30 juni 2013

Nachttrein

nachttrein-in-amsterdam-centraalHij zwalkte over het perron, tikte tegen de trein en schoot dan een eindje van de trein af. Iets verderop herhaalde zich dit. De onzekere loop verried dat hij gedronken had. En niet zo’n beetje ook. De kegel rook je in een flinke straal om hem heen.

Hij stopte bij een deur van het treinstel, zette het zakje van de Albert Heijn to go op de opstaptrede en zoog aan zijn sigaret. De andere arm lag gebonden in het gips. Hij streelde met zijn vrije hand over het gips en glimlachte. Of het de pijn of juist de verdoving was, wist ik niet. We liepen hem voorbij en stapten een deur verder het treinstel in.

We installeerden ons op de bovenverdieping van de dubbeldekker. Het fluitsignaal voor vertrek klonk. Ik vertelde Doris over de nachttrein die ik een paar dagen eerder uit Amsterdam Centraal zag vertrekken. De slaaptrein ging gelijk met mij op. Ik had de mensen achter de raampjes hun bedden zien opmaken en dacht terug aan de vele treinreizen naar Oostenrijk, Oost-Duitsland, Hongarije en Tjechië.

Nu haalde de intercity naar Utrecht ons in. De dubbeldekker ging aanmerkelijk sneller op het parallelle spoor. Onze wegen scheidden bij het station Muiderpoort. De stationshal vormde een verkleinde versie van het Amstelstation. Ik tuurde de ruitjes in, maar we gingen te snel om iets te zien van het kunstwerk aan de wand.

Bij Almere klonk de omroeper. ‘We naderen station Almere Centrum, het eindpunt van deze trein. Vanwege werkzaamheden rijdt deze trein niet. Reizigers die verder willen, moeten overstappen op de bus. Vanaf Oostvaarders kunt u de trein weer nemen.’

We stapten even later met de andere reizigers uit. Voor de deuren drongen andere reizigers die de trein terug naar Amsterdam en Vlissingen wilden nemen.

We liepen langs de raampjes en ik zag de dronkaard zitten. Zijn knieën opgetrokken tegen de stoel voor hem. Hij hield de gipsarm omhoog en staarde met dezelfde glimlach naar de blauwe gipsarm. Pas bij zijn vingers hield het gips op. Ik vroeg me af of hij de grimas trok van de pijn of de alcoholische narcose.

We daalden af naar de stationshal. Helaas zonder zo’n mooi schilderij als in het Amstel- of Muiderpoort-station. De deuren van de trein gilden hun hoge fluitje. De trein was klaar voor vertrek. Terug naar Amsterdam met als keerpunt Vlissingen.

29 juni 2013

Een week over bloggen - een vlog

image

Een hele week schrijven over bloggen en mijn blog aan de hand van het #bloginterview van @marysjabbens. Ik ontdekte bij het beantwoorden van de 14 vragen dat elke vraag bijna een heel blogje was. Dat zou een onmogelijk lang verhaal worden. Geen enkele lezer zou het einde halen. En als die enkeling het einde zou halen, zou hij helemaal afgemat en stuk zijn.

Hapklare brokjes

Daarom deelde ik het verhaal op in iets meer hapklare brokjes. Gegroepeerd rond een onderwerp. Soms was de herhaling onvermijdelijk, maar ik probeerde van elk blogje een leuk verhaal te maken. Al schrijvend voorzag ik de vijf blogs een trits voorbeelden uit de 2300 blogs die ik tot nu schreef. Dan is zeven jaar bloggen opeens best wel lang. Zeker ook omdat ik de laatste zes jaar vrijwel iedere dag blogde. De laatste drie jaar zelfs op twee plekken. Een schat aan informatie.

Terwijl ik zo bezig was met het onderwerp en in de pauze op mijn werk genoot van het mooie weer, dacht ik verder over bloggen en kwam op het idee een korte vlog te maken over bloggen en wat het voor mij betekent. En daar kwam de leus echt naar voren: ik leef, ik blog, ik besta! Dank je wel @marysjabbens voor de prachtige week die ik mocht meemaken van nadenken, schrijven en linken naar mijn blog.

Prijsvraag

Tot slot nog een vraag. Als je alle blogs van het bloginterview gelezen hebt, zul je zien dat ik met mijn wijsvinger een zin heb getypt. De spatie is met de duim ingedrukt. Uit welke twee woorden bestaat de zin? Zet het antwoord hieronder en win een gedicht over jou op wolkenhemel.

Ondertiteling

Voor doven en slechthorenden heb ik een ondertiteling gemaakt. Kies niet de ondertiteling die automatisch door Google wordt gegenereerd, maar de andere.

28 juni 2013

Bloginterview (5) - Hoe tevreden ben ik en wat doe ik met reacties?

image

Deze week elke dag een paar vragen uit het Bloginterview van @marysjabbens. Vandaag: Hoe tevreden ben ik en wat doe ik met reacties?

Ben je tevreden over jouw site?

Een blog is een dynamisch proces. Daar valt altijd iets te veranderen. Zeker ook als je wordt dwarsgezeten door hackers en ander gespuis. Ik heb erg aan WordPress moeten wennen. Iedereen is er lovend over, maar er kleven ook nadelen aan het werken met een populair cms. Zo is er een wirwar aan thema’s gratis en niet gratis. Kun je meer plugins installeren dan goed voor je is. En moet je goed weten wat je wel en niet weghaalt. Bovedien los je je beveiliging niet op met het installeren van een plugin. Dat denken veel mensen, maar dat is echt niet zo.

Wat ik erg mooi vind van WordPress is de zakelijke uitstraling en de heldere vormen die je kunt maken in WordPress. Als je handig bent, kun je er veel mee. Ik heb het geduld niet om uren met de vormgeving van mijn website bezig te zijn. Ik schrijf dan liever een stukje of denk na over een boek dat ik lees. Dan schiet een gebruiksvriendelijke indeling er snel bij in. Het beste archief van mijn eigen website ben ik zelf. Al vergeet ik vaak heel mooie blogjes.

Mijn aandacht gaat wel meer naar het ontsluiten van al die blogposts die ik geschreven hebt. Het zijn er inmiddels meer dan 2300. Een blog is vluchtig. Je ziet alleen de laatste tien blogs en wordt het daarna lastig om meer te vinden. De blogposts vertellen veel over de dingen die een paar jaar terug speelden.

Ik kan echt genieten van oude posts. Met plezier lees ik terug over mijn dochter, haar taal en de dingen die zij deed toen ze kleiner was. Medeblogger @ruudketelaar vindt dat zijn blog een erfenis voor zijn kinderen is. Ik weet niet goed of mijn dochter op deze blog zit te wachten, maar het is wel een voetafdruk die ik achterlaat op het www.

Wat vind je van de reacties van lezers op jouw blog?

Reacties horen bij een blog. Een blog zonder reacties blijft eenrichtingsverkeer. Door alle nieuwe vormen van social media is het lastig om alle reacties bij elkaar te houden. Gelukkig heeft WordPress een paar leuke plugins om dit voor elkaar te krijgen. Ik schrijf zelf ook reacties onder blogs. Omdat ik het ermee eens ben, omdat ik het er niet mee eens ben of gewoon omdat ik vind dat die blog een reactie verdient. Soms is mijn blog zelf een reactie.

Ik krijg elke dag wel een reactie op mijn blog. Het leukste vind ik uitdagende reacties. Zo schreef ik een keer een blog over een muis op mijn werk. Het diertje kwam ik ’s morgens tegen. Het beestje was vestijfd van schrik en keek me aandachtig aan met zijn kraaloogjes. Uiteraard wordt zo’n voorval een blog bij mij. Iemand reageerde: zou je dit verhaal willen herschrijven vanuit het perspectief van de muis. Een leuke opdracht waar ik snel gehoor aan gaf. Dat vind ik leuk, uitdagende reacties.

Ik weet nooit zo goed wat ik met anonieme reacties moet. Kort nadat ik met wolkenhemel.blogspot.nl ben begonnen, kreeg ik een anonieme reactie. Ik moest onmiddellijk stoppen met gedichten bij de foto’s van de hemel te publiceren. Het waren maar beroerde gevallen. De reactie was anoniem, onder de naam ‘T.S. Eliot’. De beste man schreef niet slecht en hij voerde zichzelf op als een ‘vriend’ van mij. Maar waarom het anoniem moest gebeuren? De discussie hield na 3 blogs over dichten op.

Of dat voorval met die organist. Ik snap gewoon niet waarom zo iemand zelf niet reageert onder mijn blog en zijn toelichting geeft. De discussie is juist het uitgangspunt van een blog. Je eigen mening is belangrijk, maar de reacties van de buitenwereld vormen die mening verder. De organist weigerde te reageren. Zo is het verhaal eenrichtingsverkeer gebleven.

Of dit #bloginterview. Dat @marysjabbens mij benaderde op een vrijdagmiddag met de vraag of ik mee wilde doen. Ik vind dat ook een reactie op mijn blog. Je moet je blog vooral online promoten. Soms haal ik andere media, maar blijft beperkt tot een foto of een gesprek op de radio. De kracht van het bloggen ligt in het delen via internet. Zodoende ben ik heel benieuwd naar de reacties op dit #bloginterview.

