16 april 2024

Eerste en laatste regel


De dichtbundel Zombie zoekt zielgeno(o)t van Jan Lauwereyns bevat aan het einde een gedichtencyclus van 15 gedichten. Ze heten 'Pijnboomheuvel, Een heuse zombiekrans'.

Met de gedichten is iets bijzonders aan de hand. Ze hebben een heel strakke structuur. Als je begint met lezen, valt het niet eens zo op. Ik zag bijvoorbeeld de rijmwoorden helemaal niet eens. Net als dat alle gedichten 14 regels tellen, met een rijmschema: a - a - b - c - c - b - e - e - f - g - g - f - h - h.

Eerste en laatste regel

Ik merkte bij het 3e gedicht dat de laatste regel van het vorige, de eerste is van de laatste. Terwijl ik zo doorlas, vroeg ik mij af of er niet een leuk gedicht van zou zijn te componeren. Alle regels die het lyrisch ik herhaalt, komen dan in een nieuw gedicht terecht.

Ik had het rijmschema nog niet ontdekt en bedacht dat het leuk zou zijn om dat gedicht te schrijven in een blog. Het zou dan zo worden:
Probeer een vluchtbeweging, ontsnap aan de leegte die neigt
In alles om niets, je Pinus van Thunberg knikt en zwijgt,

Je pijnboomgeest vertoont zich, voorgrondwezen van blijven,

Naar waarheid die achter prikkels en feiten een puntje zet,
Bij wijlen schijnt de tegenspraak een binnenpret,

Omwille van het vlieten zal het nu beklijven,

Omwille van het drijven zal het hier vergaan,
Met lef van doodsverachting ontdoe je wat nooit is gedaan,

Het mos beraamt, met bittere tranen voor zoete regen,

Een nachtvlinder fladdert zijn onherhaalbare vleugelslagen
Uit liefde voor boze en drang naar kwadere dondervlagen,

Van pissebedden kun je leren het rotten vegen,

Erg ver in elders of vroeger of later ben je niet,
Lees liever het hopen van stoffen in wat je voor je ziet.
Ik ben gek op structuren. Ze geven mijn creatieve maar zeer wild fladderende brein een beetje richting. Ik snap zeker dat veel hedendaagse dichters helemaal niet van structuren houden. En het zoveelste sonnet kan je als dichter snel de keel uit hangen. 

Rijmdwangmatig

Ik heb zelf daarom bijvoorbeeld weinig plezier aan de plezierdichter Driek van Wissen. Terwijl zijn vriend en mededichter Jean Pierre Rawie net zulke structuren gebruikt, maar veel minder (rijm)dwangmatig overkomt. 

Zelf schrijf ik vooral haiku's en heb een eigen vorm gevonden in gedichten die strakke vormen in lettergrepen krijgen. Het lettergrepen tellen dwingt mij om beter na te denken over de tekst. 

Het scherpt mij om zo min mogelijk woorden te gebruiken om precies dat te zeggen wat ik wil zeggen. De verrassing bij het sonnet in de zoektocht naar rijmwoorden ben ik meer en meer als hindernis gaan beschouwen.

Pijnboomheuvel

Tot mijn verbazing zie ik aan het einde van de cyclus precies dit gedicht staan met de titel: 'Pijnboomheuvel'. Bovendien houdt hij de strakke structuur van de andere gedichten hier ook aan, compleet met rijm. Net als dat het ook een bijzonder gedicht oplevert dat niks onderdoet aan de rest. 

Blijft bij mij de vraag of hij dit gedicht het eerst heeft geschreven of dat het al schrijvend is ontstaan, zoals ik het ervaren heb bij het lezen.

de structuur een huis
palen, muren, dak
ramen om uit te kijken


Jan Lauwereyns: Zombie zoekt zielgeno(o)t, Gedichten. Koppernik, 2023. 69 pagina's. 

07 april 2024

Driedubbele zetfout - #zkv #wow #wot #aandacht #lezen

Je hebt van die boeken die je van de bibliotheek leent of tweedehands koopt, waarin een lezer een fout onherstelbaar heeft verbeterd. Meestal met potlood, maar soms met pen. Dat zijn de ergste.

Terwijl de meeste fouten eigenlijk best aandoenlijk zijn. Het is jammer als je erop gewezen wordt. Dat lijkt dan het meeste op een mop die je niet snapt en iemand dan uitlegt. Daar hoef je ook nooit om te lachen. Zelf de fout ontdekken is veel leuker.

Ik lees in Hans van Straten De omgevallen boekenkast op bladzijde 207:

Weer een parel gevonden voor mijn collectie betekenisvolle zetfouten, een fout zo onopvallend dat hij nu al minstens vier drukken in het voorbericht staat van het Latijns-Nederlands Woordenboek van Dr. J.F.J.Fontijn: 'Het eerste deel van dit woordenboek is bewerkt naar het Lateinisch-Deutsches Schwulwörterbuch von Prof. K.E.Georges...*

Het * betekent dat er achterin nog een aantekening staat. Daar staat op pagina 343 bij 203:

Pas later ben ik erachter gekomen dat er in deze zin nog een repeterende zetfout staat. Dr. J.F.L.Fontijn heeft nooit bestaan, de bewerker was dr. J.F.L.Montijn, een bekend classicus uit de late jaren van de vorige eeuw.

