31 oktober 2014

Metafoor

20141030_211257In Rebekka W.R. Bremmers roman De evolutie van een huwelijk komt herhaaldelijk de theorie van de metafoor aan de orde. Zo geeft de literatuurwetenschapper Masha een college over de werking van literatuur. Ze zegt tegen haar studenten het volgende:

‘Literatuur. Wat is literatuur? Uit onderzoek blijkt dat als je bijvoorbeeld Kafka leest, of Shakespeare – schrijvers van wie niemand zal beweren dat hun werk geen literatuur is – bepaalde delen van je hersenen oplichten en, belangrijker, opgelicht blijven. Het is zelfs zo dat als een bepaalde tekst wordt hertaald naar gewone. alledaagse taal, die gebieden helemaal niet oplichten. Dit geldt ook voor metaforen. Bij een dode metafoor wordt er weinig hersenactiviteit gemeten, maar bij een onbekende metafoor vertonen de hersenen intense activiteit.’ (251)

Zou dit academisch praatje over literatuur en het stimuleren van de hersenen ook in praktijk worden gebracht door de verteller? Zou ze laten zien dat schrijven en het bestuderen van literatuur twee verschillende grootheden zijn zoals Masha’s dochter Molly Bloem schrijft. Ze wil haar moeder niet vertellen dat ze eigenlijk wel een minor creatief schrijven wil doen. Haar moeder zou er het nut niet van inzien. Ze wist dan wel veel van literatuur, schrijven is wel even iets heel anders.

Gelukkig bevat de roman genoeg metaforen om van te genieten. Vooral in het vergelijken met dieren, schittert de verteller. Zoals het moment dat Anna Karen haar huiswerk zit te maken aan de keukentafel.

Anna K. trok zich terug achter haar notebook, als een schildpadje dat haar hoofd het schild introk. (33)

Mooie vergelijkingen waar ik van kan genieten. Helaas komen ze te weinig voor in de roman van Rebekka W.R. Bremmer. Het blijft die paar metaforen die onherroepelijk iets in je brein losmaken en het verhaal zo oneindig veel mooier maken.

Rebekka W.R. Bremmer: De evolutie van een huwelijk Amsterdam, Antwerpen: Querido, 2014. ISBN 987 90 214 5710 9. Prijs: € 18,99. 270 pagina’s.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn tweede bijdrage over Rebekka W.R. Bremmers roman De evolutie van een huwelijk. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

30 oktober 2014

Evolutie - #WoT

20141029_203436evolutie (v.; -s) [<Fr. évolution of Lat. evolutio], 1 draaiende beweging, syn. zwenking; 2 (bij uitbr.) ingewikkelde bewegingsfiguur: evoluties op het slappe koord3 (mil.) zwenking van troepen (van een vloot), beweging m.betr.t. stelling of opstelling; 4 geleidelijke ontwikkeling tot iets anders, m.n. tot iets hogers of beters, tgov. revolutie: het ontstaan en de evolutie van een eigen Noordnederlandse plastiek (NRC); 5 ontwikkeling van het leven op aarde, vgl. evolutietheorie.

Vandaag lezen we van de leesclub Een perfecte dag voor literatuur het boek De evolutie van een huwelijk van Rebekka W.R. Bremmer. Het boek hinkt en slingert op veel gedachten. Eentje ervan is het huwelijk.

Eigenlijk suggereert de verteller met de titel dat het huwelijk evolueert, maar in de roman lijkt er eerder sprake te zijn van een evolutie naar een huwelijk. In het boek komen de personages Masha en Bastiaan juist tot een huwelijk, maar of dat nu echt het einde van het verhaal is…

Dagen en momenten

De roman speelt op enkele dagen en momenten. Elk hoofdstuk wordt dit weer herhaalt met de kopjes vandaag, morgen, gisteren, herfst, winter en zomer. Gebeurtenissen komen vaak terug, gezien vanuit verschillende personages uit het gezin.

Het is een ingewikkeld verhaal dat bij lezing bijna helemaal ontleed en uitgekleed moet worden. Raadselachtig is het ook en die spanning zorgt ervoor dat je verder leest. Wat dat betreft lijkt het op de evolutie van het verhaal. Maar ik kan mij goed voorstellen dat je ergens bij het lezen strandt.

Ik weet niet meer goed wanneer ik besloot door te lezen. Het verhaal buitelt eindeloos over zichzelf heen en zinnen van pagina’s geleden krijgen pagina’s verderop een vervolg. De betekenis dwarrelt overal doorheen. En het verhaal ‘an sich’ is ook niet zo interessant. Het is het spel tussen werkelijkheid, fictie en literatuurtheorie.

Poging huwelijk te vatten

Waarom het boek dan toch De evolutie van een huwelijk heet? Het is een poging een huwelijk te vatten in een verhaal, met een begin, middendeel en einde. Of zoals de verteller het zegt:

(Waar zou ze beginnen? Wat het begin ook altijd het begin? Of was het beter het eindpunt te kiezen en dan terug te werken naar waar het was begonnen? En wat was het eindpunt? Het einde was nog niet in zicht. Ze leefden nog lang en gelukkig, een rechte weg naar het verdwijnpunt – wat ook wel een vluchtpunt werd genoemd. Maar hun verhaal was geen sprookje. Of toch wel? Er waren eens een arme vreemdeling en een jonkvrouw aan de overkant van het water…) (68)

Het zijn de passages tussen haakjes waarin de verteller (Molly Bloem) iets laat doorschemeren van haar twijfel en strijd met het verhaal dat ze aan het vertellen is. Het zijn de passages waar ze iets verklapt over de afloop en toch niet.

Begin of einde?

Kent een evolutie een begin en einde? Of cirkelt het als een autoband over het asfalt? Langzaam vooruit, maar je weet eigenlijk na al dat draaien niet meer of je vooruit of achteruit bent gegaan?

Rebekka W.R. Bremmer: De evolutie van een huwelijk Amsterdam, Antwerpen: Querido, 2014. ISBN 987 90 214 5710 9. Prijs: € 18,99. 270 pagina’s.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Rebekka W.R. Bremmers roman De evolutie van een huwelijk. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

#WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Deelname is geheel vrijblijvend. Plaats een reactie onder dit bericht waarin je het linkje plaatst naar je blog.

