31 juli 2012

Beatrixlinde

De Beatrixlinde in het Beatrixpark in Almere

De geschiedenis van Almere laat zich goed vertellen aan de hand van bomen. De Beatrixlinde in het Beatrixpark vormt een speciale episode in een bundel boomverhalen van Ben te Raa. Het is een boom met een letterlijk bewogen geschiedenis.

De boom werd in 1981 geplant door de kersverse koningin Beatrix. De jonge stad zag erg uit naar haar komst. Ze plantte de koningslinde aan de rand van een enorme vlakte waar het Beatrixpark zou komen.

Een klein jaar later viel de boom ten prooi aan vandalisme. Op luilak zaagden onbekenden de boom af op 80 centimeter hoogte. Het bovenstuk was spoorloos verdwenen. De stam werd door medewerkers van de gemeente naar de vuilstort gebracht. Ze plantten een nieuwe boom op de plek van de oude. Zo probeerden ze geen ruchtbaarheid te geven aan de brute sloopwoede.

Het werd echter opgemerkt. De Almeerder Rinus Hofs redde de boom van de ondergang. Hij vond de stam bij de vuilstort en lapte de koningslinde weer op. Het gebeurde ver van Almere. Bomen kunnen veel verdragen en weten soms op wonderbaarlijke wijze te overleven. Zo ook met de Beatrixlinde. Via een spruit wist de boomliefhebber de boom weer mooi op te lappen. Een ogenschijnlijk kansloos geval herrees.

De boom kreeg een plekje in Almere Stad. Aan het Deventerpad stond het vanaf 1993 op een pleintje bij het Weerwater. Ondertussen kreeg het Beatrixpark een opknapbeurt en mocht de boom weer terug naar het park. Het was 18 jaar na de oorspronkelijke aanplant dat deze boom terugkeerde naar het park. Op een andere plaats kreeg de boom een plek.

Ik las met veel bewondering het verhaal van de wonderbaarlijke terugkeer in het boekje over Almeerse bomen. Inge vond het voor mij op een tafel in het bezoekerscentrum van Stadslandgoed De Kemphaan. Die Beatrixboom, dat moest een bijzondere boom zijn. Ik loop dagelijks door het Beatrixpark en het naastgelegen Den Uylpark. Maar ik kon de boom niet voor de geest halen.

De in het boekje vermelde coördinaten hielpen mij niet de boom te lokaliseren. Gewapend met een stevig paar wandelschoenen trok ik door het park. Volgens de foto in het boek moest hij bij het water staan. Ik liep de Beatrixboulevard af. Een brede boulevard die sinds de herinrichting in 1999 het park domineert. Aan het einde van de boulevard, langs de brede gracht die dwars door het park loopt, zag ik het paaltje staan.

De Beatrixlinde op de oorspronkelijke locatie (bron: boomverhalen.nl)

Een enorme boom stond aan het eind, bij de aanlegsteiger. Een jacht met een grote hond aan een dikke riem dobberde voor de boom. Dat was hem. Het bordje vertelde de bewogen geschiedenis van deze bijzondere boom. Misschien komt het meer overeen met Almere dan we zouden willen. Op een wonderbaarlijke manier heeft deze boom het toch gered. Ik hoop dat we nog lang mogen optrekken met deze boom.

Tekstbordje bij de Beatrixlinde

Overigens laat niet elke boom zich in het boekje makkelijk traceren. Sinds de tijd dat het boekje geschreven werd (2006) en nu, is veel veranderd. Het is de tijd die ik in Almere woon. Dan ontdek je hoe snel deze stad verandert.

De bomen verplanten mee. Zo kon ik de zogenaamde Spik en span-boom aan de Metropoolstraat, een Ginkgo, niet meer terugvinden. De dikste bomen zullen nog dikker geworden zijn. Het magere sprietje van Dagblad Almere zal net als de gever verdwenen zijn. Of hij is net zo legendarisch zijn grootgeworden als de Beatrixlinde. Al kan ik het laatste moeilijk geloven.

30 juli 2012

Raadsel in doeken

image

Ze fietst mij traag voorbij. Hard genoeg om niet te slingeren. Langzaam genoeg om relaxt de trappers te bewegen. Met één hand houdt ze het stuur vast. De andere drukt ze tegen haar boezem. Er zit iets onder in een doek gewikkeld. Ze kijkt naar beneden, geeft een kusje op wat ze met haar hand stevig vastklemt. Het beweegt traag.

De stoplichten bij de busbaan kleuren rood. Een bel rinkelt. Ik sta even stil naast haar en probeer het beest te zien dat ze vasthoudt. Ik zie niks. Het licht staat alweer op groen. Ze rijdt weer weg. De tegemoetkomende fietser ontwijkt ze door behendig op het voetpad te gaan rijden. Als ze voorbij zijn, pakt ze rustig het fietspad terug. Geen schok in haar gang te bespeuren.

Wat verderop stopt ze behendig. Ze laat de fiets schuin neerzakken aan de hand die zojuist het stuur vasthield. Ze stapt af. De fiets houdt ze vast en ze stapt af. Haar hand drukt in dezelfde stand tegen de boezem. In het doek beweegt niks. Haar lange haren vallen een beetje naar voren. Ze trekt de fiets overeind, laat hem tegen haar aanleunen en opent de poort. Dan verdwijnt het raadsel. De poort klapt dicht.

29 juli 2012

Een heerlijke depressie aanlezen

image
Een heerlijke depressie? 17 boeken van Wolkers, 1 over Wolkers

Zeker ik had er een paar, maar het meeste had ik niet. De adverteerder verleidde me ook nog met de tekst: ‘lees uzelf een heerlijke depressie aan de stranden van Spanje, Griekenland of Kroatie’. De verkoper op marktplaats had liefst 17 Wolkersjes in de aanbieding. Sommige boeken had ik al. De gezamenlijke prijs van 45 euro voor de 5  bijzondere boeken die ertussen zaten, haalde me over.

Een maand geleden viste ik nog achter het net met een heel bijzondere collectie boeken van Wolkers. Nu zaten er iets minder interessante uitgaven bij, maar interessant genoeg voor een bod. Ik mailde met een Coen uit Son en Breugel. Hij wilde de stapel boeken wel op de post doen voor mij. De verzendkosten maakten de aanschaf tot 51,75 euro. De TNT moet ook wat verdienen aan de deal.

Ik was best gespannen. Er zaten immers Zo is het genoeg van Onno Blom, het Dagboek 1969, het Waddenboek, een briefwisseling tussen Wolkers en een jeugdvriend Wim en de 22 sprookjes, verhalen en fabels tussen. Boeken die een mooie aanvulling op mijn collectie zouden vormen. Ik kreeg de dag na het overmaken van het geld keurig de track & tracé-code toegestuurd. Het pakket lag al op het sorteercentrum in Utrecht. Hij zou tussen 18.00 en 20.00 uur worden bezorgd.

Zo arriveerde het pakketje donderdag. Ik was net thuis van mijn werk. Ik had de deur open nog voordat de postbode op de bel gedrukt had. Er ging een knal af. ‘Ik geloof dat de buurman wat wil zeggen’, grapte de pakketbezorger. Hij piepte de streepjescode van de grote wijndoos. Mijn naam stond in dik viltstift geschreven. Wat is het toch leuk een pakketje te ontvangen.

