30 december 2017

'Just like the old man in that book by Nabobov'

We rijden in de auto naar Veenendaal. Onderweg klinkt de Top 2000. Als we tussen Amersfoort en Barneveld rijden over de spitsstrook, hoor ik een liedje dat een herinnering bij mij oproept.

Het was in de tijd van ons leesclubje Scala Caeli in Leiden. Vooraf staken we elkaar de loef af met een lekkere warme maaltijd. Dit keer waren we bij een medestudent die niet zo goed was in koken. Ze had pizza’s in de pan opgewarmd. De bodem brandde aan. We aten ze met een Coup-a-Soup. Met een glaasje wijn was het best goed te doen.

We lazen boeken uit de wereldliteratuur. Zo kwam Dostojevski voorbij en ook Jack Kerouac. Niet altijd boeken die ik in die tijd mooi vond. Net als dat op een dag Nabokov’s roman Lolita aan de beurt was.

De medestudente moest denken aan een liedje waarin de zanger het volgende zingt:

He starts to shake and cough
Just like the old man in
That book by Nabokov

We luisterden het gedwee tot de zin kwam en gingen daarna verder met de analyse. De helft van de leden van het leesclubje had overigens het boek niet gelezen.

Ik vertel het verhaal terwijl we verder rijden. Als ik uitverteld ben, luisteren we naar de tekst. En precies op dat moment klinkt precies die zin. Ik blijk dus gewoon dit nummer te herkennen.

Het is Don’t Stand So Close to Me van The Police. De tekst is door de zanger Sting geschreven. Het gaat over een leraar die verliefd wordt op een minderjarige leerlinge. Hij verzucht dat ze niet zo dicht tegen hem aan moet staan. Een tekst die mogelijk ook autobiografisch is. Sting is leraar geweest.

Blijk zelfs als het om populaire muziek gaat over een muzikaal geheugen te beschikken. Het nummer staat op plek
1623 van de Top 2000. De gebeurtenis is al een paar dagen geleden.

29 december 2017

Kathedraal als schild

In Victor Hugo’s roman De klokkenluider van de Notre-Dame is de kathedraal een afspiegeling van de misvormde Quasimodo. De kerk die als een jas gegoten om Quasimodo past.

De beschrijving die de verteller geeft, laat dat ook zien. De kerk beweegt ook mee in de emoties van de klokkenluider. Er is een interactie tussen de Notre-Dame en Quasimodo:

Tussen hem en de kerk bestond zo’n diepe, instinctieve sympathie, zoveel magnetische aantrekkingskracht, zoveel stoffelijke verwantschap, dat hij er in zekere zin mee verbonden was als de schilpad met zijn schild. De kathedraal was zijn schild. (170)

Net als zijn geest, is het gebouw kronkelig en grillig. Donker en onrekenbaar. Niet te vatten en geheimzinnig. Het verhaal van de klokkenluider is daarmee prachtig verwoord in het gebouw. De kathedraal is niet in te nemen en Quasimodo gebruikt het gebouw als zijn schild. Om zich te beschermen tegen de harde buitenwereld.

Juist de organisch gevormde kathedraal waar veel bouwmeesters na elkaar hebben gewerkt, vormt de unieke bescherming voor de buitenwereld. Hier ziet ook de schoonheid in verborgen. De mooiste mens in deze roman van Victor Hugo is de misvormde mens Quasimodo. Het is de laatste persoon waar je bang voor zou moeten zijn. Hij vecht tegen onrecht en volgt zijn hart.

Victor Hugo: De klokkenluider van de Notre-Dame. Oorspronkelijke titel: Notre-Dame de Paris [1832]. Vertaald door Willem Oorthuizen met een nawoord van Jan van Aken. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep, 2011. ISBN 978 90 253 6872 2. 576 pagina’s. Prijs: € 35.Bestel

26 december 2017

Het boek als kathedraal

In Victor Hugo’s roman De klokkenluider van de Notre-Dame bespreekt de verteller de schoonheid van de kathedraal. Hij merkt op dat dit soort bouwwerken voor de eeuwigheid niet meer opgeworpen kunnen worden. Is de architectuur in onze tijd nog te redden, vraagt de verteller zich af in het 2e hoofdstuk van het 5e boek. Wie gaat het overleven: de architectuur of de boekdrukkunst? In een essay-achtig hoofdstuk vergelijkt de verteller de bouwkunst met de boekdrukkunst.

De boekdrukkunst. Vergis u niet, de architectuur is dood, onherroepelijk, gedood door het gedrukte boek, gedood omdat zij minder lang standhoudt, gedood omdat zij meer kost. Elke kathedraal is een miljard. Bedenk dan maar wat voor schatten nodig zouden zijn om het boek van de architectuur te herschrijven; om de aarde opnieuw te overdekken met duizenden bouwwerken; (214)

De verteller geeft hier een toelichting op de opvatting van de aartsdiaken die voorspelt dat het boek het bouwwerk zou doden. De kathedraal is een onovertroffen bouwwerk. De hedendaagse architectuur verkeert in crisis, stelt de verteller. Hier kan alleen nog het boek tegenop. Het verhaal van De klokkenluider van de Notre-Dame vormt zelf een monument zoals de kathedraal zelf.

De verteller verfoeit de hedendaagse bouw. Het bouwen lukt niet meer. Er kan alleen maar teruggevallen worden op de klassieken, waarbij Griekse frontons worden ingevoegd in Romeinse en omgekeerd. Hij kan alleen maar verzuchten:

De bouwkunst is alleen nog vel over been. Zij verkeert in doodstrijd. (213)

De verteller heeft ergens wel gelijk. Al is het respect voor de middeleeuwse kathedralen sinds de verschijning van Victor Hugo’s roman De klokkenluider van de Notre-Daem enorm toegenomen. Dankzij de roman, dit boek hebben mensen weer veel aandacht gekregen voor dit bijzondere gebouw.

En die werking gaat door tot in onze tijd. Ondanks alle latere bewerkingen die niet altijd een verbetering van het origineel vormen, hebben ze ook een bijzondere uitwerking.

Voor de noodzakelijke restauratie van de kathedraal wordt gekeken naar Amerikanen. Ze zijn zo onder de indruk van de kerk in de tekenfilm van Disney, dat ze maar al te graag hun geld neertellen om het gebedshuis te redden voor het nageslacht. Beyoncé en haar man rapper Jay Z schijnen door de film ware fans van de kathedraal te zijn.

Victor Hugo: De klokkenluider van de Notre-Dame. Oorspronkelijke titel: Notre-Dame de Paris [1832]. Vertaald door Willem Oorthuizen met een nawoord van Jan van Aken. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep, 2011. ISBN 978 90 253 6872 2. 576 pagina’s. Prijs: € 35.Bestel

25 december 2017

De klokkenluider van de Notre-Dame

In mijn speurtocht naar romans over kathedralen kreeg ik van de schrijver Jan van Aken het advies om De klokkenluider van de Notre-Dame te gaan lezen.

Er bestaat eigenlijk geen beter boek over kathedralen, schreef hij. Hij wees mij op de uitgave van Atheneum waar hij een nawoord voor schreef. Ik keek vreemd op om dit boek te gaan lezen. Mogelijk dat de Disneyfilm mij teveel in de weg staat.

Het lezen van dit boek laat mij wel zien waar Jan zijn inspiratie vandaan haalt als het om zonderlinge figuren gaat. De roman van Victor Hugo zit er boordevol mee.

Het is een indruk bij al die andere indrukken, want ik ben buitengewoon getroffen door deze roman van Victor Hugo. Hoe de beeldvorming van Disney en andere bewerkingen van deze klassieker je in de weg kan staan. Het is namelijk een heuse belevenis om deze roman te lezen.

