31 maart 2010

Voor schut in de steeg

Ze liep het hoekje om, het steegje in. De telefoon hield ze tegen haar oor gedrukt. De harde wind zou ongetwijfeld de hoorn in blazen. Zo hard dat ze het zelfs weer zou terughoren . Zo gaat dat altijd met mobieltjes in de wind. Haar stem galmde door het steegje. 'Waarom?' vroeg ze hoorn in.

30 maart 2010

Werk in uitvoering

De Amaliastraat wordt omhelsd door hoge huizen. Boven sommige ingangsportalen van de statige huizen hangen vlaggenstokken om de nationale kleuren aan op te hangen als dat nodig is.

Richtingwijzer

De alarmlichten knipperden terwijl het busje over het fietspad reed. De wagen sloeg af, de stoep op en stopte links van het verkeerslicht. Het licht sprong net op rood. De fietsers die zich achter het traag rijdende busje hadden samengeklit, stopten en keken geërgerd in de richting van de chauffeur die net uitstapte.

29 maart 2010

denieuwebibliotheek van Almere


denieuwebibliotheek staat in grote kleine letters op het glas bij de ingang. De woorden 'de' en 'bibliotheek' zijn vetgedrukt, nieuwe staat er als een onwennig woordje tussen. Het accent valt op 'nieuw' boven de ingang. En het is ook nieuw, zeker als je het vergelijkt met de oude bibliotheek, een kleine 100 meter verderop, aan de andere kant van het stadhuis. Vandaag ben ik maar eens naar binnengegaan om mijn boeken terug te brengen en natuurlijk om eens goed rond te kijken. Ik was vorig jaar al eens op 'De dag van de bouw' binnen geweest en was diep onder de indruk geweest.

28 maart 2010

5 tips hoe je de zomertijd overleeft

Het is nogal zwaar die zomertijd. De zomertijd is ingesteld voor energiebesparingen, maar dat lijkt weinig effect te hebben. Toch gaat elk jaar die klok netjes een uurtje vooruit in de laatste nacht van zaterdag op zondag van maart. Dat terwijl zo verschrikkelijk veel mensen een tijdje van de leg zijn. Hier 5 tips van een ex-nachtportier om zo snel mogelijk weer in het gareel te komen.

Gekortwiekt en uitgebaggerd

De tuin zag er ondanks het mooie weer van de laatste dagen nog altijd troosteloos uit. Ik vond het vandaag een moment om even snel de ergste wildernis aan te pakken, voordat het allemaal weer overwoekerd is met groen. Daarom is de bramenstruik gesnoeid en kreeg ook de vlinderstruik er flink van langs. De gekortwiekte planten maken de tuin gelijk een stuk minder troosteloos.

Nieuwe lay-out

Ik heb de blog maar eens een nieuwe vormgeving gegeven. Ik vond dat mijn blog niet echt meer veel uitstraling had en ook niet helemaal qua vormgeving bij mij en mijn onderwerpen pasten. Daarom heb ik vanmiddag een nieuwe vormgeving binnengehaald, die er heel aardig uitziet. Het is in de vorm van een boek, wat best past bij lezen en schrijven.

27 maart 2010

Je bent zo lekker bezig Freek

'Je bent zo lekker bezig Freek', zingt al een paar weken rond op straat of op de werkvloer. De Gamma-reclame in de vorm van een rap is buitengewoon populair. En hij is ook best leuk. Het vertrouwde personage Freek-Willem rapt in het spotje over zijn kluskwaliteiten. En de clou met zijn bekende buurman natuurlijk is te leuk om hier te verklappen.

26 maart 2010

De kat en de Jacobuskerk

Als je midden in het centrum van Den Haag werkt, leer je in de pauze de binnenstad kennen. Vlak achter de Lange Voorhout en de Kloosterkerk, loopt de Parkstraat. In de Parkstraat trekt de neogotische toren van de Sint Jacobuskerk. Een bouwwerk van Pierre Cuypers.

De toren (bovenste 2 geledingen) van de Sint Jacobus van een grotere afstand gezien

Zomertijd

Dit weekend schuift de klok weer een uurtje vooruit. De zomertijd gaat in. Tot eind oktober leven we straks een uur eerder. Ik ben altijd behoorlijk van slag van het schuiven met de kleine wijzer. Mijn biologische klok doet er weken over om weer in ritme te komen.

Het nut van het eerdere uurtje is nog altijd niet bewezen, beweert dagblad De Pers. De energiebesparing die het uurtje zou opleveren, knabbelt weer energie weg aan de andere kant, namelijk de ochtend. Je hebt dan 's avonds wel een uur langer licht, maar 's morgens wordt het een uur later licht. Daarvoor moet ook een lampje branden.

25 maart 2010

Eerste klas

Ze stappen luidruchtig de trein binnen. 'Hier is nog een plekje', roept één. De anderen stortten zich op de lege plekken. 'Zo, en nu een biertje.' Ze zijn het glazen klapdeurtje gepasseerd dat mijn klasse scheidt van hun klasse. Die  opgeschoten jongens kunnen nooit goed zitten. Straks komt een conducteur en die vertelt ze dat ze verkeerd zitten. Allemaal gedoe, opschuiven, tassen weg en benen naar binnen trekken. Ik zie de bui hangen.

Marktkoopman

'Allemaal voor een eurootje per stuk hoor, meneer.' Ik sta iets na achten midden op de boekenmarkt aan het Spui. De zonnestralen warmen de kraampjes op. Een paar morsige mannetje struinen in de rijen boeken die sommige handelaars al uitgestald hebben in hun boekenstalletjes.

Bij een kraam staat een groepje mannen terwijl de handelaar zijn boeken uit de dozen haalt. Aan de andere kant van de kraam staat een bezoeker die de boeken eveneens uit de doos haalt. Daarbij glijden zijn vingers aandachtig over de boekenruggen. Soms houdt hij een boek vast en bladert er snel even in voordat hij het boek laat aansluiten bij de andere boeken.

Bij mij heeft de handelaar zijn boeken ook op de laadklep van zijn transportbusje uitgestald. 'Deze ook een euro meneer.' Hij staat op de laadklep zoals sommige bloemen- en plantenverkopers op de markt hun waar aanprijzen. Dan houden ze zo'n varen omhoog en zeggen erbij 'Voor vijf euro, maar daar krijgt u natuurlijk deze bij mevrouw.' Vervolgens grijpen ze wat viooltjes of afrikaantjes erbij en iedereen trapt erin.

De boekenverkoper is druk in de weer met de reserveband van zijn busje. Hij probeert het grote ronde geval aan een zijkant van zijn busje aan iets op te hangen. Het ding wankelt. Net als de tafel waarop zijn boeken liggen. Hij schudt zachtjes heen en weer, alsof er een zachte aardbeving gaande is. Ik verwacht dat de tafel elk moment in elkaar stort, maar het blijft beperkt door de schuifbeweging.

De zachte prijsjes verleiden mij, net zoals de huisvrouw die met die varen naar huis gaat, terwijl ze thuis al 3 varens heeft staan. Die viooltjes heeft ze ook niet nodig, alleen die afrikaantjes zagen er zo schatig uit. Deze man krijgt mij echter niet verder in verleiding. Hij wijst. Die boeken ook hoor. Hij is compleet hoor, roept hij als ik per ongeluk een deeltje van een 3-delig werk oppak en bekijk.

Ondanks dat loop ik met een volle tas met aantrekkelijke boeken weg. Met in mijn hoofd het idee dat ik inderdaad een goede deal gesloten heb.

Acceptgiro's

Iets na achten, de zon verovert terrein in de stad. De smalle straat waar ik binnenloop laat het zonlicht nog niet toe, maar overal is te zien dat het een mooie dag gaat worden.

Een busje verspert mijn weg. De knipperlichten alarmeren het verkeer dat de bocht inrijdt: hier staat een voertuig stil. De 2 mannen staan voor het pand op de hoek voor een gesloten rolluik. Ze praten met elkaar. Eentje wijst naar het dichte rolluik. Een krant steekt door de tralies naar buiten. 'We hebben met 4 man aan dat ding zitten sjorren', hoor ik hem tegen de andere man zeggen. 'We kregen dat luik gewoon niet omhoog', vervolgt hij. 'En toen we het ding eindelijk uit alle macht een stukje omhoog hesen, gleden er weet ik niet hoeveel acceptgiro's onder het luik vandaan. Echt honderden acceptgiro's. Toen wilde die wel verder omhoog.'

De mannen doen de deuren van het busje open, stappen in en het busje rijdt weg.

24 maart 2010

Ja natuurlijk

Natuur bestaat niet meer in dit land. Een meerderheid van de Tweede Kamer woont in de stad en kent het platteland alleen van zondagmiddag op de fiets. Een natuurgebied bestaat uit een wandeling door de bossen over zorgvuldig aangeharkte paadjes, vlonders over de modderige gedeelten en bruggetjes als een beekje of stroompje het pad van de bezoeker doorkruist.

Een polder noemen we natuur en een natuurgebied wordt keurig in het gareel gehouden. Boswachters en jachtopzieners zijn tuinmannen geworden die water en land van elkaar scheiden en het gras maaien als het te hoog wordt.

Het laatste restje natuur is gisteren verdwenen met het besluit om 's winters runderen en paarden in de natuurgebieden bij te voeren. Een dood dier, dat kan echt niet. Het is een schande dat zo'n groot beest ligt te creperen.

Een scherp contrast met andere massale sterfte. Voor de Q-koorts ruimen we zonder problemen duizenden geiten en het leed van een eekhoorntje of egeltje zal de heren politici een worst wezen. Dat de merels bij bosjes in hun steden stierven, is al die parlementsleden volledig ontgaan.

Nee, dan die grote herten en runderen die hun laatste restje leven uitblazen over de plassen. Zij lijden en dat lijden willen we niet zien. Dat mag niet in ons beeld komen. Bijvoeren en ze op die manier de winter door helpen.

Voor je het weet staan de runderen dicht op elkaar in de wei te grazen en is het verschil met een stuk grasland van een boer, niet meer aanwezig. Dat schijnheilige activisme voor wilde dieren, terwijl 's avonds een stuk biefstuk, een gehaktbal of kipfilet wordt verorberd. Het is geen dierenliefhebberij, maar opperste vorm van regulering van de natuur. Aangevoerd door een partij voor de dieren, en gesteund door stedelingen die niet weten wat natuur is.

Dan spreek ik niet eens over hoe sommigen met mensen omgaan. Nee, dan kun je inderdaad beter een paard zijn in de Oostvaardersplassen.

23 maart 2010

Discreet

De klep van de tas op zijn schoot, sluit hij. De kraag van de jas trekt hij goed en hij staat op. De conducteur roept de halte om. 'Nieuw-Vennep. Station Nieuw-Vennep.'

De trein stopt en de man loopt het gangetje door naar de uitgang. We staan stil op een leeg station, niemand te zien op het perron aan de andere kant. Achter het perron loopt de rails van de hogesnelheidslijn. Over een eigen brug over de weg. Op een metertje of 10 van het perron.

Deinen
Een groepje kraaien heeft zich verzameld in de elektriciteitskabels die boven de rails hangen. Ze deinen zachtjes op de wind die over de hogesnelheidslijn trekt. Hier in de polder waait het altijd. De vogels op de draden beseffen dat en staren de polder in. Ik kijk op de stationsklok, het is iets voor half. Zo rond half vertrekt de Thalys uit Schiphol. Wie weet zie ik de rode duivel langs mij heen trekken. De motoren die op topsnelheid draaien om op te trekken naar die 300 kilometer per uur.

Ik had de intercity naar Schiphol gemist. Iets te enthousiast was ik geweest in de tijd. De vermeende 8 minuten waren te kort geweest om de trein te halen. Hij reed net het station uit, toen ik eraan kwam rennen. Ik zag de achterlichten steeds verder weg van mij af rijden.

Fluitsignaal
De trein staat nog altijd stil. Het meisje bij het raam, kijkt van haar iPhone op. over haar bril tuurt ze de verte in, over de hogesnelheidslijn heen. Een handtasje rust op haar buik. Ze houdt de iPhone met een hand vast, en drukt met haar duim wild op het beeldscherm. Op het tafeltje naast haar staat een plastic tasje. 'Discreet' schijnt door het plastic tasje van de Etos heen. Onder de letters is een plaatje van een uitgeklapt stukje maandverband.

Het fluitsignaal klinkt, de trein gaat weer verder naar Hoofddorp. Als de trein daar aankomt, stapt het meisje op. Ze tilt het 'Discreet'-tasje op van het tafeltje en trekt het handtasje los van haar buik. De jas valt open als ze opstaat. De iPhone glijdt het tasje in. En ze loopt het weg, de gang uit, het perron op. Ze wacht op de trein die daar binnenrijdt.

Vogelpoep
Weer klinkt het fluitsignaal. De trein verlaat het station. Langs mijn raampje rijdt de rode Thalys net de Schiphol-tunnel uit. Het dak van de trein is grijs van de vogelpoep en de ooit zo hippe neus van de trein ziet er troosteloos uit van de smerigheid. Ik zie de achterlichten traag van mij wegglijden. Met een slakkengangetje in de richting van de hogesnelheidslijn die na het station Hoofddorp begint.

Treinapplicatie

Elke treinreiziger wil zijn eigen treinreis managen. Zeker reizigers die vaak hetzelfde traject bereizen op hetzelfde tijdstip. Nu is er een vernuftige applicatie op de iPhone, die een goed reisadvies kan geven. Maar of dit afdoende is?

De applicatie zie je op een treinstation in werking treden. Je moet dan wel even opletten. Als op een overvol perron een groep reizigers heel hard wegrent, zonder dat het omroepsysteem iets omgeroepen heeft, of op de borden iets is veranderd, dan is er iets gebeurd op de iPhone. De iPhone-applicatie reageert namelijk sneller dan het informatiesysteem van de Nationale Spoorwegen.

Lees mijn blog verder op Romae's blog popolo.nl >>

22 maart 2010

Trots op Almere

Iedereen aan wie ik vertel waar ik woon en die Almere verder niet kent, reageert steevast hetzelfde. Als ik vertelt heb dat ik in Almere woon, herhaalt de persoon altijd met een herhaling van de plaatsnaam, met een minzame ondertoon in de intonatie. 'Almere?'

Geen historie
De toon zet het gesprek wel, want degene laat blijken dat hij daar nog niet dood gevonden wil worden. Vervolgens verlangt hij wel dat ik een vloeiend betoog houdt wat nou zo leuk is aan Almere. Het bezwaar dat ik tegengeworpen krijg – het heeft geen historisch hart – is niet te ontkrachten. Inderdaad heeft Almere geen oud centrum. Maar is dat de reden dat er niets te beleven valt?

Tot voor kort was ik erg trots op Almere. In Almere moet je het zelf maken. In Almere is geen eeuwenoud centrum om op terug te vallen. Maar als je zelf actie onderneemt, gaat er een wereld voor je open. In Almere heerst namelijk een ongekende vrijheid en mogelijkheid. In Almere is nog ruimte, in Almere is nog zin en in Almere is alleen maar uitdaging.


