30 april 2017

Matters 80e verjaardag

Een bijzonder verjaardagspartijtje is de verjaardag van Bert Matter. Hij is 80 jaar geworden. Of zoals hij het zelf zegt: ‘Vroeger zou ik nu echt oud zijn geweest.’ De jarige wordt getrakteerd op een prachtig concert van 4 van zijn leerlingen.

In een afgeladen kerk spelen Cor Ardesch, Berry van Berkum, Klaas Stok en Johan Luijmes. Centraal staan als heuse pijlers de Bachkoralen ‘Allein Gott in der Höh sei Ehr’ (BWV 663 en 662) en ‘Nun komm der Heiden Heiland’ (BWV 599). Liederen die Bert Matter in zijn (kerk)muzikale praktijk ook vaak aanhief.

Spektakel

Het spektakel zit in de improvisatie. Als er iets is waar Bert Matter bekend om is, dan zijn het zijn bezielende improvisaties. Vooral op het bijzondere orgel waar hij 33 jaar organist op is geweest: het Baderorgel uit 1643. Het is een prachtig instrument, waarop een improvisatie een mystieke ervaring wordt. Dat bewijzen ook de 4 organisten op Bert Matters verjaardag.

De jarige staat helemaal in het zonnetje. Elke leerling uit zich op zijn heel eigen wijze. De minimal music klinkt wel door in de improvisaties, maar elk op een heel eigen wijze. Net als dat de nieuwste compositie van Bert Matter ‘Deus Creator Omnium’ ook aansluit in zijn kenmerkende stijl.

Ervaring

Het luisteren naar een improvisatie is vooral een ervaring. Misschien is het wel, zoals Jan Jongepier het noemde, een combinatie van publiek en muzikant. Dat een hele kerk vol mensen doodstil luistert naar een improvisatie. Het verhaal waarnaar je luistert is uniek en als de klank wegsterft is de improvisatie vervlogen.

Ook nu beleef ik zo’n ervaring bij de improvisatie van Klaas Stok. Met minimale klankverschuivingen roept hij een bijzonder verstilde sfeer op in zijn improvisatie over ‘Nun komm, der Heiden Heiland’. Compleet met de aanvulling van de menselijke stem. De bovenstem in zijn grillige verloop wekt de suggestie van vogelzang.

Daar vermengt zich de oervorm van de muziek: vogelzang en de menselijke stem. De diepe grondtonen maken het bijna tot een middeleeuwse belevenis en dat alles heel eenvoudig. In mijn ogen de essentie van muziek, alle opsmuk eraf en bij de kern blijven. Een bijna onmogelijke taak, maar wel minimaal!

Warme aanraking

Zo benadrukt de jarige zelf ook in zijn toespraak. Hij heeft er alle vertrouwen in met zijn opvolger en de muzikale sfeer in de kerk. Wel ziet hij hoe het gebouw in de wintermaanden niet gebruikt wordt. Het orgel heeft juist in die koude periode een warme aanraking nodig. Het instrument is zijn leermeester geweest en tegelijkertijd houdt hij van dit orgel als is het zijn vrouw. Daarom pleit hij ook voor het zorgvuldig beheer van ons cultureel erfgoed, waaronder dit bijzondere orgel hoort.

En terwijl ik na de drukke receptie weer door de stille straten van Zutphen loop in de avondzon, vraag ik mij af of je dit overal kunt bereiken. Je hebt wel een prachtig gebouw, een schitterend orgel en eeuwenoude traditie binnen handbereik. Hoe doet die organist dat in het kleine dorpskerkje op een orgel van 50 jaar oud? Is het daar ook op te roepen of blijft het beperkt tot slechts enkele indrukken op de verjaardag van een 80-jarige organist?

29 april 2017

De Bijlmer en zijn bouwmeester

Een heuse biografie over de bouwmeester van de Bijlmer. Het boek De betonnen droom is een mooie mix geworden van de futuristische wijk ten zuidoosten van de hoofdstad: de Bijlmer en de man op wiens tekentafel deze stad vorm kreeg: Siegfried Nassuth.

Daan Dekker heeft dit boek geschreven. Het is een mooi verhaal geworden. Aan de hand van zijn speurtocht naar de sporen van de inmiddels overleden ontwerper en de vele mensen die hem gekend hebben, schrijft Dekker het verhaal van de Bijlmer zelf.

Hij staat stil bij allerlei vragen en ontwikkelingen. Hoe een gedroomde wijk in een nachtmerrie verandert. Hoe veel mensen de Bijlmermeer zien als een mislukt project. Of hoe het mogelijk is dat deze woonwijk met honingraadflats is verworden tot een symbool van architectonische grootheidswaanzin.

Is het echt zo dramatisch gesteld met deze wijk? De vernieuwingsdrift van tegenstanders heeft de Bijlmer wel gemaakt tot een wijk die inwisselbaar is met allerlei andere nieuwbouwprojecten. Stond het eerst nog symbool voor gelijkheid en zag Siegfried Nassuth het groen als dé toegevoegde waarde, later is het vooral het beton en de hoogbouw geweest waartegen mensen zich verzetten.

In de biografie van Daan Dekker is het tijd voor de nuancering. Hij spreekt voorstanders en tegenstanders. De architect Pi de Bruijn heeft geen goed woord over heeft voor Amsterdam Zuidoost. Hij presenteert Siegfried Nassuth als een driftig mannetje dat zijn gelijk moet hebben. Als je hem tegenspreekt, verschijnt bij hem het schuim op de lippen.

Dit terwijl de architect Rem Koolhaas lyrisch is over de Bijlmer, zo vertelt Daan Dekker in zijn biografie.

