11 juni 2013

Pausin Johanna

image

De verkiezing van de nieuwe paus een tijdje terug bracht mij op het idee om Pausin Johanna van Emmanuel Rhoïdis ter hand te nemen. Het boek is in 1967 vertaald door Gerrit Komrij. Hij kende het werk van de periode dat hij in Griekenland verbleef. Het werk was tot zijn vondst niet bekend in Nederland.

Dat terwijl literaire grootheden als Alfred Jarry en Lawrence Durell het werk eerder al in resp. het Frans en Engels vertaalden. Gerrit Komrij bracht de enige roman van de Griekse auteur Emmanuel Rhoïdus in Nederland. Het werk kreeg veel aandacht. Niet in de laatste plaats door de excellente vertaling van dit werk.

Het boek is lastig te vertalen. Komrij beheerst het boek tot in de kleinste details en weet de vergelijkingen die Emmanuel Rhoïdis maakt, prachtig over te zetten van het Nieuw-Grieks in hedendaags Nederlands. Hierbij vervalt hij niet in een archaïsme waar veel vertalers wel in tuinen.

Pausin Johanna is overigens Komrij’s eerste vertaling in druk en slaat naadloos bij de interesses van Komrij. Het boek verscheen in de 19e eeuw en beschrijft de middeleeuwen vanuit een hoogst originele manier. Bij het lezen van Emmanuel Rhoïdis kom je vergelijkingen en een belezenheid tegen die sterk aan Komrij doet denken. Het boek past hem daarmee als een op maat gemaakte mantel.

Emmanuel Rhoïdis speelt prachtig met de heiligenlegende in zijn roman. Als Johanna geboren is schrijft hij:

‘Volgens oud gebruik smukken de biografen de wieg van al hun helden op door griezelige Tekenen, die hun toekomstige kwaliteiten moeten voorspellen. Zo wurgde Heracles in zijn kleuterjaren al draken, en Criezoti een beer, de bijen gingen zitten op de mond van Pindarus, Pascal vond op tienjarige leeftijd de geometrie uit, en de held van Byron wendde zijn ogen van de gerimpelde heiligen af, toen hij de mis hoorde in de armen van zijn voedster, om deze begerig en vol ontroering te richten op de heilige Magdalena.
Zo weigerde onze heldin, die later zo zou schitteren aan de sterrenhemel van de kerk, steevast op woensdag en vrijdag aan de borst te zuigen, maar zij draaide, telkens wanneer haar de tepel op een dag van vasten werd aangeboden, haar hoofd met afgrijzen opzij. Heilige relieken, kruisen en rozenkransen vormden haar eerste speelgoed. Nog voor ze tanden kreeg kende ze het Onze Vader in het Engels, het Grieks en Latijn, en voordat zij wisselde hielp zij reeds haar vader bij zijn missiewerk, door Saksische leeftijdgenootjes in de catechismus te onderrichten. Hoewel ze slechts acht jaar oud was, toen haar moeder stierf, de brave Judith, hield ze toch op het graf van de zalige een oration funebre, nadat ze daarvoor op de schouder van de doodgraver geklommen was.’ (19-20)

Passages om van te genieten. De overdrijving druipt ervan af, wat mede te danken is aan de prachtige keuze van woorden en uitdrukkingen. De heiligenlegende wordt hier optimaal geparafraseerd.Dat gebeurt in het hele verhaal. Een historische roman optima forma, maar dan met een uiterst geraffineerd spel met het verleden.

Dat geldt ook voor de vergelijkingen waarmee het boek boordevol zit. Ze zitten boordevol humor. Het zijn stuk voor stuk originele vergelijkingen, geënt op de klassieken, de bijbel en de actualiteit. Een weg is ‘net zo duister en kronkelig als de schrijftrant van de Nieuwe school’. Johanna leest voor uit het Hooglied met een stem als ‘een jonge Indiër die een giftige slang met zijn tovergezang bezweert’. Of de maagden in Athene die door de beide kinderen van het noorden wordt opgemerkt. De maagden kleven ‘aan de zijde van hun moeders als een zwaard op de dij van een soldaat.’

Dingen waarvan je geniet bij het lezen van dit bijzondere boek. In een buitengewoon mooie vertaling. Geen moment heb ik het idee een boek te lezen dat vertaald is. Tot in de fijnste details zet Komrij is werk over. Zodoende lijkt het of het boek oorspronkelijk in het Nederlands is geschreven. Het is jammer dat dit boek zo weinig aandacht krijgt. En hier verdienen schrijver en vertaler alle lof.

Geen opmerkingen: