30 september 2017

Invocazione in Domkerk

Zo luisterend naar de uitvoering van Ko Zwanenburg in de Domkerk valt onmiddellijk op hoe sterk de ruimte bijdraagt aan de beleving. Het werk komt live veel intenser binnen. De klank van de repeterende a, in dit hoge tempo, geeft de muziek meteen veel energie.

Het later volgende onderliggende motief in de tenor, krijgt daarmee extra dimensie. De bewegingen en ritmes cirkelen om die repeterende a heen. De grote ruimte in de Domkerk maakt die beleving nog veel sterker dan wanneer je een opname van dit muziekstuk beluisterd.

Net als de momenten waarop alleen de toon klinkt. Er treedt een vreemde verdringing op binnen de rest van het muziekstuk. De Invocazione krijgt een steeds zwaardere lading hierdoor. De spanning wordt stapje voor stapje verder opgebouwd. Iets waar Jan Welmers in zijn muziek een ware meester is. Dat proef je helemaal in een live uitvoering, waarbij elk moment weer een nieuwe beleving oproept.

De motieven gedragen zich als klaterende bergbeekjes. Alleen vallen de tonen niet alleen naar beneden, ze schieten in de motiefjes ook omhoog. Jan Welmers weet je in dit muziekstuk vast te houden. Zeker ook als het hoogtepunt komt waarbij zelfs de a wegvalt. De repeterende toon heeft zich dan zo vastgeklonken in je hoofd dat je hem gewoon in gedachten hoort verder gaan.

Daarna de akkoorden die allemaal spelen met dit gegeven en het orgel uit zijn voegen laten barsten, waarna de a weer terugkeert. Bij Ko Zwanenburg niet meer repeterend, maar in een lange aanhoudende toon, onderbroken door een repeterende tegenhanger. Zo versterft het motief langzaam, maar het blijft nog lang in je hoofd nagalmen.

Die afbouw aan het einde is minstens zo belangrijk in de opbouw van deze compositie. De climax is zeker het meest intense gedeelte waarbij je letterlijk en figuurlijk niet meer om de muziek heen kunt. Je moet het toelaten. Het einde geeft weer de rust en ruimte waarmee het muziekstuk begon, zo neem je langzaam weer afstand van die grootse en meeslepende beleving. Ik kan daar dus onwijs van genieten.

Dat gebeurt bij de uitvoering van Ko Zwanenburg in de Domkerk ook. De rinkelende bel en het gejoel buiten. Ze zijn er, maar je wordt zo in de Invocazione getrokken dat je al dat rumoer vergeet. Hier ben je even één met de muziek.

29 september 2017

Invocazione

Mogelijk is de Invocazione van Jan Welmers het eerste muziekstuk dat ik van Jan Welmers heb gehoord. Ik weet het niet zeker meer, het was op de radio in een opname van Ko Zwanenburg in de Utrechtse Nicolaikerk.

Invocazione is een imponerend werk dat vanmiddag hier in de Domkerk klinkt bij het Welmers Festival. De minimalistische orgelwerken ken ik vaak in vertrouwde uitvoeringen van bijvoorbeeld Berry van Berkum of Ko Zwanenburg. Ik hoorde de uitvoering van Invocazione ooit op de radio ergens begin jaren ’90.

Nu ik het zo hoor, kom ik onbetwist tot de conclusie: dit orgelwerk komt het beste tot zijn recht live in de kerk. Wat een prachtig orgelwerk is dit toch. De ruimte bepaalt voor een groot gedeelte de beleving. De aanhoudende herhaling van die ene toon. Wat een meesterwerk en wat is dit genieten.

Invocazione uit 1988 staat voor aanroep. Je zou het snel verwarren met het vorige week door Jan Hage gespeelde Litanie. Litanie is een jaar eerder gepubliceerd en is een minimal werk dat draait rond de kracht van de herhaling dan Invocazione.

Veel luisteraars verwarren beide werken en eigenlijk is dat een compliment voor beide werken. Het zijn namelijk allebei heel eigen werken, die als je ze apart beluisterd een vrijwel identieke beleving oproepen. Mogelijk levert dit die verwarring op.

Het experiment van Jan Welmers bij Invocazione is om zoveel mogelijk zeggen in zo min mogelijk noten. En daar slaagt Jan Welmers wonderwel in.

Lees het vervolg: Invocazione in de Domkerk

26 september 2017

Mislukte show - Beeld en Geluid (2)

We lopen heerlijk rond door de tentoonstelling van Beeld en Geluid. De show die Doris wil spelen, mislukt. Er loopt een meisje dwars door haar opkomst op de showvloer. Ook blijkt ze dubbel te zijn ingelogd, waardoor zij het eerdere filmpje van het meisje heeft, terwijl het meisje waarschijnlijk het filmpje van Doris heeft. Dat krijg je van ongeduldige kinderen van wie de ouders het maar laten gaan. De journaaluitzending verloopt goed. Ze is een goede lezeres.

In de loungehokjes boven kun je heerlijk televisie kijken. Wij belanden in een 20 minuten van Arjan Ederveen over kabouters. Een heerlijk dromerig verhaal over een vader die vreemdgaat en uiteindelijk door de kabouters tot inkeer komt. Een sprookje kan niet beter aflopen.

Of Beeld en geluid de moeite van het terugkeren waard is? Ik vind van niet. Ik merk dat het sterk op kinderen is gericht. Volwassenen kunnen niet zoveel doen. Zeker in een vakantie, gaat alle aandacht naar het kind uit. Begrijpelijk, maar jammer. Het zou wel spannender kunnen zijn als volwassenen ook wat meer zouden worden meegenomen. Ik zou het ook leuk gevonden hebben om een journaaluitzending te presenteren.

We hebben ons prima vermaakt deze middag. Niet zo heel veel geleerd. De museumwinkel bevat buitengewoon veel artikelen. Het lijkt niet op te kunnen. Maar de series en documentaires die ik zoek, zijn helaas niet te vinden. Net als dat ik zocht naar de documentaire van Almere 25 jaar. Nog steeds onvindbaar en duur te bestellen. Ik zal er toch een keer aan moeten geloven.

25 september 2017

Beeld en Geluid

Eigenlijk wil ik wat verder gaan, maar het ontbreekt mij aan puf. We ruimen al de hele vakantie op en dan heb je niet veel zin om heel grote tripjes te maken. Zeker ook omdat we al een paar leuke dingen hebben gedaan. We zijn naar het Muiderslot gefietst, naar Huis Doorn geweest en hebben het Spoorwegmuseum bezocht. We willen wel graag even weg vandaag.

Ach, waarom dan niet naar Beeld en Geluid in Hilversum? Dat is niet zo ver weg en dan zijn we toch even weg. We kijken op de website. Hier het advies om na 15 uur te komen, dan is de grootste hoos aan mensen voorbij. Laten we het advies eens ter harte nemen.

Markant gebouw

Daarom rijden we tegen 14 uur weg, na de lunch. Als we de auto parkeren is het rond half 3 en we lopen naar het markante gebouw. Vanuit de trein gezien is het vooral kleurrijk door al die vlakken. Als je er wat dichterbij staat, dan zie je dat het allemaal televisiefragmenten die in die kleur zijn verwerkt. Heel apart.

Beneden kun je een gastheer kiezen die met je meegaat. Doris kiest al voor Inge. Martijn Krabbe begeleidt mij de rest van de middag. En zo klimmen we de trappen op naar de grote hal waarin alles gebeurt. De wisseltentoonstelling over YouTube is net geweest. Die zaal is verder leeg.

