30 december 2009

Stapels cd's aan de Oude Gracht

Wat doen we met de cd's van pa? Ik zie een jonge vijftiger voor het kastje met de orgelcd's staan. Keurig gesorteerd op alfabet, componist bij componist, organist bij organist. Piet Kee speelt Bach en de Orgel Encyclopedia met een uitvoering van de werken van Max Reger.

De volle dozen komen met muziekboeken en een doos cd's met moderne koorwerken in het antiquariaat terecht. Ze zitten er niet op te wachten en zijn blij met de 200 euro die de man er nog voor geeft. Weg met die rotzooi.

Hoe zou de oude man zijn geweest? Ik vraag het mij af als ik de honderden cd's zie liggen, uitgestald boven een boekenkast in het antiquariaat. Hij luisterde aandachtig naar de cd's, 's avonds als iedereen weg was, zette hij de geluidsinstallatie op hard. Die installatie staat nu bij de zoon, hij draait er The Beatles mee. Past hem meer. Hij heeft een jaar of vijftien terug nog die hele serie met alle uitvoeringen gekocht. Voor honderden euro's. Ze liggen nu op zolder te verstoffen, want hij kan de nummers gratis van internet downloaden.

Mijn glijden door de eindeloze rijen cd's boordevol orgelmuziek. Ik houd een Bach cd van Piet Kee vast. In het binnenhoesje van de cd staat '30-10-'92 (van verjaarsgeld) en de initialen 'JB', waarbij de J het steeltje vorm van de B. Eronder het prijslabeltje met '29.95'. De andere cd bevat ook het initiaal. Het is bijna niet te zien door de zwarte achtergrond. Het moeten zijn eerste cd's geweest zijn, nog duur en kostbaar. Later verdwenen de initialen, zo laten de modernere cd's zien.

Stapels liggen er bij het antiquariaat aan de Oude Gracht en ik vraag me af wie hier nu het meest aan verdient. De nazaten, achteloos en een beetje naïef over vaders en manliefs muziekliefhebberij. Of de verkoper die sommige cd's voor 8 euro van de hand doet. Het zijn prachtige uitvoeringen waarvoor je nu bijna een euro per track voor moet betalen.

Wat een verschil met jaren terug toen ik in de Martinikerk van Doesburg stuitte op de verzameling cd's van een orgelliefhebber. Dat was een gemeentelid die een hoge leeftijd had gehaald. Ook bij hem stonden initialen en data van aanschaf in de hoesjes geschreven. Of de pennenstrepen bij registraties waarmee hij het oneens was of verbeterde BWV-nummers achter de composities van Bach. Precies hetzelfde, het zou dezelfde man geweest kunnen zijn. Alleen heeft deze een ander initiaal.

De opbrengst van deze cd's ging naar de restauratie van het orgel, die een paar maanden later in gebruik werd genomen.

23 december 2009

De avonden

Als er een boek zich leent voor de laatste dagen van het jaar, dan is het wel Gerard Reves De avonden. De roman speelt namelijk van 22 december tot en met 31 december. Volgens mij helpt het lezen van deze Nederlandse klassieker in deze tijd van jaar mee aan een goed begrip van de tekst.

De dichtgevroren grachten en koude, Kerstfeest en Oudjaarsdag. Het hoort allemaal tot die plichtsgetrouwe dingen. Gerard Reve weet de beklemmende gezinssfeer als geen ander te beschrijven. En de heerlijke zelfkwellingen en frustraties van de hoofdpersoon Frits van Egters doen de rest.

Ik heb het twaalf jaar terug op advies van mijn hoogleraar Ton Anbeek eens in deze donkere dagen gelezen met mijn hele familie. Mijn vader had het ergens half januari uit en iedereen vond hetzelfde: dit boek wint aan kracht wanneer je het in dezelfde tijd van het jaar leest, als dat het verhaal afspeelt.

14 december 2009

Boris en Doris in bad

Dit weekend hadden we bezoek van de logeerbeer uit Doris' klas. Hij draagt de naam Boris, wat hier in huis natuurlijk tot de nodige verwarring leidde.

Behalve de nodige fietsritten (2) voorin het mandje bij Doris, moest Boris over aan meedoen en bij zijn. Gelukkig is het een rustige logé die weinig moeilijke vragen stelt. Bovendien zorgde Doris erg goed voor hem. Behalve dan dat ze hem per ongeluk een uurtje in haar fietsmandje had laten liggen.

Inge kon het niet laten een jas voor hem te naaien. Ik zag het met lede ogen aan dat Boris mocht toekijken hoe Doris en Inge samen lekker in bad gingen gisteravond. Daarom vond ik dat Boris er best bij kon...


 Zo gezegd, zo gedaan.

Accounts of schaapjes tellen?

Als je niet kunt slapen, kun je schaapjes tellen, maar veel beter is om eens te gaan tellen hoeveel accounts met bijbehorende inlog je hebt.

Veel websites bieden de unieke mogelijkheid aan om in te loggen. Er staan dan van die mooie vakjes op de website waar bij het ene ‘gebruikersnaam’ staat en bij het andere ‘wachtwoord’.

Lees mijn eerste blog voor Romae op www.popolo.nl >>

11 december 2009

Ontvrienden

Mensen worden netwerkmoe, schreef NRC Next in februari. Daarom zou volgens de ochtendkrant heel goed het zogenaamde 'ontvrienden' wel eens de trend van 2009 kunnen worden. In deze crisistijd zou de sociaal netwerkende mens voor kwaliteitscontacten gaan.

Nu dreigt dit woord zelfs het woord van het jaar te worden. Verschrikkelijk natuurlijk. Het woord met de negatie 'ont' doet voorkomen alsof vrienden een last zijn. Dat je alleen maar hinder van ze hebt. Een negatieve benadering dat als je enige honderden vrienden op je hyves, LinkedIn of Facebook hebt, dat natuurlijk nooit wat kan zijn.

Meestal heb je het niet in de gaten als vrienden verdwijnen. De social networks zijn zo gemaakt, dat je niet ziet wanneer iemand je zat is. Zo bezit ik op mijn Hyves-account al sinds jaar en dag een 80-tal vrienden. De ene keer wat meer dan de andere, maar het zweeft altijd rond die 80.

Het weghalen van vrienden uit je lijstj, kun je misschien als iets eenvoudigs beschouwen waar weinig emotie bij vrijkomt. Het is maar een lijstje namen en foto's op een internetsite. Toch voelde ik mij flink besodemieterd toen een oud-collega mij nog geen maand nadat ik het bedrijf verlaten had, uit de vriendenlijst verwijderde. Dat terwijl ik altijd zo'n leuk contact met haar had gehad. Ik zag helemaal niks meer van haar afgeschermde account, dat alleen zichtbaar was voor 'vrienden'. Ik was er niet meer eentje.

Eigenlijk was ik gewoon boos op haar. En verdrietig. Zoiets doe je namelijk niet.

Ik zou het jammer vinden als 'ontvrienden' echt de trend en het woord van 2009 worden.


Links
Je kunt nog tot woensdag 16 december het woord van 2009 kiezen op: woordvanhetjaar.vandale.nl.

Eenzame gans

De lucht kleurde van donker naar licht. Ik stapte de deur uit en hoorde een gans hoog boven mij gakken. Het geluid stierf weg, maar kwam toen ik de poort opende van een andere kant weer in mijn richting. Ik tuurde de hemel af, terwijl de hond haar eigen weg zocht en, zoals je dat in 2009 zegt, 'haar ding deed'.

Tegen de donkerblauwe hemel zag ik 'm vliegen. Met de prachtige vormen van zijn vleugels zoals je als kind een vliegende vogel tekent. Hij vloog niet al te hoog en maakte geen zekere weg, keerde weer om en ging weer een andere kant op in de richting van een meeuw. Hij merkte dat hij abuis was en vloog weer een andere weg.

Die is de groep kwijt, wist ik. Normaal vliegen deze ganzen altijd in een fraaie formatie, esquadron noemen vliegeniers dat. Nu vloog hij eenzaam op grote hoogte en vond zijn maatjes niet. Ik vroeg mij af of zo'n dier het nu zou redden. Om de paar vleugelslagen gakte het dier wanhopig op zoek naar zijn soortgenoten.

Mijn hoop was bijna vervlogen toen op grote hoogte de groep aangevlogen kwam. De groep trok in een V-vorm over mij heen en van zo hoog klonk soms een markerende gak. Het was beduidend minder wanhopig dan de gans die zijn soortgenoten zocht. Meneer gans kreeg de V ook in de gaten en vloog er achteraan. De gak volgde haastig en een fantast zoals ik hoorde er overduidelijk 'wacht op mij, wacht op mij' in.

De groep vloog over het dak van mijn huizenblok en verdween in de richting van het licht. De eenzame gans vloog er achteraan, zeker dat hij goed zat. Hij volgde de groep. Al was het zeker enige tientallen meters lager. De gak stierf steeds overtuigender weg.

Wat was ik benieuwd hoe dit zou aflopen.

08 december 2009

De hele dag met een velletje rondlopen

Meisje (ca. 14) tegen ander meisje (ca. 14): 'Jeetje man, ik stond voor de spiegel en zag gewoon een velletje. Ik heb de hele dag met een velletje rondgelopen en jij zegt niks.'
Andere meisje: 'Huh?'
Meisje 1: 'Ja man, er zat een velletje op mijn onderlip en jij ziet dat niet eens.'
Meisje 2 '...'

07 december 2009

Verklein het assortiment, wie merkt dat nou?

Het verkleinen van het assortiment behoort tot dé mogelijkheid om te besparen op de voorraad, hoorde ik twee weken terug bij het evenement Supply Chain in One Day. Het kan een enorme besparing opleveren door de artikelenkeuze te verkleinen. Zeker in deze krappe tijden zorgt menig retailer ervoor het aantal verschillende producten drastisch in te krimpen.
Een supermarkt als Jumbo adverteert met de enorme productenkeuze, maar een supermarkt als Albert Heijn heeft fors gesneden in het aantal A-merk-artikelen. Onder het mom dat het huismerk net zo goed is, wordt het A-merk uit de schappen gehaald.

Niemand adverteert ermee, want minder is natuurlijk niet te verkopen. Het verdwijnen van de artikelen die weinig over de toonbank gaan, worden ook door weinigen opgemerkt, is de gedachte van de retailers. Het gebeurt daarom in het geniep en mokkend koopt de consument het artikel dat als alternatief wordt aangeboden.

