‘Heb je de nieuwe baan al gevierd?’ vroeg laatst iemand. Ze zei er met dreigende vinger bij dat ik wel iets moest gaan doen. ‘Iets dat jij leuk vindt om te doen.’ Ik wist in eerste instantie niks. Eerst maar eens gewoon aan de slag, reageerde ik. ‘Nee’, hamerde ze er nog eens in. ‘Ga het nou echt vieren. Dat heb je verdiend.’
Een paar dagen later ontdekte ik dat het op Hemelvaartsdag Nationale stoomtreindag is. Of het nu alleen een activiteit is van de Veluwse Stoomtrein Maatschappij of echt een nationale gebeurtenis, weet ik niet. Maar in Beekbergen zou het stoomfeest losbarsten.
Wat ik er van kon verwachten, wist ik niet. Zou het druk worden? Of bleef het bij een heerlijk rustig evenement waar een paar liefhebbers op af zou komen? En zou de regen zorgen voor meer of minder bezoekers?
Op weg naar Beekbergen stonden we in de enige file van Nederland. We tutterden over een afstand van negen kilometer bij Amersfoort. Dat beloofde wat te worden. Verderop werd vanaf de snelweg heel netjes aangegeven waar we de auto konden parkeren. We reden in een kleine rij auto’s.
Hoe dichter we Beekbergen naderden, hoe langer de rij werd. We keken uit op de heuvel en daar stonden ze. Auto’s, rijen achter elkaar geparkeerd. De nabijheid van de stoomtreinen kon ik nog niet ontwaren. Maar wat was het druk. Een lange rij bij de kassa voor het afrekenen van de kaarten van 7,50 euro per persoon, kinderen voor 4,50 euro. De rij stak een flink eind uit de smalle deur.
De stoomtrein stond al sinds onze aankomst te stomen aan het achterste spoor. We liepen er met het verse kaartje heen. De deuren van de wagons waren dicht. Al snel zagen wij dat een lift met deze trein zou betekenen dat we konden staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten