31 mei 2014

Nationale Stoomtreindag (1)

hendrik-jan-bij-stoomtrein‘Heb je de nieuwe baan al gevierd?’ vroeg laatst iemand. Ze zei er met dreigende vinger bij dat ik wel iets moest gaan doen. ‘Iets dat jij leuk vindt om te doen.’ Ik wist in eerste instantie niks. Eerst maar eens gewoon aan de slag, reageerde ik. ‘Nee’, hamerde ze er nog eens in. ‘Ga het nou echt vieren. Dat heb je verdiend.’

Een paar dagen later ontdekte ik dat het op Hemelvaartsdag Nationale stoomtreindag is. Of het nu alleen een activiteit is van de Veluwse Stoomtrein Maatschappij of echt een nationale gebeurtenis, weet ik niet. Maar in Beekbergen zou het stoomfeest losbarsten.

Wat ik er van kon verwachten, wist ik niet. Zou het druk worden? Of bleef het bij een heerlijk rustig evenement waar een paar liefhebbers op af zou komen? En zou de regen zorgen voor meer of minder bezoekers?

station-beekbergenOp weg naar Beekbergen stonden we in de enige file van Nederland. We tutterden over een afstand van negen kilometer bij Amersfoort. Dat beloofde wat te worden. Verderop werd vanaf de snelweg heel netjes aangegeven waar we de auto konden parkeren. We reden in een kleine rij auto’s.

Hoe dichter we Beekbergen naderden, hoe langer de rij werd. We keken uit op de heuvel en daar stonden ze. Auto’s, rijen achter elkaar geparkeerd. De nabijheid van de stoomtreinen kon ik nog niet ontwaren. Maar wat was het druk. Een lange rij bij de kassa voor het afrekenen van de kaarten van 7,50 euro per persoon, kinderen voor 4,50 euro. De rij stak een flink eind uit de smalle deur.

wachtendenDe stoomtrein stond al sinds onze aankomst te stomen aan het achterste spoor. We liepen er met het verse kaartje heen. De deuren van de wagons waren dicht. Al snel zagen wij dat een lift met deze trein zou betekenen dat we konden staan.

Lees deel 2

30 mei 2014

Birk

imageDe voorkant intrigeert al: de kop van een meeuw, recht van voren. De ogen hetzelfde blauw als de titel van het boek. Een titel die letterlijk uit het boek komt. Hij grijpt je ook bij de kladden: Birk. Een naam die staat als een huis. Je weet niet waar het over gaat, maar je slaat het boek open.

Dat is het eerste gevoel dat je hebt als je de roman Birk in handen krijgt. Het is het debuut van Jaap Robben en draagt de ondertitel: ‘Over de grenzen van onvoorwaardelijke liefde.’

Eiland

Het verhaal speelt op een eiland. Volgens de flaptekst ligt het eiland ergens tussen Noorwegen en Schotland. De roman gaat over Mikael Hammerman en zijn moeder Dora. Het verhaal opent met het drama: de verdwijning van Mikaels vader Birk.

De negenjarige jongen laat zijn nieuwe bal in zee vallen vanaf de klif. Hij zwemt er eerst zelf achteraan, maar zijn vader redt hem uit de woeste zee. Daarna gaat zijn vader de bal achterna. Het wordt hem fataal hij wordt meegenomen door de zee. De negenjarige Mikael komt thuis en vertelt zijn moeder niet direct over het voorval. De zoekactie die daarna volgt is vergeefs. Hij wordt nooit meer gevonden.

De precieze toedracht vertelt Mikael nooit aan zijn moeder. Ze leven in het huis op het eiland van het kapitaaltje dat de ouders van zijn vader Birk hebben nagelaten. Verder woont op het eiland de visser Karl. Hij beschikt over een botter en staat daarmee in contact met de buitenwereld.

Leeg huis

Het derde en laatste huis op het eiland is van Pernille Augusta geweest. Zij is overleden en het huis wordt door de andere bewoners van het eiland langzaam maar zeker leeggehaald. Mikaels vader Brik is daarmee begonnen, maar Mikael ontdekt dat zijn buurman Karl ook het huis van de oude vrouw leeghaalt.

Verder is het eiland verlaten. Eens in de twee weken levert een boot met de naam Brigitta goederen vanuit de stad Tramsund, door bewoners die er niet wonen Tramsud genoemd.

Het verhaal wordt verteld door de hoofdpersoon Mikael Hammerman. De stijl die Jaap Robben gebruikt, doet denken aan de boeken van bijvoorbeeld Walter van den Berg. Korte zinnen, emotieloos en rauw. Het geeft een mooie werking: het verhaal over de verwerking van verlies en de liefde van een kind voor zijn ouders.

Geen raad weten

Dat zijn moeder eigenlijk geen raad weet met de verdwijning van haar man staat als een paal boven water. Mikael kan het ook moeilijk duiden en moet het vooral zelf zien te rooien. Het begint ermee dat hij de leerstof die hij per post krijgt toegestuurd niet meer wil volgen. Hij schrijft een brief dat hij dood is. Het staat er symbool voor. Hij is ook dood met de dood van zijn vader.

Als zijn moeder erachter komt, is ze woest, maar tegelijkertijd legt ze zich bij de situatie neer. Ze claimt haar zoon, hij verandert geleidelijk van een kind in de plaatsvervanger van zijn vader. Zijn moeder wil niet dat hij haar nog langer aanspreekt met moeder. Hij moet haar Dora noemen en ze wisselen van kamer.

Ze is korzelig, onredelijk en veeleisend. Hij mag eigenlijk geen stap buiten de deur zetten. Als hij uiteindelijk met de visser Karl meegaat naar Tramsund, drukt die dreiging op zijn schouders. Hij blijft in de haven en gaat niet mee naar de hoeren.

Aanpappen

Hij weigert de trui van zijn vader te dragen en zijn moeder geeft alle kleren weg aan Karl. Ze papt het zelfs even met hem aan. Daar steekt Mikael een stokje voor. Dat wil hij niet en hij steelt de kleren terug. Het verhaal krijgt steeds meer de beklemming van eilandbewoners die zelf hun eilandjes bouwen. De totale isolatie schrikt bezoekers af, maar helpt de eilandbewoners. Zelfs de liefde maakt ze tot verstekelingen op hun eigen eiland.

De combinatie van de kale stijl en het verhaal op een bijna onhergzaam eiland, maakt Birk tot een genot om te lezen. Het verhaal neemt je mee, het eiland op. En daar schuilt ook het gevaar. De gebeurtenissen worden steeds erger en de lezer laat zich meesleuren als een zwemmer in de woeste zee.  De complete isolatie op het eiland maakt je gek. Misschien is het boek daarom zo aangrijpend dat je er bijna niet over schrijven kan.

Ik zou zo graag eens aanmeren en met eigen ogen zien hoe het met de drie bewoners gaat.