De grap is de zetfout in de zetfout, want de aantekening heeft betrekking op iets op pagina 207 en niet op pagina 203 zoals er nu voor staat.

gekleefd op papier
zwijgen de letters bedrukt
ontsnapte aandacht

WoW

WoW is een initiatief van Irene en Karin. Deze week schrijven we over aandacht.

23 maart 2024

Betuttelen - #wow #wot #feedback


Zie het als een cadeautje, zeggen coaches en leidinggevenden vaak. Ik vind feedback zelf wel lastig. Zeker als het verpakt wordt als een cadeautje, maar het dan niet blijkt te zijn.

Feedback leeft op vertrouwen. Van degene die het ontvangt, maar ook van degene die het geeft. En dat roept de feedback niet altijd op.

Tesselschade en Vrouwkje

Afgelopen november vertelt dichter Vrouwkje Tuinman in de bibliotheek van Alkmaar over de dichter Maria Tesselschade Roemers Visscher (1594-1649). De dochter van de dichter en rijke handelaar Roemer Visscher (1547-1620). Hij noemt zijn dochter naar het grote verlies dat hij lijdt bij Texel. 

De boten wachten op de Rede van Texel in december 1593 tot de wind gunstig genoeg is om uit te varen. De wind is ongenadig. 44 schepen van Roemers investering gaan bepakt en bezakt verloren.

Trouwen en wonen in Alkmaar

Zijn dochter krijgt een 3 maanden later bij haar geboorte de naam Tesselschade. Thuis liefdevol Tessel genoemd. Ze trouwt en gaat wonen in Alkmaar. Daarom vertelt Vrouwkje Tuinman over deze bijzondere dichter. Het is namelijk precies 400 jaar geleden dat Tesselschade trouwt met Allart Jansz. Crombalch. Op 26 november 1623.

Vrouwkje vergelijkt in de Alkmaarse bibliotheek haar eigen gedichten met de poëzie van haar 17e-eeuwse collega Tessel. Het geeft een paar mooie inzichten. Ze delen de onderwerpen dood, rouw en tuinieren. Allebei hebben ze een gedicht over Maria Magdalena geschreven. En beide vertoeven graag in hun tuinhuis iets buiten de stad.

Betuttelaars

Vrouwkje vertelt over het dichtgroepje waar Tesselschade deel van uitmaakt. Voor ze trouwt, zijn in haar ouderlijk huis in Amsterdam, Vondel, Huygens en Hooft kind aan huis. Ze komen vaak langs om hun werk te bespreken. Soms legt ze haar gedichten aan hen voor. Dan bespreken ze deze en kan ze op ideeën komen om haar gedicht nog beter te maken. 

Betuttelen noemen ze dat. Aan haar betuttelaars schrijft ze regelmatig brieven. De weinige gedichten die er nog van haar zijn, zijn overgeleverd via die brieven. 

Baas over eigen tekst

Vrouwkje heeft ook haar betuttelaars. De belangrijkste opmerking die ze erbij maakt is dat je als schrijver de baas bent over je tekst. Dus je hoeft je ook niks van betuttelaars aan te trekken. Ze zitten er soms helemaal naast. Dan is het wel zo fijn dat je lekker je eigen zin kan doordrijven.

Feedback als betutteling is meer dan welkom. Ik vraag regelmatig aan iemand om een gedicht of verhaal van mij te lezen. Een eerste lezer kijkt toch anders naar de tekst dan de schrijver. Het geeft vaak nieuwe inzichten en helpt mee om op een nieuwe manier naar je eigen werk te kijken.

Gedichtencyclus

Afgelopen weken ben ik druk aan het schrijven van een gedichtencyclus. Ik vind het moeilijk om mij ervan los te maken. De eerste versie is al door iemand gelezen. Ze haalt er een paar heftige stekeligheden uit. Nu kan ik weer verder werken aan het herstel.

Dat geldt ook voor de blogjes. De reacties van lezers helpen je verder te denken over wat je geschreven hebt. Soms wijzen ze precies op dat stukje waar je zelf niet het antwoord voor wist. Of laten weten dat als je die 2 alinea's omdraait, je stuk aan kracht of betekenis wint. Advies dat heel waardevol is.

Meelezers gezocht

Ik heb trouwens een eigen meeleeslijst. Dan krijg je elke zondag een kort verhaal met een gedicht in je e-mail. En daar mag je altijd op reageren. Het levert soms hele mooie mailwisselingen op.