De #WoT is opgezet door @metkcom en daarna door @pixelprinces overgenomen. Vanaf september 2014 hou ik het stokje in mijn hand. Schrijf vandaag mee over het woord: evolutie.

29 oktober 2014

Dakconstructie

20141016_150911Op de kasteelzolder van Slot Loevestein ga ik even zitten op een bankje. Wat een hoogte zeg. De kapconstructie ziet er heel imposant uit. Dikke balken van eikenhout. De balken zijn met elkaar verbonden via pen-en-gatverbindingen, waarbij houten deuvels de verbindingen bij elkaar houden.

De hoogte van de zolder is enorm. De zolder is in tweeën gedeeld. Bovenin het dakspant dat de ruimtes deelt, zit zelfs een opening zonder dat er een vloer onder ligt. Dit dak alleen is hoger dan ons hele huis.

20141016_153904Een vreemde gedachte dat je omhoog kijkt naar iets dat ontdaan van vloeren zelfs hoger is dan je eigen huis. Terwijl je omhoog kijkt naar alleen maar dakbeschot. De vele dakspanten en balken maken het dak tot een kunstwerk.

Een gezin met jonge kinderen komt de zolder op. De vloer trilt. De kinderen gillen. Hun even rumoerige ouders verstoren even het genieten. Alle sleutelgaten worden gedicht met de plastic sleutels en overal klinken de animaties.

20141016_163250De aandachtsspanne van de kinderen is korter dan de animaties duren. Ze zijn alweer vertrokken terwijl in de hele ruimte de animaties nog draaien. Als de laatste animatie zijn mond houdt, is de zolder weer voor ons alleen.

Heerlijk.

20141016_165110

28 oktober 2014

Sleutel tot het slot

20141026_095211Bij binnenkomst in het museum Slot Loevestein krijgen we een grote sleutel om de nek. Het is de sleutel om het slot te kunnen betreden. Onderweg staan kleine kastjes met een sleutelgat waarin de sleutel gestoken kan worden. Alleen als het groene lampje brandt. In het andere geval – als het rode lampje brandt – is de activiteit al in bedrijf.

Beneden in de kelder kunnen we ons omkleden in ridderkleding. Ik verander in een jonkheer. Doris in een jonkvrouw. Zo betreden we het kasteel. We komen binnen in de Riddertoren, een grote ruimte waar mensen vroeger ook al ontvangen werden. Het is het oudste deel van het kasteel. Vanuit deze kasteeltoren is de rest van het kasteel ontstaan.

20141016_145609We lopen door naar de hoge zaal, de voornaamste zaal van het kasteel, een soort ridderzaal. Hier worden verhalen verteld aan de kinderen. Ik loop lekker rond door het kasteel, pak soms een van de smalle trappen. De trappen zitten tussen de dikke muren.

De smalle trappen leiden naar de hoger gelegen ruimten. Waaronder ook de kamer waar Hugo de Groot twee jaar gevangen heeft gezeten. Allerlei animaties geven deze verder vrij kale ruimtes duiding. Ik laat mij er niet zo door afleiden en geniet vooral van de indrukwekkende formaten van deze zalen en kamers.

20141016_152336Het is ook niet heel erg druk in het museum. Het scheelt dat in dit gedeelte van het land de herfstvakantie nog niet is begonnen. Daardoor zijn er ook niet zoveel kinderen in het kasteel. De kinderen die er zijn, eisen genoeg aandacht op. Ze rennen en vliegen de kamers binnen. Ze duwen hun sleutels in de sleutelgaten, ook al brandt het rode lampje en alle animaties gaan gelijktijdig draaien.

Het levert veel lawaai op terwijl het verder zo rustig is. Gelukkig zijn dergelijke stormen ook weer snel overgewaaid. De kinderen zijn allang weer weg als de animaties zijn uitdraaien, de groene lampjes weer branden en de rust weer helemaal is weergekeerd.

20141016_143214

27 oktober 2014

Slot Loevestein

20141016_141056Slot Loevestein ligt op een onmogelijke plaats. Je kunt er maar moeilijk komen. Over een smal weggetje voert de weg vanaf de grote weg van Zaltbommel naar Nieuwendijk. Het weggetje loopt langs de uiterwaarden en kronkelt af en toe over een dijk heen. Het begint met de hoogste dijk. Na die afdaling kronkel je langs de weilanden.

Een tractor trekt viezigheid uit de sloot. Vlak na een bocht komen we een tegenligger tegen. Van een slot is niks te bespeuren. Het uitzicht wordt belemmerd door dijken, wilgen en hoge rietkragen. In het natuurgebied wordt druk gewerkt.

20141016_165327Dan ineens doemt het kasteel op. Vanuit de verte, achter de wilgenbomen en de hoge vestingwallen. De puntjes van de torens koekeloeren over het groene gras. Het dak is duidelijk zichtbaar. Daar ligt het Slot Loevestein. Op het puntje van een smal strookje droog land staat het kasteel.

Al snel wordt duidelijk dat dit niet het meest onmogelijke plekje is, maar vooral het meest strategisch. De schepen voeren voorbij over de Waal. Aan de andere kant van het slot loopt de Maas. Hier bij de splitsing van de Merwede in Waal en Afgedamde Maas ligt het slot uiterst strategisch.

20141016_142033Van alle kanten kan het slot aanvallen weerstaan. Het vormt dan ook onderdeel van de Hollandse Waterlinie. Overigens voert de weg van Almere naar Loevestein via de A27 voor een groot deel langs deze waterlinie.

26 oktober 2014

Iets meer dan een seizoen

20141021_205654Hoe moet je het boekje Iets meer van een seizoen van Stephan Sanders noemen? Hij – of zijn uitgever – heeft het zelf de naam ‘memoir’ meegegeven. Het boekje is in de eerste plaats een herinnering aan zijn vriend en schrijver Anil Ramdas. Daarbij vermengt Stephan Sanders zijn verblijf in Almere.