Zo ontdekte ik tot mijn teleurstelling dat de uitgebreide webwinkel van het Kruidvat voor klassieke cd's fors ingekrimd was. Een halfjaartje geleden kon ik kiezen uit honderden cd's en cd-boxen. Nu kon ik slechts kiezen uit twaalf verschillende producten.
Woest schreef ik een mailtje naar de beheerder van de webwinkel. Ik kreeg diezelfde dag het antwoord: 'Onlangs is het aanbod van CD's, DVD's en Boeken online gewijzigd. Het assortiment bestaat nu uit een vast assortiment van klassieke CD's en DVD boxen. Dit vaste assortiment is kleiner dan u van ons gewend bent. Wij hebben hiervoor gekozen om er voor te zorgen dat we uw optimaal prijsvoordeel kunnen bieden.'
Zo kun je natuurlijk ook je besparingen verklaren aan de consument. Je reduceert je enorme voorraad met 90 tot 95 procent en vertelt de koper dan dat je hem zo het goedkoopste kunt aanbieden.

06 december 2009

Transcripties

Voor de zesdelige cd-serie Concert Populaires bespeelt Gierling vier Rotterdamse orgels (Stadhuis, Delfshaven, Laurenskerk (hoofd- en transept-orgel)) en Schiedam (grote kerk). Centraal in deze reeks staan de verschillende transcripties, bewerkingen van Geert Bierling zelf van bekende orkestmuziek voor orgel. Zo speelt hij Vivaldi's Vier jaargetijden, zes orgelconcerten van Händel, diverse orkestmuziek van Bach en romantische muziek als Ravels Bolero, Bizets Carmenfantasie en de Notenkraker Suite van Tsjaikowsky.

04 december 2009

De prooi en het geld

Het is een feest der herkenning om in Jeroen Smits De prooi, Blinde trots breekt ABN Amro te lezen hoe de bank ABN Amro van jager verandert in een prooi. Vandaag las ik volgens mij de sleutelpassage, uit de mond van Jan Maarten de Jong. Het speelt na de passage waarin drie leden van de Raad van Bestuur een afvloeiingsregeling krijgen van naar schatting zestig miljoen gulden. Het inkomen van Rijkman Groenink bedraagt bijna 2 miljoen gulden per jaar, waar nog een bonus bovenop kan komen die even hoog is.

De Jong constanteert dan het volgende:


Als De Jong in al die jaren iets heeft geleerd dan is het wel dat geld een nog sterkere invloed heeft op mensen dan seks. Het drijft alles. Het is binnen een bank essentieel dat de beloningen en bonussen goed worden gemanaged. Hij is gedeprimeerd door de gevechten in de Raad van Bestuur de afgelopen twee jaar [sinds de Groenink de bestuurshamer heeft overgenomen in 1999 (HJdeW)]. Slimme collega's die elkaar te vuur en te zwaard bevochten over bepaalde kosten die ze bij elkaar neer wilden leggen, alleen maar omdat ze zo hoopten hun resultaat en dus hun bonus te kunnen realiseren. De Jong is bang dat de bank de groeiende hebzucht niet goed heeft gemanaged. (215)

03 december 2009

Ik vertrek - live

Een vrouw zat met haar moeder in de overvolle trein. Aan de ene kant van de deur zat de dochter op een klapstoeltje. Aan de andere kant zat de moeder, op een klapstoeltje, naast mij.

Moeder informeerde naar het hardlopen en de cursus Portugees. 'Ja', vertelde dochter. 'Martin wil ooit een keer iets beginnen in Portugal.'

Even ervoer ik het televisieprogramma Ik vertrek. Ze corrigeerde mijn gedachten gelijk. 'Maar dat kost wel een paar jaar voorbereiding.'

Eindelijk een realistische emigrant.

02 december 2009

Huisarts

Ik liep het station uit en haalde mijn fiets uit het fietsenrek bij het station. De deuren floten dicht boven mij op de spoordijk. Het treinstel trok in een gillende snelheid van mij en mijn fiets weg. Ik moest mijn fiets met wat kracht en tact verlossen van de remkabel van de fiets ernaast.

Eindelijk stond ik daar en ik zag een bekend gezicht het fietsenhok in lopen. Ik herkende de korte sik, het kortgeknipte haar en het smalle gezicht. Hij spande zich in om de fiets erin te krijgen en had hem al vaststaan nog voordat ik hem kon passeren.

Wie is die man toch? vroeg ik mij af. Ik kon het antwoord niet bedenken. Ik had hem nog maar zo kortgeleden ontmoet. Was het voor een interview van het één of ander? Of was ik hem gewoon ergens maar kort tegen gekomen bij het hardlopen of zo. Ik wist het echt niet meer.

Pas vele honderden meters verder daagde het in mijn geheugen. Het was mijn huisarts, een Vlaming waarbij ik een maand of twee geleden op bezoek was. Hij is nu zo'n twee jaar mijn huisarts en ik had hem nog nooit ontmoet. 't Was verder niet ernstig, wel een heikele kwestie. Maar ik vond het nogal een 'plezante' vraag, zo bij de eerste ontmoeting.

Hoe snel een huisarts buiten zijn gezondheidscentrum een normaal mens. Daar kan geen heikele kwestie tegenop.

28 november 2009

Canto Ostinato in de Dom

De minimal music leent zich erg goed voor orgel. Het repetatieve element past goed bij het statige karakter van het instrument. Bovendien klinkt het geweldig in de grote (kerkelijke) ruimtes waar orgels vaak staan. Dat weten gelukkig veel organisten. In 1979 baarde Jan Welmers erg veel opzien met zijn orgelstuk Laudate Dominum.

Jan Welmers gebruikt de minimal music van Philip Glass en Steve Reich in zijn compositie. Het resultaat sloeg in de orgelwereld in als een bom. Bert Matter, aan wie Jan Welmers de compositie opdroeg, was zo diep onder de indruk en sprak van de mooiste compositie van de twintigste eeuw. Jan Welmers heeft de minimal music als inspiratiebron gebruikt, de spanningsopbouw voldoet namelijk niet aan het uitgangspunt van de minimal music. In de minimal music is het de bedoeling om vanuit stilstand in een beweging te komen en een hoogtepunt te bereiken, waarna het weer terugkeert in de stilstand. Bij Welmers eindigt het stuk juist in de climax die boordevol spanning zit en waar hij alleen uit kan komen in een volledige ontlading.

In hetzelfde jaar was de premiere van een pianostuk voor vier piano's: Canto Ostinato. Simeon ten Holt schreef het stuk in 1976. Dit muziekstuk kan in lengte naar believen worden ingevuld, maar gemiddeld duurt het stuk in uitvoeringen ongeveer twee uur. Met het pianostuk zette Simeon ten Holt zich internationaal op de kaart. De compositie wordt nog steeds heel vaak uitgevoerd. Het stuk keert regelmatig weer in de belangstelling terug, maar is weinig door organisten opgepikt.

24 november 2009

Koppelen

In een poging al mijn sociale netwerken wat beter op elkaar aan te laten sluiten, heb ik weer wat accounts aan elkaar gekoppeld. Zo meldt mijn blog keurig aan mijn twitter als er een nieuw stukje op staat en kwekt twitter dat bericht terug naar mijn blog. Ook zie je straks op mijn hyvespagina dat er een nieuw blogje is, en dat meldt de 'www' ook, want die zit ook gekoppeld aan mijn twitter (vice versa).

Nu moet alles nog werken, maar ik heb goede moed.

Beknopte biografie Jules Deelder

Spuit
Snuif
Speed
Weed

Hoekie om
Trapie af

Bejaardentehuis

23 november 2009

De literator en Dan Brown

Een literator die Dan Brown leest. Dat kan niet goed gaan. Dat is het ook.

Het verhaal begint met een code en met een moord. Allebei de dingen laten je niet meer los, het hele verhaal. De moord zorgt ervoor dat je doorleest, want je wilt weten wie het gedaan heeft. Dat verhaal bestaat uit een worsteling door codes, de ene heb je nog niet gehad of de andere dient zich al aan.

Wat dan de grootste kwelling is, is dat het niet klopt. Twee mensen op de vlucht babbelen rustig over codes, geheimschriften en vruchtbaarheidsrituelen. Alsof ze bij het openhaardje zitten met een lekker glaasje wijn en een kaasje.

Dan heb ik het niet eens over het totaal onwaarschijnlijke tijdsverloop. Het verhaal speelt zich binnen 24 uur en Dan Brown heeft zich hiermee onmogelijkheden opgelegd. Het grote denkwerk van de twee hoofdpersonen kan nooit binnen dat tijdsbestek uit het brein ontspruiten, net als het politieonderzoek. Als de politie altijd zo snel en accuraat werkte, dan was elke moord binnen een dag opgelost.

Zou het nu niemand zijn opgevallen? Of is spanning het enige dat telt?

Ik vrees dat ik de enige ben die zich zo irriteerde. Een bestseller is niet een goedgeschreven boek dat goedgelezen wordt, maar eigenlijk alleen veelgelezen is.

Genieten mag blijkbaar niet bij een bestseller.

19 november 2009

Junghuhn in Mansfeld

Even heerste de geest van Junghuhn afgelopen weekend in zijn geboorteplaats Mansfeld. Zaterdag was er 's morgens om 9 uur de onthulling van de opgeknapte gedenksteen. Daarna liep het gezelschap naar het slot van Mansfeld om in vier lezingen kennis te maken met de veelzijdigheid van deze negentiende-eeuwse natuuronderzoeker. Op zondagmorgen werd tenslotte een kersenboom geplant als aandenken van zijn 200e geboortedag.

Mansfeld timmert op imagogebied hard aan de weg met de trots van Duitsland, Martin Luther. Luther is opgegroeid in Mansfeld en ging er naar school. Van 1484 tot 1497 woonde hij in het stadje dat in de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt ligt.

Dat Franz Wilhelm Junghuhn ook een kind van Mansfeld is, weten wat minder mensen. Sowieso zijn veel minder mensen bekend met de naam van de natuuronderzoeker. Als ik iemand over mijn afstudeerscriptie vertel, moet ik de naam altijd spellen en krijg ik een hoofdschudden als bevestiging dat ze de naam echt niks zegt.

Dit weekend was er een voorzichtige toenadering tot deze Duitse natuuronderzoeker in Nederlandse dienst die het hele eiland Java letterlijk en figuurlijk in kaart heeft gebracht. Op 26 oktober was het namelijk 200 jaar geleden dat Junghuhn in Mansfeld werd geboren. De organisatie van de festiviteiten was in handen van de Heimatverein Mansfeld, een enthousiaste club mensen die hun woonplaats een warm hard toedragen.