Rem Koolhaas had zich al meerdere malen lovend over de woonwijk uitgelaten. ‘De Bijlmer heeft een monumentale grootsheid en is, ondanks haar onbeholpenheid, ruwheid en eentonigheid, een architectonisch spektakel. In haar monotomie, hardheid, ja zelfs in haar brutaliteit.’ (264)

De Bijlmer als ‘Socialisme in de jungle’. Het heeft niet mogen baten, want de woonwijk moest eraan geloven de laatste 25 jaar. Nog geen 25 jaar oud vielen de honingraadflats ten prooi aan de sloophamer. Het project was voor veel mensen mislukt. Maar zijn het niet heel andere fouten die gemaakt zijn bij de Bijlmer? En heeft deze wijk wel een kans gekregen?

Het lijkt er vaak op dat Nederlanders een duidelijk oordeel hebben over wat schoonheid is. Temidden van krakkemikkige woningen in een overvolle binnenstad, bijvoorbeeld. En moet iedereen echt aan een gracht wonen midden in Amsterdam. Net als het oordeel dat veel mensen klaarhebben over Almere. Het zijn plaatsen waar je blijkbaar niet trots op mag zijn.

Daan Dekker: De betonnen droom: over de Bijlmer en zijn eigenzinnige bouwmeester. Amsterdam: Thomas Rap, 2016. Prijs: € 19,99 (paperback). ISBN 9789400404731. 366 pagina’s.Bestel

28 april 2017

Intermezzo - #fietsvakantie

Het maakt mij weemoedig. Terugdenkend aan het plotselinge afscheid dat ik nam van het koor in Langeveen. Het kerkbestuur wilde met mij afspraken maken, maar ik voelde mij beknot.

De motivatie verdween. Ik moest weg bij de krant en het moment dat ik een andere baan kreeg, ver weg, heb ik aangegrepen afscheid te nemen van het koor. Zonder ze nog een keer te ontmoeten, verdween ik. Het niet is niet altijd makkelijk afscheid te nemen.

Thuisgekomen ga ik op zoek naar het koor van Langeveen. Ik lees van de leden die er niet meer zijn. Een groot interview met de koorleden, waarbij ze allen die er niet meer zijn.

De dirigent Nico is overleden, vrij snel nadat ik het koor verliet. Gestreden tegen een ernstige ziekte, overwonnen, maar dan ineens is het afgelopen.

Of Theo, die mij naar Langeveen haalde. Hij is er ook niet meer. Het maakt mij nog weemoediger dan ik al ben. Hoe zou het gegaan zijn als ik gebleven was. Zou het orgel nog weleens bespeeld worden?

De foto ziet er gelukkig uit en ik herken nog een paar gezichten. Hoe ik weer verder gegaan ben en zij weer. Mensen achterlatend die hun eigen weg hebben gevonden. Het kerkkoor van Langeveen. Het heeft een warm plekje in mijn hart. Al heb ik best wel ruw afscheid van ze genomen.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

25 april 2017

Veelstemmigheid

De Russische literatuurwetenschapper Bakhtin noemt het heteroglossia in de roman, veelstemmigheid. Ik was helemaal vol van deze literatuurwetenschapper tijdens mijn studie Algemene Literatuurwetenschap in Leiden. In zijn roman Het valse seizoen speelt Christiaan Weijts met deze theorie.

Hij heeft de roman letterlijk opgebouwd uit 3 vertellers die elkaar brieven schrijven. De verhalen staan in de basis op zichzelf, maar soms kruisen de verhalen elkaar. Als bij een muziekstuk, zo gaan de stemmen met elkaar op of fungeert de ene stem als contrapunt voor de andere.

Dit is gedaan door de paragrafen in de hoofdstukken af te wisselen met de symbolen voor 3 sleutels zoals ze gebruikt worden in de muziek. Het is de g-sleutel (vioolsleutel), f-sleutel (bassleutel) en de c-sleutel. De eerste 2 sleutels worden bijna altijd gebruikt in de muziek. De c-sleutel is iets zeldzamer. Deze stem is dan ook bestemd voor Nadège. Zij laat zich wat minder goed in een sleutel passen.

Aanvankelijk lopen de verhalen nog best uiteen. Als lezer zoek je de verwantschap tussen de verhalen en de stemmen. Later gaat het veel meer in elkaar op. De bijzondere verhalen van het stel Camiel en Nadège krijgen daarmee een mooie aanvulling in het verhaal van de componist Pablo Sleedoorn.

Daarmee heeft Christiaan Weijts op een toegankelijke manier de literaire theorie van Michael Bakhtin verwerkt in zijn roman. De stemmen klinken zoals in de moderne roman, maar het is geen kakofonie. Juist de 3 aparte stemmen, maken deze roman tot een evenwichtig ensemble van 3 muzikanten.

Christiaan Weijts: Het valse seizoen. Roman. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2016. ISBN: 978 90 2950 5215. Pagina’s: 454. Prijs: € 23,99. Bestel

24 april 2017

IJsvogeltje

De ijsvogel heeft een mooie rol in Christaan Weijts roman Het valse seizoen. De vogel staat afgebeeld op de vioolkoffer van Nadège. De ijsvogel staat symbool voor zuiverheid en schoonheid. De violiste Nadège is ook de zuiverste muzikant in de roman. Zij vliegt haar eigen weg en kiest ook voor zichzelf.

Ik had je mee moeten noemen. Iets. Iets had ik moeten doen. Ik heb een inzet gemist. Misschiein hoefde ik alleen maar jouw naam te noemen. Misschien was dat voldoende geweest. Nadège! De ijsvogel die alweer weg is als je roept: een ijsvogel. (70)

Ze is daarmee ongrijpbaar en de verteller weet haar mooi te vatten. Ze laat zich niet zomaar pakken. Ze kiest haar eigen weg en weet daarmee haar oorspronkelijkheid te behouden. Juist het willen vastleggen en niet durven loslaten van de muziek, is de handicap van de violist Camiel.