Almere zou een mooie stad voor Anil Ramdas zijn, stelt Stephan Sanders. Het past perfect bij het burgerlijk bestaan waarvan zijn vriend droomt: een huis met een tuintje waarvan het hegje mooi geknipt is. De garage en de piano in de huiskamer. De zolder om de spulletjes op te slaan die je niet meer nodig hebt:

Anil had heel goed in Almere kunnen wonen, omdat zijn woonwereld heel burgerlijk en gemiddeld mocht zijn, misschien wel omdat zijn belevingswereld zo buitengemiddeld was. Mind over matter. In zijn denken en zijn leven was en werd hij steeds excessiever: alles was Groot, Spraakmakend en Uiterst Urgent in dat hoofd – maar dat schrijven en denken, dat lukte ook uitstekend in de garage van de tweekapper, met uitzicht op een net, veelal betegeld tuintje. (84/5)

Dat brengt Stephan Sanders ook bij de kern van de Almeerder. De Almeerder in de zin van iemand die bewust voor Almere kiest om daar te gaan wonen, bestaat niet. De Almeerder kiest voor een huis met een tuintje, een plek om te wonen. Dit plekje ligt toevallig in Almere, maar kan evengoed ergens anders liggen.

Stephan Sanders: Iets meer dan een seizoen Amsterdam: De Bezige Bij, 2013. ISBN 987 90 234 7741 9. Prijs: € 15,90. 128 pagina’s.

Dit is het laatste blogje van drie blogs over het boekje Iets meer dan een seizoen van Stephan Sanders.

25 oktober 2014

Gemiddeld

20141021_205644Het probleem van Almere ligt niet zozeer in de plaats maar in iets anders schrijft Stephan Sanders in Iets meer dan een seizoen. Almere is de stad van de gemiddelden, stelt hij. Nergens wordt zoveel op straat geënquêteerd als in Almere, constateert Stephan Sanders in zijn boek. Hier woont de gemiddelde Nederlander.

Je moet wel oppassen dat je ‘gemiddeld’ niet automatisch koppelt aan middelmaat. (88)

De hoeveelheid Almeerders dat onder ‘lagere middenklasse’ valt ligt hoog, stelt Stephan Sanders. De uitzonderingen daargelaten, de bekende comédienne met een flinke lap, flink huis. De bankiers, hoofdredacteurs, rechters en medisch specialisten:

Ze zijn er, of liever gezegd, ze wonen er, maar je ziet ze amper terug. (89)

Het brengt Sanders tot de kern van het probleem:

[H]et gros van de Almeerders heeft een keuze moeten maken: tussen Utrecht, Amsterdam en Almere, een parmantig, leuk, maar ook prijzig stadsappartement daar, of het huis met de extra kamers en de speelweide om de hoek voor de kinderen. Tussen grootsteeds of ruim met een tuin. Autoloos of met eigen garage. Wikken en wegen, en dan uiteindelijk kiezen voor wat het verstandigst is, het meest haalbaar. (90)

Een zuiver rationeel besluit om een gemiddeld leven te kunnen leiden. Niet veel mensen dromen van een leven in Almere en toch wonen er bijna 200.000 mensen. Vervolgens moet je het als Almeerder altijd weer afleggen tegen de publieke opinie die gehakt maakt van een leven in Almere. Alsof je je eigen doodsvonnis tekent bij het tekenen van het koopcontract van je nieuwe huis. Niemand benijdt je. Eerder krijg je de bons. Je woont in de lelijkste plek van Nederland!

Een oplossing heeft Stephan Sanders niet. Daar is hij natuurlijk ook niet voor betaald. Hij onthult wel iets van een antwoord: Almere is een stad van planologen. De stad is gepland en altijd is er iets dat verbeterd kan worden. Het is nooit af. Maar misschien moeten we gewoon tevreden zijn met de stad. Almere is Almere. Niets meer en niets minder. Wat anderen er ook van vinden. Jouw huis staat er, jouw plekje op deze aarde.

Stephan Sanders: Iets meer dan een seizoen Amsterdam: De Bezige Bij, 2013. ISBN 987 90 234 7741 9. Prijs: € 15,90. 128 pagina’s.

Dit is de tweede blog in een serie van drie blogs over het boekje Iets meer dan een seizoen van Stephan Sanders.

24 oktober 2014

Culturele bovenlaag

20141021_205633Voor mij hoorde hij bij de culturele bovenlaag zoals hij het zelf beschrijft in zijn boek over Almere. Gastschrijver, ‘writer in residence’, Stephan Sanders verbleef in 2010 een paar maanden in Almere. Iets meer dan een seizoen zoals hij het zelf noemt. Het was precies de tijd dat Almere landelijk in de belangstelling lag vanwege de deelname van de PVV aan de gemeenteraadsverkiezingen.

Ook Stephan Sanders werd in die tijd gevolgd door de camera. Hij liep door Stedenwijk en lanceerde zijn theorie over de opkomst van deze partij. Hij legde het bij de Amsterdammer die zijn geluk in Almere verstoord ziet worden door de komst van buitenlanders. Ik weet niet of hij het bewust opmerkte, maar de argumentatie komt precies overeen met het onderzoek dat het ministerie van Binnenlandse Zaken in 1984 hield na de opkomst van de Centrumpartij in Almere.

De culturele bovenlaag die Stephan Sanders aan Twente doet denken, lijkt inderdaad het geval te zijn in Almere. Je behoort ertoe of je wordt compleet genegeerd. Ik merkte het aan den lijve toen ik eens een dichtersgenootschap in Almere benaderde. Ze reageerde terughoudend op mijn vraag voor een nadere kennismaking. Geen belangstelling. Ik heb het laten liggen, omdat ik niet zo nodig tot een groep hoef te horen. Zeker niet een groep die een bepaalde arrogantie aan de dag legt.

Het project van de gastschrijver, de ‘writer in residence’ sluit goed aan bij die gedachte. De culturele bovenlaag die elkaar ontmoet en begroet bij zelfgeorganiseerde evenementen. Ik zag het terug in het item dat EenVandaag destijds maakte over Stephan Sanders. Hij liep de notabelen van Almere de hele dag achterna.

Het boek dat hij vorig jaar schreef over zijn gastschrijverschap in Almere, ontstijgt echter de afhankelijkheid van de culturele elite. Ik kan mij goed voorstellen dat de PVV er niks van moet hebben en het als elitair zal verslijten.

