31 oktober 2016

Land over

img_20161029_105404.jpgIn Winter-IJsland vertelt Laura Broekhuysen bijzondere verhalen over een uitgestorven landschap. Struiken heten in IJsland bomen en de ruimte lijkt grenzeloos. Ook al vordert de burgemeester een stuk land omdat hij er een weg wil.

Er blijft genoeg tuin over om te beheren. Het doet ze niet zoveel en de buurman zegt dat de burgemeester bluft. Als je een auto verkoopt, kun je ook niet een wiel later terugvorderen.

Land bezitten betekent vooral dat niemand in je uitzicht bouwt. Dat trok ons toen we hier kwamen. (46)

Ze leven op deze plek van de wereld wel veel bewuster. De winter is veel extremer, het voorjaar openbaart zich veel subtieler maar valt veel meer op door het contrast met de donkere, koude winter. Als de eerste krokus bloeit, komen de mensen uit hun winterholen.

Laura Broekhuysen: Winter-IJsland, Mijn eerste jaar in een verlaten fjord. Verhalen. Amsterdam: uitgeverij Querido, 2016. ISBN: 9789021402178. Prijs: € 15. 136 pagina’s.Bestel

30 oktober 2016

Van welke gestopte boekenserie mag een nieuw deel verschijnen? - #50books vraag 44

img_20161029_095040.jpgGoed nieuws voor alle liefhebbers van Olivier Bommels Tom Poes. Ruim 10 jaar na zijn overlijden komt er een nieuw boek van de held uit. De erven Marten Toonder hebben besloten dat de reeks van Tom Poes na 30 jaar een nieuw deel verdient. Volgende week verschijnt Het lastpak, geschreven voor Henk Hardeman en met op elke pagina een tekening van de 25-jarige Henrieke Goorhuis.

Of de nieuwe strip in lijn valt met de eerdere delen die Marten Toonder schreef, moet nog blijken. De tekeningen vertonen wel heel sterke gelijkenis. De 26-jarige tekenares laat zien dat ze het vak goed beheerst. Het boek is een vervolg op de enorme reeks. De schrijver tekende van 1941 tot 1986 aan de Bommelsaga die uit 177 verhalen beslaat. Het nieuwe deel viert de eerste verschijning van de poes in De Telegraaf 75 jaar geleden.

Dat brengt mij bij de boekenvraag voor vandaag. Zou jij graag een favoriete serie van een overleden schrijver vervolgd zien? Of denk je dat de schepper boven de serie staat en is het onmogelijk om een nieuw deel te verschijnen?

Van welke boekenserie die gestopt is, hoop jij op een nieuw deel?

Misschien hebben jullie wel voorbeelden van gestopte series die met succes een nieuw leven ingeblazen zijn door een andere auteur. Of juist tragische mislukkingen. En waarom is dat zo tragisch mislukt?

Ik zie uit naar jullie antwoorden.

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

29 oktober 2016

Winter-IJsland

img_20161029_105330.jpgEen jaar lang hield schrijfster en violiste Laura Broekhuysen voor De Revisor een feuilleton ‘Winter-IJsland’ bij. Ze schreef er over haar belevenissen in IJsland. Ze is getrouwd met een IJslander en gaat in een fjord vlakbij Reykjavík wonen. Waar de nertsen, vissen en vogels het fjord hebben verovert.

In het fjord is een baai, een slurf water, met een huis. Het huis is onze bestemming. We hebben het ongezien gekocht – een vliegretour was te duur, we stuurden een broer uit Reykjavík om te kijken of het op instorten stond. Het huis is van hout en staat op een terp. Afgaande op hoelang het te koop heeft gestaan, zullen we hier nooit weggaan. Dat weten we. Hier worden we oud. (9)

Dat is het begin van een jaar lang in verhalen. De lange winter is een kwelling voor het gezin. Dagen is het donker en komt er geen reepje licht aan de horizon. Hoe groot is de vreugde als het eerste licht weer verschijnt. Het is een half oog dat over de bergrand sluipt. Het licht in huis helpt weer mee om weer uit je winterschulp te kruipen.

De zon is er maar even, schrijft Laura Broekhuysen. Het is mooi om te lezen hoe de winter plaatsmaakt voor de zomer. De duisternis maakt plaats voor licht. De hele nacht blijft het licht. Speciaal gaat ze op de langste dag naar de Westfjorden waar je de zon ziet dalen en stijgen zonder onder te gaan.

Een leven op IJsland is veel bewuster. Het is grootser, ruiger en onbeheersbaar. De wegen zijn niet altijd even comfortabel en het kan gebeuren dat je de hele dag niemand anders ziet. Daar moet je in Nederland erg veel moeite voor doen. In IJsland werkt het andersom, lijkt het in de verhalen van Laura Broekhuysen.

Laura Broekhuysen: Winter-IJsland, Mijn eerste jaar in een verlaten fjord. Verhalen. Amsterdam: uitgeverij Querido, 2016. ISBN: 9789021402178. Prijs: € 15. 136 pagina’s.Bestel

28 oktober 2016

Coulissenlandschap - #fietsvakantie

img_20160813_122433.jpgEenmaal over de IJssel verandert het landschap onmiddellijk. We fietsen om Deventer heen, een nieuwbouwwijk blijft heel mooi aan onze zijde. Het uitzicht op de wijk blijft beperkt tot de luxe huizen. Aan de andere kant is er een groots zicht op de weilanden. Aan weerszijden van de weg staan bomen.

Als we dan eindelijk uit de stad zijn, komen we al snel in de coulissen terecht. De bossen die als snippers verspreid over het landschap. We fietsen zo heel afwisselend tussen akkerland, weilanden en bossen. De bossen zijn overigens best groot. We houden er pauze en zien iets voorbij Lettele een stuk bos waar een lanceerplek is van V1-raketten.

De Duitsers vuurden hier in de Tweede Wereldoorlog die verderfelijke raketten. Ze stortten over het algemeen meer neer dan dat ze echt omhoog vlogen. Er is hier opvallend veel overeind gebleven midden in deze houtwal.

img_20160813_115635.jpgDe houtwallen komen over als oases te midden van het boerenland. Het is heerlijk om je er even terug te trekken. En als het warmer is, valt onmiddellijk op dat het een stuk koeler is tussen de bomen. We zullen deze vakantie eindeloos veel coulissen zien. Hoe verder we Twente binnen dringen, hoe groter deze houtwallen worden en soms heuse bossen vormen

Zeker in combinatie met een lichtglooiend landschap is dat echt genieten, zoals verderop bij Oldenzaal, Denekamp en Ootmarsum. Zelfs aan de grens van de camping vallen de houtwallen op. Ze zijn heerlijk en geven het landschap een natuurlijke uitstraling.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

27 oktober 2016

Museonder - Dagje Hoge Veluwe (3)

img_20161021_153629.jpgAls we even later bij het Museonder aankomen, kan ik weer helemaal genieten. Hier beleef je de Veluwe. Op en top. Heerlijk. De opgezette beesten, maar vooral ook de tocht naar beneden, met het opschrift dat Dante bij de hel schreef: ‘Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt’.

