schreeuwt een man. Een boer kijkt vanaf zijn tractor naar de mensenmassa. Hij kan niet anders dan stilstaan. Alles staat muurvast hier op dat smalle bospad.

Ergens in de verte achter hen klinkt plotseling een enorm lawaai. Het lijkt wel of een massa vliegtuigen tegelijk opstijgt. De vrouw met de hoge gilstem kijkt om en ziet nog net boven de bomen een vuurkolom. Ze kijkt nog eens goed. Het is de verkeerstoren van het vliegveld die opstijgt. Een volle rookpluim jaagt erachteraan.

Haar mond valt open van verbazing. Ze kijkt snel om zich heen, maar niemand kijkt op of om. Als ze weer naar de grond kijkt, ligt een omslagdoek. Ze raapt het op en wordt met innerlijke ontferming bewogen. Ze vouwt het op en stopt het in haar jas dicht bij haar hart. Haar vinger draalt om het rozenkransje dat ze altijd om haar nek draagt. 'Salve Regina, sta ons bij, heilige moeder.'

Ze kijkt op. De vrouw die voor Maria speelde in de kerststal, staat voor haar. Ze draagt de omslagdoek. 'Ik snap het niet meer', fluistert de vrouw die net nog zo hoog kon gillen. Maria slaat haar ogen neer. 'Wees niet bang', zegt ze.

Dit verhaal is mijn inzending voor de Andries Greinerprijs 2023, met als thema Onverwacht.

10 februari 2023

De verdwenen president - een sprookje

Tekening van Inge de Wit

 Aan de koelkast bij Mees thuis hangen allemaal papieren met kleine en grote boodschappen. Het lijstje met de dingen die op zijn bijvoorbeeld. Handig voor in de supermarkt. Dan weet je of je hagelslag moet kopen of dat de pindakaas op is. Ook de brieven van de gemeente hangen er, de herhaalrecepten voor de dokter of een rekening die voor het eind van de maand betaald moet worden. 

   Alle papieren hangen onder dikke magneten. Elke magneet is versierd. Zo is er bijvoorbeeld een magneet in de vorm van het Empire State Building. Deze heeft Mees meegenomen van de vorige keer dat hij in New York was. Ook is er een magneet van de veerboot die naar Vlieland vaart. 
   Helemaal bovenaan op de koelkastdeur hangt een magneet in de vorm van een sombrero. Dat is een Mexicaanse punthoed, daaronder zitten drie briefjes papiergeld geklemd. Het zijn Amerikaanse dollars. Eentje van tien dollar en twee van één dollar. Op de dollars zie je duidelijk een belangrijke Amerikaanse historische figuur. Op die van één dollar staat George Washington, de eerste president van de Verenigde Staten. Die van tien dollar heeft de beeltenis van Alexander Hamilton, één van de grondleggers van de Verenigde Staten.
   Als Mees goed kijkt naar het briefje van één dollar, ziet hij duidelijk het hoofd van opzij van George. Soms, als hij de boter uit de koelkast haalt, dan kijkt hij naar het profiel. Zo heet een afbeelding van opzij.

Op een ochtend heeft Mees best wel haast. Hij doet snel de koelkast open, haalt er een potje jam uit om straks op brood te smeren. De kast gaat weer dicht. Hij kijkt naar George. Hij kijkt nog eens. Wat ziet hij nu? Ziet hij het wel goed? Hij knippert nog eens goed met zijn ogen. Het profiel van George is verdwenen. Gewoon weg. Waar zou hij toch zijn?
   Hij roept zijn moeder. Zij weet altijd alles. Waar zou George toch kunnen wezen? Mama pakt het biljet van de koelkast en kijkt nog eens goed. Inderdaad het is helemaal weg. Het briefje van één dollar dat erachter zit, heeft nog wel de eerste president van Amerika erop. Op het tientje is Alexander Hamilton eveneens verdwenen. Hoe kan dat nou?' stamelt ze. Mama snapt er ook niks van.
   ‘Mees, je moet nu echt naar school’, zegt zijn moeder. Daarom hangen ze de briefjes maar snel terug. Misschien vanavond even naar kijken, denkt Mees. Hij weet het anders ook niet. Hij gaat naar school. Het is een drukke dag. Mees krijgt vandaag een moeilijke rekensom, waar hij al zijn gedachten op moet storten. Anders lukt het hem niet om deze som op te lossen.

Pas de volgende ochtend denkt Mees weer aan het briefje van één dollar. Als hij de koelkast opentrekt, kijkt hij nog eens goed. Verrek. Daar zit George weer op de koelkast. Mees roept weer snel moeder erbij. 'Mama, kijk eens. Hij zit er weer op.' Ze komt eraan gesneld en haalt de briefjes van de koelkast onder de magneet vandaan. En inderdaad. Ze zitten er allebei weer op. 'Hoe kan dit nou?' vraagt Mees. 'Ik heb geen idee', zegt mama. 'Ik snap er ook niks van.'
   Pas bij het avondeten praat Mees erover met zijn vader. 'O', zegt papa. 'George en Alexander wilden weer eens wat anders. Ze zijn gisteren in de portemonnee van de buurman meegeweest naar Amsterdam.' Mees gelooft er niks van. Zijn vader vertelt weleens vaker onzin. 'Nee, serieus', zegt zijn vader. 'Ik heb erover gelezen in een brief die ik laatst voor mijn verjaardag kreeg.'
   Mees snapt er niks van. Hij besluit het maar zelf te gaan vragen aan George. Al kijkt hij best wel streng uit zijn ogen. Hij schuift het keukentrapje naar de koelkast, klimt omhoog en kijkt de president aan van het briefje. 'Meneer Washington', vraagt hij. 'Is het waar dat u in de portemonnee van de buurman bent geweest?'
   Het hoofd knikt. 'Inderdaad Mees', zegt hij. 'Ik wilde weleens wat meer van de wereld zien, daarom heb ik de buurman gevraagd om met hem mee te gaan naar Amsterdam. Dat is een grote, beroemde stad. In mijn tijd wilde eigenlijk iedereen naar Amsterdam. Zelfs de grote stad New York heette eerste Nieuw Amsterdam, naar de wereldberoemde stad.'
   'Wat heeft u er dan meegemaakt?' vraagt Mees. 'Ik heb de grachten gezien. Eindelijk. En ik ben naar het Rijksmuseum geweest. Er is een heel bijzondere tentoonstelling van Vermeer. Ik heb het melkmeisje gezien. Wat een prachtig schilderij is dat zeg. Heel mooi zoals het licht op het schilderij valt. Als je het niet kent, moet je echt een keer gaan kijken. Zo mooi hoe deze vrouw door Vermeer is geschilderd. Misschien moet je mij nog een keer meenemen. Ik ben niet veeleisend. Aan een plekje in een portemonnee heb ik meer dan genoeg.'
   'Maar Mees', vervolgt de eerste president. 'Ik ben al best wel een tijdje dood. Sinds 14 december 1799 om precies te zijn, maar ik ben nog wel heel nieuwsgierig. Wat doe ik eigenlijk bij jullie op de koelkast?' 'Nou zegt Mees. Dat is eigenlijk heel simpel. We sparen heel hard om naar Amerika te gaan. Dan kunnen we jullie uitgeven. Ik wil namelijk heel graag een souvenir van het Vrijheidsbeeld hebben en die kost precies twaalf dollar.'
   'Ah, nou snap ik het', zegt George. 'Dat is een mooie besteding. Ik denk dat ik je wel kan helpen aan een klein vrijheidsbeeldje. Ook al is het pas veel later gekomen, lang na mijn dood. Het is een geliefd beeld in Amerika.' Dat belooft Mees. Daarna hoort Mees zijn vader hem roepen. Hij moet naar bed. Morgen gaat hij weer rekensommen maken.

Kleine verantwoording bij dit sprookje

Dit sprookje heb ik geschreven voor mijn neefje zijn verjaardag. Inge heeft de treffende prent erbij gemaakt.

06 januari 2023

Leeslijst van 2022 - #readingchallenge


Ik heb meer dan ooit gelezen in 2022. Veel titels en ook veel poëzie zit er tussen. 's Avonds als ik mijn rug recht, lees ik meteen een gedicht. Heerlijk om te doen en zo zijn er flink wat gedichtenbundels door gegaan. Ook heb ik weer wat meer boeken besproken voor Voertaal. Ik heb nu een definitieve overstap gemaakt - na ruim 20 jaar - van Litnet - neerlandinet naar de interglossale website Voertaal.

