29 april 2009

Twee barbiepoppen

Ik fietste te laat voorbij, mijn trein reed niet en ik moest omrijden via Duivendrecht en Weesp. Het bankje voor het laatste bruggetje werd niet meer bezet door de zwerver en zijn blikje bier in de blauwe Albert Heijn-tas. Een jong stelletje bezette zijn plaats, hij zat op haar schoot. Ze waren allebei heel knap, twee donkergetinte barbiepoppen knuffelden schattig en lief. Zo lief dat ik bijna de zwerver miste.

28 april 2009

Onverstaanbare tranen

Ze had zich tegen het treinraampje gedrukt. De tranen rolden over haar wangen en lieten de mascara een klein beetje uitlopen. Ze wreef haar handen in de ogen, maar het verdriet werd alleen maar groter. De man die naast haar zat, sprak zachtjes en legde zijn arm om haar schouder. Ik verstond niet wat hij zei, het was in een taal die ik niet beheers, maar ik hoorde liefde en begrip spreken. Ze antwoordde. De tranen kletterden opnieuw over haar wangen naar beneden zoals het water van een bergbeekje de diepte opzoekt.

Het kon iets lelijks zijn dat haar baas tegen haar gezegd had, want het echtpaar keert terug van een dag werken. Ik zie ze dikwijls in de trein zitten. De man sneed een reepje papier van een enveloppe en begon driftig te schrijven. Ik kon de letters die hij schreef, niet samenstellen tot begrijpelijke woorden. De vrouw snikte ondertussen rustig verder, drukte zich wat meer tegen het raam en veegde af en toe met haar wijsvingers het ergste verdriet weg.

De man was uitgeschreven, het leken meerdere punten te zijn die hij keurig in een rijtje had opgesomd. De vrouw knikte en snikte er nog heel soms bij. Het plan was ontvouwd. De man zwaaide met zijn handen en zette met zijn woorden het geschrevene nog eens kracht bij. Het kon alles zijn, maar zij keek nog altijd verdrietig en somber voor zich uit. De tranen waren opgehouden. Dat wel.

27 april 2009

Waterpoeltje

Bij het tuincentrum haalden we gisteren een grote speciekuip. Ik zag het ding liggen toen ik vandaag uit mijn werk thuiskwam. Spontaan nam ik me voor om het gevaarte maar in de bodem te laten zakken.
Onderweg kwam ik nog wat stenen tegen van een vorig terras. Al met al ziet het er heel aardig uit. Het water haalde ik uit de gracht. Ongeveer tien emmers vol.
Laat de kikkers maar komen. Net als de muggen...

Varkensgriep

Ineens heeft iedereen het: de varkensgriep. Van Mexico naar de Verenigde Staten, naar Spanje, Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittanië. Hij komt iedere dag dichterbij. Vandaag of morgen schokt het bericht dat hij in Etten-Leur of in Gorsel, of gewoon in Amsterdam. Of het een pandemie is, durft niemand te beweren.

De media zijn er zo van vervuld dat de hele crisis en recessie vergeten zijn.

26 april 2009

Meerkoeten en rokjesdag

Met de natuur is het net zoals met rokjesdag van Martin Bril. Eerst zie je er eentje en denk je heel snel 'zou het zover zijn?' Dan verschijnen ze ineens massaal aan je en blijft er geen twijfel mogelijk.

Tot vandaag had ik nog geen jonge vogels gezien. Het begon tegen het einde van mijn hardlooprondje, bij de Vivaldibrug. Daar openbaarde het eerste meerkoetjesgezin aan mij. Amper uit het ei gekropen, dobberden de rode koppies boven het water. Ik telde er vijf in de gauwigheid.

Ik rende de hoek om van mijn gracht en zag het tweede gezin meerkoetjes. De kleintjes kropen uit het nest als maden uit een kadaver en lieten zich zo in het water vallen. De ouders draaiden hun kop zenuwachtig om zich heen uit angst voor al het gevaar dat ineens zo dreigde. Niets was veilig meer.

Zo kan het gaan. Als je er eentje ziet, word je er opeens helemaal mee bedolven. Precies zoals met rokjesdag.