Jaap Robben: Birk. Breda: De Geus, 2014. 256 pagina’s. ISBN: 987 90 445 3277 7. Prijs: € 19,95

Een perfecte dag voor literatuur

Jaap Robbens roman Birk is vandaag het boek van de leesclub Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

29 mei 2014

Het ei van Hitler

image

Een prominente rol speelt het Hitlerei, een handgranaat uit de Tweede Wereldoorlog in Hallgrímur Helgasons roman Een vrouw op 1000º. De hoofdpersoon Herbjörg Maria Björnsson houdt de granaat vast terwijl ze aan bed gekluisterd is.

De granaat voert terug tot in de Tweede Wereldoorlog. Als haar vader haar in Hamburg moet achterlaten omdat hij terug naar het front moet en haar moeder niet komt opdagen, geeft hij haar een handgranaat.

‘Je krijgt hem om jezelf te beschermen, Here. Snap je dat? En je moet hem in geval van nood gebruiken. Begrijp je dat? Alleen als je in levensgevaar bent. Als de Engelsen je omsingelen. En je moet voor honderd procent zeker zijn dat je in gevaar bent, want je hebt maar één granaat. Eine einzige Bombe. Begrijp je dat?’ (287)

Ze blijft achter met de granaat. Gedurende de tijd verandert de granaat van een wapen in een symbool. Het Hitlerei moet haar beschermen door de dreiging die ervan uitgaat, maar hij beschermt haar door er te zijn. Want als hij haar moet helpen en af moet gaan, gaat hij niet af. Maar hij beschermt haar wel en ze houdt hem.

De veiligheidspin was er vanaf en hij was nu eigenlijk nutteloos, met een verlopen houdbaarheidsdatum van een kaas uit 1942. Eerlijk gezegd was ik nogal teleurgesteld dat ik hem nooit had kunnen gebruiken, nooit de kans had gekregen hem te zien stralen. Maar nu is hij alles wat ik bezit, hij vertegenwoordigt mijn bestaan: le seul souvenir de ma vie turbulente. (421)

Het zal niet verwonderen dat deze souvenir haar tot het einde toe vergezeld. Hij krijgt zelfs nog een glansrol toebedeeld op de laatste pagina in het laatste hoofdstuk. Zo is het Hitlerei, een stalen symbool voor de oorlog en het leven van Here. De handgranaat is haar hele leven door dik en dun bij haar gebleven en bood haar veel troost.

Hallgrímur Helgason: Een vrouw op 1000º, Uit de memoires van Herbjörg Maria Björnson. Vertaald uit het IJslands door Marcel Otten. Utrecht, Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014. 542 pagina’s. Prijs: € 24,95

Een perfecte dag voor literatuur

Hallgrímur Helgasons roman Een vrouw op 1000º was vorige week het boek van de leesclub Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Lees ook mijn andere bijdrages over Een vrouw op 1000º van Hallgrímur Helgason:

28 mei 2014

Noppende pony's

Jan Voerman sr. laat geregeld noppende paarden zien op zijn schilderijen. De dieren staan dan naast elkaar, de nekken in elkaar verstrengeld. Ik schreef er al eens over. Op zoek naar de betekenis van het woord noppen.

Vanmorgen bij het lopen met de honden, in de vochtige morgen zag ik ineens de pony’s van de kinderboerderij. In de ochtenschemering, onder de lindebomen, bij het hek, naast elkaar, de nekken verstrengeld.

Zachtjes hoorde ik de kaken snelle beetjes maken in de nek van de ander. Het was een heel rustgevend tafereel zo in de morgen. Ik wilde het niet verstoren met de honden en bleef op een afstandje staan.

Gewoon genieten hoe die dieren staan te noppen. Het had iets intiems, alsof ik een verliefd stelletje betrapte. Zoals laatst bij een fietstocht langs Muiderberg, waar een stelletje verscholen lag achter een hoge graspol. Poedelnaakt.

Ik kon Jan Voerman begrijpen. Dat intieme moment vastleggen waarin je helemaal opgaat in je omgeving en er zelfs even niet meer bent. De noppende paarden in de ochtendnevel en verder niks.

27 mei 2014

Oorlog - #50books

imageDe tragiek van de Tweede Wereldoorlog is grotendeels aan IJsland voorbij gegaan. Geen bedreigende bezetting, heftige vervolging van bevolkingsgroepen of bombardementen met veel slachtoffers. Het ontging het eiland in de Atlantische Oceaan.

Toch bevat het boek Een vrouw op 1000º van Hallgrímur Helgason een overdaad aan oorlog. De hoofdpersoon Here moet hiervoor wel naar Duitsland. Ze heeft een vader die nogal vervuld is van het nazisme. Ze komen in Denemarken terecht. En kunnen door de Duitse bezetting niet meer terug naar IJsland. Haar vader gaat in dienst bij de SS.

Er ontspint zich een voor IJslandse begrippen ongelooflijk oorlogsverhaal van een meisje dat met haar elf jaar in de wreedheden van de oorlog terechtkomt. Alles passeert de revue: de heftige bombardementen, concentratiekampen, het slagveld en de Russische bevrijders.

De oorlog krijgt in deze roman van Hallgrímur Helgason een andere dimensie dan in oorlogsromans van Harry Mulisch, Willem Frederik Hermans of de boeken van bijvoorbeeld G.L. Durlacher.

Het verhaal krijgt mythische vormen. De zwerftocht van Here door Duitsland en de bossen van Wit-Rusland geven het verhaal mythische proporties. De echte belevingen van de oorlog en bijbehorende verschrikkingen zijn onderdeel geworden van een groter verhaal. Het geeft de roman iets dubbelzinnigs. Zoveel heftigs kan een meisje tussen haar 12e en 15e niet meemaken.

Het geeft iets dubbelzinnigs aan de IJslandse afwezigheid in de Tweede Wereldoorlog. De aangrijpendste passage is dan ook na de oorlog wanneer ze mag mee-eten met een belangrijk banket. De oorlog heeft voor IJsland welvaart gebracht, concluderen de gasten. Eigenlijk is het jammer dat hij voorbij is.

Als een gast meer uit beleefdheid dan uit interesse aan haar vraagt waar ze tijdens de oorlog uithing, gaat het mis. Ze ontploft als de Geyser in het Haukadal. Ze geeft de schuld aan de combinatie van champagne en melk. Maar de lezer weet wel beter.

Hallgrímur Helgason: Een vrouw op 1000º, Uit de memoires van Herbjörg Maria Björnson. Vertaald uit het IJslands door Marcel Otten. Utrecht, Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014. 542 pagina’s. Prijs: € 24,95

Een perfecte dag voor literatuur

Hallgrímur Helgasons roman Een vrouw op 1000º was vorige week het boek van de leesclub Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Lees ook mijn andere bijdrages over Een vrouw op 1000º van Hallgrímur Helgason:

#50books

Dit is het antwoord op vraag 18 van het blogproject #50books. #50books is een initiatief vanPeter Pellenaars. Martha Pelkman heeft in 2014 het stokje overgenomen. Bekijk mijn andere bijdrages voor dit bijzondere boekenblogproject.

26 mei 2014

IJslands zwijgen

image

Een belangrijk element in Een vrouw op 1000º van Hallgrímur Helgason is het zwijgen van de personages. Een zeven seconden durende stilte bij zijn schoonvader zorgt ervoor dat Here’s vader zeven jaar wegblijft. Hij had zich ingebeeld dat zijn schoonvader tegen het huwelijk was.

Volgens de hoofdpersoon en ik-verteller Here Björnsson is het zwijgen één van de pijlers van de IJslandse cultuur. Het verklaart volgens haar ook waarom de IJslandse taal al die jaren hetzelfde is gebleven: ‘we gebruiken de taal bijna niet.’

Het verklaart ook het gebruik van dichtvormen als het kwatrijn, die in de loop van die duizend jaar nauwelijks gewijzigd zijn. Of zoals de ik-verteller het zegt:

Wij IJslanders zijn daarentegen het enige volk ter wereld dat zijn taal zo vereerde dat het ervoor koos haar zo min mogelijk te gebruiken en haar ongerept te bewaren als een heilige, eeuwige ‘nationale maagd’. Daarom is het IJslands een onbevlekte maagd van in de zestig, maar nu is ze uiteindelijk door seks bezeten en voor ze sterft verlangt ze er alleen maar naar zich te laten ontmaagden. Dat zal gebeuren. (93)

In Hallgrímur Helgasons roman Een vrouw op 1000º is dat ook het dilemma. De verteller verwijst er vaak naar, het verliezen van de cultuur door de globalisering. De jarenlange isolatie van het eiland in de Atlantische Oceaan is gedaan. IJsland verliest meer en meer haar identiteit door de komst van Amerikanen en Europeanen op het eiland.

De angst spreekt hier duidelijk. Over honderd jaar wordt er geen IJslands meer gesproken. De taal heeft meer woorden dan sprekers. In het verleden heeft de complete isolatie van de rest van Europa de cultuur en identiteit behouden, maar nu verdwijnt ze langzaam maar zeker. De memoires van de ik-verteller Here Björnsson zijn hier het laatste overtuigende bewijs van.

Het is diezelfde identiteit die de Duitsers zo prezen. IJsland was al de enige Germaanse taal ontsnapt aan de overheersing en invloeden van het Romeins. Door IJsland bleven veel Germaanse saga’s en mythes behouden. Ze zijn het ‘oergermaanse volk dat de levensvonk van ons allen bewaart.’

Here antwoordt hier droogjes op. Ze zegt dat het enige bijzondere van de IJslanders is dat ze nog bestaan en het zo lang hebben uitgehouden. Maar dat niemand echt gehecht is aan ze.

Als we morgen zouden verdwijnen, zou niemand ons missen. (369)

Ik vind het een interessant spanningsveld waarin de hoofdpersoon begrijpelijkerwijs zit. Haar kinderen zijn bezeten van geld, hebben het van haar afgepakt nog voor ze dood is. De cultuur verdwijnt door de globalisering. Mocht de oorlog aan ze ontsnappen, de onafhankelijkheid van IJsland lijkt eerder een doodsteek dan een bevrijding te zijn.

Voor mij leeft de IJslandse cultuur juist meer dan ooit. Een boek als Een vrouw op 1000º is daar het bewijs van. De prachtige verhalen, geheel eigen stijl en samensmelting van culturen die het boek nastreeft, maakt het tot een roman die veel andere boeken overstijgt. De eigenheid van IJsland spreekt boekdelen.

Hallgrímur Helgason: Een vrouw op 1000º, Uit de memoires van Herbjörg Maria Björnson. Vertaald uit het IJslands door Marcel Otten. Utrecht, Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014. 542 pagina’s. Prijs: € 24,95

Een perfecte dag voor literatuur

Hallgrímur Helgasons roman Een vrouw op 1000º was vorige week het boek van de leesclub Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Lees ook mijn andere bijdrages over Een vrouw op 1000º van Hallgrímur Helgason:

25 mei 2014

Zwanennest

image

Ze zat er de hele dag. Moeder zwaan, langs de waterkant op het nest van opgestapeld riet. Vlak langs het fietspad. Als je het tunneltje uitkwam zag je haar zitten. Alle fietsers zagen haar, draaiden even hun nekken naar het dier dat er zo rustig zat. Vader zwaan zat ernaast. Voor de bewaking.

Soms stapte een fietser af en stond op het voetpad naast zijn fiets een foto te maken. De mobieltjes klikten en maakten overuren. Een broedende zwaan, het zag er ook heel mooi uit. Het riet stond er mooi omheen. Een niet in te nemen vesting daar langs de waterkant.

image

Gisteren fietste ik erlangs en zag dat het nest verlaten was. Geen moeder of vader zwaan te bekennen. Geen fietser die even stopte om te kijken naar het nest. Geen mobieltje dat klikte om dit bijzondere moment vast te leggen en te delen. Alle fietsers reden voorbij, gehaast als altijd. Alsof hier niets bijzonders was.

Ik stapte af. Keek nog eens goed rond. Was er nergens een familie zwaan te zien? Ik daalde af naar het nest aan de waterkant, tegen de rietkragen aan. Geen zwaan te bekennen. Ik keek nog eens goed in het riet waarvan de zwanen een nest gemaakt hadden. Geen eierschaal niks. Alleen een paar donsveertjes dansten op de wind. Verder niets.

image

Achter het riet hoorde ik een eend snateren. Het leek wel of hij mij uitlachte. Net als de fietsers die langsreden. Ze draaiden even hun nekken in mijn richting, om dan met enig dedain het hoofd terug te draaien. Het leek dan of ze harder trapten op hun pedalen om snel van dit tafereel verlost te zijn.

24 mei 2014

Pluisjessneeuw

image

Ik dacht dat de pluisjes er vroeg bij waren dit jaar, maar de echte pluisjessneeuw moest nog komen. De laatste dagen zijn de volle pluisjeszakken aan de populier gerijpt en laten ze in een voortdurende stroom de pluisjes los. Zo regent het de hele dag populierenpluis.

image

Op de gracht drijft een laagje pluizen, een zwaan zwemt dwars door het laagje wit. Langs de paden liggen dikke vlokken vam de pluisjes. Ze vormen een heuse sneeuwhaag. Het grote verschil met de winterse tegenhanger is dat dit weer opwaait als je langsloopt. Soms neemt een windvlaag wat pluisje mee van het pad en vormt zich een nog dikker sneeuwpak op bepaalde hoeken.

image

De brandnetels vlak onder de populieren liggen helemaal vol met de pluisjes. Het groene blad is helemaal verstopt onder de witte populierenpluis. Ook het zand van de paden in het park is op sommige plekken niet meer te herkennen. Zo verdwijnt alles onder het zaad van de populier.

wpid-20140524_192654.jpg

Ik geniet van alle groene kleuren en zie de pluizensneeuw vallen, traag in een voortdurende stroom. Als een echt sneeuwstorm waarbij je de straten langzaam wit ziet worden. Nu krijgt alles iets grijzigs. Of het gras dat er ineens veel minder groen uitziet.

image

En het werkt net als bij echte sneeuw. Na een regenbui is het allemaal weer weg.