Vinex-wijk
Almere wordt door die cynici de stad van de burgerlijkheid genoemd. De afkorting Vinex noemen ze vaak. Eindeloze rijen huizen in troosteloze wijken. Weinig vertier, een leeg buurthuis bij een groot, leeg parkeerterrein. Fietspaden omperkt door vers aangeplante boompjes. En een supermarkt op een verder leeg terrein.

Net als in vrijwel elke nieuwbouwwijk in Nederland, zul je dit inderdaad ook in Almere vinden. En ook ik moet eerlijk bekennen dat ik in grote delen van Almere niet zou willen wonen, net zoals ik niet zou willen wonen in Houten, Zoetermeer, Nieuwegein, Capelle aan de IJssel, Hoofddorp of de echte Vinexwijk Leidsche Rijn bij Utrecht. Op de laatste krijg ik altijd terug: 'Ja, maar je bent wel binnen 10 minuten in het centrum van Utrecht.' Volgens mij kloppen die 10 minuten niet en fiets je er snel twintig minuten over, maar er wordt weer een beroep gedaan op een oud stadscentrum.

Pyjama
Tegen deze kortzichtigheid is wel te argumenteren. Het valt mij op dat zo weinig Nederlanders trots zijn op zoiets als Almere. Veertig jaar terug was daar nog niks, een grote bak water en nu staat er uit het niets een hele stad. De stad wordt volgens de cynici bevolkt door burgerlijke lieden, die slapen in een pyjama en die koffie drinken uit een Senseo-apparaat. Niks geen pioniers en avonturiers, maar saaie, burgerlijke lui die 's avonds SBS6 en RTL4 kijken, in plaats van in het theater. Die op zaterdag vissen in de vaart of schreeuwen bij het voetbalveld om hun zoontje het winnende doelpunt te zien scoren.

Ik heb altijd gezegd dat dit niet waar is. In Almere wonen mensen met een krachtige imborst, verdraagzaam naar elkaar toe en bovenal mensen die het zelf weten te maken. In Almere wonen veel rassen, geloven en standen gebroederlijk naast elkaar. Er heerst geen grote saamhorigheid, maar iedereen verdraagt elkaar en is zelfs bereid iets voor elkaar te doen.

Iedereen stemt PVV
Het is echter niet waar. Ik zat er naast. Ik heb het wel gezegd, maar in Almere woont een groep mensen die PVV stemt. Net als in heel Nederland en het percentage verschilt niet eens zo heel wezenlijk van het landelijke cijfer. Als een groep wespen op een appeltaart, zijn de media op Almere gedoken. Alles is mislukt in deze gemaakte stad. Iedereen stemt PVV en niemand verdraagt iemand nog. Dat in Den Haag ook verkiezingen waren waar dezelfde partij aan meedeed, was niet interessant. Juist Almere, met een flets imago, dat nog zachter is dan boter, juist dat Almere geeft zo'n mooi beeld.

Nu hoef ik me niet alleen meer te verantwoorden waarom ik in Almere woon. Nu moet ik me ook nog uitleggen waarom ik door zoveel PVV-stemmers word omringd.

21 maart 2010

Plunderaars

Inderdaad, de kachel is verdwenen. Vorig weekend kregen we telefoon van de campingeigenaar. Dat er in onze caravan was ingebroken. Naast onze caravan waren in totaal vijf bezocht door de ongenode gasten. Wie het kon wezen, kon ook de eigenaar niet vermoeden. Hij had niks gemerkt in elk geval. We hadden niet direct de tijd om even heen en weer naar Delden te rijden, daarom reserveerden we dit weekend voor een bezoek.

De auto kon dan ook gelijk worden gekeurd bij onze garage die nog altijd in Almelo staat. 2 vliegen in 1 klap. Al had de eerste vlieg ook gewoon mogen wegvliegen van mij.

Koevoet
De auto was door de keuring en Inge ging op onderzoek uit. Ze nam de schade snel op. Het slot was opengebroken met een koevoet, daarna zijn ze de caravan binnengedrongen en namen onze kachel mee, inclusief de reservegasfles.

Inge is daarna gelijk in Almelo een nieuwe gaskachel gaan halen. De schade: 160 euro. En dan zit daar nog niet eens een reservegasfles bij. Ik was op dat moment onderweg met Doris in de trein naar Almelo. We gingen eerst eten bij mijn schoonmoeder en zouden daarna naar camping Westerholt rijden. Bij het eten vroeg ik of er niet nog meer meegenomen was. 'Is de heggenschaar er nog?' vroeg ik. 'Daar heb ik niet op gelet. Waar lag hij dan?' 'In de kast bij de reservegasfles.'

Heggenschaar
Toen we dan eindelijk in de vallende duisternis bij de caravan arriveerden en ik de kast inspecteerde, zag ik direct dat ook de elektrische heggenschaar verdwenen was. Nog nooit gebruikt, maar wel weg. De schade van de inbraak bedroeg al 40 euro.

Wat er nog meer was, probeerden we te inventariseren, maar daar kwamen we de rest van de avond niet op. Wel zaten we er lekker warmpjes bij. Een prettige bijkomstigheid was dat deze kachel iets meer vermogen bezat.

Opvouwbare trap
Pas de volgende morgen besefte ik dat de opvouwbare trap ook was meegenomen door de inbrekers. We zijn de hele dag in de weer geweest om de braakschade weg te halen. De barbaren forceerden zelfs de binnendeur naar de caravan, die ze gewoon via een druk op de knop konden openen. Ook hier was de koevoet gehanteerd. De deursluiting is onbruikbaar geworden.

We waren de hele dag uit ons hum. Dat er in ons huis al eens is ingebroken, maakt het gevoel niet minder. Het idee dat iemand anders aan je spullen zit, gewoon dingen meeneemt en doet alsof het van hem is. Alsof ik er niet voor heb moeten werken. Ook het idee dat iemand ander snuffelt in je spullen, het aanraakt zonder dat jij het weet en dingen oppakt die van jou zijn. Dat gevoel maakt je boos, verdrietig en woedend tegelijk.

Ze moeten gewoon met de tengels van je spullen afblijven!

19 maart 2010

Je spreekt met je zoon

Hij loopt als een ijsbeer over het perron, van het ene spoor naar het andere. In zijn handpalm ligt een mobieltje. Hij speurt de adressen af, drukt een knop in en duwt de telefoon tegen zijn oor. De trolleykoffer staat ergens in het midden van het perron, in de buurt van het rode bankje. Hij loopt naar het ene spoor, keert zich om en loopt weer terug.

Zo bij je
'Goedemorgen Pa. Je spreekt met je zoon. Stond je nog onder de douche?' De man heeft moeite om een zin te beginnen. Hij herhaalt de eerste letter een paar keer, waarna de rest van de zin vloeiend verloopt. Het klinkt als een auto die lastig starten wil. De man staat nu even stil. Zijn jas valt open en een buik, rond als een ballon, wijst puntig vooruit door de opening.

Hij loopt naar de rails van het ene spoor, tuurt tegen de donkere tunnelwand en draait zich weer om. 'Ben je al aangekleed?' Het is even stil. De man stopt, hij legt zijn vrije hand op de buik. 'Dan zou ik dat maar gauw doen, want ik ben zo bij je.' Hij loopt weer naar de andere kant van het perron en kijkt schuin naar beneden. 'Ja, ik sta nu op het station en denk dat ik er over een uur of 2 ben.'

Huwelijk
Hij kijkt norsig om zich heen. 'Nee, ik ben alleen.' Hij is weer even stil. 'Maar je moet je wel aankleden, anders dan red je het niet.' Het grijze shirtje dat hij draagt, zorgt ervoor dat de bolling van de buik nog sterker wordt geaccentueerd tegen de donkere opengevallen jas. 'En zaterdag komen we met z'n allen, want dan is je 60-jarige huwelijk.' De man zoekt duidelijk naar een einde. 'Schiet nou maar op, want over 2 uur ben ik bij je.' Het uitspreken van de 'sch' verloopt hortend en stotend. De andere kant van de lijn sputtert. 'Nee, ik ben alleen en sta op het station. Ik ben er zo.'

De telefoon trekt hij van zijn oor los en tuurt op het display van zijn mobieltje. Hij zoekt het rode telefoontje om de verbinding te verbreken. Drukt op de knop, draait zich naar zijn koffer en duwt de stang naar de grond. De trolley komt los van de vloer en rolt achter hem aan. Er klinkt nog iets van 'tjongejonge'. Zijn gezicht kijkt omhoog, op het informatiebord. Dan loopt hij met het spoor mee, naar voren.

18 maart 2010

Voorjaar

Het voorjaar begint natuurlijk op 21 maart, maar de eerste voorjaarsdag kan al eerder vallen. Vandaag was wat mij betreft de eerste voorjaarsdag. Dan is er ook nog de eerste dag dat je het voorjaar aan voelt komen. Die was al een week of 2 geleden.

Zweefde het voorjaar eerder nog in de lucht, vandaag is het voorjaar heus geland. In mijn pauze ben ik even naar buiten gegaan en voelde overal het voorjaar. Bij paleis Noordeinde stond een groepje Italianen onder leiding van een zeer enthousiaste stadsgids te kijken naar het timpaan boven de hoofdingang van het paleis. De gids wees en onderwees op en over de verschillende aspecten van het bijzondere gebouw. Ik verstond er niks van, maar het enthousiasme van de gids nam me mee.

En mannetje uit de groep Italianen stak over na de uitleg en werd bijna overreden door een fietser. Hij zwaaide met zijn handen en begon op verhitte toon de fietser na te schelden. Maar zijn kwaadheid had geen enkel effect op deze voorjaarsdag. De mooie dag liet zich niet van de wijs brengen door een iets te temperamentvolle Italiaan in een groen jasje.

Op het monument voor Wilhelmina – eenzaam maar niet alleen – zat een groepje jongeren. Ze spraken gezellig met elkaar, op gedempte toon. Dronken uit hetzelfde pak melk en lieten de warmte van de zon op het lichaam vallen. Nog te koud om de kleren uit te trekken, maar met de jas aan was het heel behaaglijk.

Op het pleintje achter het standbeeld van Jan de Witt waren de terrasjes goed gevuld. Een oudere man liep met 2 glaasjes Jus d'Orange naar een oudere vrouw aan een tafeltje. 'Vers van de pers', galmde hij over het pleintje.

Achter mij was een jong stelletje komen lopen. Ik liep weer terug in de richting van het paleis. 'Het is echt weer zo'n grapje van Thijs. Hij heeft van die galgenhumor', hoorde ik het meisje zeggen. 'Nee', corrigeerde haar vriend haar. 'Het is geen galgenhumor. Dat heet anders.'
'Jawel, het heet galgenhumor. Het is van die zwartgallige humor over de dood.'
 'Nee, dat noem je morbide, morbide humor.'
'Ach jij, het heet gewoon galgenhumor.'
  'Nee, dat is iets anders', kibbelde hij terug. Hij moest gelijk krijgen, vertelde de toon van zijn stem.
'Het heet gewoon galgenhumor.'
  'Morbide humor', antwoordde hij snel.

Ik sloeg af, een dikke SUV liet mij oversteken. En de zon streelde zo zacht, dat het kibbelende stelletje zelfs iets liefs kreeg.

Kwijt

Hij loopt voor me en verlaat de fietsenstalling, steekt de eerste weg over en stopt abrupt voor hij de tweede uitstapplaats van de taxi's op gaat. Hij kijkt naar beneden, naar de straat, naar zijn schoenen.

Zijn ogen speuren de grond af. Een hand is in zijn jaszak en voelt de hoeken en de gaten af. De man twijfelt, wil zich omdraaien. De ogen die rond zijn schoenen de straat af speuren, kijken mee met zijn vingers, de andere hand gaat de andere jaszak in.

Dan duikt de rechterhand, onder de stof van zijn jas door, de broekzak in. Opnieuw speurt zijn hand de hoekjes van de zak na. Zijn ogen kijken mee. Vertwijfeld, wil de man omdraaien. Staat hij toch niet op slot? Zijn gezicht verschiet nauwelijks, maa de hand verlaat zijn broekzak. Zijn gezicht trekt weer omhoog en kijkt vooruit. Hebbes. Trefzeker beent hij in de richting van de stationshal.

17 maart 2010

Koprol

Ze vertelde dat ze vanmiddag gegymd had. De koprol had ze geleerd, maar meester Maurice moest haar nog wel helpen. Ze ging op het kleedje staan dat voor haar bed ligt.

'Kijk', zei ze. 'Je zet je voeten naast elkaar' Ze spreidde haar benen iets. 'Je zet je handen op de grond.' Ze boog zich voorover en legde haar handen plat op de grond, naast haar benen. 'En dan ga je rollen.' Ze zette haar hoofd op de grond en liet zich rollen. Keurig liet ze zich gaan.

Ik was verbaasd. Zelf was ze ook een beetje verrast. 'Papa, ik kon het alleen. Vanmiddag hielp meester Maurice me en nu kan ik het zelf.'

Trots gingen we allebei naar beneden om het mama te laten zien.

Winnen als supply chain professional

Vandaag is het 10 jaar geleden dat Nina Brink haar internetbedrijf World Online op de beurs lanceerde. Het verhaal van Nina Brink is een verhaal dat elke supply chain professional in het achterhoofd moet houden: met winnen alleen kom je er niet.

Het onderwerp van het Eric Smits boek over Nina Brink is wat minder schikkelijk dan de hoofdfiguren van het succesvolle boek De prooi over ABN Amro van naamgenoot Jeroen Smit. Brink eist namelijk nog voor verschijnen een schadevergoeding en probeert Eric Smit via een lange juridische weg op de knieën te procederen. 

16 maart 2010

Hoofddoekje

De koude waterstralen van de regen vielen hard op het hoofd. Mijn blote handen koelden snel af. Ik fietste de spoordijk op, de wind blies de regen nog harder in mijn gezicht.

Ik passeerde een oudere vrouw, die haar hondje uitliet. Het beest liep troosteloos met de kop naar beneden de dijk op. Het hoofd van de vrouw was eveneens in elkaar gedoken om het ergste nat buiten te houden.

Muts
Uit vrees voor natte haren, droeg ze een vreemde muts. Het ding had veel weg van zo'n kuipmuts – zo'n gele – die vissers dragen. Ik keek nog eens aandachtig achterom toen ik het stel voorbij was. De vrouw droeg een plastic zak op het hoofd. De naad keurig in het midden en de handgrepen sloegen naar buiten bij de oren.

De grens tussen een kopvod en een hoofddoekje moet hier ergens liggen. Mijn haren waren ondertussen al aardig nat. Ik zou het hoofd niet meer droog houden.

Fietsenstalling

Op het station Almere Centrum is een nieuwe fietsenstalling. Een campagne waarbij iedere dag een papiertje aan mijn fiets bengelde, attendeerde mij hierop. De plek waar mijn fiets nu stond, mocht vanaf maandag 15 maart niet meer worden gebruikt.