Het verhaal speelt in 1482 en begint op Driekoningen én het Narrenfeest op 6 januari. Ook in het verhaal staat de kathedraal er al vele jaren.

De verschuiving in perspectief geeft deze roman heel veel spannende momenten. Het verhaal verschuift mee, maar voor mijn idee speelt het vooral rond de 2 personen Quasimodo en Esmeralda. Beide wisselkinderen zullen elkaar uiteindelijk vinden, al is het einde ontluisterend.

Victor Hugo bouwt in zijn roman een mooie spanning op. Het is een indrukwekkend relaas van een onmogelijke liefde en een onbereikbare vrouw. De Notre Dame van Parijs speelt daarbij een essentiële rol. Ze spiegelt vaak de karakters en soms laat ze het tegenovergestelde zien. De zielen in de kerk geven weer hoe de kerk standvastig en zelfverzekerd staat.

De hoofdpersoon Quasimodo kronkelt naar lichaam en geest door de krochten van dit godshuis. De klokkenluider maakt op mensen vrijwel dezelfde ondoordringbare indruk als de kathedraal:

Zo kwam het dat hij langzamerhand, door zich voortdurend in samenhang met de kathedraal te ontwikkelen waar hij in leefde, in sliep en bijna nooit uitkwam en waar hij van uur tot uur de geheimzinnige invloed van onderging, op haar begon te lijken, er zogezegd mee vergroeide, er een wezenlijk onderdeel van ging vormen. (171)

De kathedraal en haar klokkenluider vormen een eenheid. Ze zijn in elkaar versmolten zoals een senioren-echtpaar. Ze zijn zo in elkaar versmolten dat je ze afzonderlijk niet meer herkent.

Daarbij is het verhaal is ook gewoon spannend en meeslepend. Het verhaal van Esmeralda die alle mannenharten sneller doet kloppen. Het is een vrouw die mannen vervoert en tot rare daden in staat stelt. Dat is het verhaal van De klokkenluider van de Notre-Dame waarbij de kerk meer is dan een decor.

Lees het nawoord Jan van Aken

Victor Hugo: De klokkenluider van de Notre-Dame. Oorspronkelijke titel: Notre-Dame de Paris [1832]. Vertaald door Willem Oorthuizen met een nawoord van Jan van Aken. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep, 2011. ISBN 978 90 253 6872 2. 576 pagina’s. Prijs: € 35.Bestel

24 december 2017

Bijzondere boeken gelezen in 2017

Ik heb veel gelezen in 2017. Misschien wel meer dan in de jaren hiervoor. Er zaten enkele klassiekers bij, zoals Zen en de kunst van het motoronderhoud van Robert M. Pirsig. Ook las ik verder in Jan Cremers werk, waaronder Ik Jan Cremer 2. Of wat te denken van de klassiekers De klokkenluider van de Notre-Dame van Victor Hugo of Umberto Eco’s Slinger van Foucault.

Heerlijk om van die klassiekers te lezen. Ik ben het zeker ook voor 2018 van plan. Al merk ik zelf meer en meer dat het moeilijker lijkt te worden over de boeken te schrijven. Ik loop vast in de besprekingen en de statistieken vertellen dat ik er moeilijk nieuwe lezers mee kan bereiken. Voor het eerst sinds jaren zie ik geen groei meer het bezoek aan mijn blog.

Zoekend naar nieuwe wegen, ben ik deze dagen druk aan het nadenken. Wat zou ik kunnen overwegen. Het project rond Dante maak ik met veel passie en liefde, maar ik merk dat ze weinig gelezen worden. Net als de vele boekverslagen, zijn het niet de artikelen waar ik het van moet hebben. Ik probeer hier de uitdaging te vinden. Moet ik ergens anders over schrijven of moet ik gewoon doorgaan waar ik mee bezig ben?

De grote ontdekking voor mij in 2017 is Bill Bryson. Deze Amerikaanse Engelsman had ik nog niet gelezen. Al ben ik een fan van die andere Amerikaan die veel over Engeland schreef en die er ook een tijdje woonde: Paul Theroux.

Bill Bryson is totaal anders. Hij is niet te vergelijken. Hij bezit een buitengewone humor. In zijn boeken over Engeland Een klein eiland en De weg naar Little Dribbling, Een reis door Groot-Brittannië overtreft hij die andere Amerikaanse Engelandreiziger. Hij speelt in zijn boeken over Engeland ook gekscherend met Paul Theroux.

Niet te vergelijken die 2. Al had ik een jaar of 5 geleden een valse start gemaakt met Bill Bryson. Ik probeerde zijn Een kleine geschiedenis van bijna alles te lezen, maar kwam er niet door. Saai, doodsaai. Ik heb het boek nog niet opnieuw ter hand durven nemen. Al weet ik dat de cabaretier Sylvester Zwaneveld een mooie voorstelling over dit boek heeft gemaakt afgelopen jaar.

Daarmee is 2017 weer een jaar geworden met bijzondere ontdekkingen en leeservaringen. Lezen blijft een heerlijke bezigheid. Het haalt je even uit de dagelijkse beslommeringen en helpt je om de drukte uit je hoofd te zetten. Dat gevoel om even helemaal uit het hier en nu te stappen en weg te dromen in het verhaal. Daarmee lijkt lezen inderdaad nog het meeste op dagdromen. Je bent even helemaal weg.

Al merk ik dat het schrijven over boeken me hier ook bij kan helpen. Het is heerlijk om je gedachten te ordenen door over het boek te schrijven. Al merk ik dat ik meer en meer verder in een ander boek wil duiken. Of het een gevolg is van de drukte, weet ik niet. Het valt me op.

23 december 2017

Muziek in 2017 - overzicht

2017 loopt op zijn eindje. Daarom de komende periode een paar jaaroverzichten. Wat heeft 2017 mij muzikaal gebracht?

Een bijzonder jaar. Ook muzikaal gezien. Weer een beetje het concertbezoek opgepakt. Hoogtepunten zijn wel de jubileumconcerten rond Bert Matter en Jan Welmers. Bert Matter kreeg een concert van zijn leerlingen aangeboden. Jan Welmers kreeg maar liefst 10 concerten aangeboden.

10 verjaardagsconcerten

Van die 10 heb ik er 3 van bezocht, alledrie in de Domkerk. Heel mooi om zo weer mijn voorliefde voor moderne orgelmuziek op te frissen. Zelf mocht ik ook eindelijk weer de klavieren beroeren. Ik heb genoten in juli en augustus om te spelen in Noordwijk.

Daarnaast blijf ik vooral genieten van mijn eigen harmonium. Er zijn wel 4 harmoniums verkocht het afgelopen jaar. Een flinke verschraling in het muzikale aanbod.

Ik mocht gelukkig een paar mooie concerten meemaken:

Fietsrit naar 2 orgelconcerten

Genoten van de fietsrit die ik op 19 augustus heb gemaakt, fietsend langs Hilversum en Maartensdijk. De terugweg gepakt langs de Vecht en zo kronkelend naar huis gereden. Een flinke afstand, maar wel heel erg mooi. Die dag maar liefst 2 orgelconcerten bezocht. En dat was erg genieten. Eerst Toon Hagen in de Nicolaikerk. Mooi verzorgd en gespeeld. De nieuwe ontdekking was Geerten Liefting, prijswinnaar van Haarlem in 2016.

Mijn vuurdoop in het concertgebouw! Dit jaar beleefde ik een schitterend concert met werken van Rachmaninov. Wat heb ik genoten. Ik ben mijn collega Fred nog altijd dankbaar voor zijn uitnodiging.