En zo duiken we in het verleden. Ieder kiest zijn eigen programma’s en herinneringen. Veel schermen en heel veel beelden. De poppen van de Fabeltjeskrant. Of voor Doris: Moffel en Piertje. Zo kan ieder zijn eigen fragmenten kiezen. Veel beelden en veel dingen.

Tijdscapsules

Bij Buurman en Buurman is het te druk om iets te gaan doen. Het huis van de toekomst van het Klokhuis is leuk. Ik sta met de Klokhuishelden in dezelfde ruimte. De schermen praten met je en ik doe een interview over de toekomst. Hier zien we de tijdscapsules.

Doris heeft er destijds eentje gemaakt die over een paar jaar pas zal opengaan. Wat erin zit, zijn we vergeten. Ik ben benieuwd hoe dat gaat als de doos van toen opengaat na 10 jaar.

Lees morgen verder: Mislukte show

24 september 2017

Mistmorgen

Eigenlijk is zondagmorgen de mooiste ochtend van de week. De stilte en het vroege licht zijn een prachtige combinatie. We lopen door het gemaaide gras, de honden zijn gek op het gras dat is blijven liggen.

Je kunt door de zon kijken. Vorige week was het ook zo’n mooie ochtend, toen zag ik een groep ganzen door de zon vliegen. Nu ben ik er te laat voor, maar ik geniet nu vooral van het bijzondere licht.

Het mooiste is de open plek in het park waar je de mist in alle flarden ziet. De bomen worden schimmen, de herfstkleuren dringen zoetjes door het beeld. Genieten. Midden op het veld zit een man te fotograferen. Zijn fiets midden in beeld. Net als hijzelf.

Op zijn fiets dreint een transistorradiotje. Hij fluit mee met de muziek terwijl hij met zijn kont in het natte gras zit. Hij zit achter het statief waarop een grote kijker staat.

De wereld is van hem. Hij staat op, buigt half naar achteren. Het lijkt net of hij plast met die grote toeter voor zijn kruis.

Ik probeer om hem heen te fotograferen en pak mijn eigen beeld. Ook genieten. Een roodborstje overstemt de radio met gemak, dus ik hoef me niet druk te maken.

Het is gewoon heerlijk. Zo’n mistige zondagochtend. De wereld slaapt nog half en de wakkere helft wrijft de ogen langzaam uit. Intens zo’n ochtend.

23 september 2017

Dromen en Jan Welmers

Maar liefst 3 dromen van Jan Hage gaan in vervulling bij het openingsconcert van het Jan Welmersfestival in Utrecht.

De organist vertelt voor het concert over zijn dromen. De 1e droom is het hele festival van ruim 2 weken dat gehouden wordt rond de Utrechtse organist en componist Jan Welmers. De 2e droom is een cd-uitgave met de complete orgelwerken van deze componist en de 3e en laatste droom is een boek over Jan Welmers.

3 dromen in vervulling

Laten nu alle 3 de dromen op hetzelfde moment in vervulling gaan. Naast de opening van het festival, is er de boekpresentatie en de presentatie van de cd-box met 3 cd’s waarop het complete orgelwerk van Jan Welmers is vastgelegd door Jan Hage. Alles gespeeld op het monumentale Domorgel.

Dan is er het prachtige boek De hemel draait nog dat Jan Hage samen met Jan Willem Cevaal, Hugo Bakker en Hans Fidom schreef over de Utrechtse componist Jan Welmers. Naast een uitvoerige beschrijving van het werk van Jan Welmers, is er ook informatie te vinden over het leven en de spiritualiteit in het werk van de componist. Ook is er een dubbelanalyse over het orgelwerk Sequens, net als de vele uitvoeringen van dit werk, verschillen de 2 artikelen wezenlijk van elkaar. Een boek waar ik zeker nog meer over ga schrijven.

Openingsconcert

Het openingsconcert van het festival bevat niet alleen orgelwerken van Jan Welmers, ook werk van zijn leerling en de uitvoerder Jan Hage en 3 stukken van de late Franz Liszt. De late Liszt vormt een inspiratiebron voor Jan Welmers. De selectie bij dit concert is muziek uit het late oeuvre van de 19e eeuwse componist. Hier heeft een waar muzikale kaalslag heeft plaatsgevonden, aldus Domorganist Jan Hage. Muziek teruggebracht tot de essentie, zonder opsmuk. Echt genieten en het geeft een extra duiding aan het werk van Welmers.

Nachtmuziek

Het concert opent met Von Gott will ich nicht lassen, Nachtmuziek. Een muzikale droom van Jan Welmers, waarin hij delen opvoert van de beroemde koraalbewerking van Bach. Enkele keren wordt het stuk zelfs letterlijk geciteert. Het indrukwekkendst is het moment dat de droom tot een heroisch hoogtepunt komt, waarbij de uitroep klinkt om niet in de steek gelaten te worden. Erg overtuigend en emoties oproepend.

Movements

De Movements, zijn 5 korte muzikale huzarenstukjes, teruggebracht tot de essentie van muziek. Met minimale middelen het maximale effect oproepend. Jan Hage voert ze zorgvuldig uit, waarbij ik vooral de registratie met trompetten en tongwerken van het orgel buitengewoon fraai vind klinken. Verder doorwrochte muziek waar ik niet altijd goed binnen kan dringen.

Psalm 146

Het contrast klinkt in Psalm 146 van de uitvoerder zelf. Wat een muzikale explosie! Dit is gigantisch genieten omdat de ruimte ook zijn werk doet. Het deel dat Jan Hage zelf zingt, samen met een rammelende tamboerijn, laat de uitbundigheid en de jubelstemming van deze vreugdevolle psalm horen.

Kreuzandachten

Dat geldt zeker niet voor de muziek van Franz Liszt, 3 delen uit de Kreuzandachten. Hierin is het genieten van de kleine klanken, vaak eenstemmig, in combinaties waarin het Domorgel van Batz zich van de subtiele klank laat horen. Ik kan hier erg van genieten. Ook omdat het mystiek oproept, verbonden met de ruimte. De donkere Domkerk versterkt deze mystiek, mooi hoe muziek zoveel meer bij je weet los te maken.

Litanies

Het afsluitende stuk is het minimal orgelwerk Litanies. Jan Welmers geniet vooral bekendheid vanwege zijn orgelwerken beinvloed door de minimal music. Vooral Laudate Dominum geniet internationale bekendheid. Litanies is eveneens een prachtig werk, gesitueerd om met minimale middelen het maximale te bereiken.

De beweging en de ritmes maken het tot een intense beleving. Dat weet Jan Hage op deze zaterdagmiddag heel overtuigend over te brengen in de Domkerk. Daarmee raakt hij net zo als dat hij met het eerste orgelwerk van dit concert deed.

Het ideale Welmersorgel?

Het Domorgel leent zich heel goed voor het werk van Jan Welmers, het bezit helderheid maar is tegelijker monumentaal in zijn klank. Dat bewijst Jan Hage ook. Verrast als ik ben over de snelle presentatie van Litanie, ik ken het ook in uitvoeringen van 20 minuten. Jan Hage speelt het in nog geen 13 minuten waarbij hij zeker niet gejaagd overkomt.

Sterker nog hij legt accenten op dit werk die ik niet herken uit andere uitvoeringen. Daarmee laat Jan Hage weer een nieuwe kant van dit werk horen. En dat verklaart mijn fascinatie voor Jan Welmers. Het is enerzijds de herkenning en tegelijkertijd steeds de eigen inbreng van de uitvoerder die het werk heel unieke ervaring geeft. Dat hoor ik ook hier in de Domkerk.