De imposante boomwortels boven je en alle informatie wat er zoal te vinden is in de bodem. We struikelen over heuse mammoeten en reuzenherten. Het water uit de grond smaakt hier heerlijk. En we voelen hoe de aarde siddert en beeft. Een echte belevenis van de Veluwe.

img_20161021_160022.jpgDe picknickbanken bij de entree zijn te koop. Inge wil er straks eentje bij ons Huisje van hout. We gaan al proefzitten op de 100 kilo aan bomen uit de Veluwe. Wat een heerlijk gevoel. Het begint te regenen als we weer naar de auto lopen, maar het is lekker geweest. De herfst hebben we gevoeld en geproefd hier op de Hoge Veluwe.

img_20161021_150511.jpg

26 oktober 2016

Beeldentuin in herfst - Dagje Hoge Veluwe (2)

img_20161021_144849.jpgDe beeldentuin van het Kröller-Müller Museum valt mij opnieuw tegen. Het begint er al mee dat je het gras niet mag betreden. De beelden die ik van dichtbij wil bekijken staan zo erg ver van mij af. Een beeld wil je van dichtbij bekijken, aanraken en het kunnen beleven. Hier kan dat allemaal niet. Zo blijft Penelope te ver van mij. Ik had haar graag van wat nabij bekeken.

De emaille kunsttuin, Jardin d’émail van Jean Dubuffet, ziet er redelijk gehavend uit. Zou het aan restauratie toe zijn? Je mag er als bezoeker niet in en moet het van een afstandje bekijken. Kunst moet je beleven en niet van een afstandje toekijken. Ik mis de beleving in de beeldentuin van het Kröller-Müller.

img_20161021_144737.jpgZo lopend door de tuin vraag ik mij af of de kunst niet in een crisis verkeert. Op het moment dat je een mens een gewei op het hoofd zet, met rare nietszeggende figuren in de weer bent, dan lijkt het of je niks meer te zeggen hebt als kunstenaar. Een stuk boomschors in het paviljoen. Allemaal aandachttrekkers die het lijken uit te schreeuwen: ik ben kunst!

Alleen de drijvende zwaan, trekt mijn positieve aandacht. Ook omdat het mooi ronddobbert daar in die vijver, meedraaiend op de vlagen van de wind. Hier zijn het formaat en de rust die het uitstraalt, de factoren om ervan te genieten. Ik beleef meer zo zittend op een bankje van de herfst, vallende eikels en de geur van bos. Heerlijk.

img_20161021_150516.jpg

25 oktober 2016

Herfstig - Dagje Hoge Veluwe (1)

img_20161021_151141.jpgWe gaan een dagje naar de Veluwe, lopen alle lange tijd met het idee in ons hoofd. Nu de herfst op zijn mooist is, besluiten we de rit te maken. De eindbestemming is het Kröller-Müller Museum in Otterlo. We zijn er lang geleden geweest, een paar maanden voor Doris’ geboorte trakteerde ik Inge op een uitje.

Het was het laatste uitje zonder kind. Het hotel in Hoenderloo viel erg tegen. Het zwembad was koud, de kamer lag een eind van de accomodaties af en was bereikbaar via een ronde wenteltrap. Inge was niet echt wendbaar. We zaten daarom erg aan onze kamer gekluisterd.

img_20161021_134156.jpgHet Kröller-Müller bezochten we op een ijskoude dag. Omdat Inge moeilijk ter been was door de zwangerschap duwde ik haar voort in een wagentje buiten. We konden niet alles bekijken, want het rijden met het karretje was erg zwaar.

Ik kon me niet meer zoveel van het bezoek voor de geest halen. Zelfs nu we door het museum lopen, ontbreekt het feest der herkenning. Ik kijk met dezelfde verbazing naar de beroemde schilderijen van Van Gogh. Ook de aardappeleters trekken mijn aandacht. Het is erg donker. Je moet er lang naar kijken, dan doemen de details vanzelf op. Dan ineens zie je de klok (links) of het bestek (rechts) aan de muur.

img_20161021_151026.jpg

De knoestige koppen van de personen aan tafel, trekken mijn aandacht. Als je eraan gewend bent, kun je zo in dit schilderij verdrinken. De tentoonstelling die is ingericht laat de studies zien voordat Van Gogh dit schilderij maakte. Het is allemaal een voorstudie om tot deze apotheose te komen.

De tentoonstelling overtuigt mij. Elk schilderij geeft een goed beeld van de armoede die Van Gogh tegenkwam. Ook laat het zien hoe de kunstenaar zich langzaam ontwikkelt tot de schilder van het indrukwekkende schilderij. Als je aan het eind van de tentoonstelling weer uitkomt bij De aardappeleters, zie je zoveel meer dan aan het begin. Het donkere schilderij krijgt er een extra dimensie bij.

24 oktober 2016

Herfstrondje plassen (2) - omzwervingen

img_20161016_153314.jpgIk verlaat de observatiehut en stap op mijn fiets. Het zien van de ijsvogel geeft mij vleugels. Als ik het zijpaadje neem, beland ik spoedig op een onbegaanbaar pad. Het is voornamelijk blubber waar ik doorheen moet. Daar kan mijn fiets niet zo goed tegen. Even later sta ik mijn rijwiel schoon te maken op het paadje naar de uitkijkhut. Dikke modder, afgewisseld met het gemaaide riet dat over de blubber lag.

Dan de dijk op, in de richting van de Oostvaardersplassen. Wat schijnt de zon toch mooi in deze tijd van het jaar. De bomen ogen zo mooi zacht groen en tinten al in de bruine en gele kleuren van straks. Ze steken prachtig af tegen de rietkragen die tussen land en water groeien. Vanaf de dijk ziet het er allemaal extra mooi uit.

img_20161016_160101.jpgAls ik dan afdaal in de richting van de Oostvaarderplassen kies ik het kronkelweggetje evenwijdig aan de dijk. Zo fiets ik alle wandelaars ontwijkend al bellend naar de Oostvaardersplassen. Happend naar de vele vliegjes die zich tegoed doen aan het warme weer. Ik fiets verder en beland uiteindelijk op het schelpenpad dat evenwijdig aan de plassen loopt.

Ik zie uiteindelijk meer mensen dan dieren zo fietsend onderweg. Haal het ene na het andere groepje mensen in. Voorbij een man in een elektrische rolstoel, geholpen door een begeleider die de joystick naar beneden gedrukt houdt. Verderop een vrolijk gezin met opa en oma, kinderen en kleinkinderen dat midden op het fietspad loopt.

img_20161016_162113.jpgBij het bezoekerscentrum Van de Oostvaardersplassen staat weervrouw Marjon de Hond. Ze kletst nog gezellig na met enkele gasten van haar lezing over wolken. Ik ben vandaag bewust niet gegaan omdat ik geen zin had in mensen. Ik loop snel het bezoekerscentrum binnen om er even snel weer uit te komen. Ze staat er nog met een kopje koffie in haar hand. Ik kijk vooral naar het water om het gebouw. Veel riet en eenden die hun kop verstoppen in de veren.

Ik drink water en stap weer op de fiets. De jas die ik aangetrokken had, heb ik al sinds de eerste hut bij de Lepelaarplassen uitgetrokken. Zelfs het vest dat ik bij me had zit in de fietstas. De verrekijker van opa ligt ook weer in de box. Zo rij ik weer verder.

img_20161016_162524.jpgDaar langs het lage dijkje dat de weg en het fietspad van de Oostvaardersplassen houdt, zie ik een grote groep vogels opvliegen. Ze wieken in golvende bewegingen alsof het grote vlinders zijn. De witte borst van de vogels licht zilverkleurig op in de lage zon. Dit is genieten. Niemand op het fietspad alleen de vogels boven mij.

Ik denk dat het kieviten zijn, maar durf het niet met zekerheid te zeggen. Ik koester vooral het moment en geniet van de vliegende vogels die even later achter de rij populieren verdwijnt het Zuiden en de zon tegemoet.

img_20161016_163233.jpgZo duik ik even later het bos in en maak af en toe een foto van het bos om mij heen. De zomerkleur maakt meer en meer plaats voor de herfsttinten. Zachte kleuren die de laaghangende zon zo mooi kleurt. Wat is dit toch een mooi jaargetijde. Zeker ook omdat het zo lekker warm is op deze zondag.