Stephan Sanders bedenkt dat zelf ook in zijn boek. Hij vraagt zich af hoe blij de PVV zal zijn met ‘een ingehuurde schrijver in de stad’. Zeker als hij bij de opening de dame met de hapjes rondleidt in zijn nieuwe woonomgeving. De vrouw bekijkt het met een ‘mix van bewondering en afgunst’:

Ineens voelde ik mij ‘linkse elite’ – nooit eerder gehad.
De man uit Amsterdam die een kant-en-klare flast betrekt. Betaald en wel.
En een mooie flat – ook dat nog. (31/2)

Het boek Iets meer dan een seizoen verrast mij. Op een mooie manier verweeft Stephan Sanders het leven van zijn overleden vriend Anil Ramdas met zijn verblijf in Almere. Hij doet dit op een bewonderenswaardige, bijna verterende manier.

Stephan Sanders: Iets meer dan een seizoen Amsterdam: De Bezige Bij, 2013. ISBN 987 90 234 7741 9. Prijs: € 15,90. 128 pagina’s.

Dit is de eerste van drie blogjes over dit boekje.

23 oktober 2014

p.m.s. - #WoT

20141021_202326
p.m.s. (med) premenstrueel syndroom., ongeveer 14 dagen voor de menstruatie ontstaande prikkelbaarheid, vermoeidheid, gezwollen, pijnlijke borsten etc.

Ik heb het niet zo op chicklit. Shoppen, eten en geneuzel over mannen. Ik was heel bang dat ik bij het lezen van Lena Dunhams Not that kind of Girl, Levenslessen om (vooral) niet op te volgen op dit soort onderwerpen zou stuiten.

Maar niks van dat alles. Het is geen chicklit zoals ik vreesde, het is een heel leuk boek om te lezen. De absurde humor en vertelwijze zijn wel heel Amerikaans. Ik zie het een Nederlandse schrijfster niet snel doen, maar het boek is origineel, geestig en heel vrouwelijk.

De vertelster heeft het in het hoofdstuk ‘Wie heeft er aan mijn baarmoeder gezeten?’ over het maandelijkse ongemakje van vrouwen. Ze vindt menstrueren het enige aspect van vrouwelijkheid waar zet niet blij mee is. Voor de rest is ze trots en blij dat ze een vrouw is. Maar die ongesteldheid, moet dat nou?

In het begin vond ik het nog op een morbide manier fascinerend, als een auto-ongeluk dat elke drie weken in mijn broekje plaatsvond. Ik was blij dat ik tot de exclusieve club was toegelaten, eindelijk de tamponautomaat kon bezien met de kennis van de ingewijde. Maar al snel werd het even vervelend als een melodramatische vriendin of de repetities van een toneelstuk. De voorspelbaarheid heeft iets ontzettend ontmoedigends: we willen chocola. We zijn boos. Onze buik zwelt op als bladerdeeggebak. Al vroeg nam ik me heilig voor de menstruatie nooit te zullen gebruiken als vehikel voor grappen of als narratieve middel. (142)

Als man begrijp ik niks van ongesteldheid. Waarom dat humeurige gedoe en wat is het precies voor een pijn. Ik kan mij er niks bij voorstellen. Dat het een invloed heeft op je dagelijks functioneren, zie ik wel. Er worden niet voor niks grappen over gemaakt.

Helemaal eerlijk vind ik dat niet. Waarom mag een vrouw het niet zeggen dat ze zich even wat minder voelt? Van mij mag het wel. Als je je niet lekker voelt, mag je best wel even wat knorriger reageren. Dus waarom je van Lena Dunham niet meer mag zeggen dan: Ik heb buikpijn…

Wat vind jij van dit onderwerp? Eigenlijk zeggen vrouwen het nooit dat ze wat humeuriger zijn omdat ze ongesteld zijn. Ze zeggen hooguit ‘Ik heb buikpijn’. Soms lijkt het wel of vrouwen zich ervoor schamen. Of het niet mag. Terwijl bij mannen ook hormonen door het lijf gieren en dat testosteron als typisch mannelijk gezien wordt.

Ik ben ontzettend benieuwd naar ieders ervaringen met dit onderwerp…

Lena Durham: Not That Kind of Girl, Levenslessen om (vooral niet) op te volgen. Oorspronkelijke titel: Not That Kind of Girl – A Young Women Tells You What She’s “Learned”. Vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap. Amsterdam: Meulenhoff, 2014. ISBN 987 90 290 9041 4. Prijs: € 19,95. 304 pagina’s.

#WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Deelname is geheel vrijblijvend. Plaats een reactie onder dit bericht waarin je het linkje plaatst naar je blog.

De #WoT is opgezet door @metkcom en daarna door @pixelprinces overgenomen. Vanaf september 2014 hou ik het stokje in mijn hand. Schrijf vandaag mee over de afkorting ‘p.m.s.’.

22 oktober 2014

Finsterwolde - Finnerwold

finsterwoldeMaandagavond werd ik gegrepen door een documentaire van de NCRV over het Groningse dorpje Finsterwolde. Behalve dat het een prachtig Freytag-orgel heeft, ken ik het plaatsje niet. Het ligt vlakbij Beerta en het ligt in Oost-Groningen. Drs P. bezingt deze streek in een lied met als refrein ‘Ja, dat gaat met strokarton’.

De documentaire met als naam ‘Een brief van de burgemeester’ vertelde over de Middenweg in Finsterwolde. In de brief van burgemeester aan de bewoners van die straat staat dat de burgervader Pieter Smit zich zorgen maakt. Er zouden mensen zijn die niet meer zo gelukkig zijn in de straat.

Daarna volgt het verhaal van een bemiddelaar (onafhankelijk coördinator) die een EigenKracht-conferentie voorbereidt met de bewoners van de straat. Het blijkt dat de problemen zich concentreren op nummer 11 en nummer 8. In het eerste huis wonen mensen die zich helemaal aan de buurt proberen te onttrekken. Ze hebben hun huis omhangen met camera’s. De bewoonster van nummer 8 vereenzaamt. Daar maken de buren zich het meeste zorgen om. In de etagewoningen aan het eind van de straat wonen mensen met problemen. Het zorgt ervoor dat de buur niet als veilig en prettig wordt ervaren.

Het is een merkwaardig moment als de coördinator aan het eind van een bewogen avond zegt ‘mijn opdracht zit erop’ en dan vertrekt. Hij laat de bewoners een beetje aan hun lot over. Maar ze pakken het goed op, ruimen de straat op en proberen er iets van te maken.

De woningbouwvereniging die zich aanvankelijk niet met het project bemoeit, krijgt ook een belangrijke rol. Ze weten uiteindelijk toch hun problemen op te lossen. Al kun je je afvragen of de brief van de burgemeester niet eerder een probleem maakte dan een probleem oploste.

De muziek bij de documentaire trok mijn aandacht. Het is een lied van componist en liedjesschrijver Arnold Veeman. Veeman is een Groningse Surinaamse streekstaalzanger en componist met een prachtige, diepe stem. Hij zingt in mooi Gronings over het dorp Finsterwolde, Finnerwold. De begeleiding op piano en fluitend tussen de regels, maken het tot een echte belevenis.

Ik vroeg direct na de uitzending via twitter aan Arnold Veeman of hij het liedje ook ergens online beschikbaar had. Zo plaatste hij het een halfuurtje later op Soundcloud. Het is zeker de moeite van het beluisteren waard. Al kun je niet om het uitgestrekte landschap van Oost-Groningen heen.

Beluister het liedje via Soundcloud
Bekijk de documentaire De brief van de burgemeester

21 oktober 2014

Naar de Romeinen

20141014_141759Van de Middeleeuwen stappen we in de Romeinse tijd. Doris maakt een koperen speld. Met een hamertje tikt ze driftig op een aambeeld. Terwijl ze bezig is kijken wij in het badhuis. Het is een enorm gebouw, met verschillende zalen en verschillende baden. Het is allemaal erg groot en pompeus. Het maakt een overweldigende indruk, maar mist de slag naar het verleden.

Datzelfde gevoel heb ik ook bij de andere dingen rond de Romeinse tijd. Ik mis de knusheid en het huiselijk dat we in de prehistorie wel hadden. Ook in de Middeleeuwen was dit persoonlijke veel sterker. Hier lijkt het te draaien om de grootheid van alles.

gladiatorengevecht_archeon

We bezoeken ook een gladiatorengevecht. We zien alle archeotolken meedoen bij een spectaculair gevecht. Met humor en bravoure vertellen de medewerkers over deze gevechten om af te sluiten met een levensecht nagespeeld gevecht tussen een ervaren gladiator en een vrijwel kansloze vechtersbaas. Het publiek wordt mooi opgezweept en kiest partij voor de zwakkere. En met succes, zo blijkt.

20141014_115649

Daarna kruipen we nog even terug in de prehistorie. We lopen nog even langs de hutten uit vervlogen tijden. Het is een tijd die helemaal begint te leven. Zeker ook de hutten van de jagers en verzamelaars die meer dan 10.000 jaar geleden door Nederland trokken.

De boten die ze maakten en de eenvoudige maar zeer doeltreffende hutten. We luisteren aandachtig naar de archeotolk. De mensenmassa die we eerder vandaag hier zagen, is verdwenen. De medewerker probeert een speer te maken en vertelt over de jagers en verzamelaars.

20141014_115632

We slenteren nog even door het verleden. We weten dat het een reconstructie is, maar het is zo levendig dat je even helemaal leeft in het verleden, de tijd van de prehistorie. Daarom is vooral dit gedeelte van het park erg indrukwekkend.

Bekijk ook de video van Doris in de prehistorie

20 oktober 2014

Kaarsje van bijenwas

20141014_131051Door de omstandigheden van het programma gedwongen moesten we eerst naar de Middeleeuwen om mee te doen aan wat activiteiten voor Doris. Ze mocht een kaars maken van bijenwas en ze maakte zelf een vilten armbandje. We bezochten gelijk even de chirurgijn, barbier en die boeiend vertelde over geneeskunde in de Middeleeuwen.

Deze tijd staat veel dichter bij ons. Met een beetje moeite kun je in een oude stad deze gebouwen deels herkennen. Ook lopen de medewerkers in kleren rond die zo uit een schilderij van Brueghel zijn gestapt. De hoofdbedekking met kapjes en de lange, wijde gewaden komen zo uit een schilderij van de meester. De huizen vertonen ook veel gelijkenis met deze schilderijen.

20141014_125722

Dat is in de huizen die wat verderop staan wat moeilijker te zien. Hier is meer houtwerk. De huizen die geïnspireerd zijn op huizen uit Dorestad zijn veel eenvoudiger. De drukte en het vuur maken ze ook benauwder van binnen. Wel is het mooi om de slaapplaatsen en de verschillende vertrekken voor het vee te zien. De afscheiding tussen alle ruimtes is minimaal.

19 oktober 2014

Katapult door de tijd

broodje-bakkenVan het klooster schieten we met een katapult door tijd en gaan naar de steentijd. Een lange boerderij staat iets achter het klooster. Bij de ingang zitten een paar medewerkers.

Ze dragen kleding uit die tijd en delen deeg uit waarmee de kinderen brood kunnen bakken. De medewerkers noemen zich archeotolken. Zij vertellen over de periode die ze vertegenwoordigen.

20141014_153553

Ik kijk binnen in de donkere boerderij. Het is een grote ruimte. De boerderij is erg lang en biedt ruimte aan heel veel mensen. Volgens de gids is deze lineaire bandkeramiek boerderij gebaseerd op een boerderij gevonden bij Geleen uit ca. 5300 voor Christus.

Dat is een hele tijd geleden. De boerderij is aardedonker van binnen, een vuurtje smeult. Een archeotolk blaast en het vuur laait op.

20141014_153621

De mensen leefden veel buiten en het verblijf in huis zal alleen zijn geweest als ze ertoe gedwongen werden door barre weersomstandigheden of andere situaties. Het verbaast mij dat met zo weinig licht zoveel gedaan werd. We leven nu in een wereld waar overal licht is. De angst voor het duister heeft gewonnen van het donker dat dingen verborgen houdt en geheimen verbergt.

De tocht naar de Hunebed en de bijbehorende Trechterbekerboerderij is geweldig. We stappen een paar duizend jaar over van de ene boerderij naar de andere, maar wat een beleving. Ook hier een archeotolk die alles wat ze nodig heeft om haar heupen draagt. Ze loopt op blote voeten en port het vuur aan. Onderwijl vlecht ze een mand.

20141014_120209

Bij de bronsgieterij mag Doris meeblazen met een primitieve balg om het vuur tot boven de 1000 graden te krijgen naar de temperatuur om brons te smelten. De archeotolk legt uit hoe het brons gesmolten werd. Ze vertelt hoe de mallen in kuilen in de grond werden ingegraven om het brons op te gieten. Een tijd komt tot leven bij het zien van dit alles.

Een hut verder komen we al bij het begin van de jaartelling, de tijd waarin de Germanen in Nederland leefden. De archeotolk legt uit hoe ze met hulp van een ijzer weer tot veel meer in staat waren dan de mensen in de bronstijd.

20141014_113257

Hij helpt mee je voor te stellen hoe de Romeinse legermacht indruk zal hebben gemaakt op de boeren. Een Romeinse soldaat droeg nog meer ijzer dan een koning. Een heel legioen dat voor hen verscheen, moet werkelijk intimiderend zijn geweest. Wie stuurt er zoveel koningen op ze af?

De prehistorie is een mooie tijd om bij stil te staan.

Wordt vervolgd

20141014_120545

18 oktober 2014

Archeon - een reconstructie

20141014_123716Een reis naar vervlogen tijden. Een gereconstrueerde reis, dat wel. Het is altijd lastig om in de prehistorie te duiken. Er zijn namelijk geen schriftelijke documenten uit die tijd. Archeologen maken bij hun opgravingen altijd een reconstructie. Het Archeon laat die reconstructies zien. Samen met gebouwen waar vaak wat meer documentatie van is: de Romeinse tijd en de Middeleeuwen.

Inge wil al naar het archeologisch themapark sinds het geopend is in 1994 en Doris is gek op geschiedenis. Ik was een beetje huiverig. Ik zie nog de kale vlakte met de paar nep-historische gebouwen vanuit de trein als ik van Leiden naar Utrecht reed. Kan een reconstructie wel het verleden oproepen?

20141014_115913

Het zijn de laatste dagen van het jaar dat het park nog open is in deze herfstvakantie. Het is ook niet echt weer om naar een park in de open lucht te gaan, maar we wagen het toch. De regen onderweg moedigt niet echt aan. We worden ook nog eens helemaal om Alphen aan de Rijn geleid door de routebeschrijving van de website, maar we weten er te komen.

Bij de ingang valt de regen met bakken uit de hemel. Een groep pubers verspert de toegang tot de kassa. Ze staan overal, terwijl wij al betaalde kaartjes hebben. Maar we weten door de massa heen te komen en in het entreegebouw binnen te dringen. Naast de parkeerkaart kopen we ook een vermaakkaart voor Doris. Ze kan nu aan een paar activiteiten onderweg meedoen.

20141014_120222

Dan vluchten we door de regen naar het klooster. Daar is het toilet. Dat in het aangrenzende gebouw met archeologische vondsten uit Zuid-Holland ook wc’s zijn is de kassadame waarschijnlijk vergeten. We hollen door de tijd van jagers en verzamelaars heen en scheren langs de steentijd, op weg naar het Middeleeuwse klooster.

Bij het klooster raak ik in gesprek met een vrijwilliger. Hij is helaas niet in monnikenpij, de regen en het werk in de kloostertuin weerhouden hem de kleren uit het verleden aan te trekken. Hij vertelt mij over het zanggroepje waarvan hij deel uitmaakt. Ze zingen Gregoriaans. Hij laat mij een gezang zien waaruit het do-re-mi is ontstaan.

Lees verder: Katapult door de tijd

17 oktober 2014

Smullen van zinnen

20141013_214230Ik geniet van de zinnen in Sanne van Hassels Hier blijf ik. Kort en krachtig. Ze geven de verhalen de melancholische ondertoon. Het is vaak een zin die de kracht geeft aan het verhaal. Zoals de jongen die zo van pony’s hield, maar de weilanden waar ze stonden zijn verdwenen. De pony die hij elke dag een knuffel gaf en z’n wang tegen de warme hals legt. Dan volgt de zin:

Toen hij ging studeren, had hij haar geen gedag gezegd. (42)

Mij grijpt zo’n zin bij de kladden en geeft alle richting aan het verhaal. De verhalen van Sanneke van Hasselt verrassen zo voortdurend. Net als in het laatste verhaal, waarin Geertje naar een plek gaat waar je onbelemmerd onder de vrije hemel kan staan. Het ligt langs de metrolijn.

Ze bestelt de taxi van Vervoer op Maat. Zonder dat iemand het weet, staat ze daar.

Niemand wist dat ze hier was, de kinderen zouden wát kwaad worden als ze hoorden dat ze ertussenuit was geknepen. Hoog in de lucht zweefde een luchtballon. Even was het of hij recht boven haar bleef hangen. Ze onderdrukte de neiging om te zwaaien. (186)

Hier vermengt het verhaal zich op een prachtige manier met de foto. De combinatie van de leegte, het metroviaduct op de achtergrond en de vrouw die daar staat. Het geeft het verhaal extra lucht.

Het is misschien een andere manier van verhalen vertellen. Vaak grenst het ook aan een korte schets of een column. Sanneke van Hassel vertelt het verhaal van de stad in haar verhalenbundel. De foto’s dragen de onderwerpen aan en ze weet het beeld op een mooie manier te combineren met het verhaal dat ze vertelt. Zo ontstaat een boek dat ontzettend mooi en leuk is om te lezen.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn tweede bijdrage over Sanneke van Hassels verhalenbundel Hier blijf ik. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Lees ook mijn bespreking van Hier blijf ik op Litnet

Sanneke van Hasselt: Hier blijf ik. Amsterdam/Rotterdam: De Bezige Bij & De Kracht van Rotterdam, 2014. ISBN 987 90 234 8775 3. Prijs: € 19,90. 192 pagina’s.

