30 november 2014

Kees van Beijnum: De offers

image

Kees van Beijnum behandelt in zijn roman De offers een boeiend onderwerp uit de geschiedenis na de Tweede Wereldoorlog. De rechter Rem Brink is de afgezand namens Nederland bij het Tokio trubinaal in 1946. Het tribunaal dat de Japanse oorlogsmisdadigers berecht, is minder bekend dan het Neurenberg tribunaal of de processen van Nazi-misdadigers als Eichmann.

Het Japanse proces was ook minder succesvol dan het proces in Duitsland. Het duurde erg lang voordat de misdadigers werden berecht en binnen het tribunaal heerste onenigheid over de mate van straf. De Nederlander die bij Kees van Beijnum model stond voor zijn personage Rem Brink, vond bijvoorbeeld dat bepaalde Japanse politici vrijgesproken moesten worden.

Kees van Beijnum weet van dit uiterst juridisch proces een heel indrukwekkend verhaal te maken waarin hij ook vraagtekens zet bij de daden van de geallieerden, in Japan zijn dat voornamelijk de Amerikanen. Hij geeft de jaren na de oorlog op een treffende manier weer.

De Jappaners zijn ontredderd. Ze hebben verloren en hun keizer is ontdaan van zijn goddelijke status. Ze overleven op de puinhuipen van de oorlog en proberen los te komen van alle trauma’s. De Amerikanen gedragen zich duidelijk als overwinnaars en begaan soms ook misdaden. Misdaden die bij het tribunaal niet doordringen. Daar storten ze zich eindeloos in de juridische procedures rond de oorlog en de rol die de Japanners erin speelden.

Om deze historische gebeurtenissen drapeert Kees van Beijnum zijn roman. Rem Brink verblijft al een jaar in Tokio. Het proces loopt flinke vertraging op. De rechters zoeken bewijzen en discussiëren over het dossier. Zo is volgens Rem Brink de aanklacht ‘misdaden tegen de vrede’ niet houdbaar. Hiermee manoeuvreert hij zich in een lastig parket tussen de rechters.

Om de rechtsgang heen vertelt de verteller het verhaal van de overspelige echtgenoot. Hij houdt het een halfjaar vol zonder zijn vrouw Dorien, maar Rem Brink vindt het verblijf in de Japanse hoofdstad erg zwaar. Hij heeft behoefte aan vrouwelijk gezelschap. Hij moet zijn fysieke behoeften tegemoet komen.

Lijden onder zijn natuurlijke hunkering zou hem afleiden van zijn werk, zou van Dorien de vrouw maken die tussen hem en de bevrediging van zijn lichaam in stond. (41)

De roman begint er al mee als hij aan het eind van een dag hard werken op zoek is naar Yuki. Ze is verdwenen. Dan ontmoet hij op een avondje bij de invloedrijke Duitse dame Haffner de zangeres Michiko. Hij wordt verliefd en komt in contact met het jonge meisje.

Michiko heeft veel meegemaakt. Haar ouders zijn omgekomen bij een bombardement. Ze heeft niemand meer en is volledig afhankelijk van mevrouw Haffner. Hij krijgt diverse waarschuwingen van mevrouw, soms verpakt in een filosofische uitspraak. Bijvoorbeeld als ze haar definitie voor het kwaad geeft:

‘Welbewust de verkeerde, schadelijke keuzes maken.’

Hij slaat haar waarschuwingen in de wind en je ziet hem afstevenen op de ondergang. Maar is hij degene die het echte offer betaald? Een interessante vraag waarop het verhaal meerdere antwoorden geeft. Het zijn niet alleen de manipulatieve reacties van mevrouw Haffner, maar ook de opmerkingen van zijn collegarechters of zijn vrouw. Dat maakt De offers tot een interessant boek.

Kees van Beijnum: De offers Uitgeverij De bezige bij, Amsterdam, 2014. ISBN 987 90 234 8628 2. 512 pagina’s. Prijs: € 24,90.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Kees van Beijnums roman De offers. We lezen dit boek op vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties.

29 november 2014

Proust

image

De tijd verglijdt in de roman Ik neem toch een hond van Marjan Berk. De hoofdpersoon merkt het ook. Ze merkt dat ze langzaam vergeetachtig wordt.

Op een avond staat ze in Olst voor een donkere dichte bibliotheekdeur terwijl ze dacht er columns te moeten voorlezen. Een voorbijganger roept haar toe dat ze een dag te vroeg is. Tot haar schrik merkt ze dat ze die avond in Delfzijl een groep vrouwen moest toespreken. Zou ze echt vergeetachtig worden?

Het verglijden van de tijd illustreert Marjan Berk het mooiste in het noemen van Marcel Prousts romancyclus À la recherche du temps perdu. Zelf komt de hoofdpersoon Lena Steketee niet zover:

Lena was voor de zoveelste keer aan Proust begonnen, ze kwam al jarenlang nooit verder dan de passage waarin de grootmoeder een rondje om de kerk liep. Dan was de vakantie weer voorbij en wachtte Proust op de volgende vakantie. (42)

Later bezoekt ze in Parijs met een vriendin nog snel een museum om de verzamelde manuscripten en brieven van de Franse schrijver te bewonderen. Zogenaamd om het verblijf in de Franse hoofdstad nog een cultureel tintje te geven.

Het lukt haar schoonmoeder wel om door een deel van Prousts magnum opus te komen. De gretige lezer kon de boeken van de Franse romanschrijver wel waarderen.

Zelfs Proust werd door haar ijverig verorberd: ‘Mooi boek!’ zei ze enthousiast, toen ze drie delen van de verloren tijd had doorgewerkt. (112)

Daarmee wordt de romancyclus van Marcel Proust het symbool van de verloren tijd. Hoe de ouderdom komt en het grote levenswerk van de Franse schrijver maar niet gelezen wordt. Zelfs haar schoonmoeder heeft het gelezen, maar Lena Steketee komt er maar niet aan toe.

Marjan Berk: Ik neem toch een hond Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 2011. ISBN 987 90 450 6777 3. 134 pagina’s.

28 november 2014

Marjan Berk en teckels

image

De kaft met de drie teckels erop trok mijn aandacht in de kringloopwinkel. Ze kijken met een eigenzinnige blik de lezer aan. Daarom kocht ik het boekje van Marjan Berk met de veelzeggende titel Ik neem toch een hond. Het spreekt tot de verbeelding deze roman. De aangename schrijfstijl van Marjan Berk doet de rest.

Het boek gaat over Lena Steketee. Haar teckel Karel is pas overleden. Hij is 17 jaar geworden. Nu hij er niet meer is, voelt ze zich onveiliger dan voorheen. Ze overweegt weer een hond te nemen, maar voelt zich geremd. Een hond betekent ook afhankelijkheid en zorgt ervoor dat je aan je huis gekluisterd bent.

De oudere vrouw Lena Steketee worstelt ermee. Ze wordt zelfs beroofd bij het pinautomaat waardoor ze zich nog onveiliger voelt. Maar iets weerhoudt haar om weer naar een teckel om te zien. Want wie zorgt er voor het beestje als ze niet meer voor zichzelf zorgen kan?

Ze mist het gezelschap van een hond of een man. Ze kan geen afstand doen van haar overleden teckeltje Karel. De mand met speeltjes erin staat nog steeds bij de gaskachel. Het verlangen blijft, maar moet ze er niet eens afstand van nemen?

Het blijft knagen en ze is al op zoek naar het adres van iemand van de teckelclub om te informeren naar een teckel. Ondertussen trekken alle mannen in haar leven voorbij, net als de drie teckels die ze gehad heeft. En van wie ze hield.

Marjan Berk: Ik neem toch een hond Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 2011. ISBN 987 90 450 6777 3. 134 pagina’s.

27 november 2014

Minimalisme - #WoT

image

minimalisme (o.), tevredenheid met een geringe inwilliging of vervulling van zijn eisen of verlangens, m.n. in politieke zin.

In haar debuutroman De consequenties schrijft Niña Weijers over een interessant kunstproject. Haar hoofdpersoon Minnie Panis is een kunstenares. Als haar vriend het uitmaakt verkoopt ze de bank omdat ze het ding maar lelijk vindt en hij teveel aan haar vriend doet denken.

Binnen een dag werd het ding gekocht door een middelbaar homostel uit Amstelveen, dat het kwam ophalen in een oude Mercedesbus die overduidelijk niet van hen was. Ze leken op elkaar en op Woody Allen, dacht Minnie, en in een impuls maakte ze een foto van het stel en met haar bank. (61)

Ze biedt na de verkoop van de bank nog meer dingen te koop aan op internet. Zo verkoopt ze steeds meer en van alles maakt ze een foto. Er dient zich een project aan. Ze probeert alles te verkopen wat ze heeft.