Mijn fiets zou vanaf die dag in de prachtige fietsenstalling 50 meter verder gestald moeten worden. Het pijltje op de folder suggereerde dat ik vanaf maandag slechts een paar stappen verderop mijn fiets mocht wegzetten. De nieuwe fietsenstalling was de mooiste van Nederland en zelfs gedeeltelijk overdekt.

Balanceren
De fiets zou vanaf die dag veilig en droog staan. Geen toestanden meer rond dat stationsplein, struikelen over fietsen en smalle paadjes waartussen je moet balanceren tussen de omgevallen fietswrakken door. Er zou een klein paradijsje ontstaan.

Enig nadenken nadat ik halverwege op weg naar huis het papier tussen mijn fietsspaken had weg losgewrongen, leerde mij dat het helemaal niet zo ideaal was. De fietsenstalling staat voor mij aan de andere kant van het station. Daar kun je fietsend niet komen. Je moet omrijden en geen 50 meter, maar toch snel een meter of 300. Dat kost snel een paar minuten extra.

Net gehaald
Ik merkte het gisteren onmiddellijk, de trein die ik moest halen, haalde ik maar net. Maar mijn fiets stond droog onder het station, vlakbij een pilaar van de spoorbrug.

Bij aankomst terug regende het. Ik liep tevreden naar mijn fiets. Deze stond immers droog. Ik had niets te vrezen. Geen nat zadel meer en de fietstassen bleven ook ontzien. Ik liep in de richting van mijn fiets de stalling binnen. Mijn fiets stond precies onder de scheiding tussen twee balken. Een grote waterstraal viel naar beneden en spatte midden op mijn zadel uiteen. Het leek wel of iemand een emmer leeggooide boven mijn fiets. Het water gutste langs mijn fietstassen. Een koude douche viel op mijn rug toen ik de fiets uit het slot haalde en de ketting moeizaam los wrong.

15 maart 2010

Gortstraat

De Gortstraat, in volksmond 'papstraat', is een straatnaam die ik nog niet eerder ben tegengekomen buiten Veenendaal, het dorp waar ik opgegroeid ben. Totdat ik vandaag tijdens de pauze stuitte op een straatgenoot in Den Haag.


Het is een zijstraat van de drukke winkelstraat Spuistraat en lijkt meer op een steeg dan een straat. 'Gortstraat', vermeldde het straatbord. Ik dacht gelijk aan de straat die klimt van de lager gelegen Zandstraat naar de hoger gelegen Munnikenweg, waar het kerkhof van Veenendaal is. Geen enkele overeenkomst heeft de Veense Gortstraat met deze smalle doorgang, die iemand uit Veenendaal onmiddellijk tot achterbuurt zou dopen.

Blinde muren
Ik raakte direct gecharmeerd van het straatje. Het straalt verval en vergane glorie uit. Een straatje dat mij aantrekt, waar de huizen verzakt zijn en waar de huizen meer uit blinde muren bestaan dan dat ze ramen bevatten. De verf is van de deurposten gebladderd en ook de deuren ogen vaal.


Als ik het straatje in loop, voel ik me gelijk op mijn gemak. De hemel is door de hoge muren bijna niet te zien. Twee jonge meiden lopen mij tegemoet en duiken ineens een deur in. Blijkbaar wonen ze hier op kamers. Een paar stappen verder betreed ik een klein binnenpleintje waar allerlei cafés staan. Geen troostelozer gezicht dan de aanblik van lege cafés op een uur dat gezelligheid niet bestaat. De barkrukken staan omgekeerd op de bartafel. De vloer netjes aangeveegd en het meest noodzakelijke interieur van een café - mensen - ontbreekt.


De Haagse Gortstraat is een metertje of vijftig lang. De Veense naamgenoot is toch zeker wel een paar honderd meter lang. Ik ben het pleintje gepasseerd en stap een straat in met de naam Achterom. Ook een straat die zo in Veenendaal geboren had kunnen zijn.

Hoogstraat en hoofdstraat
Of iets verderop, de Hoogstraat, een straat die ook in Veenendaal voorkomt, maar daar zijn er meer van. Veenendaal telt zelfs een Hoogstraat en een Hoofdstraat. Straatnamen die in het hoofd van een kind door elkaar gaan lopen. Nog altijd denk ik bij het zien van een Hoogstraat gelijk aan de Hoofdstraat en bij het zien van een Hoofdstraat volgt onmiddellijk een gedachte over de Hoogstraat.


Gelukkig leef ik snel weer in een wereld met veel mooiere straatnamen, als Noordeinde en Lange Voorhout. Leukere straatnamen om te horen, maar minder leuk om door te wandelen.

Links
Nakijken op Google leert dat naast Den Haag en Veenendaal, ook Middelburg een Gortstraat heeft. De gemeente Veenendaal heeft een uiterst interessant straatnamenarchief, waarin de geschiedenis van de Gortstraat wordt aangehaald. Volgens deze website is 'gort' mogelijk een verbastering van 'goor', dat verwijst naar moerasgrond.

14 maart 2010

De verleiding

De grootste dingen in mijn leven zijn ontstaan door verleidingen. Ik ben in Leiden gaan studeren omdat ik werd verleid met een prachtige kamer, ik verhuisde naar Almelo vanwege de liefde en ik heb een dochter dankzij de verleiding. Nu heb ik me laten verleiden tot het lopen van 100 kilometer in 30 uur.

De schoenen passen, nu de 100

'Ach,' zeiden ze bij het verleiden, 'als je marathons loopt dan is de trailwalker een makkie.' Eerst dacht ik nog dat het om een estafetteloop ging, dus met z'n vieren 100 kilometer in totaal. Dan is 25 kilometer voor een doorgewinterde langeafstandsloper als ik een kippeneindje. Zo liep ik zondag nog het afstandje gewoon als trainingsrondje. Ik heb twee marathons gelopen en wil dit jaar dolgraag weer de mooiste marathon van Nederland hollen in Rotterdam.

Op eigen benen
Maar de 100 kilometer moet je met z'n vieren tegelijk afleggen, dat is dus 400 kilometer in totaal. Dat is andere koek. Bovendien is hardlopen ook iets heel anders dan gewoon lopen. Hardlopen veroorzaakt mij zelden blaren, maar 15 kilometer gewoon lopen is genoeg om heel zere voeten op te lopen. Dat weet ik uit ervaring.

En toch doe ik mee met de Trailwalker. De oorzaak is de verleiding, het niet volmondig 'nee' zeggen en het eigenlijk best leuk te vinden. Ze zochten een maatje, een buddy. Iemand om tegenaan te leunen als het zwaar wordt. Iemand om mee te huilen als de voeten zo zeer doen dat ze niet meer vooruit komen. Iemand om tegen te schelden als de vermoeidheid ze chagerijnig maakt. En ze wilden mij!

Ze keken me heel lief aan en verleidden mij uiteindelijk. En ik zwijmde weg in een vlaag, een vlaag van verstandsverbijstering en zei 'ja'. Ik zei het niet direct, daarvoor vond ik de verleiding veel te leuk. Ik liet het mijn toekomstige teamleden gewoon nog een paar keer vragen. En wat is dat een heerlijk gevoel als jij het al weet, maar zij nog niet weten.

Eerst wachtte ik mijn proeftijd af en zei: 'ja'. Daarom doe ik mee met de Trailwalker.

Lees de blogs van mijn teamgenoten op 2010.trailwalker.nl >>

13 maart 2010

Botero en Greenaway

Een film waarin allemaal dikke mensen figureren. Peter Greenaway maakte een paar weken geleden opnames voor zo'n film. Het moet een eerbetoon worden aan de Braziliaanse schilder Botero. Botero portretteert dikke mensen op een positieve manier in zijn werk. Dat zal ook in de film van Greenaway terugkomen.


Noach en zijn vrouw op de boot

In studio 3 van de Amsterdamse studio's, vlakbij Sloterdijk, waren de opnames van deze kunstfilm. Ik had ergens de advertentie gezien en Inge erop geattendeerd. Inge wilde heel graag model staan en daarom gingen we de zondag 14 februari naar Amsterdam voor de opnames.

Wachten
Het betekende vooral een dag van wachten. We werden om half elf verwacht. Eten en drinken stonden klaar, we mochten gebruiken wat we wilden. We zaten in een verouderde kantine, de stoelen en tafels straalden de sfeer uit van een oude fabriekskantine. De studio was ernaast gelegen en als we behoefte hadden, konden we kijken naar de opnames.

Peter Greenaway had er al een dag van opnames opzitten. Jan, een man op middelbare leeftijd, vertelde dat hij een dag eerder ook al had gespeeld in de film. De opzet op deze dag was anders dan een dag eerder. Nu werd het podium steeds opgebouwd voor een volgende scène, met de modellen erbij. Gisteren was de studio opgedeeld in drie delen, waar bij het ene het decor werd opgebouwd, bij het andere werd opgenomen en bij de derde werd het decor afgebroken.

Eindeloos
Andere bronnen hadden ook verteld dat het die zaterdag eindeloos was uitgelopen. Nu zou het allemaal anders worden aangepakt, maar de modellen die aanwezig waren, wachtten al enige uren op hun beurt. De kantine druppelde langzaam voller. Nu waren de opnames aan de gang van Maria en het kindje Jezus.

Jan was net teruggekomen van een opname. Een meisje kwam binnen met een rok in losse lapjes waar op elk lapje Che Guevara in een andere kleur stond afgebeeld. De rok waaide zo leuk op als ze liep en de afbeeldingen buitelden rond haar benen. Inge mocht naar de grime waar ze tot de vrouw van Noach zou worden omgevormd. Een oudere vrouw moest ze worden, met rimpels en grijs haar.

Niemand erbij
Het meisje van de grime had er een flink werkje aan, maar ze maakte Inge levensecht. Ik mocht naast mijn vrouw zitten in een versie zoals ze wellicht over een jaar of veertig eruit ziet. Gerimpeld en grijs, maar gelukkig met een nog even jeugdige uitstraling. Daarvoor zal ik me niet hoeven schamen om over een jaar of veertig naast te lopen. Nu was het er nog een beetje te vroeg voor.


De grime

Martha was aan de beurt. Iedereen die er niet hoefde te zijn, werd uit de studio verbannen. De deur bleef dicht, als iemand naar de deur liep, kreeg hij een schreeuw dat het niet mocht. Martha wild er iemand erbij hebben, zei de vrouw met de Che Che Guevara-jurk. Dat Martha voor een cast van een man of twintig stond met haar blote lichaam, deed er blijkbaar niet toe. Wij mochten er niet bij zijn. Martha had als voorwaarde gegeven dat ze er geen publiek bij wilde hebben.

Baby
Terwijl het decor om Martha heen werd gebouwd en de filmcamera zijn positie zocht, kwam het model Maria met het baby naar binnen. Een vrouw, fors en van een oogverblindende schoonheid, betrad de ruimte. Haar man droeg het baby'tje, ging zitten en gaf het kind de fles. Ondertussen vertelde Maria over het mooie tafereel met de baby. Ik zag het helemaal voor me.

Wat later kwam een oudere man binnen, hij verkleedde zich en ging in zijn badjas in de kantine zitten. De badjas viel open en bood zo een ruim zicht op zijn grijze kruis. Hij nam niet de moeite om de badjas te sluiten, maar bleef vol aandacht in zijn boek.

Eten en de kok
Het werd tijd voor de lunch. Zicht op het moment waarop Inge haar rol zou mogen vervullen, was er niet. Omdat Doris logeerde bij opa en oma, en die dag weer zou thuiskomen, belde ik regelmatig naar Veenendaal om de nieuwste stand van zaken door te geven. Deze stand wisselde elk halfuur, dus een trein die net ervoor geregeld was, viel een telefoontje later weer uit. Afgesproken werd dat mijn moeder Doris aan het eind van de middag zou afzetten op station Amstel.


Peter Greenaway op de set

Ondertussen mocht Jan een prachtige scène als kok spelen. Hij droeg een koksmuts en daaronder niks. Hij hield een zware pan omhoog waar heel veel rook uit opsteeg en moest de scène keer op keer over spelen. Peter Greenaway wist wat hij wilde, probeerde zijn acteurs (mensen van de straat) te kneden in het spel, met veel respect. Ook luisterde hij naar hun ideeën en integreerde ze soms in zijn idee.

De filosoof
Een volle vrouw kreeg de rol van filosoof toebedeeld, ze mocht een stukje uit een woordenboek voordragen. Daarbij lag ze op een tafel, omringd door attributen die de decorbouwers overal vandaan hadden geplukt. Het leverde een mooi plaatje op, heel beeldend en bijna alsof het een schilderijdecor was die om haar heen was gemaakt.

Tussendoor een maaltijd die werkelijk overheerlijk was bereid. Aan niets ontbrak het, zeker de vijgen in heerlijke roomsaus (het toetje) waren buitengewoon lekker. De hele filmcast trok in de kantine, die opeens heel krap bleek te zijn. Peter Greenaway schoof tussen de mensen aan tafel en ging zitten op het enige lege plekje dat nog leeg was. Dat vond ik heel bijzonder, hij trok zich niet terug, maar bleef bij zijn mensen.

Den Bosch
Greenaway laat zich helemaal niet afleiden door de gedachte dat enkele tientallen mensen op hun beurt wachten en niet weten wanneer ze aan de beurt zijn. Hierbij werd de planning voortdurend weer verschoven. Een vrouw die om vier uur in Den Bosch moest zijn voor haar werk, werd vlak voor haar deadline ingezet voor een prachtige scene. Ze lag op de tafel, helemaal ingebed in een zee van bloemen.

Daarna volgden nog weer aangrijpende plaatjes, zoals de onbevlekte ontvangenis, waarbij de zwangere Maria (een zwangere figurante met mooi lang en zwart haar) door een dikke engel werd begroet. De engel heeft bijna een halfuur op zijn knieën gezeten. Hoe hij dat heeft volgehouden, weet ik niet, maar het was een mooie scène. Compleet met engelenvleugels op zijn rug. Maria keek van de hemel naar haar buik. Heel mooi.

Klokkenspel
In de kantine speelde zich een andere scène af. Martha ergerde zich mateloos aan de oudere man in de badjas. Hij had bij het eten nog altijd met een open badjas gezeten. Het klokkenspel lag tussen zijn benen op de stoelzitting. Ondertussen las hij in een boek, keek niet op of om en leek niet eens bekommerd te zijn over het zicht dat hij zijn omstanders gaf.

Martha ergerde zich. Ze gilde toen de man naar binnen was gegaan en foto's maakte. Dat was toch tegen de afspraken, alleen bekenden mochten foto's maken, verder niemand anders. De knot haren op haar hoofd, maakten haar nog vinniger. Haar badjas zat zo strak dichtgekneld, alsof ze elke mogelijke glimp op haar weelderige vormen wilde uitbannen. Ze jutte zelfs de andere figuranten op. Een vrouw zou straks met de oudere man figureren in een moordscène in bad. 'Dat wil je toch niet?' zei ze tegen de vrouw. 'Ik kreeg deze rol net ook aangeboden, ik heb hem mooi geweigerd. Met deze man wil ik niet op de foto.' Haar lichaam rilde van afschuw en nog meer van nijd.