Orgelcd’s

Ook veel nieuwe cd’s gekocht en beluisterd:

Zijn er een paar dingen die ik in 2018 niet moet missen? Het Orgelfestival in Haarlem? Ik ben nog nooit naar het improvisatieconcours geweest. Daar zou ik toch eens een keer aan moeten beginnen. Ik mis nog steeds de opnames van de laatste keer. Ze zijn nog steeds niet te vinden op internet.

Wat betreft mijn eigen muzikale ontwikkeling: ik ben weer druk aan het studeren op een paar boeiende muziekstukken. Het concert voor Bert Matter met veel minimal music en de werken van Jan Welmers hebben me weer erg geïnspireerd op het gebied van improvisatie. Net als het concert dat Geerten Liefting gaf in de Domkerk.

22 december 2017

Controle - Saartjes hernia (10)

Razendbenieuwd naar de status van Saartjes rug. Vorige week zijn we voor controle naar de dierenarts in Huizen geweest. Hoe gaat het met de rughernia die zich in juli voordeed? We zijn nieuwsgierig of we verder nog vooruitgang kunnen verwachten.

We bezoeken Dierenkliniek Haardstede in Huizen, waar dr. Bavelaar orthomaneel dierenarts is. Ze heeft een nuchtere houding, waarbij ze rekening houdt met het dier. Je kunt een hond met een zwakke rug wel allerlei verboden opleggen, maar een teckel is eigenwijs.

Is het niet linksom, dan proberen ze het wel rechtsom. Het is de charme van het ras, maar voor een goede gezondheid funest. Daarom proberen we te laveren rond het gedrag en het beste voor het dier te doen.

We zijn eerst naar buiten gegaan om een stukje te lopen. Saartje heeft snel de neiging om te gaan huppelen. Haar heupen zijn nog niet optimaal op kracht waardoor ze zo gaat lopen. Ook kan het gebeuren met de kou dat het wat lastiger gaat. Saar is mans genoeg om dan duidelijk aan te geven dat het niet gaat. Ze loopt dan gewoon niet meer.

De dierenarts is erg tevreden. Zeker als je het vergelijkt hoe Saartje een halfjaar terug eraan toe was.

Ze lijkt zelf het minste met haar hernia te zitten, springt thuis gewoon op de bank. Al blijft ze soms halverwege hangen. Dan bengelen de pootjes een beetje. Dat komt omdat er nog wel een zwakke plek zit, bij 1 ruggenwervel. Soms heeft ze een knik in de rug. Wel jammer, maar het had allemaal erger kunnen zijn en Saartje heeft er zelf het minste last van.

Zo gaan we weer opgelucht naar huis. We gaan over een maand of 8 nog een keertje terug om te kijken hoe de knik zich ontwikkelt. En Saartje is weer goed verwend. Ze weet dat als ze gaat blaffen veel kans maakt op wat lekkers. Daarvan heeft ze een heuse sport gemaakt.

Dat soort dingen leert ze heel snel…

19 december 2017

Orgelwerken rond Maria van Tournemire

Er zijn van die verrassingen die je krijgt. Zoals de prachtige cd met werken rond Maria van Charles Tournemire, uitgevoerd door Vincent Boucher. Ik zag hem liggen in de bibliotheek en wist niet wat ik hoorde! Wat een prachtige cd met werken van deze Franse componist. Uitgevoerd door een Canadese organist die in het dagelijks leven in de financiële wereld actief is.

Ik ben gek op Charles Tournemire. Hij weet in zijn orgelwerken altijd een prachtige sfeer los te maken. Als laatste leerling van Cesar Franck vertegenwoordigt hij het werk van zijn meester misschien wel het beste. Tournemire – organist van de Saint Clotilde in Parijs – liet zich inspireren door het Gregoriaans. Op deze cd hoor je dat overal terugkomen.

Is het eerste werk, de Pièce symphonique nog heel sterk geënt op het werk van zijn meester, soms hoor je de gelijknamige van zijn leermeester bijna letterlijk in terug. Tournemire slaat zijn geheel eigenzinnige weg. Het werk uit de L’Orgue mystique, op. 57 getuigt hiervan.

Vincent Bouler speelt 2 missen uit deze reeks, beide volgens de opbouw van een klassieke Gregoriaanse mis met een Introït, Offertoire, Élévation, Communion en Postlude. Pareltjes, stuk voor stuk. Vooral de ingetogen en langere delen spreken mij aan. In het Postlude uit het Office 2 “Immaculata Conceptio B. Maria Virginis” klinken de fluiten tegenover de strijkers, heel melodieus waarbij er meer ontstaat dan de muziek. Prachtig, een dromerige sfeer, die je helemaal vervoert.

Het moet overweldigend zijn geweest om in die tijd naar de Saint Clotilde te zijn gegaan. Ik zou zeker zijn afgereisd. Deze muziek is hemels en vertelt het evangelie op een muzikale manier. Dat bewijst Vincent Boucher ook in zijn uitvoering.

Het orgel waarop hij speelt staat in Canada en is gebouwd door Rudolf von Beckerath in 1960. Het is een monumentaal orgel en staat in een gebouw van kathedraal-formaat. Het instrument bevat veel neobarok-elementen en is ook geïnspireerd op Franse orgels van Cavaille Coll. De tongwerken klinken innemend en zuiver. Het spel van Vincent Boucher is heel overtuigend, soms bijna iets teveel gericht op de perfecte uitvoering.

Wel weet hij met zijn 4e cd met thematische werken van Charles Tournemire – eerder gaf hij muziek rond Pasen en Kerst uit – de muziek mooi geordend bij elkaar te plaatsen. Zo krijgen de hier uitgevoerde 10 korte muzikale schetsen uit de Petit fleurs musicales de aandacht die ze verdienen. De relatie met Maria zorgt ervoor dat de muziek dezelfde sfeer ademt.

Alleen het eerste deel is van een andere achtergrond. Dit muziekstuk geeft de cd vooral een historische lading. Als luisteraar hoe je heel goed hoe Tournemire ook beïnvloed is door zijn leermeester Cesar Franck. Al heeft hij nog geen jaar van hem lesgehad. Je hoort het hoe dan ook overtuigend terug.

Charles Tournemire Complete Orgelwerken Vol. 4, Mariae Virginis.
Tournemire: Twee delen uit L’Orgue mystique op. 55 & 57 – Pièce symphonique op. 16 – Petites fleurs musicales op. 66 – Postludes libres pour les antiennes de Magnificat op. 68. Vincent Boucher (orgel). Opname: febr. 2016 & jan. 2017, Oratoire Saint-Joseph du Mont-Royal, Montréal.
Atma ACD2 2473 68 minuten. Prijs: € 16,48.Bestel

18 december 2017

De ideale stad

Nabiel is op zoek naar de ideale stad zoals de Perzische schrijver Al-Farabi dit verwoord heeft. Hij verwacht in Brussel deze stad te vinden, maar als hij een aftands appartement krijgt in de Brusselse wijk Schaarbeek, valt het hem vies tegen.

De ideale stad is volgens Al-Farabi een stad in harmonie. Net als de muziek. Voor de hoofdpersoon Nabiel is de link eenvoudig te leggen van de stad naar de muziek. De stad als muziekstuk waarin alle verschillende mensen een eigen stem hebben. Een muziekstuk dat daarmee in harmonie is.