22 september 2017

Vreselijke ontdekking - Boekverkoop Delden (2)

Als we onze boekenkraam op de boekenmarkt van Delden gaan opruimen, doe ik de vreselijke ontdekking: er is een boek weg. Het moet gestolen zijn. Van de Thijsse-reeks rond de jaargetijden is het deeltje Zomer namelijk opeens verdwenen.

Als ik de ontdekking doe, weet Inge ook meteen wie het moet zijn geweest. Een vrouw die zich heel verward en verdacht gedroeg. Heen en weer bewegend tussen de doos met euroknallers en de duurdere boeken moet ze het boek in de grote tas om haar nek hebben gestopt.

Dat is best balen, omdat het een heerlijke dag was. We zijn het blijdste met de hele Lectorama-reeks die is verkocht. Daarmee zijn we zeker een hele doos met boeken kwijt. Nog enkele exemplaren waar we mensen blij mee hebben gemaakt: de bijbel van Nico ter Linden, een kastelenboek en Het lot van de familie Meijer van Charles Lewinsky?.

Iets na vieren begint het te regenen. De wolken hingen al dreigend boven ons, maar nu laten ze ook echt water vallen. We kijken het even aan. De regen valt in een straaltje precies op Inge. Ik zie het nog even aan, maar dan besluit ik om te beginnen met inpakken. De kopers zijn er niet meer en de dozen vul ik.

De auto staat dichtbij geparkeerd. Zo laden wij de auto al voor sluitingstijd. Ik vind het mooi geweest. Het is lekker weer geweest. De regen is lang uitgebleven. Ook was het niet koud. We hebben ook dikke truien meegenomen. Verder veel aanloop gehad, minder verkocht dan vorig jaar.

Maar het was een heerlijk uitje. Een thermoskan koffie, gesmeerde broodjes en meegenomen appeltaart maken het tot een heus feest. We hebben genoten. Als we moe en voldaan met 7 dozen in plaats van de meegenomen 8 boekendozen thuiskomen, kijken we tevreden terug op een lekker dagje weg.

21 september 2017

Boeken verkopen op straatfestival Delden

Het straatfestival in Delden. Vorig jaar hebben we er ook gestaan met onze boeken. We willen van de boeken af en zoeken een goede bestemming. Daarom staan we dit jaar met boeken op de kunstmarkt in het Twentse Delden.

Lastig te bepalen wat je moet meenemen. Welke boeken laat je thuis en wat laad je achterin de auto. Zo rijden we zondagochtend weg uit Almere met 8 dozen boeken. Bananendozen, de mooiste dozen om boeken in mee te nemen. Een beetje willekeurig wat we hebben ingeladen.

Het zonnetje schijnt nog waterig door de ochtendmist. Ik heb vanmorgen vroeg buiten gelopen met de honden en was onder de indruk van die zon. Dwars door de zon vlogen een stel ganzen. Je kon er zo mooi in kijken, de ganzen leken schaduwen op het licht. Het gaf de ochtend extra glans.

Het is nog best druk op de snelweg, zeker daar voorbij Deventer. Er rijden erg veel auto’s. Maar we blijven rustig. Een volgeladen auto. Terugblikken moet met de zijspiegels. De binnenspiegel kijkt uit op de stapel bananendozen achterin.

Als we Delden binnenrijden, vinden we snel ons plekje. Vrijwel hetzelfde plaatsje als vorig jaar. Alleen hebben we nu alle ruimte aan weerszijden van ons kraampje. We kunnen snel in en uit lopen. Snel laden we de auto uit en Inge parkeert hem in de zijstraat. Allemaal nog voor het tijdstip dat je er niet meer mag staan met je auto.

Vrijwel meteen komt de handelaar van vorig jaar langsgelopen. Hij staat iets verderop. Vorig jaar kocht hij nog de halve kraan leeg, nu blijft het bij 3 boeken voor 7,50 euro. Ik mats hem in de prijs.

Daarna is het stil. Ik moet nog enkele boeken prijzen. We selecteren snel een paar dozen met euroknallers. 2 voor 1,50 euro. De prachtige Verkade-albums krijgen mooi prijzen voorin.

Ik merk vrijwel meteen dat het niet zo loopt als vorige keer. Snel bijprijzen. Maar goedkoper hoeft niet te betekenen dat mensen ook sneller kopen. De koop is van veel andere dingen afhankelijk. Veel weifelende mensen of mensen die herinneringen ophalen bij boeken. Die hebben wij ook ergens op zolder liggen. Of die hadden wij vroeger thuis. Ze bladeren door de boeken, maar kopen ze niet.

Naast ons begint de Chinees zijn eten te bereiden. Het loopt er langzaam maar zeker vol met mensen die een loempia halen of een bakje saté. Dan staan ze al kauwend en met vette vingers bij ons boekenkraam. Soms bladeren ze in een boek. Als de snack op is, gaan ze weer verder. Zonder iets te kopen. Een vingerdruk in het boek achterlatend.

Het is wel heel gezellig. De drakenman vind ik het meest bijzondere. Ik zie hem achter een grote stellage lopen. Als op het plein voor het Zoutmuseum is, geeft hij een korte act. Hij laat de draak vuur blazen. Het fabeldier met grote gele ogen heeft verder de gedaante van een skelet. Een hele stellage met touwen en katrollen, brengt het monster in beweging. Een klein blaasbalgje geeft de lucht om met vuur te kunnen blazen. Het ziet er levensecht uit. Ik ben onder de indruk van deze act straattheater.

2 dames met grote brillen op hun neus, ze hebben wel iets van mieren, lopen voor en achter iemand en nemen zijn ritmiek over. Het geeft een heel grappig effect. Of de 2 supergrote bloemen die door de straat lopen en je water geven. Net als de rokende stoomtrein die voor een heel groot wiel rijdt. Een mooi effect als zoiets geregeld voor je kraam langsrijdt. Het maakt het Deldense straatfestival extra leuk. Net als de vele voorstellingen op het plein bij de waterpomp.

Lees morgen het vervolg: Vreselijke ontdekking

[contact-form]

19 september 2017

Feest in de sprinter?

Al lezend in Jan Dijkgraafs Treinreizen voor beginners, Het is een feest op het spoor als je het wilt zien lijkt het erop dat hij alleen met intercity’s reist. Op het verhaal over het ontbreken van toiletten in de sprinters na, spreekt hij met geen woord over de tochtige open rijtuigen van de NS. Het maakt het treinreizen een stuk minder leuk en comfortabel.

De metro-achtige treinen vol stangen, hoge zitjes, minimale beenruimte en houten planken waar je kont het nog geen minuut stilhoudt, ontbreken geheel in zijn verhaal. Het is een beetje valsspelen met de voordelen en zou voor NS juist een wijze les moeten zijn om te realiseren dat comfort het grote onderscheid moet maken met de auto.

Die goedkope, moderne treinstellen mogen van mij zo snel mogelijk gesloopt worden en vervangen door ouderwetse, luxe treinen waar je nog lekker kunt wegzinken in een stoel. Helaas, het lijkt Jan Dijkgraaf te zijn ontgaan in zijn jaar reizen door Nederland. Hij heeft ook wel een mooi opstapstation (Heerenveen).

Inderdaad, de intercity van Heerenveen naar Rotterdam is een feest. Maar de verschraalde dienstregelingen laten reizigers steeds vaker overstappen waardoor langeafstandsreizen bijna niet meer bestaan in Nederland. Ik ervaar het elke keer weer als ik met de trein reis.

Maar bovenal is het boek van Jan Dijkgraaf een feest der herkenning. Als liefhebber van de trein, kan ik alleen maar beamen wat hij schrijft. Sterker nog: ik verlang alleen maar meer naar die heerlijke treinreizen waarbij je kunt wegdromen van het uitzicht. Het mooiste natuurlijk in een intercity. Die van Rotterdam naar Heerenveen bijvoorbeeld.