Noach en zijn vrouw
Eindelijk was het de beurt aan Inge. Ze speelde de vrouw van Noach. Samen met Jan en een hond mocht ze op een omgekeerde tafel zitten. De tafel stond wat hoger op een paar schragen. Het podium werd opgebouwd, het duurde allemaal lang voordat alles stond. Ik maakte wat foto's van de set en vertrok daarna snel naar het station Amstel om Doris op te halen.

Het decor wordt opgebouwd

Ik was weer heel snel terug en kon nog net met Doris samen een paar foto's schieten van de prachtige scène. In tegenstelling tot veel eerdere scènes volstond het om hem twee keer op te nemen. Een keer het totaalbeeld van Noach en zijn vrouw die afwisselend peddelden en de twee opname als close-up. Het was een mooi beeld, mijn volle vrouw zo achterop het bootje en de dikke Noach voorop. Het zag er heel overtuigend uit.

Bloot
Ik maakte daarna wat foto's terwijl Doris heel stil keek hoe haar moeder bloot achterop een omgekeerde tafel zat. Het Che Guevara-meisje zag haar staan en was helemaal vervuld van Doris. Stiekem zagen ze er een model in voor een volgende scène. Peter Greenaway zag haar staan, maar registreerde het onvoldoende. Later hoorden we dat hij namelijk ook dolgraag iets met kinderen erbij gewild had.


De scène

Gelukkig hoefden wij daar niet over na te denken, want dat zou een moeilijke vraag zijn. Daarna kreeg Inge haar enveloppe met het beloofde geld en geld voor de benzine. We waren een hele dag onder de pannen geweest, maar ergens had ik dit niet willen missen.

De foto die ik gemaakt heb van Noach en zijn vrouw op het bootje staat nu op de screensaver op Inges computer. En ik kan best genieten van het plaatje.

12 maart 2010

Samenwerking en De bovenbazen

Wat Olivier B Bommel ons niet allemaal kan leren. Na mijn stukje op http://www.supplychainmagazine.nl/ over De windhandel van Marten Toonder volgt op http://www.delaatstemeter.nl/ een les uit De bovenbazen. Bommel blijft een personage dat bijzonder actueel is. De boeken die ik hier noem, verschenen 40 jaar geleden, maar de thematiek sluit naadloos aan bij de huidige problemen.

Lees mijn blog op delaastemeter.nl >>

Lees ook de blog op supplychainmagazine.nl >>

11 maart 2010

Luisteren en zwijgen

Doris kreeg de laatste keer bij het zwemmen last van water in haar oor. Ze klaagde erover en ik besloot vrijdag gelijk naar de audicien te gaan om haar oordopjes op maat aan te meten.

Het was best druk bij Beter horen en de audicien had alleen dienst. Ze wist het best economisch in te delen door een andere klant te helpen als de klant ervoor op iets moest wachten.

Kleiachtig
Zo kreeg Doris een oranje, kleiachtig goedje in haar oren gespoten en mocht daar vijf minuten mee zitten. Ze vond het zelf erg grappig en schreeuwde omdat ze zichzelf niet meer goed kon horen. Onderwijl werd een andere klant geholpen.

Maandag konden we de oordopjes ophalen. Nu werkte wel een assistente. We moesten nog even wachten op onze beurt en namen plaats tussen alle ouwetjes. De mensen die er zaten kwamen voor hoorapparaten en andere hulpmiddelen voor een beter gehoor.

Doris vroeg aan mij wat al die mensen mankeerde. Ik vertelde dat ze, net als haar oma in Almelo, doof waren. 'Oma moet eigenlijk ook een hoorapparaatje in, maar dat doet ze niet. Deze mensen zijn wat dat betreft verstandiger', merkte ik er vinnig bij op.

Had kunnen zijn
Een man en zijn vrouw stapten binnen. De man vond Doris wel een interessant kind en hij probeerde haar aandacht te trekken. Toen de audicien ons ging helpen, zei hij: 'Dat is mijn kleindochter', waarna hij snel liet volgen 'zou kunnen zijn.'

De oordopjes waren nog niet helemaal klaar en de audicien deed ons voor hoe de dopjes in de oren moeten. Best ingewikkeld, met een halve draai en dan naar binnen duwen – voorzichtig -.

De dopjes werden gelakt en afgewerkt, waarna ze nog even moesten drogen. De man kreeg helemaal niet de beurt terwijl hij wel aan de beurt was. 'Hé', zei hij. 'Ik ben aan de beurt.' 'Maar u hoort toch bij hen? 't Is toch uw kleindochter?' vroeg de audicien. 'Nee, ik zei net dat ze mijn kleindochter had kunnen zijn', verklaarde hij. Waarna hij toch met de audicien meemocht en liep achter haar aan de gehoorkamer in.

10 maart 2010

Bommel en de supply chain

Wat leert Olivier B. Bommel de supply chain manager? Geld speelt geen rol voor deze stripfiguur en hij zit liever in zijn stoel met een sigaar, dan dat hij werkt. Op het eerste gezicht geen eigenschappen waar een supply chain manager mee kan overleven.

Het warme pleidooi dat professor Arnold Heertje een tijdje geleden hield voor het werk van Marten Toonder, bracht mij tot het lezen van de bundel ‘Geld speelt geen rol’. Inderdaad, zoals Heertje in het televisieprogramma ‘De Wereld Draait Door’ opmerkte, is de thematiek van geld en hebzucht uitermate actueel. Ook voor de supply chain manager is het niet verkeerd om Marten Toonders verhalen over Olivier B. Bommel te lezen. Dan blijkt dat een verhaal uit de zestiger jaren juist heel actueel kan zijn.

Literatuur is niet alleen leuk om te lezen, maar het is ook nog eens leerzaam.

Lees mijn blog verder op de website van Supply Chain Magazine >>

09 maart 2010

Strontlucht

Het begint met een dampje. Je haalt je neus op, denkt wat het zou kunnen zijn. Heeft de mevrouw naast mij een scheet gelaten? Of is het de meneer achter mij die wat gas uit zijn lichaam heeft laten ontsnappen?

Het dampje ontwikkeld zich tot een pregnante geur die scherp om zich heen grijpt. De vrouw tegenover me wappert met haar hand voor haar neus. Alsof de stank daarmee zal verdwijnen. De vrouw op het bankje naast mij, pakt het wat serieuzer aan, zij knijpt haar neus dicht.

Ik kijk om me heen, of het iets of iemand in de buurt is. Iedereen kijkt rustig voor zich uit. Of er niks aan de hand is. De geur wordt nog sterker, het moet van buiten komen, en slaat nog wilder en effectiever om zich heen. Niemand kijkt of, doet iets aan de hand is.

De trein nadert het station. Als de medereizigers het treinstel verlaten hebben, komen twee jonge meiden binnen. Het is een kwartier later, de stank zou weg moeten zijn. 'Het stinkt hier', gilt de ene uit naar de andere. Je ziet de ander denken: 'zou iemand...' Niemand kijkt op of om, doet of er iets aan de hand is.

07 maart 2010

IJsbeertje Lars

Na de logé Boris is het enige tijd rustig gebleven, maar donderdag diende zich een nieuwe logé aan. Het jonge ijsbeertje Lars zat in de rugzak van school. Samen met een leesboekje Een ijsbeer in de tropen en een schriftje. Doris was deze week de gelukkige.