Lees morgen Een week over bloggen – een vlog

27 juni 2013

Bloginterview (4) - Wat doe ik met statistieken en hoe promoot ik mijn blog?

image

Deze week elke dag een paar vragen uit het Bloginterview van @marysjabbens. Vandaag: Wat doe ik met statistieken en hoe promoot ik mijn blog?

Hoe belangrijk zijn de statistieken voor jou?

Ik kijk regelmatig wat er op mijn blogs gebeurt. Ik wil ongeveer weten hoeveel mensen er nu een kijkje nemen op mijn sites. Niet dat ik deze informatie wezenlijk gebruik. Ik zou mij dan te afhankelijk maken van mijn lezers en dingen schrijven waar ik niet zoveel plezier heb. De blogs zijn van mij en daarmee doe ik wat ik wil.

Ik heb een tijdje gehad dat ik het geweldig vond als het bezoek aan mijn blog toenam. Ik wilde hoe dan ook meer bezoekers hebben. Dan experimenteerde ik met actuele berichten en pingde ik naar websites als de telegraaf en zo. Het leverde veel bezoek op, maar dat bezoek is vluchtig. Voor ik het wist was de storm overgewaaid en zat ik zonder bezoekers.

Ook zag ik in die tijd mijn uitspraken over de spoorwegen letterlijk in persberichten van Tweedekamerleden terugkomen. Ik voelde mij vereerd, maar de credits kreeg ik niet. En ik voelde mij er ook niet goed bij. Ik ben geen journalist, ik ben blogger.

Geenstijl.nl

Een gedicht op wolkenhemel.blogspot.nl kreeg een linkje in een blog van geenstijl.nl. Ik kreeg in een dag 3500 bezoekers. De volgende dag nog 1000 en daarna waren er gewoon weer de 5 bezoekers die er elke dag komen. Wel kreeg ik meerdere reacties onder het gedicht. Daaraan kon ik aflezen dat er iets aan de hand was. Maar ik ontdekte het pas een paar dagen na de publicatie op geenstijl.nl.

Later kreeg ik op hendrik-jandewit.nl ook een grote bezoekersstroom van geenstijl.nl.. Het was een link naar een oud berichtje van mij. Weer over een minister. In één dag 2500 bezoekers. Maar ook hier zakte de aandacht snel weg naar het normale bezoekersaantal.

De tijd dat ik werkte in Den Haag leverde veel leuke berichtjes op die een bepaald publiek trokken. Overigens zou ik nu heel anders met dat soort dingen zijn omgegaan. De periode in Den Haag is heel goed voor mijn blogstijl geweest.

Daarna kreeg ik in 2012 bij elke uitzending van Wie is de mol erg veel bezoekers op mijn blog omdat ik een keertje iets over de dikke Anna Drijver had geschreven. Het fotomodel speelde toen mee in het televisiespel van de Avro. Ook scoren de Wifi-repeater en de omvormer voor in de auto ook goed.

Op wat voor manier en waar, maak je kenbaar dat je een nieuw blog hebt geschreven?

Via een RSS-feed komen de blogs automatisch in een tweet terecht. Op Facebook en Google+ plaats ik een eigen tekst, gevolgd door het linkje. Wanneer ik op forums of op social media een vraag zie over iets waarover ik eerder geschreven heb, geef ik een linkje. Ik wil niet zozeer de aandacht op mijn blog vestigen, maar delen dat ik er eerder iets over schreef. Het moet aansluiten bij de discussie. Ook plaats ik linkjes bij het moederartikel bij bloguitingen als #wot of #50books.

Ik merk wel dat ik onderdeel uitmaak van een groep van bloggers. We delen samen content en lezen elkaars blogs. Het is ontstaan vanuit de tweetchat #blogpraat onder leiding van Elja Daee. Ze noemt mijn blog wolkenhemel.blogspot zelfs in haar boek voor bloggers Bloggen als een Pro. Daarnaast heb ik via #blogpraat veel bloggers leren kennen. We zijn opbouwend kritisch, stimuleren elkaar en dagen elkaar uit. Een leuke club mensen die elkaar vinden in het bloggen.

Bloggen dood?

De opmerking dat het bloggen dood zou zijn, vervulde mij destijds met ergernis. Alle mensen die dat riepen, zijn zelf gestopt met bloggen. Omdat ze hun ei kwijt konden op facebook of twitter. Ze vergaten in hun opmerking te zeggen dat bloggen niet meer zo hip was. Bloggen is springlevend. Het wordt alleen gedaan door een grote groep. Misschien dat de relatief kleine groep innovators het dan niet meer interessant vindt.

Aan de andere kant zie je social media mensen als Petra de Boevere. Zij begrijpt hoe social media werkt en zij zet het ook goed in. Ze twittert en zit op facebook, maar ze blogt nog steeds meerdere keren per week. Ook al schrijft ze een boek of maakt ze een theaterprogramma, voor haar vormt het bloggen de anker in het contact met de buitenwereld. Bloggen is een beetje gewoon geworden, maar zeker niet dood.

Lees (5 en slot) – Hoe tevreden ben ik en wat doe ik met reacties?

26 juni 2013

Bloginterview (3) - Hoe belangrijk zijn mijn lezers?

wpid-2013-06-23-21.18.38.jpgDeze week elke dag een paar vragen uit het Bloginterview van @marysjabbens. Vandaag: Hoe belangrijk zijn mijn lezers?

Hoe zou jij jouw blogs omschrijven?

Mijn blogs zijn uit het leven gegrepen. Als er iets gebeurt waar ik mij over verbaas, wordt het een blog. Als ik een mooi boek heb gelezen, wordt het een blog. Als ik naar de kringloopwinkel ben geweest en met een mooie stapel boeken ben thuisgekomen, wordt het een blog. Een cadeau dat een vriend mij gaf, een boek dat is toegestuurd. Of een driedaagse cursus improviseren voor orgel, een leuke dag orgelspelen in Groningen of een boeiend orgelconcert in het Orgelpark. Het worden allemaal blogjes.

En vergeet de voorvallen niet. Een leuk gesprek in de trein dat ik opvang, een zondag in Eindhoven een situatie in het park of een uitspraak van iemand op televisie of bij een verjaardagspartijtje. Overal kijkt iemand mij aan en zegt: schrijf hier een blog over.

Overigens lukt het maar zelden op commando een blogje te schrijven. Dan zegt Inge, mijn vrouw: dat is leuk voor een blogje. Alleen als ik dat ook denk of van plan ben, dan lukt het. Anders levert het een weinig interessant stukje op, zonder bezieling. Dat is misschien wel het verschil met een saai persberichtje. Een blog moet van binnenuit komen, anders is het het zoveelste lapje tekst.

In hoeverre en waarom houd jij rekening met jouw lezers, of doe je dat helemaal niet?

Ik heb eens knallende ruzie gehad met een organist over zijn orgelconcert. Ik had geschreven dat zijn optreden slecht was, een bekommernis. Ik kreeg een maand na publicatie een mailtje via mijn toenmalige werkgever dat ik het artikel onmiddellijk van mijn blog moest verwijderen. Een heel onplezierige toon over een blog. Ik heb de scherpe kantjes uit de tekst gehaald, maar de rest gelaten voor wat het is. De man dreigde met verdere stappen. Ik heb nooit meer iets van hem gehoord.

Doen wat ik wil

Bij het schrijven probeer ik zoveel mogelijk te schrijven wat ik wil. Ik laat me niet door iets dicteren. Deze blog is echt van mij en ik bepaal zelf waarover ik schrijf. Wel probeer ik rekening te houden bij het schrijven van mijn stukjes of het prettig te lezen is. Dan wil ik wel schuiven met alinea’s, zinnen inkorten of vreemde formuleringen herschrijven. Verder is het vooral schrijven en publiceren. Ik denk dan niet zo na wat voor een effect het bij lezers heeft.

Zou ik dat meer doen, dan zou ik misschien wel meer bezoek hebben op mijn blog. Ik ontdek vaak bij het nakijken van de statistieken dat blogs waar ik zelf niet altijd zo tevreden over ben, veelgelezen worden. Ik snap dat niet altijd. Juist de blogs waar ik veel werk aan heb gehad, worden minder goed gelezen. Een blog over De grote spoorwegcarrousel van Paul Theroux. Daar ben ik echt heel trots op. Het is een mooie en grote boekbespreking geworden. Het is nauwelijks gelezen.
Misschien is zo’n artikel ook wel te lang voor een blog.

Nu deel ik dergelijke besprekingen op in delen. Zoals A.L. Snijders bij zijn ZVK’s doet. Dan pak ik een passage uit het boek en schrijf er een blogje over. Ik deed dat bijvoorbeeld bij Logboek van Harry Mulisch. Voor De oude Patagonië-expres van Paul Theroux ben ik daar nu ook mee bezig. Ik schrijf dan eerst een grotere, algemene bespreking. Later komen dan allemaal losse blogjes met losse elementen. Het maakt zo’n boek beter behapbaar. Ik doe het ook met dit bloginterview. Ik merk namelijk dat het wel heel veel tekst wordt. Als je dan elke dag van de week een stukje uit het interview publiceert, maak je het in hapklare brokken.