Het project nam maanden in beslag. Ze zette haar spullen op diverse websites, voerde correspondentie met de meest uiteenlopende mensen en documenteerde alles met de precisie van een rechercheur die een moordonderzoek leidt. Sommige spullen waren haast onverkoopbaar – ondergoed, boeken, cd’s, halve tubes en potjes dag- en nachtcrème, voetenzalf, shampoo, haarspray – maar uiteindelijk verkoopt ze alles behalve haar bed, een deken, een paar kledingstuukken en een tandenborstel. (62/63)

Ze zet alle foto’s achter elkaar en maakt er een film van. Het project geeft ze de naam Nothing Personal en exposeert met de tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag. Ze maakt er een boek mij en de verteller citeert rijkelijk uit het boek en interview met ‘lappen onleesbaar jargon’.

Trend

Het verkopen van je spullen doet denken aan een trend waar Elja mij laatst op wees. Ze schrijft in haar blog over de mode om een heel groot deel van je spullen weg te doen en slechts honderd dingen te bewaren. Zo ben je verlost van de rotzooi waarmee we ons vaak omringen.

Terecht merkt blogger Elja op dat het alleen voor fysieke spullen lijkt te gelden. De enorme bulk aan digitale rommel telt voor dit zeer interessante initiatief niet mee. Jammer, omdat op je computer en vele harde schijven vaak duizenden documenten, boeken, foto’s, muziek en andere spullen staan die net zo goed materialen zijn. Waarom tellen die niet mee?

Spullen

Ik vind het een boeiend idee om kritisch te kijken naar wat je allemaal hebt en wat je ermee doet. De boeken Hypotheekvrij en Helemaal vrij van Gerhard Hormann inspireren mij hiertoe. Hij wijst in het laatste boek op het initiatief van een Tiny House. Een huis dat net zo groot is als een parkeerplaats en waar je heerlijk mee over de wereld kunt zwerven.

Hoe je meer kunt genieten van minder dingen. Minimalisme en wat mij betreft mag dat overal voor gelden.

Dat brengt mij bij de #WoT van deze week. Wat is voor jou minimalisme? Helpt het bij jou om met minder meer te genieten en ook meer te zien?

#WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Deelname is geheel vrijblijvend. Plaats een reactie onder dit bericht waarin je het linkje plaatst naar je blog.

De #WoT is opgezet door @metkcom en daarna door @pixelprinces overgenomen. Vanaf september 2014 hou ik het stokje in mijn hand. Schrijf vandaag mee over het woord ‘Minimalisme’.

26 november 2014

Witte haren

image

In de roman Etta & Otto & Russell & James van Emma Hooper heeft hoofdpersoon Otto grijze haren. Dat grijze haar draagt hij al sinds zijn diensttijd. Hij moet dan naar Europa om te vechten tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.

Als hij op de boot is onderweg naar Europa staat hij op het dek met een jongen uit Montreal. Ze zijn zeeziek, hun gezichten hebben dezelfde kleur als het water. Otto voorspelt dat ze iets gaan meemaken. Hij weet niet wat, maar dat ze iets gaan meemaken, staat vast.

Toen hun schip zeven dagen later afmeerde, was al Otto’s haar wit geworden, zo wit als zeeschuim, als de graten van de vis die ze iedere dag ’s middags en ’s avonds te eten kregen, allemaal puur wit. (147)

Later refereert de verteller nog een keer naar de witte haren van otto. Het gebeurt als Etta haar leerling Otto ophaalt van het station en ze de nacht samen hebben doorgebracht. Etta moet weer werken in de fabriek. Als ze ’s avonds terugkomt uit haar werk vraagt ze het hem.

‘Wat is er met je haar gebeurd, Otto?’
‘Ik was bang. Op de boot.’
‘Ik vind het goed,’ zei Etta. ‘Het is goed dat je er nu een beetje anders uitziet.’ (209)

Over de angst wordt verder niet gerept. Het is de kracht van de roman. Emma Hooper benoemt niet de angst zelf, maar wel de uitwerking. Het geeft het boek heel veel kracht. Ik kan heel erg genieten van die verhalen die niet verteld worden.

Als Otto een paar dagen later thuis komt, waarschuwt zijn vader voor het witte haar. Het is volgens hem erfelijk. Verder vraagt zijn vader hem of hij mensen heeft gedood. Otto weet het niet. Vader zegt dat het goed is. Over de angst geen woord. Wat er niet staat zegt genoeg.

Emma Hooper:Etta & Otto & Russell & James Oorspronkelijke titel: Etta and Otto and Russell and James Uit het Engels vertaald door Johan Hos. Uitgeverij Podium, Amsterdam, 2014. ISBN 987 90 5759 688 9. 320 pagina’s. Prijs: € 19,95.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn tweede bijdrage over Emma Hooper roman Etta & Otto & Russell & James. We lazen dit boek op 15 november bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties.

25 november 2014

Tatoeages

OLYMPUS DIGITAL CAMERAOp internet vond ik hoe mooi de originele Engelstalige uitgave van Saint Jack is. Een waar kunstwerk van de tatoeages die op de armen van Jack zitten. Helaas mist de Nederlandse vertaling zo’n treffende omslag. Daar moet de lezer het met schimmige beelden doen. De kracht in zo’n tatoeage spreekt meer dan duizend woorden. Hier vermengt de cover zich heel mooi met de inhoud.

Na de het verkeerd aflopende Chinese avontuur, krijgt Jack totaal onverwacht een nieuwe kans om iets op te zetten. Vanuit Amerika krijgt hij de vraag de beheerder te worden van een hotel voor militairen, Paradise Gardens. Hij moet de militairen daar vijf dagen vermaken.

De eerste dag verwachtte ik uniformen. Shuck had me niet verteld dat ze Hawaiihemden aan zouden hebben, maar ze stapten uit de bus met kortgeknipt haar, lichte hemden, de witte sokken die iedere Amerikaan verraden, en met die starende blik in hun gebruinde, vermoeide gezichten. (244)

Tussen neus en lippen door vertelt Jack veel meer over de Vietnamoorlog dan over de praktijken die in het huis gebeuren. Jack voelt zich Saint Jack, de man die de militairen het nodige vertier geeft. Aan de hand van de foto’s in zijn foto-album, die elke week dikker wordt, beschrijft Jack Flowers een paar gebeurtenissen uit die tijd: kerstmis, een hemel vol schitterende sterretjes en groepsfoto’s:

Ik, in mijn bloemetjeshemd, bier drinkend met drie jongens. Een zinnetje dat typisch iets is voor mannen van middelbare leeftijd begon deel uit te maken van mijn spraakgebruik. ‘Dat was veel geld in die dagen -‘ (255)

Even plotseling als het huis er kwam, gaat het ook weer. De Amerikanen willen het huis niet meer financieren. Het Amerikaanse legeer heeft geen bordelen, is de officiële reden. De boosheid van Jack heeft weinig effect. Hij moet zich maar melden bij de Amerikaan Edwin Shuck als hij geld nodig heeft.

Dat is het derde en laatste deel van het boek. Wellicht dat de Singaporese overheid daarmee nog het meeste moeite heeft gehad. Hoe de Amerikanen bepaalde bezoekers aan de stad bespioneren. De afloop van het verhaal verrast niet, maar is spannend genoeg om het verhaal in een ruk uit te lezen.

Paul Theroux: Saint Jack Oorspronkelijke titel: Saint Jack. Vertaald door Benno Barnard. 2e druk als Pandora Pocket. Amsterdam: Uitgeverij Contact, 1999. ISBN 90 254 9996 1. 318 pagina’s.

24 november 2014

Saint Jack

image

Wat ik gelezen had over Saint Jack in zijn eigen De grote spoorwegcaroussel retour maakte mij nieuwsgierig naar het boek zelf. Ik had het al langere tijd in mijn boekenkast liggen. Eerst wilde ik de reisverhalen lezen voordat ik aan zijn fictie begon. Daarom bleef het boek nog even ongelezen in de boekenkast liggen.

Ik verbrak mijn eigen belofte met het lezen van de Vreemdeling in het Palazzo d’Oro en ik had al eerder het prachtige verhaal ‘De olifantgod’ in De poort naar India. Paul Theroux is niet alleen een schrijver van prachtige reisverhalen, hij schrijft op het gebied van de fictie ook heel indrukwekkende boeken.

Dat geldt zeker ook voor een roman als Saint Jack. Het verhaal gaat over de Amerikaan Jack Flowers. Hij woont al langere tijd in Singapore en verkeert voortdurend in geldnood. Hij lost allerlei zaakjes op voor Chinezen en helpt schepen en matrozen aan meisjes. Verder treedt hij op als gastheer voor zakelijke reizigers. Zo helpt hij ze op alle mogelijke manieren. Voor elke wens heeft hij wel een adresje.

Officieel is hij in dienst van de Chinees Hing. Hij zorgt voor de bevoorrading van de schepen in de haven en doet extra klusjes om wat bij te verdienen. Zo helpt matrozen aan hun hoeren en zorgt dat mannen die er behoefte aan hebben een travestiet krijgen. Hing zorgt voor de verblijfsvergunning van de Amerikaan. Hij beseft dat hij daarmee met handen en voeten aan Hing gebonden is.

Als hij zich probeert te ontworstelen aan de Chinezen, door zelf een hoerentent te beginnen, krijgt hij te maken met hun stille kracht. Hij is daarvoor gewaarschuwd, maar hij slaat de waarschuwing in de wind. Met alle gevolgen van dien. Op een avond komen vier Chinezen op bezoek in zijn bordeel. Ze slaan de boel kort en klein en nemen hem mee in de kofferruimte van de auto.