Jan Dijkgraaf: Treinreizen voor beginners, Het is een feest op het spoor als je het wilt zien. Meppel: Just Publishers, 2016. ISBN: 978 90 8975 8316. Prijs: € 14,95. 217 pagina’s.

18 september 2017

Voordelen en treintypes

In overzichtelijke lijstjes somt Jan Dijkgraaf in zijn boek Treinreizen voor beginners de voordelen van de trein én van de auto. Hij weegt ze tegen elkaar af en laat zien dat de trein helemaal niet op veel achterstand staat ten opzichte van de auto. Nee, in sommige gevallen is het veel beter om gebruik te maken van de trein. Je kunt wat anders doen dan autorijden en krijgt een mooie inkijk in een andere wereld.

De meest vermakelijke lijst is de lijst met treintypes. Jan Dijkgraaf selecteert er maar liefst 34. Van bedelaar tot zweter, mooi op alfabetische volgorde. Een enkeling, de militair is niet meer te zien, en velen slechts een enkel keer per jaar: kerstborrelklant, Huishoudbeursbezoeker en de Libelle Zomerweekvrouw. Herkenbare types voor de forens. Op mijn route naar Amsterdam bijvoorbeeld kwam ik zo ongeveer alle treintypes tegen die Jan Dijkgraaf noemt in zijn boek.

Neem de smeerpijp. Het probleem: je herkent ze niet tot je ze betrapt en dat gebeurt vrijwel nooit.

In alle andere gevallen kan iedere treinpassagier een smeerpijp zijn. De kans is groter bij een asociale gast die een blikje bier ligt te zuipen met zijn benen op de tegenovergelegen bank dan bij een bejaard vrouwtje dat bekakt praat, maar in principe vind je smeerpijpen in alle lagen van de bevolking. (148)

Beweh. Het is bijzonder leuk hoe sommige ergernissen van de schrijver naar voren komen. Hij reist eersteklas en hekelt de tweedeklasreiziger die stiekem plaatsneemt in de hogere klas(se). Het pleps dat er niet voor betaalt, moet er helemaal niet gaan zitten. Ook al stuwt de trein uit zijn voegen van de reizigers.

Of de pratende conducteurs in de Eersteklas, aan het eind van hun werkdag of begin van hun dienst. Ze gaan steevast een klagend gesprek voeren over premies die voorbij zijn, slecht geplande roosters en het personeelsbeleid van de nationale spoorwegen in het algemeen.

Daarnaast ergert Jan Dijkgraaf zich aan de lucht van verschraald bier (de halveliters goedkoop bier die medereizigers opslokken) en bellende reizigers in de stiltecoupé. Allemaal aspecten waar de schrijver van dit handboek voor beginnende treinreizigers niet zo gek op is.

Jan Dijkgraaf: Treinreizen voor beginners, Het is een feest op het spoor als je het wilt zien. Meppel: Just Publishers, 2016. ISBN: 978 90 8975 8316. Prijs: € 14,95. 217 pagina’s.

17 september 2017

Treinreizen voor beginners van Jan Dijkgraaf

Eerlijk gezegd had ik hem niet zo ingeschat. Leek me een type die zo ongeveer wel vergroeid zou zijn met het leer van de bestuurderstoel van zijn dikke Volvo V50. Zeker, ik heb weleens terloops een column van hem gelezen. Beetje pedanterige toon, ik schatte hem vrij rechts in.

Niet wetende van zijn boek waarin hij de thuisvakantie prijst. Al moet je er volgens hem wel iets meer van maken dan 14 vrije zaterdagen. Met de tent in de tuin is mijn ultieme droom als ik straks een huisje op wat meer grond heb dan de huidige schaarse vierkante meters.

Hij heeft ook een boek voor treinreizigers geschreven. Het is het verslag van een jaar lang treinen door Nederland. Jan Dijkgraaf laat de auto staan en kiest voor de trein. Een abonnement (helemaal OV, inclusief fiets) ter waarde van bijna 7.500 euro.

Van Maastricht tot Groningen reist hij en van Vlissingen tot Den Helder. Al is het voor een lunch, hij reist al deze afstanden in het Openbaar Vervoer dat hij vanaf 21 oktober 1981 – na het halen van het rijbewijs – heeft afgezworen.

Nu reist hij er vrijwillig in. En het experiment bevalt hem zo goed dat hij er zelfs een lovend boek over schrijft: Treinreizen voor beginners, Het is een feest op het spoor als je het wilt zien. Een goudeerlijk boek voor autorijders, maar ook voor fervente treinreizigers. De 1e groep krijgt een mooi alternatief te lezen, de 2e groep zal zich vooral herkennen.

Je kunt je uren in de trein heel nuttig besteden. Is het niet aan lezen of werken, dan wel aan slapen of om je heen kijken. Dingen die je allemaal niet kunt doen in de auto.

Want wie het wil zien, krijgt in de trein elke keer weer een prachtige voorstelling voorgeschoteld van al het leuke en rare en foute dat ons land aan mensen te bieden heeft. Dat kost een paar centen, ja. Maar dan heb je ook wat. (13)

Inderdaad, geeft Jan Dijkgraaf een intrigerend kijkje in de belevingswereld van de treinreiziger. Het is een minimaatschappij dat daar op wielen door Nederland rijdt. Met zijn eigenaardigheden en vreemde vogels. Een prachtige plek om te vertoeven.

Jan Dijkgraaf: Treinreizen voor beginners, Het is een feest op het spoor als je het wilt zien. Meppel: Just Publishers, 2016. ISBN: 978 90 8975 8316. Prijs: € 14,95. 217 pagina’s.

16 september 2017

Treinliefhebber

Verderop op zijn reis in Een klein eiland treft Bill Bryson een treinliefhebber aan in de trein. Heel vreemd begint deze tegen hem te praten. Iets dat hij vooral leest in de boeken van Paul Theroux, maar zelf gelukkig nooit zo ervaart.

Tot deze man tegenover Bill Bryson hem betrapt op het lezen van Kingdom by the Sea. Het blijkt een treinliefhebber te zijn die heel stellig is over de deskundigheid van de beroemde schrijver van treinreizen door Azië, Latijns-Amerika en China:

‘Die Thoreau.’ Hij knikte in de richting van mijn boek. ‘Weet helemaal niets van die treinen af. Of hij houdt zijn mond erover.’ Hier begon hij hartelijk om te lachen en vond het zo grappig dat hij het nog een keer zei, waarna hij met zijn handen op zijn knieën bleef zitten glimlachen alsof hij zich trachtte te herinneren wanneer hij en ik voor het laatst zoveel lol hadden gehad. (276/7)

De reiziger tegenover Bill Bryson probeert hem duidelijk te maken dat Paul Theroux geen benul heeft waarover hij schrijft. Zo weet hij in de Grote spoorwegcarrousel niet eens welke locomotief er voor de trein van de Delhi Express rijdt.

Dan begaat Bill Bryson een stomme zet. Hij vraagt de man of hij van treinen houdt. De rest van zijn reis krijgt hij een uitvoerig onderhoud over alle soorten treinen, merken en serienummers die er op de wereld rijden. Zo hoort Bill Bryson precies de afleverdatum waarop het treinstel waarin ze rijden is opgeleverd.

Bryson is dan ook ontzetten blij als zijn reisgezel de trein verlaat. De resterende tijd van zijn reis, kan hij niet veel anders dan de klinknagels tellen.