Ze blijven daarmee om elkaar heencirkelen. Al hebben ze meer verwantschap dan ze denken. Hun verleden ligt dichter bij elkaar dan het zo lijkt. De muziek verbindt ook hier. Muziek is de grote verbinder in deze roman van Christiaan Weijts.

Juist muziek spreekt een verbindende taal. Daar verwijst Nadège ook naar als Camiel haar vraagt naar de ijsvogel op haar vioolkoffer. Ze heeft de afbeelding uit het Prado. Het herinnert haar aan de demonstraties op Puerto de Sol. Ze liep mee met de Indignados.

Christiaan Weijts: Het valse seizoen. Roman. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2016. ISBN: 978 90 2950 5215. Pagina’s: 454. Prijs: € 23,99. Bestel

23 april 2017

Dichter in Genua

Als het schip Titanic in de haven van Genua aanmeert, legt de verteller van de roman Het valse seizoen een leuke link met de werkelijkheid. 1 van de 3 personages, de componist Pablo Sleedoorn gaat van het schip af en bezoekt meteen een beroemde Nederlandse dichter.

Het is natuurlijk Ilja Leonard Pfeiffer die vorig jaar zijn imposante brievenboek over Genua uitbracht. En in 2014 met de roman La Superba over zijn geliefde Italiaanse stad nog de Libris literatuurprijs won.

Ik heb met Pablo een ommetje gemaakt en een bordje pasta gegeten op het Piazza delle Erbe waar we gezelschap kregen van een dikke langharige dichter uit Nederland die Pablo vroeger gekend had en die hier bleek te wonen.
‘Ah, kijk eens aan!’ klonk de bronzen basstem vanonder een luifel. ‘Pablo Sleedoorn… Wat een genoegen om jou hier te zien.’ (368)

Voor Camiel roept Genua herinneringen op aan de film over Paganini. Hij speelt hierin de vingerzettingen die de actueur Paolo Masterelli niet machtig is.

In de smalle stegen bij de haven rook het afwisselend naar voedsel, urine en schoonmaakmiddelen. (367)

De sfeer van de roman en het brievenboek van Ilja Leonard Pfeiffer ademt dit fragment slechts gedeeltelijk. Je proeft hier wel de fascinatie van de Nederlandse dichter voor deze rauwe stad. Dit is niet het Italië dat de meeste mensen kennen, merkt de verteller op. De steegjes in deze stad hebben dezelfde atmosfeer als de stegen rond de Amsterdamse Zeedijk.

Christiaan Weijts: Het valse seizoen. Roman. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2016. ISBN: 978 90 2950 5215. Pagina’s: 454. Prijs: € 23,99. Bestel

22 april 2017

Fantaseren over de werkelijkheid

Christiaan Weijts integreert in zijn romans de hedendaagse werkelijkheid op een bijzondere manier in het verhaal. Zo schrijft hij in Euforie over een aanslag in Den Haag, waarbij hij refereert naar aanslagen in Madrid en Londen.

De nieuwste roman Het valse seizoen biedt veel ruimte voor de aanslag in Parijs op het cartoonistenblad Charlie Hebdo. Deze gebeurtenis krijgt een plekje voor het personage Nadège. Een foto van haar circuleert op de voorpagina van Libération en krijgt daarmee een heldenrol.

Daar stond ze, Nadège. Met haar viool het middelpunt van de verzamelde menigte op de place de la République. Met haar warmrode altviool als enige kleur in die zwartgeklede massa met hun zwarte JE SUIS CHARLIE-bordjes. (207)

Ze staat daar en speelt. Muziek verbindt. Het gebeurt rond de tijd dat ze wordt uitgenodigd om op de gereconstrueerde Titanic mee te komen spelen in het ensemble. De foto op de voorpagina in de krant is de reden voor de dirigent om haar aan te nemen. Hij neemt er Camiel maar voor lief bij in het orkest op het cruiseschip.

De bouw van dit schip heeft Christiaan Weijts evenmin verzonnen. Het is een serieus initiatief van de Australische miljardair Clive Palmer. In 2018 moet dit schip klaar zijn en de route varen die het in 1912 voor het eerst voer.

Naast de aanslagen in Parijs, spelen ook de ramp met vlucht MH17, de onthoofdingen in de woestijn door Islamitische Staat en de Zwarte pietendiscussie een rol in de roman. Het zijn actuele dingen die Christiaan Weijts op een originele manier uitlicht. Net als dat de personages rondlopen met mobieltjes en elkaar whatsappen.

Christiaan Weijts: Het valse seizoen. Roman. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2016. ISBN: 978 90 2950 5215. Pagina’s: 454. Prijs: € 23,99. Bestel

21 april 2017

Langeveen - #fietsvakantie

We beginnen aan de terugreis naar Almere. De motivatie is sterk. De gezellige verjaardag maakt het verlangen naar huis groot. Alles ingepakt, vertrekken we in de richting van het dorpje Langeveen.

We waren 2 dagen geleden al een aardig eind op weg. We fietsen voor een deel dezelfde route. Nu fris en fruitig. Het dorpje ligt niet zo ver weg.

Aan het eind van het dorp, echt op de rand, staat het kerkje waar ik organist was in 2004 en 2005. Ik maakte een heel kerkelijk jaar mee. Een koorlid was erg begaan met het Maarschalkerweerd-orgel dat er stond en wilde dat dit pijporgel weer bespeeld werd.

We stappen het kerkje binnen. Ik word geraakt door melancholie. Het smalle trapje omhoog naar het orgel. Ik durf het niet op. Van beneden uit de kerk zie ik dat er een groot elektronisch orgel voor het pijporgel staat. De wens van Theo is niet vervuld.