Binnenin lagen gescheurde kranten. Ik draaide me om en wilde protesteren. Mijn stem weigerde, voor hun ogen werd het helderrood, en een stroompje bloed brandde in mijn nek; het leek alsof ik aan de binnenkant van mijn ogen volkomen plat werd gedrukt, ik ademde uitlaatgassen in en werd omvergesmeten. (205)

Na een paar dagen van eenzame opsluiting, overleggen de Chinezen wat ze met Jack zullen doen. Ze zepen zijn armen in en scheren de behaarde delen weg.

Ho Khan zette een metalen brilletje op en pakte een zilveren instrument in de vorm van een pijltje, dat hij in een fles met blauwe vloeistof doopte. Hij leunde weer over me heen en begon met de snelheid van een naaimachine de naald in het vlezige gedeelte van mijn arm te prikken. Hij tatoeëerde me, van inspanning beet hij zich op zijn tong, en achter hem stonden de anderen te schreeuwen, hele tirades in het Chinees; blijkbaar vertelden ze hem wat hij in mijn armen moest prikken. (211)

Als hij wat later op straat gegooid wordt en de schade opmaakt blijken er de verschrikkelijkste verwensingen in het Chinees op zijn arm te staan:

Linkerarm: Vloek van de hondedrek, Pas op de duivel, Hoerenjong, Mond Vol Leugens, Verwijder Dit en Sterf
Rechterarm: Rood Geitegezicht, Verboden Aap, Tien Duivels in Een, Ik ben Gif en Dood, Verwijder Dit en Sterf

Jack Flowers besluit er het beste van te maken en vraagt een tatoeëerder om de tatoeages zo te omschilderen dat het weer toonbaar wordt. Hij maakt er bloemen van en op de plek waar ‘Verwijder Dit en Sterf’ staat komen een dolk en een crucifix.

De Chinezen hebben Jack goed te kennen gegeven wie er de baas is en dat je niet zomaar aan hun handel mag komen. De bloemen, dolk en kruis verbloemen misschien de tekens, maar de echte Chinezen kunnen de scheldwoorden die onder de bloemen staan nog altijd lezen.

Paul Theroux: Saint Jack Oorspronkelijke titel: Saint Jack. Vertaald door Benno Barnard. 2e druk als Pandora Pocket. Amsterdam: Uitgeverij Contact, 1999. ISBN 90 254 9996 1. 318 pagina’s.

23 november 2014

Paul Theroux en Saint Jack

image

Kort voor hij zijn beroemde treinreis maakt door Europa en Azië, verschijnt zijn roman Saint Jack. In De grote spoorwegcaroussel schrijft Paul Theroux over het verschijnen van deze roman. Het boek geeft hem even ademruimte om zich te wagen aan de lange treinreis. Hij vlucht uit zijn huis. Later weet hij dat hij dit doet vanwege zijn slechte huwelijk en dat hij de reis aangrijpt voor de nodige reflectie.

Het boek Saint Jack is beroemd geworden. Het boek is verfilmd, net als drie andere boeken van Paul Theroux waaronder The Mosquito Coast. De verfilming van de roman Saint Jack zorgt er uiteindelijk voor dat hij in 2008 met moeite Singapore binnenkomt. De film en het boek zijn verboden in de stadstaat. Dat hij in 1973 tijdens zijn eerste treinreis niet tegengehouden wordt, komt wellicht door de onbekendheid van het boek.

In 2008 krijgt wordt hij nauwlettend in de gaten gehouden vanwege zijn boek. Het verbod is net opgeheven schrijft hij in zijn boek De grote spoorwegcaroussel retour uit 2008. Bij het opnemen van de verfilming van de roman door Peter Bogdanovich in 1978 is nauwelijks gedraaid in Singapore, maar de autoriteiten waren nog verbolgen over de actie van de regisseur. Hij gaf namelijk niet te kennen het verboden boek te verfilmen:

Vanwege deze bedrieglijke gang van zaken en de manier waarop de film de sekshandel in Singapore, de Chinese bendes en de kleurrijke buurten in beeld bracht – zoals de Bugis Street, de belangrijkste straat voor travestieten – was de film in de ban gedaan. (368)

Als Paul Theroux in Singapore is in 2008 is het verbod net opgeheven. De pers van Singapore interviewt Paul Theroux massaal om hem te bevragen over Singapore en zijn boek. Overigens herkent de Amerikaanse reisboekenschrijver de stad nauwelijks. Had het Singapore van de jaren zestig nog veel van de stad die Joseph Conrad rond de eeuwwisseling bezocht. Nu is er niet veel meer van over, stelt Theroux. Zijn roman haalt vooral het oude Singapore aan en laat een andere kant zien van de stad.

De journalisten die hem interviewen zijn niet zo geïnteresseerd in de roman, maar willen alleen maar praten over zijn docentschap. Hij gaf in de jaren zestig namelijk Engelse les op de universiteit. De studenten die hij toen had, schijnen nu vooral negatieve opmerkingen te hebben over de docent Paul Theroux. Over zijn roman moet hij vooral zelf beginnen.

Paul Theroux: Saint Jack Oorspronkelijke titel: Saint Jack. Vertaald door Benno Barnard. 2e druk als Pandora Pocket. Amsterdam: Uitgeverij Contact, 1999. ISBN 90 254 9996 1. 318 pagina’s.

22 november 2014

Seks

image

Net zo ontwapend als ze over alles schrijft, schrijft Lena Dunham in Not That Kind of Girl over seks. Het is een waar genoegen om de passages te lezen. Ze vermengt hier onwetenheid, onbenul en overmoed heel mooi samen. De beelden die ze hier oproept, zijn erg lachwekkend.

Zo schrijft ze over een condoom die ze in de kamerplant van haar kamergenote ziet hangen terwijl ze vrijt met de conservatief van haar campus. Het doet denken aan het gordijn waaraan ‘mijn date zijn pik afveegde’ veel verderop in het boek.

Na een avond onbezonnen seks met een tengere dichter/wiskundige vertelt hij haar over een date een week eerder met een Filipijnse gast die hij in een homobar had opgepikt.

‘Ik heb hem in zijn reet geneukt en het condoom scheurde. En toen is hij met mijn portemonnee vandoor gegaan.’
Ik zweet even. ‘Wat rot voor je,’ zei ik. (262)

Daarna maakt ze zich grote zorgen en vreest dat ze aids heeft opgelopen. Een angst die haar vastgrijpt en haar denken aan de dood alleen maar versterkt. Ze vertelt er tussendoor op een bijna ontroerende wijze over de dood van haar oma, waar haar vader in de kelder een soepblik vindt uit 1965.

De vertelster probeert de geur op te snuiven van haar overleden grootmoeder. Ze trekt de ochtendjas aan en voelt de verfrommelde zakdoekjes van haar oma. Het zijn details waarmee ze haar verhaal zo ontroerend maakt.

Lena Durham: Not That Kind of Girl, Levenslessen om (vooral niet) op te volgen. Oorspronkelijke titel: Not That Kind of Girl – A Young Women Tells You What She’s “Learned”. Vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap. Amsterdam: Meulenhoff, 2014. ISBN 987 90 290 9041 4. Prijs: € 19,95. 304 pagina’s.

21 november 2014

Eten

image

Lena Dunham voldoet in Not That Kind of Girl aan alle clichés waar veel vrouwen aan lijden: ze zijn gek op eten en mannen. Dat ze zich daarbij erg mutserig gedragen, lijkt eerder een gegeven dan een cliché te zijn.

Zo besluit ze veganist te worden nadat een koe naar haar knipoogde. Niet om een vlieg van zijn ooglid weg te krijgen, maar als een teken van aanwezigheid van bewustzijn.

Het volgende geldt ook voor haar eetlust. Ze verwijt het zelf aan de emoties. Hierbij wordt ze ook nog eens gesteund door een trouwe groep vriendinnen. Ze is een emotie-eter, wil ze de lezer doen geloven, op de haar zo kenmerkende manier:

Toen een vriendin van mijn moeder die ik nauwelijks kende overleed, at ik een gigantische panino onder het mom van rouwverwerking. (109)

De zelfspot waarmee ze zichzelf wegzet, maakt haar kwetsbaar maar geeft het boek precies de humor die ik zo waardeer. Ze zet zichzelf op een prachtige manier weg en verdient daarmee respect en heel veel glimlachen.

Lena Durham: Not That Kind of Girl, Levenslessen om (vooral niet) op te volgen. Oorspronkelijke titel: Not That Kind of Girl – A Young Women Tells You What She’s “Learned”. Vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap. Amsterdam: Meulenhoff, 2014. ISBN 987 90 290 9041 4. Prijs: € 19,95. 304 pagina’s.