Bill Bryson: Een klein eiland. Oorspronkelijke titel: Notes from a Small Island. Vertaald door Suzan de Wilde. Amsterdam: uitgeverij Contact, 1999. ISBN: 978 90 254 9989 9. 400 pagina’s. Pandora Pocket.

15 september 2017

Bill Bryson over Paul Theroux

Onderweg door Engeland in Een klein eiland refereert Bill Bryson regelmatig naar zijn landgenoot Paul Theroux. De schrijver van veel reisboeken heeft ook een trip door Engeland gemaakt in Kingdom by the Sea, vertaald als Het drijvende koninkrijk.

Al wandelend langs de Engelse kust merkt Bill Bryson dat zijn 20 kilometer tussen Lulworth en Weymouth heel wat langer duurt dan het reisboek van Paul Theroux suggereert:

In zijn boek Kingdom by the Sea wekt Paul Theroux de indruk dat je dat met gemak kunt wandelen en dan ook nog rustig uitgebreid theedrinken en de plaatselijke bevolking afkatten, maar hij zal wel beter weer gehad hebben dan ik. (140)

Hij wordt er chagrijnig van dat hij een hele ochtend doet over nog geen 8 kilometer. Als hij dan na uren sjokken doorweekt is, ziet hij daar Weymouth liggen. Hij doet er 2 volle uren over voordat hij de buitenwijken van het stadje bereikt en nog eens een uur voor hij in het centrum staat. Gelukkig valt het plaatsje aan de kust hem best mee.

Lees morgen het vervolg: Treinliefhebber

Bill Bryson: Een klein eiland. Oorspronkelijke titel: Notes from a Small Island. Vertaald door Suzan de Wilde. Amsterdam: uitgeverij Contact, 1999. ISBN: 978 90 254 9989 9. 400 pagina’s. Pandora Pocket.

12 september 2017

Bijzondere vloer

Op zijn reis door Engeland in Een klein eiland doet Bill Bryson ook een bijzondere vloer aan. Het is op heuvel boven Winchcombe. Hier bij een plek die Cole’ Hill heet, moet hij een vrijwel ondoordringbaar bos door. Vooral de braamstruiken beletten zijn doorgang.

Hij is op zoek naar de overblijfselen van een Romeinse villa. Het is een hele zoektocht, waarbij Bill Bryson zich al slaand met zijn stok een weg baant door het kreupelhout. Volgens een vriend moet hier een stuk vrijwel ongeschonden Romeins mozaïek liggen.

Stukje vloer

De anders zo spraakzame Amerikaan, staat er nu met een mond vol tanden. Lange tijd staart hij naar het stukje vloer van anderhalve meter in het vierkant. Beseffend dat wat hij hier ziet, niet gemaakt is om uiteindelijk in een museum terecht te komen:

Omdat het mozaïek nog op zijn oorspronkelijke plaats lag, omdat het niet was afgeschermd met touwen en in een eigentijds gebouw was tentoongesteld, was het nog steeds overduidelijk en schitterend een vloer en niet slechts een amusant kunstig object. (194)

Een vloer om op te staan dus. Hier hebben meer dan 1600 jaar eerder mensen op gestaan. Romeinen met de sandalen aan, in gesprek met elkaar, nippend van een glas wijn. Hij kijkt nog lang vanaf het muurtje waarop hij zit, waarna hij de zakken kunstmest en stenen die erop lagen weer teruglegt.

Hoe anders als bij het andere monument, Stonehenge, waar Bill Bryson opgelucht stelt dat het afgezet is door een touw. Het grote nadeel daarvan is dat het prehistorische monument minder goed tot leven komt. Maar het behoud staat voorop en ik hoop dat dit ook nu nog geldt voor het mozaïek bij Winchcombe in dit rustige hoekje van de Cotswolds.

Lees morgen het vervolg: Bill Bryson over Paul Theroux

Bill Bryson: Een klein eiland. Oorspronkelijke titel: Notes from a Small Island. Vertaald door Suzan de Wilde. Amsterdam: uitgeverij Contact, 1999. ISBN: 978 90 254 9989 9. 400 pagina’s. Pandora Pocket.

11 september 2017

Bedelkerk

Kerken bedelen, stelt Bill Bryson in zijn reisboek Een klein eiland. Al bij de entree staan de grote borden klaar die vragen om een vrijwillige bijdrage. Daarna word je als bezoeker regelmatig herinnerd aan:

Alles bij elkaar telde ik negen verschillende collectebussen tussen de entree en de cadeauwinkel – tien als je die voor de votiefkaarsen meetelt. (116)

Hij schrijft dit over de kathedraal in Salisbury, maar het geldt voor heel veel kerken in Engeland, stelt Bill Bryson. Al is hij zich ervan bewust dat de kerken veel geld moeten hebben om overeind te blijven.

£ 8.000 per jaarEen klein eiland.

En gelijk heeft hij, maar tegelijk zet het mij aan het denken over de openstelling van kerken. Ergens verwacht je dat je geen entree hoeft te betalen, maar het instandhouden van al deze monumenten kost verschrikkelijk veel geld.

Sinds ik dit gelezen heb, houd ik hier extra rekening mee als ik een kerk binnenstap en langs zo’n collectebus loop.

Lees morgen het vervolg: Bijzondere vloer

Bill Bryson: Een klein eiland. Oorspronkelijke titel: Notes from a Small Island. Vertaald door Suzan de Wilde. Amsterdam: uitgeverij Contact, 1999. ISBN: 978 90 254 9989 9. 400 pagina’s. Pandora Pocket.

10 september 2017

Little Dribbling

En dan heb ik nog niet eens verklapt waarom ik eigenlijk Bill Brysons boek Een klein eiland lees. Ik heb namelijk het vervolgboek van Bill Bryson De weg naar Little Dribbling liggen ter bespreking. Enthousiast begon ik eraan, maar bij de inleiding stuitte ik op de reden van dit boek: het 20 jaar eerder verschenen reisboek door Groot Brittannië: Een klein eiland.

De meligheid waarmee hij zijn nieuwe reisboek opent, vraagt om het ter hand nemen van de vorige reis. Het is onmogelijk om deze boeken omgekeerd te lezen, lijkt deze inleiding te willen zeggen. Net als dat je eerste het ene boek besproken moet hebben voordat je het andere alleen al begint te lezen. Het gevaar van de verwarring en het door elkaar hutselen ligt op de loer!

Verzonnen naam

Overigens komt de door Bryson verzonnen naam Little Dribbling uit zijn eerdere Engeland-boek. Daar schrijft hij over de bereikbaarheid in Engeland. Engelsen klagen al steen en been voor een klein autoritje, ze vinden hun land namelijk veel groter dan het is.

Het gesprek gaat er dan over een pietluttig afstandje, dat Engelsen in gesprek met elkaar veel groter maken dan het is. Het is heel erg ver en vergeet alle activiteiten die op het traject plaatsvinden niet. Ze werken vertragend en maken een autoritje van een uur, snel een lange reis:

‘En dan is er dit weekend ook de Great West Steam Rally in Little Dribbling,’ meldt iemand die van het andere eind van het vertrek bij jou komt staan, omdat het altijd leuk is om akelig automobilistennieuws te kunnen brengen. (27)

De plaats Little Dribbling bestaat niet, maar zou natuurlijk zo kunnen bestaan. In het nieuwe reisboek van Bill Bryson maakt hij de rit die hij hier beschrijft. Met minstens evenveel hilariteit waarmee hij in Een klein eiland heel Groot Brittannië doorkruist.