Ik keer pas aan het einde van het fietspad en rij weer terug naar Almere. Verderop verbaas ik mij er weer over dat het Spoorbaanpad al zoveel maanden totaal afgesloten is voor fietsers. Het lijkt wel of ze er jaren over doen om een paar geluidschermen te plaatsen.

img_20161016_172219.jpgHoe blij ben ik als ik dan weer door het Den Uylpark fiets, waar ik een paar uur eerder begon. De zon licht mooi op de rij lindebomen. Op een haar na thuis.

23 oktober 2016

Klieder jij in boeken? #50books vraag 43

img_20161021_100423.jpgVoor de blogleesclub Een perfecte dag voor literatuur lazen wij vorige week bespraken wij Hoe lees ik? van Lidewijde Paris. In de inleiding van haar boek vertelt ze hoe zij leest:

Als ik lees, heb ik altijd een potlood bij de hand. Ik zet dus puntjes en strepen, smileys en m’s. Ik maak stambomen, schrijf namen van personages bovenin, noteer voorin of welke bladzijden ik mooie citaten heb gevonden of een verklaring voor een titel. Alles wat mij opvalt tijdens het lezen is meestal wel ergens in die aantekeningen te vinden. Het ziet er niet uit en niemand wil ooit een boek van mij lenen, maar voor mij is het handig. Ik zie het als een spel dat ik met de schrijver en het boek speel. Of zij spelen met mij. (17)

Voor leesblogger Peter is dit een feest der herkenning. In zijn blogpost Hoe leest zij over het boek van Lidewijde Paris laat hij een bladzijde zien uit een boek dat hij leest. Het is een slagveld aan lijnen, cirkels en opmerkingen. Zo leest hij.

Ik ben wat voorzichtiger. Voor mij blijft het hooguit beperkt tot wat streepjes in de kantlijn. Ik schrijf vooral op een los stukje papier. Bij het schrijven over het boek zoek ik die passages op. Soms begin ik weer het boek te lezen, op zoek naar fragmenten die ik graag wil citeren. Niet altijd ideaal, maar het kliederen in mijn boeken, vind ik een ergere zonde.

Dat brengt mij bij de boekenvraag vandaag:
Klieder jij in je boeken?

Maak je aantekeningen in de kantlijn, onderstreep je fragmenten, omcirkel je de belangrijke woorden of schrijf je opmerkingen over personages bovenin? Noteer je elk idee of gedachte die je hebt bij de tekst? Of laat je alles mooi schoon?

Ik ben heel benieuwd naar jullie verhalen.

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

22 oktober 2016

Herfstrondje plassen (1) - omzwervingen

img_20161016_152516.jpgDeze mooie herfstdag lokt mij naar buiten. Ik stap op de fiets en rijd met een heerlijk windje in de rug naar de Lepelaarplassen. De zon schijnt welig. Er hangen slechts een paar losse plukjes wolk in de lucht. Zo flits ik door de wijk Noorderplassen en belandt snel op het smalle schelpenpaadje in de richting van de natte graslanden.

Natte graslanden

Ik stap af bij het overkapte uitzichtpunt en tuur over de graslanden. Er is niet zoveel leven te bespeuren. Een zilverreiger staat in de sloot en tuurt in de sloot om toe te slaan als hij er iets eetbaars bespeurt. De eenden drijven met de kop in de veren op het voorliggende water. De wind waait flink over het gebied.

img_20161016_150416.jpgVerderop kijk ik weer en zie weinig meer leven. Er grazen wel een hele groep runderen, maar de vogels houden zich op die paar zilverreigers en eenden rustig. Ik rij verder, kom hardlopers en een enkele fietser tegen. Het is hier rustig. Verderop, waar de witte koeien lopen, is het een stuk drukker. Daar moet ik de wandelaars, fietsers en koeien ontwijken.

Kijkhut

Ik sla af in de richting van de kijkhut. Het is er druk. De meute heeft zich allemaal aan de rechterkant verzameld. Aan de andere kant zitten een paar verdwaalde toeristen. Ik vermoed dat er weer een ijsvogel af en toe voorbij vliegt. Ik meende er al eentje te horen op het smalle pad bij de koeien. Dan hoor ik de hoge toon. Er is er eentje in aantocht, hij schiet voorbij en gaat links op een takje zitten. Ik vertel de man die naast mij staat, dat er een ijsvogeltje zit.

img_20161016_151624.jpgHij praat met een sterk Vlaams accent: ‘IJsvogel? Die heb ik nog nooit gezien.’ Ik moet bijna zijn hoofd in de goede richting duwen, maar zijn vrouw die naast hem staat, ziet het diertje zitten. Hij is jong, nog niet dat heldere blauw op de rug. Een sterk rode borst. Ik geniet van dit korte moment. Tot hij wegschiet over het water in de richting van de wilgen. Dit is zo mooi.

Kwekkende vogelaars

Aan de andere kant van de hut kwekken de vogelaars luid met elkaar. ‘Het lijkt hier wel een receptie’, zeg ik tegen een vogelaar die naast een hele grote toeter van een camera staat. Hij knikt. ‘Alsof er helemaal niks te zien is.’ Ik zie achter hem de vogelpoep uitgesmeerd op de muur. Hier zaten afgelopen zomer de zwaluwen. Niet bang voor de vogelliefhebbers.

img_20161016_151437.jpgHet is genoeg. Het gesprek bij de vogelaars gaat over diefstal. Dieven die spullen uit huis halen, op klaarlichte dag, mensen die auto’s leegroven. Airbags die uit de auto worden gehaald, zonder een braakspoor achter te laten. Of camera’s, foto’s en andere waardevolle spullen die ze meenemen.

img_20161016_145326.jpg

Lees maandag het 2e deel van de fietstocht langs de Lepelaarplassen en de Oostvaardersplassen.

21 oktober 2016

Pontje bij Deventer - #fietsvakantie

img_20160813_105936.jpgBij het vertrek van de stadscamping in Deventer, steken we de IJssel over met het pontje naar de stad. Dat is echt een feest zeg. Een grote groep campinggasten steekt over naar de stad waar Sweelinck geboren werd. Zijn vader Peter Swibberts was hier organist voor hij in 1564 met zijn (onwettige) gezin naar Amsterdam vertrok. Zijn zoon Jan zou hem later opvolgen als organist van de Oude kerk in de hoofdstad.

De lantaarn op de Deventertoren is rank en plomp tegelijk. Het geeft de toren zijn eigen karakteristieke vorm. De pont trekt in het midden van de rivier even recht en laat ons aan de ene kant de Middeleeuwse stad zien. Aan de andere kant het park en de bijbehorende camping. We zien de rij bomen waarachter ons tentje stond.

Het maakt de overnachting compleet om hier over te steken. De historische grond betreden we pas als we over het water zijn. De stoplichten staan nog op rood voor we mogen oversteken. Dan trekken we met een kluts dagjesmensen naar de overkant. Wij stappen op de fiets en zij kiezen voor de kasseien van de stad.