Daarna het grote uitpakken. Elk boek gleed door mijn handen. Grote letters voorin de boeken van de vorige eigenaar. Soms had hij zelfs de adreswikkel van het pakket waarmee het boek was aangekomen voorin geplakt. De paar oude bibliotheekboeken bevielen mij juist heel erg. Ik genoot van de stempels en papiertjes die lezers erin hebben gelaten.

image
Leengegevens van het bibliotheekboek Kort Amerikaans, uit de bibliotheek van Lemmer.

Ik laat het zo. Het hoort bij het verhaal van het boek zelf. Zo gaat een boek van eigenaar naar eigenaar. Ik mag het even vasthouden en geef het later weer door aan een ander. Ik kan soms echt genieten van de dingen die boekenbezitters voorin hun boek schrijven. Slechts zelden gum of lak ik het weg. Ik baal als iemand de gegevens uit het schutblad heeft geknipt.

Zodoende lees ik het hele weekend het ene na het andere boek van Jan Wolkers. Ik schreef een dankjewel aan de verkoper en kreeg een antwoord terug. ‘Niet achter elkaar uitlezen hoor ,want dat is meer dan een mens hebben kan.’ Zijn advies sla ik in de wind. Ik lees mijzelf een heerlijke depressie aan. Gewoon, in mijn achtertuin tussen het uitlaten van de honden en het bloggen door.

28 juli 2012

Alles gelezen

image

De violen uit het openingsdeel van Mahlers vijfde klinken voor de derde keer. Gedwee volgen ze de repeat-knop van de cd-speler. Ik bekijk de blauwe deeltjes van de serie Wonderreizen van Jules Verne. Het openingsdeel van de vijfde klinkt weer.

Ik haal een verkoper van de kringloopwinkel en vraag wat hij voor de deeltjes wil hebben. Ik tel er 23 en een ouder deeltje. Hij pakt de deeltjes stuk voor stuk uit de kast, bekijkt het kaft van alle kanten en opent het boekje. ‘Dat is van een herdruk uit 1980’, zegt hij. ‘Het zijn niet de oude. Dat is die.’ Hij wijst naar het andere deeltje dat bruingekleurd is. Waarschijnlijk zag hij er in de jaren ’50 net zo blauw uit als de latere deeltjes.

‘Wat moet u ervoor hebben?’ vraag ik. Een oudere man komt binnen. ‘We hadden daar toch een prijs voor bedacht’, zegt de oudere man tegen zijn collega. ’50 euro’, antwoordt de jongere medewerker. Ik trek een bedenkelijk gezicht. ‘Tja, zo’n bewonderaar ben ik ook weer niet.’ Misschien gaat de prijs zakken. Het blijft stil.

‘Nee, ik doe het niet’, zeg ik. ‘Dat is jammer’, zegt de jongere medewerker. Ik zet de stapel boeken die ik net gepakt heb weer terug. De oudere man kijkt belangstellend naar de stapel boeken die ik heb uitgezocht. ‘Ik heb al heel veel gelezen’, zegt hij zeker. ‘Ik denk dat ik zo’n beetje alles wel gelezen heb.’ ‘Dat is veel’, antwoord ik. Ik vraag mij af hoeveel dat is.

Ik vraag waarom hij de boeken niet prijst. ‘Ik kom hier 2 dagen in de week. Dan staan er alweer 7 nieuwe dozen met boeken. Ik werk hier als vrijwilliger.’ Hij zegt het bijna verontschuldigend. ‘Ik ben blij dat ik de boeken weet te sorteren. We gooien veel weg. Er is een man die daar ook nog eens in wil kijken. Hij haalt er ook altijd wel iets uit. Als ik dan die boeken bekijk, merk ik dat ik echt alles al gelezen heb.’ Hij wijst naar de rij boeken waarvoor ik sta. ‘Dat zijn de wat serieuzere boeken.’ Ik zie een boek over tuinieren en een boek over psychologie.

‘Hé, daar gaat hij weer’, zegt hij. Mahlers vijfde opent voor de zoveelste keer. Hij prutst wat aan de knop van de cd-speler. De violen spelen iets van Grieg. Ik bedenk hoeveel je in een mensenleven kunt lezen. Gerrit Komrij had zo ongeveer alle Nederlandse en Afrikaanse poëzie gelezen. Zou deze man meer hebben kunnen lezen?

Misschien is deze man tevreden met wat hij gelezen heeft, denk ik. Misschien dat je dan inderdaad alles gelezen hebt. ‘Dat is niet de bedoeling’, zegt de man. De cd-speler herhaalt de Grieg. Ik hou het bij deze 3 boeken, besluit ik. Ik zeg hem gedag en reken mijn boeken af. Klaar om alles te lezen.

27 juli 2012

Laatste warme zomerdag?

De laatste warme zomerdag was het vandaag. Althans voorlopig de laatste. Daarom gingen we op de fiets naar Stadslandgoed De Kemphaan. Voor een foto-expositie van kinderen en daarnaast om Doris even lekker te laten spelen in het Speelbos.

De foto-expositie viel een beetje tegen. Maar het weer bood meer dan voldoende gelegenheid in het Speelbos. De speelvijver trok het sterkste. Wij gingen lekker zitten op de speelweide bij de attractie. Wat een beetje water, modder en boomstammen wel niet doen met kinderen. Ze vermaakten zich allemaal uitstekend.

Op de terugweg fietsten we langs de landgoedwinkel. Daar zijn we jaren geleden voor het laatst geweest. Maar vandaag gingen we er even wat drinken. In de kassen zelf is het enorm veranderd. Stond er een paar jaar geleden nog vooral houten tuinartikelen. Nu is het veranderd in planten en veel andere artikelen. Wat ziet het daar mooi uit zeg.

Wat mij nog het sterkste aantrok waren de thematuinen achterin de kas. Er zaten in de jungletuin wat schildpadden en er groeiden mooie tropische planten. Ik kreeg even het gevoel in de kassen van de hortus te lopen. Er waren zelfs wat andere dieren als een gekko en een slang te vinden in de andere thematuin, de woestijntuin.

Zo had ik even het gevoel helemaal weg te zijn. De fietstocht terug werd afgesloten met een bezoekje aan de kringloopwinkel. Bijna een rijtje Jules Verne meegenomen. Heerlijk. Een dag afgesloten met de beloofde regenbuien toen we thuis waren.

26 juli 2012

Bevallige graffiti op geluidswand

Concrete graffiti op geluidswand bij Diemen: een bevallige dame

Ik probeer haar al een tijdje te pakken te krijgen. Langs de spoorlijn bij Diemen als de sporen elkaar kruisen, is een kunstwerk op een geluidswand geschilderd. Elke plaat van de wand bezit wel een graffiti in de vorm van schreeuwerige letters of halve kreten. Maar een concrete afbeelding is zeldzaam. Een mooie afbeelding komt nog minder voor.

De afbeelding waar ik voor en na mijn werkdag rijdt, stelt een volle vrouw voor die op haar zij ligt. Ze heeft zich bevallig neergevlijt daar op het scherm langs de spoorlijn. De maker van deze afbeelding heeft de rondingen van deze vrouw heel mooi en bevallig getekend. Grote en ronde vormen. De navel springt eruit en lijkt wel het centrum van de opgespoten afbeelding te zijn. Voor mij is het duidelijk: hier ligt een prachtige Afrikaanse vrouw mooi te zijn op een geluidswand bij Diemen.