Lees morgen het vervolg: Bedelkerk

Bill Bryson: Een klein eiland. Oorspronkelijke titel: Notes from a Small Island. Vertaald door Suzan de Wilde. Amsterdam: uitgeverij Contact, 1999. ISBN: 978 90 254 9989 9. 400 pagina’s. Pandora Pocket.

09 september 2017

Bill Brysons Een klein eiland

Zo’n boek dat ik al een tijdje in de boekenkast heb staan en waarvan ik weet dat ik het zou moeten lezen. Als ik het dan eindelijk lees, kan ik mijzelf niet begrijpen: waarom heb ik het niet eerder gelezen!

Wat een geweldige reisschrijver is Bill Bryson. Zijn trektocht door Engeland, Een klein eiland is een genot om te lezen. De zelfspot en humor waarin hij zijn reis door Groot-Brittanië beschrijft, zijn onnavolgbaar.

Natuurlijk stuit je ook op de onhebbelijkheden van Bill Bryson. Hij heeft een hekel aan de autisten van de Blaenau Ffestiniog Railway. Zij laten de beroemde stoom trein vertrekken 4 minuten voor de bus aankomt en Bryson 4 uur moet wachten tot de volgende trein gaat.

Ook andere ongemakken meet Bill Bryson uitvoerig uit in zijn reis door Groot Brittannië. Zoals de lelijke gebouwen die Engelsen in hun steden weten te zetten. Elke stad heeft wel zoiets lelijks. Sommige steden zagen er in het verleden heel mooi uit en zijn voorgoed verknalt. In de Victoriaanse tijd moet Engeland er adembenemend uit hebben gezien volgens Bryson. Daar is veel moois van verdwenen.

En dan is er natuurlijk nog de hel van het zoeken naar een goed hotel. Bill Bryson stelt dat zijn vrouw hier een kei in is. Hij niet. Net als dat hij in de supermarkt altijd de verkeerde rij bij de kassa kiest, zo weet hij uit een rijtje hotels perfect de verkeerde te kiezen.

Mijn vrouw kan een rij pensions bekijken en dan direct datgene uitkiezen waar een witharige weduwe met een vriendelijk karakter en een zwak voor kinderen de scepter zwaait en dat sneeuwwitte lakens en fonkelend badkamersanitair te bieden heeft, terwijl ik meestal uitkom bij datgene waar een vent met een inhalige instelling, een peuk op zijn lip en zo’n hoest waarbij je je afvraagt waar hij de fluim laat, de baas is. En ik dat, wist ik akelig stellig, zou vanavond het geval zijn. (281/282)

Inderdaad vindt hij zo’n pension. Niet onvermakelijk natuurlijk. Het zou een saai verhaal opleveren als hij met zijn vrouw zou zijn geweest of haar mooie eigenschap zou hebben gehad. Nu geeft het veel vertier. Waarbij de veel te hoge prijs voor de overnachting samen met de walgelijk smerige koffiepotjes prachtig zijn om te lezen.

Tussen al het gemopper valt het dan op als Bill Bryson onverwacht positief is over een stad. Of als hij na een dag mopperen, de volgende dag ineens de schoonheid van Edinburgh ziet. Dan moet hij wel oppassen in de trein als hij in slaap valt, de kwijl die uit zijn mond valt, zorgt daar voor een groot web van slijm.

Zo rol je van het ene plezier in het andere als je Bill Brysons boek leest. Het stimuleert mij zelfs bij het schrijven. Ik betrapte mij erop dat ik het reisje naar het Muiderslot opeens op eenzelfde manier ging beschrijven. Onhandig, want ik geloof nooit dat ik deze reisheld kan evenaren.

Lees morgen het vervolg: Little Dribbling

Bill Bryson: Een klein eiland. Oorspronkelijke titel: Notes from a Small Island. Vertaald door Suzan de Wilde. 2e druk. Amsterdam: uitgeverij Contact, 1999. ISBN: 978 90 254 9989 9. 400 pagina’s. Pandora Pocket.

08 september 2017

Stilstaan - Saartjes hernia (8)

De patiënt Saartje geneest langzaam maar zeker van haar hernia, maar het gaat langzaam. Elke dag een paar keer de oefeningen en we breiden meer en meer het rondje lopen uit. Daarbij let ik ook goed op. Soms loop ik te snel, als ik dan wat vertraag, zie ik hoe goed de achterpootjes alweer mee kunnen lopen. Ik moet voorkomen dat ze teveel moet huppelen, met haar klik-klakheupjes.

Dat betekent dat we nog een lange weg moeten gaan. Het oude rondje lopen zie ik deze maand niet gebeuren. De spieren van de achterpoten, heupen en rug zijn nog lang niet zo sterk als ze ooit waren. Het lukt bijvoorbeeld nog niet om haar pootje zover op te tillen dat ze over de hoge rand van de mand kan stappen. Saartje heeft er weinig last van, dan laat ze de boel gewoon glijden.

Het beste zagen we het toen we op een avond met de oefeningen, Teuntje de oefeningen lieten doen. Ze wilde ook heel graag op de krukjes. Naast dat Teuntje een veel bewegelijkere teckel is, vond ze het getrek maar helemaal niets. Inge probeerde haar pootje op te tillen, maar dat ging niet zo makkelijk. Ze verplaatste hem steeds net als Inge hem wilde optillen.

Die krachtige rug van Teun in vergelijking met de wiebelige rug van Saartje is dan best confronterend. We zijn er nog lang niet. Al hoop ik nog steeds op een volledig herstel. Volgende week gaan we weer naar de dierenarts. Ik ben ontzettend benieuwd.

07 september 2017

Ikea-catalogus - Tiny House Farm

Een jaarlijks jippie-momentje. Een paar weken geleden zag ik een postbode lopen met een stapel Ikea catalogi. Die stopt er straks 1 in onze bus, dacht ik. Ik werd al blij bij de gedachte aan de ideeën en inspiratie die zou voortvloeien uit de dikke gids.

Tot mijn grote verbazing liep hij ons huisje voorbij. Misschien in een andere zending. Maar hij bleef weg. Een paar jaar terug, sloot Inge zich aan bij de beweging rond Ikea, een familiekaart krijg je dan. En elk jaar de catalogus als eerste in de bus. Dat is alleen in 2014 gelukt. Vorig jaar was het een algemene aan de bewoners van dit adres en dit jaar dus niet.

Tweet

Vorige week informeerde ik eens het grote meubelwarenhuis via Twitter naar de status van de gids. Vreemd, ik moest in een persoonlijk bericht even mijn gegevens melden. Dat deed ik netjes in de hoop dat het mogelijk was alsnog een exemplaar te krijgen.

Mijn gegevens klopten. Dat wist ik zelf ook wel. Maar het nazenden werd heel lastig. Wat de reden was, is mij niet duidelijk. Het kon niet en ik werd boos. Dat moet je natuurlijk niet doen op Social media. Je gaat een gevecht aan met windmolens. En die win je niet.

Of toch wel? Ik schreef nog een Tweet dat het niet kon. Opnieuw vroeg een medewerker van Ikea naar het nummer op mijn klantenpas. Ik antwoordde dat ik al geholpen was. Jammer, maar helaas. Geen gids voor mij dit jaar. Terwijl we serieus bezig zijn met het idee om de keuken straks bij Ikea te bestellen.

Opeens kreeg ik het bericht dat er een paar catalogi waren gearriveerd op de afdeling en ze mij er 1 zouden toesturen. Zo lag zaterdag een gids op mijn mat. Ik heb er heerlijk in gebladerd. Al voelt het een beetje als het jongetje dat de hele tijd heeft zitten dreinen om een ijsje. Als hij dan eindelijk het ijsje krijgt, dan is het opeens niet meer zo lekker.