Wij ontwijken die hobbelweg van ‘kinderkopjes’ juist en rijden om de stad heen, in de richting van Twente te gaan. Dat blijkt ook weer niet zo makkelijk te zijn als het lijkt. Lastig rijden zo’n stad met zoveel bagage. Dat komt ook omdat we pas 1 dag fietsen en daarmee de bepakte fiets nog niet zo gewend zijn.

img_20160813_110316.jpg

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

19 oktober 2016

Dante

img_20161010_205311.jpgDe verteller Adson in de roman De naam van de roos speelt heel leuk met een paar gegevens. Bijvoorbeeld over de verschijning van de Goddelijke komedie van Dante Alighieri. De verteller, de monnik Adson, vertelt hierover het volgende:

Iemand had mij zelfs verteld dat de grootste dichter van die tijd, Dante Alighieri uit Florence, die een paar jaar tevoren was gestorven, een gedicht had geschreven (dat ik niet kon lezen omdat het in de Toscaanse volkstaal was geschreven) waarin hemel en aarde de hand hadden gehad en waarvan vele verzen niets anders waren dan een parafrase van fragmenten van Umbertino’s Arbor vitae crucifixae. (57)

In gesprek met frater William komt Dante verderop weer voorbij. William heeft het over Roger Bacon en zegt dat geleerden niet meer geestelijken zijn. De grootste filosoof van hun tijd is niet een monnik, maar een apotheker. Het is de Florentijn Dante. Zijn naam blijft ongenoemd. Ook William waagt zich niet aan het meesterwerk van de Florentijnse apotheker:

Ik heb het nooit gelezen omdat ik zijn volkstaal niet begrijp, en voor zover ik er iets van weet, denk ik dat het me maar weinig zou bevallen, want hij bazelt over dingen die zeer ver van onze ervaring af staan. Maar hij heeft geloof ik de meest geleerde dingen gescheven die ons verstand kan vatten over de aard van de elementen en van de gehele kosmos, en over het besturen van staten. (216)

Weer een mooie verwijzing naar de eerste Italiaanse literator. De monniken zijn er niet zo enthousiast over. Ze beweren dat zij alleen het Latijn machtig zijn en niet de Italiaanse volkstaal. Het weerhoudt ze om het bijzondere boek te gaan lezen.

De werken die zij noemen, waaronder Bacon en Umbertino, kennen wij nauwelijks. Terwijl de Goddelijke komedie van Dante eindeloos veel genoemd wordt in boeken. Het lijkt soms wel het meest genoemde boek in boeken te zijn. Zoals hier in dit boek De naam van de roos van Umberto Eco.

Umberto Eco: De naam van de roos. Oorspronkelijke titel: Il nome della Rosa, Postille a ‘ll nome della Rosa’ Vertaald door Jenny Tuin, Pietha de Voogd en Henny Vlot. 36e druk. Amsterdam: Ooievaars Pockethouse, 1996 [1983, 1e druk]. ISBN: 90 5713 117 X. 582 pagina’s. Prijs: € 15 Bestel

18 oktober 2016

De ademhaling van de roman

img_20161010_205425.jpgInteressant bij de uitgave van Umberto Eco’s roman De naam van de roos die ik bezit, zijn een paar postscriptums achter het eigenlijke verhaal. Hierin geeft de schrijver enkele toelichtingen over zijn boek.

Vanuit de literatuurwetenschap is het eigenlijk ‘not done’ om de auteur over zijn boek te laten spreken. Het veroorzaakt eigenlijk alleen maar verwarring. Vooral omdat de schrijver altijd zal proberen om zijn bedoeling er dik op te leggen. Wat hij eigenlijk had willen schrijven is natuurlijk helemaal niet zo interessant ten opzichte van wat hij geschreven heeft.

In het geval van De naam van de roos neemt Umberto Eco een leuke positie in. Hij vindt namelijk dat een auteur niet moet interpreteren en dat hij die betekenistoekenning graag aan zijn lezers overlaat. Toch geeft hij een aantal interessante leessuggesties.

Hij begint bijvoorbeeld met de opmerking van zijn uitgever dat het boek 100 pagina’s te lang zou zijn. Er zou teveel inleiding zijn. De eerste 100 bladzijden zijn taai om door te komen. Zou hij ze niet beter kunnen schrappen?

Ik twijfelde geen moment, dat weigerde ik, want, zo beweerde ik, als iemand de abdij wilde binnengaan en er zeven dagen wilde leven, moest hij er het ritme van accepteren. Dus de eerste honderd bladzijden hadden de functie van boetedoening, een initiatie, en wie daar geen zin in heeft, jammer, die blijft maar aan de voet van de heuvel. (545)

Daarna vergelijkt Eco het lezen van een roman als het maken van een bergtocht:

[J]e moet leren op een bepaalde manier te ademen en met een bepaalde pas te lopen en met een bepaalde pas te lopen, anders kun je meteen niet meer verder. (545)

Een prachtige vergelijking, waarbij hij de poëzie haalt. Ook poëzie vraagt om een bepaalde leeshouding. Soms kom je er heel snel in, maar vaak is het moeilijker. Ook moet je niet alles willen interpreteren en gewoon laten gaan. De voordracht is bij poëzie immens belangrijk. Het is de ademhaling van de tekst.

Daarbij komt Eco tenslotte tot een verhandeling over de ademhaling van de roman. Die ligt niet zozeer in zinnen, alswel in de grotere brokken van de hoofdstukken en delen. Voor De naam van de roos geldt dit ook. Het is een kwestie van versnellen en vertragen.

Umberto Eco haalt als voorbeeld de scene aan waarin Adson de liefde bedrijft. Het vertelritme van Eco van deze liefdescene komt overeen met het tikken van de vingers op het toetsenbord. Alsof het een trom is waarop de verteller de liefdesgeschiedenis vertelt.

Umberto Eco: De naam van de roos. Oorspronkelijke titel: Il nome della Rosa, Postille a ‘ll nome della Rosa’ Vertaald door Jenny Tuin, Pietha de Voogd en Henny Vlot. 36e druk. Amsterdam: Ooievaars Pockethouse, 1996 [1983, 1e druk]. ISBN: 90 5713 117 X. 582 pagina’s. Prijs: € 15 Bestel

17 oktober 2016

Opbouw

img_20161010_205343.jpgDe bijzonder strakke opbouw, ingedeeld volgens het dagritme van de monniken in een klooster. Umberto Eco’s roman De naam van de roos speelt in 7 dagen, verdeeld naar de gebedsmomenten op de dag: metten, lauden, priem, terts, sext, noon, vespers en completen.

Het is die strakke opbouw waarmee Umberto Eco zijn lezers uitdaagt. Alles speelt zich ook in deze momenten van het klooster. Daarbuiten lijkt de wereld niet te bestaan. Het verhaal wordt gedragen door het vaste ritme van de dagen.

Het is de ademhaling van de roman. Het brengt de lezer in het verhaal. Het strakke leven in een klooster is hiermee prachtig in de structuur van de roman gebracht. Zo geformeerd rond de dagelijkse cyclus aan gebeden krijgt de roman een duidelijke opbouw, waarbij de lezer meteen ingewijd wordt in het kloosterleven.

Het bijzondere klooster in Melk dat de verteller Adson hier aanhaalt, ken ik vooral als dat klooster dat je ziet liggen vanuit de trein in Oostenrijk. Dat is een gebouw in barokstijl. Het klooster van De naam van de roos ligt eveneens mooi bovenop een berg. Alleen is het een paar eeuwen voor het huidige klooster er staat.