Haar lange haren wijzen met lange halen naar rechts. Net alsof ze staat. Alleen de volle buik verraadt dat ze op haar zij ligt. Net als het grijze konijntje dat op haar kuiten zit. Het kijkt ontdeugend en vertelt meer dan het zegt.

Ik moet dan denken aan de tekst die op het spoorwegtunneltje uit mijn jeugd stond: lief konyntje ik mis je. De schrijver had de lus van de y precies verkeerd om geschreven, net als de ‘s’. De tekst kreeg zo iets aandoenlijks. De schrijver was niet gewend om op de kop een tekst te schrijven. Het maakte het gemis nog groter.

De trein rijdt er elke keer achteloos voorbij. De ene keer met hoge snelheid. De andere keer wat langzamer. Maar altijd te snel om haar er mooi op te krijgen. De regen van eerst en de warmte van nu hebben het onkruid langs de spoorlijn harder doen groeien. Zo verdwijnt de bevallige dame steeds verder achter het groen.

De spoorwegkruising bij Diemen

Bovendien ligt ze op een geluidswand van het spoor dat hoger ligt. Mijn spoor komt erbij of slaat af als ik terug rijdt. Zo is de afbeelding alleen goed te zien vanuit de bovenverdieping van de dubbeldekker. Bovendien is het erg lastig om op het juiste moment te klikken. De trein rijdt er bijna altijd te snel voorbij. Er zitten bijna altijd al mensen op plekken met het beste uitzicht.

En het is lastig timen. Je kunt niet 10 minuten lang klaarzitten met een fototoestel op schoot. Het klikken komt vervolgens neer op het juiste moment. Met deze snelheden klik je snel te vroeg of te laat. Dan pak je het kunstwerk voor of na de bevallige vrouw.

Eigenlijk wil ik de dame niet te mooi op de foto hebben. Het kunstwerk lijkt namelijk bij uitstek geschikt voor de treinreiziger. De belangrijke vormen zijn zo prominent verbeeld. Het pakt en blijft even op je netvlies zweven. Het beeld is zo compleet waardoor het beklijft in het vluchtige voorbijgaan. Zelfs het hitsige konijntje dat op haar kuiten zit.

25 juli 2012

Gratis internet in de trein

Nu: gratis internet in de trein, straks betalen?

Gratis internet in de trein. Als het werkt is het heerlijk. Zeker als de verbinding redelijk snel is. Je surft wat over internet met de laptop. Ik krijg gelegenheid mijn blog bij te werken of wat mail te beantwoorden. Vaak is de verbinding traag, maar ik ben niet veeleisend. Het is gratis en een gegeven paard kijk je niet in de bek.

Het is de gelegenheid om zich te onderscheiden van de auto. Een goede internetverbinding in de trein biedt zelfs meer dan vertier. Je kunt bij zelfs werken en een begin maken van je werkdag. Mailtjes van tevoren lezen en eventueel beantwoorden. Misschien al een begin maken met het lezen van enkele stukken.

Niet elke werkgever is er happig op en de NS vertelde laatst dat ze niet kon garanderen dat internet in de trein volgend jaar nog gratis is. Samen met internetprovider T-Mobile ontving de railvervoerder jaren terug een subsidie van 16 miljoen euro om internet in de treinen in te bouwen. Alle intercity’s zouden de voorziening krijgen.

Volgens mij had de operatie allang klaar moeten zijn. Zoals zo vaak is de verantwoording van het bestede geld moeilijk terug te vinden. Ook is slechts éénderde van het wagenpark voorzien van draadloos internet. Bijna 400 intercity’s moeten nog een internetverbinding aan boord krijgen.

Die verhouding vind ik terug op reis van en naar mijn werk. Ongeveer eenderde van de intercitytreinen waarin ik rijd, bezit inderdaad draadloos internet. De subsidie werd een paar jaar geleden nog met veel tamtam en poeha gepresenteerd door toenmalig minister Camiel Eurlings. Hij werkt ondertussen bij de KLM en zijn opvolger heeft het te druk met andere dingen.

Als de NS geld gaat vragen voor internet in de trein, zal de interesse flink afnemen. Het loont dan meer om rechtstreeks een abonnement met een telecombedrijf te sluiten. De draadloze verbinding levert namelijk een extra service op. Bovendien verwachten reizigers een betere internetverbinding dan die ik vaak aantref in intercity’s. Het is gratis dus ik doe er niet moeilijk over, maar als ik ervoor betaal, doe ik wel moeilijk.

Daarom zou het heel jammer zijn als internet in de trein niet meer gratis is. Zo is 16 miljoen euro subsidie gegeven aan een voorziening waar niemand iets aan heeft.

24 juli 2012

Hond, baas en het park

image
Het park is voor honden maar ook voor baasjes en gewone mensen.

De hond en het park. Ze horen bij elkaar. Het sprookje wordt weleens wreed verstoord. Vorige week verscheen een foto van stukjes kaas en worst. Door de tussendoortjes staken puntige spijkers. Iemand had deze dodelijke lekkernijen in het park gevonden.

Onbegrijpelijk dat iemand zoiets in het park neerlegt. Honden en katten eten dit lekkers op. Het scherpe metaal richt veel schade aan in het verteringsstelsel van deze dieren. Met de dood als gevolg.

Ik probeer altijd op te letten in het park wat ze daar tussen het gras en de bosjes vandaan trekken. Er zit altijd wel iets eetbaars tussen. Zo aten mijn teckels laatst maiskorrels die iemand royaal over het pad had gestrooid. Het gras biedt ruimte aan weggegooide crackers en andere lekkernijen. Een hondensnuit vindt ze feilloos in het dichte groen.

Om over de andere gevaren nog maar te zwijgen in het park. Loslopende honden bijvoorbeeld. Niet dat ze veel schade hoeven aan te richten. Het zijn vooral de baasjes waarmee die loslopende honden lopen. Ik trof laatst een man en een vrouw aan die doodgemoederd akkerden met een enorme hond en een heel klein hondje.

Ik kwam ze tegen vanuit een zijpaadje en liep in een flink tempo voor het dubbele duo uit. De grote hond vond ons wel interessant en kuierde achter ons aan. Ik liep stram door. De honden konden zich wat minder goed concentreren. Vanuit de baasjes geen reactie of correctie.

Ik sloeg weer af een zijpad van het park in. Zo konden de honden lekker snuffelen en was er voor mij gelegenheid de krant van gisteren nog even te lezen. Maar verderop kwam ik ze weer tegen. De grote hond liep naar ons toe. Ik probeerde hem weg te halen, bij gebrek aan ingreep van het baasje.

Dat had ik niet moeten doen. Waar ik mij mee bemoeide. Ik vroeg of ze hun hond bij zich wilden houden. ‘Maar het mag hier’, verweerde de man zich. ‘Hij mag hier los’, zei de vrouw. Ik probeerde duidelijk te maken dat ik hem alleen vroeg zijn hond bij zich te houden. Ik had een loopse hond en was niet van dit contact gediend.

Dat had ik niet moeten zeggen. Het was mijn houding die de hond zou uitdagen. Ik was onverantwoord bezig door het park in te gaan met een loopse hond. Ik had helemaal geen zin in deze discussie. Ik had hier te maken had met mensen die zich hondenliefhebbers noemen. Het park is van hen en de hond mag overal lopen. Ook als iemand niet van honden houdt, moet hij maar accepteren dat het dier op hem afloopt zonder gecorrigeerd te worden door de baas. Blijkbaar is het park van de honden, zei iemand eens.