20 november 2014

Zalando - #WoT

20141030_075647Op de derde donderdag van de maand is het een #WoT over een foto: vandaag een foto van vuilnis die ik aantrof op weg naar mijn werk. De mooi in elkaar gedrukte dozen hebben een opvallende doos in zich met de tekst Zalando.

hysterisch gillen

Ik ken de merknaam vooral van hysterisch krijsende mannen en vrouwen die een bestelling hebben gedaan. Niet van de kapotgescheurde doos bij de vuilnis. De doos is groot genoeg voor een paar schoenen of kleinere kledingstukken. Er moet wel voor worden aangebeld.

Dan vraag ik mij af: laten mensen zich beïnvloeden door zo’n vreselijke reclame en gaan ze ook zo verschrikkelijk gillen? De reclame noemt het ‘schreeuwen van geluk’, ik noem het hysterisch gillen.

Laat je inspireren en schrijf vandaag mee over deze foto. Wat valt jou op en waar kun je een verhaal over schrijven? Wat roept het merk Zalando bij jou op?

#WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Deelname is geheel vrijblijvend. Plaats een reactie onder dit bericht waarin je het linkje plaatst naar je blog.

De #WoT is opgezet door @metkcom en daarna door @pixelprinces overgenomen. Vanaf september 2014 hou ik het stokje in mijn hand. Schrijf vandaag mee over de foto van de vuilnis.

19 november 2014

David Sedaris en Lena Dunham

image

Op het omslag van Not That Kind of Girl geeft David Sedaris een mooie aanbeveling over de schrijfstijl van de New Yorkse schrijfster Lena Dunham. Het drukt het boek gelijk een bepaalde richting in, want qua absurditeit kan Lena Dunham zich zeker meten aan David Sedaris.

Ik ontdekte David Sedaris na een filmpje bij zomergasten. Wat een humor en mooie wendingen in zijn verhaal. Ik kocht gelijk zijn boek en las zijn beroemde verhaal over het Nederlandse Sinterklaasfeest.

Het was nog in een tijd dat Zwarte Piet geen associaties opriep met racisme. David Sedaris kon zich zo’n politiek incorrect feest niet voorstellen in Amerika. De realiteit heeft zijn verhaal echter ingehaald.

Het verhaal van Lena Dunham over haar leven is op een mooie manier geconstrueerd rond allerlei thema’s als liefde en seks, lichaam, vriendschap en werk. Ze vertelt hier heel mooi haar eerste ervaringen. Het is erg vermakelijk om te lezen hoe ze bijvoorbeeld op het idee van de HBO-serie Girls komt.

Onderwijl vult ze grote delen van het verhaal met allerminst saaie opsommingen wat er in haar tas zit (ja, een teckelportemonnee), de 17 dingen die haar vader haar geleerd heeft, 13 dingen die je maar beter niet tegen je vriendinnen kunt zeggen en waarom New York zo leuk is.

Onderwijl vertelt ze allerlei leuke wetenswaardigheden over haar familie, zoals over haar lesbische zus Grace, die een vriendin verzon met de naam June:

Ik probeerde me June voor te stellen, maar kwam niet verder dan een sneeuwwitte etalagepop met een pruik. (182)

Grace heeft de zoen-avonden met June dan ook verzonnen om van het gezeur af te zijn. Daarna volgt een loflied over haar zus die zowel jaloers als trots is:

Ze is mager, maar lichamelijk lui. Mannen zijn gek op haar. (184)

Precies de stijl die David Sedaris zo prijst en die Lena Dunham zo verheft boven de chicklit die zich alleen maar kan uitdrukken in clichés.

Lena Durham: Not That Kind of Girl, Levenslessen om (vooral niet) op te volgen. Oorspronkelijke titel: Not That Kind of Girl – A Young Women Tells You What She’s “Learned”. Vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap. Amsterdam: Meulenhoff, 2014. ISBN 987 90 290 9041 4. Prijs: € 19,95. 304 pagina’s.

18 november 2014

Vergelijkingen

image

Lena Dunham geeft in haar boek Not That Kind of Girl een heerlijk inkijkje in het leven van de jongere vrouw. Vooral de vergelijkingen zijn een heus genoegen om te lezen.

Bijvoorbeeld in het hoofdstuk over haar schooltijd. Ze doet dit met de nodige zelfspot, wat het alleen maar vermakelijker maakt.

Op de quakerschool was ik een vage irritanto geweest, het equivalent van een musicalmeisje, behalve dat ik niet kon zingen, maar alleen de biografie van Barbra Streisand las en broodjes prosciutto at in mijn eenzame hoekje in de kantine, waar ik mij wentelde in eenzaamheid als een gescheiden vrouw op een terrasje in Rome. (74/5)

Ik geniet van zulke vergelijkingen. Ze geven humor in het verhaal en drukken de gemoedstoestand op een originele manier weer. Lena Dunham begint het betreffende hoofdstuk niet voor niets met de opmerking:

Ik ben een onbetrouwbare verteller. (73)

Verderop verhaalt ze op een prachtige manier over haar eerste schreden op het liefdespad. Humor en weemoed brengt ze op een prachtige manier samen:

De eerste keer dat we seks hadden, was de tweede keer in mijn leven dat ik het deed. Hij zette Afrikaanse muziek op, zoende me alsof het een saai klusje was dat hij van zijn reclasseringsambtenaar opgedragen had gekregen, en ik klampt me aan hem vast met het idee dat hij het me wel zou laten merken als dat niet de manier was waarop seks hoorde te verlopen. (78)

Lena Dunham weet precies de juiste beelden op te roepen met haar woorden. Het klusje van de reclasseringsambtenaar maakt het veel mooier dan wanneer ze geschreven had over een verplicht nummertje afdraaien.

Het laat zien dat Lena Dunham een schrijfster van formaat is. Een onbetrouwbare verteller die op een zeer originele manier haar verhaal vertelt.

Lena Durham: Not That Kind of Girl, Levenslessen om (vooral niet) op te volgen. Oorspronkelijke titel: Not That Kind of Girl – A Young Women Tells You What She’s “Learned”. Vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap. Amsterdam: Meulenhoff, 2014. ISBN 987 90 290 9041 4. Prijs: € 19,95. 304 pagina’s.

17 november 2014

Not That Kind of Girl van Lena Dunham

image

Uitgeverij Meulenhoff stuurde mij een uitdaging. Ik wilde hem wel aangaan. Maar vrijwel meteen had ik spijt. Zou ik mijzelf niet hebben opgezadeld met verderfelijke chicklit? Begaf ik mij niet in een verschrikkelijke opdracht?

Het boek viel op mijn deurmat. Ik moest er een blogje aan besteden en maakte dan kans op een vrijkaartje voor een optreden van Lena Durham. Daar hoefde ik niet per sé heen. Ik vond het boek zelf lezen al genoeg. Het inspireerde al tot een #WoT. Nu de rest van het boek.

De scepsis maakte echter heel snel plaats voor bewondering. Want Lena Dunham is een feest om te lezen. Niet alleen voor vrouwen. Een man kan er veel plezier aan beleven. Het boek geeft een goed inkijkje in het leven van een (jonge) vrouw met al haar gemakjes en ongemakjes.

En het gaat niet alleen over de liefde of relaties. Daar blijft het steken bij veel chick-lit, maar Lena Dunham weet op een leuke en aanstekelijke manier het leven van een vrouw te vatten in haar boek Not That Kind of Girl. Het is een autobiografie op het eerste oog. Maar dat is een bedrieglijke eerste indruk. Al snel haalt de fantasie de werkelijkheid in.

Ze heeft haar boek opgedeeld in verschillende thema’s: Liefde en seks, Lichaam, Vriendschap, Werk en Het grote geheel. Daarbij hanteert ze een kritische houding naar zichzelf en haar omgeving. Ze doet dat met de bekende zelfspot die sterk aan Bridget Jones doet denken. Alleen weet zij dit te combineren met haar grenzeloze fantasie die werkelijk elk hoofdstuk tot een belevenis maakt.

Wordt vervolgd

Lena Durham: Not That Kind of Girl, Levenslessen om (vooral niet) op te volgen. Oorspronkelijke titel: Not That Kind of Girl – A Young Women Tells You What She’s “Learned”. Vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap. Amsterdam: Meulenhoff, 2014. ISBN 987 90 290 9041 4. Prijs: € 19,95. 304 pagina’s.

16 november 2014

Grijze luchten

image

De wolkenluchten komen veel aan bod in Maarten ’t Harts Een vlucht van regenwulpen. De verteller refereert er vooral naar als er iets belangrijks gebeurt. Zijn geboorte zou zijn geweest onder een grijze lucht en zijn moeder sterft onder een treurig grijze hemel.

Zo zou je kunnen denken: ik ben, zoals mijn moeder o vaak ongevraagd verteld heeft, op een grijze zaterdag geboren; zij is op een grijze zaterdag gestorven, nu is het weer zaterdag en opnieuw is de hemel bedekt met datzelfde transparante, bestendige, nergens lichter of donkerder grijs. (68)

Als de uitslag van de eindexamens wordt gegeven, gaat de ik-verteller Maarten met Johan naar school onder een ‘grijze, treurende hemel’. Alleen als de woede van God zich openbaart, verandert de grijze hemel in een lucht vol donderkoppen.