Ik vertel Doris over het koor dat ik begeleidde. We gaan even zitten op een bankje, steken een kaarsje aan en vertrekken weer. De warme zomerdag stappen we binnen. Verder langs de moerassen op weg naar het klooster van Borculo.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

17 april 2017

Het valse seizoen

Een heuse muziek-roman is Het valse seizoen van Christiaan Weijts. De roman draait om 3 personages die elk hun eigen verhaal vertellen. Soms komen ze elkaar tegen, spelen met elkaar mee, soms vormen ze de tegenstem of laten een dissonant horen. Het is een heus kwartet dat je leest in deze roman.

In zijn debuutroman Art. 285b heeft Christiaan Weijts ook al een muzikant opgevoerd, de pianist Sebastiaan Steijn. Hier speelt de muziek van Scarlatti een belangrijke rol. In de grote architectuurroman Euforie voert Weijts een architect op.

Het draait in deze romans om het creëren, het maken van kunst. Het maken van muziek is natuurlijk wel een eigenaardige variant hierbij. Vaak is de muzikant niet de schepper, maar geeft een interpretatie van een werk. Hij speelt van papier en geeft betekenis aan de noten die op papier zijn gezet. Hierin onderscheidt de muzikant zich juist van de architect. Deze maakt een gebouw op papier en bemoeit zich soms helemaal niet met de verwerking ervan in de werkelijkheid.

In Het valse seizoen appelleert de muzikante Nadège op haar altviool tegen de uitvoering van papier. Zij schept er juist genoegen in om muziek uit het hoofd te spelen. Niet zozeer het improviseren van melodieën, maar het naspelen van de muziek zoals ze die eerder geleerd heeft.

De Parijse violiste Nadège vormt een mooi tegenwicht met Camiel. Camiel is violist in het Corretto Kwartet. Hij speelt letterlijk tweede viool en voelt zich hoe langer hoe meer buiten het ensemble staan. Hij leidt aan het begin van de roman aan een bijzondere kwaal: hij is ongevoelig geworden voor muziek.

Soms is het alsof ik door een omgedraaide verrekijker ons kwartet gadesla. (26)

Hij doet opeens andere dingen in de interpretatie van de muziek. Midden in een uitvoering, geeft hij een andere weergave dan afgesproken. Die houding helpt Camiel niet om beter in het kwartet te kunnen spelen. Als hij bij een liveopname zijn partituur vergeet en uit het hoofd moet spelen, vergeet hij 10 maten. De relatie is onherstelbaar beschadigd:

Zonder partituur: trapezekunst zonder vangnet. Wat de live-performance al aan extra spanning had opgeleverd vermenigvuldigde mijn verdwenen partituur nog eens met een factor tien. Het was onuitstaanbaar dat de anderen zich blind hielden voor die prestatie. (99)

Het veroorzaakt de onvermijdelijke breuk van het legendarische kwartet waarin Camiel speelt. Samen hebben ze succesvol getoerd over de hele wereld met hun eigenzinnige interpretaties. Camiel speelt mede dankzij het kwartet op een mooi authentiek instrument: een Landolfi uit 1764. Dit instrument begrijpt hem en kent zijn stemmingen, verlangens en angsten. Hij moet het na het uiteenvallen van het kwartet weer inleveren bij het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds.

Christiaan Weijts: Het valse seizoen. Roman. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2016. ISBN: 978 90 2950 5215. Pagina’s: 454. Prijs: € 23,99. Bestel

16 april 2017

De laatste zin - #50books

De laatste zin, de 16e boekenvraag. Een laatste zin die mij altijd is bijgebleven komt uit Gerard Reves roman De Avonden. Het is eigenlijk de voorlaatste zin, voordat de hoofdpersoon Frits van Egters zich laat vallen op bed en in slaap valt.

De laatste alinea luidt:

Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. ‘Het is gezien’, mompelde hij, ‘het is niet onopgemerkt gebleven’. Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap. (222)

Een heerlijke zin, kenmerkend voor Gerard Reve. De verteller gebruikt hier de litotes, de stijlfiguur van de dubbele ontkenning. Een stijlfiguur waar vooral de Engelsen goed in zijn.

Over de laatste zinnen. Vaak ligt het accent op de eerste zin van een roman, maar bij het zoeken van een universiteit bezocht ik Nijmegen. Ik wilde dolgraag in Nijmegen gaan studeren en kreeg een dag lang colleges.

Als onderdeel bij het middageten, kregen we een quiz met een aantal laatste zinnen uit romans. We moesten raden uit welke roman de betreffende zin kwam. Daartussen stond ook deze zin van Gerard Reve. Ik was er best goed in en ging zelfs met het prijsje naar huis.

Zo geniet ik regelmatig nog van deze laatste zin. Minstens zo belangrijk in een boek als de eerste zin. Is de eerste zin voor een roman de paukenslag aan het begin. De laatste zin hoort een mooie slag te zijn aan het einde van het concert.

Iets wat Gerard Reve heel mooi doet in De Avonden

15 april 2017

Tournemire in Doesburg

De 7 orgelkoralen bij de woorden van Jezus aan het kruis. De meditaties die de Franse componist en organist Charles Touremire (1870 – 1939) bij de laatste woorden van Jezus, schreef zijn indrukwekkende passiemuziek.

7 verschillende zinssneden

Als je alle evangeliën bij elkaar neemt, kom je op 7 verschillende zinssneden. Ik maakte met deze bijzondere compositie van Charles Tournemire bijna 25 jaar gelden kennis. Ze werden uitgevoerd op het net gerestaureerde orgel in de Sint Servaas van Maastricht door een onbekende organist. Ene Marc Brefield, zoals ik uit de woorden van Kro-presentator Jos Leussink hoorde.

Het aantal uitvoeringen in de paasperiode in Nederland van Tournemires Sept chorales-poèmes pour les sept dernières paroles de Xrist, op. 67 uit 1935 is minimaal. Een aantal jaren geleden voerde de Haarlemse organiste Gemma Coebergh regelmatig dit imposante muziekstuk uit. Ik hoorde het imposante muziekstuk voor het eerst live in 2013 in het Orgelpark, uitgevoerd door Tournemire-adept Tjeerd van der Ploeg.

De uitvoering van Wilbert Berendsen in de Grote of Martinikerk in Doesburg is veelbelovend. Zodoende reis ik met mijn vader af naar Doesburg voor het concert dat op Goede Vrijdag om 21 uur begint. Een handjevol mensen in de koude kerk. Als de verwarming aangaat, raakt het orgel snel ontstemd wat de luisterkwaliteit weer niet ten goede komt. Ik vind het niet zo erg.

Verdwenen programmaboekjes

De programmaboekjes met achtergrondinformatie zijn ook op een raadselachtige manier verdwenen, daarom geeft concertant Wilbert Berendsen vooraf mondelinge toelichting. Het is zeker een interessant product van zijn tijd. De ontstaanstijd, in het Parijs van 1935 met andere spelers als Louis Vierne en Charles Widor. De laatste was zijn leraar. Daarnaast namen als Marcel Dupre en Olivier Messiaen.

Deze beide laatste organisten halen veel inspiratie uit het werk van Charles Tournemire. De beide organisten zijn vaak naar de missen geweest die Touremire begeleidde op zijn orgel in de Basilique Sainte-Clotilde. Of zoals Wilbert Berendsen het zei: ‘Als hij nog zou leven, zou ik zeker even naar Parijs zijn gegaan om te luisteren.’

De muziekstuk van Charles Tournemire is natuurlijk voor het Frans-symfonisch orgel bedacht en het orgel in Doesburg is de Duitse tegenhanger hiervan. Toch ben ik erg onder de indruk hoe deze muziek in Doesburg klinkt. Wilbert Berendsen heeft ook erg veel werk gemaakt van de registraties. Hij laat het instrument op alle mogelijke manier horen.

Symfonische gedichten

Elk koraal is een symfonisch gedicht waarin de meditatie voorop staat. Ieder kruiswoord krijgt daarmee een prachtige vertolking in de koralen van Charles Tournemire. Hierbij speelt het Gregoriaans slechts een licht verwijzende rol. De motieven zijn wel door alle 7 koralen verweven en klinken melancholisch, dramatisch en ingetogen tegelijk.

In zijn uitvoering is Wilbert Berendsen niet altijd even zorgvuldig, maar dat vergeef ik hem. Hij weet namelijk wel de juiste snaar te raken: hij roept in de protestantse kerk van Doesburg heel mooi de mystieke sfeer van Tournemire op.

Ingetogen laatste delen

Met name in het fluitenspel of de zeer ingetogen laatste delen, waar je als luisteraar meer en meer meegaat in het hoofd van een stervende. De doodstrom roffelt door de gewelven in de diepe pedaaltonen. Daarbij de geliefde registercombinatie van Charles Tournemire bestaande uit vox humana (een Frans model in Doesburg), voix celeste en tremulant, met vaak een bourdon en gambe. En Doesburg heeft mooie tremulanten: voor elke emotie 1.

De combinatie van het grote orgel met de ruimte helpen mee om het muziekstuk zijn diepere lading mee te geven. De hoge fluiten in combinatie met de diepe pedaaltonen, waarbij het geluid echt door de gewelven cirkelt als een heuse wervelwind. Het draagt bij aan een mooi concert op een bijzondere avond. De donkere kerk helpt verder mee aan de mystiek. En zo voel je op deze avond even verbonden met allen die er zijn en die er niet meer zijn.

14 april 2017

De 7 kruiswoorden in improvisaties en gedichten

Ik was er al een tijdje mee bezig, langzaam alles bij elkaar spelend, improviseerde ik op mijn harmonium over de 7 verschillende kruiswoorden. De woorden die Jezus zou hebben uitgesproken toen hij aan het kruis hing.

Voor de componist Charles Tournemire is het een inspiratiebron geweest. Het leverde een muzikaal portret op van meer dan een uur aan muziek. Vanavond bezoek ik een concert in Doesburg. Al voorbereidend maakte ik vandaag 7 gedichten op mijn blog wolkenhemel en publiceerde de bijbehorende improvisaties.

Niet allemaal even geweldig. Ik heb zelfs vandaag nog 2 nieuwe gemaakt. Wel een prachtige manier om mij voor te bereiden op het concert dat ik vanavond bezoek.

7 gedichten over 7 kruiswoorden

  1. Geen idee
  2. Alles komt goed
  3. Achteloos vol
  4. Onverlaat
  5. Liefde
  6. Volbracht (vanaf 18 uur)
  7. Toekomst (vanaf 19 uur)

Beluister de bijbehorende improvisaties

Speellijst van improvisaties

Molens - #fietsvakantie

We nemen een potje jam mee dat langs de weg in Oormarsum wordt verkocht. De herinneringen aan de tijd dat ik met Inge regelmatig naar Ootmarsum ging, borrelen weer sterk naar boven. Laten we daarom de herinnering compleet maken en naar de Molen van Bels gaan.

We rijden erheen. Het ligt achter Ootmarsum, tegen de Duitse grens aan. De telefoon zwiept heen en weer van Duitsland naar Nederland. Bij de molen is overigens een prachtig informatiecentrum over dit bijzondere gebied van Nederland.

De grond is best uniek hier. Zoals we later zullen ontdekken is hier in de buurt ook de afdruk van een man gevonden. De Man van Mander lag in een grafheuvel. Als grafgift lag ernaast een vuurstenen mesje.

Wij bezoeken de watermolen die hier staat. Onderwijl vertellen we over de tijd dat wij hier liepen aan het begin van onze verkering. Dat we met Sientje hier een wandeling maakten. Het ezeltje dat een stuk van Inges jas opat en de pannenkoeken die we hier aten.

Daarom eten wij hier ook een heerlijke pannenkoek. Dat is nog eens een verjaardagsmaal. Inge kan niet meer te lang blijven. De honden wachten thuis op haar. Daarom rijden we eerst naar de camping. We verdwalen nog omdat ik een verkeerde afslag nam waardoor we ineens in Duitsland reden. We maken snel rechtsomkeer en dan is daar eindelijk de camping.

Het einde van een heerlijke verjaardag. Het afscheid van Inge valt best zwaar. Het was een ontzettend leuke verjaardag. We zullen haar snel achterna gaan en hopen over 2 dagen in Almere aan te komen. Op de fiets natuurlijk.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

11 april 2017

Dichter én lezer van gedichten

Naast het laten zien hoe de dichter te werk gaat, geeft Remco Campert in zijn bundeling columns Zonder roken bij mij geen poëzie een prachtig beeld van de poëzie. Niet alleen zijn eigen gedichten spelen een rol in de columns. Het is maar een heel klein deel van de informatie die hij deelt met zijn lezers.

In de 49 columns laat Remco Campert vooral zien hoe mooi poëzie is. Dat gedichten onderdeel uitmaken van zijn leven. Niet alleen de productie ervan, maar vooral het lezen van gedichten. Geen dag zonder poëzie. Wat dat betreft is poëzie net als de sigaretten die hij opsteekt. Hij kan er geen moment zonder. Het inspireert hem en ze laten hem zien wat schoonheid is.

Zoals hij schrijft over de dichter Hans Verhagen:

Naar mijn onbescheiden mening is hij met Lucebert de grootste moderne Nederlandse dichter. In mijn gedicht ‘De dichter’ luiden de slotregels:

dan heb je
een clusterbom van woorden
een explosie van letters
maltraiteert het oog

ten slotte verschijnt
die reddende engel gehavend
maar vleugels nog intact
de dichter Hans Verhagen (12)

De zoektocht naar schoonheid geeft Remco Campert in elke column. Elke bijdrage staat hij stil bij 1 of meerdere wonderlijke gedichten. Hij plaatst ze in het patroon van de lezer. Hij demonstreert aan de hand van gedichten van Hans Lodeizen, Gerrit Kouwenaar, Lucebert, Hugo Claus, Johnny van Doorn, Hans Verhagen of Allan Ginsberg.

Allemaal gedichten die hij uitvoerig bespreekt en van opmerkingen voorziet. Hij plaatst de poëzie daarmee in het alledaagse leven. Alsof hij een verhaal vertelt en een sigaret opsteekt. Met die alledaagsheid geeft Remco Campert de plek aan poëzie die het verdient: temidden van alledag, tussen het slapen, eten, werken en vrijen door.

Vlog over Camperts columns

Remco Campert: Zonder roken bij mij geen poëzie. Columns. Amsterdam: De Bezige Bij, 2016. ISBN: 978 90 2349 8506. 160 pagina’s. Prijs: € 16,99.Bestel

10 april 2017

Een kijkje in het hoofd van de dichter

Remco Campert heeft nooit in het hoofd gehad dat hij dichter wilde worden. Er waren opeens gedichten en de dichter was geboren. Dat vertelt hij in 49 columns over poëzie. Het boekje heet: Zonder roken bij mij geen poëzie. In deze bijdrages geeft hij een inkijkje in het hoofd van de dichter. Vooral hij laat hij zien dat poëzie overal is. Het levert niks op:

Maar mijn gedichten hingen rond op straathoeken en bij bushaltes en op andere plekken waar het aardse leven zich afspeelt. Armoedige kwanten met een volwaardig innerlijk leven. Ze schamen zich niet. Ze worden s nachts geboren in het donker, bloeien op in de ochtendzon. (127/128)

Dichten is mijmeren. De dichter is een onmaatschappelijke mijmeraar. De poëzie ontstaat uit de leegte. Het overkomt je. Al laat Remco Campert in zijn bijdrages zien dat een gedicht er niet altijd uitkomt zoals hij zou willen. Dan blijft het hangen en komt niet tot wasdom.

Dan gaat hij naar buiten en komt vanzelf het gedicht tegen dat in zijn hoofd zit. Het ontstaat zo mijmerend buiten. Dat zijn de bushokjes waarin ze zich verschuilen. Remco Campert is niet een dichter die de poëzie achter het bureau bedenkt, maar buiten ontdekt. Het is de raadselachtige inspiratie waar zoveel dichters geheimzinnig over doen.

Zijn bundel Zonder roken bij mij geen poëzie levert een mooi inkijkje op. Waar rook is, is het vuur van de inspiratie. Voor Remco Campert zijn de 2 onlosmakelijk met elkaar verbonden. Net als de jazz en waar deze bundel van 49 columns overstroomt. Een prachtig document voor iedereen die een glimp wil opvangen van het bijzondere proces dat dichten heet.

Vlog over deze bundel van Remco Campert

Remco Campert: Zonder roken bij mij geen poëzie. Columns. Amsterdam: De Bezige Bij, 2016. ISBN: 978 90 2349 8506. 160 pagina’s. Prijs: € 16,99.Bestel

08 april 2017

Hyperrealisme

Het museum aan de andere kant van het Rotterdamse Museumpark, wat een heerlijke tegenhanger is van het Museumplein in de hoofdstad, is de Kunsthal. Het staat naast het Natuurhistorisch museum in Rotterdam wat op haar beurt de beroemde ‘Dominomus’ in zijn collectie bevat.