De discussie was zinloos. Zij voelden zich sterk met z’n tweeën en lazen mij even flink de les voor. Het lag aan mij en ik stelde mij aan. Ik vond het welletjes, groette ze beleefd als laatste eerbetoon en stak het fietspad over. De honden hadden al die tijd netjes aan mijn voeten gezeten. Rustig wachtend tot het baasje weer verder ging.

Het zijn misschien dit soort reacties en discussies die mensen tot razernij brengen. Mij in elk geval wel. Mensen beschouwen hun hond als een verlengstuk van zichzelf. Kom je aan hun hond, dan kom je aan hen. Terwijl niet iedereen even happig is op zo’n enthousiaste viervoeter die op je afstormt. Dat het dan aan jou ligt dat hij op je afstormt, is een verkeerde redenatie. Dat je het de eigenaar niet duidelijk kunt maken, is dan heel frustrerend.

Spijkers in stukjes kaas en worst liggen in Haarlemse parken verspreid (foto: facebook)

Om dan stukjes kaas en worst in het park te leggen met spijkers erin, is de verkeerde aanpak. Bovendien pak je dan de honden en niet de eigenaars. De laatste zijn verantwoordelijk voor hun hond. Een hond kan niks doen dat zijn baas doet of nalaat.

Gelukkig lopen in het park bijna alleen hondenbezitters rond die wel respectvol met anderen omgaan. Het is jammer dat juist deze mensen de klos zijn van een spijkerbed of verspreid gif. Daarom kun je beter de discussie blijven aangaan of gewoon een blokje om lopen als je het voelt aankomen.

23 juli 2012

Honden trainen

We trainen druk met onze jonge teckels Teuntje en Saartje. Het aangelijnd lopen gaat steeds beter. Inge heeft vorige week nieuwe halsbanden gekocht. Ze heeft ze daarna geschikt gemaakt voor onze mormels.

Het is een heel karwei om de halsband om de nek te krijgen, maar bij het lopen blijven de honden keurig in het gareel. We gaan elke keer een stapje verder. Ze lopen nu prachtig naast elkaar. In het juiste tempo blijven ze naast me lopen. Een hele verbetering ten opzichte van een paar weken terug.

We volgen de methode van Ceasar Millan. Een Amerikaanse hondentrainer. Hij noemt zichzelf een hondenfluisteraar. Inge is erg enthousiast over zijn aanpak. Het lenen van een paar boeken bij de bibliotheek hielp ons om het wat gestructureerder aan te pakken.

Millan gelooft in energie en spreekt over kalm assertief en kalm onderdanig. Termen die bij mij overdreven voorkomen, maar die in de hondentraining goed van pas komen. Het is een heel contrast bij de eerdere oefeningen met brokjes. Ze leverden erg veel aandacht voor het koekje op en minder voor jou. Nu hebben ze wel alle concentratie voor je.

Millan behandelt de hond zoals hij in een roedel ook behandeld zou worden. Hiermee sluit hij goed aan bij de hond zelf. Mensen hebben nogal eens de neiging honden als mens te behandelen. Een hond kan dat helemaal niet aan. Dat jij als hondenbaas eigenlijk de roedelleider bent, zie je nog sterker als je 2 honden hebt.

Het vraagt een andere aanpak dan zomaar bevelen geven. Je redeneert sterk vanuit het gevoel. Honden voelen feilloos aan wat je van ze wilt. Dat verklaart mogelijk ook waarom ze steeds naar mensen toegaan die bang van ze zijn.

De resultaten zijn verbluffend. De honden laten zich steeds beter corrigeren. Ook zie je dat alles voor hen veel duidelijker wordt. Wat je ze aanleert, doen ze ook. Zo lukt het om na een paar keer lopen met de nieuwe halsband de honden netjes naast elkaar te laten lopen. Zonder trekken en geconcentreerd.

Ik ben erg trots op ze. Volgens Millan hoef je dat niet tegen ze te zeggen. Dat voelen ze. Maar soms kan ik het niet meer houden en geef ik ze een trots compliment.

22 juli 2012

Nubische geitjes

image
Nubisch geitje drinkt melk bij moeder

Bij het hardlopen was het mij al opgevallen. De geiten van de kinderboerderij hebben jongen gekregen. Het is mijn lievelingsgeit, de nubische geit. Een rustig dier dat in diverse Afrikaanse landen gehouden wordt. De geit van de kinderboerderij heeft 2 jongen gekregen. Het leuke is dat er nog een Nubische geit rondloopt met 2 jongen.

Daarom was het tijd voor een bezoekje aan mijn vrienden. We liepen de wei in door het klaphek, over het wildrooster. De knuffelbare geiten genoten van de zomerzon. Ze lagen lekker tegen de voertrog aan. Bovendien lieten ze zich heerlijk knuffelen. De dunne haren op de afgeronde koppen voelden zacht aan. De oogjes knepen dicht bij het kroelen door de haren.

image
Nubische geiten genieten van de zomerzon op de kinderboerderij

Moeder stond op en liep weg. De kleintjes schoten er achteraan. Ze duwden de snoeten tegen de 2 opgezwollen tepels. De melk werd losgeklopt. Daarna zogen ze er flink op los. Moeder vond het genoeg en liep weg. De jongen hebben het nakijken. De voedselbank gaat weg.

21 juli 2012

Oefenritje Weesp

We fietsen een oefenritje naar Weesp heen en weer. Over een weekje of 2 willen we op fietsvakantie samen. Daarom trainen we vandaag nog eens extra hard. We rijden van Almere naar Weesp. Volgens Google maps bedraagt de afstand ongeveer 15 kilometer. ‘Dat  is 30 kilometer’, rekent Doris snel uit. Inderdaad 15 erbij 15, levert 30 kilometer op.

Het is het eerste ritje op het oude land in het verkeer. De enkele fietsrit in de bossen bij Delden uitgezonderd. Hier raast het verkeer met 80 kilometer langs je. Het is een goede leerschool voor de fietsvakantie van straks. We moeten goed samenwerken en met een slechthorend kind gaat dat niet altijd even makkelijk.

Dreigend hangen de donkere wolken boven de weg die wij moeten gaan. Ik vrees dat de bui zich spoedig aandient, maar we fietsen dapper verder. We zien wel als de druppels op ons vallen. De regenjassen hebben we eerder al aangetrokken. Het was toch een beetje koud met alleen een shirtje op de fiets.

Zo rijden we over de Hollandsebrug in de richting van Weesp. We dalen en stijgen over snelwegen en waterwegen. Tot we in de weilanden terechtkomen. Tijd voor de lunch. We knabbelen onze meegenomen broodjes kaas en worst op. Rusten nog even uit onder het genot van een pepermuntbal en stappen weer op.

De tegenwind valt Doris even tegen. Maar zij ziet het eerste de haan op het boerenerf. Net als ik zie dat de sleutelhanger van haar fietssleutel verdwenen is. ‘Hij is ook veel te groot’, zegt ze. ‘We kijken op de terugweg wel of we hem vinden’, beloof ik. ‘Wie weet vinden we hem nog.’ ‘Anders is het gewoon pech gehad.’ Doris kan makkelijker afstand nemen van de dingen dan haar vader.