23 mei 2014

Brodsky, Chinese poëzie en een Griek

image

Het Zuid-Afrikahuis aan de Keizersgracht in Amsterdam krijgt een restauratie en renovatie. Daarom werden vanmiddag een aantal boeken aangeboden die dubbel of op een andere manier overcompleet waren uit de collectie tweedehands. De boeken lagen mooi uitgestald op de eerste verdieping van het monumentale pand.

image

Op een tafel lagen ook wat boeken uit de bibliotheek van Elisabeth Eybers. Ze liet haar bibliotheek na aan het Zuid-Afrikahuis en niet alles kan bewaard worden. De boeken genoten mijn speciale interesse. Ik ben dol op deze Zuid-Afrikaanse dichteres die in Amsterdam woonde. Naast twee Engelstalige essaybundels van Joseph Brodsky en V.S. Pritchett vond ik ook een paar dichtbundels van haar zelf die ik nog niet heb.

image

De boeken zijn helaas voorin niet voorzien van een naam, daarom heb ik het zelf maar met potlood ingeschreven. In de essaybundel van Joseph Brodsky zag ik wel soms een potloodstreepje in de kantlijn staan.

image

Daarnaast kon ik het boekje De plant, de put, de engel van de Griekse schrijver Vasillis Vassilikos niet laten liggen. Voorin het boekje staat een raadselachtig stukje tekst. Ik kan het modern Grieks niet lezen. Inge heeft een facebook-vriendin met een Griekse man. Zij vertelde dat het een wens voor een lang gelukkig leven is. Ik vermoed van de schrijver zelf, opgeschreven bij een ontmoeting op een literair evenement of zo.

image

Het maakt een schrijver zo tastbaar door even in de boeken te neuzen en er een paar uit te kiezen om mee te nemen. Heel gelukkig ben ik met de Spiegel van de klassieke Chinese poëzie van Idema. Ik ben al heel lang op zoek naar dit boek. Dat ik dan het boek van deze beroemde dichteres mag vasthouden, maakt het nog mooier. En nu ga ik snel lezen in al dit moois.

22 mei 2014

Macht en Europese verkiezingen - #WoT

imageVandaag zijn de verkiezingen voor het Europese parlement. Politici beweren bij hoog en laag dat je stem belangrijk is. Je geeft zo een signaal af hoe belangrijk Europa voor jou is.

Het interessante van deze verkiezingen is dat Europa de meest ondemocratische regering van heel Europa bezit. Het parlement mag misschien over dingen beslissen, als een paar Europese regeringsleiders anders wil, gebeurt het anders. En die macht is heel groot.

Bij elke verkiezing komt bijvoorbeeld het onzinnige maandelijkse gereis van Brussel naar Straatsburg aan de orde. Als het Europees parlement het voor het zeggen had, zou deze onzinnigheid allang zijn opgeheven. Maar Frankrijk houdt een dergelijk besluit vanwege chauvinisme tegen.

En zo gaat eigenlijk alles, het Europees parlement mag misschien wel over iets beslissen, als een leider van een machtig land iets anders wil, dan gebeurt het niet.

Zo ligt de macht in Europa niet bij een democratisch gekozen parlement, maar bij het machtigste land. En politici mogen wel anders beweren, de kiezer heeft het als geen ander echt in de gaten.

21 mei 2014

Omzwervingen: IJsvogeltje

image‘Ben je al in de hut geweest?’ vroeg vorige week een vogelaar aan mij. Ik stond te turen door de verrekijker van opa naar de lepelaars in de gelijknamige Lepelaarplassen. Nee, ik was er niet geweest. ‘Ga er ook maar niet heen. Het is er hartstikke druk.’

Vanmiddag kon ik het niet laten om toch even de kijkhut in te gaan. Ik verwachtte het minder druk dan in het weekend en misschien was de ijsvogel al verdwenen.

Ik fietste de hut in. Er zaten al een paar vogelaars. Drie mannen, een vrouw en een klein wit hondje. Ze hadden zich gegroepeerd rond een raam. Met grote camera’s tuurden ze in het hoekje met de wilg. ‘Er zit een ijsvogel’, zei de vrouw. Ik knikte.

Ze wees naar het gat. ‘Hij zit daar boven in die boom.’ Ik drong naar voren en tuurde door het lege stukje in de opening. Daar zat hij. Het ijsvogeltje. Ik zag hem zitten tussen de bladeren. ‘Hij is niet te fotograferen’, zei een vogelaar.

imageDe andere was al naar buiten gegaan, zijn sigaret tussen de vingers geklemd. Hij probeerde het diertje van over de schutting te nemen. De camera’s klikten in de hut achter elkaar alsof er een persconferentie was van een hoogwaardigheidsbekleder. De vogel ging eventjes in het zicht zitten op een tak voor de hut. ‘Vorige week zat hij daar met zijn vrouwtje wel tien minuten’, vertelde een vogelaar. ‘Ik heb ze prachtig op de foto kunnen zetten.’

Ik zocht een plekje en ging rustig wachten. Aan de andere kant van de hut zaten twee jonge reigers in een nest. Eentje stond overeind en sloeg onhandig met zijn vleugels. Bijna klaar om te gaan vliegen.

De twee kleine eilandjes in het midden van de plas stonden vol met aalscholvers. Sommige spreidden hun vleugels om ze te laten drogen, net Gereformeerde Bondsdominees die de zegen uitspreken. Zeker ook omdat de vleugels zachtjes trilden en de vogels zachtjes hun lijf draaiden.

image‘Kijk daar gaat hij.’ Een hoge piep klonk en het ijsvogeltje vloog vlak langs de hut langs het nest met de jonge reigers naar de andere kant. Hij verdween tussen de wilgen. Het was weer stil.

We tuurden net zo lang hij er weer uit kwam. Hij kwam weer terug, had iemand bij zich die voor hem uit vloog. Ons vogeltje ging weer net uit het zicht in de wilg naast de hut zitten. De andere verdween tussen de bomen.

Zo ging het spel nog even door. De fotocamera’s klaar. ‘Deze zet ik vanavond op facebook’, zei de vrouw. Ze aaide het hondje over zijn kop. ‘Daar houdt hij niet van’, zei zijn eigenaar. ‘Hoe zou u het vinden als iedereen u over het hoofd aaide?’

Hier ging een discussie ontstaan, maar het ijsvogeltje kwam op tijd terug. Daar ging hij weer vlak langs de openingen in de hut. De rode borst zag ik duidelijk, het blauw van zijn klapperende vleugels.

Wat een prachtig beestje is het toch.