Wij stappen de Kunsthal binnen, vooral op zoek naar de tentoonstelling over het Hyperrealisme. Het vormt een mooi contrast tegenover de tijdelijk tentoonstelling in het Museum Boijmans Van Beuningen met surrealistische schilderijen.

Het Hyperrealisme is een Amerikaanse stroming. Dit zijn schilderijen die heel waarheidsgetrouw lijken. Het lijken wel foto’s, soms bezitten de schilderijen dezelfde gladde laag als het glanslaagje op een kleurenfoto.

De compositie oogt als een alledaags tafereel van de straat. Het zijn namelijk bijna allemaal beelden van de stad en de straat. Een heus pretpark, een huis dat in de sneeuw staat of een druk kruispunt met auto’s wachtende bij het stoplicht en haastige wandelaars op weg naar het werk.

Zeker, er zijn uitzonderingen. Het levensgrote schilderij van een man in achter zijn bureau. Of een reusachtig gebakken ei. Een enorme hamburger op tafel, naast een zoutpotje en fles ketchup. Deze schilderijen zijn weer zo uitvergroot, dat het wel weer onrealistisch wordt. De hamburger en de erop liggende dressing verandert in een abstract schilderij.

De grap vindt plaats als je een foto maakt van deze schilderijen. Dan lijkt het schilderij opeens in een foto te transformeren. Een aparte gewaarwording. Van de beelden als je het schilderij van heel dichtbij bekijkt en ziet dat het geschilderd is en niet een foto is. Op de foto verdwijnen deze details weer.

Misschien is dat wel hyperrealisme. Zo realistisch dat het weer ongewoon wordt en verandert in een saaie foto. Alleen het origineel kan je nog overtuigen dat het echt een schilderij is.

Ongevoelig voor muziek

Het personage Camiel zegt aan het begin van Het valse seizoen dat hij ongevoelig geworden is voor muziek. De muzikant verliest zijn binding met de muziek die hij maakt. Het bedreigt dan ook het kwartet waarin hij speelt.

Grote inspiratiebron voor deze ongevoeligheid is het meisje Nadège. Camiel hoort haar spelen bij de Parijse metro. Het zet zijn wereld op zijn kop:

Hier stond een vrouw, jong, vijfentwintig of zo, en beroerd speelde ze allerminst. Er was iets vreemds aan haar spel, iets – dat was het eerste woord dat er in me opkwam – alarmerends. Van dichtbij was haar klank uitgesproken warm en secuur gefraseerd, maar af en toe gaf haar instrument een rare, beklemmende snik, die de huid van mijn nek liet samentrekken, ook al zong meteen daarop alles weer glaszuiver. (12)

De verwarring die deze ontmoeting veroorzaakt, is de bron voor deze roman. Christiaan Weijts weet hiermee een sfeer op te roepen zoals ik dat ken uit Doktor Faustus van Thomas Mann.

Dit boek las ik tijdens mijn studie. Het behandelt eveneens het dilemma tussen kunst en kitsch. De keuze tussen populariteit en eigenheid. Ben je als kunstenaar om de mensen te vermaken of is wat je maakt helemaal voor jezelf? Een duivels dilemma. Speel je waar je zelf van kunt genieten of speel je wat je publiek wil horen?

Christiaan Weijts geeft het verhaal van Thomas Mann een mooie eigentijdse invulling. Hierbij integreert hij dingen uit de hedendaagse werkelijkheid op een spannende manier in de roman. Bijvoorbeeld het krankzinnige idee om de Titanic op ware grote na te bouwen en met dit cruiseschip de wereld rond te varen.

In de roman van Christiaan Weijts ontmoeten de personages elkaar op dit schip. Ze zijn daar letterlijk onderdeel van een ensemble dat op het schip de muziek uitvoert op authentieke instrumenten uit de tijd van de bouw van het schip.

Naast de 2 muzikanten Nadège en Camiel is er namelijk ook de componist Pablo Sleedoorn. Camiel heeft vroeger een summerschool bij hem gevolgd. Het is een prachtig verhaal vol jeugdige passie en begeerte. Hoe erotiserend muziek werkt, maar hoe het samenspelen elkaar ook jaloers maakt en waanzinnig.

Christiaan Weijts: Het valse seizoen. Roman. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2016. ISBN: 978 90 2950 5215. Pagina’s: 454. Prijs: € 23,99. Bestel

07 april 2017

Paaskerels - #fietsvakantie

Ootmarsum zelf is ook een verwijzing naar oude culturen. Helaas is de kerk dicht. Ik had hem graag vergeleken met de kerk van Oldenzaal. Minder mystiek, maar zeker ook indrukwekkend is dit godshuis.

Ook hier zijn de fundamenten Romaans, later wel sterk verbouwd, maar het Bentheimer zandsteen waaruit deze kerk is opgebouwd, komt zeker ook imposant over. De toren is mooi opgebouwd met veel Romaanse elementen erin.

Het beeld van de Paaskerels dat voor de kerk staat. Het Vlöggeln waarbij 8 vrijgezelle mannen op Eerste Paasdag dwars door de huizen lopen. Ze voeren een lange slinger van mensen aan door de straten en huizen van Ootmarsum.

Zo sluit Doris aan naast het beeld van de Paaskerels. Ze heeft mijn Redmond petje maar even opgedaan als bewijs dat ze net zo’n kerel is. Het is een geëmancipeerde vorm die in het gebruik van Ootmarsum nog niet is doorgedrongen.