25 april 2009

Alleen dagkaarten

We zaten op het kleedje waarvan ik thuis het tweelingbroertje heb liggen. De zon verloor haar kracht door het wolkendek dat voor haar geschoven was. 'Wat staat daar op dat bordje?' vroeg Inge. Ze wees naar het bordje dat bij het parkeerautomaat stond. 'Ja, dat vroeg ik me ook al af', zei Michaël. 'Alleen?' 'Alleen bewoners?' Hoe we ook staarden, we zagen het niet.

Inge haalde haar fototoestel tevoorschijn, nam het bordje op de foto. 'Alleen dagkaarten', antwoordde ze. En ineens lazen we het allemaal.

24 april 2009

Het laatste bruggetje

Hij zit er iedere dag als ik terugfiets van het station naar huis. Vlak voor het laatste bruggetje zit hij op het bankje. Zijn arm ligt op de rugleuning van het bankje en doet alsof hij iemand omhelst. Naast hem staat een blauwe tas van een supermarktketen. De blikjes bier die erin zitten, blijven altijd verborgen achter het blauwe plastic.

Soms ligt er een pakje sigaretten vlak naast zijn bovenbeen. De bovenkant is open en er steekt een peuk uit. Aan de hand van zijn arm die op de rugleuning ligt, bengelt een sigaret. In diepe gedachten gaat de hand naar de mond en hij zuigt intens aan het rokende stokje. Of nee, hij slurpt, zoals je het laatste beetje chocomel uit het pakje zuigt. Je haalt meer lucht dan chocomel naar binnen, maar het is intens. Dat zie ik ook bij de man.

En voor de rest zie ik niets meer, want dan ben ik thuis.

23 april 2009

Die JSF komt er wel

Uitstel is afstel, zegt een bekend spreekwoord. Of dat voor de JSF ook geldt, betwijfel ik. Politiek werkt vaak zo, uitstel van een beslissing om de meningen te weken, tijd te maken en daarmee wisselgeld te creëren.

De aanhouder wint, zegt een ander spreekwoord. Die JSF komt er wel.

Martin

Dan is het gebeurd. Het hing een beetje in de lucht, dat de jaren die het nog kon duren dagen werden, valt iedereen een beetje tegen. Kanker is een erge ziekte, ook als je het onder controle denkt te hebben, sluimert hij als een slapende vulkaan die plotseling erupteert.

Ik ben de hele dag een beetje verdrietig, voel ik. Zoals dat met schrijvers gaat sterft een goede vriend, die ik alleen maar van de letter ken. Het laatste jaar ben ik meer en meer een bewonderaar van hem geworden. Ik heb zelfs een beetje van hem geleerd, vind ik dan.

22 april 2009

Wennen

'Hoe was het wennen?' vroeg ik Doris toen ik haar tussen de middag ophaalde van de basisschool. 'Ja papa, rennen', antwoordde ze en zette het op een hollen. Een paar meter voor het huis struikelde ze. De nieuwe teenslippers zaten nog iets te onwennig waardoor de oneffenheid op het voetpad haar teveel werd.

21 april 2009

Hyves en vissen

Sinds een kort weekje is het helemaal hot om aan de waterkant van de Alkmaargracht te zitten vissen. Een buurman en een buurmeisje begonnen ermee en elke dag scharen er zich meer klapstoelen langs het plekje. Elke dag verdubbelt het aantal witte tuinstoelen zich tegen het houten stootrandje.

Het werkt aanstekelijk. Van het weekend betrapte ik mij erop dat ik aan Inge vroeg of ik mijn visspullen een paar jaar terug had weggegooid. 'Ik denk het wel', kreeg ik als antwoord. Ik zag mijn rode hengel van drie meter met het fibertopje weer voor me. De laatste keer dat ik met het ding gevist heb, moet ergens tussen de vijftien en twintig jaar terug liggen.

Zo gaat dat met een hype. Iemand doet iets, iemand anders denkt 'goh, leuk' en voor je het weet doet iedereen het. Begin maar eens in een gezelschap uitvoerig in je haren te krabben en binnen de kortste keren heeft iedereen hoofdluis.

Internet hobbelt van hype naar hype. Een jaar terug leek het sociale netwerk hyves helemaal hot te zijn. Nu knaagt de belangstelling langzaam weg en lokt het volgende sociale netwerk: LinkedIn. En wat je bij hyves deed, doe je nu bij LinkedIn. Je nodigt allerlei interessante mensen uit om vriend te worden en in no time tel je mee in het netwerk.