Voor het eerst heb ik ook het aantal pagina's bijgehouden. In totaal las ik 93 titels - bijna het omgekeerde van de hoofdredacteur van Hebban met 29 - en ruim 20.000 bladzijden (20.281). Een recordaantal. Komt ook door een paar flinke pillen van Hella Haasse die op mijn lijstje stonden voor het lezen van deze schrijfster. En wat een werk. Ik heb echt genoten. Ook heb ik een paar moderne klassiekers voor het eerst gelezen zoals Joe Speedboot en Boven is het stil.

Hoogtepunten in 10 boeken - stiekem 12!

  1. Herman Hesse: Siddharta. Wat een boek. Op aanraden van mijn oud-medestudent Said el Haji. Zo mooi als Hesse het verhaal uitspint. Het stimuleert mij bij het schrijven van sprookjes. Die stijl heel ergens ver weg weten te benaderen.
  2. Ida Simons: Een dwaze maagd. Een boek dat in hetzelfde jaar uitkwam als Mulisch' Stenen bruidsbed. In 1959 verkocht dit boek meer dan Mulisch maar is nu totaal vergeten. Ik ben onder de indruk van haar schrijfstijl en enorme dosis humor. Een schrijver die iedere scholier zou moeten lezen voordat hij aan De aanslag begint. 
  3. Joseph Roth: Job. Wat een verhaal. Een hervertelling van het beroemde bijbelverhaal.
  4. Hella Haasse: Mevrouw Bentink. Misschien wel een roman over de eerste feministe. Hella Haasse weet haar prachtig neer te zetten in deze dubbelroman. Meteen daarna het indrukwekkende - en niet minder dikke - verhaal van de revolutionair Van der Cappelen in Schaduwbeeld of Het geheim van Appeltern.
  5. Ida Simons' andere roman Als water in de woestijn. Helaas niet af, maar zo veelbelovend en hier enorm veel humor. Zeker de moeite om te lezen.
  6. Rodaan Al Galidi: De onbekende belevenissen van prins Willem-Alexander. Roman waar ik ontzettend om gelachen heb, maar die ook de tegenstellingen in ons land zo treffend blootlegt. Echt een schrijver naar mijn hart.
  7. Vrouwkje Tuinman: Lijfrente. Hoe eenvoudige taal prachtige poëzie oplevert. Zo indrukwekkend. Ik heb genoten van haar gedichten. Meerdere keren gelezen.
  8. F. Starik: Leven als museum. Een boek dat misschien wel een autobiografie, fotobiografie en biografie in 1 is. Gemaakt van het geld dat Vrouwkje Tuinman kreeg voor de grote poëzieprijs voor Lijfrente.
  9. Jolande Withuis: Geen tijd te verliezen, Jeanne Bieruma Oosting. Biografie van een zeer eigenzinnig en echt vrijgevochten kunstenaar. De reden om de expositie in Zutphen te bezoeken. Een gedeelde plaats met het stripverhaal Ik ben mijn muze van Loes Faber. Het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke kunstenaars is dat mannen altijd een vrouwelijke muze nodig lijken te hebben (ik ook) en vrouwen hun eigen muze zijn.
  10. Klassieker van Daniel Kahneman: Ons feilbare denken. Hoe onze hersenen eigenlijk werken; of eigenlijk hoe ons gedrag gestuurd wordt door 2 breinen die elkaar ook nog eens misleiden. Een boek dat vooral gelezen wordt om beïnvloeding te misbruiken in communicatie. Andersom lezen, helpt ook. Waarom waren mensen zo bang voor COVID en hoe kan het dat het dat iemand toch aan de loterij meedoet?

Goddelijke komedie herlezen

De vele fragmenten uit Dantes Goddelijke komedie heb ik hier niet opgenomen in de lijst, maar eindelijk ben ik verder gaan lezen. Ik blog er zelfs elke week over op mijn nieuwe blog met oude blogs over dit boek. Het laatste deel is aan de beurt, dit keer met tekeningen. 

Zelf geschreven

Zelf heb ik 4 sprookjes geschreven voor mijn 3 neven en nichtje. Een boekje erbij gemaakt om het ook echt fysiek voor ze te maken. Ook begon ik met mijn wekelijkse meeleeslijst. Heerlijk, wat een feest om te doen.

Komend jaar heb ik minder tijd om te lezen en te schrijven. Deze 2 onderdelen waren voor mij afgelopen jaar het medicijn om er weer enigszins bovenop te komen. Helaas minder medicatie, maar hopelijk genoeg energie en inspiratie om verder te schrijven.