Dan rijden we Weesp in. De brug staat open. Even wachten voor de open brug. En dan duiken we in het straatje bij de kerk. Ze rijdt keurig in het drukke verkeer van de zaterdag. We stoppen even bij de kerk, nemen een kijkje. Zij drinkt een glaasje aanmaaklimonade, ik struin door de boekendozen in het koor van de kerk.

Dan nog even naar de kringloopwinkel van Weesp. Dat is het einddoel van de fietsrit. Ik neus lekker tussen de boeken en trek zelfs een paar interessante exemplaren uit de kasten. Het is tijd voor een plas en een ijsje. We nemen het ervan in de ijssalon in de winkelstraat: 2 bollen. Op het stoepje voor de synagoge zitten we aan het Italiaanse schepijs.

image

Tijd om naar huis te gaan, vinden we allebei. Voor het stadhuis slaat ze verkeerd af, maar de fout is snel hersteld. We fietsen weer langs de kerk en zien Midas Dekkers het gietijzeren hek van zijn tuin openen. Hij houdt een pakje onder zijn arm dat nog het meeste wegheeft van een schilderijtje. Het hek valt dicht met een klap. De huiskamerbioloog stapt in zijn statig huis, op weg naar de studeerkamer.

We rijden voort. In de polder drukt het briesje wind in de rug. ‘We moeten kijken of we de sleutelhanger vinden’, zegt Doris attent. Niks. ‘Ik weet niet of we hem vinden’, waarschuw ik om teleurstelling te voorkomen. ‘Misschien heeft de wind hem weggewaaid. Of heeft iemand anders hem opgeraapt en meegenomen.’

Voorbij de picknickplek. De bocht om. Ik zie iets liggen op de weg. Het is een stukje touw. Het bruggetje over en daar zie ik het. Een kleine plaquette gehuld in iets glimmend. ‘Ja, daar ligt hij’, gil ik het uit. We rapen het op en het verdwijnt in mijn jaszak. Veilig is de sleutelhanger. We juichen en slaan een ‘hi five’.

image

De snelweg over, het Naardermeer. We komen in de buurt van Almere. Het veulentje ruikt haar stal en begint steeds harder te trappen. We fietsen terug door het Kromslootpark. Dan kunnen we nog even pauze houden op het bankje waar we ons eerste proefritje ook pauzeerden.

We drinken de laatste slokken roosvicee en nemen een paar klokken water toe. Het zonnetje breekt weer door. Ik vertel haar enthousiast hoe trots ik ben. ‘Ik ben nog niet thuis hoor’, antwoordt ze droogjes.

We stappen weer op de fiets. De laatste etappe. Nog een klein eindje. Ze haalt zonder moeite de rij senioren in die op de scootmobiel een ritje door het park maakt. Bijna thuis. Het weerwater. Een hardloper stopt ineens. Ze ontwijkt hem met routine. Nog een paar trappen. Een schoolvriendje roept vanachter de huizen. Ze trapt dapper door. De hekjes door. De poort slaat open met trots. Thuis met 30 kilometer fietsen in de kuiten.

image
De verloren sleutelhanger weer teruggevonden

20 juli 2012

Kikker in groene bak

image

‘Hij leeft’, gil ik als ik de vuilnisbak open. De kraalogen kijken omhoog vanuit de diepe de Kliko. Hij is nog niet zo lang geleden geleegd. Keurig op het groente-afval is de kikker gekropen. En zit muisstil. Wat nu? ‘Pak hem maar op’, zegt Inge. Ik duik omlaag. Het dier zit helemaal onderin de afvalcontainer. Hij springt weg en zakt weg achter de afvalzak.

De hond Saartje kwam ermee naar binnen: een kikker. Ze legde hem op het tapijt. Teuntje er gelijk bij. Een kikker in huis, dat is natuurlijk wel interessant. Inge was alleen thuis, zag het als kikkerliefhebber met lede ogen aan. Het diertje bewoog niet meer. Lag doodstil. Ze pakte de amfibie met een doekje op en wierp hem in de groene bak.

Ze vertelde het verhaal. Ik wilde iets weggooien en keek gelijk de diepte in. Daar zat hij. De kikvors. Ik ben al een held op sokken en durfde het diertje niet op te pakken. Eindelijk de moed bijeen geraapt en dan ontspringt hij de dans. ‘Wat nu?’ roep ik. Inge kijkt ook en ziet het beest zitten. ‘Ik dacht echt dat hij dood was’, zegt ze met spijt in haar stem.

We leggen de container maar op zijn kant. Als Inge een kwartiertje later gaat kijken, zit hij er nog. De honden willen alleen maar naar buiten. Een container op zijn kant is leuk. De lekkere geur maakt de vagebond in ze los. Met moeite houden we ze binnen. Als ik een klein uurtje later ga kijken, is de container leeg. Hij vertoeft in de vrije wereld van de achtertuin.

Het is de vraag hoe vrij die wereld is voor de kikker. Ik heb hem – of zijn broer – zojuist al uit de klauwen van de buurkat gehaald.

19 juli 2012

Waterplassen om vergeten groenten

image
De vergeten groenten aan de Zuidas hebben voorlopig water genoeg.

Zo wint de regen het van de vergeten groenten. Het moestuintje op de Zuidas legt het af tegen de enorme regenbuien van de laatste dagen. Een grote waterplas strekt zich ondertussen uit over de aubergines. De dunne pijlers van de bonentoren wijzen als een trietste staak omhoog. Hier valt weinig meer te oogsten.

De activiteit zakt beter weg dan het water. De laatste dagen is er geen vrijwilliger die om de tuin bekommert meer te bespeuren. De planten liggen in een plas water. Het lijkt of ze ieder moment af zullen drijven. De eer die hier te behalen valt, is een natte eer. Drijfnat.

18 juli 2012

Zo moeder, zo dochter

Moeders en dochters lijken op elkaar. Dan zie je ze samen door de winkelstraat lopen. Lekker shoppen. Allebei een halve Hema-worst in de hand. Aan de worstloze hand bengelt een bundel plastic tasjes. De logo’s van merken op de tasjes vragen aandacht. Moeder zwiert met hippe merken, dochter minder hip. Of andersom.

Altijd komt er iets meligs uit de tasjes. Iets waar ze verschrikkelijk om moesten lachen. Ze hoeven er maar aan te denken of ze beginnen weer te giechelen. Ze etaleren dat uitgebreid aan het (mannelijk) gezelschap thuis. De meligheid van het dagje winkelen komt even in de huiskamer. Een rare beha, een vreemde sok of een uitdagend blaadje met een plaatje van een even uitdagende man.

Als het tevoorschijn komt is het allemaal net wat minder grappig dan eerder die dag. Ze lachen de teleurstelling weg. De mannelijke toeschouwers trekken een glimlach op de mond. Of ze merken droog op dat het inderdaad grappig is.

De moeder en de dochter die ik aantref op weg naar het werk, lijken eveneens op elkaar. Geen Hema-worsten en een beetje shoppen. Ze zitten samen op het platje in het slootje bij de Boelelaan. Vorige week lukte het dochter nog niet bij mam te kruipen. Nu tuurt ze net zo trots om zich heen uit als haar moeder.

Ze schikt de veren, net als moeder. Haar snavel drukt in het kuikendons. Haar broertje heeft het er niet zo op en zwemt op korte afstand van het platje. De zwemvliezen trappelen in het borrelende water. Dan kijkt hij op en drukt zijn snavel in het dons. Een familietrekje.