20 mei 2014

Van Tibooburra naar Packsaddle

imageIk heb het boekje Van Tibooburra naar Packsaddle niet alleen gekocht om naar de kaft te kijken, maar lees het nu dus ook. August Willemsen maakt in de tweede bijdrage een reis dwars door Australië. Hij gaat met de trein van Melbourne naar Adeleide en dan naar Perth met de Indian Pacific.

Treinreiziger Paul Theroux wil deze reis een paar jaar eerder niet maken. In De gelukkige eilanden hij moet gedwongen de trein instappen omdat de vliegtuigmaatschappijen staken en hij voor een lezing aan de andere kant van Australië moet zijn.

August Willemsen maakt de reis vrijwillig en gratis. De Australische spoorwegen hebben zijn treinkaartje en dat van de fotograaf betaald. Het doet hem denken aan 16 december 1962 toen hij in Amsterdam de trein naar Lissabon nam. Dat betaalde hij zelf maar was zijn eerste grote treinreis. Hij is nu niet zo opgetogen als toen, maar wel blij. Blij dat hij deze reis mag maken.

Het is een reis dwars door Australië:

Het land is plat, volkomen plat, zonder een enkel uitsteeksel of een enkele verhoging, van de ene horizon tot de andere. De aarde is bruinrood, slechts begroeid met grijsgroene plukken grasachtig gewas. (34-36)

Land dat nergens toe dient volgens August Willemsem. Vlak en leeg. Zonder enige vorm van leven. Hoe een land zo plat kan zijn, vraagt hij zich af. Land onderscheidt zich van de zee doordat het niet eindeloos vlak is maar uit heuvels en andere oneffenheden bestaat. En waarom? Kan het niet net zo goed onder de zee liggen?

De reis van drie dagen en twee nachten was doelloos voor hem, concludeert hij aan het einde van zijn reportage. Hoorde hij een halfjaar eerder een collega vertellen over de treinreis die hij maakte van Sydney naar Perth. Groen van afgunst was hij. Nu merkt August Willemsen dat het een luxe is zo’n reis alleen voor de ervaring en de belevenis te maken.

Hij citeert zichzelf uit een ander boek van hem, Vrienden, vreemden, vrouwen:

Wat betekent het iets te hebben gezien? Ik heb inmiddels aardig wat gezien. Mooie, bijzondere dingen. Onbeschrijfelijke natuur, stedenschoon. […]. Ben ik daardoor verrijkt? Een beter mens geworden? Het zien is alles. Het gezien hebben is niets. (45)

En gelijk heeft hij. Al is het lezen van wat hij gezien heeft en wat dit met hem doet, een belevenis op zich.

19 mei 2014

IJsland en harmoniums

imageIk ken IJsland van de muziek van Sígur Ros. Een ex-collega attendeerde mij op het bestaan van deze band en het gebruik van harmoniums. Later zag ik de prachtige film Heima. Hierin bespelen ze het harmonium op allerlei locaties in IJsland. De onherbergzaamheid en het mystieke krijgen hier een mooie verwerking in de muziek.

In de roman Een vrouw op 1000º van Hallgrímur Helgason komt ook een harmonium voor. De hoofdpersoon Here is op de boerderij van Onlina op Breidafjord. Ze is zes jaar en heeft zich verschansd bij het harmonium.

De geestelijk gehandicapte Gunna heeft op dat moment contact met haar geliefde via de radiotelefoon. Ze heeft de bijnaam Zweet-Gunna omdat ze zo verschrikkelijk zweet.

Ze straalde zo’n lichaamswarmte af dat ze met haar constant zwetende, zeehondachtige lijf de huiskamer in de Gudrunhut als de beste radiator verwarmde. (51)

Terwijl Zweet-Gunna met haar geliefde via de radiotelefoon contact heeft, zit de hoofdpersoon en ik-verteller bij het harmonium:

Ikzelf zat op mijn hurken onder het harmonium en doodde de tijd door met mijn handen op de pedalen te drukken. Het instrument gaf telkens een diepe zucht ten beste. (188)

Een mooie herinnering van een kind dat zich vermengt met het verhaal van haar moeder over Zweet-Gunna. Het meisje hoort via de radiotelefoon dat haar geliefde Eggert een ander heeft. Gunna vertrok ’s avonds weer naar de hut waar ze woonde. Onderweg vindt ze op tragische wijze de dood. Weer vermengt de verteller prachtig de kinderherinnering met de verhalen van de volwassenen.

Het verhaal van mama riep bij mij een beeld op dat me mijn hele leven is bijgebleven: Zweet-Gunna bevroren in een vrije val, horizontaal en zwaarlijvig, als een zeehond op een platte steen die zijn kop opheft en in de lucht beweegt, vlak voordat hij zich in de blonde branding stort. (191-192)

De beelden waarbij de ruwe zee rond het fjord Breidafjord wordt gecombineerd met de herinnering van een kind en de verhalen van de volwassenen. Het maakt Een vrouw op 1000º van Hallgrímur Helgason tot een feest om te lezen.

Hallgrímur Helgason: Een vrouw op 1000º, Uit de memoires van Herbjörg Maria Björnson. Vertaald uit het IJslands door Marcel Otten. Utrecht, Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014. 542 pagina’s. Prijs: € 24,95

18 mei 2014

Aboriginal, didgeridoo en breien

imageEnthousiast geworden door een natuurfilm over Kangoeroes sla ik een kortgeleden aangeschaft boekje open. Het bevat foto’s en verhalen over Australië, geschreven door August Willemsen en gefotografeerd door Bert Verhoeff.

Ik vond het boekje een paar dagen terug in de kringloopwinkel. Enthousiast geworden door andere boeken van August Willemsen, heb ik het aangeschaft.

De tekst aan de binnenkant van de omslag belooft veel goeds. De zeven reportages in het boekje behandelen ‘onderwerpen die zij als typisch Australisch beschouwen en afweken van geijkte thema’s als de stranden, het surfen, koala’s, kangoeroes en Ayers Rock.’ In de plaats daarvan schrijft August Willemsen over backpackers, football en de ‘outback’.

Het boekje heet Van Tibooburra naar Packsaddle en bevat 7 verhalen, 59 foto’s en een epiloog. De foto op de voorzijde is al uitdagend genoeg. Een winkelcentrum, het winkelend publiek loopt voorbij. Op de grond zit een man – duidelijk een aboriginal – op een kleedje met zijn didgeridoo. Met zijn linkerhand houdt hij het mondstuk tegen zijn mond. In de vrije rechterhand heeft hij een boemerang vast.

Erachter staat een vrouw met een hoedje waar een grote bloem zit vastgepakt. De vrouw met het hoedje is al staand iets aan het breien. De wol komt uit de rugzak achter de man op het matje. Een vreemd beeld, maar het pakt.