Hierbij speelt de herhaling zoals in het Arabeskmotief in de muziek een belangrijke rol. De verteller haalt hier de Perzische schrijver, dichter en denker opnieuw aan:

Nabiel werd zich bewust van een inzicht dat hij ontleende aan al-Farabi’s idee dat Arabische muziek was gebaseerd op herhaling, namelijk dat het Arabische arabeskmotief niet een pure ornamentele vorm was, met ontelbare variaties en curven, maar verderging en verbonden was met de mentale visie van de Arabieren op tijd als circulair fenomeen dat het universum beheerste. (57)

De herhaling speelt zo ook mee in de roman De wolkenmuzikant van Ali Bader. Het is een prachtig verhaal met een interessante parallel tussen Bagdad en Brussel. De steden liggen in elkaars verlengde en de verhalen herhalen zich. De nieuwe wijk waar Nabiel belandt, is in veel opzichten een herhaling van de wijk waaruit hij gevlucht is.

Daarna probeert Nabiel de stad te lezen als een boek. Hij bezoekt de cafés en kijkt vanuit het caféraam naar alles wat er langskomt aan studenten, actrices, prostituees, omroepsters en zelfs politiemannen.

Ali Bader: De wolkenmuzikant. Uit het Arabisch vertaald door Richard van Leeuwen. Amsterdam: Uitgeverij Jurgen Maas, 2017. ISBN: 978 94 91921 32 2. 107 pagina’s. Prijs: € 16,95..Bestel

17 december 2017

Immigrant

In zijn roman De wolkenmuzikant schrijft Ali Bader over de Irakese cellist Nabiel. Nabiel merkt ergens op dat hij in Brussel in een lastige positie terechtkomt. De Belgen mogen alles zeggen over hun land, ook in negatieve zin. Maar zodra hij als vluchteling iets negatiefs zegt, krijgt hij kritiek.

Ze hielden van je als je van hun land hield, maar als je net als de Belgen je afkeuring uitsprak over hun land, dan viel er een ijzingwekkende stilte en zeiden ze tegen je: ‘Je mag je gelukkig prijzen dat je hier bent. In een ander land zouden ze je terugsturen naar de hel waar je vandaag gevlucht bent.’ (92)

Hij moet niet klagen. Hij moet gelukkig zijn dat hij hier mag wonen. In een vrij land en dat hij mag zeggen wat hij wil. De arrogantie die hieruit spreekt vanuit de Belgen. Zij mogen wel alles vinden van hun land, maar een buitenstaander moet niet klagen en alles maar slikken.

Een mooie vergelijking van de verteller. Je kunt de lijn in 1 keer doortrekken naar Nederland waar eenzelfde klimaat heerst. Asielzoekers vluchten uit een benarde situatie, maar krijgen in het land waar naartoe ze gevlucht zijn evenmin een volwaardige status.

Een pijnlijke gewaarwording. Een kijk op onze samenleving vanuit een vluchteling is meer dan welkom en helpt ons ook om beter naar onszelf te leren kijken.

Ali Bader: De wolkenmuzikant. Uit het Arabisch vertaald door Richard van Leeuwen. Amsterdan: Uitgeverij Jurgen Maas, 2017. ISBN: 978 94 91921 32 2. 107 pagina’s. Prijs: € 16,95..Bestel

16 december 2017

De wolkenmuzikant

Een verrassend boek is de roman De wolkenmuzikant van Ali Bader. De Iraakse schrijver vertelt het indrukwekkend verhaal over de cellist en vluchteling Nabiel.

Nabiel woont in Bagdad, maar merkt dat zijn levensstijl meer en meer in conflict komt met zijn omgeving. Ze willen dat hij een vroom leven lijdt en stopt met drinken en muziek maken. Het levert een dramatisch tafereel op waarbij militairen Nabiels cello vernielen. En hij gedwongen wordt om geld te betalen voor de moskee.

Hij vlucht. Een barre tocht door Azië en Europa. Zijn reis eindigt in Brussel, in de wijk Schaarbeek. De wijk is mogelijk nog sjofeler dan waar hij in Bagdad woonde. Hij wordt omringd door Turken en Marokkanen, die er net zulke strenge idealen op nahouden als de mensen in Bagdad.

Ook hier geen drank en muziek. Ook hier vragen zijn buren hem om een bijdrage voor de te bouwen moskee. De sfeer is er zelfs grimmiger dan in de stad waaruit Nabiel gevlucht is.

‘Ah, een cello… Wil je soms muzikale begeleiding bij de pornofilm die je met je vriendin opvoert?
Eém klap. Zijn bril vloog door de lucht en viel op de stoep. De vuist van een smid, dacht Nabiel bij zichzelf. D|e klap kwam tussen zijn ogen en hij kon niets zien. De twee andere mannen pakten zijn instrument, sloegen het kapot en gooiden de stukken op de grond. (74/75)

In Bagdad stonden de buurtbewoners er nog bij te lachen. Hier weet hij te ontkomen uit de klauwen van zijn gevaarlijke buurman, ‘de Turk en zijn kornuiten’. Het instrument verwoest, moet Nabiel de muziek weer missen.

Nabiel probeert de ideale stad van de Perzische schrijver Al Farabi te vinden, maar vindt deze niet in Schaarbeek. De wijk waar zijn vriendin woont, biedt meer kans, maar ook hier vindt hij moeilijk zijn weg.

Alleen door in de huid te kruipen van zijn vijand, vindt Nabiel een evenwicht in de Westerse wereld die hij in Irak zo idealiseerde. Hij is van zijn stuk gebracht door de ervaringen in Brussel. Alleen de muziek kan hem helpen, maar dan moet hij weer een nieuwe cello zien te kopen.

De lezer blijft onthutst achter in de verwarring die de verteller heeft gezaaid. In mijn beleving is het verhaal niet af en het einde dat er nu is, te open. Zo’n adembenemend verhaal als het verhaal van de Irakese cellist Nabiel vraagt om een afsluiting in harmonie.

Ali Bader: De wolkenmuzikant. Uit het Arabisch vertaald door Richard van Leeuwen. Amsterdam: Uitgeverij Jurgen Maas, 2017. ISBN: 978 94 91921 32 2. 107 pagina’s. Prijs: € 16,95..Bestel

15 december 2017

De steppewolf

De roman Zen en de kunst van het motoronderhoud brengt mij bij de Steppewolf van Hesse. Niet zozeer omdat het boek van Hermann Hesse zo vaak genoemd wordt, meer omdat de verteller in het boek van Robert M. Pirsig regelmatig spreekt over de steppewolf. In mijn ogen een regelrechte verwijzing naar het beroemde boek van Herman Hesse.

Het boek van Hermann Hesse, geschreven in 1927 behandelt een boeiend thema en heeft daarin veel overeenkomst met het boek van Pirsig. Al is de roman Zen en de kunst van het motoronderhoud breder opgezet en behandelt een groter mondiaal verhaal dan Hesse in zijn roman bereikt.

De Steppewolf refereert naar de nieuwe bewoner van de gemeubileerde kamer op zolder die de tante van de uitgever van het boek verhuurt. Daarmee opent de raamvertelling, gevolgd door de notities van de steppewolf, de heer Haller die de kamer bewoont.

Het verhaal draait voornamelijk over de zin van het leven en waarom je zou doorleven. Het thema van zelfmoord sijpelt overal wel door het verhaal heen. Het zoekt naar de zingeving van het leven en verwijst ook meteen naar de zinloosheid van het bestaan. Waarom zou je alles weten wat je weet en doen wat je doet.

Een lastig thema waarin je als lezer ook kunt verzanden in het meezoeken naar het antwoord op deze vraag. Dat is lastig. De steppewolf in je, verstopt zich dikwijls en wil zich niet altijd in vol ornaat aan je laten zien. Daarmee sluit de thematiek mooi aan op de roman van Robert Pirsig.