Ondertussen liggen er allemaal ongebruikte accounts langzaam af te sterven, verdwijnen vrienden en speurt iedereen alweer naar het nieuwste netwerk. Hoeveel beter kun je aan de waterkant zitten vissen. Zelfs na het vallen van de schemering zitten ze er nog.

20 april 2009

Machthebbers

Niet de premier heeft de meeste macht in Nederland, maar de zendercoördinator. Commerciële belangen staan dan boven het publieke bestel. Zo schijnt nu ineens een programma als Ter land, ter zee en in de lucht niet meer te mogen van coördinator.

Jeugdsentiment van veertigers met veel te grote bierbuiken en plukken grijze haren die met kinderlijke pret van een gladde glijbaan het water in glijden. En zo verdwijnt met iedere beslissing van deze despoten die niemand ziet, maar die iedereen kent, een stukje polderlandschap.

Ik ben benieuwd wat voor een programma hiervoor in de plaats komt. Breien met Ank uit Waddinxveen, denk ik. Of tobben met een priester van 't een of ander.

19 april 2009

Reteketet

Ik schrok op uit de halfslaap van de morgen. Het was nog donker, maar ik hoorde duidelijk een joelende menigte. Ze zongen iets met 'Uh, uh, uh'. Een auto reed op het fietspad voor ons huis met een duidelijk vaartje.

Eén en één is twee, dachten mijn gedachten met hetzelfde vaartje. Alkmaar heeft gewonnen en viert dat op de meest logische plaats van Almere: de Alkmaargracht. Het onnavolgbare deuntje en de diep poëtische tekst maakten direct plaats voor mijn nachtelijke kronkels. 'Reteketet AZ', spookte in het nachtelijk duister.

Zou natuurlijk best een stunt zijn om de Alkmaargracht te versieren als AZ daadwerkelijk en eindelijk wint. Ik holde door de straat aan het einde van mijn training en zag dat geen enkele rood-wit teken refereerde naar de voetbalclub van deze straat. Alleen een sticker met Ajax prijkte op een raam. Verder niets.

Als dat nou ook gebeurde als oranje speelt...

Bertje

We gingen vanmiddag eventjes naar de kinderboerderij. Het dreigt een heus ritueel te worden op de zondagmiddag, als we in Almere zijn. In het weitje voor het futuristische gebouw lopen opeens twee varkentjes en ook de moedergeit van een kroost van vier.

Als ik met Doris binnen in het futurisme kijk op het bord van de varkentjes staat er een verrassing. Bertje verblijft hier. Waarom, ik weet het niet, maar Bertje is erbij gekomen. Hij schuurde buiten zijn huid tegen het houten hek. Blijkbaar won de jeuk het van de schaamte. Ik krijg zelf altijd gigantische jeuk op mijn rug als ik een dier zoiets zie doen.

Vrijdag fietsten Inge en ik terug van de kringloop, koffieloos naar huis. Onderweg zag ik ineens dat in het hok van Bertje, een ander varkentje verbleef. 'Bertje is weg', verzuchtte ik terwijl ik nog een keertje omkeek en het donkere hangbuikzwijntje zijn snuit tevreden tegen de bal zag duwen.

Bertje was inderdaad weg en hij is dichterbij gekomen.

Echt voorjaar

De straten zijn zwanger van het voorjaar. Een vrouw laat haar hond uit. Het dier loopt traag vooruit van de ouderdom die in zijn liezen zwerft. De vrouw hangt een beetje voorover waardoor haar buik nog wat meer hangen gaat. De borsten zitten zo vastgeklemd in het witte shirt dat ze prompt naar voren wijzen, terwijl de vrouw juist wat voorover hangt. Ze hijst aan haar sjekkie, de vingers klemmen nauwkeurig het laatste reepje papier dat nog niet te heet is. De hond heeft net zijn achterpoten naar voren getrokken en laat een reep stront naar op het talud langs het fietspad vallen.

Het is voorjaar, de blaadjes komen nog aarzelend uit de boomtakken, maar ik weet dat het echt zover is. Anders had ik dit nooit zo kunnen zien.

17 april 2009

Hans

Ze zijn er weer: de kraaien. Ik vreesde vorig jaar al een kraaiennest, dit jaar heb ik het bewijs gevonden. In de dakgoot heb ik vanmiddag de videocamera laten lopen en het bewijs is er: een koppel kraaien zit in onze spouwmuur.

Vrolijk word ik niet van dat gekir en gekraai van de dieren. Maar ach, ik laat het maar zo en noem ze spottend: Hans. Naar hun even verschrikkelijke naamgenoot.