Het weer maakt van een Een vlucht regenwulpen een typisch Nederlandse roman. Wat dat betreft sluit Maarten ’t Hart heel goed aan bij een schrijver als Oek de Jong. Deze schrijver betrekt ook vaak het weer en het Nederlands landschap in zijn romans. Het krijgt daarmee bijna een rol alsof het een personage is.

De hoogleraar Ton Anbeek ergert al dat spruitjesproza. Hij schreef in 1980 een beroemd essay waarin hij pleit dat er meer straatrumoer in de Nederlandse letteren mag komen. Een vlucht regenwulpen mist dit rumoer. Daar blijft het beperkt tot de vele overpeinzingen van de verteller. Het rumoer is in het hoofd van Maarten en niet op straat.

Maarten ’t Hart: Een vlucht regenwulpen. 1e druk, 1978. 65e druk met toestemming van Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 2014. ISBN 9879059652613. 166 pagina’s.

15 november 2014

Dromen achterna lopen

image

Een bijzonder boek is de roman Etta & Otto & Russell & James van de Canadese schrijfster Emma Hooper. Het vertelt het verhaal van Etta en Otto en hun vriend en buurman Russell. Etta vertrekt in het holst van de nacht om naar de zee te gaan lopen. Ze wil het water zien schrijft ze in een brief aan haar man Otto.

Gedurende de roman maakt ze tocht te voet door Canada, naar het oosten. Als haar man Otto ’s morgens de brief vindt, gaat hij op zoek naar de wereldbol.

Er zat een lampje in waarvan het licht door de lengte- en breedtegraden naar buiten scheen. Hij knipte het aan en deed de gewone keukenverlichting uit. Hij zette de bol op het andere uiteinde van de tafel, bij de brief en de kaarten vandaan, en volgde een route met zijn vinger. Als ze naar het oosten ging, had Etta 3232 kilometer af te leggen. Naar het westen, naar Vancouver, 1201 kilometer. Maar ze zou naar het oosten gaan, wist Otto. (7/8)

Gedurende het verhaal trekt Etta door Canada. Ze loopt door het land, vergezeld door een coyote die ze James noemt, naar haar doodgeboren neefje en zoontje van haar bij de bevalling overleden zus Alma. Etta maakt haar tocht door Canada en krijgt steeds meer fans die haar in de steden aanmoedigen.

Het is een prachtig verhaal over een liefde tussen twee mensen. Etta, Otto en Russell zijn even oud. Otto en Russell groeiden met elkaar op, hebben bij elkaar in de klas gezeten en werden door Otto’s moeder tweelingbroers genoemd. Etta kwam bij de jongens in de klas als onderwijzeres. Ze gaf les in het schooltje aan de oudere jongens.

Bij het lezen van dit boek heb ik genoten. Het is een heel lief boek, boordevol met verwijzingen naar het verleden waarin veel gebeurd is. De 83-jarige vrouw maakt een indrukwekkende reis door heden en verleden, waarbij de twee in elkaar vervloeien doordat haar geheugen haar in de steek laat.

Daarmee is Etta & Otto & Russell & James een ontroerend levensverhaal dat heel beeldend, filmisch geschreven is. Het Canadese landschap met de uitgestrekte kale vlaktes komt hierin heel poëtisch tot uitdrukking. De lange voettocht door het land gedreven door het verlangen naar de zee. En de hartstocht van haar man Otto die van krantenpapier en meel levensgrote beelden maakt. Het geeft het verhaal nog meer kracht en verbeelding.

Ik heb genoten van dit verhaal waarbij de dromen van weleer letterlijk achterna worden gelopen. Het is nooit te laat om te doen wat er in je opkomt. Gevaren mogen er misschien zijn, het weerhoudt Etta niet om te doen wat ze altijd al wilde doen: het water zien.

Emma Hooper:Etta & Otto & Russell & James Oorspronkelijke titel: Etta and Otto and Russell and James Uit het Engels vertaald door Johan Hos. Uitgeverij Podium, Amsterdam, 2014. ISBN 987 90 5759 688 9. 320 pagina’s. Prijs: € 19,95.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Emma Hooper roman Etta & Otto & Russell & James. We lazen dit boek op 15 november bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties.

14 november 2014

Biologie

image

Bij het herlezen van Maarten ’t Harts boek Een vlucht regenwulpen zie ik veel dingen die mij niet zijn bijgebleven bij het lezen van het boek toen ik een jaar of 17 was. Ik las toen vooral de geloofspassages goed en de hunkering naar Martha vormde heel duidelijk een sterke herkenning. Maar het boek laat nog iets anders zien, namelijk de biologie. Overal in het boek vliegen vogels rond. De verteller kijkt gebiologeerd naar alle vogels die voorbij fladderen.

Hij haalt er troost uit. Ook spreekt er alle hoop in. Zo hoopt hij ooit het ijsvogeltje in de rietlanden te vinden. Kijkt hij vol plezier naar kraaitjes of mussen. En verdedigt menig met uitsterven bedreigde vogelsoort. Het geeft het boek iets moois.

Het duidelijkst komt dat in de passage na het ouderlingbezoek naar voren. Er vliegt dan een vlucht regenwulpen over. De verteller Maarten is getroffen door de bijzondere vlucht vogels die overvliegt. Het is op het moment als zijn moeder stervende is:

Regenwulpen zijn zo zeldzaam, zo bijzonder dat ik naar het raam toe wil rennen om ze beter te kunnen zien maar ik doe het niet, ik denk alleen maar: ze is gestorven op het moment dat de regenwulpen over kwamen en die gedachte troost me, vreemd genoeg. (68)

De natuur geeft troost. Waar hij het geloof heeft verloren, geven de rietlanden, de rondfladderende vogels en bijzondere plantjes hem troost. Ze bieden hem houvast en laten hem iets zien dat de God van zijn geloof niet (meer) heeft.

Maarten ’t Hart: Een vlucht regenwulpen. 1e druk, 1978. 65e druk met toestemming van Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 2014. ISBN 9879059652613. 166 pagina’s.

13 november 2014

Herinnering - #WoT

image

her·in·ne·ring (de; v; meervoud: herinneringen) 1 het herinneren 2 dat wat je je herinnert 3 geheugen 4 (eufemisme) aanmaning

Bij de actie Nederland leest staat deze maand het boek Een vlucht regenwulpen centraal. Wat mij erg opviel in dit boek zijn de scherpe jeugdherinneringen van de ik-verteller en hoofdpersoon Maarten.

Deze herinneringen uit de kinderjaren zijn erg mooi beschreven. Zoals de herinnering aan het amandelen knippen. De jonge Maarten gaat naar het dorp om zijn amandelen te laten ‘pellen’. Hij is tot die tijd altijd in en om het huis geweest. Het is de eerste keer dat hij in het dorp komt.

Ze varen er op de veilingschuit naartoe. Maarten geniet van de ervaringen die hij onderweg opdoet. Als ze in het dorp komen, maakt hij kennis met het plein en de kerk. De schaduw van de kerk trekt over het plein. Maarten is bang voor het licht.

Het zonlicht is zo hard en fel, het wil me verslinden, zo heb ik het nog nooit gezien. Ik ril als mijn moeder over het plein wil lopen, ik ruk aan de handen van mijn moeder en zeg: ‘Langs de huizen, moeder, langs de huizen.’ (29)

Hij wil niet over het plein omdat hij dan over de streep van vuur moet. Als hij er uiteindelijk toch overheen moet stappen, merkt hij dat er niks gebeurt als zijn schaduw opgaat in de schaduw van de huizen.Het knippen van de amandelen is een traumatische ervaring. Een gloeiend hete tang gaat in zijn mond en brandt in zijn keel. Een gruwelijke pijn.

Het zijn passages waarbij weemoed naar het verleden en de teleurstelling in mensen heel mooi samenvallen. De herinnering is heel sterk en weet ook bij de lezer een mooi beeld op te roepen van het Nederland uit de jaren ’50.

Maarten ’t Hart: Een vlucht regenwulpen. 1e druk, 1978. 65e druk met toestemming van Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 2014. ISBN 9879059652613. 166 pagina’s.

#WoT

Wat is jouw jeugdherinnering die je nog scherp voor de geest kunt halen. En heb jij een boek dat je treft vanwege de scherpe herinneringen?

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Deelname is geheel vrijblijvend. Plaats een reactie onder dit bericht waarin je het linkje plaatst naar je blog.

De #WoT is opgezet door @metkcom en daarna door @pixelprinces overgenomen. Vanaf september 2014 hou ik het stokje in mijn hand. Schrijf vandaag mee over het woord: herinnering.

Lees ook mijn bespreking van Maarten ’t Harts Een vlucht regenwulpen op Litnet.co.za

12 november 2014

Godsdienstleraar

image

Bij de godsdienstlessen waarschuwde mijn godsdienstleraar Meneer De Bruin voor hem. Wanneer je de boeken van Maarten ’t Hart leest, moet je wel heel sterk in je geloof staan. Hij achtte mij daar nog niet toe in staat. De boeken van Jan Wolkers waren helemaal ‘not done’. Die stonden op de zwarte lijst vanwege het taalgebruik, de godslastering en de seksscènes.