De voorbijgangers kijken niet eens naar de muzikant en de breister. Mij trok de foto zo dat ik het licht verkleurde boekje kocht en dat ik het uiteindelijk zelfs begin te lezen…

17 mei 2014

Kuitschietende brasems

imageHet is geen straf ’s morgens met de honden te lopen. Ik geniet dan van de stilte en adem goed de lichte lucht binnen. De vogels laten van zich horen en in het water zie ik de brasems kuitschieten. Het is de tijd van het jaar ervoor. De ochtendzon op het water en de heldere lucht doen de rest.

In de ochtend zijn de brasems het meest actief. Dan zie je ze zwemmen in het water. De zon lokt ze naar boven. Ze zwemmen vlak onder het wateroppervlak in mooie trage beweging. Soms stoppen mensen bij het zien van de mooie vissenlijven en kijken even hoe deze grote vissen fier door het water gaan.

imageVanmorgen ook. Ik stond op het bruggetje en hoorde ze in het water plonsen. De lijven kwamen dan boven het water uit. Ik keek nog eens goed: ze waren aan het kuitschieten. Het water aan de rand van de gracht was er ondiep genoeg voor.

Mannetje en vrouwtje zwemmen dan naast elkaar, ze raken elkaars lijf. Aan de randen van het water, tegen het riet en tussen de waterplanten gaan ze dan in een snelle beweging heen en weer.

imageHet water plonst en de kuit komt los en wordt even snel bevrucht. Een prachtige aanblik waar ik bij het uitlaten van de honden even goed naar keek. Ongestoord en genietend van de ochtendzon. Heerlijk!

16 mei 2014

De achterflap van Een vrouw op 1000º

image

Het leuke van de leesclub Een perfecte dag voor literatuur is dat je boeken te lezen krijgt die je niet zo snel uit eigen beweging zou lezen. Dat leuke aspect is eveneens een nadeel. Je krijgt ook weleens boeken te lezen die je wat minder vindt. Mijn verantwoordelijkheidsgevoel en plichtbesef dwingen mij deze boeken uit te lezen en te bespreken.

Wie zegt dat hij meedoet, moet meedoen, vind ik. Je kunt niet zomaar ‘ja’ zeggen op een boek en het dan terzijde leggen omdat je het niet wat vindt. Nee, schrijf maar eens op wat je ervan vindt. Je krijgt het boek toegestuurd en daarom ben je verplicht je beloofde bijdrage te geven.

Het boek Een vrouw op 1000º van de IJslandse schrijver en schilder Hallgrímur Helgason is zo’n boek dat ik niet zo snel uit eigen beweging zou lezen. De tekst op de achterflap is veelbelovend:

een adembenemende reis door de twintigste eeuw: een tegendraads meesterwerk vol IJslandse geestigheid.

Teksten op de achterflap en de inhoud van het boek zijn twee verschillende dimensies, leert mijn ervaring. Ik begon niet voor niks voor Litnet met een rubriek De achterflap. Louter op basis van achterflapteksten maakte ik korte indrukken van boeken. Het ene nog mooier dan het andere. Ik ben er niet voor niks snel mee gestopt. Nutteloos werk, vond ik.

Er staat een fout op de achterflap van Een vrouw op 1000º. Er staat dat de hoofdpersoon Here noodgedwongen moest verhuizen naar Amsterdam, ‘waar ze haar eerste kind verloor.’ Dat moet niet Amsterdam zijn, maar Buenos Aires, of: Baires zoals Here het zelf meestal noemt.

De dood van haar dochter Blomey is de grote tragische gebeurtenis in het boek. Het krijgt in het verhaal een plek tegen de achtergrond van een toespraak van Juan Perón in het Argentinië van na de Tweede Wereldoorlog.

Hallgrímur Helgason: Een vrouw op 1000º, Uit de memoires van Herbjörg Maria Björnson. Vertaald uit het IJslands door Marcel Otten. Utrecht, Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014. 542 pagina’s. Prijs: € 24,95

15 mei 2014

Een vrouw op 1000º

imageWat vind ik eigenlijk van Hallgrímur Helgasons roman Een vrouw op 1000º? De achterflap ziet er veelbelovend uit: ‘een adembenemende reis door de twintigste eeuw’. Het boek zelf is ook veelbelovend, want het is dik. Daarmee vraagt de schrijver al veel van zijn lezer: leestijd! En de foto op de cover grijpt aan. Ik kan mijn ogen niet afhouden van die prachtige zonnebril die letterlijk van de foto afkomt.

Snel lezen

Het was net twee weken geleden toen ontdekte dat ik Een vrouw op 1000º nog helemaal niet in huis had. Ik mailde naar de organisatie van Een perfecte dag voor literatuur. Nee, ik had het allang in huis moeten hebben. Gelukkig kreeg ik het boek een paar dagen later nagezonden. ‘Jeetje, dat is een dikke’, was mijn eerste reactie. ‘Ik moet snel aan het lezen slaan.’

En dat moest ik. Want naast de ruim 540 pagina’s om te lezen, vraagt het boek ook om een oplettende leeshouding. Het onderwerp is groot en het verhaal bestaat uit veel verhaallijnen.

Sígur Ros

Hallgrímur Helgason heeft een indrukwekkend boek geschreven. Dat staat voor mij vast. Voor mij bestaat de IJslandse cultuur uit de rockband Sígur Ros. En die liefde voor die groep komt vooral voort uit mijn liefde voor het harmonium. De muziek van Sígur Ros greep mij bij de kladden. Het is eerlijke muziek, je krijgt wat je hoort. Prachtig zoals het harmonium zich daarbinnen voegt.

Voor het boek Een vrouw op 1000º is dat niet anders. Het is een boek vol verhalen. Bovendien bevat het veel verwijzingen naar de IJslandse cultuur en mythologie. Daarbij probeert het een link te leggen met de Europese cultuur en historie, maar de basis is een stevig IJslands fundament. De rotsen en baaien van dit koude en onherbergzame gebied lees je terug in dit boek. Het is bij tijd en wijle net zo grillig en bizar.

Parodie

Het boek is een grote parodie op de IJslandse autobiografie. Een genre dat ik niet ken, maar waar de ik-verteller en autobiograaf Here een keer naar verwijst:

[E]en literair genre dat ik absoluut verafschuw. Als je die moet geloven dan is het leven in IJsland één paradijs van galafeesten, waar ellende, miskleunen en nederlagen die niet bestaan, waar uitverkoren prinsesjes van gegoede families met schitterende cijfers uit de collegezalen komen, het parlement betreden en van daaruit hogerop klimmen door het bevruchten van verschillende vrouwen, tot ze uiteindelijk de enige ware hebben gevonden die al hun valsheid, leugens en gehoereer duldt en ervoer kan zwijgen. (403)

Alles wat hier staat, is het boek van Hallgrímur Helgason niet. Als eerste is de hoofdpersoon een vrouw, daarnaast komt Herbjörg Maria Björnsson weliswaar van gegoede huize, maar ze is een antiheld. Weliswaar is ze de kleindochter van de eerste president van IJsland, haar vader is een nazi (de enige van IJsland) en haar moeder heeft haar in de oorlog genadeloos in de steek gelaten. Bovendien rookt ze als een ketter en heeft ze veel mannen versleten.