Ik zoek nog meelezers voor mijn nieuwe gedichtenproject. Wil je meelezen? Stuur gerust een berichtje. 

woorden buitelen
zonder een duidelijk doel
ongevraagd advies

19 maart 2024

Weerspiegeling en glans


Ik ben er al 25 jaar niet meer geweest. Mijn oude orgelvriend viert zijn 25-jarig jubileum. Een bescheiden kerk, een bescheiden orgel, maar een mooie plek. Een tijdje uit het oog geraakt, maar ik volg hem alweer flink wat jaren op sociale media.

Het concert weerspiegelt zijn muzikale loopbaan van de afgelopen 25 jaar. Het orgel telt 11 registers, maar ze klinken prachtig. En hij weet er ook mee om te gaan. Net als het kleurrijke kistorgel voorin de kerk.

De rij orgelpijpen in 4 kleuren, het blauw van het instrument zelf en de metalen schermen met gaten om het geluid goed te vormen. Het instrument ziet er niet alleen goed uit, maar klinkt goed in de combinaties die ik hoor. Zeker ook met koor en viool erbij. Het klinkt fantastisch; zijn linkerhand weet wat zijn rechterhand doet.

Glans

Zo op het bankje zittend. De zon valt de hoge ramen binnen. Het geeft de muziek een mooi glans. En mijn gedachten dwalen naar de eerste en enige keer dat ik hier zat. Er waren andere orgelvrienden bij. Niet iedereen van toen is er nog. Dat maakt best weemoedig. Een tanka ontsnapt:

op het bankje toont
de muziek trappen omhoog
tot ze bij hen is

vijfentwintig jaar is lang
te lang om te vergeten

Even later, bij de improvisatie over het Lamm Gottes, schijnt er een haiku naar binnen:

bij het Lamm Gottes
speelt de zon door het kerkraam
symfonie van licht

Bach-cd

Hij geeft mij zijn Bach-cd mee. Een indrukwekkende cd, allemaal gespeeld op dit Bätz-orgel uit 1846. Elk werk krijgt zijn heel eigen klank en karakter mee. Knap gedaan. Zeker ook zoals hij het speelt. Dubbel nagenieten.

14 maart 2024

Karmagrot - #WOW #orgelmuziek #gerardreve #wot


De organist Laurens de Man krijgt de Nederlandse Muziekprijs van de staatssecretaris. Ze komt op haar gympies naar zijn concert op 7 maart in het Orgelpark. Hij krijgt als eerste organist deze prijs. Een bijzondere prijs voor talentvolle klassieke musici.

Ik luister naar het concert via Radio4. Hij begint met een reis langs de verschillende orgels in het orgelpark. Het is ook een reis door de muziek. Het centrale punt van het concert is Concert voor orgel en ensemble, "Reve concerto" van Martijn Padding. 

Reve Concerto

Samen met het New European Ensemble speelt de winnaar van de Nederlandse Muziekprijs deze première van het nieuwe werk. Padding schreef het "Reve concerto" speciaal voor Laurens. Op basis van enkele zinnen die Laurens hem heeft aangedragen uit het werk van Gerard Reve.

De ontwikkeling van het muziekstuk lijkt misschien het meest op een boottochtje door een grot. Je hoort de druppels vallen, elke bocht om wacht er weer een nieuwe verrassing. Met allerlei verschillende technieken, ritmes en bewegingen. Het orgel staat daarbij centraal, waar omheen de andere instrumenten figureren en spelen. Om met de stem van Gerard Reve te eindigen.

Dagsluiting

Eigenlijk geloof ik niets,
en twijfel ik aan alles, zelfs aan U.
Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft,
dan denk ik dat Gij Liefde zijt, en eenzaam,
en dat, in zelfde wanhoop, Gij mij zoekt
zoals ik U.
(Gerard Reve: Verzamelde gedichten)

De langzaam wegvloeiende akkoorden in het coda dat volgt, geven een volledige harmonie. Een mystieke ervaring; waarbij ik zelf onmiddellijk aan het Paradijs van Dante moet denken. Die volmaakte oplossing uiteindelijk in 1 noot. Het begin en het einde van de muziek.

Amper verhaal

Eerder op deze dag dat ik naar het concert van Laurens de Man luister, lees ik een interview met Herman Finkers in Onze Taal. Het gaat over zijn voorbeelden. Hij noemt Toon Hermans, Hans Dorrestijn en Willem Wilmink:

"Vooral ben ik een groot liefhebber van Gerard Reve. Er zit amper verhaal in, maar hij schrijft zo fantastisch mooi. Het heeft iets heel tragisch, dat lucht nodig heeft, en die lucht krijgt het door zijn geweldige ironie en humor. Reves vrije, geestige en ondogmatische omgang met het rooms-katholieke geloof spreekt mij ook enorm aan. In Nader tot U schrijft hij: 'de Liefde, en God, dat zijn twee woorden voor één en hetzelfde, onderling vervangbaar, en identiek. Als je het opschrijft, staat het meteen op papier ook.' Dat is briljant. Zonder die tweede zin was het iets onverteerbaars geweest; die toevoeging is niet alleen heel grappig, maar maakt wat hij beweert ook waar. Humor, kunst en religie kun je niet los van elkaar zien."