Bij het voorbijgaan de volgende dag, zit een reiger op het platje. De kop tegen het lijf gedrukt, alsof er geen nek bestaat. Het geeft de blik iets chagrijnigs. Het water borrelt net zo enthousiast onder het platje vandaan. Maar het enthousiasme van eerst is verdwenen. Zou hij? Nee, het kan niet. Daar zijn ze echt te groot voor.

Het laat me niet los. Tot ik op de terugwag naar huis, ze weer zie zitten. Moeder en dochter. De zoon dobbert vlakbij en laat zijn snavel door het water glijden. Gelukkig.

17 juli 2012

Almere Vandaag verspreid in park

De krantenbezorger bezorgt de Almere Vandaag niet in de brievenbus, maar in het park.

De Almere Vandaag wordt al tijden niet meer bezorgd. In plaats van dat ik hem op mijn deurmat aantref, vind ik iedere dag een nieuw stapeltje in het Beatrixpark en in de bossages van het naastgelegen Den Uylpark. Elk plekje krijgt zo langzamerhand een nieuwe editie.

Lagen eertijds de verschillende versies keurig verstopt in de bosjes. Nu krijgen ze brutaal een plekje midden op het voetpad. Langs de kikkerpoel wordt de weg versperd door een verse Almere Vandaag. Geen krant bereikt de deur meer. Daarvoor in de plaats krijgen kikkers de kans tot het lezen van een nieuwe hoeveelheid dril. Of mogen de honden hun pootje lichten voor een schimmig bericht.

Adverteerders weten het nog niet, maar de Almere Vandaag boort een nieuwe doelgroep aan. De verregende exemplaren laten zien hoe snel een editie verdwijnt. Een oude krant vergeelt eerst, daarna treedt het verval snel in. Maar papier is geduldig, zeker als het onder een dikke laag plastic ligt. Dan gaat het niet zo snel als je zou willen.

Zo begint het park langzaam vol te raken van de luie bezorger. Het pak mag dan elke dag keurig in het park worden afgeleverd, de paden worden vol. De bezorger luier. Nog even en ik loop niet meer in het park, maar in een oude krantenbak. Nog even en ik hoef nooit meer te bellen dat mijn krant niet is bezorgd. Sterker nog: hij is bezorgd. Je moet gewoon even in het park kijken!

Voor elke adverteerder: je mag geheel vrijblijvend een offerte aanvragen om een mooie advertentie op deze website te plaatsen. Ik gooi de eenen en nullen niet nutteloos in het park. Bij mij zwerven ze heerlijk rond door de digitale wereld.

16 juli 2012

Hoe gaat het met Komrij?

image
Publiek herdenkt Gerrit Komrij in Felix Meritis

Ze staan in de deuropening van café De Zwart. Ik loop voorbij, draal terug. Ik wil hem  even vertellen dat het zo mooi was wat hij zei. ‘Gerrit nam geen afscheid.’ Een hand is wat persoonlijker dan een duimpje op facebook. Ze nemen afscheid van elkaar. ‘Je moet je tram halen’, zegt de striptekenaar tegen de biograaf. Ze praten op gedempte toon nog even met elkaar.

Dan draait hij zich om. Ik geef de man die de tram moet halen een hand. ‘Ik wil je graag bedanken voor je mooie toespraak van zojuist.’ Hij herkent me niet. Hij heeft wel meer aan zijn kop. ‘We hebben ons best gedaan’, zegt hij bescheiden. Hij houdt een enveloppe geklemd onder zijn oksels. Dikke zwarte letters staan op het gele papier. Een opvallende postzegel in de hoek.

Hij zegt mij gedag en gaat zijn tram halen. Ik kijk de striptekenaar aan. ‘Hoe is het met je?’ ‘Met mij gaat het goed.’ Zijn ogen kijken verdrietig naar de drempel waarop hij staat. De putjes op zijn kin turen vinnig mee. ‘Maar met Gerrit is het wat minder.’ Ik knik. ‘Het is allemaal zo snel gegaan.’

Al surfend op het www stuit ik op een citaat van Komrij in een interview in december 2007 voor literair e-zine Meandermagazine.net. Er staat:

In de eerste plaats: hoe gaat het met u?
Uitstekend. Het lijkt me een uitstekende gewoonte om als mensen je vragen: ‘Hoe gaat het met je?’ altijd te antwoorden: ‘Uitstekend’. Stel je voor dat je plompverloren in huis zou vallen met ‘Ik heb water in mijn knie, mijn moeder heeft net zelfmoord gepleegd en mijn hond is ook al platgereden’, zeg nu zelf, dat zijn toch geen manieren? Ik heb mijn leven lang op alle vragen naar mijn welbevinden geantwoord met: ‘Uitstekend’. Al stikte ik bijna van ellende of was ik doorweekt van verdriet. Uitstekend dus.

Iemand heeft mij laatst gewezen op de briefwisseling tussen Gerrit Komrij en Hafid Bouazza Nu ben ik boos, ik omhels je (2009). Ik lees daar:

‘Uitstekend,’ antwoord ik meestal als iemand me in het voorbijgaan vraagt: ‘Hoe maak je het?’ Ik maak het in het voorbijgaan onveranderlijk uitstekend, al staat de tent achter mijn rug op instorten. ‘Goed,’ wil ik ook nog wel eens antwoorden, maar dan verraad ik al te veel. Dan ben ik al te mededeelzaam over de toestand waarin ik me bevind. Goed is niet echt uitstekend. (33)

Lees het prachtige verslag van Coen Peppelenbos over de Laatste reis Gerrit Komrij vanaf Felix Meritis voor literair weblog Tzum.

15 juli 2012

Voorbereiden op moestuin

Lezen over de noodzaak van tuinieren

De voorbereiding is het halve werk, zeggen ze weleens. Misschien klopt het. Daarom vind ik het eens nodig om de moestuin is serieuzer te gaan aanpakken dan de meeste dingen in het leven. De moestuin heeft onze aandacht.

Met een flinke stapel boeken kwam ik laatst uit de bibliotheek. De inspiratie voor groen en groenten komt niet vanzelf. De noodzaak van tuinieren drijft mij hiertoe. Over het nut verder gezwegen. In een handomdraai verandert ons tuintje aan de zijkant van het huis van een last in een lust.

Ik zit nu in een flauw middagzonnetje op de bank in de achtertuin met boekjes over de vierkante metertuin. De bladeren van de overvloedige braamstruik geven mij zelfs een vleugje schaduw. In bakken van een vierkante meter kun je 9 vakjes maken met in elk vakje een groentesoort. Ik lees over planningen en het woelen in de aarde.

We zullen woekeren met de ruimte. Elk vierkant telt en biedt een nieuwe maaltijd. Aardappelen, kruiden en tomaten. De lekkerste dingen begroeten mij vanaf de bladzijden. Ze noemen het een vierkante metertuin. Als je het boekje moet geloven, geven die paar vierkante meters genoeg groenten om een groot deel van je eten mee te regelen.

Eerst maar eens de handen uit de mouwen. De schop in de grond. Het heeft niet alleen onze aandacht. Laatst trof ik een buurman van huizen verder. Hij sprak mij aan. ‘Buurman, als ik u was, zou ik nog een rijtje tegels in de grond doen vooraan. Dan hoef je niks te doen met je grond. En je hebt er tegels genoeg voor.’ Hij verwees naar de stapel tegels die tegen de zijmuur van het huis staan opgesteld.