Opeenstapeling van ellende

De belevenissen in de oorlog zijn een opeenstapeling van ellende waarbij de ene dode na de andere valt. Here moet niks hebben van mensen die hun hoofd wegdraaien voor ellende:

Het zou voor iedereen eens goed zijn de voorgevel van je huis kwijt te raken, het brandende geknetter van een kind te horen of toe te zien hoe je geliefde in de rug wordt geschoten. Ik heb mijn hele leven niet goed met mensen kunnen opschieten die nog nooit over een lijk heen hebben hoeven stappen. (11)

Here geeft hier een samenvatting van haar leven en het boek. Het verhaal is nog maar amper begonnen en ze vertelt over de granaat uit de Tweede Wereldoorlog. Ze bewaart het oorlogstuig als een relikwie. Het hele boek door vergezelt dit ‘Hitlerei’ haar en helpt haar door moeilijke periodes heen.

De draad kwijt

En dat is de toon van het hele boek. Regelmatig raak je de draad kwijt. Zeker in het begin van het boek werkt dat erg verwarrend. Voor mij waren die eerste paar honderd pagina’s een worsteling. Onherbergzaam als de IJslandse wildernis. Gladde gletsjers waar je zo een misstap maakt en bijna niet meer terug kunt.

Toch wist het verhaal mij vast te houden en hield mij nieuwsgierig genoeg om door te lezen. Ik wilde het niet opgeven, daarvoor daagde het ruige en onherbergzame mij teveel uit. Het voelde als een heuse ontdekkingstocht door IJsland.

Compleet met verwijzingen naar een cultuur, die door de eeuwenlange isolatie nog veel oorspronkelijks en eigens heeft. Daar is het boek misschien nog het meest van doordrongen. Het probeert vast te houden aan de IJslandse wortels en tegelijk de vleugels uit te slaan en los te komen van die isolatie.

Bizar en bijblijven

Dat maakt het boek bizar om te lezen, want Hallgrímur Helgason weet een portret van een land en een eeuw neer te zetten dat haar weerga niet kent. Here is een personage dat je nog lang bijblijft en stelt je nergens in teleur.

De ellende die haar steeds treft en waar ze weinig aan kan doen. Bedrogen door iedereen, zelfs haar eigen kinderen, weet ze zich staande te houden. Zo is het boek een portret van een krachtige vrouw voor wie ik bewondering koester. Het maakt Een vrouw op 1000º een boek dat bijblijft.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Hallgrímur Helgasons roman Een vrouw op 1000º. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Hallgrímur Helgason: Een vrouw op 1000º, Uit de memoires van Herbjörg Maria Björnson. Vertaald uit het IJslands door Marcel Otten. Utrecht, Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014. 542 pagina’s. Prijs: € 24,95

14 mei 2014

Omzwervingen: Twee bruggen (5)

imageDe dijk bocht in een nauwelijks merkbare buiging mee met de waterkant van het oude land. De havenkom van Huizen verschijnt opeens. Het lijkt wel of de oude haven achter een hoek wegkomt. Het ziet er zo vanaf de zee heel fraai uit. Zo heb ik het nog niet eerder gezien. Was het nou Tim of Tom Coronel?

Ik zoek de plek in de bossen waar ik zo mooi de havenkom van Almere Haven zag liggen. Het is onvindbaar. Alleen maar bossen. De kerk van Naarden torent veel verder op. Alleen de contouren zie ik in het felle, zilveren licht. Het water glinstert mooi op het zonlicht.

imageVoor ik er erg in heb, nader ik Almere Haven. Ik sla af en rijd over het kleine kerkhof. Het kerkhof is verdeeld in ronde velden, afgescheiden door haagjes. Elk veld is afgesloten met een hek, op de hoeken staan wat metalen bloempotten. ‘Grafkamer’ met een nummer erachter, staat op een bordje midden op het hek.

Ik rijd eerbiedig over het brede pad dat midden over het kerkhof loopt. Ik kom in het centrum. Eerst moet ik over een brug, waar een gezin met meerdere kinderwagens breed over het fietspad loopt. Ze willen niet aan de kant en ik rijd ze bijna voor de voeten.

imageDaar is Almere Haven. In een vloek en een zucht fiets ik door naar Almere Stad. Niet voordat ik nog even de kringloopwinkel ben langsgereden. Het is half zes en ik zie dat de deur gewoon openstaat. Ik dacht dat hij failliet was.

Als ik aan de man achter de toonbank vraag over het faillissement, roept hij verbaasd dat ik niet alles moet geloven wat de krant schrijft. ‘Iemand hoort wat en dan zegt de krant het en vervolgens gelooft iedereen dat.’ Ik mag nog even rondkijken, een minuut of tien. De boekenhoek is helemaal naar de andere kant van het pand verhuisd.

Hij stuurt me even later weg. ‘Het alarm gaat er zo op en dan moet iedereen vertrokken zijn.’ Ik reken snel af en fiets verder naar huis. Het Weerwater langs. De stad roept mij af. Het bevrijdingsfestival dendert een nieuw lied de lucht in. Overal dreunt het. Maar ik voel mij bevrijd. Een heerlijke fietsrit heeft mijn gedachten weer opgefrist.

imageDit is het vijfde en laatste verhaal in een serie van vijf over mijn fietsrit gemaakt op Bevrijdingsdag.

Naar het eerste verhaal: Twee bruggen

13 mei 2014

Omzwervingen: Twee bruggen (4)

imageDe grote Stichtse brug over. Het is een stevigere klim dan die brug een kilometer of twintig terug. Hier rijden ook tractors in volle vaart voorbij. Het is uitkijken, maar als je boven staat wordt je zo beloond met een mooi uitzicht. Al kun je de brug verderop niet zien. Onder mij trekt een speedboot snel door het water. Een baan en hoge golf laat hij achter zich.

Ik neem de trap naar beneden. Al moet ik de dalende fiets tegenhouden. Het scheelt een flink eind rijden. En al hoef je niet te trappen, ik heb het gevoel zo veel sneller beneden te zijn. Op de dijk maak ik nog een paar foto’s. Het licht is ineens heel fel en de verte verdwijnt in de glinstering. Het lijkt opeens of de overkant gehuld is in een dun heiig laagje mist.

imageDe verrekijker blijft in de tas. Ik ga verder fietsen. De wind in de rug, zie ik aan de windmolens die achter de brug staan. Het voelt heerlijk, de wind in de rug en de zon half van voren. Het water kleurt zilverachtig en al is er achter niet veel te zien, het is prachtig. Een plezierjacht vaart gelijk met mij op. Ik trap lekker door en zoek de plekken waar ik net fietste.