Zijn er onderwerpen waarover je wilt schrijven maar het nog niet durft/wil/kan?

Zoals ik al schreef, zijn er dingen genoeg waarover ik niet blog. Soms leent het zich heel goed voor een gedicht. Zo heb ik de laatste periode een paar gedichten geschreven over mijzelf. Ze zijn persoonlijk en de opmerkelijke lezer kan er heel wat meer uit halen. In elk geval heb ik er veel ingestopt. Dat voelt goed voor dat moment. Het is eruit, zonder het beestje een naam te geven. Je hoeft niet altijd te zeggen wat je dwars zit. Juist dan helpt het voor mij om het in een verhaal of gedicht te verwerken.

Voor echt persoonlijke dingen heb ik mijn dagboek. Daar schrijf ik dingen op om ze een plek te geven en te verwerken. Dat doe ik al mijn hele leven. Het zijn geen verslagen om later na te lezen, maar puur voor op dat moment. Het bloggen is mijn opening met de wereld. Ik vind het heerlijk om te schrijven. Als je schrijft is het ook leuk als iemand je teksten leest. Ik vind het ook heel inspirerend om zelf het www op te gaan en blogs van anderen te lezen.

Lees (4) – Wat doe ik met statistieken en hoe promoot ik mijn blog?

25 juni 2013

Bloginterview (2) - Hoe vaak, wanneer en waarover blog ik?

image

Deze week elke dag een paar vragen uit het Bloginterview van @marysjabbens. Vandaag: Hoe vaak, wanneer en waarover blog ik?

Hoe vaak blog jij?

Ik blog elke dag voor allebei mijn blogs. Dat vraagt veel discipline en ook aandacht. Dikwijls gebeurt het dat het al laat op de avond is voor ik aan schrijven toekom. Dan is het lastig om iets origineels te produceren. Het lukt mij nog niet om iets op de plank te hebben liggen. Soms ligt er wel iets, maar dan het niet het juiste moment juist dat stukje te publiceren. Zo ligt er uiteindelijk een hele voorraad blogs die nog gepubliceerd moet worden. Te wachten op het juiste moment.

Dat elke dag bloggen gaat behoorlijk ver. Ook in de vakantie schrijf ik dagelijks een stukje. Het hoort gewoon bij het ritme van elke dag, een blogje schrijven. Het is een ritueel. Soms is het best belastend om tijdens het drukke gezinsleven tijd vrij te maken voor blog. Tegelijkertijd is de blog voor mij de rots in de branding en haalt het mij uit de dagelijkse hectiek. Even een reflectie en verwerking van de dag.

Heb jij vaste tijden waarop jij je blogs schrijft?

De cadans in je blog is super-belangrijk. Het ritme waarmee je blogs verschijnen en het ritme waarmee je je blogs schrijft. Ik merk dat het lastig is om mij dat ritme eigen te maken. Dan komen er andere dingen tussendoor en valt de cadans weg.

In de trein

Vaak probeer ik blogs te schrijven in de trein op weg naar en van mijn werk. Ik heb dan even rust en probeer mijn gedachten te ordenen in een blogje. Ook druppelen gebeurtenissen in de trein zelf mijn blog binnen. Soms word ik in beslag genomen door andere dingen of ben ik te moe om iets moois te schrijven. Vaak wordt het dan pas later als ik thuis ben. Dan ga ik vaak even rustig naar zolder om een stukje te schrijven.

Heb jij altijd een thema of idee waarover je wilt bloggen of komt dat pas als je er voor gaat zitten?

Ik kijk de hele dag om mij heen om te kijken naar dingen waarover ik een blogje kan schrijven. Er is meer dan genoeg. Ik probeer er een foto bij te maken omdat ik bij elke post een foto plaats. De foto is vaak wel een sluitpost, dan zoek ik snel passend beeld bij het verhaal dat ik schreef. Je krijgt dan echt een plaatje bij een praatje. Soms vloeien beeld en tekst heel mooi in elkaar over. Maar mijn aandacht gaat vooral uit naar de tekst en pas daarna naar het beeld.

Blog jij over alles?

Een blog is openbaar daarom schrijf ik niet over alles. Persoonlijke dingen die spelen, verhul ik vaak. Dan weten mensen die mij kennen waar het over gaat. Iemand die mij niet zo goed kent, zal er niet zo snel iets achter zoeken. Ik denk er bij het schrijven zoveel mogelijk aan dat het openbaar is en ook mensen het kunnen lezen die andere bedoelingen hebben.

Mijn grens is niet zo helder. Zo schrijf ik wel over mijn kind, maar ook hier probeer ik rekening te houden met haar belangen. Je schrijft niet alles op. Net zoals je niet alles aan iedereen vertelt. Bij het schrijven denk ik dat ik in de trein zit met iemand en gezellig klets. Dan zeg je ook niet alles.

Lees (3) – Hoe belangrijk zijn mijn lezers?

24 juni 2013

Blogreview voor #blogpraat

image

Vanavond zit ik in de blogreview van blogpraat. Ik zal iets verklappen: twee jaar geleden werd mijn blog ook onderworpen aan een blogreview. Kort ervoor was ik overgestapt op WordPress, mede op advies van #blogpraat. Ik wilde wel horen hoe mijn blogvlag erbij hing. Ik kreeg aardig wat opmerkingen.

Opmerkingen

Ik heb veel met de opmerkingen gedaan. Sinds die tijd prijkt er bij elke blog die ik schrijf een foto. Ook besteed ik meer aandacht aan het promoten van mijn blog. Verder ben ik vooral de weg gegaan die ik al ingeslagen was.

Voor vanavond weer een review. Ik ben benieuwd hoe het oordeel twee jaar later is. Verder werk ik hard aan de ontwikkeling van mijn blog. Ik heb een ander thema gekozen en ook werk ik momenteel wat betere overzichtspagina’s uit, zogenaamde sneezepages (of blogstaaltjes zoals @PixelPrinses ze noemt).

Vragen

Voor de liefhebber die zich voorbereidt op mijn blog, heb ik wel een paar vragen:

Wolkenhemel apart of niet?

Naast deze blog hendrik-jandewit.nl heb ik een gedichtenblog met foto’s van de lucht: wolkenhemel.blogspot.nl. Moet ik deze twee blogs samenvoegen of kan ik ze gezien de doelgroepen beter gescheiden houden?

Aan welke Sneezepages is behoefte?

Ik denk aan een indeling in literatuur, leven en liefde zoals de titel van de blog aangeeft. Onder literatuur komen bijdrages over boeken die ik geschreven hebt, gecategoriseerd naar schrijver. Onder leven, blogstaaltjes uit het dagelijks leven en een paar verhalen die op mijn blog zijn terechtgekomen. Tot slot wil ik onder liefde, mijn liefde voor muziek (orgel en harmonium) onderbrengen. Ondermeer mijn besprekingen voor orgel en zo.

Rode lijn of krabbelvel?

Ik besef dat ik geen rode lijn heb. Zou ik deze juist moeten aanbrengen of zou ik het bij dit vel vol met krabbels moeten houden?

Andere blogreviews

Naast mijn blog zijn ook de blogs van mijn studiegenote @drspee (drspee.nl) en de mij onbekende @ManEnPaardBlog (man-en-paard.blogspot.nl). Schroom niet om in te haken vanavond tussen 20 en 21 uur bij #blogpraat. Hoe het werkt, kijk even op blogpraat.com.

Bloginterview (1) - Wie ben ik en waarom blog ik

image

Deze week elke dag een paar vragen uit het Bloginterview van @marysjabbens. Vandaag: Wie ben ik en waarom blog ik?

Wil jij je even voorstellen?

Ik ben Hendrik-Jan, 37 jaar oud, vader en echtgenoot. In het dagelijks leven werk ik als webcoördinator voor twee faculteiten van de Vrije Universiteit. In mijn vrije tijd blog ik. Net als dat ik heel veel andere dingen doe in mijn vrije tijd. Ik moestuinier, speel orgel en harmonium en wandel graag met de honden.

Wat is de reden dat je bent gaan bloggen?

Ik schrijf al sinds ik een pen kan vasthouden. Bloggen is voor mij schrijven. Op het moment dat de blogs voor een groter publiek beschikbaar werden en eenvoudiger werden in de bediening, startte ik mijn blog. Dat was in 2006. Bloggen biedt mij de kans mijn verhalen, ideeën en artikelen online te plaatsen. Zo ben ik mijn eigen uitgeverij geworden.

Mening ventileren

In het begin zag ik bloggen vooral als het ventileren van een mening. Ik schreef mondjesmaat over het dagelijks leven. Nu is het omgekeerd. Ik schrijf wat mij bezighoudt. Als dat toevallig een verhaal is, dan is dat een verhaal. Als ik geniet van een boek, dan deel ik dat via mijn blog.

Verder schrijf ik over alles. Dat varieert van een bezoek aan het Rijksmuseum tot aan een wandeling in het park. Overal zit een verhaal in. De kunst is het verhaal te lezen in de kleine gebeurtenissen. Het valt bijna niet op, maar daar zit ook een blog in.

Hoe lang blog jij al?

Voor internet schrijf ik al sinds het voorjaar van 2001. De Zuid-Afrikaanse schrijver Etienne van Heerden vroeg mij om over de Nederlandse literatuur te schrijven voor de Zuid-Afrikaanse website litnet.co.za Daarvoor schreef ik al teksten voor de website van een grondverzetbedrijf. Dat was een opdracht van een medestudent die een bedrijfje opzette.

Ik ben begonnen met bloggen in 2006. Dat deed ik via hyves die toen de mogelijkheid bood om een blogje te beginnen op je hyvespagina. Korte tijd later ontdekte ik de gratis blogservice blogger. Google had deze service net overgenomen onder de naam blogspot. Op blogspot wilde ik regelmatig over literatuur schrijven.

De eerste blogs gingen over Gerrit Komrij en Franca Treur. De laatste had net een belangrijke essaywedstrijd van NRC Next gewonnen. Ik had met haar gestudeerd en schreef met bewondering over haar inzending aan een wedstrijd waar ik ook aan had meegedaan.

Eigen domein

In 2011 stapte ik over naar een eigen domein in WordPress. Een grote stap vond ik zelf. Voor het eerst had ik een eigen website met een eigen url. Wat ik wel lastig vind is dat de beveiliging van WordPress-sites veel aandacht van je vraagt.

De kans gehackt te worden is erg groot. Zo had ik laatst mijn site helemaal opnieuw geïnstalleerd en beveiligd naar de nieuwste inzichten. Een week later kreeg ik de melding van een zogenaamde ‘brute force aanval’ op mijn login. Er is bijna niet op te beveiligen tegen al die aanvallen.

Wolkenhemel

In september 2010 startte ik een tweede blog naast mijn ‘gewone blog’. Elke dag plaats ik hier een foto van de (wolken)hemel en schrijf er een gedicht bij. Sommige lezers vinden het geen gedicht. Ik vind het ene gedicht beter dan het andere, maar ik merk dat ik mijn eigen stijl ontwikkel. Dat is ook het doel van deze blog: elke dag een impressie geven in de vorm van een gedicht.

Lees (2) – Hoe vaak, wanneer en waarover blog ik?

23 juni 2013

Bloginterview door @marysjabbens

image

Vrijdagmiddag. Een persoonlijke berichtje via twitter: of ik wil meewerken aan #bloginterview. Veel bloggers die ik ken hebben al meegedaan, dus het leek mij wel wat. Ondertussen probeerde ik een probleem op mijn website te verhelpen na een melding van mijn provider. Tuurlijk wil ik meedoen. Wanneer wil je het hebben?

Ik kreeg de vragen toegestuurd en ging onmiddellijk aan de slag. Wat een vragen en wat een antwoorden erbij. Ik stond verbaasd van mijzelf. Zo ontstond bij elke vraag bijna een eigen blog over dat onderwerp. Daarom heb ik de boel opgesplitst. In 5 blogs laat ik iets van mijn blog en achtergrond bij het bloggen zien. Elke dag deze week een antwoord op één of meerdere vragen van @marysjabbens.

Lees de rest van de week het #bloginterview

maandag: (1) – Wie ben ik en waarom blog ik?
dinsdag: (2) – Hoe vaak, wanneer en waarover blog ik?
woensdag: (3) – Hoe belangrijk zijn mijn lezers?
donderdag: (4) – Wat doe ik met statistieken en hoe promoot ik mijn blog?
vrijdag: (5) – Hoe tevreden ben ik en wat doe ik met reacties?
zaterdag: Een week over bloggen: een vlog

22 juni 2013

Reizen door de tijd

image
Vliegen is voor Paul Theroux reizen door de tijd

Paul Theroux ziet vliegen niet als de ultieme vorm van reizen. Ik ben het van harte met hem eens. Ik heb tot nog toe één keer gevlogen in mijn leven. Dat was op mijn huwelijksreis naar Barcelona. We vertrokken ’s morgens vroeg om op tijd op Schiphol te zijn. We moesten uren wachten op het vliegveld en kwamen iets na het middaguur in Barcelona aan. Ineens ben je daar. De temperatuur, de atmosfeer. Alles is anders dan toen je vertrok.

Het was maar een klein stukje en viel niet eens buiten de tijdgrens, maar het verschil was groot. De reis zelf vormt een belangrijk onderdeel bij het reizen. Dat leek door het vliegen grotendeels te vervliegen. Het vliegen zelf vond ik niet zo bijzonder en alles wat erom heen speelde, zag ik als een langdradige vorm van wachten. Op stoeltjes in die grote hallen van de luchthaven.

Paul Theroux ervaart hetzelfde als hij vliegt. Aan het begin van De oude Patagonië-expres gaat hij hier op in. Het vliegen heeft de reisliteratuur ‘armetierig’ gemaakt, schrijft hij. Over de reis valt weinig meer te schrijven dan de lappendeken die de vliegende reiziger onder zich ziet voorbijtrekken. Of geweeklaag over vliegzones en een jetlag. Om over de landing maar te zwijgen:

‘Wanneer ik land in een vliegtuig, klopt mijn hart in mijn keel; ik vraag me af – en denkt iedereen dat niet? – of we zullen neerstorten. Mijn leven flitst voorbij, een kleine keuze uit povere en zielige onbenulligheden. Dan vertelt een stem mij dat ik moet blijven zitten tot het vliegtuig geheel tot stilstand is gekomen; en wanneer we geland zijn, barst uit de luidsprekers de orkestversie van Moon River. (14/15)

Over de reis zelf valt weinig te zeggen. De vliegtuigpassagier is vooral een reiziger door de tijd. ‘De tijd wordt ingetrokken of op zijn minst scheefgetrokken: hij vertrekt uit de ene tijdzone inen komt in de andere weer naar buiten.’ (15) Zijn geest is niet ingesteld op de vliegteis, maar op de bestemming. Het reizen is slechts een bijkomstigheid.

Het reizen per trein is voor Paul Theroux de ultieme reisvorm. Hij ontmoet andere mensen, het reistempo is goed te overzien. Het raampje geldt als oriëntatiepunt. Als hij in de laatste trein, vlakbij de eindbesteming Esquel zit, schrijft hij dit: ‘Een van de fijne dingen van het reizen per trein is dat je weet waar je bent door uit het raam te kijken. Er zijn geen bordjes nodig. Een heuvel, een rivier, een weiland – oriëntatiepunten vertellen waar je bent.’ (414)

Meer lezen

Lees mijn andere blogs over De Oude Patagonië-expres van Paul Theroux:

21 juni 2013

Fiets gewonnen

image

Ze deed in mei mee met een grote sponsorloop voor een gehandicaptenbus voor de stichting Aventurijn. Ze liep 9 rondjes en haalde zo een leuk gedrag op. We waren het allemaal weer vergeten tot woensdag.

Midden in de les begrijpend lezen stapte een stoet aan dames de klas van Doris binnen. Er waren prijzen te verdelen. De eerste twee prijzen waren al in aan twee anderen uitgedeeld. De grote prijs – de fiets – zou nog ten deel vallen.

fiets voor doris

Er waren lootjes getrokken. De prijs kreeg Doris. ‘Ik schoot helemaal naar achteren in mijn stoel’, vertelde ze later. Een hele mooie fiets. Wel een beetje groot – 26 inch banden – maar wel superhip. Een heuse ‘beach rider’. Groot staat de naam van de sponsor op de fiets: Rabobank. Wat een prijs!

fiets voor doris-2

Thuisgekomen de fiets uitgebreid geshowd, maar hij is nog wel een beetje groot. Haar benen komen ergens halverwege tussen het zadel en de pedalen. Dat wordt nog even groeien, maar het is wel zo’n hippe fiets dat hij over een paar jaar ook nog leuk is om op te fietsen.

Nu hangt hij hoog en droog in de schuur. Veilig ingepakt zodat hij mooi blijft.

Bekijk het fotoalbum op de website van de school

20 juni 2013

De Oude Patagonië-Expres - De routekaart

wpid-2013-06-19-07.23.08.jpg
Theroux’ tocht door Noord- en Midden-Amerika. De routekaart is uit de Engelse uitgave van De Oude Patagonië-expres.

Het grote nadeel van mijn exemplaar van De Oude Patagonië-Expres is het ontbreken van een kaartje met de route. In De Grote Spoorwegcarrousel en De Grote spoorwegcarrousel Retour zit wel een kaart waarin de reis wordt weergegeven. Een grote reis als die Paul Theroux in de Oude Patagonië-Expres maakt, vraagt om een duidelijke routekaart.

Engelse uitgave
Op internet scharrel ik de kaart uit de Engelse uitgave van dit boek op. Het verheldert een boel. Ik heb de pagina in het boek waar de plaats wordt aangedaan vermeld op de kaart. Zo zie ik duidelijker hoe het verloop van de reis is. De reis van Theroux door het Amerikaanse continent is namelijk nogal grillig. Soms onderbreekt hij de vermeende lijn omdat hij een deel per vliegtuig aflegt, meestal omdat er geen spoor ligt. Een enkele keer vanwege de politieke situatie in een land.