Op zaterdagmorgen 9 uur werd in aanwezigheid van onder andere Eelco Postma van het KNAG de opgeknapte gedenksteen van Franz Wilhelm Junghuhn onthuld door de burgemeester Dietmar Sauer. Het KNAG heeft zich in 1909 (bij de 100e geboortedag) ingezet om de gedenksteen op het geboortehuis van Junghuhn te plaatsen. In 1983 is het huis afgebroken en een aantal jaren later is de gedenksteen op de lege plaats opgesteld. Het eigenaardige is dat de tekst op de gedenksteen in het Nederlands is opgesteld. Volgens de burgemeester duurde het enige jaren voor de steen haar nieuwe plek kreeg. Hij gaf hiervoor de schuld aan het DDR-bestuur van de gemeente: 'Als Junghuhn een communist geweest was, stond de steen er binnen 14 dagen weer', aldus Sauer.
Dietmar Sauer, kort na de onthulling van de opgeknapte gedenksteen

De tekst op de steen was de laatste jaren steeds moeilijker leesbaar geworden, waardoor een opknapbeurt geen overbodige luxe was. De belangstelling voor de onthulling van het opgefriste monument afgelopen zaterdag was heel aardig. Zeker vijftig mensen woonden het evenement bij. Voor een plaats met nog geen 9.000 zielen is dat niet niks. Ook de speciale tentoonstelling in de school waar Luther en Junghuhn leerden lezen en schrijven, trok veel belangstelling van het publiek. Initiatiefneemster Renate Sternagel uit Berlijn, gaf een korte inleiding en presenteerde ook het speciale tentoonstellingsboekje van het Goethe Instituut.

Het kasteel waar zaterdag de lezingen werden gegeven.
De onthulde gedenksteen met het slot op de achtergrond.

Daarna maakte de groep de wandeling naar het kasteel, dat op de tegenoverliggende bergrug is gebouwd. Het slot Mansfeld is het enige overgebleven kasteel van de drie kastelen die er in de tijd van Luther hebben gestaan. In de ruïnes van de andere kastelen, deed Junghuhn een zelfmoordpoging in het voorjaar van 1830. Hij was toen 21 jaar. Het verhaal gaat dat zijn vader, de arts van het mijnwerkerstadje Mansfeld, zich aankleedde bij het horen dat er iemand zichzelf had verwond om zich van het leven te beroven. Toen ze hem vertelden dat het zijn zoon was, scheen hij direct zijn laarzen weer uit te trekken. Later vond vader het nog altijd onbegrijpelijk dat zijn zoon die notabene medicijnen studeerde in Halle, zich in het achterhoofd kon schieten. 'Daar had hij moeten schieten', zou hij gezegd hebben, waarbij hij op zijn voorhoofd tikte.

Drie sprekers Renate Sternagel, Thilo Habel en Gerhard Aust bekijken de Kaart van Java van Junghuhn.

In het nabijgelegen kasteel hield ik mijn lezing over Junghuhns natuurfilosofie en ik betrok daarbij ook zijn reizen. Het was onderdeel van vier lezingen die de vooral de veelzijdigheid van Junghuhn lieten zien. Renate Sternagel opende met haar inleiding op het leven van Junghuhn en de relatie met Mansfeld. Junghuhn hield niet van Mansfeld en ze greep gelijk een onbekend moment uit zijn biografie aan. Het moment dat Junghuhn in november 1848 in Mansfeld zijn moeder en zus bezocht. Vier jaar eerder was zijn vader overleden. Naast Junghuhn moet ook zijn tien jaar jongere broer Karl het ouderlijk huis in Mansfeld hebben bezocht. Zijn broer werd gezocht omdat hij bij de opstandelingen hoorde van de revolutie in Wenen. 'Eindelijk was Junghuhn niet meer het zwarte schaap van de familie', vertelde Sternagel. 'Hij was immers een gerenomeerd wetenschapper met heel veel materiaal dat hij de komende jaren zou gaan uitwerken.' De broer Karl emigreerde na het bezoek aan zijn moeder en zus naar Amerika. Daar verging het hem ook niet geweldig. Hij werd tot Franz Wilhelm Junghuhns dood in 1864 financieel ondersteund door zijn broer. Kort na het bezoek van de twee Junghuhns aan Mansfeld, verkocht moeder het huis en verliet het mijnwerkersstadje.

Ik vergeleek in mijn lezing de schrijver Jan Wolkers met de natuuronderzoeker Franz Wilhelm Junghuhn. Ik gebruikte hiervoor een beschrijving van Jan Wolkers van de vulkaan Tangkuban Prahu op Java. Het fragment uit de roman De Walgvogel zat vol met de stinkende geur die uit de vulkaan opstijgt en de onleefbare omstandigheden daar. Ik plaatste het fragment tegen de romantische beschrijving van Junghuhn, uit het boek Terugreis van Java naar Europa uit 1851. In deze beschrijving toont zich een meester van de observatie en de werking die dit heeft op de reiziger. Naar mijn mening behoort dit tot één van de mooiste passages uit de Nederlandse literatuur. Je voelt als lezer hier het naderende afscheid en de onzekerheid of hij zijn lievelingsvulkaan ooit zal terugzien. Ondanks het grote verschil in de twee fragmenten, probeerde ik ook te zoeken naar de overeenkomst tussen de twee schrijvers. Junghuhn en Wolkers hadden allebei een enorme vrijheidsdrang, ontstaan vanuit het losmaken van de autoritaire vader. In zekere zin vonden ze allebei de vrijheid, de één in de natuur, de ander in de kunsten.
Worst en broodjes bij de Imbiss

In de pauze na de Imbiss stond een korte excursie naar de kerk van het kasteel op het programma. Het drieluik boven de altaar was indrukwekkend en de graven van de graven maakten het beeld compleet. Ook het koorhek, opgetrokken van het Mansfelder koper, zag er goed uit. Apart was dat het rond de reformatie werd opgeleverd. Het was bedoeld om de relieken te tonen, maar de reformatie maakte dat de plek waar de reliekenschrijn zou komen, werd omgebouwd tot preekgestoelte. Dat is nog eens creatief omgaan met veranderingen.

Het drieluik in de kerk van het slot van Mansfeld
Het koorhek in de slotkerk

Thilo Habel vertelde aan de hand van de bijzondere lithografieën in het werk van Junghuhn over de drukgeschiedenis. Zo bleek dat vanaf de publicatie van de Bataklanden in 1847 tot aan de Duitse uitgave van Java in 1857 tekeningen van aparte vellen buiten de tekst, de tekst ingezogen werden. Daarnaast plaatste Habel de ingekleurde litho's van Junghuhn in een internationaal kader, naast tekeningen in het wetenschappelijke werk van Humboldt en tijdgenoten als Darwin en Lyell. De mooiste platen projecteerde de beamer op het scherm, waarbij de beelden van Junghuhn niet onderdoen ten opzichte van zijn tijdgenoten.

De vierde spreker, Gerhard Aust, gaf een inkijkje in de ongekende gedetailleerdheid die Junghuhn als cartholoog aan de dag legt. Zo demonstreerde hij aan de hand van Junghuhns beroemde kaart van Java uit 1855 wat voor een ongekende prestaties Junghuhn leverde ten opzichte van eerder werk van Raffles. Zelfs de latere kaartmakers lieten gaten achter. Junghuhn heeft daarmee letterlijk en figuurlijk het Aziatische eiland in kaart gebracht. Volgens Aust zijn de gegevens die Junghuhn verzamelde nog altijd bruikbaar voor vulkanologen. Ze leveren een belangrijke bijdrage aan de ontwikkelingen van bepaalde vulkanen op Java.

De vier bijdrages toonde de veelzijdigheid die Junghuhn bezat, zo concludeerde ook de dagvoorzitter van de Heimatverein in Mansfeld, zaterdagmiddag in de blauwe zaal van het slot. De geïnteresseerde kreeg een gevarieerd beeld van de natuuronderzoeker en de lezingen gaven de nieuwsgierige zeker een hang naar meer.

De voorzitter van de Heimat Verein plant de vogelkers, de boom die 150 jaar oud kan worden.

Op zondag werd het Junghuhn-weekend afgesloten met het planten van een speciale Junghuhn-boom. Het is een vogelkers geworden, de boom van het jaar 2010 in Duitsland en daarnaast een boom die Junghuhn zo vreugdevol begroet als hij voet zet aan Europese wal bij zijn terugreis in 1848:


Hoe schoon kwamen deze boomen thans aan mijn oog voor, toen ik dezelve voor de eerste maal, na eene scheiding van 14 jaren, weder aanschouwde en hun in stilte toeriep: “zijt gegroet, gij van ouds mij bekende gedaanten, want met u vangt mijn vaderland aan!” (Terugreis, 121)

Gezicht op Mansfeld

07 november 2009

Pierre Cuypers

Hoe heerlijk is het de literatuur even los te laten en je te storten op de negentiende eeuwse bouwkunst. Gisteren kocht ik het boekje Schoonheid als hartstocht, Pierre Cuypers (1827-1921) van Ileen Montijn. Het boek geeft een inkijk in de grootste kerkenbouwer van ons land. Naar eigen zeggen zou hij zo'n 100 godshuizen hebben neergezet, de schrijfster van het boek houdt het op zeker 80.

Ik leer ook gelijk wat dingen. Zo wist ik niet dat Goethe ook aan de oorsprong van de neogotiek staat. Montijn verwijst naar Goethes bewondering voor de majestueuze dom van Straatsburg. Hij werd getrofffen door de eenvoud, lichtheid en harmonie van de laat-middeleeuwse bouwwerken. De tijd waarin de wereld zuiver was geweest.

Cuypers' eerste eigen ontworpen woonhuis treft mij dan weer. Tegenwoordig zit in het gebouw het Stedelijk Museum Roermond. Het woonhuis is een architectonisch hoogstandje en combineert werken met wonen. Achter het huis was Cuypers atelier gevestigd. Hier werden vooral heiligenbeelden en andere voorwerpen voor in kerken gemaakt. De kruisgang doet bijna Middeleeuws aan. Je zou vermoeden dat ook de werkstructuur daar volgens de wetten van de leerling en de meester golden.