Ik ga de rest van de dijk af beslis ik. Eigenlijk is de wind hier bijna altijd tegen. Daarom maak ik gebruik van de kans om door te rijden. Drie vliegtuigen vliegen over het Gooimeer. Ik hoor de propellers ronken. Het zijn drie historische vliegtuigen. Twee spitsfires en een groter vliegtuig. Ze vieren al vliegend de bevrijding. De vliegtuigen slaan af over Huizen in de richting van Hilversum.

imageDit is het vierde verhaal in een serie van vijf over mijn fietsrit gemaakt op Bevrijdingsdag

Lees deel 5

Lees eerst deel 1

12 mei 2014

Omzwervingen: Twee bruggen (3)

image

Ik heb mijzelf belooft voorbij de volgende huizen aan het water pauze te houden. Een science fiction beeld is dit stukje. De vijf huizen die het water in drijven als een schip. Langs de boulevard staan zogeheten drive-inn-woningen. Garages beneden, de woonkamers op de eerste verdieping. Een patserige auto staat beneden.

image

Voor het raam van een huis boven zie ik een werkster boenen. Ze houdt de steel van een zwabber vast. Haar grote boezem valt elegant in haar schort. Ze staat een verdieping hoger dan waar ik fiets. Ik zie haar en denk aan een passage over een huishoudelijke hulp en borsten in het boek dat ik momenteel lees. Het boek ligt in mijn fietstas die achterop de fiets zit vastgeklemd, maar ik fiets. Ik heb geen tijd om te gaan lezen.

image

De pauze stel ik uit tot ik voorbij de sluisjes ben. Het is een schattig sluisje, voorbij de science fiction huizen. Een brommertje komt hard aan gescheurd en neemt al slippend de poortjes bij de sluis. Het is verboden hier te fietsen over de smalle sluis. Maar iedereen doet het. Net als ik. Een aanlegsteiger trekt vanaf de sluizen een heel eind het Gooimeer in. Aan het einde van de aanlegsteiger staat iemand te kijken. Ik kan niet zien of het een man of een vrouw is.

image

De pauze blijft bij even stilstaan. Ik houd de fiets tussen mijn benen geklemd en drink van de meegenomen roosvicee. Het boek en de verrekijker blijven in de fietstas. De zon schijnt nog lekker warm. Ik hoef mijn meegenomen trui nog niet aan te trekken. Ik ga verder besluit ik.

image

Dit is het derde verhaal in een serie van vijf over mijn fietsrit gemaakt op Bevrijdingsdag

Lees deel 4

Lees eerst deel 1

11 mei 2014

Omzwervingen: Twee bruggen (2)

image

De fietsrit tussen de twee bruggen voert het bos in. Zou hier eerder ook een bos zijn geweest? De dikke boomstammen doen vermoeden dat hier al langer dan de Zuiderzee IJsselmeer is een bos staat. De speeltuin van Oud-Valkeveen wordt druk bezocht op deze mooie feestdag. Bijna rijdt een auto met een onoplettende moeder aan het stuur mij omver.

Kronkelend over de smalle bospaadjes kom ik terecht in de duinen bij Blaricum in de richting van Huizen. Tussen de bomen door zie ik de havenkom van Almere Haven liggen. Vanaf de haven van Huizen mis ik dit uitzicht weet ik.

image

Zand en duinen liggen hier. De bomen erachter. Ik probeer de vergezichten van Jacques P. Thijsse voor ogen te halen. De zee die ik door het struikgewas nauwelijks kan zien. Hier kom ik zo vanuit het bos Huizen binnen. Ik fiets de oude haven binnen. Voorbij de kalkovens staat een kartcentrum. Buiten aan de picknicktafel zie ik een Coronel zitten. Om de rest van de rit mij af te vragen of het nu Tim of Tom Coronel is.

Van de oude haven kom ik in de nieuwe havenkom terecht. De huizen die het strand omhelzen zijn uit de jaren ’80. Het strand oogt verder leeg. Een enkeling ligt te baden in de voorjaarszon. Een opa voetbalt met zijn kleinzoon terwijl een ander jongetje de trap opgaat naar de boulevard. ‘Het is mijn bal’, zegt de peuter.

image‘Dan moet je mee komen voetballen’, roept opa terwijl hij de bal naar zijn kleinzoon schopt. ‘Het is mijn bal’, herhaalt de jongen. Hij staat nu bovenaan en kijkt nukkig over de reling naar het strand. ‘Dan moet je mee voetballen’, herhaalt zijn broer die beneden staat en de bal terugschopt naar zijn opa.

Wat verderop is een ander kleine haven waar een paar zeilschepen liggen. Ik denk aan het moment dat ik hier fietste anderhalf jaar geleden. Het besluit genomen, fietste ik op die laatste mooie najaarsdag een rondje Gooimeer. Veel te ver, zo zou ik merken. Later schreef ik een blogje over het haventje waar ik nu even om mij heen kijk om snel verder te fietsen.

imageDit is het tweede verhaal in een serie van vijf over mijn fietsrit gemaakt op Bevrijdingsdag

Lees deel 3

Lees eerst deel 1

10 mei 2014

Omzwervingen: Twee bruggen (1)

image

Gewoon omdat het zulk mooi weer is en omdat ik niet lekker in de tuin kan lezen door de herrie van bevrijdingspop, stap ik op de fiets voor een omzwerving. Ik kies een bekende route en pak de twee bruggen die Almere verbindt met het westen van Nederland: de Hollandse brug en de Stichtse brug.

De keuze van de richting, eerst de Hollandse brug en dan via Naarden naar Huizen, komt mij vandaag erg goed uit. Er staat een stevige bries die mij straks in de bossen bij Blaricum genoeg uit de wind houdt. Eerst rijd ik nog langs de Zuiderzeedijk. Schapen grazen er. De lammetjes kijken schattig om zich heen. Het geeft deze dag nog iets extra’s.

De polder oogt rustig al zie ik het verkeer over de snelweg langs komen. Ik sta er ver genoeg vanaf om er speelgoedauto’s in te zien. Ik verbaas mij over de weg die hier dwars door de oude zee gaat. Het verkeer raast aan alle schoonheid voorbij. Twee vrouwen rijden dwars over de polder en ik vraag mij af of het niet sneller zou zijn die weg te kiezen.

image

Maar ik fiets langs de vesting en rijd door. Uiteindelijk rij ik daar waar de twee vrouwen vandaan kwamen. Ik probeer uit te rekenen waar ik zou fietsen als ik die snellere route gekozen zou hebben. Onder de snelweg door kom ik uit bij het vervolg van de dijk. Een moeder en zoon fietsen mij tegemoet, maar ik wil het vastleggen wat ik zie. Deze dijk waar de snelweg overheen gaat.

Ik zie de verte, de brug waar ik eerder fietste, een trein trekt in een dunne slang over de brug. De verrekijker ligt in mijn fietstas, maar ik neem de moeite niet hem tevoorschijn te halen. Daarvoor is dit uitzicht te mooi. De stad waar ik woon ligt aan mijn voeten en ik kijk alleen maar.

imageDit is het eerste verhaal in een serie van vijf over mijn fietsrit gemaakt op Bevrijdingsdag

Lees deel 2