Eerst maar eens goed uittekenen wat we precies willen. Het karwei is lastig genoeg.

14 juli 2012

Loops

image

Teuntje is loops. Ze loopt er al iets meer dan een week mee rond. Het begon met de pluim achter die elke dag ietsje groter werd. Daarna volgde de rest.

Vanaf dan: oppassen! Ik loop met de lijn kort door het park. Als ik dan op het eilandje aankom, lopen 2 grote Berner Senners ons tegemoet. Los. De baas achteraan. Ik vraag hem zijn honden bij zich te houden. ‘Deze is loops’, zeg ik erbij. Ik houdt de lijn van Teun omhoog.

Hij trekt de grote hond naar zich toe en mompelt. ‘Het is dat je het zo aardig vraagt, anders had ik het niet gedaan.’ Ik kijk nog even om, terwijl ik de diepe plas ontloop. ‘Bedankt hoor’, zeg ik. Ik knik er nog even met mijn hoofd bij en loop verder. De honden aan mijn zij.

De rest van de wandeling door het park vraag ik af of het cynisch was of dat hij het meende.

13 juli 2012

Oppasmoeder

In de sloot langs de Boelelaan leeft een moedereend met 2 kuikens. Ik zie de dieren nu al enige tijd ronddobberen als ik er naar en van mijn werk voorbijloop. Sinds een tijdje ligt in de sloot een afwateringsponton. Het ding drijft op het water. Het afgevoerde water borrelt er onderuit.

Vaak zit moedereend als een heuse moeder overste op de uitkijk op het ponton. Dan tuurt ze over het water, schudt haar staartje heen en weer en snatert trots over het water van de sloot. De hoge flat aan de andere kant van de Boelelaan echoot de snater even trots terug. Onderwijl scharrelen haar 2 kuikens rond de ponton.

Ze is niet van het platje af te krijgen. Elke dag tref ik haar daar aan. Ze is gek op het ding. Terwijl ik haar zo aan het werk zie, schiet een gedachte binnen. De jonge dieren zitten er zo rustig te eten. Voor voedsel zijn ze niet meer van haar afhankelijk. Hoogstens om de graze weiden te vinden. Maar in deze sloot zit dat wel snor.

Moeder eigenlijk niet veel meer is dan een oppas. Haar aanwezigheid houdt de roofdieren op een afstand, maar van een wezenlijke opvoeding is geen sprake. Ze drijft daar op dat ponton en snatert eens wat. Niet dat die kleine diertjes zich daar iets van aantrekken. Het is eerder een bevestiging. Zij gaan hun eigen weg, dicht bij moeder die niet veel meer is dan een oppas.

12 juli 2012

Natte spitsroute

Regen en onweer treft vanmorgen mijn spitsroute naar het werk. Treinen die uitvallen en een bomvol boemeltje met voornamelijk staanplaatsen. Het hoort ook bij het type trein dat NS inzet. Een schakel van storingen manifesteert zich.

Ik regen voor de derde keer deze ochtend nat. Eerst bij het honden uitlaten, tweedst bij het fietsritje naar het station en derdst bij het ritje van station naar werk. Een flinke onweersbui hoort bij het einde van een mooie zomerdag, maar hier luidt het een dag in.

Het platje van het kunstwerk in de VU-vijver drijft in het water. Achter mijn werk verandert de straat in een waterzee. De auto’s rijden er stapvoets doorheen. Ze dansen in de plassen. Een fietser die trots aan de diepe plas begint, breekt halverwege zijn tocht af en loopt op de naastgelegen stoep verder.

11 juli 2012

Een uurtje later

Dan ga je een keer een uurtje later naar je werk. Een compleet andere wereld trekt aan je voorbij.

  • het is aanmerkelijk drukker op de weg als ik naar het station fiets
  • de trein is 2 keer zo lang
  • er zitten dubbel zoveel mensen in de trein
  • er zit dubbel zoveel leven in de mensen (bellen, praten)
  • bij de deuren wacht een flinke rij mensen
  • een grote massa reizigers verlaat het station
  • de rij auto’s bij het stoplicht is oneindig langer
  • er lopen veel meer mensen op straat
  • er is oneindig veel meer lawaai
  • het stinkt uitlaatgassen

Alle redenen waarom ik vroeg vertrek van huis. Niks mooier dan de rust van de ochtend. Het wakkerworden van de vogels en frisse lucht. Geef mij maar die wereld. Ik begin morgen gewoon weer op mijn tijd.

10 juli 2012

Vogelverschrikker

image
Vogelverschrikker op de Zuidas

Onderweg van en naar mijn werk loop ik langs een heuse vogelverschrikker. De lapjes waaien op en neer van de wind die op en neer giert tussen de hoge kantoorkrabbers. De maker heeft een poging gedaan het ding op een mens te laten lijken. De hoogte aan de stok, het flodderige hoofddeksel en de opwaaiende lap onderaan, geven het ergens de gestalte van een mens.

Niet dat de roeken, kraaien en kauwtjes zich iets aantrekken van de fleurige stoffen. Ze pikken dat het een lieve lust is tussen het groen. Net als dat het kruid welig tiert tussen alle groenten. Zelfs in de looppaadjes schieten de kruidsoorten op. Met de term onkruid ben ik het niet eens. Er hangen de mooiste en kleurigste bloemen in. Het is misschien ongewenst kruid. Ik erger mij er niet aan.

Soms zie je een mens over de smalle paadjes lopen. Vanmorgen liep een man met een groene gieter tussen de bedden met groenten. Hij goot wat van het vocht over de stukjes aarde. Een vogel schoot weg en deed zich aan de andere kant van het pad tegoed aan de rijpe groenten. De vogelverschrikker keek toe. En ik weet nu niet wie nu naar wie knipoogde.

09 juli 2012

Straatje schoonvegen

image

Enthousiast geworden door de border die ik vorige week aanlegde in de voortuin, begonnen aan het straatje in de achtertuin. De werkzaamheden hier liggen al stil sinds ik het platje voor de containers verplaatst heb achter de schuur. De border van rechtopstaande tegels hield ergens halverwege op.

Daarom heb ik afgelopen weekend de rest van de tegels in de grond geslagen en de ergste vuiligheid weggeveegd. Nu straalt een prachtig stukje tuin vanachter de tegelwand. De regen heeft gisteren en vandaag de rest van het vuil gewassen. De zandkorrels tussen de tegels gespoeld en het pad nog sterker zichtbaar gemaakt.

De enorme hoeveelheid hemelwater die gisteren uit de hemel viel, stroomde betrekkelijk snel weg. De plassen waren snel verdwenen. Ik had mijn straatje beter gelegd dan ik durfde te vermoeden.

08 juli 2012

Regen

De regen stroomt naar beneden. Een douchekop zou jaloers zijn op de sterkte van de vochtstralen. Ik ren een rondje, meen dat de buienradar vertelde dat het even droog zou blijven. De regen is niet koud, maar trekt mijn shirtje naar beneden.

Een brommertje rijdt voorbij en gutst het water van het fietspad omhoog. Een emmer water wordt tegen mijn lijf gegooid. Mocht nog iets droog zijn gebleven, dan is het nu nat. De brommerrijder is ver genoeg uit zicht om te schelden. Terwijl hij waarschijnlijk gniffelt vanachter het glas van zijn helm.