De roman van Hesse treft mij niet zoals bij voorbeeld Narziss en Goldmund dat wel bij mij doet. Het verhaal vind ik niet ijzersterk en het oogt ook te vaak als een vorm van drammen naar iets waarvan het antwoord altijd verschilt per mens maar ook per situatie. Je kunt hierop niet eensluidend een antwoord geven.

Hermann Hesse: De steppewolf. Roman. Oorspronkelijke titel: Der Steppenwolf. Vertaling Pieter Grashoff. Elfde druk. Amsterdam: Uitgeverij De Bezige Bij, 1977 [1970]. ISBN: 90 234 1123 4. 208 pagina’s. Prijs: € 17,50.Bestel

12 december 2017

Bloembollen

In Dagboek van een provincievrouw zitten een paar terugkerende elementen die erg grappig zijn. Het literaire clubje waar de hoofdpersoon onderdeel van probeert te worden, bijvoorbeeld. Of de bloembollen waarmee het Dagboek al opent.

Ze staan in de potten voor het raam, maar de hyacinten willen niet uitkomen. Lady Boxe heeft er meteen al opmerkingen over, dat het veel te laat is voor bloemen op pot. Daarna gaat de verhandeling over niet veel meer dan jicht en de domineesvrouw.

De vertelster besluit om de bollen te verplaatsen van de woonkamer naar de kelder. Of nee, toch maar naar zolder. Het blijft donker in de potten, ze komen niet uit.

Ondanks deze ervaring probeert ze het later toch weer. Met nieuwjaar staan ze gigantisch in de weg op het kinderfeestje dat ze geeft.

Aan het eind van het Dagboek bestelt ze de bloembollen eerder. Het wordt een terugkerend fenomeen. Tot grote hilariteit van mij als lezer. Ik kan echt genieten van dergelijke toestanden, waarbij de vertelster steeds in de weer is om mooie potten bloembollen te krijgen in de vensterbank. Bij iedere andere vrouw lukt het, maar bij haar blijft de aarde donker.

Ga naar zolder en inspecteer bloempotten, maar niks te zien. Kan niet uitmaken of ze water nodig hebben, maar denk dat het beter is voor de zekerheid wat te geven. Noteer dit in groene boekje, want ben vastbesloten de hele procedure bij te houden. (159)

In een wereld die beheerst wordt door gesprekken over jicht, de domineesvrouw en het aanstaande huwelijk van het buurmeisje, is het lastig stand houden als je geen bloembollen weet groot te krijgen. Gelukkig is er voor de schrijfster van het dagboek meer om handen als ze de kans krijgt om voor te dragen bij allerlei literaire clubjes in de buurt.

De zinloosheid van het dagboek, die haar man meent te hebben, bewijst de leegte van het bestaan van deze vrouw. Gelukkig schrijft ze door en weet ze daarmee te overleven. Dat de bloembollen niet opkomen, is meer dan logisch.

E.M. Delafield: Dagboek van een provincievrouw. Vertaald uit het Engels door Anne Roetman. Oorspronkelijke titel: Diary of a provincial lady [1930]. Elburg: Uitgeverij Karmijn, 2016. ISBN: 978 9492 168 139. 174 pagina’s. Prijs: € 18,95..Bestel

11 december 2017

Schrijfambities

De schrijfster van Dagboek van een provincievrouw heeft vergaande schrijfambities. Regelmatig stuurt ze iets in voor het literaire tijdschrift. Ze slaagt er niet altijd in om iets te winnen. Tot haar grote ergenis. Zeker ook omdat er andere kapers op de kust zijn.

Het is maar moeilijk om het op te boxen tegen al die andere dames die het bovendien financieel veel minder zwaar lijken te hebben dan de schrijfster van het dagboek.

Vriendin Angela heeft eerder de wedstrijd gewonnen en als de dagboekschrijfster later een gedeelde plek krijgt, stuurt Angela de volgende reactie terug:

Angela schrijft terug dat ze níét aan de wedstrijd heeft meegedaan, want ze vond het een infantiel onderwerp, maar dat ze de kruiswoordpuzzel binnen vijftien minuten had opgelost.
(NB Deze laatste bewering is vrijwel zeker onnauwkeurig.) (49/50)

Heerlijk, de onderkoelde toon waarmee de vertelster zichzelf en haar omgeving beschrijft. Het wekt op de lachspieren, want het is waanzinnig hoe de schijnheiligheid hier aan de kaak wordt gesteld. Het is alleen te vergelijken met een prachtige Britse commedieserie.

Daarmee is mij vrijwel meteen vanaf het begin duidelijk waar de inspiratie voor het dagboek van Bridget Jones vandaan komt: overduidelijk van dit boek uit de jaren 1930. De frisse Nederlandse vertaling van Anne Roetman doet de rest. Het is een meesterwerk.

E.M. Delafield: Dagboek van een provincievrouw. Vertaald uit het Engels door Anne Roetman. Oorspronkelijke titel: Diary of a provincial lady [1930]. Elburg: Uitgeverij Karmijn, 2016. ISBN: 978 9492 168 139. 174 pagina’s. Prijs: € 18,95..Bestel

10 december 2017

Dagboek van een provincievrouw

Ver voor Bridget Jones is er al een prachtig dagboek van een vrouw verschenen. De verteller schrijft met buitengewoon veel humor en zelfspot over haar dagelijkse beslommeringen. Ze heeft het zwaar in het Engelse dorpje op het platteland van Devon. Ze weet zich eigenlijk niet zo goed raad temidden van de andere vrouwen uit het dorp.

De lezer kijkt een heel jaar mee van november tot en met oktober. Alles komt voorbij. Naast haar man Robert, komen ook haar 2 kinderen Vicky en Robin aan bod. Ze zitten op de kostschool en zijn daardoor niet de hele tijd aanwezig. Net als de vele clubjes in het dorp en de schrijfambities van de dagboekschrijfster. Ze doet regelmatig mee aan de schrijfwedstrijden voor het literaire tijdschrift waarop ze geabonneerd is.

De financiële situatie van de hoofdpersoon is eigenlijk het hele dagboek door nijpend. Ze heeft niet genoeg geld, moet bezuinigen en brengt steeds haar ring met diamant naar het pandjeshuis. Als ze hem dan net heeft ingewisseld voor geld, haalt ze meteen weer een jurk of iets anders duurs.

Het wekt op de lachspieren zoals de hoofdpersoon zich gedraagt, maar ook hoe ze haar omgeving beschrijft. Zoals haar man Robert. Als hij haar schoolvriendin Cissie Crabbe – ‘die dikker is geworden’ – ophaalt van het station, vraagt de verteller na het avondeten wat hij van haar vindt:

Hij zegt dat hij haar niet lang genoeg kent om een oordeel te hebben. Vraag of hij haar knap vindt. Hij zegt dat hij daar nog niet over nagedacht heeft. Vraag waar ze het onderweg van het station over hebben gehad. Hij zegt dat hij dat niet meer weet. (12)

Het zet de toon van het boek waarin de hoofdpersoon het erg zwaar heeft. Ze worstelt met het personeel, dat steeds wegloopt en waarvoor moeilijk vervangers te vinden zijn. Daarbij is ze voortdurend bezig met wat de anderen van haar vinden en hoe ze zich zou willen voordoen.

E.M. Delafield: Dagboek van een provincievrouw. Vertaald uit het Engels door Anne Roetman. Oorspronkelijke titel: Diary of a provincial lady [1930]. Elburg: Uitgeverij Karmijn, 2016. ISBN: 978 9492 168 139. 174 pagina’s. Prijs: € 18,95..Bestel

09 december 2017

Leesuitdagingen 2017, een terugblik - #50books

De boekenvraag van Martha waar ik niet omheen kan. Wat is er van mijn leesuitdagingen in 2017 terechtgekomen? Eigenlijk is het me helemaal meegevallen. Ik heb weer lekker veel gelezen. Soms meer dan ooit. Wat van de 1300 pagina’s van de nieuwe Van der Heijden in nog geen week. Terwijl ik overdag gewoon naar mijn werk ging.