16 april 2009

Ik en Aleid

Ik zeg sorry
Aleid zegt sorry

Aleid en ik zeggen sorry
Sorry en ik zeggen Aleid

Morgen declareren wij
het huis, de bloemen en het verhaal

Sorry zegt Aleid
sorry zeg ik

15 april 2009

Van object naar subject

De reden van burgemeester Aleid Wolfsen om de publicatie van een artikel zo tegen te werken dat hij subtiel dreigt met het stopzetten van de wekelijkse gemeentelijke advertenties. Genoeg om een uitgever ertoe te zetten de oplage te vernietigen. Dat de gemeente ook nog eens tegemoet wil komen in de kosten, toont dat hier echt alle grenzen van het fatsoenlijke worden overschreden. Aan de integriteit van Aleid Wolfsen twijfel ik allang niet meer.

Ik heb het gewraakte artikel maar eens gelezen en snap niet dat een burgemeester zijn macht zo misbruikt. Het is een keurig artikel met hoor en wederhoor, van een tendentieuze berichtgeving is in mijn ogen absoluut geen sprake. De reactie van Wolfsen doet juist vermoeden dat er wel iets zit in de woorden van de professor die niets anders doet dan het interpreteren van de wet.

Wolfsen had na publicatie gewoon een rechtszaak kunnen beginnen, of juist vooraf via dezelfde gang de uitgave kunnen weigeren. Hij vindt dat het artikel zijn integriteit aantast. Wolfsen vergeet dat hier niet een brochure van de gemeente wordt afgedrukt, of dat de tekst van de gemeenteadvertentie verderop in de krant. Hier wordt journalistiek bedreven en als ik de tekst zo lees, dan is dat journalistiek waar veel huis-aan-huis krantjes jaloers op mogen zijn. Hoe vaak dergelijke krantjes niet gewoon uit gekopieerde persberichten? De kopiïst heeft dan ook nog eens de tekst verkeerd overgenomen, waardoor het bericht midden in een zin stopt, of het telefoonnummer nog vermeldt waar de journalist terecht kan voor meer informatie.

De daad van Wolfsen toont een treurige ontwikkeling van de journalistiek. Het wordt namelijk meer en meer de trend van de schrijvende pers betrokkenen het artikel voor publicatie te laten lezen. De invloed die de betrokkenen daarmee krijgen, maakt dat hun rol verschuift van object naar subject. Het maakt de teksten meer en meer subjectief, terwijl de journalistiek objectiviteit hoort na te streven. Een journalist behoort namelijk niet tot de afdeling voorlichting.

14 april 2009

Bomvol

Het perron stroomde vol en de trein bleef weg. De wachtende reizigers tuurden 'ins blauen Hinein'. De informatie druppelde met de traagheid uit de luidsprekers waarmee de waterdruppels in een druipsteengrot de diepte zoeken. Het hoge woord - vertraging - kwam nooit. De trein van 16.58 uur zou al halverwege zijn rit zijn geweest, maar de tijd bleef star vooruit gaan en verwijderde zich verder en verder van de vertrektijd.

Toen eindelijk, maar dan tien minuten na de vertrektijd van de volgende, een veel te korte trein binnenreed, wist ik het wel. Dat ging nooit passen. En inderdaad paste het niet. Ergens midden op het balkon stond ik vastgeklemd tussen de medereizigers, mijn rugzak tussen mijn voeten in. Een man stond bij de ingang. 'Als jullie nu een beetje aandrukken', beweerde hij terwijl ik naar adem hapte. 'Dan kunnen wij er ook nog bij.' De gang zette zich in beweging en de man met de grote uilenbril kon er ook bij.

De machinist riep dat hij klaar was voor vertrek en dat de deuren dichtgingen. We hielden de buiken in en lieten pas los toen de deuren echt gesloten waren. Servie gaat boven veiligheid. Iedereen wil graag naar huis en je kunt toch moeilijk de hele boel niet laten rijden omdat hij te vol is. Al moest ik er niet aan denken dat de trein een noodstop zou maken terwijl ik daar tegen het muurtje in het veel te smalle gangetje hing.