Al heb ik mij laten vertellen dat de 8 Paaskerels bij gebrek aan vrijgezelle mannen niet allemaal vrijgezel zijn. Een vrouw in de rij zou een mooie aanpassing van een eeuwenoud gebruik zijn.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

04 april 2017

Surrealisme

Op de eerste etage, daar is de grote wisseltentoonstelling over Surrealisme in het Museum Boijmans Van Beuningen. De kunst uit de eerste helft van de 20e eeuw met vertegenwoordigers als Dali, Miro en Magritte.

De smalle pijpenlade in het midden is van zichzelf al surrealistisch. Ik kijk met verwondering naar de massa mensen die zich in dit smalle deel van de ruimtes heeft samengeklonterd. Vanzelfsprekend hangen hier de mooiste schilderijen.

Centraal staan niet alleen de Surrealisten, maar ook de verzamelaars. Wat te denken van mensen als Roland Penrose of het echtpaar Ulla en Heiner Pietzsch. Mensen die groot op wand staan afgebeeld. Ze zijn het mooiste als ze midden tussen hun collectie zitten.

De liefdesrode bank van Dali, verbeeldend de lippen van Mae West. Je zou er zo op willen zitten, liggen en rollen in de zachte lippen. Het is een bank, maar mijn hoofd maakt er een liefdesnestje van. De beminnelijke lippen nog dicht voordat ze de kus zullen geven.

Of het meisje met het springtouw. Van veraf overweldigend door de oranje woestijn waarin ze staat. Als je dichterbij komt, krijgt het schilderij een totaal andere werking. De mensen die in de woestijn lopen, de gebouwen in de verte. Het is een heel ander schilderij geworden waarbij het silouet van het touwtjespringende meisje midden in de woestijn alle aandacht trekt.

In de pijpenla – het is geen pijp – hangen prachtige werken van Ernst, Dali en Margritte. Vooral de surrealistische schilderijen die helder en in felle kleuren zijn, komen het sterkste over. De vrouwen waarvan de haren veranderen in struiken, trekken je het schilderij ‘L’Appel de la Nuit’ van Paul Delvaux in. Hier vloeit het werk mooi over met voorgaande schilders als Toorop naar het surrealisme. Zulke overgangen waarin de natuur terugkomt, herken ik in deze schilderijen.

Niet alles komt even surrealistisch over. Wat van de tram die door de straat rijdt waar schaars geklede dames achter het raam zitten? Ik weet niet wat surrealistisch aan dit schilderij van Paul Delvaux uit 1939 is, maar misschien kijk je er anders aan in een tijd waarin je veel naakt ziet.

Het boekje bij de tentoonstelling meent dat röntgenfoto’s laten zien dat op de plek waar de tram rijdt, een naakte vrouw stond en dat haar sporen nog altijd zichtbaar zijn. Niet te zien.

Dat levert een tentoonstelling van surrealistische schilderijen zeker op: de indruk dat alles wat je ziet in je hoofd gevormd wordt. Het is niet wat het lijkt, het is slechts een afbeelding van de verbeelding. Die bewustwording overkomt je zeker bij deze fraaie tentoonstelling in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.

03 april 2017

Labyrint Boijmans Van Beuningen

Museum Boijmans Van Beuningen lijkt misschien het meeste op een labyrint. Een kunst-labyrint. Het museum is opgebouwd als een klassiek klooster. Het is gevormd rond 2 binnenplaatsen, waaromheen de kunst in kloostergangen gegroepeerd is.

Het is een labyrint ontdekken we vrijwel meteen als we vanaf de garderobe de eerste zalen binnenwandelen. Want waar is wat? Een enorme kaart van de wereld als kantklos hangt aan de muur. Het is niet wat het lijkt, niet kant, maar heel dun porselein.

De kunstenares ontdekte dat de vereiste techniek voor kantklossen jaren duurt en vond porselein bakken als alternatief. Net zulke dunne reepjes, maar in een paar uur te leren. Het effect is mooi. Net als de met behulp van digitale techniek kaart van Brugge. Of de lange bruidssleep.

Prachtige kunst en we kijken aandachtig. Maar moeten we naar rechts of naar links. We slaan de andere kant af en zien een huisje staan. Een groot raam gehuld in een soort plastic. Ik heb het weleens eerder gezien. ‘Iets voor je schrijvershuisje papa’, zegt Doris. Inderdaad, het interieur dat uit een ingebouwd bankje en groot bureaublad bestaat, is klein en geborgen.

Een prima hol om in te schrijven. Alleen vraag ik mij af hoe warm het hierbinnen wordt als het hartje zomer is en de zon vol op het dak schijnt. En ik zie hoe mos en schimmels het dak veroveren en ervoor zorgen dat het helemaal past in de omgeving.

Maar hoe zit het hier in elkaar. We lopen langs het restaurant, groot Chinees porselein. Hoge potten, kleine beeldjes en grappige schotels waar bovenop een vrouw in jurk te zien is, en waar ze achterop de jurk optrekt om haar billen te laten zien.

Het publiek is ook op zoek naar het surrealisme. Een man verzucht: ‘Waar is het surrealisme’.  De muur van de lange gang is opgetrokken in dikke lijnen in rode tinten. Het ziet er heel imposant uit. De gang is daarmee zelf een kunstwerk. De binnentuin bevat een beeld en water. Een vreemd ogende stoel staat ergens in een hoek. Is dit kunst?

De toegepaste kunst is leuk. Een bad in de vorm van een boot. Grappig en functioneel tegelijk. De wand met bolle lampen die spiegelen in allerlei kleurtjes, lijkt regelrecht uit StarTrek te komen. Of het bureau en de boekenkast. Misschien kijken we over een paar jaar hier naar meubels uit de Ikea.