16 oktober 2014

Verboden toegang - #WoT

20141015_163259Sanneke van Hassel schrijft in haar nieuwste boek Hier blijf ik een schets bij een foto. Geïnspireerd door haar mooie schetsen wil ik ook proberen of een foto genoeg inspiratie biedt voor een blog.

Daarom plaats ik vandaag een foto die ik gisteren maakte bij een fietstochtje in de buurt. Ik zal er verder niet teveel over verklappen. Het zou je inspiratie alleen maar kunnen dwarszitten.

Wat is jouw verhaal bij deze foto? Waar moet jij aan denken en wat zou jij graag anders zien op deze foto. Laat je inspireren en schrijf wat er in je opkomt…

#WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord (of een foto zoals vandaag). Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Deelname is geheel vrijblijvend. Plaats een reactie onder dit bericht waarin je het linkje plaatst naar je blog.

De #WoT is opgezet door @metkcom en daarna door @webpixelqueen overgenomen. Vanaf september 2014 hou ik het stokje in mijn hand. Schrijf vandaag mee over de foto bij deze blog.

15 oktober 2014

Krachtig Rotterdam

20141013_213533Rotterdam is een prachtige stad. Ik zag het laatst weer tijdens het ritje in de historische tram door de Maasstad. Het is een stad die overal verrast en waarbij de mensen de stad maken. Het enthousiasme en de humor van Rotterdammers geven de stad de sfeer die het heeft.

Ook in literair opzicht neemt de stad een bijzondere positie in. Neem de mooie verhalen van Bob den Uyl, het werk van Vaandrager of de gedichten van Jules Deelder. Ze geven de stad een heel eigen plek in de cultuur. Veel minder de kapsones van de hoofdstad, maar de eerlijkheid en ruigheid van de grote havenstad.

Een foto en een kort verhaal van anderhalf tot twee bladzijden. In Sanneke van Hassels verhalenbundel Hier blijf ik beschrijft ze Rotterdam in 45 schetsen. Aan de hand van een foto uit de stadsexpositie De Kracht van Rotterdam, verzint de schrijfster een verhaal.

Het zijn mooie verhalen met een licht melancholische ondertoon. Ze weet mooie beelden op te roepen aan de hand van de bijzondere foto’s. De foto’s bestaan uit alledaagse situaties, beelden van de stad.

Niet de bijzondere gebouwen of bezienswaardigheden. Nee, gewoon de snelweg, de haven, een bushalte of twee mannen in de tramremise. Alle foto’s zijn uitdagend genoeg voor Sanneke van Hassel om er een verhaal bij te verzinnen.

Ik heb ervan genoten. De details die ze weet te vatten. Zoals in het verhaal waarin twee jongens eten uit vuilcontainers halen. Op de grond liggen een stapeltje krentenbollen, een pak melk en een kuipje margarine. Sanneke van Hassel maakt er in haar verhaal ‘Krentenbrij’ melding van.

20141013_214146

Het zijn de details die de verhalen in Sanneke van Hassels boek Hier blijf ik verrukkelijk maken. Zoals aan het eind van het verhaal met het schaap. Het staat op een stukje grasland midden in de stad. Ze verlangt naar de wei en donkere sterrenhemel ’s nachts:

Achter een raam brandden honderden lichtjes. In een lijst zweefde een man die werd voortgetrokken door een rank diermet twee takjes op zijn hoofd, ook die gaven licht. Erboven vielen een ster in vijf stralende punten uiteen. (86)

Zinnen om te smullen. Heerlijk, die verhalen met een melancholische ondertoon. Sanneke van Hassel weet de foto’s heel treffend te pakken. Soms is een zin genoeg. Ik geniet ervan.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Sanneke van Hassels verhalenbundel Hier blijf ik. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Sanneke van Hasselt: Hier blijf ik. Amsterdam/Rotterdam: De Bezige Bij & De Kracht van Rotterdam, 2014. ISBN 987 90 234 8775 3. Prijs: € 19,90. 192 pagina’s.

14 oktober 2014

De audiokijker

20141012_161944In het museum onderscheidt hij zich door de koptelefoon en de lege blik. Niks ziet hij meer, alleen wat hij hoort, ziet hij nog. Hij schuifelt zoekend door de zaal, toetst iets in het apparaat dat hij in zijn hand houdt en loopt verder gebiologeerd rond. Alsof het museum alleen maar uit de audiotoer bestaat.

De beschrijving drijft hem naar een schilderij, een hoekje, laat hem onder een lakentje kijken of duwt hem in de richting van de details die de verteller noemt. Hij lacht op hetzelfde moment, doet een stap naar achteren als hij het hoort of buigt zich ietsje dichter naar het schilderij om het fijne penseelwerk te zien.

Je herkent hem niet alleen door de koptelefoon die zijn oren in de greep houdt, maar vooral door de lege blik waarmee hij voor zich uitkijkt. De ruimte is er niet meer. Alleen nog het verhaal dat door zijn koptelefoon schalt. Ze staan naast je als je een schilderij bekijkt. Soms hoor ik zelfs muziek in oren in tetteren.

Ik kom ze steeds meer tegen in de musea. Zondag duwden bezoekers met koptelefoon mij omver. Ze lopen zonder kijken naar achteren. Alsof de spreker door de koptelefoon zegt dat het veilig is. Ze duwen je opzij als je staat te kijken naar een schilderij en zien niks zelf meer. Het wordt ze allemaal verteld.

Natuurlijk is het mooi om door een museum te lopen en je verhalen te laten vertellen die je niet kent. Maar het maakt je ook gemakzuchtig. Je vergeet zelf te kijken. Ik vind het een eigenaardige manier om alleen nog maar met een koptelefoon door een museum te lopen, terwijl je zoveel meer kunt zien. Kijk eerst zelf en laat je dan pas iets wijsmaken.

13 oktober 2014

Frans Hals museum

20141012_163430Alsof het Teylers Museum niet genoeg is, lopen we door Haarlem naar de schilderkunst uit de zeventiende eeuw: het Frans Hals Museum. Het is een mooie wandeling door Haarlem langs de Grote kerk over de Kleine Houtweg, volgens het bordje de mooiste winkelstraat van Nederland. De warme najaarszon doet de rest.