De monniken in De naam van de roos leven volgens de orde van de benedictijnen. Deze orde is gesticht door kerkvader Benedictus. Onder het kopje ‘Opmerking’ vermeldt de verteller, de persoon die zegt dat hij het manuscript van monnik Adson heeft bewerkt naar onze tijd:

Adsons verwijzingen naar de canonieke uren hebben me enigszins in verlegenheid gebracht, want niet alleen varieert de bepaling ervan naargelang van de plaats en de jaargetijden, maar naar alle waarschijnlijkheid hield men zich in de veertiende eeuw niet angstvallig precies aan de door de heilige Benedictus in de regel vastgelegde aanwijzingen. (12)

Daarmee speelt de verteller of bewerker van het manuscripten van Adson al meteen het spel van het verhaal. Hij trekt hiermee meteen al het manuscript in twijfel voor de lezer. Net als het aanhalen van een boek dat in de 20e eeuw het kloosterleven beschrijft. Het is een leuk spel, omdat het verhaal heel strak is opgebouwd door het volgen van dagindeling in het klooster.

Meteen merkt de verteller erbij op dat het mogelijk helemaal niet zo strak gevolgd werd in de Middeleeuwen, de tijd waarin het verhaal speelt. De opbouw van het verhaal volgt deze regel wel heel strak. Het geeft de roman het ritme, waarover Umberto Eco in het naschrift nog een aantal interessante dingen schrijft.

Umberto Eco: De naam van de roos. Oorspronkelijke titel: Il nome della Rosa, Postille a ‘ll nome della Rosa’ Vertaald door Jenny Tuin, Pietha de Voogd en Henny Vlot. 36e druk. Amsterdam: Ooievaars Pockethouse, 1996 [1983, 1e druk]. ISBN: 90 5713 117 X. 582 pagina’s. Prijs: € 15 Bestel

16 oktober 2016

Wie verdient voor jou de Nobelprijs? - #50books vraag 42

img_20161014_124551.jpgEen spannende week voor de liefhebber van literatuur: wie wint dit jaar de Nobelprijs voor de literatuur? Het antwoord: Bob Dylan krijgt de Nobelprijs! Zijn liedjesteksten zijn zo literair, dat de Zweedse Academie de Amerikaanse protestzanger de meest prestigieuze literaire prijs ter wereld gunde.

Bovenop de verrassende keuze, krijgt Bob Dylan zelfs een vergelijking met grote Griekse dichters:

Als je 5000 jaar terugkijkt, ontdek je Homerus en Sappho. Zij schreven poëtische teksten die bedoeld waren om te worden voorgedragen. Datzelfde geldt voor Bob Dylan. Wij lezen Homerus en Sappho nog steeds en genieten van hun werk.

Dat is klare taal. De organisatie achter de Nobelprijs blijft natuurlijk best een geheimzinnig genootschap. Het is mij altijd onduidelijk hoe ze precies bepalen wie deze prijs krijgt. Het lijkt een volstrekte willekeur te zijn en daarom is de verrassende keuze voor Bob Dylan best leuk om te horen.

Fan Martin Bril zou een gat in de lucht hebben gesprongen als hij dit hoorde. Maar heeft Bob Dylan deze literaire prijs wel verdiend? Zijn teksten zijn namelijk onlosmakelijk verbonden met zijn muziek. En blijft er nog iets overeind van zijn tekst als je de muziek weglaat. Zoveel mensen, zoveel meningen. Dat geldt bijna elk jaar als de Nobelprijs voor de literatuur aan een schrijver wordt toegekend.

Dat brengt mij bij de boekenvraag van deze week.
Wie zou volgens jou de Nobelprijs voor de literatuur verdienen?

Bij de toekenning van de prijs wordt altijd meegenomen dat het werk van de schrijver een idealistisch karakter bezit. Je bent vandaag even het doorslaggevende lid van de Zweedse Academie en bepaalt wie de winnaar is van de Nobelprijs voor de literatuur. Ik ben benieuwd waarom je hem of haar kiest.

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

15 oktober 2016

Hoe lees ik?

img_20161015_145036.jpgBoeken lees ik al mijn hele leven. Ik ben in de loop van de jaren wel anders gaan lezen. Meer gericht op wat de tekst met mij doet. De betekenis die ik erin leg en hoe ik het verhaal bleef. De rol van de lezer zie ik als de belangrijkste schakel. Zonder de lezer bestaat de tekst niet.

Lidewijde Paris geeft in haar boek Hoe lees ik? allerlei aanwijzingen hoe je een boek kunt lezen. Ze heeft haar verhaal opgedeeld in 3 delen: basisbegrippen, stijlfiguren en context. Het uitgangspunt is het lezen van een roman.

Wat gebeurt er in een roman?

De aanleiding is een gesprek met een lezer in de boekwinkel over een roman van Grøndahl. De vrouw waarmee ze spreekt vraagt zich af wat er in de roman gebeurt. Later geeft ze een lezing in de boekwinkel in Heemstede. Aan de hand van een stapel romans vertelt ze over haar avonturen bij het lezen:

Of die ene mevrouw erbij was, weet ik helaas niet. Ik hoop van wel. Aan de hand van Grøndahls boek – Dat weet je niet had ij door haar vraag immers een extra betekenis gegeven: hoe literatuur werkt, dat weet je soms niet. En ik dank aan haar indirect de titel van mijn boek: Hoe lees ik?

In eerste instantie helpt Lidewijde Paris om meer grip te krijgen op de tekst. Ze begint groot en zoomt steeds verder in op kleinere onderdelen. Zo noemt ze motief en thema, kijkt ze naar verteller en perspectief, tijd en kijkt ze naar de structuur en verhaallijnen. Allemaal ingrediënten om als lezer meer uit een verhaal te kunnen halen.

Als ze aan het eind van het boek met haar buurvrouw over lezen praat, zegt haar buurvrouw dat ze zich juist wil ontspannen. Zou ze met dit boek haar buurvrouw helpen of blijft literatuur moeilijk voor haar. Sommige onderdelen die Lidewijde Paris noemt, heb ik al op de middelbare school gehad en helpen mee bij een goed begrip van de roman. Andere aspecten heb ik later bij mijn studie Nederlands verder uitgediept. Maar dat betekent niet altijd dat ze van waarde zijn.

Plezier in lezen

Voor mij dragen ze zeker bij aan het plezier waarmee ik een roman lees. Of iedereen dat zo ervaart, weet ik niet. Het is onderdeel van mijn eigen twijfel rond literatuur en hoe anderen dat ervaren. Niet iedereen waardeert schoonheid op dezelfde manier. En of en hoe je dat kunt leren, is lastig te bepalen. Net zoals dat ik nooit uit kan leggen waarom ik een psalm zo mooi vind.

Ze levert echter prachtige voorbeelden aan in haar leesboek. De keuze in de korte verhalen die ze opvoert, is bijzonder sterk. Ze laat je kennismaken met schrijvers als Sefi Atta, T.S. Boyle en Olaf Olafsson. Het zijn erg indrukwekkende verhalen en ik vind het bijna spijtig dat ze hier niet dieper op ingaat. De hoeveelheid verhalen die ze aanhaalt is namelijk soms een beetje overweldigend.

Mooie voorbeelden

Daarmee heb ik vooral plezier gehad aan de voorbeelden die ze gaf. Ze citeerde de hele verhalen en dat leverde een onverwacht genoegen op. Het maakt dit boek ook voor de ervaren lezer de moeite waard het te lezen. Al ben ik het inhoudelijk niet altijd eens. De zoektocht naar de intentie van de schrijver, heb ik namelijk al heel lang geleden opgegeven.