Leestips met motivatie zijn altijd welkom. Laat hem gerust achter in de reacties onder deze post. En voor de liefhebber: de hele lijst. 

Lijst met gelezen boeken in 2022

  1. Mona Hovring: Omdat Venus op de dag dat ik werd geboren een alpenviooltje passeerde (140 pp) 
  2. Godfried Bomans: Sprookjes (160 pp) 
  3. Godfried Bomans: Pieter Bas (206 pp) 
  4. Posthumus: Alle problemen begonnen met van Riebeeck (350 pp) 
  5. Ingrid Winterbach: Roerige tijden (250 pp) - voor 2e keer
  6. Celine Koops: In alle staten, een reismysterie (237 pp) 
  7. Jak Boumans: De Allereerste Almeerder: Wim Leemans (84 pp) 
  8. Remco Campert: Katten en katers (270 pp) 
  9. Wessel te Gussinklo: Op weg naar de Hartz (501 pp) 
  10. Hella Haasse: Oeroeg (128 pp)
  11. A. L. Snijders: De libelleman (324 pp) 
  12. Marleen Stikker: Het internet is stuk, maar we kunnen het repareren (260 pp) 
  13. Joseph Roth: Job (207 pp)
  14. Odilie Damhuis: Een leven vol avontuur (108 pp) 
  15. Ton van Reen: Klein volk, De geschiedenis van de kabouter (188 pp)
  16. Godfried Bomans: In alle ernst, De keuze van Joost Prinsen (259 pp)
  17. Adriaan van Dis: Vijf vrolijke verhalen (160 pp)
  18. Milo van Bokkum: Grensstreken (224 pp) 
  19. Hermann Hesse: Siddhartha (138 pp) 
  20. Drs P.: Vergilius: Mijn reis met Dante door de hel (96 pp) 
  21. Marten Toonder: De maanblaffers (74 pp) 
  22. Norbert Peeters: Wildernis-vernis, een filosoof in het Vondelpark (144 pp) 
  23. Op reis met een Javaanse edelman, De reizen van raden mas arjo Poerwolelono. Judith E. Bosnak (inleiding) en Frans X. Koot (vertaling). (286 pp) 
  24. Aleid Truijens: Leven in de verbeelding, Hella S. Haasse, 1918-2011 (598 pp)
  25. Hella Haasse: Huurders en onderhuurders, Een fictie (148 pp)
  26. Ton Eggenhuizen: De knobbelzwaan (270 pp)
  27. Adriaan van Dis: KliFi, Woede in de republiek Nederland (208 pp) 
  28. Ilja Leonard Pfeijffer: Monterosso min amour (92 pp) - boekenweekgeschenk
  29. Marieke Lucas Rijneveld: Het warmtefort (62 pp) - boekenweekessay 
  30. Ilja Leonard Pfeijffer: Quarantaine, Dagboek in tijden van besmetting (224 pp)
  31. Hans Fallada: De drinker (318 pp) 
  32. Mayim en Marcel Kolder: Mayim, Levend water, zo heet ik, zo ben ik. Autobiografie over het leven van Mayim in een wereld vol beperkingen (184 pp)
  33. Starik: Leven als museum (192 pp) 
  34. Vrouwkje Tuinman: Lijfrente (64 pp) 
  35. Ida Simons: Een dwaze maagd (206 pp) 
  36. Rodaan Al Galidi: De onbekende belevenissen van prins Willem-Alexander (158 pp)
  37. Hella Haasse: Een gevaarlijke verhouding of Daal-en-Bergse brieven (160 pp)
  38. Leeeintveld e.a.: 't Liefste pad, Hofwijck tuin in oude luister hersteld (30 pp) 
  39. Hella S. Haasse: Mevrouw Bentinck (815 pp) 
  40. Hans van Cuijlenborg: De wilde tuin, handleiding voor lui tuinieren (144 pp)
  41. Floor Milkowski: Wij zijn de stad, de buitenwijk als kloppend hart (108 pp)
  42. Charles Bukowski: De laatste nacht van de aarde, gedichten (432 pp)
  43. Els van Steijn: De fontein, vind je plek door inzicht in je familiesysteem (314 pp) 