De vrees dat ik meer tijd nodig had voor mijn nieuwe huisje dat in de maak is, was ongegrond. Dat is vooral te danken aan de trage voortgang. De bouw van ons nieuwe huisje in Oosterwold zit bij tijd en wijle muurvast. Zoals nu ook het geval is. Het project gaat erg langzaam, zo heb ik genoeg tijd om boeken te lezen.

Dit jaar heb ik echt een paar klassiekers kunnen lezen. Wat dacht je van Robert Pirsigs roman Zen of de kunst van het motoronderhoud? Een boek dat ik nog niet had gelezen. Of Umberto Eco’s De slinger van Foucault. Net als Ik Jan Cremer 2. Werken die ik eindelijk gelezen heb. En wat te denken van Victor Hugo’s De klokkenluider van de Notre Dame, waar ik nu mee bezig ben.

Aan de andere kant zijn er ook heel veel boeken de deur uitgegaan. Ik heb het WNT verkocht, net als de Verzamelde werken van Multatuli. Ook het werk van Lodewijk van Deyssel verdween na een boekenveiling uit mijn bibliotheek. En dan begin ik niet over de pijnlijke afvoer van 8 bananendozen vol boeken naar de kringloopwinkel. Zo beginnen de kasten op zolder leeg te raken. Mijn gedroomde bibliotheek keert weer langzaam terug in dromen…

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. In 2016 nam ik de honneurs waar. Dit jaar nam Martha het weer over. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

08 december 2017

Lucas van Leyden in het Rijksmuseum

Vlak voor sluitingstijd kom ik in het Rijksmuseum terecht. Een heerlijk moment om lekker door het museum te lopen. Het is niet zo heel druk. Zo krijg ik alle kans om de Nachtwacht te bekijken en verderop zie ik een betoverend drieluik dat ik heel goed ken.

Het is Het laatste oordeel van Lucas van Leyden. Een meesterwerk uit de Renaissance. Wat een prachtig schilderij is het van de hand van Lucas van Leyden. Het schilderij ken ik van de Lakenhal in Leiden, daar vormt het het topstuk van de collectie.

Het heeft daar een prachtig plekje, maar door de verbouwing van de Lakenhal is dit schilderij te gast in het Amsterdamse Rijksmuseum. De Leidse schilder Lucas van Leyden schilderde het rond 1526 voor de Pieterskerk in zijn woonplaats.

En als ik er zo kijk, ben ik weer helemaal bevangen door dit imposante meesterwerk. Wat is het een betoverend en helder schilderij. Ik raak bevangen door de enorme ruimtelijke werking. Zeker ook omdat het zo onverwacht is dat ik dit schilderij zie.

Ik denk terug aan die momenten dat ik in Leiden woonde en op een zondagmiddag of gewoon een doordeweekse dag langs het museum loop. Ik stap naar binnen en kijk alleen maar even bij Lucas van Leyden. Gewoon omdat het kan. Een halfuurtje kijken naar dit meesterwerk en dan weer gaan.

Kunst zoals kunst hoort te zijn. Je stapt zoveel gelukkiger weer buiten. En dat voel ik hier ook in het Rijksmuseum. Het drukke verkeer en de schemering, zo vroeg in deze tijd van het jaar.

Het geeft je even die schittering waar kunst bedoeld is. Het haalt je even uit de alledaagse beslommeringen en laat zien hoe mooi het leven is.

Lucas van Leyden is tot 1 september 2018 in het Rijksmuseum te zien. Daarna keert het terug op zijn vaste plek in het vernieuwde museum De Lakenhal in Leiden.

05 december 2017

Zoektocht

In de zoektocht naar de geschiedenis van haar lichaam speelt de verkrachter die Roxane Gay als 12-jarig meisje misbruikte de hoofdrol. Ze gaat in haar boek Honger, De geschiedenis van mijn lichaam op zoek naar hem. Het kan niet anders dat hij advocaat of politicus is geworden. Ze ontdekt dat hij algemeen directeur is van een groot bedrijf.

Een vreemde gewaarwording die haar enerzijds tevreden stelt, maar aan de andere kant ook veel onrust bezorgt:

Ik heb hem eigenlijk niets te zeggen, of eigenlijk niets wat ik tegen hem wil zeggen. Ik weet het niet. Ik vraag me af waar hij woont. Als ik naar zijn werk zou gaan, bij de parkeerplaats op hem wachtte en hem naar huis volgde , zou ik erachter komen waar hij woont en hoe. Ik zou kunnen zien waar hij slaapt. Ik vraag me af of hij getrouwd is, of hij kinderen heeft, of hij gelukkig is. Is hij een goede echtgenoot en vader? (252)

Het is een heel dubbel hoofdstuk in Roxane Gay’s geschiedenis van haar lichaam. Aan de ene kant verfoeid ze haar vroegere verkrachter, aan de andere kant spreekt bijna een verering in haar taal. Ze fantaseert over de confrontatie met hem. De man die met zijn vrienden haar leven verwoest heeft.

Hij is altijd bij me. Altijd. Ik krijg geen moment rust. (254)

Het hele boek lees je over deze aangrijpende gebeurtenis. Het litteken dat haar hele lichaam en zijn tekent. Roxane beseft dat ze van haar lichaam een vesting gemaakt heeft. Tegelijk ze weet dat zelfs als ze haar slanke zelf zou zijn, het litteken nog altijd te zien is.

Het is haar droom ooit bevrijd te zijn van dat littekenweefsel. En als lezer voel je je net zo machteloos als de verteller, want je weet dat het nooit zal gebeuren. Hoogstens kan ze ermee leven en je hoopt dat je haar door het meelezen hiermee helpt.

Roxane Gay: Honger, De geschiedenis van mijn lichaam. Oorspronkelijke titel: Hunger. A Memoir of (My) Body. Vertaald door Lette Vos. Amsterdam: De bezige bij, 2017. ISBN: 978 90 234 7461 6. Prijs: € 19,99. 268 pagina’s.Bestel

04 december 2017

Vooroordelen

In het derde deel van haar boek Honger gaat schrijfster Roxane Gay wat dieper in op de vooroordelen rond dikke mensen. Ze noemt de voortdurende aandacht voor overgewicht, als epidemie en grootste doodsoorzaak die jaarlijks vele miljarden kost.

Ze zien alleen je lichaam, niets anders, en dat lichaam moet maar eens heel gauw kleiner worden. (110)

Roxane Gay geeft aan dat ze niet zo’n hekel heeft aan haar lichaam als dat de maatschappij zou willen, maar ze krijgt vanzelfsprekend wel een tik van de oordelende maatschappij mee. Daarmee is Honger een persoonlijk verhaal.

In haar boek volgt ze het verhaal van haar lichaam van zorgeloos meisje tot degene die ze nu geworden is. En ze duidt de oorzaak van haar situatie. Ze is veranderd in iemand die lijdt aan morbide obesitas en uiteindelijk aan superobesitas.

Ik zat gevangen in mijn lichaam, dat ik weliswaar gecreëerd had, maar amper herkende of begreep. Ik voelde me ellendig, maar ik was wel veilig. (26)

Een lichaam dat zo is geworden omdat ze gebroken is door een jongens. Gebroken voor het leven. Zo’n aanslag op haar lichaam kon ze niet dorstaan, wist ze. Daarom redde ze zichzelf door te eten. Dan zou haar afstotelijke lichaam de mannen wel op afstand houden.