Lidewijde Paris: Hoe lees ik? Met inspirerende voorbeelden uit de literatuur. Amsterdam: Nieuw Amsterdam uitgevers, 2016. ISBN: 978 90 468 2108 4. 288 pagina’s. Prijs: € 17,99. Bestel

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Hoe lees ik? van Lidewijde Paris. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

14 oktober 2016

Spoorbrug over de IJssel - #fietsvakantie

img_20160812_182236.jpgDe stadscamping zou aan de IJsseldijk liggen. We kunnen kiezen uit 2 en als we op het kruispunt staan, kiezen we voor de parkcamping recht tegenover de stad Deventer. We moeten ervoor over de dijk kronkelen en onder het spoor en de spoorbrug door fietsen. Dan belanden we op de plek waar de camping moet zijn.

We rijden door een groot stadspark van bijna een eeuw oud. De bomen zijn groot en hoog. Achter de heg ligt de stadscamping van Deventer verborgen. Hier zal in het voorjaar als de IJssel hoog staat, de rivier wel stromen. Het gebouw met de sanitaire voorzieningen staat hoog.

Er is een plekje voor ons. We kiezen een plaatsje bij het water. Tussen de bomen kun je de toren van de Lebuïnuskerk zien. Elk halfuur speelt het carillon. Het stopt rond middernacht. We horen de boten over de rivier varen en de auto’s aan de overkant over de kade rijden. Niet storende verder. We slapen als roosjes. Het is zelfs een beetje warm ’s nachts.

img_20160812_203715.jpgBest leuk om op een camping te overnachten die aan de rand van het park staat. De bordjes op de wc’s herinneren eraan. Ze wijzen erop dat alleen campinggasten hier naar de wc mogen. De honden van het park blijven keurig weg. Net als dat we ’s avonds en ’s nachts weinig geluiden uit het park horen komen.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

13 oktober 2016

Het labyrint

img_20161010_205323.jpgDe kloosterbibliotheek in de roman De naam van de roos van Umberto Eco is een heus labyrint. Het is een ondoordringbaar gebouw met aaneengesloten kamers en die slechts 1 richting op gaan of doodlopen. De oude grijsaard Alinardo brengt ze op het idee met zijn opmerking dat de bibliotheek een labyrint is:

‘Hunc mundum tipice laberinthus denotat ille,’ citeerde de grijsaard in gedachten verzonken. ‘Intranti largus, redeunti ses nimis artus. De bibliotheek is een groot labyrint, teken van het labyrint van de wereld. Je gaat er binnen en je weet niet of je eruit komt. Men dient de zuilen van Heracles niet te schenden…’ (167)

William en Adson weten in de 2e nacht het gebouw binnen te komen. Ze dreigen te verdwalen in het stelsel van deuren en gangen. De ramen die ze menen dat het gebouw heeft, blijken binnen in het gebouw extra lastig te ontraadselen. Daarbij speelt de donkere nacht waarin ze door de bibliotheek dwalen extra parten.

Dan overdenkt de intelligente frater William hoe de bibliotheek mogelijk is opgebouwd. Ze rekenen vanuit de 8-hoekige luchtkoker in het midden van het gebouw. Ze komen tot een bibliotheek met 56 vertrekken, waarvan 4 7-hoekig en 52 min of meer 4-hoekig.

Volgens William is de bibliotheek geconstrueerd volgens een hemelse harmonie, met 4 torens waar in elke toren 5 vertrekken zitten met 4 zijden en 1 met 7. Ze tekenen een plattegrond waarmee ze de geheimen van de bibliotheek proberen te ontsluiten. Het is moeilijker dan ze denken.

Het raadsel ontvouwt zich in de taal, de letters boven de deuren die samen een woord vormen en daarmee het thema van die kamers. William wordt helemaal blij van alle boeken die hij bij het schamele licht leest. Het houdt hem bijna af van zijn werk om het grotere raadsel van het boek op te lossen.

Umberto Eco: De naam van de roos. Oorspronkelijke titel: Il nome della Rosa, Postille a ‘ll nome della Rosa’ Vertaald door Jenny Tuin, Pietha de Voogd en Henny Vlot. 36e druk. Amsterdam: Ooievaars Pockethouse, 1996 [1983, 1e druk]. ISBN: 90 5713 117 X. 582 pagina’s. Prijs: € 15 Bestel

11 oktober 2016

De naam van de roos

img_20161010_205304.jpgDe Middeleeuwen, kloosters en monniken. Doris is er erg mee bezig en ik besluit inspiratie te halen uit de Umberto Eco’s roman De naam van de roos. Een bijzondere titel die pas helemaal aan het eind van de roman duidelijk wordt. Het is een boek die ik al heel lang wil lezen.

De verteller van het verhaal is de oude monnik Adson. Hij schrijft de oude geschiedenis op die hij beleefde met de franciscaanse frater William. Ze bezoeken het klooster in Melk. Het is Adson onduidelijk wat de precieze missie van zijn leermeester is, maar als ze aankomen in Melk blijkt dat er een raadselachtige dood is van een monnik.

Hij is buiten gevonden in de sneeuw. Het is onduidelijk of hij uit een raam is gevallen of dat er iets anders is gebeurd. William en Adson gaan op onderzoek uit. William hoopt meteen iets meer te kunnen zien in Melk, namelijk de fraaie kloosterbibliotheek. Hij zegt dit als hij de opdracht krijgt om de dood van de monnik te onderzoeken:

‘Maar ik zal vandaag nog beginnen, voordat de monniken horen welke opdracht u mij hebt gegeven. Bovendien zou ik, en dat is niet de onbelangrijkste reden van mijn komst hier, bijzonder graag uw bibliotheek bezoeken, waarover in alle abdijen van de christelijke wereld met bewondering wordt gesproken.’
De abt kwam haast met een ruk overeind, zijn gezicht strak en gespannen. ‘U kunt gaan en staan war u wilt in de abdij, heb ik gezegd. Maar beslist niet op de bovenste verdieping van het Hoofdgebouw, in de bibliotheek.’ (43)

Als William vraagt waarom hij er niet mag komen, spreekt de abt zich in vage termen uit. Op de bibliotheek rust een verbod voor alle monniken, alleen de bibliothecaris mag er komen. De toegang is beperkt tot hem, waarbij het geheim waar alle boeken zich bevinden, wordt overgedragen van bibliothecaris op bibliothecaris.

De roman van Umberto Eco wordt niet alleen ontzettend spannend door de speurtocht naar de oorzaak van de raadselachtige moorden. Ook draait het in De naam van de roos om de toegang tot de bibliotheek. Het zoeken naar boeken en vooral het labyrint waarin de boeken zich bevinden, maken het verhaal extra spannend.

Umberto Eco: De naam van de roos. Oorspronkelijke titel: Il nome della Rosa, Postille a ‘ll nome della Rosa’ Vertaald door Jenny Tuin, Pietha de Voogd en Henny Vlot. 36e druk. Amsterdam: Ooievaars Pockethouse, 1996 [1983, 1e druk]. ISBN: 90 5713 117 X. 582 pagina’s. Prijs: € 15 Bestel

10 oktober 2016

Literaire verwijzingen

img_20160926_204115.jpgHet reisverhaal In Patagonië van Bruce Chatwin bevat een paar prachtige literaire verwijzingen. De meest in het oog springende verwijzing is die naar Dante. Hier vergelijkt Bruce Chatwin Tierra del Fuego met het eiland waar Ulysses in Dantes Inferno probeert aan te meren.

De vergelijking doemt op als de Nederlanders proberen aan te meren. De vuren die de Hollanders vanaf hun schepen zien, doen ze denken aan het inferno, boordevol met monsters en de Roc, een reusachtige condor. In werkelijkheid waren de vuren aangestoken door de Indianen op het eiland.