Zo begon ik pas na de Mavo aan Maarten ’t Hart. Ik weet niet meer hoe ik erin ben gekomen. Het begon volgens mij met De aansprekers, een boek over Maarten ’t Harts vader. Ik las het en werd getroffen door de vele bijbelcitaten die door het boek heen worden gegeven. Ook sprak er een vorm van humor in die ik met mijn strenge opvoeding goed kon volgen. Ik las het met plezier en ook een beetje met rode oortjes omdat meneer De Bruin mij dit soort boeken sterk ontraadde.

Ik zou zeker ontdekken dat ik niet zo sterk in mijn schoenen stond. Ik las na De aansprekers alle andere boeken van Maarten ’t Hart. Behalve Een vlucht regenwulpen. Misschien omdat iedereen het had gelezen, misschien omdat ik er niet aan wilde. Meneer De Bruin zou het zeker ontraden, maar ik las het niet.

Daarvoor in de plaats las ik veel andere verhalen. Over de harmoniumverkoper in ‘De handelaar’ bijvoorbeeld of de spannende detective De kroongetuige. Of het mooie verhaal over de organist Willem Oranje in Maassluis in Stenen voor een Ransuil. Allemaal verhalen die veel meer mijn aandacht trokken dan dat enge boek dat iedereen zo verfoeide: Een vlucht regenwulpen.

Het moet ergens op de MTS zijn geweest dat ik het boek toch ging lezen. Ik werd getroffen door het verhaal. Ik herkende er zo verschrikkelijk veel in. De eenzaamheid van de hoofdpersoon, het verliefde, verlegene om het meisje waar je verliefd op bent nooit aan te spreken. Het verlangen naar haar, het fantaseren over haar. Even zien is genoeg. Als ze iets tegen je zegt, ben je dagen van slag. Ik herkende mijzelf erin.

Net als in de worsteling met het geloof. De almacht van God die hier direct wordt aangevallen. De moeder met keelkanker die haar hele leven zo vroom had geleefd. Dat terwijl Maarten ’t Harts moeder gewoon nog leefde, maar voor het verhaal even dood moest gaan. Het vormt een rechtstreekse aanval tegen God. Het gevecht met de ouderlingen. Het veranderde mijn beeld van de kerk en God definitief.

Maarten ’t Hart: Een vlucht regenwulpen. 1e druk, 1978. 65e druk met toestemming van Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 2014. ISBN 9879059652613. 166 pagina’s.

11 november 2014

Een vlucht regenwulpen

image

Voor de actie Nederland leest, leest Nederland Een vlucht regenwulpen van Maarten ’t Hart. Bij dit leesevenement deelt de openbare bibliotheek een gratis boek uit en is het iedereen dat een grote groep hetzelfde boek leest. Het boek moet oud zijn en genoeg voer voor discussie opleveren.

Dat doet het boek van Maarten ’t Hart zeker. Het levert genoeg stof voor een goed gesprek. Een gesprek over geloof, hoop en liefde. Een vlucht regenwulpen laat zich namelijk op verschillende manieren lezen. Je kunt er een liefdesroman in zien zoals Abdelkader Benali, maar je kunt het boek ook opvatten als een aanklacht tegen het gereformeerde geloof.

Ik las het boek als puber. Ik had al veel andere boeken van Maarten ’t Hart gelezen voordat ik aan dit boek begon. Misschien was het de angst voor de populariteit ervan. Misschien was het de waarschuwing van de godsdienstleraar op de Mavo. Misschien was het wel de flinke aanklacht tegen het geloof dat ik toen aanhing.

Het begon zeker te wankelen nadat ik het boek gelezen had. Al vond ik het zeker niet het beste boek van Maarten ’t Hart. Ik had veel meer liefde voor de roman over zijn vader, De aansprekers en boeken als De Jacobsladder. Of zijn debuut Stenen voor een Ransuil waarin kerk en orgel een veel prominentere rol speelden.

Het zorgde ervoor dat ik als 17-jarige het grootste gedeelte van de boeken van Maarten ’t Hart las. Als afsluiting koos ik voor Een vlucht regenwulpen. Zijn boeken inspireerden mij tot het schrijven van een roman, dat qua onderwerpskeuze sterk doet denken aan dit boek van Maarten ’t Hart.

Ook hielp dit boek mij een radicale keuze te maken: ik stopte met de MTS en ging via Havo en Vwo naar de universiteit om Nederlands te studeren. Toen dat zover was, las ik allang geen Maarten ’t Hart meer. Ik stortte me op veel zwaardere boeken en had het geloof vaarwel gezegd.

Het is een openbaring om het boek zo’n twintig jaar later weer te lezen en de ervaringen van toen weer te voelen. Het boek doet nu heel anders aan. Het komt enigszins zeurderig over. Zeker over de merkwaardige liefde voor een meisje, het verlegene, bleue gedrag van de hoofdpersoon Maarten en zijn opvattingen over het geloof.

Het komt zeker overeen met mijn worsteling met geloof en liefde in die tijd. Nu lees ik de ervaringen of ik mijn eigen verleden aan het oprakelen ben. Het geloof vervult niet meer de rol die het toen vervulde. Net als dat de liefde voor een meisje een andere plek heeft gekregen.

Maarten ’t Hart: Een vlucht regenwulpen. 1e druk, 1978. 65e druk met toestemming van Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 2014. ISBN 9879059652613. 166 pagina’s.

10 november 2014

Bommenwerper

image

Een oud-collega van de krant benaderde mij een tijdje terug om een bijdrage te leveren aan een boek over de Tweede Wereldoorlog in Delden. In het laatste halfjaar bij de Tubantia schreef ik over een bijzondere operatie: de berging van een Britse bommenwerper.

In een weiland bij Bentelo was de Britse bommenwerper van het type Short Shirling MK 1. Het toestel was in de nacht van 27 op 28 augustus 1942 op weg naar het Duitse Kassel. Naast de 7 bemanningsleden waren ook 4 grote bommen aan boord, zogeheten 1900 ponders.

Voor het boek schrijf ik over het voorval zelf en de nasleep, waaronder de berging van het vliegtuig en de begrafenis van de bemanningsleden. Meer dan 60 jaar na de gebeurtenis is het toestel geborgen. Het leverde veel gesprekken op in het dorp en bij ons op de krantenredactie.

Een deel van de gebeurtenissen mocht ik vastleggen voor de krant. Het leverde mooie verhalen op, 60 jaar na de bevrijding. Volgend jaar is het alweer 70 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd. Daarom verschijnt er weer een boek over een oorlog die eindeloos te boek gesteld is.

Het schrijven van mijn bijdrage voor het boek roept de herinnering van de berging weer op. Dat ik daar in het drassige veld bij de burgemeester stond te luisteren naar de vondsten. Of de momenten dat mensen uit de buurt mochten kijken en hun verhalen vertelden. Ik luisterde en schreef.

Ik zal nooit vergeten hoe ik ooggetuigen sprak. Zij vertelden over het ongeluk alsof het een dag eerder was gebeurd. Wat een prachtige kans dat ik het weer mag opschrijven.

09 november 2014

Muur

image

Het is vandaag 25 jaar geleden dat de muur viel. Ik heb een speciale band met de muur. Voordat de muur viel hadden mijn ouders contact met mensen uit Oost-Duitsland. Ik schreef brieven met hun dochter en later mocht ik zelfs een paar keer mee.

We reden met andere mensen van onze kerkelijke gemeente de 850 kilometer van Veenendaal naar Lohmen in de DDR. Ik zal de reizen nooit vergeten. Vooral de aanblik van die hoge wachttorens en het lange wachten bij de grens.

Later gingen we met de trein. De douanebeambten hielden ervan om gretig misbruik te maken van hun macht. Zo verdween een medewerker met het paspoort van mijn moeder om het vlak voor het vertrek van de trein terug te geven. De trein bleef al die tijd staan bij de grens. Ik zie de Oost-Duitse vlag nog dapper wapperen. Een paar maanden later verdween de grens.

Nu kwamen de Oost-Duitsers bij ons. Hun dochter – het meisje waarmee ik schreef – heeft zelfs nog een weekje bij ons gelogeerd. De grens was open en ze genoot met volle teugen van haar vrijheid. Ze keek haar ogen uit. Net als de anderen die kwamen. Aardbeien midden in de winter en volle supermarkten. Dat kenden ze niet. De herinnering aan de lange wachtrijen voor de winkels was nog sterk.

Nog weer later, ik studeerde en zocht de herinnering aan het oosten weer op. Ik ging met kerst, wilde dat weleens meemaken: kerst in Duitsland. Het meisje bood me aan mee te gaan naar Berlijn waar zij woonde en studeerde. Ik zou pas later gaan nadat we weer brieven schreven.

Het werden andere brieven en we kregen iets. Het oosten en het westen begonnen iets met elkaar. Ook nu spraken we over de oude DDR-tijd. De wereld was veranderd en ze dacht met weemoed terug aan de vervlogen tijden. De volle supermarkt eiste ook andere dingen. Het zorgde ook voor veel verwarring. Een paar maanden en vakantie naar Italië later ontdekten we dat onze relatie niet werkte.