Het lijkt bij Paddings compositie dat als de stem van Gerard Reve komt, Reve uit de dood opstaat. Hij komt tot leven. Zeker ook omdat de muziek ineens een zoektocht naar harmonie krijgt die het eerder niet had; compleet met het belletje.

Voor mij is dat karma. Het karma van de grot.


het paradijs ligt
deze reis voorbij de bocht
waar alles oplost

WoW

WoW is een initiatief van Irene en Karin. Deze week schrijven we over karma.

25 februari 2024

Jij bent gek


Lieve Caro, Laura en Marcel,

Hebben jullie dat ook? Volgens mij leven jullie net als ik zuinig en innig met de natuur. Zonder jezelf beter te willen voelen of vinden dan een ander. Gewoon omdat het je morele plicht is als mens voor het nageslacht. We hebben deze planeet te leen van onze kinderen, las ik laatst.

Dat.

Je leeft zo zuinig en bewust mogelijk.
Eet zo min mogelijk vlees.
Hebt 1 keer gevlogen, 20 jaar geleden op huwelijksreis naar Barcelona.
Pakt de fiets in plaats van de auto als je minder dan 10 kilometer van huis gaat.
Je doucht alleen als het nodig is, gewoon water aan de wasbak is meer dan goed.
Doet alleen de kachel aan als het kouder is dan 12 graden in huis.
Je scheidt al je afval: plastic, gft, karton, papier, metaal, glas, frituurvet.
Je let op je aankopen.
Niks zomaar nieuw, eerst kijken of iets tweedehands voorhanden is.
Doet extra lang (meer dan 10 jaar) met je tweedehands laptop.
Draagt je kleren tot ze versleten zijn, een gat kun je altijd stoppen.
En doet nooit een boodschap zonder een tas mee te nemen.
Hergebruikt elk plastic zakje dat niet vies is.
Doet de was met koud water.
Hangt de was zoveel mogelijk op. Tussen de buien door.
Vangt het water uit de keuken in de zomer op om aan de planten te geven.
Teelt je eigen groenten, (klein)fruit en kruiden in de tuin.
Gebruikt het hemelwater voor in de tuin.
Repareert de dingen die kapot zijn.
Leent boeken van de bibliotheek.
En doet alleen een aankoop als het echt niet anders kan.

Dat.

Voetafdruk

Denk aan de voetafdruk die je achterlaat en doe niet zomaar iets wat niet nodig is. Het is mijn levensmotto. En ik ga er ver in. Een leven als een monnik of een heilige. Ben je heilig? Welnee. Ik leef in weelde. Heb meer dan genoeg om gelukkig te leven. Je hoeft niet veel te hebben om veel te ervaren. Geluk zit hem vooral in de kleine dingen, zelden in de grote.

Toch bekruipt me soms het onbehaaglijke gevoel. Als iemand vertelt dat hij met vakantie gaat naar heel ver weg. En dat hij dat zo verdiend heeft. Op de wintersport, omdat hij al een halfjaar niet meer is weggeweest. Of dat iemand verzucht dat hij toch echt wel een nieuwe auto mag hebben. Deze heb ik al 2 jaar.

Een nieuw huis planten voor het oude klaar is. De tuin helemaal omgooien omdat deze dorre bende toch echt niet meer kan. Kijk dan, hoe alles overwoekerd. En ja, dat verschrikkelijke tuinset. Dat kan echt niet meer. En heb je gezien hoe de tegels eruit zien. We nemen maar snelbeton. Veel steviger en zo goed schoon te spuiten met de hogedrukspuit. Het buitenhaardje gaat aan, want dat is zo gezellig. En de bloemetjes mogen best buiten gezet worden. We mogen best even aan onszelf denken. Een ander doet het niet voor je.

Eigen verantwoordelijkheid

Tuurlijk, iedereen moet het zelf weten. Het is je eigen verantwoordelijkheid, maar dan bekruipt mij het gevoel: waar doe ik het allemaal voor. Kan ik niet net zo goed meedoen en het allemaal lekker laten gaan. Geld moet rollen. Kopen, kopen. En vooral denken aan jezelf. Je leeft maar 1 keer en dan mag je er best van genieten.

En daar rij ik dan op de fiets naar het werk, 10 kilometer verderop. Omdat ik denk aan het milieu en niet onnodig wil vervuilen. 'Je rijdt toch wel elektrisch?' Als ik vertel dat ik trap, kijken ze me aan alsof het in Keulen dondert. 'Jij bent gek.'


op gele klompen
- (milieu)vriendelijke man -
in een korte broek


Deze blog staat ook op Pomegranate of Limonadesiroop? Een initiatief van Caro. Samen met Marcel en Laura schrijven we elkaar wat ons bezighoudt. Reageer gerust.