Daarbij drukt de maatschappij ook bij Roxane zwaar op haar schouders. Er is niet aan te ontkomen. Zou ze zelf niet met haar gewicht zitten, dan doet de samenleving dat wel. Gevat in een BMI, body mass index.

BMI is een begrip dat zo technisch en onmenslievend klinkt dat ik deze maatstaf graag in de wind sla. Toch is het een term en een maatstaf die de medische wereld helpt om een zekere orde te brengen in ordeloze lichamen. (16)

Zo zweeft het verhaal van Roxane Gay tussen het verhaal van de oorzaak van haar dikte, de groepsverkrachting op 12-jarige leeftijd. Ze was vanaf dat moment geen kind meer en is getekend voor haar leven.

Haar oplossing eten, brengt haar in een andere problematiek. Die van een samenleving die iets van haar lichaam vindt. Een lichaam dat haarzelf en de maatschappij in de weg zit. Waar een oordeel in meeklinkt, terwijl het niet altijd zo hoeft te zijn.

Bovenal is Honger kwetsbaarheid. De verteller stelt zich kwetsbaar op door dit voor haar moeilijkste boek op te stellen. Sterker nog, door te schrijven over haar lichaam, laat ze zichzelf zien. Open en bloot. Inclusief de walging door de maatschappij en de zoektocht naar zichzelf. Geluk zit niet in BMI, maar of ze zich prettig voelt in haar lichaam.

Een indrukwekkend verhaal van een vrouw die worstelt met haar gewicht en met haar verleden. Het heeft ook veel moois gebracht. Ze beschikt over een veerkrachtig lichaam, dat haar tot hier heeft gebracht en zeker verder zal brengen.

Roxane Gay: Honger, De geschiedenis van mijn lichaam. Oorspronkelijke titel: Hunger. A Memoir of (My) Body. Vertaald door Lette Vos. Amsterdam: De bezige bij, 2017. ISBN: 978 90 234 7461 6. Prijs: € 19,99. 268 pagina’s.Bestel

03 december 2017

Geschiedenis van een dik lichaam

De titel van Roxane Gay’s boek is: Honger. Terwijl ze over een gigantisch lichaam beschikt. Er is niet omheen te kijken en het lijkt juist het tegenovergestelde van honger te laten zien.

Ieder lichaam, heeft een eigen verhaal, begint ze. De memoires die zij schrijft, hebben betrekking op haar eigen lichaam. Een lichaam waar ze enerzijds van walgt en dat tegelijkertijd alles over haarzelf vertelt.

Roxane Gay schrijft op een intieme en heel persoonlijke manier over haar lichaam. Hoe is het gekomen dat ze geworden is die ze nu is. Het is geen succesverhaal met een slanke ik op het omslag. Het blijft in de versie van De bezige bij beperkt tot de titel en een kleine afbeelding van een vork.

Oftewel gaat dit boek over:

Dit boek gaat over mijn lichaam en mijn honger, en uiteindelijk ook over verdwijnen, verdwalen en heel graag gezien en begrepen willen worden. Dit boek gaat over hoe ik langzaam maar zeker leerde om mezelf te laten zien en begrijpen. (11)

Roxane Gay’s postuur heeft te maken met een heftige en traumatische gebeurtenis als meisje van 12. Ze wordt genadeloos verkracht door een groep jongens. De gebeurtenis tekent haar voor haar leven. Ze schaamt zich tegenover iedereen. Ook haar ouders en vertelt haar geheim niemand.

Het zou haar zo geholpen hebben, beseft ze ook nu. Maar in de plaats daarvan kiest ze ervoor te gaan eten. Eten troost haar en geeft haar een goed gevoel. Ze dijt uit.

Alleen in eten vond ik troost. In mijn eentje in mijn appartement kon ik mezelf met eten sussen. Eten keurde me niet af en stelde geen eisen. Als ik at hoefde ik niemand anders dan mezelf te zijn. Dus kwam ik vijftig kilo aan, en nog eens vijftig, en nog eens vijftig.
In bepaald opzicht lijkt het alsof het gewicht op een dag gewoon aan mijn lichaam zat. Ik had maat 38, toen werd het maat 46, toen maat 58 en toen maat 68.
In andere opzichten was ik me terdege bewust van elk pondje dat erbij kwam en aan mijn lichaam bleef hangen. (106)

Ook de keuze of ze dit bewust doet of dat het onbewust gebeurt: een onbegeerlijk lichaam krijgen door veel te eten. Het lijkt alsof de verteller van deze memoires hier dubbel in staat.

Dik zijn om niet gezien te worden, maar juist wel gezien worden. Op een andere manier. Je verwordt tot een statistisch gegeven. Het woord obesitas is al weinig opbeurend, als daar het woord morbide aan wordt toegevoegd, is een lichaam aan een doodsverklaring onderworpen.

Roxanne Gay weet in haar autobiografie dit gevoel prachtig te verwoorden. Het duidt op een gevecht tegen wat een samenleving van je maakt op basis van uiterlijk.

Roxane Gay: Honger, De geschiedenis van mijn lichaam. Oorspronkelijke titel: Hunger. A Memoir of (My) Body. Vertaald door Lette Vos. Amsterdam: De bezige bij, 2017. ISBN: 978 90 234 7461 6. Prijs: € 19,99. 268 pagina’s.Bestel

02 december 2017

Schijtende meeuwen

Hoe beschrijf je een noodlot dat je treft? Veel vergelijkingen zijn gemaakt, maar die met schijtende meeuwen is nieuw voor mij. Ik kom hem tegen in de debuutroman Darko’s lessen van Michelle van Dijk

In de steek gelaten

Als Janna haar geliefde Darko van de ene op de andere dag in de steek laat, weer hij zich geen raad. Ze laat hem ineens zitten, zonder hem ook maar iets te zeggen. Wat Darko ook probeert, hij krijgt haar niet te pakken.

Bovendien raakt hij zijn baan als verhuizer kwijt. Hij gaat maar aan de slag als klusser en knapt oude huizen op. Zo komt hij terecht in de school waar Janna werkt. Dan ziet hij haar ineens en spreekt haar. Zij verontschuldigt zich voor haar actie en zegt tegen Darko moet blijven schrijven. Terwijl hij voor haar schrijft. Hij loopt weg, het trappenhuis in en ziet de meeuwen vliegen.

Ik hoorde laatst dat het geen toeval is als je meeuwenschijt op je kop krijgt. Ze mikken op mensen. Ze doen het om je te pesten. Zo voelde het nu. Janna wist me precies op het juiste moment op de juiste plek te raken. (120)

Een mooie vergelijking om te benadrukken hoe Darko zich voelt. Alsof een laag overvliegende meeuw op zijn kop schijt. Doelgericht om hem te raken op een gevoelige plek. Dat is wat er gebeurt.

Rammelende eierstokken

Deze roman zit bomvol met dergelijke verwijzingen. Zoals in gesprek met Janna, zegt zij dat ze last heeft van rammelende eierstokken. Voer voor veel grappen, maar Janna maakt het wel heel bont door in haar grap tot een bizarre literaire verwijzing naar de beroemde roman van Victor Hugo te maken. Ze doet dit als ze praat over bange mannen. Altijd blij en geil, totdat je over de toekomst begint.