Bij het zien van de beelden van de val van de muur, denk ik terug aan die tijd. De beelden van Lenin en Marx waren in 1998 nog niet overal geveld. Het verschil tussen oost en west kon je nog goed zien aan de gebouwen. De nieuwe hoofdstad van Duitsland was één grote bouwput. De muur stond nergens meer, maar hij was overal. Hij was afgebroken, bijna geen plekje was meer hetzelfde als voor de val van de muur, maar hij leefde nog in de levens van de mensen.

Misschien is het nu anders. Ik weet het niet, want ondanks alle voornemens kom ik er niet toe er weer heen te gaan. Iets weerhoudt mij. De weemoed naar iets dat er niet eens was. Het idee dat het Berlijn van mij niet het Berlijn van nu is.

08 november 2014

Draken

20141019_102845Hongkong ligt op het schierland Kowloon wat negen draken betekent. In Paul Theroux’ De laatste dagen van Hongkong wordt een aantal keer naar de draken verwezen. Zo zou oprichter Chuck de textielfabriek in ‘de Buik van de Draak’ hebben gebouwd. Een speciale wichelaar wijst deze plek aan om de fabriek te bouwen.

De grond lag aan de rand van de oude tong waar de Negen Draken zich, zo zei hij, in een legendarische eeuw voorover hadden gebogen om te drinken. (23/24)

De verteller verwijst graag naar dit aspect en de draken keren vaak terug in de roman. De koper Hung nodigt Bunt uit in de Golden Dragon. De verteller weet mooi tussen haakjes te melden dat de naam van dit restaurant hem bekend voorkomt.

Later trakteert Hung op thee en noemt het de drakenbron. De vijver waar de draken uit dronken, de plek waar de fabriek staat en die weer terug moet naar de Chinezen.

De draken geven het verhaal iets geheimzinnigs. Het spel met de draken maken deze roman van Paul Theroux tot een heerlijke belevenis.

Paul Theroux: De laatste dagen van Hongkong Oorspronkelijke titel: Kowloon Tong, The Last Days of Hongkong. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 1997. ISBN 90 254 2102 4. 238 pagina’s.

07 november 2014

Geen heilig boontje

20141019_102827Hoofdpersoon Bunt in De laatste dagen van Hongkong is zeker geen heilig boontje. Hij is niet getrouwd, maar weet wel waar hij de liefde haalt. Zijn favoriet is zijn werkneemster Meiping en daarnaast bezoekt hij tussen de middag geregeld een club om aan zijn grieven te komen. Of zoals de verteller het zegt:

[H]et kwam hem voor alsof hij met zijn lunchbezoekjes aan The Pussy Cat, Happy Bar en Kack’s Place misschien wel een familietraditie voortzette. (31)

De meisjes uit de clubs en het bedrijven van de liefde met een medewerkster, zijn Bunts geheim. Niemand weet het. Zelfs zijn moeder niet, terwijl zij alles van hem weet.

Het maakt hem chantabel want als de Chinees Hung de geheimen op het spoor komt, zet hij het goed in om Bunt tot verkoop van zijn textielfabriek te dwingen. Het maakt Bunt tot een hopeloos figuur. De lezer heeft het zelf al op de eerste bladzijde in de gaten. Terwijl de hele wereld zich tegen hem spant, lijkt Bunt de laatste te zijn die de val ziet.

Paul Theroux: De laatste dagen van Hongkong Oorspronkelijke titel: Kowloon Tong, The Last Days of Hongkong. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 1997. ISBN 90 254 2102 4. 238 pagina’s.

06 november 2014

Duikelen - #WoT

20141102_212647duikelen (onoverg.; duikelde, h. en is geduikeld), 1 (veroud. gew.) onder water duiken; 2 over het hoofd buitelen: achterover, voorover duikelen; 3 (inform.) (draaiend) vallen: hij is uit zijn bed geduikeld; 4 (fig.) (van waardepapier) dalen; 5 (fig.) failliet gaan; 6 (fig.) zakken voor een examen.

Af en toe komen woorden je tegemoet zonder dat je er iets voor hoeft te doen. Zoals het woord waarover vandaag kunnen bloggen: duikelen. Het kwam voorbij in de tweetchat #blogpraat van vorige week. Raymond haalde het aan. De trouwe #WoT-deelnemer Martha vond het een mooi woord voor de #WoT.

Duikelen leg ik vooral in verband met het woord ‘kopje duikelen’ of zoals ik het vroeger – en onbewust nog steeds – noemde: koppeltje duikelen. Het was de onmogelijkheid met gym. Dan stond ik voor die mat en moest voorover een koprol maken. Het lukte nooit.

Ik was ook een stijve hark die onmogelijk het lichaam in een gewenste vorm kreeg. Ik steunde op mijn hoofd, maar kreeg het niet voor elkaar mij te laten vallen. In het gunstigste geval draaide ik half om en lag op mijn zij naast de mat. Hoe vaak ik het ook probeerde, ik kreeg het trucje niet in de gaten.

Pas toen ik 18 was, kreeg ik het voor elkaar. Ik zat op juijitsu, liet mij de koprol een keer voordoen en deed hem meteen na. Dat was het dus. Al waag ik mij nooit aan de oude koprol zoals ik die bij gym leerde. Veel te gevaarlijk.

Waar denk jij aan bij duikelen? Buitel jij in de rondte of laat jij je rechtop vallen? Ik ben heel benieuwd.

#WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Deelname is geheel vrijblijvend. Plaats een reactie onder dit bericht waarin je het linkje plaatst naar je blog.

De #WoT is opgezet door @metkcom en daarna door @pixelprinces overgenomen. Vanaf september 2014 hou ik het stokje in mijn hand. Schrijf vandaag mee over het woord: buitelen.

05 november 2014

Schildpadei

20141019_102815Gegrepen door de onrusten in Hongkong pak ik Paul Theroux’ roman De laatste dagen van Hongkong erbij. De paraplu’s van nu hebben een oorsprong. Ik denk dat deze ligt bij de overdracht van de Engelse kroonkolonie aan China in 1997.

Ik herinner mij het item op het journaal. De stad werd feestelijk overgedragen aan de Chinezen. Er waren allerlei afspraken gemaakt met de communistische Chinezen. Zo kreeg de stad een andere bestuursvorm dan de rest van het land.

Of de stad onder het bewind van de Engelsen zo democratisch was, kun je je afvragen. De zorgen om de democratie waren niet echt gegrond.

Opiumhandel

De stad Hongkong dankt haar bestaan aan de opiumhandel. Het vormde een legitieme vrijhaven om de rest van Azië onder controle te krijgen door middel van de opium. De stad is altijd de brug tussen China en het westen gebleven. Ook na de overdracht van de Engelsen aan de Chinezen.

De roman van Paul Theroux gaat op een mooie manier in op de onrust bij de overdracht van de stad. Hoofdpersoon Bunt noemt het steevast ‘de Chinese afhaalmanoeuvre’. De persoon Hung staat voor het nieuwe Chinese bewind. Nog voor de overdracht willen zij de stad van alle Engelse invloed hebben ontdaan.

Alles speelruimte

Bunt vertrouwt de man niet, maar hij geeft hem alle speelruimte. Het blijft beperkt tot waarschuwingen in de richting van de andere betrokkenen, zoals zijn moeder Betty en zijn advocaat Monty. Hung gaat ver om Bunt tot verkoop van zijn bedrijf te dwingen.

Een aantal Chinezen zijn op de hand van de Engelsen, zoals de huisbediende Wang, zijn medewerkster Meiping en de conciërge meneer Wu.

Sinds 1984 had Wu de vlag juist angstvallig punctueel opgehesen, alsof hij daarmee stelling nam tegen de Overname. Wu was degene die weigerde de naam van de dictator van China uit te spreken – Bunt wist niet eens hoe die heette, dus dat maakte weinig uit. Wu had een bijnaam voor de man, en iedereen die hoorde dat Wu het over ‘het schildpadei’ had, moest erom giechelen. (119)

Het verwondert niet dat hij opeens is verdwenen. Net als anderen die zich kritisch uitlaten over ‘het schildpadei’. In zekere zin geldt dat ook voor de overleden meneer Chuck, de compagnon van Bunt. Van Chuck heeft Wu de bijnaam van Mao overgenomen. Daarom is het niet zo vreemd dat hij er niet meer is.

Paul Theroux: De laatste dagen van Hongkong Oorspronkelijke titel: Kowloon Tong, The Last Days of Hongkong. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 1997. ISBN 90 254 2102 4. 238 pagina’s.

04 november 2014

De laatste dagen van Hongkong

20141019_102836Het oproer in Hongkong gooide de roman van Paul Theroux over deze stad in mijn schoot. Het enthousiasme over zijn andere Aziatische roman Saint Jack zorgde voor hooggespannen verwachtingen. Zeker ook omdat het onderwerp van De laatste dagen van Hongkong goed aansluit bij de roman die in Singapore speelt.

Verval is een centraal thema in het oeuvre van Paul Theroux. Hij bezoekt graag plekken die niet zo hoopvol stemmen bij zijn reizen, maakt graag gebruik van vervoersvormen die hun glorietijd achter de rug hebben en weet op een treffende manier in aanraking te komen met hoertjes en mensen in de goot.