22 februari 2024

Rustig, rustig - #wow #wot #uitstelgedrag


We gingen altijd met de trein op vakantie. Dat was een dynamiek tussen mijn vader en mijn moeder. Mijn moeder die alles het liefst een dag van tevoren klaar wilde hebben. Mijn vader die alles het liefst op de laatste nipper deed.

Mijn moeder pakte alles in, terwijl mijn vader riep 'rustig, rustig, ik doe het zo'. Mijn moeder raakte steeds gestrester en mijn vader liep bezwerend rond met 'rustig, rustig'. Of de variant: 'Tijd zat'. Hij keek dan aandachtig op zijn horloge en kon dan verontwaardigd uitroepen: 'We hebben nog 2 uur'. 

Tot de stress bij de allerlaatste nipper van de nipper bij mijn vader toesloeg. Mijn moeder keek hoe hij in totale paniek alles in het laatste halfuurtje voor vertrek moest doen. Ze stond er radeloos bij. Wij al helemaal bepakt en bezakt, klaar voor vertrek, wachtend op hem en de laatste nipper.

Het vertrek van de trein gold als harde deadline. Want ik weet zeker dat als we met de auto zouden gaan, de tassen nog altijd niet ingepakt zouden zijn en we zouden staan te wachten op mijn vader bezwerend 'rustig, rustig.'

Dat we nooit de trein hebben gemist, mag een wonder heten. Of zou het allemaal de verdienste van mijn moeder zijn?

Uitstelgedrag

nog heel even
wachten het komt
strakjes kan ook
ik begin zo 

het duurt niet lang
is zo gepiept
ik heb het al
vaker gedaan

het is zo klaar
het gebeurt heus
de tijd heeft nog
alle geduld

dan rinkelen
alarmbellen
snel, snel, nu, nu
geen uitstel meer


WoW

Het WoW-woord van deze week is uitstelgedrag. Ik doe af en toe mee met een bloggroepje op Twitter en probeer zo weer af en toe uit het niks te schrijven.



21 februari 2024

Melancholie en de klap


Het voorjaar begint eerder dan ooit. Ik heb de eerste merel al horen fluiten. Het was toen ik op de fiets reed naar mijn werk. Ik fietste - hoe toepasselijk ook - door Vogelhorst en hoorde duidelijk hoe de merel floot. Het voorjaar is begonnen.

Er is een gedicht met de merel erin dat ik prachtig vind. De melancholie sleept je mee. Het heet 'Tuin Dordrechts Museum'. Ik kan het niet lezen zonder een traan te laten. De melancholie die het lyrisch ik meteen bij je losmaakt, waarna elk woord je raakt.

Als ik gestorven ben
zal in de tuin van dit museum
boven het warrig bladerengedruis
een merel net zo helder zingen
op net zo'n late voorjaarsdag.

En ik, ik zal er niet meer zijn
om door dit zingen te vergeten
dat ik moet sterven mettertijd.

Het vergankelijke leven kleeft aan deze woorden. Je voelt de weemoed van de verloren tijd en het gestorven zijn. Het grijpt je in het hart. Je hartspier trekt samen van het verdriet, hier straks niet meer te zijn. Het lyrisch ik gaat verder. Lees door, lees door.

Maar aan de andre kant zal ik
- je weet maar nooit -
veel langer leven dan die vogel.
En als ik toch onder de zoden lig
dan zal mijn zoon nog eens
een merel net zo horen klinken
op net zo'n late voorjaarsdag.
En hij zal weten wie ik was
en ach, een vogel weet van niets.

Dit kan niet meer mis gaan. Uit deze mystieke bubbel kun je nooit meer komen. Hier wellen en vallen tranen. Tot tuiten toe. Niks meer aan te redden. Je voelt je reddeloos verloren. Er is nog één couplet:

Maar aan de andre kant alweer:
als merels aan hun vaders konden denken,
wellicht dat ze dan krasten als een raaf.

Auw, wat doet dit pijn zeg. Je bent helemaal gewend aan het donker. Voelt hoe de melancholie om je heen geslagen is. Dan schijnt opeens het felle licht je in de ogen. Een zoekactie van de politie. Leg neer die tranen!

Kun je er nog wat aan doen? De dichter Jan Eijkelboom uitschelden. Hoe heb je dit kunnen maken! En al het mooi in 1 klap gebroken. Alsof je vindt dat je ook maar een mens bent en al het goddelijke dat je opriep, ter plekke moet verdelgen.

Het is gelukt. En je ziet hem lachen, besmuikt in zijn vuistje. Alsof een mooi gedicht eigenlijk verboden zou moeten zijn.

14 februari 2024

Leedladder - #wow #wot


Ik zag hem voorbijkomen vorige week. Het woord van de week voor het bloggroepje #WOW. 

Het woord is: Leedladder. Ik had er allemaal ideeën bij, maar het lukte mij niet goed om het aan het papier te vertrouwen. Daarvoor sta ik te wankel op de tredes van mijn leed.

Vanmiddag dook ineens een tanka op en die wil ik je niet onthouden:

Leedladder

elk stapje een tree
van mij groter dan van jou
bovenop het ergst

het leed een competitie
van het venijn van de pijn


WoW

WoW is een initiatief van Irene en Karin. Deze week schrijven we over leedladder.

23 december 2023

X - een kerstverhaal

Op de lange weg tussen driedubbele rijen hoge bomen rijdt de witte elektrische auto van Elon. Hij heeft hem op naam van Mister X gehuurd en zweeft nu boven het elektrische gezoem van de motor. Alle grote abelen wuiven hem toe. Eigenlijk kan er niks misgaan. Elon kijkt ver over de polder.

De weg is de Vogelweg, vertelt het immense scherm tussen hem en de voorruit van zijn auto. Speels leunt Elon over zijn stuur op zoek naar de vogels. Hij rijdt te hard om de kiekendief te zien bidden boven het landschap.

Het stuur hoeft amper te bewegen, zo kaarsrecht doorkruist de Vogelweg het polderland. Links en rechts de akkers. Voor je, zo ver je kan zien, weg. Elon weet niet hoe het is als je met zonsondergang terugrijdt in het najaar of het voorjaar. Hoe de zon zich dan precies laat zakken tussen de hoge bomen. Alsof ze onder de dekens kruipt en je een nachtzoen geeft.

Nu schijnt de zon warm. Niet dat Elon het voelt, zijn auto koelt de leren zittingen tot een behaaglijke temperatuur. Het witte shirt dat hij draagt, blijft zo droog en lekker rond de huid zitten. Niet dat warme klamme dat aan een warme zomerdag kleeft. Elon weet wel hoe hij zich moet koelen.


Midden in het landschap verrijst een lichte glooiing. Elon vraagt zich af hoe dit kan. De auto gaat omhoog over de Knardijk om meteen weer af te zakken. De Vogelweg slingert voorzichtig mee. Alsof de tekenaar die de weg ooit op de kaart tekende, even wegdommelde en zijn potlood net iets van de rechte lijn afweek, wakker schrok en de rechte lijn na de dommel weer oppakte.

Daar, in de afdaling, gebeurt het. Onverwacht. Met de witte elektrische auto's is nooit iets mis, weet Elon. Oké, hij kwam een jaar later bij de ontwikkelploeg, maar hij heeft hem bedacht, kent zijn geheimen en voelt precies aan wanneer iets verandert of een ingreep gewenst is. Deze rechte weg met zijn nauwelijks merkbare slingers, kan de auto bijna op zijn automatische piloot rijden. Elon hoeft enkel mee te kijken en heel soms zachtjes een correctie te geven.

Nu flikkert het scherm in alle mogelijke kleuren. Elon heeft nooit geweten dat het zoveel kleuren bevat. Als je stil zou staan en er niks aan de hand is, dan zou je ervan kunnen genieten. Nu schrikt Elon vooral en weet niet zo goed raad met deze situatie. De auto mindert vaart, geeft nog een zachte plof en daar staat Elon vrijwel stil. Hij weet de auto net nog in de berm te manoeuvreren.


Alles schakelt meteen uit. Het scherm flitst en is dan gitzwart. Het zoete geblaas van de airconditioning stopt abrupt. Alle lampjes op het dashboard scheiden ermee uit. Alleen één lichtje brandt. In een zachtblauwe kleur. Het is enigszins ovaal. En Elon heeft geen idee wat de betekenis is van het lampje. 'Ik moet er maandag toch maar eens naar vragen. Dan zie ik het technische ontwikkelteam in mijn wekelijkse agile-meeting', denkt hij.

Hij kijkt om zich heen en voelt hoe de temperatuur in de auto snel toeneemt. Elon heeft eigenlijk verder niks bij zich. Geen jas, geen flesje water of ander gemak. Hij is op weg naar een volgende bestemming, een luchthaven iets verderop, maar heeft geen idee waar hij dat kan vinden. Hij besluit maar eens uit te stappen. Ook omdat deze onverwachte tussenstop op zijn blaas begint te spelen. Hij zal eraan moeten geloven en het bos in moeten voor de sanitaire stop.

Aarzelend stapt hij in de richting van het paadje dat hij een paar stappen verder ziet liggen. Een wegwijzer vertelt waar je heen kunt. Elon loopt erop af, steekt een wildrooster over. Zijn puntige schoenen blijven er bijna in steken. Het pad buigt af. Elon komt terecht in een galerij overdekt door een gewelf van bladeren. De bomen als heuse pilaren die het groene gewelf omhoog houden.

Elon zoekt een geschikte plek en doet zijn plas. Wat een verlichting. Hij staat weer op het bospad en voelt hoe de natuur aan hem trekt. Over het bospad scharrelt een jong egeltje. Het diertje, in oppervlakte niet veel groter dan een mobiele telefoon, duikt ineen als Elon in zijn blikveld verschijnt. Zolang Elon daar staat, blijft hij als een half bolletje op het bospad liggen.

Elon loopt verder. Het diertje dat hij achterlaat komt ook weer in beweging en verdwijnt tussen de struiken de echte bossages in. Tussen de bomen beweegt iets. Misschien is het een hertje of een vosje. Hij gaat er voorzichtig naartoe. De vele safari's uit het Zuid-Afrika van zijn jeugd maken dat hij uiterst geruisloos zijn object weet te benaderen. Iets dat hem veel giraffen en emoes heeft opgeleverd.

Hij schuift voorzichtig de takken opzij. Het lijkt wel of hij iemand hoort zingen. Als hij nog wat verder het bos in loopt, ziet hij wat wits tussen al het groen zweven. Omgeven door allemaal mistflarden nadert het hem heel gestaag. Elon meent een gezicht boven het gewaad uit te zien. Het glimt helemaal. De lange, blonde haren vallen over de schouders. Het gewaad gaat deels op in de mist en zweeft boven een jong eikenboompje in het bos.


Elon kijkt nog eens goed, nieuwsgierig, maar toch ook een beetje bevreesd. 'Wees niet bang', zegt de vrouwenstem. 'Ik doe je geen kwaad.' Boven de kruin van het eikenboompje vormt zich een duidelijke wolk waarop de vrouw staat. Elon wrijft nog eens extra in zijn ogen. 'Waar komt u vandaan?' vraagt hij. 'Ik kom uit de hemel', zegt ze. Elon wil weten wie ze is, maar ze is verdwenen. Het wolkje op het kleine eikenboompje blijft achter. Wat heeft dit allemaal te betekenen? Elon voelt zelfs zijn mobieltje in zijn zak niet trillen. Pas als hij bij zijn auto staat, beseft hij dat hier iets is gebeurd dat niemand gelooft. Hij gelooft het zelf niet. Laat staan dat een ander het zou geloven.

Nu Elon bij zijn auto terug is, knipperen alle lichten van vreugde voor zijn komst. Het lijkt wel een heilige. Het witte gelaat van de auto glimt nog sterker op en alle zonnestralen concentreren zich op het voertuig van Elon. De deur opent en hij mag instappen. De stoel schuift iets naar achteren zodat Elon alle ruimte heeft om plaats te nemen. Zo zit hij weer en hoeft helemaal niks te doen. De auto brengt hem waar hij moet zijn.

*

De onrust blijft door Elon kruipen. Het loopt tegen het eind van het jaar, de feestdagen staan voor de deur. Zijn secretaresse kijkt hem vluchtig aan. 'Zal ik weer een X in je agenda zetten?' Elons hart begint sneller te kloppen bij de gedachte. Daar in dat bos op die plek. 'Ja, zet het er maar in', zegt hij. 'Weer naar Schiphol en terug via Lelystad. Hij knikt.

Zijn privéjet staat klaar en taxiet hem naar de juiste baan op het juiste uur. De witte elektrische auto wacht op hem zoals de trouwe schimmel op de goedheiligman wacht als de boot aanmeert. Elon voelt het leer van de stoelen op de juiste warmte voor zijn billen. Hij rijdt weer de Vogelweg op. Vlak naast het benzinestation waar de weg begint.

Hij rijdt er weer. De hagelwitte auto zoeft over de Vogelweg. De snelweg over, de weg vervolgend. Kaarsrecht tot die flauwe afbuiging bij de Knardijk. De zon straalt en doorschijnt de wolkenranden. Het licht wijst omhoog. De ideale aureool. Elon wenst er eentje voor zichzelf.

Daar gaat hij. Het bospad in. De egel is verdwenen.De blaadjes zijn van de bomen gevallen. Ze knisperen en ritselen onder zijn witte gympies. De zon reikt verder het bos in dan de vorige keer dat hij hier was. Het schijnsel toont vertes die Elon niet kent. Hij probeert haar aanwezigheid op te sporen. Het blijft leeg. Dat maakt zijn verlangen alleen maar groter. Dit keer blijft het stil. Zelfs de vogels in de bomen zwijgen. Het egeltje heeft zich teruggetrokken in het bos. Hier staat Elon. Alleen.

Hij draait om en loopt weer terug naar de auto. Dan waait er een windvlaag over zijn rug. Een koude rilling. Ik had mijn jas ook aan moeten doen, bedenkt hij. Iets streelt over zijn wangen. Daar is ze. 'Ik wil een foto maken', zegt hij. Snel houdt hij zijn mobiel voor zich en klikt. Ze is al verdwenen. Elon rilt en kruipt terug in de auto, laadt de foto op en plaatst het op X.

*

Een stukje noordelijker, bij Lelystad Airport, bouwen boeren een kerststal voor de ingang van de verkeerstoren. 'Zonder boeren, geen kerst', staat op het spandoek voor de stal. De naam op het raam is overklad tot 'Lelystads Kerstkind'. De os, de ezel en de schapen staan bij de drie wijzen. Ze zijn verkleed als koning, premier en commissaris van de koning.