  44. Niek Miedema, Jan Schilt en Joos Kat: Een lange eeuw idealisme, Uitgeverij Wereldbibliotheek 1905-2015 (510 pp)
  45. Wim Boot en Henk Akkermans: Een regenjasje voor het aapje, Een integrale vertaling van Basho’s Sarumino (372 pp); ook een bespreking op Meander
  46. Ode aan de zon, 40 jaar festival Sunsation (76 pp)
  47. Jurriën Rood: Lentz, De man achter het persoonsbewijs, Een filosofische biografie (460 pp)
  48. Ilja Leonard Pfeijffer: Idyllen, Nieuwe poëzie (184 pp)
  49. Frans Peeters: Koningsmoord op het Loo (288 pp)
  50. Ida Simons: Als water in de woestijn (224 pp)
  51. Jack Kerouac: Eenzame reiziger (278 pp) 
  52. Joost Conijn: Piloot van goed en kwaad (208 pp) 
  53. Theo Kars: De vervalsers (256 pp) 
  54. Theo Kars: De huichelaars (182 pp)
  55. J.C. van Schagen: Ik ga maar en ben (252 pp)
  56. Marijn O'Hanlon: Een jaar in de tuin van White Stork Farmhouse (254 pp) 
  57. Hella S. Haasse: De wegen der verbeelding (144 pp) 
  58. Rob van Olm: Dit gooi ik nooit weg, bijzondere verhalen over persoonlijke voorwerpen (192 pp) 
  59. Mirjam Remie: Het gymnasium, het verhaal van een eigengereid schooltype (256 pp)
  60. Martin Klepke: Het geluid van het spoor, Een arbeidersfamilie in verzet (252 pp) 
  61. Hella Haasse en prof. Jackman: Een vreemdelinge in Den Haag. Uit de Brieven van Koningin Sophie der Nederlanden aan Lady Malet (282 pp)
  62. Hooglied (30 pp) 
  63. J.C. van Schagen: Wat blijfsel overbleef (287 pp) 
  64. Gerbrand Bakker: Jasper en knecht (393 pp) 
  65. Henry Sepers: Stofloze afdruk,  gedichten (93 pp) 
  66. Jolande Withuis: Geen tijd verliezen, Jeanne Bieruma Oosting (477 pp) 
  67. Antjie Krog: Broze aarde (47 pp) 
  68. Tijl Nuyts: Vervoersbewijzen, gedichten (92 pp) 
  69. Emma Crebolder: Uitlichten, gedichten (63 pp) 
  70. Gerbrand Bakker: Knecht, alleen (288 pp) 
  71. Tommy Wieringa: Joe Speedboot (316 pp) 
  72. Gerbrand Bakker: Boven is het stil (264 pp) 
  73. Vasalis: Gedichten (130 pp) 
  74. Hella Haasse: Berichten van het Blauwe Huis (136 pp) 
  75. Joyce Bergvelt: Commandeur van de Kaap (336 pp)
  76. Jacobs Bos: Wie de geest krijgt (62 pp) 
  77. Loes Faber: Ik ben mijn muze (214 pp) 
  78. Leen Ouweneel: Regenten en de Waterlinie in het rampjaar (268 pp)
  79. Mustafa Stitou: Waar is het lam (96 pp) 
  80. Alara Adilow: Mythen en stoplichten (112 pp) 
  81. Hella S. Haasse: Schaduwbeeld of Het geheim van Appeltern (595 pp) 
  82. Anton de Kom: De balatableeder en andere gedichten (40 pp) 
  83. Eddy D'Haenens: Het werd tijd, gedichten (71 pp) 
  84. Halima Saccoh: Levensboek, The untold story (120 pp) 
  85. Joke Huisman: Ondanks alles (61 pp) 
  86. De reis van Sint Brandaan, berijmd en bewerkt door Anke Passenier (123 pp) 
  87. Arie Pos: De wording van Gerrit Komrij, biografisch portret (222 pp) 
  88. Agnitz de Ranitz: Clara, De eerste neushoorn in Nederland (250 pp)
  89. Lisa Weeda: Aleksandra (347 pp) 
  90. A. L. Snijders: De taal is een hond (288 pp) 
  91. Daniel Kahneman: Ons feilbare denken, Thinking, fast and slow (527 pp)
  92. Wessel te Gussinklo: De expeditie gevolgd door Het meesterwerk (335 pp)
  93. Gerard Reve: De avonden (222 pp)