Iedere halte was een beproeving. Ik vroeg mij af hoe sommige mensen het toch altijd weer voor elkaar kregen om te zitten. Ook al kwamen ze als laatste het treinstel binnen. 'Survival of the Fittest' in de trein. Pas na Hilversum was er een zitplaatsje voor mij vrij. Stukje opzij, plaats komt vrij, ik spring in het vrije gat en wissel de plek met de stoelganger die de trein verlaat. Voor ik goed en wel aan mijn plekje bij het raam gewend was, stopte de trein. Bestemming bereikt.

09 april 2009

Wilde zwijnen

Ze staan op het gras tegen de bosrand aan en lijken net op hun tamme soortgenoten. Iets slanker en wat ruiger behaard, ziet het wild tam aan. Een akker verderop precies hetzelfde tafereel, maar dan met een in plaats van twee.
Een verliefd paartje laat de labrador uit en ziet het niet eens. Zelfs de hond blijft het onopgemerkt, andersom kijkt het wild ook niet op of om. Hoe een wild tafereel verandert in lieflijkheid en het alledaagse de angst vervangt.

Pizzaconventie

Een grote pizzadoos rust op mijn handpalm. Alsof niemand het zou opmerken staat er ook nog eens in koeienletters het woord 'pizza' op de doos vermeld. Iemand zou eens op het krankzinnige idee kunnen komen iets anders in de doos te stoppen.
Ik heb het gevoel dat iedereen mij aanstaart. Een pizza koop je als je langer blijft werken op kantoor. Als je zoals ik langer gewerkt hebt en op het station loopt, dan behoor je een patatje te eten. Ik trek me weinig aan van deze conventie e, trek het deksel van de dooos open en neem heerlijk de partjes van mijn Magarita.

Misrekening

Bankiers kunnen goed rekenen. Daarom bezocht de president van de Nederlandsche Bank, Nout Wellink, een basisschool om te vertellen hoe belangrijk rekenen is.

Een bekende truc is om aan de getallen een euro-teken te koppelen en dan te doen alsof het je eigen geld is. Bankiers rekenen al jaren zo en het heeft effect. Waar ze echter niet op gerekend hebben is de misrekening. Als je geld verstopt in formules die niemand begrijpt, dan gaat dat eens mis.

Doe alsof het je eigen geld is, bankiers van Nederland, en het gaat je weer goed.

07 april 2009

Bloesemkathedraal

Ieder jaar verrast de bloesem op de bomen bij het winkelcentrum en station Muziekwijk. Zo scheen de avondzon prachtig op de bomen. Eronderdoor fietsen lijkt net of je door een kathedraal rijdt, waarbij de bloemen de gewelven vormen. Het fietspad wordt een laan en de hondenuitlaters kerkgangers. Het is echt voorjaar.

De foto's


Gelukkig hebben we de foto's nog. Mijn finish van de Rotterdamse marathon, nog honderd meter te gaan.
Bekijk mijn tijden
Bekijk het filmpje

06 april 2009

Wachtenden

Bij de bakker vormt zich op zaterdagmorgen een haag wachtenden. De mensen die op het broodnodige staan te wachten mochten zich afgelopen weekend op een heus wachtwelkom verheugen. 'Door ziekte kunnen wij u niet zo snel helpen als u van ons gewend bent', stond op een briefje dat met een plakbandje vastzat aan de kassa.

Het verbaasde mij dat deze tekst met zoveel gevoel voor marketing was geschreven. Vooral ook omdat de wachttijden normaal ook niet de kortste van de stad zijn. Ik vreesde het ergste, maar kwam tegen mijn eigen verwachting in vrij snel aan de beurt. Toen ik wegliep met de broden onder mijn arm, sleurde een lange slinger wachtende broodkopers uit de winkeldeur.

Ik dacht terug aan de DDR-tijd, waarbij ik ook een keer mocht meemaken hoe het eraan toeging. Zo ging er eens het gerucht dat er bananen te koop waren bij de groentewinkel. Normaal was de winkel altijd leeg, niet alleen ontbrak het aan winkelend publiek, ook de schappen waren leeg. Op de morgen van het gerucht stond een lange rij, die zelfs het hoekje van de straat omging. En dat in een dorp van enkele honderden inwoners. Ineens spatte de rij uiteen. Er waren helemaal geen bananen te koop. De vier kilo aardappelen die daarvoor in de plaats kwam, was echter aan de eerste drie klanten vergeven. De rest verliet het wachten.