In de Engelse uitgave van het boek, is de routekaart opgedeeld in 3 deelkaarten. Het Amerikaanse continent is langgerekt. Zeker het deel door Zuid-Amerika, waar de afstanden nog groter lijken dan in Noord-Amerika. Al verschilt de schaal tussen de kaarten van Noord-Amerika en Zuid-Amerika, de reis is in het Zuiden beduidend ingewikkelder.

wpid-2013-06-19-07.23.20.jpg
Theroux’ tocht door Zuid-Amerika. De routekaart is uit de Engelse uitgave van De Oude Patagonië-expres.

Doorlopen
Dat komt omdat de spoorlijnen niet zo mooi doorlopen als ik het Noorden. Vanuit Boston reist Paul Theroux helemaal door tot in Equador. Vanaf daar wordt het allemaal wat lastiger en zie je dikwijls een lijn in een boog over de kaart getrokken. Daar vliegt hij. Weliswaar tegen zijn zin, maar het moet.

In Peru en Bolivia legt hij enkele delen per bus af. Ondanks die paar stukjes per vliegtuig en bus, is De Oude Patagonië-Expres een echt treinverhaal. Het merendeel van de kilometers legt hij per spoor af. Over de stukken per vliegtuig schrijft Paul Theroux niet. Gelukkig maar het zou anders een heel saai boek zijn geworden.

Noodgedwongen
De gedeeltes per bus komen er ook bekaaid vanaf. Zo zit hij in de bus naar Puno, noodgedwongen vanwege een staking van de Peruaanse spoorwegmedewerkers: ‘Per trein zou dit een eenvoudige en aangename rit zijn geweeest; per bus was het stoffig en afschuwelijk, over een weg als golfijzer. Ik kon niet lezen in de bus, en die dag heb ik geen dagboek bijgehouden.’ (334-5)

Verder gaat de tocht voornamelijk met de trein. Het zijn de passages waarin je als lezer opgelucht ademhaalt. Ook al heeft Paul Theroux last van hoogteziekte of ergeren zijn medepassagiers hem, zoals de toeristen in de trein naar Machu Picchu. De cadans van de trein, is de cadans van het verhaal. Zoals de jazzmuziek ten grondslag ligt aan de trein, zo vormt de trein de basis van het reisverhaal van Paul Theroux.

Meer lezen

Lees mijn andere blogs over De Oude Patagonië-expres van Paul Theroux:

19 juni 2013

De Oude Patagonië-Expres

image

Vorig voorjaar las ik De Oude Patagonië-Expres van Paul Theroux. Het boek bleef liggen om het nog te bespreken, zoals ik al eerder op deze blog deed met Paul Theroux’s De Grote Spoorwegcarrousel en De Grote Spoorwegcarrousel retour. De bespreking bleef jammerlijk liggen. Er waren andere prioriteiten. Misschien wilde ik het te uitvoerig doen. Ook lag er een oorzaak hoe ik het boek had gelezen.

Ik las het boek in delen met grote pauzes ertussen. Ik probeerde tussendoor de boeken te lezen die ik moest lezen. Zo ontbrak de samenhang een beetje. Het boek behoort ongetwijfeld tot een prachtig spoorwegverhaal van Paul Theroux. Misschien wel het mooiste. Het is een echt treinboek. De liefde voor het reizen per spoor wordt vol passie door de Amerikaanse schrijver verteld.

Misschien nog mooier is de combinatie tussen literatuur en het reizen met de trein. Paul Theroux leest veel onderweg door Noord- en Zuid-Amerika. De boeken voert hij ook op in zijn verhaal. Ze worden onderdeel van het verhaal, net als de gesprekken die hij met medereizigers voert onderweg. Het maakt het boek tot een genot om te lezen.

Ik ben het boek nu aan het herlezen en probeer wat driftiger aantekeningen te maken dan een jaar geleden. Ook lees ik het aandachtiger, merk ik. De lijn van het verhaal is veel nadrukkelijker aanwezig dan in boeken als De Grote spoorwegcarrousel. In dit laatste boek ontstaat het verhaal gedurende de reis. Bij De Oude Patagonië-Expres gebruikt Paul Theroux veel meer elementen van het verhaal, die hij verderop laat terugkeren.

De Oude Patagonië-Expres leest daarom als een roman. Een verhaal met een kop en een staart. Mogelijk komt het ook omdat Paul Theroux een duidelijk einddoel heeft: Patagonië. Als hij in de metro in Boston zit onderweg naar het South Station, realiseert hij zich dat hij twee kilometer dichter bij zijn einddoel is. De eerste rode lijn is uitgezet door het nemen van de metrolijn. Er volgen meer. Veel meer.

Meer lezen

Lees mijn andere blogs over De Oude Patagonië-expres van Paul Theroux:

18 juni 2013

Pubervogels

jong kauwtje bij station almere centrumDe jonge vogels groeien uit tot heuse pubervogels. Zo doet een groot deel van de dag een jonge merel zich tegoed aan de groene en halfrijpe bessen aan onze bessenstruik. Hij gaat dan op de bovenkant van de schutting zitten en ruïneert de bessentrossen. Als er dan een oudervogel voorbij vliegt, begint hij te gillen. Vader merel trapt er regelmatig in. Dan stopt hij het puberjong wat lekkers toe in de vorm van een wormpje.

Op weg naar het station tref ik een jong kauwtje aan. Het dier kan niet vliegen. De vleugels zijn nog stram. Het beestje weet zich geen raad met die enorme fladders. Hij trekt zijn rechtervleugel stijf omhoog en merkt dat het niet meer verder kan. Daarna zwiept hij de vleugel onlogisch naar voren. Het ziet er belachelijk uit.

Ik wil het diertje van wat dichterbij bekijken. Maar zijn ouders kijken argwanend vanaf een verkeersbord naar mij. Alleen voor taxi’s staat op het bord. Als ik van mijn fiets wil afstappen, begint vader te krijsen. Moeder vliegt een bord verder en gilt met vader mee. Verboden te fietsen. Het jonge kauwtje duikt achter de stijl van een raamkozijn. Het diertje houdt zich heel klein en blijft stil zitten tot het kwaad verdwenen is.

Ik stel de lens van mijn fototoestel in en richt de camera op het beestje. De ouders worden nu ongeduldig en beginnen nog harder te krijsen. Dreigend vliegt moeder op en zwiept in mijn richting. De snavel boos naar voren. De ogen schieten vuur. Ik klik snel een onscherp beeld van het diertje en vervolg mijn pad.

17 juni 2013

De 19e eeuwse en Griekse Jan van Aken

image

Net als ik Pausin Johanna gelezen heb, verschijnt de historische roman De afvallige van Jan van Aken. Er zijn ontzettend veel elementen aan te wijzen in de roman van Emmanuel Rhoïdis die aan de Nederlandse romancier doen denken. Alleen zou Jan van Aken veel meer drank en wellust in zijn verhaal gegoten hebben.

In het vierde en laatste deel van de historische roman bereikt Johanna haar einddoel: ze wordt tot paus gekozen op het plenaire stadsplein en houdt aansluitend haar proclammatie op de mestvaalt. Ze ordineert vervolgens in haar ambtstermijn 14 pausen, richt 5 kerken op, voegt een dogma toe aan het credo en schrijft 3 boeken.

Daarnaast knipt ze de haren af van Keizer Lotharus en kroont zijn opvolger Lodewijk tot keizer. Allemaal heldendaden die de voorstanders met bewondering over haar schrijven. De tegenstanders zetten deze daden liever op naam van een opvolger of voorganger, of laten het in het geheel weg, schrijft de verteller in Pausin Johanna.

Maar het kwaad loert op en wenkt naar Johanna:

Hoge posities in de maatschappij lijken op bergen die vanuit de verte zo harmonisch van structuur en verkwikkend van aanzicht zijn, nu eens gehuld in een maagdelijk gewaad van witte wolken, dan weer door hun teint de handelaars aan goud herinnerd en de eerzuchtigen aan purper. Maar zodra iemand de top beklimt, wordt hij omringd door distels, doornen en wilde beesten en in Attika zelfs door struikrovers. Iets dergelijks bemerkte nu ook onze heldin op de troon van Sint Petrus. (166/167)

Ze wordt omringd door ‘secretarissen, stroopsmeerders, hofslaven en meer van dat soort vraatzuchtige bedelaars’. Ze omsingelen haar troon ‘als de raven het aas’. De intriges die Paus Benedictus XVI dwongen om af te treden, zijn waarschijnlijk net zo oud als dat er pausen bestaan. Maar Pausin Johanna valt niet zozeer door de intriges alswel gaat ze ten onder aan de wellust.

Ze heeft er genoeg van om altijd haar voeten uit te strekken voor een kus van haar dienaars. Ze begint te walgen van haar positie en verlangt naar de oude tijd met haar vriend Frumentius. Ze wil zijn kussen op haar mond en niet meer de lippen van al die mensen die op haar voeten drukken. De reuk van de wierook vindt ze verschrikkelijk, net als kok op een bepaald moment walgen van de geur van kwartels.

Inderdaad gaat het mis en tot overmaat van ramp raakt ze ook nog zwanger. Het hoogtepunt van het verhaal komt bij de processie waarbij ze bevalt van een kind. Een verhaal dat onderdeel uitmaakt van de legende rond de vrouwelijke paus. Een verhaal dat ook graag werd opgedist door protestanten om de verderfelijkheid en huichelarij van het rooms-katholieke geloof aan de kaak te stellen.

Het verhaal is op een prachtige manier vormgegeven door de Griekse schrijver Emmanuel Rhoïdus. Het doet denken aan de wereld die Jan van Aken zo prachtig beschrijft in zijn historische romans. Je zou wensen dat Jan van Aken zich ooit aan dit onderwerp waagt of zijdelings aan de orde brengt. Ongetwijfeld zou er dan nog een flinke scheut drank en avontuur zijn toegevoegd.

Daar staat tegenover dat de vergelijkingen van Rhoïdus met de vertaling van Gerrit Komrij niet te evenaren zijn. Ze passen daarmee in de absurde wereld van het verhaal dat helemaal niet zo gebeurd hoeft te zijn, maar zo levensecht verteld is dat het best zo gebeurd zo kunnen zijn.

16 juni 2013

Computer als schrijver – #50books

image
Niet alleen updates, maar mijn computer tuft misschien ook wel romans uit.

Ik schrijf veel op de computer. Bijna alles komt direct vanuit mijn brein in de tekstverwerker van mijn computer terecht. Soms schrijf ik het eerst uit. Bij gedichten wil het wel helpen om eerst het gedicht op te schrijven en dan pas in de computer of op mijn smartphone te zetten. Het vormt een bescherming tussen schrijven en publiceren.

Een computer die alles schrijft, geloof ik niet. Een goed verhaal is meer dan een stelletje enen en nullen met elkaar combineren. Een goed verhaal vraagt om het brein van de schrijver. De creativiteit is niet te vatten in een programma. Daarvoor is de menselijke geest te grillig.

Misschien zouden computers verhalen voor computers kunnen schrijven. Als zij behoefte hebben aan verhalen. Voorzover mij bekend is vertellen dieren elkaar ook geen verhalen. Dus waarom computers dat onderling zouden moeten doen.

Wel geloof ik dat de computer de literatuur beïnvloedt. Harry Mulisch schreef De ontdekking van de hemel voor een groot gedeelte op de computer. Het verkorte zijn schrijftijd aanzienlijk. Volgens hem had het niet veel effect op zijn schrijverij. Behalve dat hij meer tijd overhield om andere verhalen te schrijven.

Ik denk dat Harry Mulisch dat effect schromelijk onderschat. Al schrijft hij in zijn inleiding bij Logboek dat de computer er niet voor gezorgd heeft dat zijn boek zo dik werd. Volgens hem is de denkrichting juist andersom. Het boek is niet zo dik geworden door de computer, maar hij is de tekstverwerker gaan gebruiken omdat het boek zo dik zou worden. Hij zou hierdoor eindeloos veel keren dezelfde passages moeten overtypen.

Ondanks de bewering van Harry Mulisch lijken boeken alleen maar dikker te worden. Veel romans monden uit in een dikke pil. Veroorzaakt door de tekstverwerker. Het schrijven op de computer is zo eenvoudig, dat het schrappen een bijna onmogelijke taak wordt. Schrijvers zijn zich onvoldoende bewust van de lengte van de tekst. Net als dat de computer een goed overzicht van het geschrevene ook lastiger maakt. Tekst verandert op een beeldscherm. De werking van tekst op de lezer verandert bij een beeldscherm eveneens.

Misschien bedoelde de jury van de Libris-literatuurprijs dat met Ikea-romans: romans opgezet als bouwpakket vol losse ideeën, waar de lezer dan maar een roman uit moet zien samen te stellen. Ik weet het niet. Daarvoor is dit onderwerp te ingewikkeld en moet je langer nadenken. Misschien is dat een leuke klus voor een computer nadat hij de roman heeft geschreven.

#50books
Deze blog is mijn reactie op vraag 23 van Petepels #50books: Kunnen computers fictie schrijven? Elke zondag lanceert Peter Pellenaars een vraag over boeken op zijn blog.

15 juni 2013

Inductiekoken

eitje koken op inductieHet noodlot sloeg twee weken terug een barst in de kookplaat. De enorme scheur in de bovenkant zorgde ervoor dat we de plaat moesten vervangen. De glasplaat vervangen is duurder dan een nieuwe plaat kopen. Daarom wilden we van de nood een deugd maken en de keramische kookplaat voor een inductie vervangen.

De snelle elektrische variant lijkt het meest nog op koken op gas. Dat laatste is in ons huis niet mogelijk door het ontbreken van een gasaansluiting. Zo schaften we een nieuwe inductiekookplaat aan bij de Ikea. De keus voor Ikea was snel gemaakt. Daar zijn de inductie kookplaten enigszins betaalbaar.

We deden zorgvuldig onderzoek naar de verschillende varianten die verkrijgbaar zijn en kwamen uit bij de middelste variant van 400 euro. De goedkoopste versie van 300 zou iets te gebruiksonvriendelijk voor ons zijn. De duurdere variant met een brugfunctie, was een brug te ver. Het geld is niet in een onophoudelijke stroom beschikbaar. Zeker niet bij dit soort onvoorziene uitgaven.

Bij thuiskomst met de nieuwe kookplaat bleek de installatie niet zo eenvoudig als gedacht. We dachten dat alle snoeren al aanwezig waren en het een kwestie was van de stekker in het stopcontact steken. Dat was echter niet het geval. De enige oplossing bleek een erkende installateur erbij halen.

Gelukkig vonden we via facebook een elektricien. Met zijn hulp aan de telefoon sloten we de juiste draadjes op de juiste plekken aan. We stuurden foto’s van de situatie en kregen de aanwijzingen terug. Wel moesten we de aansluiting op de oven opgeven. Misschien tijdelijk. We hebben sinds vorige week een andere oven naast de grote oven en zullen de grote oven vrijwel nooit gebruiken. Ook omdat hij heel langzaam heet wordt.

De eerste bevindingen scheppen veel verwachtingen voor de toekomst. Alles gaat vele malen sneller. Als de pan op het elektrische vuur gaat, is hij meteen heet. Wanneer de pan van de plaat afgaat, is de plaat meteen afgekoeld. Zo lijkt het elektrisch koken weer op koken op gas. Iets waar Inge sinds wij hier wonen, heimelijk naar terugverlangt.

Een wens is in vervulling gegaan. Het noodlot dat een scheur in de kookplaat sloeg, is een heel stuk minder noodlottig. Al doet het wel veel ‘au’ in de portemonnee.

14 juni 2013

Pluisjes

image

Het pluist weer buiten. Ik loop door het park en zie de pluisjes aan weerszijden van het pad. Opgewaaid tegen de grasrand. In het gras zelf liggen de pluisjes van de populieren als de blote billetjes van het bonengerecht.

image

In het water van de gracht drijven de pluisjes. Een eend doet zich tegoed aan de zaadjes die op het water drijven. Soms betrap ik ook een musje die knabbelt aan het kleine puntje dat ergens in het pluisje verborgen ligt.

image

Verder sneeuwt het pluisjes. Elke windvlaag is genoeg om een winterse bui te laten neerdwarrelen. Alleen zwieren de pluisjes veel luchtiger op dan de dikke hagelstenen of volle sneeuwvlokken van de winterse bui.

image

Wat verderop betrap ik een hele tak langs het pad. De pluizen zijn de boom teveel geworden. Samen met de harde windstoten van gisteren is de tak naar beneden gekomen. Aan de takken bengelen de boosdoeners: volle bollen waaruit de pluisjes groeien. In kleine porties laat de boom ze los. Op zoek naar verse grond voor het nageslacht.

image

13 juni 2013

Dak - #WOT

image

Als iemand de pot op kan, kan hij het dak op. Je kunt het dak op. Een betere verwensing kan ik niet krijgen. De geheimzinnigheid die van het dak uitgaat. Je komt er niet zomaar op, moet kronkelpaadjes en hoogtevrees overwinnen. Maar als je er dan staat. Boven de huizen uit. De dakpannen om je heen en het waait er altijd. De bries en het idee boven de huizen uit te stijgen.

Ik tuur thuis ook regelmatig uit het dakraampje. In mijn studeerkamer ga ik op mijn bureau staan en tuur uit het hoge raampje. Als ik wat meer wil zien, moet ik een krukje op mijn bureau zetten en daar dan op gaan staan. Dan kijk ik naar buiten, bijna over de bomen heen. In de verte zie ik de rest van de stad. Prachtig.

Of de keer dat ik op het dak van de VU mocht staan. Normaal mag je daar niet zomaar staan. Het schijnt dat in het verleden regelmatig mensen gingen staan die levensmoe waren. Ze bleven niet alleen staan. Iemand als Herman Brood maakte ook zo een eind aan zijn leven. Hij liep het Hilton binnen en ging naar het dak.

Ik vond het geweldig op het dak van de VU. Wat een prachtig uitzicht over Amsterdam in de verte zag je de stad aan je voeten liggen. Het Paleis op de Dam en het Rijksmuseum. Onder ons krioelde de wereld als mieren bij een mierenhoop. Het getingel van de tram klonk heel anders dan beneden. Net als al het andere stadslawaai.

Met jaloerse blik keek ik naar een kauwtje die iets lager landde op een punt van de grote Griffioen die op het hoofdgebouw van de VU staat. We waren even in zijn domein. Net als bij die kerkrestauratie in Hengelo waar ik op wankele steigers achter de opzichter aanliep. De dakpannen van de kerk kon ik aanraken. Wat een hoogte en wat een andere wereld. Hoe de wereld verandert als je enkele tientallen meters hoger staat.

Ik ben misschien daarom gek op zolders en vlieringen. Boven in de nok van het gebouw. Zelfs al is het mijn eigen huis. Als de regen dan tikt op het dakraampje, weet ik dat ik gelukkig een dak boven mijn hoofd heb. Alleen een paar dakpannen scheiden mij van de buitenwereld. Genoeg om het hoofd droog te houden. Maar toch ook een stukje dichterbij de wolkenhemel.

12 juni 2013

Wolfgang

image

Het moest er toch van komen. De nieuwe smartphone ligt al weken op activering te wachten. Het nieuwe telefoonabonnement dat ik gesloten had, ging vandaag in. Daarom besloot ik ook maar mijn nieuwe smartphone in gebruik te nemen. De Wolfgang van de Aldi. Ik kocht hem ergens in maart, tegelijk met de smartphone van Inge. Zij is al helemaal gewend aan het toestel.

Haalt de Wolfgang het bij oude Samsung? Ja en nee. Het is verschrikkelijk wennen. Alles is anders. Ik merk ook dat de nieuwe Android-versie op het toestel van de Aldi heel prettig werkt. Ook is het heel fijn dat je wat minder in het keurslijf dan bij de vooraf ingestelde Samsung. De aanslaggevoeligheid van het scherm lijkt wel wat minder gevoelig dan bij de Samsung het geval is.

Het verschil zit hem in de prijs. Ik baalde ervan om 2 jaar lang meer dan 30 euro per maand aan een abonnement te betalen. Ik had het er niet meer voor over. Ook omdat de crisis steeds harder snijdt in de budgetten. Daarom neem ik genoegen met een Wolfgang. En ik moet zeggen de eerste ervaringen zijn niet slecht.

Alleen vraagt het wel om alles opnieuw in te stellen. De hele mikmak aan instellingen en app’s moet over. Daarnaast moet ik vooral aan alles wennen. De andere aanslaggevoeligheid, het andere formaat en de andere belichting van het scherm. Allemaal dingen die net ietsje anders werken. Dus ik hunker nog even naar mijn oude liefde. Wie weet kan ik over een week niet meer zonder Wolfgang.

11 juni 2013

Pausin Johanna

image

De verkiezing van de nieuwe paus een tijdje terug bracht mij op het idee om Pausin Johanna van Emmanuel Rhoïdis ter hand te nemen. Het boek is in 1967 vertaald door Gerrit Komrij. Hij kende het werk van de periode dat hij in Griekenland verbleef. Het werk was tot zijn vondst niet bekend in Nederland.

Dat terwijl literaire grootheden als Alfred Jarry en Lawrence Durell het werk eerder al in resp. het Frans en Engels vertaalden. Gerrit Komrij bracht de enige roman van de Griekse auteur Emmanuel Rhoïdus in Nederland. Het werk kreeg veel aandacht. Niet in de laatste plaats door de excellente vertaling van dit werk.

Het boek is lastig te vertalen. Komrij beheerst het boek tot in de kleinste details en weet de vergelijkingen die Emmanuel Rhoïdis maakt, prachtig over te zetten van het Nieuw-Grieks in hedendaags Nederlands. Hierbij vervalt hij niet in een archaïsme waar veel vertalers wel in tuinen.

Pausin Johanna is overigens Komrij’s eerste vertaling in druk en slaat naadloos bij de interesses van Komrij. Het boek verscheen in de 19e eeuw en beschrijft de middeleeuwen vanuit een hoogst originele manier. Bij het lezen van Emmanuel Rhoïdis kom je vergelijkingen en een belezenheid tegen die sterk aan Komrij doet denken. Het boek past hem daarmee als een op maat gemaakte mantel.

Emmanuel Rhoïdis speelt prachtig met de heiligenlegende in zijn roman. Als Johanna geboren is schrijft hij:

‘Volgens oud gebruik smukken de biografen de wieg van al hun helden op door griezelige Tekenen, die hun toekomstige kwaliteiten moeten voorspellen. Zo wurgde Heracles in zijn kleuterjaren al draken, en Criezoti een beer, de bijen gingen zitten op de mond van Pindarus, Pascal vond op tienjarige leeftijd de geometrie uit, en de held van Byron wendde zijn ogen van de gerimpelde heiligen af, toen hij de mis hoorde in de armen van zijn voedster, om deze begerig en vol ontroering te richten op de heilige Magdalena.
Zo weigerde onze heldin, die later zo zou schitteren aan de sterrenhemel van de kerk, steevast op woensdag en vrijdag aan de borst te zuigen, maar zij draaide, telkens wanneer haar de tepel op een dag van vasten werd aangeboden, haar hoofd met afgrijzen opzij. Heilige relieken, kruisen en rozenkransen vormden haar eerste speelgoed. Nog voor ze tanden kreeg kende ze het Onze Vader in het Engels, het Grieks en Latijn, en voordat zij wisselde hielp zij reeds haar vader bij zijn missiewerk, door Saksische leeftijdgenootjes in de catechismus te onderrichten. Hoewel ze slechts acht jaar oud was, toen haar moeder stierf, de brave Judith, hield ze toch op het graf van de zalige een oration funebre, nadat ze daarvoor op de schouder van de doodgraver geklommen was.’ (19-20)

Passages om van te genieten. De overdrijving druipt ervan af, wat mede te danken is aan de prachtige keuze van woorden en uitdrukkingen. De heiligenlegende wordt hier optimaal geparafraseerd.Dat gebeurt in het hele verhaal. Een historische roman optima forma, maar dan met een uiterst geraffineerd spel met het verleden.

Dat geldt ook voor de vergelijkingen waarmee het boek boordevol zit. Ze zitten boordevol humor. Het zijn stuk voor stuk originele vergelijkingen, geënt op de klassieken, de bijbel en de actualiteit. Een weg is ‘net zo duister en kronkelig als de schrijftrant van de Nieuwe school’. Johanna leest voor uit het Hooglied met een stem als ‘een jonge Indiër die een giftige slang met zijn tovergezang bezweert’. Of de maagden in Athene die door de beide kinderen van het noorden wordt opgemerkt. De maagden kleven ‘aan de zijde van hun moeders als een zwaard op de dij van een soldaat.’

Dingen waarvan je geniet bij het lezen van dit bijzondere boek. In een buitengewoon mooie vertaling. Geen moment heb ik het idee een boek te lezen dat vertaald is. Tot in de fijnste details zet Komrij is werk over. Zodoende lijkt het of het boek oorspronkelijk in het Nederlands is geschreven. Het is jammer dat dit boek zo weinig aandacht krijgt. En hier verdienen schrijver en vertaler alle lof.

10 juni 2013

Buitenboordmotor

image

Hij trok de voordeur open. De schoen knelde onder de onderkant van de deur. Hij drukte verder en piepte door de smalle opening naar buiten. Over de tegels om direct aan de voorkant van het huis af te slaan naar de zijtuin. Hij ging even de moestuin in. Dat deed hij elke dag om te zien hoe de groenten het deden.

De bietjes waren verschrompeld. Mogelijk werden ze dwarsgezeten door de witte vliegjes die omhoog kwamen als je met je vingers over het bietenblad ging. Hij vreesde dat de wortels al ten prooi vielen aan het ongedierte. De oogst zou kunnen tegenvallen. Vielen niet de ballen van de kinderen uit de buurt in het tuintje, dan joeg het ongedierte de groenten de stuipen op het lijf.

In zijn hand hield hij een kop koffie. Na de inspectie leunde hij tegen de hek die de moestuin van het voetpad scheidde. Een rij rechtopstaande tegels hield de grond binnenboord. Daarachter stond het hek dat hij anderhalve maand terug voltooide. Hij voelde nog zijn knieën omdat hij gehurkt alles gedaan had. Het joeg zijn knieën op slot. Hij nam een slok koffie en keek naar de moestuin.

Hij draaide zich om en keek in de richting van de brug. Daar stond de auto van de buurman midden op het fietspad. Achter op een aanhanger stond zijn boot. Hij herkende de twee ruitjes aan de voorzijde. Waar het afdekzeil was, kon hij van hieraf niet zien. Misschien lag het in de boot. Anders in de auto. De buurman hees zichzelf in de boot. Net op dat moment ging de deur aan de kant van de bijrijdersstoel open. Daar stapte het buurmeisje uit. Ze was doorweekt.