Dan is Vuurland Satans land, waar vlammetjes flikkeren als vuurvliegjes op een zomernacht en, in de enger wordende kringen van de Hel, het ijs de schimmen van verraders gevangen houdt als rietjes in een glas.
Dit verklaart misschien waarom ze niet geland zijn. (127)

Een mooie combinatie van de literatuur en de geschiedenis van de ontdekkingsreizigers. De vergelijking met Ulyssus die bij Dante gestraft wordt voor zijn verlangen de grenzen die de mens gesteld zijn, te overschrijden.

Naast Dante haalt Bruce Chatwin ook Shakespeare aan. Hij doet dit als hij de herkomst van de naam Patagonië bespreekt. Het gebied zou verwijzen naar de grote voeten van de oorspronkelijke bewoners, maar het monster Patagon.

Shakespeare heeft in zijn tragedie De storm duidelijk verwijzingen naar de Zeereis van Pigafetta, stelt Bruce Chatwin. In deze Zeereis spelen monsters met de kop van een hond en de poten van de hartebeest, de Grote Patagon, een rol.

Heerlijk om zo de grote literatuur te zien verzinken in het boeiende reisboek In Patagonië. Zo zijn vallen alle verhalen samen bij Bruce Chatwin.

Bruce Chatwin: In Patagonië. Oorspronkelijke titel: In Patagonia. Uit het Engels vertaald door Eelco Hesse. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 1987 (1e druk in 1979). ISBN: 90 351 0518 4. 228 pagina’s. Alleen antiquarisch verkrijgbaar

09 oktober 2016

Lees je nog wel eens een kinderboek? - #50books vraag 41

img_20161009_091827.jpgHet is kinderboekenweek. Hier in huis leven kinderboeken al jaren. Inge is er verzot op en Doris leest met haar leeftijd mee. Begonnen we met Het ei van Dick Bruna, nu zit ze op de bank met Achtste-groepers huilen niet van Jacques Vriens. Ze wil morgen een fragment uit dit boek voorlezen bij de voorleeswedstrijd op school.

Ik lees de kinderboeken die ik als kind las eigenlijk nooit. Ik heb weleens overwogen om de zeevaartboeken van K. Norel eens te herlezen of Snuf de hond. Ik heb het niet gedaan. Niet omdat ik er geen zin in heb, ik ben bang dat de verhalen mij tegen zullen vallen. Ik heb me eens aan een fragment van W.G. van der Hulst gewaagd. Dat leverde vooral frustratie op. Wat een vreselijke stijl zeg. Dat ik vroeger om die boeken huilde. Ik kan het me niet meer voorstellen.

Wel heb ik een groot deel van mijn kindertijd ingehaald met het voorlezen aan Doris. De boeken van Jacques Vriens die ik niet kende, maar ook Tonke Dragt en natuurlijk Paul Biegel. De verhalen van Willem Wilmink waren ook om van te genieten. Net als de spannende serie van Harry Potter.

Daarom staat vandaag de boekenvraag in het teken van de kinderboekenweek:
Lees je nog weleens kinderboeken? En waarom wel of niet?

Ik ben heel benieuwd hoe jij het ervaart om oude kinderboeken te herlezen. Is het een feest der herkenning of verbaas je je over de stijl en opbouw?

Zoals elke week ben ik weer heel nieuwsgierig naar de antwoorden.

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

08 oktober 2016

Neef Charlie

img_20160926_204138.jpgBruce Chatwin reist zijn neef Charlie achterna in het reisboek In Patagonië. Bovendien vertelt hij de vele verhalen van de mensen die in dit onherbergzame gebied leven. De aanleiding is een stukje huid, van wie het verhaal gaat dat het om de huid van een dinosaurus gaat.

Niet waar, zo ontdekt hij nog voor hij naar Patagonië gaat, maar wel de moeite waard om zijn neef achterna te gaan. Niet alleen de plekken te bezoeken die zijn neef aandeed, maar vooral de verhalen van het gebied en zijn bewoners te achterhalen.

En dat zijn bijzondere verhalen, al is de leidraad in het boek toch wel de bijzondere neef, neef Charlie. Hij spoelt in Patagonië aan. Letterlijk als kapitein van een koopvaardijschip leidt hij schipbreuk en vestigt zich in Punta Arenas. Hij heeft een huis met een torenkamer. Volgens de buren kan hij niet kiezen of hij in een kasteel of een kerk wil wonen.

Mijn neef Charlie had in de toren een telescoop staan en als oude zieke man placht hij uit te turen over de Zeestraat. Of hij zat aan een schrijftafel zijn geheugen te doorzoeken om de extase te hervinden van wie met een schip de zee op gaat. (168)

Een prachtige episode waarin Bruce Chatwin helemaal in de huid van zijn neef kruipt. Naar de huid van de bijzondere luiaard waar zelfs Goethe een essay over schreef, gaat Chatwin verder op zoek. De grot waarin met het ‘grove, roodachtige haar dat ik zo goed kende’. Daar in die grot merkt hij dat het haar zijn eigen herinneringen van een verduisterde slaapkamer in oorlogstijd oproepen. De nieuwe verhalen weten dit niet te overschrijven.

Bruce Chatwin: In Patagonië. Oorspronkelijke titel: In Patagonia. Uit het Engels vertaald door Eelco Hesse. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 1987 (1e druk in 1979). ISBN: 90 351 0518 4. 228 pagina’s. Alleen antiquarisch verkrijgbaar

07 oktober 2016

Het witte huis - #fietsvakantie

img_20160812_180157.jpgBij de laatste rotonde van het plaatsje Twello zie ik ineens de witte villa met het torentje. Hoe vaak zag ik dit grote huis vanuit de trein tussen Deventer en Apeldoorn. Nu rijden we er vlak langs. We moeten 3/4 van de rotonde nemen, maar ik kan het niet laten om even te stoppen en het huis te fotograferen.

Ergens heeft het gebouw iets van de villa waar Gerrit Komrij in Portugal woonde. Een statig 19e eeuws gebouw met prachtige halfronde bogen boven de ramen. De witte kleur geeft het huis nog iets extra’s.

De grote serre aan de zijkant van het huis en het bijzondere torentje aan de andere kant. Ik keek er altijd met verwondering naar als de trein erlangs reed. Voor mij het signaal dat ik uit Overijssel was, op weg naar het westen. En andersom dat ik de brug over de IJssel bij Deventer naderde.

img_20160812_180213.jpgOp de fiets ziet het gebouw er minstens zo mythisch uit als in de verbeelding op reis van en naar Almelo. Nu fietsen we erlangs en ik kijk over de mooie heg in de richting van dit bijzondere gebouw. De toren en het mooie lichthellend dak maken het extra mooi. Zeker ook omdat dit samen met de halfronde bogen boven de ramen verwijzingen zijn naar het 19e eeuwse huis van Gerrit Komrij. Zijn huis mist de toren, maar bezit veel overeenkomsten in mijn beleving.

Het gebouw hier aan de oostkant van Twello heet De witte brug, gebouwd in 1874 door een bankier uit Amsterdam. Later woonde de burgervader van Voorst in het gebouw. De grote villa geniet bekendheid in Twello als hotel en later het jongensinternaat. Nu zou er een advocatenpraktijk in gevestigd zijn, al zijn de berichten die ik daarover vind van een tijdje terug.

Doris is de hoek al om in de richting van de camping. We fietsen al de hele dag. De tocht over Flevoland, dwars door de Veluwe en nu rijden we van Apeldoorn naar Deventer. Bij deze stad zullen we gaan overnachten. Het is al avond en we voelen de kilometers in de benen. Nog een klein stukje naar de dijk en dan moet het daar ergens liggen.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

04 oktober 2016

Onmogelijk wonen

img_20160926_204106.jpgDe wind snijdt altijd ijskoud door alle kieren van de huizen, schrijft Bruce Chatwin in zijn reisboek In Patagonië. Het maakt het bijna onmogelijk om hier te wonen. Alleen de schapen weten het hier uit te houden.