05 april 2009

Binnen vier uur

Ja hoor, ik heb hem gehold de Rotterdamse marathon in een tijd onder de legendarische vier uur, namelijk 3:59:17. De nettotijd is zelfs ruim vijf minuten sneller, 3:54:47. De liefhebber kan op de website van de marathon verdere details bekijken, mijn startnummer is 1002.

Later komt daar ook mijn finishfoto. Ik schaam mij er wel een beetje voor. Ik geloof namelijk niet dat sport emotie is, maar hier moest ik toch echt even een traantje wegpinken. Binnen vier uur een rondje hollen. Ja, daar moet ik zelfs om huilen.

04 april 2009

Varkensbemiddeling

Met zielige biggetjes kun je niet meer aankomen. De varkenssnuiten die tussen de houten schotten op de vrachtwagen steken worden een zeldzaamheid. Vandaag zag ik op de snelweg een vrachtwagen met de aanduiding 'varkensbemiddeling' op de zijkant.

Waar staat dat woord voor, vroeg ik mij af. Achterop de klep stond heel klein 'biggenvervoer'. In deze vrachtwagen zaten dus biggetjes, terwijl er net zo goed koekjes, komkommer of kroketten in konden liggen.

Een levend dier transporteren op de snelweg kan niet meer. Het is zielig. We willen niet weten wat voor een vlees we in de kuip krijgen. Al het geschreeuw over dierenleed zorgt ervoor dat alles nog meer achter de schermen komt. Zo zien we helemaal niet meer wat we op ons bord krijgen.

03 april 2009

Voorjaarsdepressie

Bij het zoeken naar nieuws stuitte ik op een meneer Moestuin. Hij reageert op een artikel over het stijgend aantal faillissementen. Het cynisme druipt er van af, geluk en tevredenheid zijn gesmolten door het warme zonnetje van vandaag:

'Ik ben al bezig om mijn eigen groente te verbouwen. De aanleg van een schuilkerder is ook in volle gang. Deze bescherm ik met mijn , vanuit afganistan ge-importeerde, arsenaal. Om te horen dat er nu 220 miljard is afgeschreven en dat er nog meer als 1500 miljard is te gaan, is voor mij reden geweest om tot deze akties over te gaan. De mensen die het ontkennen zijn zwakzinnig de mensen die het erkennen depressief. Mmm lang leve amerikaans kapitalisme.'

Nu nog zoeken naar een meneer die werkt bij SNS Reaal en een Moestuin heeft. Als elke verzekeringsman doet wat hij doet, dan is het snel afgelopen en verbouwen we binnen afzienbare tijd allemaal onze groenten, gedekt door een arsenaal.

02 april 2009

Logistiek of techniek?

Wat was er eerst het logistieke probleem of de technische storing? Ik vroeg het mij af toen de dame van de NS het omriep vanavond. Mijn trein stond muurvast, bewoog geen kant op. De wissels deden het niet, want het computersysteem lag plat.

Faalde het computersysteem vanwege de logistieke problemen, of zorgde het computersysteem voor de logistieke problemen? Ik denk het laatste, maar waarom zou het eerste niet kunnen. Het verbaast mij dat Utrecht Centraal vaker door een computerstoring getroffen werd dan door een blikseminslag. Er zijn mooie oplossingen, maar die kosten teveel. Dat dit soort storingen meer kosten, staat buiten kijf. Maar daarvoor reizen de heren beslissers te weinig met de trein en te weinig via Utrecht Centraal.

01 april 2009

Verzekeringsmensen

We liepen van spoor 4 naar de Jaarbeurs. De voorste van de groep stopte onder een bord. De kleine lichtjes vormden letters die op hun beurt tot woorden samensmolten. Op de woorden stond onze naam en waar wij verwacht werden. Iemand wilde al linksaf slaan, maar dat leidde slechts tot het rangeerterrein van de treinen. Wij moesten nog de roltrap af, de weg over, de toegangslaan in, de draaideur door en dan nog allerlei hoeken om voordat wij waren uitgerangeerd.

We stonden op de roltrap en lieten ons langzaam zakken, de voorste zette de beweging in en liep richting het zebrapad. Een meisje haalde de pakkenmassa in. 'Zo', riep haar vriendin die achter haar aan holde. Ze kon het tempo zichtbaar niet bijhouden. 'Je loopt met de verzekeringsmensen mee.' Het meisje draaide haar hoofd om en marcheerde ons tempo mee. 'Ja, ik loop met de verzekeringsmensen mee.'