Het stroomt verder en de rit nadert bijna zijn einde. Zelden ben ik zo natgeregend. Ik zie natte hardlopers mij tegemoet lopen. Zelf hobbel ik achter een meisje aan bij wie het water een stroompje vanaf de paardenstaart naar beneden vormt.

En het kan nog harder regenen. De stof om het lichaam kan niet meer water opzuigen. De spons zit vol. Het haar doorweekt. Alsof het niet meer zal ophouden. De fietspaden vormen plassen water waarbij je van eiland naar eiland springt. De regen valt in een douche naar beneden. Ik zie geen verschil meer tussen droog en nat.

07 juli 2012

Gedachten bundelen

image
Een boek van Gerrit Komrij dat ik nog niet besproken heb, maar zeker wel gelezen heb.

Nog steeds hobbelen mijn gedachten bij gisteren. Hoe een dichter stierf. Hij die spotte met de dood, misschien omdat hij bang was. Hij die nog zoveel wilde, maar niet meer kon. Ik blader door al die boeken over hem, van hem. Marktplaats overstroomt van zijn werk. Mensen die een slaatje willen slaan.

Ik zoek mijzelf terug van het eerste stuk over hem tot het laatste. En wat hij ervan vond. ‘Je moet ze bundelen tot een boekje’, zei hij. ‘En ik koop het eerste exemplaar.’ Het is niet van een boekje gekomen, daarom bundel ik de bijdragen in een serie links:

06 juli 2012

Annihilate - bij de dood van Gerrit Komrij

image

Het begint bij een bericht op nu.nl. Ik schrik en weet tegelijk dat dit komen zou. De laatste tijd was het erg stil op facebook. Het laatste bericht was raadselachtig en duidelijk tegelijk: ‘Binnenkort verchijnt: bijna gelukte annhihilate.’ De zin bevat een paar schrijffouten, zeer tegen de gewoonte van Gerrit Komrij in. Met een duidelijke verwijzening naar ‘annihilate’, de totale destructie. Het einde.

Ik las het op die 2e juni dat hij op zijn mobiel aan zijn vrienden typte en wist dat het einde, de totale destructie, naderde. Alleen besefte ik het niet. Soms wil je het niet geloven en hoop je tegen beter weten in. En dan is er het antwoord vanmorgen bij het opstaan.

Misschien heb ik er meer in gelezen dan er stond. Voor mij was het vanmorgen duidelijk dat mijn gedachten niet fout waren. We missen een goede dichter, misschien wel de laatste schrijver uit de 19e eeuw.

05 juli 2012

Slakkennat

image

De slak geniet van de regen. Traag grazen zijn voelsprieten langs de waterdruppels op het blad. Zonder een hap te nemen glijdt zijn lijf verder over het groen. De voelsprieten groeien en krimpen. Zijn lijf slijmt vooruit, breed zuigt hij het nat naar binnen. Eindelijk.

04 juli 2012

Opgevangen merel

image

De jonge merel kreeg van Doris de naam Pieppiep. ‘Dat zegt hij steeds’, was het argument voor deze keuze. Het diertje voelde zich snel thuis in de boodschappenkrat die we voor hem hadden gemaakt. Het kleedje dat ik erin had gelegd vulde zich al snel met poep. Het bakje water gebruikte Pieppiep niet om te drinken. Hij wachtte rustig met zijn kont in het nat tot de volgende maaltijd.

Elk halfuur krijste hij door het huis en eiste een nieuwe maaltijd op. Een hap was genoeg om hem stil te krijgen, waarna hij de snavel stijf dichthield voor de volgende hap. De uitstraling leek elke voedingronde eigenwijzer te worden. Een mereljong trekt al zo’n verwend smoel, wachtend op een nieuwe maaltijd kijkt hij in de wereld of deze om hem draait. En dat was ook een beetje het geval.

image
Hij wil niet meer

Het grootbrengen van een merel vraagt een huishouden waarbij de hele dag iemand voor hem beschikbaar is. In onze praktijk is dat wat lastig. Daarom hebben we het diertje naar de vogelopvang gebracht. Deze zit een paar straten verder. De vrouw die deze dieren houdt en verzorgt heeft het hele huis volstaan met jonge vogels.

Zeker in het voorjaar is het een komen en gaan van vogelkuikens. Gevallen uit het nest, verstoten door de ouders of opgejaagd door kat en ekster. Pieppiep kreeg een plekje en zal met een week groot genoeg zijn om het zelf te redden in deze grote boze wereld. Of hij dan wat minder eigenwijs de wereld inkijkt?

image
De wereld draait om deze eigenwijze blik heen

03 juli 2012

Jonge merel

Met afgrijzen en bewondering zag ik een tijdje terug hoe Jan Wolkers een jonge merel grootbracht. Hij zei zoveel jonge vogels te hebben opgevoed dat ze hem zonder problemen met z’n allen naar de hemel kunnen vliegen. Ik vroeg me af hoe je zoveel merels bij elkaar kunt vinden. Ik had nog nooit een mereljong kunnen redden uit de klauwen van ekster of kat. Tot ik gisteravond ineens een hoog gegil uit het nest in onze voortuin hoorde komen.

Het was mij zonneklaar: de kat had beet. Eindelijk, al dagen loerde hij op het nest. Herhaaldelijk hebben wij hem weggestuurd, maar hij bleef geobsedeerd door het nest van de merels. Ik ontdekte het nest laatst. Het viel mij op dat er veel activiteit was in het bosje bij ons voorraam.

Toen ik een paar dagen later een deel van de plantenweelde inkortte vloog een angstige merel mij in de haren. Hier zat dus een nest. Een paar dagen geleden zag ik de hongere monden en hoorde het piepen van de jongen.

Tot gisteravond. We wilden net naar bed gaan. Het hoge gegil kwam boven alles uit. Ik holde naar buiten en zag een jonge merel weghippen. Inge ving het diertje even later. We zochten een krat om hem in te laten overnachten en legden er een handdoek overheen. Inge speurde op internet wat je zo’n diertje moet geven.

Ik ging naar buiten om te zoeken naar andere overlevenden. Voor mijn voeten schoot nog een jong weg. Hij dook in de bosjes en ik heb hem tot mijn grote spijt niet meer gezien. Lang ben ik de bosjes afgegaan en scheen bij met een zaklampje. Het slachtoffer heb ik niet kunnen achterhalen.

Inge haalde ondertussen kattenvoer bij de buren. Daarna voerde ze het beestje. Ze kunnen grootworden op kattenvoer, alleen blijft het verstandig de vogelbescherming in te schakelen. De jonge merel vraagt namelijk best veel zorg en dat is lastig te combineren als je allebei overdag werkt.

Vanmorgen was ik aan de beurt en mocht de vogel voeren. Het ging er snel in. Het bekje bleef maar opengaan. De happen kattenvoer vlogen achter elkaar door de opengesperde snavel. Zo’n diertje maakt nog een flink kabaal binnen. Een parkiet kan daar nog veel van leren.

Zo voelde ik mij even een Jan Wolkers, die zachtfluitend een mereljong voert met natte stukjes brood, wormpjes en een half vergane aardbei. De hoeveelheid jongen die ik mocht redden uit de klauwen van de buurtkatten en grijpgrage snavels van eksters en kauwtjes, is met één een beetje magertjes. Maar je weet nooit wat je nog vindt in een mensenleven.