Jozef en Maria zitten vooraan bij de kribbe. Als een boerenechtpaar ten einde raad. Een bos stikstof in de hand. 'Er is voor ons geen plaats in de herberg', jammeren ze met tranen in de ogen. De tractoren scharen een haag om hen heen en beschermen het tafereel voor de politie en de mensenmenigte die onverwacht opduikt.

'Het kerstverhaal is van ons allemaal en niet alleen van de boeren', schreeuwen de tegendemonstranten. De inderhaast toegesnelde politie kan de twee groepen maar met moeite uit elkaar houden. Alleen de tractoren staan tussen de boze partijen in. 'Geen water bij de wijn', roepen de demonstranten. Een raam in de gevel barst als een tractor achteruitrijdt en met zijn grote banden tegen het glas drukt.

'Jullie hebben ons nodig', brullen de boeren terug. Het is een heen-en-weer pingpongen van woorden en misvattingen. Alleen de vuist lijkt deze groepen bij elkaar te kunnen brengen. Of een goddelijke kracht die mensen drijft, leidt en gebiedt.

De avond valt. De rood-witte strepen van de verkeerstoren links achter het gebouw lichten op in de schemering van de ondergaande zon. De tijd van het jaar dwingt om de lampen vroeg aan te steken. De boeren staan met brandende fakkels en de tractoren stralen grootlicht.

De massa tegendemonstranten groeit meer en meer aan met toegesnelde demonstranten. De politie kijkt machteloos toe. Hoe moet dit nu verder? Elke minuut grimt de sfeer sterker. Tot iemand iets onverstaanbaars roept. Het is X die iets beweert. 'Elon heeft Maria gezien', gilt een hoge vrouwenstem over de massa mensen. 'Hier verderop. Het is een stukje lopen, maar laten we gaan. Misschien kan zij ons helpen.'

De groepen spannen samen. Er ontstaat een mengelmoes van geloof en ongeloof. Sarcasme, boosheid en leegte. Boeren en buitenlui, Lelystedelingen en weerbarstigen. Hier vormt zich een massa achter tractoren, fakkels, de schapen, os en ezel op weg naar het Knarbos. Als een stel aangespannen paarden voor een zwaarbeladen kar zet de groep zich in beweging. De achtersten staan vooraan. 'Het is aan het einde van deze weg', roept een hoge vrouwenstem over de massa mensen en trekkers. Op weg naar de plek waar Elon de foto genomen heeft.

De stoet met tractoren, mensen en fakkels loopt over de brede weg in de richting van het open veld. Het domein van de grote boerenbedrijven. Een verdwaalde tractor rijdt door de akkers. De massa slaat de weg in, achter het vliegveld in de richting van het bos. Hier moet Maria te vinden zijn. Ze trekken door het landschap, maken plaats voor elkaar en de voertuigen. Mensen die niet zo goed ter been zijn, mogen meeliften op de tractoren of in een auto die meerijdt.


Het is helemaal donker als de eersten het bospad naderen. Het is leeg. Elon is weg. De lampen van zijn auto knipperen. Alles is verder verlaten. Zelfs het egeltje heeft zich verstopt tussen de bladeren onder de bomen. De groep mensen staat beduusd stil. Is dit nu de plek waar Elon zojuist gestaan heeft? Ze geloven het niet. 'We zijn voor de gek gehouden', schreeuwt een man. Een boer kijkt vanaf zijn tractor naar de mensenmassa. Hij kan niet anders dan stilstaan. Alles staat muurvast hier op dat smalle bospad.

Ergens in de verte achter hen klinkt plotseling een enorm lawaai. Het lijkt wel of een massa vliegtuigen tegelijk opstijgt. De vrouw met de hoge gilstem kijkt om en ziet nog net boven de bomen een vuurkolom. Ze kijkt nog eens goed. Het is de verkeerstoren van het vliegveld die opstijgt. Een volle rookpluim jaagt erachteraan.

Haar mond valt open van verbazing. Ze kijkt snel om zich heen, maar niemand kijkt op of om. Als ze weer naar de grond kijkt, ligt een omslagdoek. Ze raapt het op en wordt met innerlijke ontferming bewogen. Ze vouwt het op en stopt het in haar jas dicht bij haar hart. Haar vinger draalt om het rozenkransje dat ze altijd om haar nek draagt. 'Salve Regina, sta ons bij, heilige moeder.'

Ze kijkt op. De vrouw die voor Maria speelde in de kerststal, staat voor haar. Ze draagt de omslagdoek. 'Ik snap het niet meer', fluistert de vrouw die net nog zo hoog kon gillen. Maria slaat haar ogen neer. 'Wees niet bang', zegt ze.

Dit verhaal is mijn inzending voor de Andries Greinerprijs 2023, met als thema Onverwacht.