Lars is een ijsbeertje dat zijn vader kwijtraakt en in een tropische wereld terechtkomt. Een mooi verhaal over beertje in een wondere en kleurrijke wereld. De knuffel die bij het boek hoort, mocht natuurlijk in bed. Omdat hij een beetje stonk en er groezelig uitzag, is hij zaterdag in de wasmachine gegaan.

De lekker fris ruikende Lars is vandaag meegeweest naar de speeltuin.
In het mandje voorop de fiets van Doris en in het voorjaarszonnetje.
Lars mocht zelfs mee op de schommel.
En van de glijbaan.

Een leuk weekend zo samen met een logeerbeer en een verhaal.

Links
Doris kreeg het boekje Een ijsbeer in de tropen mee van Hans de Beer. Dit boek is uitgegeven door uitgeverij De vier windstreken.

06 maart 2010

Laat het voorjaar maar komen

Een stelletje op een houten bruggetje in het Beatrixpark. Hij staat evenwijdig aan de leuning, zij heeft zich een kwartslag gedraaid om de volle zon op haar gezicht te laten schijnen. Haar hoofd helt iets naar achter om alle zonnestralen op te vangen. Geen glimpje zon mag haar gezicht missen. De ogen dicht om te laten zien dat ze echt geniet.

De bomen zijn nog kaal, maar het ademt voorjaar in het park. Het kale gras lijkt ineens wat op te schieten in een lichter groen dan het oude. De vogels flirten achter elkaar aan en de kinderen roepen enthousiaster vanaf de schommels in de speeltuin. Jonge vaders slaan liefdevol een arm om de even jonge moeders.

De zon schuilt even achter een wolk. De jongen van het stelletje pakt haar hand. Haar ogen gaan open. Ze zetten zich in beweging van het bruggetje af. De wolk condens die ze uit hun monden blazen, is het laatste restje winter. Laat het voorjaar maar komen...

05 maart 2010

O my Dear gehackt

Een reactie van iemand die lange tijd niets meer van zich had laten horen, maakte me wakker. Mijn hotmail-account is gehackt! Alle contactpersonen in mijn adresboek kregen vanmorgen een mailtje met als onderwerp 'Dear'.

Het mailtje vertelde dat ik een Apple iPhone had aangeschaft en of de persoon in kwestie dat ook niet wilde doen. De tekst luidde:


Hey [naam contactpersoon],
     I got my apple iphone 3gs 32gb ordered on an online shop (link naar simlif.com) today. Amazing, it's genuine and as good as I expected, but much cheaper. I can't help sharing this with you! Cheers!May all goes well for you.
Hendrik-Jan!

Een heel irritant mailtje waar ik me diep voor schaam en waar 'msn messenger' achter zit. Sorry voor iedereen als je dit vervelende berichtje van me ontvangen hebt. Dat systeem is zo lek als een mandje. Ik had ook nooit toe moeten staan dat mijn hotmail-account hier in zou lopen. Nu ben ik alle adressen uit mijn contactenlijst kwijt, dus ik kan niemand mijn verontschuldigingen aanbieden voor dit vervelende berichtje van vanmorgen.

Hoe deze zaak verder zal aflopen weet ik niet. Ik houd de boel goed in de gaten, heb mijn wachtwoorden gewijzigd en zal de messenger de komende dagen heel dicht houden. De virusscanner vertelt niet dat ik een virus aan boord heb.

Misschien loopt dit met een sisser af.

Hoop ik...

03 maart 2010

Huldiging

Een groep mensen met oranje ballonnen waarop een enveloppe op afgedrukt was, stond langs de weg. Voor mij was het een raadsel waar al die mensen op wachtten. Niets te zien in de omgeving. Geen tram die meer voorbij reed. Verkeersregelaars en politieagenten hielden het verkeer op afstand.


Nog even wachten en het werd me duidelijk dat de groep olympiërs werd ingehuldigd. Even later kwam de stoet, voorop reed een koetsje waarop een groep koperblazers vrolijke deuntjes blies. Daarna kwam een paardentram met de olympische sporters. Erica Terpstra hing achterin, de armen lagen lekker over de randen heen, alsof ze in een sofa had plaatsgenomen. Ze was de enige die niet zo'n stom oranje blazertje droeg.


Even gilden wat mensen, maar verder bleef het rustig. De stoet was voorbij en de groep mensen spatte uiteen als een zeepbel.

01 maart 2010

Wilders en de hondenpoep

Nu we toch zo lekker met poep bezig zijn, het lijsttrekkersdebat van Eenvandaag vanavond sprak alleen maar over veiligheid, moslims en allochtonen.

Kappen
Vreemd dat de heer Wilders doorbreekt met zijn geluiden rond moslims, terwijl de gemeenteraadverkiezingen over de losse stoeptegel gaat, de straatverlichting, hoe vaak het groen geknipt wordt, de afvalbelasting, ozb en het vergunningenstelsel van de aanvraag van een dakkapel tot de kapvergunning van een berkenboom.

Terug op het poepverhaal, ik heb mij laten vertellen dat hondenpoep volksergernis nummer 1 is. Wilders zou dus veel beter kunnen scoren met een flinke aanpak van de honden. Immers alle honden veroorzaken poep, iedereen stapt in de drollen van die honden en die drollen zorgen voor een eindeloze hoeveelheid overlast. Mensen hebben er last van en ze voelen zich er onveilig en vies door.

Afschaffen
Afschaffen die honden. Geen enkele nieuwe hond mag het land in. Honden die zich misdragen moeten het land worden uitgezet en een hond die blaft, moet op trainingskamp, ze kunnen best met twee woorden spreken.

Het lijkt er soms op dat de Wildersstemmer een hondenbezitter is, want hij rept geen woord over de hondenpoep. Net als de anderen. Misschien is het een tegelwijsheid: politici kunnen alleen maar grote dingen beloven, want kleine dingen zijn zo moeilijk waar te maken. Het is veel gemakkelijker over de moslim te spreken, dan over de hondenpoep. Bij het laatste moet je namelijk echt iets doen.

En wat die honden betreft: iedereen een poepschep en elke drol die gefabriekt en achtergelaten wordt verhalen op de eigenaar van de hond voor de aardige prijs van 100 euro per drol.

Poep in een poepzakje

De hondenriemen sneden elkaar, alsof het een schaar was. De lange kant van de schaar was bij de hondjes, de korte kant was in de nabijheid van de hondenuitlater.

Hij stond bij het smalle boompje langs de straatkant. Een metalen platje beschermde de boomwortels tegen ruwe voetstappen of het gewicht van auto's de rakelings de stam konden passeren.

Poepgat
Op het enige stukje grond dat lag tussen platje en boomstammetje, stond het Jack Russeltje. De pootjes gekromd onder het lichaam, de rug zodanig bol dat het poepgat zo dicht mogelijk bij de dumpplaats terechtkwam. Het baasje wachtte. Het andere hondje trok in de richting waar het gezelschap naar toe zou gaan als het hondje klaar was.

De drol viel, maar het dier bleef in de houding staan, nog een stukje viel. Een draadje trok van de drol die aan het achterste bengelde naar binnen. Het dier liep, voorzover dat ging met een drol aan het lijf bengelend. De drol viel en iets verderop, op het metaal van het platje viel de rest.

Hengelen
Het baasje stond al die tijd gedwee om zich heen te kijken. Wat doet hij met deze informatie vroeg ik mij af. De man hengelde in zijn jaszak, grabbelde er een plastic zakje uit en plukt de drollenserie keurig van de grond.

Daarna bengelde het zakje tussen zijn vingers. De honden wilden weer verder. Het baasje volgde.