We lopen langs het Historisch museum en stappen aan de andere kant van de straat in bij het museum van de Gouden eeuw. We vallen met de neus in de boter: een dag eerder was de nieuwste tentoonstelling geopend. De tentoonstelling Emoties, geschilderde gevoelens in de Gouden Eeuw.

20141012_155513

Schat aan schilderijen

Een schat aan schilderijen wordt tentoongesteld: niet alleen Frans Hals maar ook Jan Steen, Karel Mander en Maerten van Heemskerck. Schilders met een prachtige techniek, mooi gebruik van kleuren en schitterende expressie op de gezichten van de mensen.

Veel aangrijpende beelden, zoals de verkrachting van de zwarte vrouw, een schilderij van Christiaan Gillisz van Couwenbergh (1607-1667). Het tafereel is uitermate krachtig verbeeld. Je ziet de angst op het gezicht van de zwarte vrouw. Een beeld dat veel vragen oproept. Want waarom heeft de schilder dit geschilderd? De angst in de ogen van de vrouw is zo treffend geschilderd, dat de schilder partij lijkt te kiezen voor deze vrouw.

20141012_160820

 

Jacob van Lambert Jacobsz

Ook het schilderij van Lambert Jacobsz (ca. 1598-1636) waarbij de broers van Jozef hun vader Jacob de bebloede veelkleurige mantel laten zien van hun broer. Ze bedriegen hun vader, het verdriet in het gezicht van Jacob is treffend geschilderd. Het schilderij is speciaal voor deze tentoonstelling overgekomen van het Museum Catherijneconvent in Utrecht.

Naast deze tijdelijke expositie die bijna de helft van het museum inneemt, is er ook de vaste expositie. Daar was het poppenhuis een trekker. Minder mooi dan het Utrechtse poppenhuis, maar mooi genoeg om er wat langer naar te kijken.

20141012_161216

Spreekwoordenschilderij

Net als het spreekwoordenschilderij van Pieter Brueghel de Jonge (1564-1637/38). Het is een schilderij gebaseerd op het schilderij dat Pieters vader, Pieter Brueghel de Oude in 1559 maakte en dat in Berlijn hangt.

De zoon heeft het succesvolle schilderij meerdere keren geschilderd. Het schilderij in het Frans Hals Museum heeft kleine verschillen met het origineel. Het schilderij in Haarlem laat de 80 verbeelde spreekwoorden op een overtuigende manier zien. Het schilderij is in opperbeste staat. Het is vorig jaar gerestaureerd.

20141012_161937

Verzadigd

Aan het einde merk ik dat ik langzaam verzadigd raak. Dat gebeurt mij vrij snel na een bezoek aan een museum met veel schilderijen. Ik laat de meeste schilderijen ook langs mij heen gaan. Ik probeer een paar schilderijen wat beter te bekijken. Gewoon om te voorkomen dat ik door teveel te zien, niks meer zie.

12 oktober 2014

Teylers Museum

20141012_134458Het begin van de herfstvakantie – mijn eerste weekje vrij – vieren we met een bezoek aan het Teylers Museum in Haarlem. Het oudste museum van Nederland staat al een tijdje op mijn verlanglijstje. Vooral omdat je er de achttiende en negentiende eeuw van heel nabij ziet. Het museum verraadt zijn leeftijd door de ouderwetse vorm van exposeren en etaleren.

Het begint al bij de imposante voorgevel en de entree. De hal met de koepel is werkelijk adembenemend en overweldigend. Het is allemaal niet zo heel groot, maar het lijkt je zo het verleden binnenstapt. De sfeer van de verlichting en romantiek ademt je tegemoet.

20141012_132954

Fossielen

Vooral de eerste zalen, zonder kunstverlichting en met de grote vitrinekasten boordevol met natuurvoorwerpen. Fossielen, botten, stenen en schedels. Het licht valt binnen door de hoge ramen. Alle voorwerpen zijn goed te bekijken in de opstellingen in vitrinekasten.

Een verzameling geweien van herten uit de ijstijd, gevonden in het Limburgse leem. Verderop een zaal met allemaal instrumenten, waarbij de Leidse flessen, grammofoons, het opengewerkte orgel en de vitrine met telegraafkabels, alle aandacht trekken.

20141012_143254

Ovale zaal

En dan is daar de mooiste zaal, die ovale zaal, de lange vitrinekast in het midden, omgeven door kasten en op de eerste galerij allemaal boekenkasten. Het heldere licht dat door het venster in het dak alles duidelijk zichtbaar maakt. Overal spiegels, optische instrumenten, molenmodellen, wereldbollen en heel veel bijzondere stenen in de vitrines in het midden. Het oudste stukje van het museum.

20141012_140222

Mont Blanc

Een stukje steen van de top van de Mont Blanc en een doosje met meer dan honderd stukjes steen dat allemaal van de Mont Blanc komt. Eén berg bevat een schat aan mineralen en gesteente.

20141012_140152

En alsof die natuur niet genoeg is, bevatten de volgende zalen allemaal schilderijen en prenten. De prenten zijn soms echt oud, andere komen van later datum. De stadsgezichten van Rome, gemaakt door Piranesi. Een feest der herkenning. Ze laten een Rome zien dat ondanks de tijd die tussen mij en Piranesi ligt, nog heel actueel is.

20141012_151111

Genieten

Ik ben niet de enige die geniet. Doris kijkt haar ogen uit. Ze heeft – net als ik – de neiging overal aan te zitten. De instrumenten te bedienen, in het schilderij te kruipen en aan de wereldbollen te draaien. De schilderijen en prenten trekken ook haar aandacht. Zeker ook als we een paar facsimile van Hendrick Avercamp vinden. Een heerlijk prentenkabinet waar je lekker in de mappen mag neuzen en ze uit de schappen mag trekken.

20141012_145121

Planeet door ringetje

Aan het einde van de rit mogen we op de eerste etage bij de entree, meewerken aan het project van een heel lange tekening. Het wordt een tekening van de ruimte, met waskrijt en potlood tekenen we planeten, sterren, ruimtewezens en kometen. We leven ons helemaal uit en zelf ik teken mee: een heuse planeet met een ring en maan erbij.

20141012_150525