Oud-papier

Mijn collega’s hadden ook iets opgevangen van de catalogus-discussie. Zodoende kreeg ik er ook nog 1 van hem. Bovendien leverde de post nog een keer de nazending van de Ikea. Nu liggen er hier 3 exemplaren. Van niks naar heel veel. Zo voelt het nu.

Ik vertelde het laatst nog een paar collega’s. ‘Had dat gezegd. Ik heb dat ding allang bij het oud-papier gegooid’, kreeg ik als reactie. Ook zou hij dit jaar niet meer zo inspirerend zijn als voorheen. Om over dat laatste een oordeel te hebben, moet ik hem nog wat beter lezen.

Wel jammer met breedverstuurde post. Als je er behoefte aan hebt, word je in 1e instantie niet geholpen, terwijl een massa de gids bij het oud-papier gooit. Blijf ik bij het idee om hem alleen nog aan mensen te sturen die erom vragen. Maak ze nieuwsgierig, roep de begeerte op en laat ze het hele jaar de papieren gids bestellen via de website.

Eigenzinnige manier

Jarenlang is Ikea geprezen om de bijzondere en eigenzinnige manier van marketing voeren. Sinds ze zich op een andere manier presenteren in de televisiereclames, is dat veranderd. Het begint meer en meer een gewoon bedrijf te lijken. Zo krijgt een mooi bedrijf steeds meer het beeld van een Leenbakker of Kwantum.

Vooralsnog merk ik nog geen verandering bij de producten. Die ervaar ik als uitstekend. En ideeën genoeg. Zoals het idee dat we geen vensterbank nemen, maar gewoon een (boeken)kast onder het raam zetten. Dat idee hadden we al, maar als je het zo ziet, helpt het wel om het ook echt te gaan doen.

05 september 2017

Ruimtelijke ervaring - Evensong (4, slot)

Nu gaat een wereld verder voor mij open. Natuurlijk luister ik weleens naar de vele uitzendingen van Evensongs door het hele land van de BBC. De ervaring van de ruimte, veel mensen die erbij zitten en genieten, helpt mee om de beleving compleet te maken.

Al weet ik zeker dat het anders is als je in een Engelse kathedraal zit. Hier in de Hooglandse kerk is het even Engeland. Al is deze kerk beduidend lichter dan veel Engelse kathedralen.

De muziek van Philip Radcliffe en Sir Edward Elgar doen de rest. Een mooie samenstelling van muziek waarin alle vormen van emoties de ruimte krijgen. Van diep verdrietig tot uiterst vreugdevol en alles wat ertussen zit. Al heerst wel de melancholie op zo’n avond. De beleving van de kerk zorgt voor deze inkeer en moment van bezinning. Daar heb ik geen preek voor nodig.

Bij de afsluitende Organ Voluntary, de gastorganist Martyn Noble bespeelt het Willis organ, dat dit jaar voltooid is. Het is een imposant instrument, met een vol karakter, maakt de Engelse beleving wel compleet. Het is een krachtig instrument, dat een grote klankrijkdom kent.

Het 19e eeuwse karakter is goed behouden gebleven na de vergroting vorig jaar. Al is de afwerking best een beetje potsierlijk, de Oosters aandoende torentjes aan weerszijden van de zijkant, doen een beetje overdreven aan. Het front boven de speeltafel is weer fraai. Net als de gigantische open houten pijpen van de 32 voet.

Bij het teruglopen naar de auto, door het Leiden op een zomeravond, de Haarlemmerstraat, besef ik hoe ik veranderd ben in de loop van de jaren. Op het moment dat ik hier studeerde, moest ik er niks van hebben. Geen kerkdiensten. Zeker ik heb het geprobeerd, maar vond het niet. Teveel gebeurd.

Ik keer toch weer – onbedoeld – terug naar de beleving van vroeger. Al is het anders, rustiger, meer gebalanceerd. Vriendelijker ook. Niet meer dat heftige, maar een moment van bezinning en daarna weer verder. Wilde ik voorheen te vaak in de bezinning blijven steken waardoor het geen bezinning meer was. Nu schudt ik het van mij af en behoud het goede.

Al voel ik mij nog heel sterk verbonden met de student die ik hier in 2002 achterliet. De creativiteit, het schrijven en het vurige verlangen dat hier overal om mij heen was. Nu schijnt alleen de zon en maakt alles van goud. Zo loop ik weer terug naar het heden. Genoeg bezinning. De snelheid van de A4, A10, A1 en A6 brengen mij weer terug naar huis en het nu.

Dit is het slot van een 4-delige blog over de Choral Evensong in de Leidse Hooglandse kerk. Regelmatig zijn deze diensten in de grote stadskerk van Leiden.

04 september 2017

Silence - Evensong (3)

De Evensong in de Hooglandse kerk is aan volle gang. De 2e lezing. Er volgt zo nog 1. Als ik voorzichtig langs de vlonder wil stappen, loopt Hans Brons, cantor van de Leidse Cantorij, streng naar mij toe. ‘Silence’ slist hij mij toe. Ik ben doodstil, gebaar ik. Juist het voorkomen om te stappen op die vlonder, heeft de rust behouden.

Daarom ga ik wat verder van de mensen in het hoogkoor zitten, in de kooromgang zitten op een bijna lege bank. Aan de andere kant zit iemand met een fototoestel naast zich. Af en toe loopt hij weg om een foto te maken.

De Schriftlezing is voorbij, het orgel begint te spelen en het koor zet in. De Engelse Conductor Huw Williams enthousiasmeert het koor. Ze zingen mooi het Magnificat van Kenneth Leighton. Het orgel klinkt goed. Al zit ik aan de zijlijn en niet gunstig ten opzichte van het ‘Father’ Willis organ uit 1891.

Het zweet van het rennen gutst nog langs mijn lichaam en maakt een grote vlek op mijn borst. Rustig blijven zitten en genieten. De volgende lezing uit Handelingen, gevolgd door het Nunc Dimittis. Brede akkoorden. Hard en zacht vullen de ruimte.

De stemmen klimmen omhoog door de gewelven hoog boven ons. En wat schijnt de zon toch schitterend door de Zuidbeuk. De hoge ramen tegenover mij in het koor van de kerk, doen de rest. De hooggotiek, de tijd van het licht. De immens hoge ramen zorgen ervoor. En gewoon genieten.

Waarom is er dan toch weer altijd die preek. Terwijl de kracht van de klassieke Evensongs schuilt in de muziek, de lezingen en het gebed. Daarom verschuif ik mijn gedachten daar in het schrijven van een paar haiku’s over de muziek en de werking en de gewaarwording over vroeger en over nu:

Preken

Voorheen hoogtepunt
de woorden en de duiding
nu het dieptepunt

of

Licht

Kleurt licht de ruimte
geleiden gewelven wit
in Hooglandse kerk

Sinds het horen van de cd met koormuziek van Herbert Howells ben ik heel enthousiast geworden over Engelse koormuziek. Daarvoor moest ik er niet zoveel van hebben. Misschien teveel associatie met Songs of Praise.

Het spel van hard en zacht, afwisseling van brede akkoorden naar eenstemmige zang. De stemmen meegesleurd door de ruimte. Het moet op 1 of andere manier toch in een kathedraal.

De Hooglandse kerk heeft het allemaal. En als de preek geweest is, volgen Preces en Responses van Philip Radcliffe. Schitterend en indringend zo aan het begin van deze zomeravond eind augustus. Ik geniet in stilte en kijk gelijk naar de indringende rug van Hans Brons.