Water plonste op het fietspad. De buurman dook weer in de boot. Hij was aan het hozen. Weer kletste een plons water op het asfalt. De buurman verdween weer in de boot. Het vriendje van het buurmeisje kwam eraan gefietst. Hij omhelsde haar en begeleidde zijn vriendinnetje naar binnen. Een waterspoor droop achter het tweetal aan. Weer een plons water.

Hij vroeg zich af waarom de buurman het water niet in de gracht gooide. Hij stond immers op de aanhanger op de brug. Zo hoefde het fietspad niet nat te worden. Hij tuurde tussen de autobanden door en zag hoe het waterspoor verder liep. Blijkbaar was de boot nog natter en droop het nog na van de boottocht. Hij meende in elk geval te zien dat naast de plonsen water van de hozende buurman ook water stroomde uit de boot.

Hij keek nog even naar de aarde. Op het vierkant van de komkommer zag hij een klein groen puntje uit de donkere aarde steken. Zou de komkommerplant dan toch opkomen? Hij dronk de laatste slok koffie en boog zich over het kleine vierkant. Inderdaad het waren twee kleine blaadjes die daar uit de aarde ontsproten.

Hij kwam weer overeind en liep langs het uitbouwsel van zijn huis terug naar de voordeur. Hij zag hoe de buurman met de buitenboordmotor vasthield. Zijn armen waren geklemd rond de enorme motor en hij stapte traag vooruit. Zijn gezicht was knalrood van de inspanning. Het water stroomde in een dikke straal uit de motor. De buurman verdween in opening van de poort. Hij keek nog een keer om en zag hoe de dochter de poort sloot.

Pas ’s avonds bij het uitlaten van de honden zag hij de boot weer in het water liggen. Er hing een andere buitenboordmotor aan. De buurman was druk bezig het zeil af te sluiten. Hij drukte de rij drukknoopjes stuk voor stuk in. Hij keek voorzichtig de boot in door de smalle raampjes. Er was geen spoor meer van het water.

Dit verhaal is het vervolg op Vaartochtje in voorjaarsochtend

09 juni 2013

Woensdag gehaktdag - #50books

image

De 22e vraag van #50books. Ik loop genadeloos achter. Daarom sluit ik gewoon aan bij de vraag die vandaag gesteld wordt: In hoeverre heb je moeite met boeken waarin iemand vertelt over zijn eerder gepleegde overtredingen?

Boeken waarin iemand vertelt over zijn overtredingen interesseren mij niet zo. Als liefhebber van literatuur ben ik meer geïnteresseerd of een verhaal gebeurd had kunnen zijn dan dat het werkelijk gebeurd is. Het predicaat ‘waargebeurd’ vervult mij eerder met wantrouwen. Het mag dan waargebeurd zijn, maar wie zegt dat het zo gebeurd is? Je moet de schrijver maar op zijn blauwe ogen geloven dat het zo gebeurd zou kunnen zijn.

Maria Mosterd zou zijn misbruikt door een loverboy. Ze schreef er – met hulp – een boek over. Later bleek veel van de waarheid in Echte mannen eten geen kaas verzonnen te zijn. Misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink schreef er zelfs een boek over wat er allemaal niet klopte aan het verhaal van Maria onder de titel: Echte mannen eten wel kaas. De rel die dat veroorzaakte zorgde voor een korte opleving van het boek Echte mannen eten geen kaas. Daarna las niemand het meer. Het waargebeurd dat het boek pretendeerde werd ingehaald door de wetenschap dat het verhaal verzonnen was.

Een ander boek dat heel veel interesse opwekte, was het boek Woensdag gehaktdag van de schrijver Richard Klinkhamer. Het vertelt over de lugubere moord op zijn vrouw. De schrijver werkte jarenlang aan het boek. Het manuscript werd vaak aangehaald in de rechtszaak. Daarmee werd de boektitel een titel een vaakgeciteerde titel. Zonder dat iemand het boek ooit gelezen had.

Vele jaren na de rechtszaak, verscheen het boek eindelijk. Ik sprak de uitgever in de tijd dat het uitkwam. Hij vertelde dat niemand het boek wilde uitgeven. Zij gaven de biografie van Klinkhamer uit en informeerden eens bij de schrijver naar het manuscript. Bestond het wel? Klinkhamer zei dat niemand belangstelling had om het uit te geven. De uitgeverijen verwachtten teveel gruwelijkheden. Een boek dat teveel gruwelijkheden bevat, verkoopt even slecht als een boek dat er te weinig bevat.

Ik heb het boek gelezen. Het was een mooi boek in zijn soort. Het vormt een lang relaas vol verontschuldigingen, spijt en verdriet. Het boek leest meer als een verslag van rouw dan van het verhaal van een moordenaar. Iets waarvoor Klinkhamer indertijd wel veroordeeld is. Daarmee viel eigenlijk de hele spanning weg die tijdens het proces was opgeroepen door het noemen van de spannende titel. De titel is het spannendste van het boek.

Nee, geef mij maar een boek als Misdaad en straf van Dostojevski. Het verhaal las ik een dag en nacht uit. Wat een boek. Het leest als een roes. Je voelt helemaal mee met de moordenaar en wordt meegesleurd in de emotie. Je geeft hem stiekem gelijk. Hij had het recht zijn hospita te vermoorden, denk je.

Dat is wat literatuur moet zijn: je kunnen voorstellen waarom de hoofdpersoon iets doet. Je kunnen inleven in zijn daden, alsof het jouw daden zijn. Daarna sluit je gelouterd het boek en voelt je net zo schuldig als de hoofdpersoon. Dat het dan niet echt gebeurd is, is misschien even geruststellend als dat je zo’n boek durft uit te lezen.

Lees mijn recensie over Woensdag gehaktdag op Litnet.co.za

08 juni 2013

Vaartochtje in voorjaarsochtend

image

De ochtendzon maakte lange schaduwen van de huizen aan de gracht. Ze had het zeil losgemaakt dat over het bootje lag. De twee raampjes aan de voorzijde wezen al de goede kant op. Ze zat klaar voor vertrek. Startte de motor en liet de schroef in het water zakken. De schroef maakte contact met het water. Gelukkig had ze de hendel bij het stuur nog niet naar voren gedaan. Anders was ze nu weggesjeesd, wist ze.

Voorzichtig liet ze de hendel zakken. De motor bromde niet meer zo agressief maar liet een zacht en tevreden gepruttel horen. Ze haalde het laatste stukje van het zeil weg en legde het in het kastje naast de bestuurdersstoel. Het bootje schommelde, maar was nog niet klaar voor vertrek. Eerst nog de touwen los. Ze probeerde de ingewikkelde knoop te ontwarren. Ze kreeg het stuk touw los, maar daarvoor in de plaats veroorzaakte ze een nieuwe knoop.

Het bootje schommelde hevig en draaide in de gracht. De boot dreef door de reep zon die tussen de schaduw van de huizen op het water van de gracht viel. Snel zocht ze de plek op de stoel. Het bootje draaide verder in de tegengestelde richting die ze varen wilde. De motor bleef zachtjes pruttelen. Ze trok voorzichtig aan de hendel. Hij ging in zijn achteruit, draaide wild aan het stuur om de vaarrichting weer goed te krijgen.

Het ging allemaal best goed. Ze merkte hoe het bootje de goede kant op wees. Het schommelde nog wel een beetje, maar ze trok de hendel en stand verder. De motor pruttelde tevreden. Het bootje dobberde langzaam vooruit door de gracht. Hier niet te hard varen, had haar vader de vorige keer gezegd. Toen ging hij nog mee. Nu was ze alleen. Ze was de eerste geweest vanmorgen. Niemand had iets gemerkt.

Daar pruttelde het bootje door de gracht voor haar huis. De buurman met zijn honden liep voorbij. De honden kwispelden in haar richting. Ze keek even naar de buurman en glimlachte naar hem. Snel moest ze zich weer omdraaien. Goed letten op de gracht. Voorbij de speedboot een paar huizen verder. De boot voer traag door de gracht. Uitkijken voor de waterplanten. Gelukkig dreef de boot hoog. Alleen aan haar kant zakte het bootje een beetje naar beneden.

Hij liep op het bruggetje en keek haar weer aan. Ze keek omhoog, maar gelijk weer naar voren. Onder het bruggetje door ging het bootje. Voorbij het open veld dobberde haar bootje. Ze ging een stand hoger. Hij voer wat sneller door het water. Ze haalde de buurman en zijn honden in. Daar kwam de kruising in zicht met de bredere gracht. De hoofdvaarroute naar de grote plas of de andere kant op in de richting van het park.

Ze ging even rechtop staan om te zien of er verkeer kwam. Waarschijnlijk niet, maar je wist maar nooit. De boot deinde heen en weer. Ze keek snel naar links en naar rechts. Ze bleef staan, maar zette de motor alvast een stand hoger. De boot schoot vooruit en ging sneller en sneller.

Ze wist waar ze heen wilde en liet haar buurman achter zich. Net als dat het water van de brede gracht zo mooi spleet en een spoor van stilstaand water achterliet. Het water stond stil omdat voor en langs haar de golven wegrolden naar de waterkant. Klaar voor een mooie tocht op deze voorjaarsochtend.

Lees het vervolg: Buitenboordmotor