Aan de hand van de bijzondere bewoners die Chatwin bezoekt, komen de verhalen van Patagonië los. Zoals van de oude vrouw van wie haar boerderij werd afgepakt door de marxisten in 1973. Ze woont nu in een nieuw, klein huis.

De bui brak los. De regen kletterde bij bakken neer in de tuin vol bloemen. Het nieuwe huis was klein maar warm. Er lagen vaste groene kleden en er stonden Chippendale-meubeltjes.
‘Ik ga niet weg,’ zei ze. ‘Ik hoor hier thuis. Ze zouden me eerst moeten ombrengen. Trouwens, waar zou ik heen moeten?’ (167)

Dat is wel met het gebied. Het kost misschien veel ontberingen om er te wonen, maar als je er eenmaal woont, wil je er niet meer weg. Zo vindt Bruce Chatwin er ook het verhaal van zijn neef Charlie en vermengt dat mooi met zijn bevindingen in gebied in het zuiden van Argentinië. Het is er prachtig door de onherbergzaamheid en lelijkheid.

Bruce Chatwin: In Patagonië. Oorspronkelijke titel: In Patagonia. Uit het Engels vertaald door Eelco Hesse. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 1987 (1e druk in 1979). ISBN: 90 351 0518 4. 228 pagina’s. Alleen antiquarisch verkrijgbaar

03 oktober 2016

In Patagonië

img_20160926_204058.jpgDe Engelse schrijver Bruce Chatwin is vervuld van Patagonië. Het gebied in het uiterste zuiden van Latijns Amerika houdt hem al langere tijd bezig. Zo zou zijn neef Charley Milward, een kapitein op een koopvaardijschip, er ooit een brontosaurus hebben gevonden.

Charley zou een heel gaaf exemplaar van het prehistorische dier hebben gevonden. Als bewijs stuurde hij een stukje huid naar Chatwins grootmoeder. Dat het helemaal niet om een brontosaurus gaat, maar om een mylodon of reuzenluiaard, vindt Bruce Chatwin pas veel later uit.

Bruce Chatwin zegt dat hij ondanks deze ontdekking toch graag naar Patagonië wil. Het ligt verscholen in de geheimzinnige naam. Ook biedt dit afgelegen oord alle mogelijkheden om te verblijven na de ontploffing van de kobaltbom die nog erger is dan de waterstofbom. Patagonië is onder die dreiging toch wel de veiligste plek op aarde.

Zo vertrekt hij naar Patagonië. Het inspireert later de schrijver van treinverhalen Paul Theroux om naar dit afgelegen oord in Argentië af te dalen voor de Patagonië Express. Chatwin vertelt in zijn boek de verhalen over de bijzondere bewoners die in dit gebied leven: de treinrovers, Engelsen en andere mensen die bereid zijn in dit afgelegen en onherbergzame gebied te gaan wonen.

Hij zwerft van verhaal naar verhaal, begeleidt door het onherbergzame landschap waar alleen schapen gedijen en verder niets. Of zoals hij het zelf schrijft:

De geur van een verhaal volgend ging ik verder en begaf me weer naar de hoofdweg. De chauffeur van een vrachtwagen met wol stopte en nam me mee. Hij droeg een zwart hemd waar roze rozen op geborduurd waren en hij speelde de Vijfde van Beethoven op zijn cassette. Het landschap was leeg. De heuvels werde goud en purper in het licht van de ondergaande zon. Onder een telegraafpaal zagen we een eenzaam figuur staan. (63)

De eenzame figuur is een man voor het volgende hoofdstuk. De man met blond haar heeft een kaart gescheurd uit de encyclopedie waarop de mijnen in Argentinië staan aangegeven. Het maakt hem niet uit hoe ver de mijn ligt. Een mijn is een mijn.

De verhalen over Patagonië gaat over mensen die letterlijk aan de rand van de samenleving wonen. Dat zijn ook de rovers en de krakers.

Bruce Chatwin: In Patagonië. Oorspronkelijke titel: In Patagonia. Uit het Engels vertaald door Eelco Hesse. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 1987 (1e druk in 1979). ISBN: 90 351 0518 4. 228 pagina’s. Alleen antiquarisch verkrijgbaar

02 oktober 2016

Naar welk boek kijk jij uit? - #50books vraag 40

img_20161002_095034.jpgHet najaar en het voorjaar zijn de momenten waarin de meeste boeken verschijnen. Dit najaar komt er een heel bijzonder boek uit. Het 6e deel in A.F.Th. van der Heijdens reeks De tandeloze tijd met de titel Kwaadschiks. Het boek zou al vorig jaar uitkomen, maar is onderbroken door een roman die er tussendoor kwam, de historische roman De Ochtendgave.

Het is een boek waar elke liefhebber van Van der Heijden en de reeks De tandeloze tijd reikhalzend naar uitkijkt. Hoe vergaat het de personages van de eerdere boeken. Het lijkt ook uit te komen in een mooie menging van personages uit de eerdere delen.

Ik kijk vooral uit naar de nieuwe verhalen met nieuwe personages die aansluiten bij het eerdere, grotere verhaal. Zoiets is echt iets om naar uit te kijken.

Bij de ‘Harry Potter’-koorts in de jaren rond de millenniumwisseling stonden de fans op de dag van uitgave klaar bij de ingang van de boekwinkel. Boekhandelaren speelden hierop in door middernacht open te gaan en met een speciaal feestje de nieuwe uitgave te omlijsten.

Bij Van der Heijden zal dit waarschijnlijk niet gebeuren. Het is nog maar de vraag of november echt gehaald wordt. Vorig jaar werd het een paar weken voor het boek uit zou komen, uitgesteld.

Dat brengt mij bij de boekenvraag van deze week:
Naar welk boek kijk jij reikhalzend uit?

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

01 oktober 2016

Crimineel milieu

De autobiografie De Man & De Schreeuw moet het vooral hebben van het inkijkje in het criminele milieu waarbij Klaas Bruinsma, alias Die Lange ook even langskomt. De drugstransporten, het witwassen van geld en de hoerentent die Gennaro Pepe overneemt. Het zijn verhalen die je met rode oortjes leest. Zeker ook om dat de verteller ze erg leuk kan vertellen en ze ongetwijfeld flink aangedikt heeft.

De bewuste schreeuw

Het verhaal eindigt met de bewuste schreeuw die Gennaro Pepe 10.000 euro boete en een gevangenisstraf van 8 maanden oplevert. Ook hier ontbreekt het hem aan zelfreflectie. Hij schuift de dronkenmanschreeuw naar een schreeuw van wanhoop. Had hij een huisje gekregen of op een andere manier geholpen, dan was het waarschijnlijk allemaal niet gebeurd.

Na inmiddels vijf(!) jaar van daklooshied was er nog steeds geen subsidieslurpende instantie of hulpverelener die ook maar iets voor me deed. (293)

Geen enkele instantie heeft ook maar iets voor hem gedaan, beweert hij. Geen wonder dat hij tot die daad is gekomen. Zeker, hij wijst aan het einde van zijn autobiografie op zijn keuze het verhaal te vertellen zoals hij dat heeft meegemaakt.

Genarro Pepe: De Man & De Schreeuw, Autobiografie Damschreeuwer. Soest: Uitgeverij Boekscout.nl, 2016. ISBN: 978 94 022 2448 1. 299 pagina’s. Prijs: € 19,95. Bestel