Dat deze personages in zijn romans net zo goed voorkomen als in zijn reisboeken, zal niet bevreemden. Al zoekt hij in zijn romans het liefst de grenzen op. Een personage dat rijk en machtig is valt harder dan een personage dat straatarm is en niks te vertellen heeft. Het contrast van de westerling in den vreemde, doet de rest. Het verhaal vertelt zichzelf.

Dat proces zie je ook in De laatste dagen van Hongkong gebeuren. De roman opent met de dood van meneer Chuck. De Chinese zakenrelatie runt met de hoofdpersoon Neville George Mullard (kortweg Bunt) een grote textielfabriek in de Engelse kroonkolonie. Eigenlijk was Chuck samen met Bunts vader de fabriek begonnen. De oude Mullard overlijdt als Bunt 11 jaar oud is. Daarom neemt hij na het behalen van zijn middelbare-schooldiploma het werk van zijn vader over.

Tot zijn verbazing erft Bunt de hele onderneming van de Chinese zakenman. Nu heeft hij de hele fabriek in zijn bezit.

Bunt vond het een vreemde gewaarwording dat Imperial Stitching nu helemaal van hem was en hij voelde de drukkende aanwezigheid van anderen om hem heen in de onderneming: wijlen zijn broertje en naamgenoot, wijlen zijn vader en nu meneer Chuck. Ze gaven hem aanwijzingen, ze achtervolgden hem en vroegen om aandacht. (39)

Vooral zijn moeder Betty is veeleisend. Ze behandelt de 43-jarige Bunt alsof hij haar man is. Het lijkt wel of zij via hem wraak wil nemen op haar overleden echtgenoot die haar allerminst trouw was.

Betty moet ook niets van Chinezen en Chinees eten hebben. Moeder noemt de Chinezen steevast ‘spleetogen’. Ze is afkerig van de liefde van haar zoon, de Chinese werkneemster Meiping. Moeder Betty ziet haar het liefste verdwijnen.

Paul Theroux: De laatste dagen van Hongkong Oorspronkelijke titel: Kowloon Tong, The Last Days of Hongkong. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 1997. ISBN 90 254 2102 4. 238 pagina’s.

03 november 2014

Intertekstualiteit

20141102_115036Tijdens mijn studie literatuurwetenschap ben ik een tijdje superenthousiast geweest over de Russische literatuurwetenschapper Bachtin. Hij introduceerde in de jaren ’20 en ’30 veel nieuwe begrippen in de literatuurwetenschap. Waaronder heteroglossie, polyfonie, carnivalesque en intertekstualiteit. Vooral het onderwerp veelstemmigheid (polyfonie) trok mijn aandacht.

Ik schreef een scriptie over het gebruik van polyfonie in Multatuli’s Max Havelaar. Het vormde een reactie en aanvulling op de opvatting van E.M. Beekman hierover. Een andere docent vroeg een afschrift van deze scriptie en stuurde deze naar het Multatuli-museum. Daar moet het altijd nog ergens liggen.

Intertekstualiteit

Het begrip intertekstualiteit vond ik wat minder interessant. Nog altijd heeft het wat minder mijn aandacht. Het boek De evolutie van een huwelijk van Rebekka W.R. Bremmer is vergeven van de intertekstualiteit. Het begint al met de namen van de personages. De kinderen van Masha heten naar personages van belangrijke schrijvers: Molly Bloem komt uit Joyce’ Ulysses, Anna K(aren) heet na de titelheldin van Tolstoy’s Anna Karenina.

Allemaal een beetje vergezocht. Ik probeer mij door zulke bevindingen ook niet teveel te laten afleiden. Intertekstualiteit – zeker moedwillig ingebracht – verstoort vaker het verhaal dan dat het een aanvulling oplevert. Zeker gebeurt dit in de roman van Rebekka W.R. Bremmer. Want wat meer wil het zeggen dan dat de schrijfster van het verhaal wil laten zien wat ze zelf aan kennis en leesbagage heeft?

Overal boeken

Hetzelfde gebeurt met de vele boeken die in het verhaal van Rebekka W.R. Bremmer worden opgevoerd. Ze liggen overal. Opengeslagen, met verkreukelde bladzijden of terwijl ze gelezen worden. Het geeft het verhaal veel gewicht, maar of het ook echt kracht geeft aan het verhaal? Wat wil de verteller zeggen in deze passage?

Terwijl Masha met haar ogen langs de boeken raasde, lichtten er een aantal titels op, Alan Hollinghursts The Stranger’s Child, Hella Haasses De wegen der verbeelding, Zoya Pirzads The Space Between Us, maar haar blik blee haken aan de titel The Sence of an Ending van Julian Barnes. Een dun boekje – daar zou ze binen een uur een heel ein mee komen. Ze nestelde zich op de bank. (50)

Wat zou het aan extra waarde leveren als je als lezer deze boeken gelezen hebt, of op zijn minst kent? Ik weet het niet. Zou het verhaal daarmee aan kracht winnen? De hedendaagse maatschappij is zo versnipperd dat veel lezers hun eigen canon hebben. Zeker het boekje van Julian Barnes speelt een rol in het verhaal. Ik ken het boekje verder niet en weet niet of het zou uitmaken als ik het wel zou kennen.

Ik denk het niet, maar misschien veeg ik nu alleen maar mijn eigen straatje schoon.

Rebekka W.R. Bremmer: De evolutie van een huwelijk Amsterdam, Antwerpen: Querido, 2014. ISBN 987 90 214 5710 9. Prijs: € 18,99. 270 pagina’s.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn derde bijdrage over Rebekka W.R. Bremmers roman De evolutie van een huwelijk. We lazen dit boek op 30 oktober bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

02 november 2014

Readersblock - #50books

20141102_115054De 44e vraag van #50books: Heb je weleens last van een readersblock? Meer dan mij lief is. Dan koop of leen ik een boek, wil het helemaal gaan lezen, maar als ik dan probeer te beginnen lukt het niet. Pas als de dwang groot genoeg is, kan ik zo’n boek lezen. Anders verdwijnt het uit mijn gezichtsveld en zal ik het niet meer lezen.

Gelukkig weet ik het de laatste jaren vooral bij bibliotheekboeken te houden die ik leen en dan na drie verlengingen ongelezen terug breng. In vervlogen tijden heeft het de bibliotheek opgeleverd die ik nu heb. Vooral klassiekers moeten het ontgelden. Veel van die dikke pillen staan in de kast en zullen er waarschijnlijk ongelezen blijven staan.

Moet ik mij ervoor schamen? Ik vind het niet. Ik lees genoeg en ik lees ook boeken waarvan ik na het lezen weet dat ik ze nooit meer zal lezen. Soms dringt een boek zich aan mij op. Dan vind ik er iets over of zie het ineens staan en begin het te lezen. Dan weet ik weer waarom ik het destijds heb aangeschaft. Dat zijn mooie ervaringen.

#NaNoWriMo

Naast #NaNoWriMo is november in Nederland ook een leesmaand. De bibliotheken organiseren jaarlijks deze maand. De actie heet Nederland Leest. Het idee is dat veel mensen gelijktijdig hetzelfde boek lezen. Ik doe nu al een paar jaar mee en las zo Remco Camperts Het leven is verrukkulluk en BomansErik of het klein insectenboek.

Dit jaar staat Maarten ’t Harts Een vlucht regenwulpen centraal. Ik heb het boek in mijn jonge jaren gelezen, was later best enthousiast over de film. Het verschilt totaal van het boek, maar misschien moet dat ook met zo’n onverfilmbaar boek. Allebei liggen ver achter mij, dus het kan geen kwaad dat boek weer eens open te slaan. Ik heb het boek in elk geval gisteren bij de bibliotheek opgehaald.

#50books

Dit is het antwoord op vraag 44 van het blogproject #50books. #50books is een initiatief vanPeter PellenaarsMartha Pelkman heeft in 2014 het stokje overgenomen. Bekijk mijn andere bijdrages voor dit bijzondere boekenblogproject.

01 november 2014

Bruggetje

20141101_165046Een man en een vrouw staan op het bruggetje. Zijn arm ligt om haar schouder. Ze turen in de richting van het water. De zon schijnt voorzichtig langs de wolken in hun richting.

Ik loop langs ze heen. Ze kijken niet op of om, maar kijken in de richting van de zon die nog maar net over de bomen heen schijnt. De brug en de verlichte wolken doen de rest. Hij neemt een trekje van de sigaret en geeft het rokertje aan haar. Zij zuigt. Ik ruik de lucht van een brandende joint.

Als ik voorbij ben, nadat ik de bomen heb gefotografeerd met mijn telefoon, zie ik dat hij over zijn schouder in mijn richting kijkt. Misschien voelt hij zich betrapt. Ik voel mij betrapt omdat ik een kort moment tussen ze in stond en genoot van de najaarszon.

De bomen kleuren helemaal herfst, de bladeren zijn al minder intens groen, kleuren voorzichtig in de richting van bruin, een enkel geel blad ertussen. Het maakt weemoedig. Net als het stelletje op het bruggetje. Te jong voor een pensioen, maar te oud voor een joint.