Lees het vervolg: Ruimtelijke ervaring

03 september 2017

Hooglandse kerk - Evensong (2)

Precies 5 uur. Ik moet hollen naar de Hooglandse kerk. Anders ga ik de Choral Evensong nooit halen. En hopen dat de kerk open is. In tempo ren ik onder de Morspoort door. Geen fietspad meer, maar een pad, met een trappetje. Ik zie het allemaal op tijd en spurt van het trappetje in een fraai huppelpasje.

Door de Morsstraat, verder langs de Oude Rijn naar het centrum. Ik weet hetzelfde tempo te blijven hollen. Niet te hard, maar hard genoeg om het vol te houden. De oude route van weleer die ik op mijn oude bruine Gazelle altijd fietste door de stad. Over de voetgangersbrug, langs de De Waag en V&D.

Het antiquariaat dat al jaren te koop staat, waar een scene van Discovery of Heaven is opgenomen. De hele avond van de scene zat ik in het aangrenzende café met de veelzeggende naam Van Engelen. De boekwinkel ziet er sleets uit. De winkelpui is al jaren niet meer geschilderd. Zon en regen hebben hun effect op het hout. Je herkent er bijna niet meer de boekwinkel in uit de film. Verder langs de Nieuwe Rijn, in de richting van de Hooglandse kerk.

Blijft imponerend dat dwarsschip en koor. Hoog boven de huizen uit torent het. Een poging om er een bisdom te huisvesten mislukte in de 14e eeuw. Haarlem won. Het schip van de kerk is daarmee in het midden altijd laag gebleven. Maar desondanks een prachtige kerk.

Ik ben ontzettend blij dat de kerk open is. Schuifel voorzichtig naar binnen. Op de tafel ligt nog precies 1 programmaboekje. Ik loop verder. Er is een Schriftlezing, zo te horen uit een Koningenboek. De profeet Elia komt erin voor. Ik wil bij de groep mensen zitten, niet zover weg in het schip. Het koor staat midden in het koor. Op zijn Engels. In evenwijdige rijen en op krukjes bij gebrek aan de verhogende koorbanken.

Lees het vervolg: Silence

02 september 2017

Choral Evensong in Leiden

Orgel gespeeld in Noordwijk, lopend over het strand en turend naar het onzichtbare eiland in het verre westen, schiet mij te binnen dat Leiden niet ver van Noordwijk ligt. En op zondag is er af en toe een heuse Evensong in Engelse stijl.

Ik fietste er vroeger soms naar Noordwijk, meestal ’s avonds, om even de zee te zien. Altijd via Valkenburg, scherend langs Wassenaar sloeg ik net op tijd af in de richting van Noordwijk. De tocht viel altijd weer een beetje tegen.

Snel op mijn mobieltje kijken of dit vanavond het geval is. Inderdaad. Het is het geval, maar de dienst begint al om 17.00 uur en het is nu iets voor half 5. Snel verder lopen over het strand in de richting van de auto die ik een eind van de kerk moest parkeren omdat de parkeerplaats voor de organist bezet was.

Als ik wegrijd is het al veel te laat. Bovendien is het straatje waar de auto staat veel te smal om te keren. Ik moet naar het eerste luxe huis en pak de oprit om te keren. Bij het afslaan naar de grote weg, beletten fietsers mijn zicht. Natuurlijk geen handen uitsteken als je afslaat. Een hinderlijke eigenschap van vrijwel elke fietser.

Zo rij ik volgens mij veel te hard van het duin af, Noordwijk uit. De helling en de frustratie vanwege de fietsers helpen niet mee. Zodoende rij ik even later precies de weg die ik vroeger fietste naar Leiden. Daar ligt het vliegveld Valkenburg. Naast de weg ligt de dijk waarop het trammetje nog veel vroeger reed.

Het is er allemaal niet meer. Nu is er een grote colonne in de richting van Leiden. Het kost veel te veel tijd om in Leiden aan te komen. Parkeren is dan ook nog eens een kunst. Ik wil eigenlijk geen parkeerkosten maken, daarom zoek ik een plekje in de Mors.

Gelukkig is het hier vrij parkeren op zondag. Ik zie het te laat, anders had ik wel een paar honderd meter meer in de richting van de Morspoort kunnen parkeren.

Lees het vervolg: Hooglandse kerk

01 september 2017

Umami

Een Japans aandoende naam: Umami. Het is een smaak. De naam is ontleend aan het Japans. Daarom roept het zien van deze boektitel een Japanse associatie bij mij op. Umami is de 5e smaak die je kunt proeven naast zoet, zuur, zout en bitter.

Umami roept een hartige associatie op. Het ligt wel in de lijn van het zout, maar is een heel eigen smaak. Ook pas later ontdekt en als zodanig onderscheiden van de andere 4 smaken.

De roman Umami van de Mexicaanse schrijfster Laia Jufresa doet zeker zijn naam eer aan. Haar boek beschrijft de levens van de families die wonen in een hofje waarvan de 5 huizen allemaal de naam van een smaak dragen.

Op het dak van het huis van de eigenaar zijn de appartementen gegroepeerd rond een smal gangetje met een klok in het midden. Het gangetje ademt een heel eigen sfeer door het poortje bij de ingang. De bewoners leven met elkaar en delen allemaal een stuk verlies. Zo is een gezin een kind verloren, de eigenaar van het complex is zijn vrouw verloren en een gezin mist hun moeder.

De verhalen kringelen om elkaar heen als de smaken bij een goede maaltijd. Het boek bestaat uit 4 delen, verdeeld over de jaren 2004, 2003, 2002, 2001 en 2000 vertellen de verschillende personages hun verhalen en de verhalen van de ander. Zo ontdek je als lezer langzaam de hiaten.

Het lezen van het boek lijkt daarmee ook op een reconstructie. Je probeert te achterhalen wat de verschillende bewoners hebben meegemaakt. Maar je ontdekt ook hoe ze over elkaar denken. Het werkt soms best verwarrend en geeft je soms ook een onbestemd gevoel. Is moeder nu weg of is ze toch ineens teruggekomen?

De roman is daarmee niet alleen een smaakmaker, maar ook een raadselachtig boek. Elke jaar zijn eigen verteller. Je ziet alle gebeurtenissen in het hofje door alle ogen. Zo hoor je ergens het verhaal door het meisje Ana. Lees je verderop een opmerking van buurvrouw Marina over haar dikke, verwende buurmeisje.

Marina gaat toch, om te roken op de zeldzame ogenblikken dat de kinderen alles drie voor de tv zitten. Ze moet het stiekem doen, want de oudste – een dikkertje van een jaar of twaalf dat praat alsof ze een woordenboek heeft ingeslikt – voert een permanente antirookcampagne. (30)

Verderop vertelt Ana over haar buurvrouw die snoepjes gaf, omdat ze bang was dat ze dik zou worden:

Zelf ben ik daar tegenwoordig ook bang voor, een beetje dan, maar ik kan haar niks vragen want ze stierf drie maanden na mijn zusje. Als ik aan mama vraag of ik dik ben zegt ze van niet, dat het baby fat is, dat ik het vanzelf wel outgrow. (83)

Zo slinger je heen en weer tussen de personages.

Voor mij gaat dat ten koste van het verhaal. Ik raak daarmee veel van mijn nieuwsgierigheid kwijt. Jammer, want het is zeker een roman met veel aspecten en verschillende spanningsbogen. Voor mij verdwijnen deze doordat ik alle kanten slinger tussen de personages.

Laia Jufresa: Umami. Roman. Vertaald door Heleen Oomen. Oorspronkelijke titel: Umami. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2017. ISBN: 978 90 254 4842 4. Prijs: € 21,99. 256 pagina’s. Bestel