Het hoofdstuk over restauraties geeft een inkijkje in de geschiedenis van de restauratiewoede vanaf de negentiende eeuw tot heden. De Munsterkerk in Roermond is hier een goed bewijs voor. De restauratie van Cuypers was niet onomstreden, zo haalde hij een belangrijk deel van de achttiende eeuwse veranderingen weg en wist de kerk aan te vullen met vier vierkante torens. In de jaren '60, zeventig jaar na de veranderingen van Cuypers, wisten de restaurateurs het beter en veranderden het complete interieur naar hun vermeende inzichten. Montijn schrijft hierover, met een licht verdriet in de pen voor wat zij vervolgens verwoestten:


Negentiende-eeuwse beelden, ook al waren ze precies zo gemaakt als de middeleeuwse, werden zonder pardon weggegooid, altaren verwijderd. Schilderingen werden rigoureus van de muren gekrabd, en waar nog versleten resten van oorspronkelijk schilderwerk te vinden was, klonk gejuich: kijk! daar werden de middeleeuwen blootgelegd! Zo werd de kerk ingrijpend en onherstelbaar gezuiverd van de meeste neogotische smetten. Niemand kon in 1964 vermoeden dat twee generaties later een zorgvuldig gemaakt en gaaf bewaard neogotisch kerkinterieur van Cuypers veel grotere zeldzaamheidswaarde zou hebben, en misschien zelfs domweg mooier zou zijn gevonden, dan een mengelmoes van oude restjes en hulpeloos leeg gelaten plekken. Elke periode heeft nu eenmaal haar eigen vooroordelen, en dat geldt zeker voor haar omgang met vroegere tijden. (39)

De kleurenfoto's die zijn opgenomen van abdij en grootseminarie Rolduc in Kerkrade tonen een kerkinterieur die zeker mooi is. Dat is verdwenen in Roermond. Net zoals de vele kerken van Cuypers waar vooral in de jaren '60 en '70 genadeloos de slopershamer in geslagen heeft, zoals alleen al in Amsterdam de Sint Willibrordus buiten de Veste en de Maria Magdalenakerk. De Vondelkerk bleef bewaard, na een reddingsactie. Anders had Amsterdam dit religieuze erfgoed van de bouwer van het Rijksmuseum en het Centraal Station moeten missen.

De enige treurnis die over dit mooie portret van deze bouwmeester valt is zijn strenge katholicisme. De neogotiek is een beetje het symbool voor dit rijke roomse leven geworden en dat is erg jammer, omdat zeker het werk van Cuypers zeer veel variatie, creativiteit en energie laat zien. Gelukkig vind ik hoop in het afgebeelde raam uit de Sint Urbanus in Bovenkerk. Daar is Cuypers afgebeeld geknield, de hand op het hart en de andere hand op een passer. Met een beetje moeite zie je er dan een vrijmetselaar in.

06 november 2009

Trek die Noord/Zuidlijn gewoon door

Natuurlijk ben ik vandaag bij het hardlopen eventjes langs het IJmeer gegaan. De langgerekte dijk, met het fietspad onder. De golfjes kabbelen tegen het basaltsteen, liefdevol alsof hier nooit iets veranderen zal.

Ik kijk nog eens goed over het water heen, zie Pampus liggen. De vesting steekt nauwelijks boven het water uit. Een eilandje ligt tussen mij en de waterkant van Muiden. Ik vraag mij af wat het zou betekenen als hier allemaal huizen buitendijks gebouwd zullen worden. Op palen en met een aanlegsteiger voor het voortuintje.

Van het kabinet mag Almere uitbreiden, maar de IJmeerlijn is te duur, vinden de bewindslieden. De berekende vijf miljard is teveel. Bij de fouten uit het verleden, de Betuwelijn en de Hogesnelheidslijn, werd zoveel bezuinigd in de berekeningen, dat het na afloop alleen maar duurder kon uitvallen. Nu gebeurt dat weer. Plannen kunnen er alleen maar door als ze goedkoper worden voorgesteld dan ze zijn en achteraf mag iedereen heel hard schelden hoe dat kon gebeuren.

Ik geloof niet in een IJmeerlijn als aansluiting op de bestaande NS-lijnen. Ik zie veel meer heil in het doortrekken van de Noord/Zuidlijn, hét voorbeeld van een project dat goedkoper is voorgesteld dan het is. Het doortrekken van de lijn zou de waarde van dit project aanmerkelijk verhogen. Bovendien is zoiets een duidelijke aanvulling op de bestaande infrastructuren. Als de metro doorgetrokken wordt naar Almere-Haven, dan is de meerwaarde ongekend. De afstand tussen Almere en Amsterdam is zo minimaal. De reizigers zijn op deze manier ook uitermate snel op hun verschillende bestemmingen, binnen een halfuur, vermoed ik. Zo'n verhaal moet toch hout snijden in een argumentatie?

Ik zou de lijn ondergronds bouwen, dan wordt alles zo min mogelijk geweld aangedaan. Dan kan ik lekker blijven hardlopen, zonder te stuiten op af en aan rijdende metro's. Want renderen zal hij zeker. Ik wacht op de berekeningen die dat aantonen.

05 november 2009

Hoofdrekenen

Het ligt niet aan de rekenmethode, maar aan de leraar. Dat is de uitkomst van een studie waarom leerlingen zo slecht leren rekenen. Geruststellend dat de methodes en de dure boeken gebruikt mogen blijven worden. Minder geruststellend is de onkundige leraar.

Hoe komt het dat leraren zo slecht rekenen. De reden ligt volgens mij niet zozeer in het slechte onderwijs dat ze genoten hebben, maar veel meer in de training. Oefening baart kunst en dat geldt zeker voor rekenen. Het begint al heel eenvoudig: hoe vaak reken je in de praktijk nog.

Ik denk dat ik hoogstens één keer per dag met een simpele berekening te maken krijg. Bijvoorbeeld wat kost mij de maandelijkse 5 euro meer aan ziektenkostenverzekering, per jaar. Dat is niet zo moeilijk, die 60 komt vrij snel los. Moeilijker wordt het om bijvoorbeeld heel snel de gemeentebelasting, die per jaar gerekend wordt, in een maandelijks bedrag te krijgen.

De hoofdoorzaak is dat vanaf de middelbare school gebruik werd gemaakt van rekenmachines om ingewikkelde toestanden bij handelskennis, wiskunde en natuurkunde te berekenen. Geen hoofd(b)rekens meer, maar vingervlug over de toetsen. Dat betekent bijvoorbeeld voor mij dat ik al meer dan 20 jaar geen gebruik meer maak van staartdelingen. Ik verwacht persoonlijk dat ik het rekenen van een groep 8-leerling moeilijk kan evenaren. Ik doe er in elk geval langer over, gewoon omdat ik het nooit meer doe.

Dat probleem heeft de nieuwe aanwas op de pabo's ook. Deze leerlingen hebben zo'n vijf jaar niet meer intensief gerekend uit het hoofd. Alles ging via het rekenmachientje. Het is net als met schrijven. Ik schrijf per dag gemiddeld zo'n 100 woorden op papier. Verder verlopen al die andere duizenden woorden via het toetsenbord. Waarom verwachten we dan van een basisschoolleerling dat hij netjes schrijft?

Voor de oplossing zal iets bedacht moeten worden dat de leerlingen wel rekenprincipes aanleert en de nodige logische redeneringen. De realistische rekenmethode kan daar goed bij helpen. Een andere oplossing is om het gebruik van rekenmachines op de middelbare school nog even uit te stellen, maar of het rekenonderwijs daar echt bij gebaat is, betwijfel ik. Hoe dan ook moet het onderwijs participeren op maatschappelijke ontwikkelingen en niet teveel blijven hangen in wat mensen niet meer kunnen, maar meer wijzen op de noodzaak om iets te kunnen.

04 november 2009

Probeer het nog een keer

Een stapel treinkaartjes lag naast het toetsenbord. Een Pritt-stift stond er dreigend naast. Het vel papier dat ze over het toetsenbord had gelegd toonde een hele trits opgeplakte treinkaartjes.

De telefoon ging en ze drukte op een knopje. Ze noemde haar naam en de instelling waarvoor ze werkte. 'Wie moet u hebben? Ja, ik zal u doorverbinden.' Ze drukte op een knopje. 'Wat gek nou, hij is weg. Bent u er nog.' Ze tikte snel achter elkaar op het knopje, maar er gebeurde niks. De telefoon ging weer. Ze legde het treinkaartje in haar vrij hand neer. 'Ja, heel gek, ik probeer het nog een keer.' Weer drukte ze op het knopje. 'Meneer bent u er nog?' Weer de telefoon. 'Ja, ik probeer het nog een keer.' Dit keer drukte ze op de knop en lukte het doorschakelen.

Ze pakte een treinkaartje, drukte de achterkant tegen de Pritt-stift en draaide ermee heen en weer. Daarna trok ze kaartje het van de stift los en drukte het vervoersbewijs naast het ene en onder het andere kaartje. Eindelijk ging haar hoofd omhoog. De kauwgom maalde door haar mond, de ogen staarden mij dromerig aan. 'Meneer, waar komt u voor?

03 november 2009

Roken

Het Jip en Janneke-verhaal over de chocolade sigaretjes rokende kleuters, vormde een mooie kapstok om eens over dit onderwerp te beginnen. Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. Ik vertelde Doris dat roken vies is en dat het ongezond is. Daarom mag je niet roken.

Gelijk ontstond er een probleem omdat een oma tuk is op haar sigaretjes. Ik vroeg Doris wie er rookte. 'Oma', zei ze gelijk. 'Ja', bevestigde ik. 'Maar het stinkt en het is heel ongezond.' 'Ja', antwoordde Doris. Ze begreep het helemaal. 'En je wordt er doof van.' 'Inderdaad', bevestigde ik snel.

02 november 2009

Olie op het Wilders-vuur

Bij het lezen van het interview in de Pers met minister Eberhard van der Laan stapelden zich de houtblokken op voor het vuur van Wilders. De PVV-voorman hoefde er alleen nog maar een brandende lucifer bij houden om er de fik in te steken. Elke opmerking die de minister erbij deed, was genoeg olie op het vuur dat Wilders elk moment kon laten ontvlammen. Er lag al voldoende brandhout van het interview dat Alexander Pechtold in de Volkskrant van zaterdag gaf.

Het aparte van de discussies met Wilders is dat elke opmerking tegen hem met een agressieve toon en oneerlijke vergelijkingen wordt vergolden. Daar valt alleen maar tegen te discussieren in een gelijke toon, maar dan verwijt Wilders zijn antagonisten dat ze hem demoniseren.

De ellende is dat Wilders geen discussies voert en zijn argumentatie deugt van geen kant. Waarom hier dan zoveel mensen in trappen, toont vooral het tekort van de gevestigde politiek. Juist de kiezer en zijn problemen moeten aandacht krijgen in de interviews, niet de politieke tegenstanders. Alleen zo zou Van der Laan een kans maken. Omdat hij zich bewust is van de brandhaard die zijn woorden aanleggen voor Wilders.

01 november 2009

Fietsen

Sinds een week beheerst Doris het fietsen zo goed dat ze er geen genoeg meer van krijgt. Gisteren en vandaag bracht ze goeddeels op haar tweewieler door. Ze rijdt dan rondjes op het pleintje achter. Soms komt ze even binnen om een kastanje of bosje bladeren te laten zien voor op de herfsttafel.

Dan vraagt ze of ik met haar wil meegaan naar het schoolplein. 'Van de Waterlandschool', voegt ze er aan toe. Ze heeft nog even zin om in het klimrek te hangen en een lange fietstocht trekt altijd. Ik ontdek vlak voor vertrek dat ze haar voeten op de grond zet om te remmen en gebruik het tripje gelijk even om haar de werking van de achteruittraprem te laten proberen. Bovendien kan ze heel hard rijden op het fietspad, terwijl ik achter haar aan hol.

Bij het schoolplein aangekomen nestel ik mij op één van de twee bankjes. Doris hangt al in het blauwe klimrek en trekt zich aan de stalen buizen omhoog. Als ze halverwege is, kijkt ze me aan en vraagt: 'Papa, heb jij geen boek bij je?' Ze heeft gelijk, normaal ga ik dan op het bankje zitten en wat zitten lezen. Nu had ik me voorgenomen om even alle aandacht voor het kind te hebben en het boek thuis te laten liggen. Betrapt.

De dood van de roman

Als je boek verguist wordt, wil je misschien zo snel mogelijk dat je niet bestaat. Of dat het boek dat je geschreven hebt, niet bestaat. Philip Roths nieuwe roman The Humbling komt er bij de heren critici slecht van af. Vooral bij de Britten moet hij het ontgelden: ze noemen de roman het meest depressieve boek dat dit jaar verschenen is (The Times), of The Observer noemt het 'dismayingly poor'.

Na zulke typeringen zoek je zo snel mogelijk afleiding. Dat doet Philip Roth ook door in interviews te praten over de toekomst van de roman. De roman, zo vindt hij, is over 25 jaar voltooid verleden tijd. Het boek verliest de strijd met het beeldscherm. Mensen kunnen zich niet meer zo lang concentreren door een hele roman uit te kunnen lezen. De kleine groep lezers is verwaarloosbaar, misschien is ze iets groter dan de twee mensen die nu nog Latijnse poëzie lezen, maar veel groter zal de groep niet zijn.

Onzin natuurlijk. Ik wandelde na het lezen van dit bericht gewoon een normale boekwinkel binnen en zag stapels boeken aan mij voorbij gaan. Het ene boek nog dikker dan het andere. En ze worden allemaal grif verkocht. Ik zie eerder de komst van het beeldscherm als oorzaak van deze dikke boeken. Iedereen kan ineens schrijven en geeft een boek uit. Het verhaal van Maarten van der Weijden ligt in de boekwinkels, naast de ontboezemingen van andere grootheden.

De komst van de computer heeft nog voor iets gezorgd: doordat alles zo simpel geknipt, geplakt en gekopieerd kan worden, verliezen schrijvers zich in het aantal pagina's. De roman is er alleen maar dikker op geworden. Ook lijkt de zorgvuldigheid waarmee boeken geschreven werden, meer en meer achter de horizon te verdwijnen.

Positief nieuws dus voor Roth: zijn boek past in de trend, het is snel en slordig geschreven op het beeldscherm. Over 25 jaar lezen we flarden van een roman in een heel dik boek, zonder plot en zonder eind. Dat is de toekomst van de roman.

31 oktober 2009

Glijbaantje

Ik schoof een bomvolle kar voor mij uit met een klein meisje als hoogtepunt van de aankoop. De hele winkel had ik met een zwabberend wiel gelopen. Ik kreeg de wagen amper vooruit. 'O', had de kassier gezegd, waarna hij met een scanapparaatje bij het wiel ging zwabberen. 'Je hebt er wel niks aan, maar dat is voor de volgende klant.' Op mijn vraag waarvoor ik dan afgestraft was, reageerde hij niet.

We liepen de winkel uit, rolden de kleine helling af naar de fiets. Ik parkeerde het winkelwagentje wat verderop. Het liep al weg als ik het meisje eruit liet. Ik moest even achter het van mij weg rijdende karretje hollen en greep de stang.

De wagen was leeg en het meisje vroeg mij of ze van het glijbaantje mocht. 'Glijbaantje?' vroeg ik. Ze wees wat verderop aan de andere kant van de winkel, achter de winkelwagentjes. 'Ja, daar.' We liepen erheen. Het was een stenen helling bestemd voor mobielen van minder mobiele mensen. De rode straatstenen, waren enigszins glad. Ze ging op haar billen zitten, wipte zich op tot de helling begon en liet zich naar beneden glijden. Ze liep over het rechte stukje en zette haar tocht voort op het onderste gedeelte van de helling.

Ik dacht aan het verhaal van Jip en Janneke. Die gleden ook van een stenen helling af en eindigden met een gat in de broek. 'Kom, we gaan', zei ik. 'Anders krijg je er nog een gat van in je broek.'

30 oktober 2009

Kermis


De draaimolen draait rechtop
en zwaait de schoenen rond
meisjes gillen hun angsten hoog

Kleuren kletteren omhoog en zingen
mee op de diepe dreunen
van herrieschoppers en botsauto knallen

De kermis is te klein voor plezier
de beren wachten op het verlossende
schot dat ze bij hun jager brengt

Aan de andere kant kleurt de zon
mij gedag en speelt het avondrood
een zoete serenade voor mij alleen

29 oktober 2009

Spellen

Doris maakte een geluid dat ergens het meest leek op een hikkend lachje, als je kwaad wilde kon je er ook een geit of schaap in horen. Ik vroeg haar of een ander kind op school dat geluid ook maakte. 'Ja', zei ze, 'Rara doet dat ook.'

De naam Rara kwam me onbekend voor en ik vroeg hoe ze heette. 'Rara.' 'Rara?' 'Rrra Rrra', herhaalde ze. Waarna ze het voor me spelde: 's, p, k, l, o... Rara.'

De oplossing kwam gisteren, het meisje heet Lara.

27 oktober 2009

De walgvogel

De lezing die ik Mansfeld zal opvoeren, bevat een passage uit Wolkers' De walgvogel. Mijn Junghuhn-vriendin Renate Sternagel buigt zich nu over de tekst om er een begrijpelijk verhaal van te maken voor het Duitse gehoor. Bovendien is zij als Duitse veel beter op de hoogte van de wetmatigheden die lezingen in het Duits vragen. De eerste vraag die ik terugkreeg, ging over De walgvogel van Wolkers. 'Walg' is toch 'Ekel' schreef ze. Ik was even vergeten dat Duitsers Jan Wolkers minder goed kennen dan een Nederlands gehoor.

De walgvogel bij Jan Wolkers heeft niet zo direct van doen met de Dodo, die bekend staat als de Walgvogel. De dodo staat meer symbool voor de houding van de Nederlanders ten opzichte van de kolonie. De hoofdpersoon vertelt over de dodo's als zijn vriendje, de Indische Harry Sarno, een boek van hem leent:


Toen hij De Scheepsjongens van Bontekoe van me gelezen had en we het erover hadden hoe schandelijk het was dat die Hollandse zeelui al die dodo's of walgvogels met stokken hadden doodgeslagen om op te vreten, tot ze allemaal uitgeroeid en helemaal uitgestorven waren, zei hij dat zijn vader het helemaal niet goed had gevonden dat hij zo'n boek las want dat je op iedere bladzij kon lezen dat die Hollanders nergens eerbied voor hadden. (29)

Bij het naspeuren naar een Duitse vertaling van De walgvogel zag ik dat het boek helaas niet in het Duits is vertaald. Net zo min in het Engels of Oekraïns. Turks fruit is daarentegen veel populairder en klinkt ook even herkenbaar in de vertalingen: Turkisk konfekt (Zweden), Türkische Früchte, Turkish delight, Les délices de Turquie en Turska slast (Joegoslavië). Zelfs in het Fries kunnen de oortjes rood worden bij het lezen van Turks swiet. De walgvogel heeft enkel een Zweedse vertaling met als titel Dronten.

Ik zou er bijna voor gaan pleiten dat het werk van Wolkers meer bevat dan alleen Turks fruit. Wat mij betreft is De walgvogel een toppertje. Het eerste hoofdstuk getiteld 'Koloniale waren' behoort tot de mooiste hoofdstukken van de Nederlandse literatuur.

Overigens weten ook veel Nederlanders de herkomst van de titel van Wolkers roman niet. Zo vond ik het volgende in het boekverslag van ene 'Flesjewater' op scholieren.com:


Titelverklaring: Ik kon dit nergens op internet vinden. Ik denk dat misschien de ik-persoon van zichzelf walgt, dat hij iemand heeft vermoord. Al lijkt me dat wel erg voor de handliggend.

Links
Kijk voor de vertaallijstjes op: antiqbook.info en op nlpvf.nl

26 oktober 2009

Van de wereld verstoken

Afgeluisterd in de trein.

'Nee, ik we rijden net Utrecht binnen.'
...
'Het is nog geen zes uur hoor.'
...
'Wintertijd. De klok is van 't weekend een uur terug gezet. Zegt je dat niks?'
...
'Heb jij geen krant of televisie opengeslagen?'
...
'Ja, hilarisch. Die onthouden we.'

Daarna tegen een vriendin, die naast haar staat.
'Kristel was dat. Ze zei dat wij nu eens een keer te laat waren. 'Ik sta op jullie te wachten; het is al kwart over zes', zei ze. Toen vertelde ik over de wintertijd. Nou dat had ze gemist. Die is echt van de wereld verstoken.'

Grijnzende wezens schijnen mij aan

Door het raam staren mij twee oranje wezens aan. Ze schijnen in een lichte grijns naar mij. Het zijn de uitgeholde pompoenen. Ook ik ontkom niet aan de modegril van Halloween. Tegelijkertijd geven de najaarsvruchten een vrolijke tint aan de herfst.

Zaterdag trof ik bij het hardlopen in Delden een pompoenenstalletje langs de weg. We zijn er gisteren op de terugweg naar huis langs gereden. Doris koos het kleinere model uit, wij haalden de grote jongen eruit. Het zijn zware jongens, die een plekje kregen achter mijn stoel in de auto. Daarnaast koos Inge nog een dozijn kleinere kalebassen.

Het uitbenen van de pompoenen

Thuisgekomen moest de boel worden uitgehold. De houdbaarheid van die uitgebeende gevallen schijnt een week of twee te zijn. Nadat al het vruchtvlees eruit was gehaald, volgde het creatieve proces dat Inge samen met Doris tot een heel aardig resultaat wist te brengen.
De angstaanjagende wezens in het daglicht aanschouwd
Doris bij de uitgeholde pompoenen, vlak voor zonsondergang

Hoe mooi ziet het er niet uit in het donker.

25 oktober 2009

Evolutietheorie in stripvorm

Ik heb het niet zo op romans in stripvorm. Natuurlijk prijs ik tekenaars als Dick Matena voor hun prachtige werk. Ze maken boeken voor een heel andere doelgroep bereikbaar. Persoonlijk heb ik niet zoveel op met het literaire verhaal in een rij tekeningen.

Ondanks deze scepsis, nam ik afgelopen donderdag uit de bibliotheek toch de stripvorm van Charles Darwins Over het ontstaan van soorten mee. Het boek is kortgeleden verschenen bij uitgeverij Atlas en de bibliotheek heeft het natuurlijk snel in huis gehaald vanwege de enorme populariteit die Darwin momenteel geniet. De televisieserie van de VPRO waarbij de reis van de Beagle wordt overgedaan, is op dit moment een rage waar ik wekelijks aan meedoe.

Bij het schrijven van mijn lezing over Junghuhn, die ik over drie weken in Mansfeld hoop te geven, vormde het stripverhaal een welkome afleiding. De strip is getekend door Nicolle Rager Fuller, met tekst van Michael Keller. De vertaling is van Gerrit Jan Zwier.

De strip legt het boek On the Origin of Species in de context van zijn tijd en van zijn maker. Het begint met verwijzingen naar de reis met de Beagle en de persoonlijke confrontatie van Charles Darwin met zijn ideeën over het ontstaan van soorten. Daarna volgt de haast waarmee het boek uiteindelijk verschijnt onder druk van Alfred Russel Wallace die dezelfde bevindingen doet op Borneo en Malakka en de Maleise archipel.

Het boek zelf levert een helder beeld van de theorie van Darwin. Wel betreur ik dat soms moderne data worden gebruikt, zoals de verspreiding van vliegenvangers in Noord-Amerika waarbij gegevens uit 2007 worden aangehaald. Deze moderne data vertroebelen de concrete bevindingen van Darwin. Gelukkig worden sommige aannames van Darwin in een voetnoot verduidelijkt. De plaatsing in de tijd en de revolutionaire opvattingen van Darwin komen heel sterk naar voren in het aantrekkelijke verhaal.

Een tip voor iedereen die snel een beeld wil krijgen van Darwins evolutietheorie.

23 oktober 2009

Kind van zijn tijd

Ik stond met hem in de Oude kerk. We keken naar het orgel dat daar zo monumentaal stond, alsof het zo altijd al stond. De punten van het rugwerk wezen als twee eigenwijze wijsvingers in de richting van de preekstoel. En de welvingen van de middentorens leken bolle wangen die de muziek wel even de kerk in zouden blazen. Alsof het hele instrument met zijn schoonheid een tong uitstak naar de gemeente, terwijl iedereen er met zijn rug naar zit.

'Is dit nu je magnum opus?' vroeg ik hem. Hij droeg hetzelfde ringbaardje als weleer. De jaren hadden het grijzer gemaakt, maar de blik was onveranderd gebleven. Ik zag hem weer met dat kleine leren tasje in de hand binnenkomen. We waren veel te vroeg voor de middagdienst, er was nauwelijks iemand. Daar ging hij en hij passeerde de pilaar buitenom. De kortste weg was hem niet lang genoeg. Het kwam ook door de luxestoel voor mevrouw, die daar als een koninginnezetel de weg aan de binnenkant van de pilaar versperde.

Dan volgde het wachten op de beroemde tien minuten, als de klokken uitgeluid waren en de mensenmassa langzaam naar binnen stroomde. Hij leunde dan tegen de hoofdwerkkas aan en keek hoe de kerk zich vulde. Hoe de drukke mieren hun plekje vonden. De tijd schoof vooruit en dan mocht hij spelen. De kerk vervulde zich van een preek die zijn weerga niet kende. Hoe ouder ik werd, hoe nijpender de situatie en hoe meer donder en bliksem van boven klonk.

Ik keek hem nu weer aan en zag hoe vereerd hij zich voelde voor mijn compliment. Er zijn weinig mensen die ver voor hun dertigste zo'n kunstwerk afleveren, maar snel won zijn bescheidenheid het. 'Nou, magnum opus. Magnum opus is wel een groot woord. Nu 35 jaar later moet ik concluderen dat ik het nu allemaal anders zou doen. Zo vind ik het raar dat we toen niet het hele instrument uit de Rotterdamse Wilhelminakerk hebben overgenomen. Nu is een groot deel van het pijpwerk daar vandaan, maar de rest is allemaal verdwenen.'

Het pijpwerk uit de Rotterdamse Wilhelminakerk van de bouwer Steenkuyl (1900) was een unieke kans om een bijzonder instrument te behouden. Het kwam in 1974 terecht in het orgel van de Oude kerk in Veenendaal. De kast, de windladen, de complete techniek en mechaniek werden nieuw gebouwd door de Enschedese bouwer Vierdag. Van de 21 stemmen zijn 17 afkomstig uit Rotterdam. Het orgel van de Wilhelminakerk was in die tijd erg beroemd vanwege de concerten die Feike Asma op het orgel gaf. Veenendaal kreeg in 1974 de kans het orgel over te nemen. Wel kreeg het nieuwe instrument een dispositie die wat meer aansloot bij zijn tijd, de neobarok. Al moet ik eerlijk zeggen dat de uitwerking op z'n zachtst gezegd zeer verrassend is. Het instrument doet helemaal niet modern en neobarok aan. Ik geef de schuld hiervan altijd aan het pijpwerk. Maar Rotterdammers onder elkaar komen altijd voor elkaar op.

'Zo is het natuurlijk best vreemd dat we toen de oude kast van het voormalige Dekker-orgel gewoon in mootjes hebben gehakt. Het is in de open haard beland. Dat zouden we nu niet meer zo doen. De kast van het Dekker-orgel kwam uit een Duitse catalogus en zag er helemaal niet onaardig uit.' Ik onderbrak hem. 'Dus ook dit orgel is een kind van zijn tijd.' 'Ook dit orgel is een kind van zijn tijd', bevestigde hij. Ik trok alles door. 'Uiteindelijk zijn we allemaal kinderen van onze tijd. Wat we nu doen verwerpen onze nakomelingen over dertig jaar ook. En zo gaat het door.' Ik vond ook dat het eindeloze ge-historiseer van nu over een halve eeuw misschien ook wel meewarig aangekeken wordt. Dat was hij niet met me eens. 'Als ik bijvoorbeeld zie wat ze allemaal uit het instrument in Alkmaar aan kennis hebben opgedaan. Die kennis hadden we dertig jaar geleden niet.'

De ontmoeting met het orgel van de Oude kerk heeft me wel iets nieuws geleerd. Zo vraag ik mij af waarom bijvoorbeeld alleen al in Rotterdam alles van het begin van de twintigste eeuw in de jaren '60 en '70 zo genadeloos slachtoffer is geworden van de sloophamer: de Koninginnekerk, de Nieuwe Zuiderkerk en de Wilhelminakerk. Stuk voor stuk prachtige godshuizen die er allemaal niet meer zijn. De schuld werd toen gegeven aan de ontkerkelijking, maar dat is meer een aanleiding dan een oorzaak. Ik denk namelijk dat de kerkgebouwen de notabelen en kerkvoogden niet goed uitkwam. Duur in onderhoud, moeilijk te verwarmen. Nee, ze kozen liever voor de moderne bouw. Die lelijke bouw, die wat mij betreft direct gesloopt mag worden.

En als je denkt dat er alleen in de jaren '70 gesloopt werd. Ruim vijf jaar geleden moest de Almelose Egbertus dicht, een gebouw uit de jaren '20. Het moest plaatsmaken voor nieuwbouw die nog geen 300 meter verder verrees. Zonde, want al zou er een archief in komen, het gebouw staat nog altijd leeg. De tand des tijds slaat toe en er gebeurt niks. Het wachten is tot de koepel instort en de kerk afgebroken kan worden.

Bekijk de dispositie van de Oude kerk >>

22 oktober 2009

Leve de oude leraar

Oude mensen zijn vervelend. Dat is de algemene tendens in onze maatschappij. Daarom proberen we ons zo jong mogelijk voor te doen. Hoe ouder iemand wordt, hoe meer hij de ouderdom probeert te camoufleren.

Het artikel van leraar en publicist Ton van Haperen in de NRC Next van vanmorgen volgt deze opvatting exact. De leraar moet op zijn zestigste ophouden met lesgeven, want de kloof tussen leerling en leraar wordt te groot. Kanonnenvoer is een bejaarde leraar volgens Van Haperen. Een marteling voor de kinderen.

Onzin zijn dergelijke opvattingen natuurlijk. Een leraar moet zeker inlevingsvermogen hebben en verstand hebben hoe een kind informatie tot zich neemt. Natuurlijk heb ik ook angstige beelden op het netvlies van de cynische leraar die al 35 jaar voor de klas staat. De leraar die het al jaren zo doet en weigert zijn les aan te passen. Deze koppigheid heeft naar mijn oordeel niks met ouderdom te maken maar met luiheid.

Ton van Haperen zou eens goed om zich heen moeten kijken. De bewondering die sommige jongeren voor ouderen hebben. Ik zat een tijdje in de trein waarbij een hoogbejaarde vrouw aan een jongere vertelde dat ze angstig was voor stilstaande treinen. Het was op de dag dat de trein niet wegreed uit Utrecht. De angst had te maken met een aanval van Engelse vliegtuigen op een trein die ergens in een weiland stilstond. De jongen luisterde met ontzag en heel veel respect.

Levenservaring is zo belangrijk om in de les te voegen. Hoe ouder de leermeester hoe beter. De echte docent doet dit met respect voor de leerling en biedt hem alles in hapklare porties, soms net ietsje meer waardoor de leerling wordt uitgedaagd.

Waarschijnlijk is Ton van Haperen alleen opgegroeid met cynische oude mannetjes. Maar ik zou sommige bejaarde leraren die mij veel wijsheid hebben bijgebracht, voor geen goud hebben willen missen.

21 oktober 2009

LinkedIn en het gevaar

De bedreigingen van LinkedIn. In een artikel op Computable wordt gesuggereerd dat kostbare bedrijfsinformatie makkelijk kan weglekken via LinkedIn. Het is een artikel dat geschreven is op basis van een lezing op een beveiligingsconferentie van RSA in Londen.

De voorbeelden die worden geschreven vragen wel een verregaande vorm van research. Als verschillende managers binnen een bedrijf vriendschappen sluiten met andere managers van een ander bedrijf, dan zou een overname van het bedrijf niet lang meer op zich laten wachten.

Een beetje ver gezocht en het vraagt ook flink wat research. Je moet op z'n minst enkele managers binnen een bedrijf als LinkedIn-vriend hebben. Dan denk ik dat een aankomende overname met zulke innige contacten ook op andere manieren tot je kan komen.

Op een beveiligingsconferentie wordt gepraat over risico's. De risico's die geschetst worden zijn risico's, maar hoe groot zijn die risico's? Een veel groter gevaar is het stelen van iemands account en daar dan mee vandoor gaan. Het is niet alleen een groter gevaar, de gevolgen voor iemand persoonlijk zijn nauwelijks te overzien.

De opkomst en groei van de sociale media zal dit soort criminaliteit explosief doen toenemen. Je ziet bijvoorbeeld hoe makkelijk sommige idioten de identiteit van een bekende Nederlander aannemen. Is de Paul de Leeuw die twittert wel echt Paul de Leeuw. Of de Gerrit Komrij die in het Duits allerlei dingen aanprijst, wel de echte?

Dat is een veel groter risico, waar je jezelf niet goed genoeg voor kunt beveiligen. Uitsluiten lukt nooit, een noodscenario in de kast kan nooit kwaad.

20 oktober 2009

Op de bon

Kwart voor zeven, de duisternis slokt de fietser zonder licht op. Alleen het trappen verraadt zijn komst. De stilte slaat om zich heen. Het station Muziekwijk wacht aan het eind van het fietspad.

Dan versperren twee agenten zijn pad. 'Halt, politie. U rijdt zonder licht. Daarvoor krijgt u een bekeuring.' Dat had hij op dit vroege tijdstip niet verwacht. Het licht doet het niet, daarom brandt het niet. 'Heeft u uw legitimatiebewijs bij u?' Hij laat zijn NS-abonnement zien. 'Uw rijbewijs of zo?' Hij speurt naar zijn rijbewijs en vindt het pasje achter het treinabonnement.

Hij vraagt of hij de fiets alvast mag wegzetten, want hij wil de trein halen en laat zijn rijbewijs bij hem achter. Als hij terugkomt, zegt de agent: 'Ik kan u nog veel vertellen over hoe u uw verlichting moet voeren, maar u bent daarin denk ik niet geïnteresseerd.' De trein lijkt in aantocht, toch vraagt hij naar de bekende weg. 'Mag ik ook van die losse lampjes bevestigen?' 'Ja, voor vier euro bij de ANWB-winkel.' Ondertussen passeren twee fietsers zonder licht.

Het gele papiertje vertegenwoordigt een waarde van 35 euro voor rijden zonder licht. Bij het merk fiets staat een streepje en bij de kleur staat de onlogische combinatie 'grijs/bruin', gezien in de duisternis, want het is een groene fiets. Een waarschuwing kon er niet vanaf.

19 oktober 2009

De dag van de kapotte bovenleidingen

De omroeper riep de onheilstijding dat de treinen naar Rotterdam en Den Haag niet reden in verband met een stuk getrokken bovenleiding.

Ik liep alweer wat verder op de weg van perron 19 naar perron 4 en hoorde een nieuw bericht toen ik al een behoorlijk eindje liep op mijn bestemming. De treinen naar Amersfoort ondergingen ook vertragingen vanwege een kapotte bovenleiding.

Kortom, de dag van de kapotte bovenleidingen.

Googles boekwinkeltje

De misser van internet is dat altijd alles gratis aangeboden is. De rekening voor deze actie wordt nog altijd betaald. Voor uitgevers is het moeilijk een verdienmodel te koppelen aan de activiteiten op internet.

Nu probeert iedereen het goed te maken met het e-book. De e-reader is een opmars begonnen waar al direct een prijskaartje aan hangt. Zelfs Google, die sterk is geworden met het gratis vinden en toegankelijk maken van informatie, gaat een eigen boekwinkeltje beginnen in electronische boeken.

Ik vind de kracht van internet dat de informatie gratis en makkelijk toegankelijk is. Zeker als het gaat om boeken waar het kopijrecht al lang van vervlogen is. Zo kan ik zonder problemen de Geschiedenis des vaderlands downloaden op Google books en bij het DBNL. Wat mij betreft mag dit wel zo blijven. Het zou helemaal geweldig zijn deze boeken op een e-reader op te slaan en zo een echt oud boek electronisch open te slaan.

Persoonlijk geloof ik ook niet dat persé voor informatie op internet betaald moet worden. Het vraagt om andere vormen van verdienmodellen, waarbij adverteerders en gebruikers elkaar veel gerichter zullen treffen. Hier hoeft de onafhankelijkheid helemaal niet voor in het geding te komen.

Helaas bezitten maar weinig uitgevers die creativiteit. Ze blijven geloven in het papier. Iets dat ze uiteindelijk zal nekken...

18 oktober 2009

Gevallen

Na de val is het de tijd voor de reconstructie. Ze was cake'jes aan het bakken en stond op het stoeltje. Ze boog iets voorover om in de bak met cakemix te kijken. En toen viel ze.

'Ik wilde alleen in de bak kijken', riep ze door haar tranen heen. Het hielp niet, want ze lag daarna op de grond. Ik zette het krukje voor haar klaar, zodat ze iets steviger stond en zonder vallen in de bak kon kijken.

17 oktober 2009

Aarbeienjam

De laatste pot aardbeienjam naderde afgelopen week de bodem. Het was voor mij het signaal om het vandaag op de zaterdagmarkt nog eens te proberen. Samen met Doris toog ik na een overvolle Lidl even snel de markt over.

Geen kraam had nog aardbeien, soms een enkel bakje, waarboven een peperdure prijs hing. De kraam waar ik afgelopen zomer drie kilo aardbeien weghaalde beloofde evenmin wat te worden. We sloten keurig aan in de rij, waar geen Nederlands gesproken werd, maar waar wel gevochten werd om een zakje komkommers of courgettes.

Geen aardbeien, maar in één van mijn ooghoeken zag ik twee zakjes met aardbeien op een leeg pallet liggen. Ik stiefelde in de richting van de jongeman die in de weer was met het stapelen van doosjes. 'Wat moet je hebben voor zo'n zakje aardbeien?' vroeg ik hem. 'Eén euro?' 'Oké, verkocht en met dat andere zakje twee euro?' Hij knikte en ik betaalde hem, volgde hem met de zakjes om het wisselgeld gelijk mee te kunnen nemen.

Nu ruikt het hele huis naar de aardbeien die Inge omgevormd heeft tot jam. De potjes staan nog op de kop, maar als Inge ze omdraait geven ze zo'n mooie 'plop'. Het blik van het dekseltje trekt samen, doordat het vacuüm trekt.

Morgen een ontbijtje met echte aardbeienjam...

15 oktober 2009

Unvollendete

Paul Witteman spreekt over onvoltooide werken van componisten in De wereld draait door. Hij vindt dat als een kunstenaar vraagt om werk te vernietigen, dat dit dan ook moet gebeuren. Tegelijkertijd is hij er zich ook bewust van dat dit in de praktijk niet gebeurt. Je kunt niet het werk van een kunstenaar vernietigen.

De bekendste kunstenaar van wie enkel een paar verhalen zouden zijn overgebleven is Franz Kafka. Hij droeg zijn vriend op om zijn werken na zijn dood te vernietigen. Gelukkig sloeg deze vriend de vraag in de wind en kunnen wij nu allemaal de meest ontroerende brieven aan een vader lezen.

Ik hoor in de wens van een kunstenaar om het werk te vernietigen meer de vraag om het werk te koesteren en misschien zelfs uit te geven. Anders gooi je het zelf gelijk in de prullenbak.

DSB, de blaren en het grenzeloze optimisme

Dat de kredietcrisis nog altijd niet voorbij is, laat de val van de bank van Scheringa zien. Klanten beëindigden vorige week massaal hun spaarrekening na het opruiende advies van Pieter Lakeman om de bank daarmee failliet te krijgen. Het is beter voor ons allemaal, zei hij erbij.

Nu de boel werkelijk op instorten staat, lijkt het of niemand hier iets mee opschiet. Zelfs Lakeman biedt zijn excuses aan. Het eindeloze uitstel vertoont het gedrag van een stervende. Hij slaat nog wild om zich heen, maar weet dat de dood hem straks de nek omdraait. De hoop waarmee Scheringa zijn levenswerk probeert te redden, is bewonderingswaardig en laat zijn doorzettingsvermogen en grenzeloze optimisme zien. De bereidheid van anderen om hem te redden, ontbreekt echter. Daar is geen enkel optimisme tegen opgewassen.

De blaren van de bank vormen ook de blaren van de andere banken. Niemand wil extra blaren, bovendien is Scheringa een lekkere zondebok die de eigen praktijken uit de publieke belangstelling houdt. Want die publieke belangstelling is heel krachtig. Dat laat deze hete DSB-week wel zien.

12 oktober 2009

Kroegtijger

In de strijd tegen de PVV stelde Jeltje van Nieuwenhoven zich kandidaat als lijsttrekker in Den Haag. Daarvoor moest ze vijftig handtekeningen hebben van PvdA-leden in de Hofstad.

Jeltje kreeg de hulp van het Haagse raadslid Koen Baart. Voor hem deed het er blijkbaar allemaal niet zo toe, aangezien hij de handtekeningen in de kroeg had laten liggen. Zo win je de oorlog wel.

Dus als een Haagse kroegtijger ze nog tegenkomt, ga dan gelijk langs de handtekeningverstrekkers. Vertel ze allemaal hoogstpersoonlijk dat dit gewoon in de kroeg lag.

11 oktober 2009

Veenendaal en orgels

Een hele dag in Veenendaal en een hele dag orgels. Een combinatie die ik enigszins ontwend was, maar een leuke dag, boordevol herinneringen en gedachten aan het verleden. Verder was het bijzonder om van kerk naar kerk te gaan met zeventig mensen, het leeuwendeel was man en de zestig gepasseerd.

Jeugdherinneringen
Kortom, de eerste orgeldag in Veenendaal was een succces. Veenendaal is de plaats waar ik opgegroeid ben en tot nog toe de langste tijd van mijn leven (van 1977 tot 1996) heb doorgebracht. Het was niet de gelukkigste tijd, maar zoals dat hoort te gaan, liggen haat en liefde; afkeer, weerzin en begeerte allemaal dichter bij elkaar dan je zou willen.

Misschien kwamen de jeugdherinneringen en de verrassing het beste samen in het concert van Gerben Budding in de Oude kerk. Het Vierdag-orgel is zonder meer tot het mooiste orgel van Veenendaal. Ik denk ook omdat het meerendeel van het pijpwerk uit mijn geboortestad Rotterdam komt.

Adventkerk
Geteisterd door files, dichte benzinepomps en afgesloten wegen, lukte het mij om precies op tijd de eerste kerk aan te doen, de Adventkerk. Dit is de gereformeerde gemeente-kerk die is voortgekomen uit een afsplitsing van de moederkerk aan de Fluiterstraat. De gemoederen in de kerk in de Fluiterstraat waren dusdanig opgelopen, dat de politie het gepeupel uit elkaar moest halen. Daarna scheidde de predikant zich met zijn volgelingen en zij kregen ook nog eens de kerk toegewezen. De anderen bouwden daarop een nieuws godshuis. Deze kerk was in de jaren '90 veel te klein geworden en op dezelfde plaats verrees een nieuwe tempel met dezelfde naam: de Adventkerk.

In de Adventkerk staat een orgel van alure. De bouwer Steendam uit Roodeschool heeft daar in 1999 een instrument gezet met 29 registers en daarmee het grootste orgel van Veenendaal. De demonstratie die organist Gert Jan Schipper neerzette, liet een orgel horen dat volgens de kerkvoogd graviteit en poëzie tegelijk uitstraalde. Ik vond dat het instrument vooral loskwam bij het laatste stuk, de psalmbewerking. Het hele concert voelde ik mij een indringer, een ongelovige die alleen voor de muziek komt.

Het Steendam-orgel in de Adventkerk
Petrakerk
De tweede kerk, de Petrakerk, bevat een Verschueren-orgel. Organist en organisator van de orgeldag, Bert Wisgerhof is daar sinds dit jaar organist. Hij liet een instrument horen dat ondanks de rechtlijnigheid in klank, veel variaties toelaat in registratie en literatuurkeuze. Ik verbaasde mij over de klankcombinaties met de tongwerken, waar ik vanuit mijn eigen speelervaring en die van anderen, mijn twijfels had. Wisgerhof liet een orgel horen dat veel in zich heeft.

Het Verschueren-orgel van de Petrakerk wordt door Bert Wisgerhof bespeeld
Salvatorkerk
Wisgerhof vertelde in de katholieke kerk, de Salvatorkerk, over zijn jeugdherinneringen aan het instrument. Bij mij doemden ook herinnering uit een iets minder ver verleden op. De tijd dat ik les had bij Jan van Laar en op dit instrument leerde orgelspelen en vooral leerde luisteren. Het concert van Erik van der Heijden, in het dagelijks leven MS Office consultant/trainer, liet mij dit ook horen. Hoe mooi Bach op dit 130 jaar oude orgel klinkt. Wel miste ik muziek van bijvoorbeeld Cesar Franck of Louis Vierne, die hier ook zo ontzettend goed klinken. De serene stilte die over de mensen viel, toonde mij weer hoe deze ruimte en dit instrument je helemaal in een sfeer en stemming brengen van bezinning. Ik schreef bij dit concert in mijn schriftje: 'rustgevend, ook bezinnend. Ja, bezinning dat is het woord hiervoor.'

Het enige historische orgel van Veenendaal staat in de Salvatorkerk en is van Gradussen
Voor het concert leggen toehoorders het orgel van de Salvatorkerk vast op beeld
Oude kerk
In de Oude kerk op de markt, de oude Salvatorkerk, zoals Bert Wisgerhof bij zijn inleiding terecht opmerkte, was het echt tijd voor de jeugdherinnering. De herinnering aan een tijd waarin Wisgerhof zelf in mijn herinnering een rol speelt. De oud-organist van deze kerk herinnerde zich ook veel, 'Maar laat ik daar hier maar van af zien', zei hij. Het instrument kwam helemaal los in het spel van de jonge organist Gerben Budding. Hij heeft zijn roots in Veenendaal. Sinds september is hij de vaste bespeler van het Witte-orgel in Gorinchem.

Het Vierdag-orgel van de Oude kerk in Veenendaal
De speeltafel van het Vierdag-orgel doet enigszins ouderwets aan
Rugwerk van het Oude kerk-orgel in Veenendaal, het instrument is geïnspireerd op een instrument dat van 1866 tot 1922 in deze kerk heeft gestaan
In de Oude kerk openbaarde zich een instrument dat in schoonheid, kracht en energie niet onderdoet van grote historische voorbeelden. Het bezit een klankrijkdom dat je in Veenendaal wegdroomt. Het doet denken aan historische instrumenten zoals waarschijnlijk tussen 1866 (300 jaar na de bouw van de kerk) en 1922 daar zelf heeft gestaan in de Oude kerk: een instrument in Noord-Nederlandse stijl. Het is echter een orgel uit 1974, met pijpwerk van Steenkuijl uit het orgel van de Wilhelminakerk in Rotterdam. De lage stemmen, het middengedeelte in het klankspectrum en de heldere boventonen, alles lijkt in zo'n mooi evenwicht. Het programma van de organist met Buxtehude, Bach en Mendelssohn vulde dit prima aan. Vooral het trio op het koraal 'Allein Gott in der Höh sei Ehr', liet fluiten horen, waarvan de hoge uithalen vanuit het houten spitsgewelf naar beneden dwarrelden en en de oren streelden.

Westerkerk
Het laatste concert van Ad Verhage in de Veense Westerkerk demonstreerde de jongste aanwas in het orgelbezit van het Valleidorp. Het is een instrument dat zich moeilijk laat vergelijken. Het is gebouwd door de Sloveense orgelbouwer Skarbl en in maart van dit jaar opgeleverd. Het instrument bezit heldere mixturen, zangrijke prestanten en lyrische fluiten. Ook de tongwerken tonen een orgel dat veel mogelijkheden voor variatie biedt. Wel vond ik het evenwicht tussen de hoge tonen en de lage tonen ongelijkmatig verdeeld. Bovendien resoneerde de kas flink mee bij de onderste vijf tonen van de Bourdon 16'. Het middengedeelte in het klankspectrum was niet goed vertegenwoordigd. Hierin onderscheidde het instrument zich op een negatieve manier van bijvoorbeeld het Steendam-orgel in de Adventkerk. Het instrument van de Westerkerk is zeker een verademing ten opzichte van het eerdere electronicum dat daar stond en waar ik vooral veel ondierbare jeugdherinneringen aan koester, compleet met de trage zang van de Westerkerkers.

Skrabl-orgel in de Westerkerk van Veenendaal
Speeltafel van het jongste orgel van Veenendaal
Bert Wisgerhof en Ad Verhage die de dag organiseerden, hebben gisteren laten zien dat Veenendaal veel orgels bezit en ook veel mooie orgels. Dat terwijl het dorp pas in 1866 haar eerste orgel kreeg in de Oude kerk en dat was nog een tweedehandsje ook. De armoede ging en gaat in Veenendaal altijd hand in hand met de geestelijke rijkdom. Al heeft de armoede vooral de laatste jaren plaatsgemaakt voor krenterigheid. Een orgel mag, maar het mag niet te duur zijn. Of zoals een oud-Veens spreekwoord zegt: ze willen een kwartje voor een dubbeltje.

09 oktober 2009

Hollen papa

Ik rende de moeder met kinderwagen voorbij. Ze werden overschaduwd door de bomen langs het pad. Het kind zat rechtop en droeg een roze jasje. Pienter keken haar blauwe ogen de wereld in en de blonde haren waren een beetje vochtig van de regen.

Ze keek in mijn richting. Een vinger wees haar ogen achterna. 'Kijk hollen.' 'Ja', bevestigde de moeder de gewaarwording. Ze liep dapper verder achter de rollende wagen. 'Ja, hollen.' 'Papa', riep ze. 'Papa hollen.' De moeder hoorde de zin niet uit schaamte dat ik voor de vader werd uitgemaakt. 'Papa hollen', herhaalde het mondje onder de blonde haren. 'Ja, hollen', herhaalde de moeder.

Ze wist blijkbaar niet dat de vader van haar dochter ook holde en dat het meisje dat wilde zeggen. Ze bleef echter even onverzettelijk als haar moeder. 'Papa hollen... Papa hollen...' Ik liep de hoek om en zag ze even later achter het gebouw vandaan komen. Ik kon de conversatie tussen moeder en dochter niet volgen. Ergens had ik nog altijd het idee dat de twee tegen elkaar streden.

08 oktober 2009

Spiegelbeeld zonder geluid

De muziek schalt uit tussen zijn oren en de koptelefoon. Hij staat dromerig naar zijn spiegelbeeld te turen in de ruiten van het treinstel. Om hem heen heeft hij een lege ruimte gemaakt door zijn herrie. Het is nog ochtend en hij kijkt naar zichzelf, maar het geluid wordt niet gespiegeld.

Gelukkig duurt zijn aanwezigheid niet lang, een halte verder moet hij er al uit. Hij staart naar de knopjes om de deur open te maken en drukt op het blauwe dat links zit. De muziek dreunt onverminderd voort, de elektrische gitaren klinken boven alles uit. Hardrock, hoor ik er overduidelijk in, maar ik mis het middenkader van geluiden om de herrie te duiden.

De deur blijft dicht, hij drukt nogmaals op de blauwe knop, maar de deur blijft tjokdicht. Ik zwaai naar hem, maar hij ziet het niet. Ik zwaai nogmaals, de bewegingen in het spiegelbeeld moeten hem wakkerschudden. Ik gebaar naar de rechterkant, waar het gele knopje op zit. Je moet daar op drukken fluister ik, maar ik doe alsof ik schreeuw. Hij wordt wakker en drukt op de knop.

De deur gaat open en hij verdwijnt de duistere ochtend in. Het geluid sterft langzaam weg. Over zijn schouder hangt een witte tas met zwarte spikkels op weg naar de school die achter het station ligt.