‘Bang dat ze uitgekeken raken. Bang dat de boel gaat hangen. Bang dat ze ergens aan vastzitten. Bang dat m’n eierstokken gaan rammelen. Oh nou die rammelen al jaren horen, die luiden als de oude klokken van de Notre-Dame. Maar dat is niet jouw probleem.’ (66)

Heerlijke uitdagende humor waar ik wel van kan genieten. Al deze dingen maken Darko’s lessen tot een roman waar je niet snel op uitgelezen raakt. Zo bladerend door de roman, stuit ik steeds op van dit soort kleine, tekstuele juweeltjes. Heerlijk.

Michelle van Dijk: Darko’s lessen. Roman. Rotterdam: Uitgeverij Douane, 2017. ISBN: 978 90 72247 98 8. Prijs: € 17,50. 180 pagina’s.Bestel

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn 3e en laatste bijdrage over de roman Darko’s lessen van Michelle van Dijk. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

01 december 2017

Al dente

In Darko’s lessen zitten heerlijke zinnen waar ik waanzinnig van kan genieten. Ook de erotiek weet Michelle van Dijk prachtig te schilderen in de taal. Zonder plat of banaal te worden, krijgt de taal zelf de opwindende lading. Erg knap. De verteller verleidt hier de lezer echt.

Neem bijvoorbeeld de opmerking in de keuken. Janna nodigt Darko uit bij haar thuis om te komen eten. Ze heeft pasta gehaald, Parmaham en Parmezaanse kaas. Ze draagt een rood jurkje. Een rode omslagjurk waarmee de overslag in het decolleté altijd voor een volle boezem zorgt. Net als de taille die in zo’n jurk bij toverslag kan worden gevormd, ook al heb je hem niet. Zo heeft elke vrouw een zandloperfiguur in een dergelijk jurkje.

Voor ze aan koken toekomt, schuift hij haar slipje naar beneden en likt haar snel.

Het grappigste was dat we nog niet eens geneukt hadden en dat Darko op dat moment zei: ‘Zullen we nu een hapje eten?’ Maar toen ik in de weer half omgewikkelde jurk bij de drie-minuten-pasta stond, kwam hij achter me staan en neukte hij me precies al dente. (57)

Een zin waar ik echt ontzettend van kan genieten, met veel bravoure en humor. Je ziet het voor je en weet ook precies wat het voor een vrijpartij is. Romantische liefde waarbij de seks proeft als heerlijke pasta bij de Italiaan.

Michelle van Dijk: Darko’s lessen. Roman. Rotterdam: Uitgeverij Douane, 2017. ISBN: 978 90 72247 98 8. Prijs: € 17,50. 180 pagina’s.Bestel

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn 2e bijdrage over de roman Darko’s lessen van Michelle van Dijk. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

30 november 2017

Darko's lessen

Hoe leuk om een boek te bespreken van een schrijfster die ik ken. Niet alleen als medeblogster voor de leesclub Een Perfecte Dag voor Literatuur, maar ook als medestudente Nederlands en Algemene literatuurwetenschap in Leiden.

Ik herinner mij haar verhalen, literaire analyse van Huizinga’s Herfstij der Middeleeuwen en later haar pakkende blogs. Dat alles liet zien: een schrijver in hart en nieren. Het wachten was op de roman. Die is er nu in de vorm van Darko’s lessen. En wat voor een roman is het!

Alex Boogers

We waren allebei geraakt door de Rotterdamse roman van Alex Booogers over Aaron Bachman in Alleen met de goden, we lazen het bij de leesclub voor boekenbloggers Een perfecte dag voor literatuur. Ze mocht hem later interviewen. Helemaal terecht kreeg hij het eerste exemplaar overhandigd van Michelle van Dijks debuurtroman.

De stijl en thematiek van Michelle van Dijks roman laten namelijk zien dat ze door hem geïnspireerd is. Maar ze heeft wel een heel eigen, pakkende stijl. Wat een boek is het debuut! Ik werd gegrepen door de stijl, de humor en de erotiek. Het bijzondere contrast tussen de verteller en hoofdpersoon tegenover zijn muze, de 15 jaar oudere docente Janna.

Werelden samenvoegen

Michelle weet in haar boek 2 werelden samen te brengen die tegen elkaar schuren, maar elkaar wel opzoeken en heel soms ook vinden. Een indrukwekkend verhaal waarin de hoogopgeleide de lageropgeleide ontmoet. Ze zijn gefascineerd door elkaar, maar laten zich ook weerhouden de ander echt te ontmoeten.

De ik-verteller Darko komt uit Servië en is gevlucht uit zijn vaderland vanwege de oorlog. Eigenlijk is hij met zijn ouders gegaan. In Rotterdam terechtgekomen volgt hij avondonderwijs en probeert zijn Nederlands te halen. Zij maakt zich druk over haar baan of mobieltje als ze dat een minuut kwijt is.

Afgeleid door verleden

Het staat in schril contrast met de leergierige Darko die al Nederlands probeert te leren sinds hij in Nederland is. En dat lukt moeizaam. Hij wordt afgeleid door zijn verleden (en moeder!) en hobbelt van school naar school, zonder een diploma te halen. Daarom is hij aan het begin van de roman verhuizer.

Terwijl hij Nederlands leert, schrijft zijn verhaal aan Janna. Het is een liefdesgeschiedenis die hij aan het papier toevertrouwd. Eigenlijk alleen bedoeld voor zijn liefde: Janna. Zij is zijn docente Nederlands en leest mee. Ze is onder de indruk van zijn verhalen. Ze stimuleert hem om verder te schrijven. Zo leert hij de taal het beste en uiteindelijk overtreft hij zichzelf.

Hij schrijft vooral om niet te vergeten en hij schrijft voor haar:

‘Ja, maar dat is wat ik wil: niets vergeten van hoe ik jou heb ontmoet, van wat er tussen ons gebeurt.’ (42)

Als hij niks meer van haar hoort, blijft hij schrijven. Hij raakt zijn baan kwijt en vindt iets als klusser. Het verandert zijn situatie. Als Janna hem plotseling uitnodigt om iets te gaan drinken, blijkt ze iets anders te willend an hij verwacht.

Zijn verhaal, haar verhaal

Ze wil zijn verhaal. Het geeft een boeiende inkijk hoe Janna eigenlijk in het leven staat. Zo verandert de liefdesgeschiedenis. Waarin een oorlog een rol speelt waar we in Nederland best zwartwit over denken.

Voor mij zijn Darko’s lessen ook boeiende lessen om te lezen. Michelle van Dijk weet op een overtuigende manier 2 werelden tegenover elkaar te zetten en samen te brengen. De verhalen over het verscheurde land Joegoslavië zijn prachtig en maken de hoofdpersoon en eigenlijke verteller alleen maar mooier en zwakken Janna af.

Je snapt niet waarom hij zo achter haar aan blijft lopen. En daar zit meteen de tragiek van het verhaal. Daarmee is Darko’s lessen een boek dat blijft hangen, vraagt om opnieuw te lezen en nieuwsgierig maakt naar nieuw werk van Michelle van Dijk.

Bedankt voor deze prachtige roman Michelle!

Michelle van Dijk: Darko’s lessen. Roman. Rotterdam: Uitgeverij Douane, 2017. ISBN: 978 90 72247 98 8. Prijs: € 17,50. 180 pagina’s.Bestel

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over de roman Darko’s lessen van Michelle van Dijk. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

28 november 2017

Gedachten versus gevoelens

Denken en voelen. Deze 2 elementen staan centraal in de roman Narziss en Goldmund van Hermann Hesse. Het mooiste komt dit naar voren als Narziss en Goldmund bij elkaar zijn aan het einde van de roman. Goldmund vraag aan Narziss hoe het met Rebekka is.

Het gesprek komt op de Jodenvervolging en of iemand als Narziss dit tegen zou houden. Goldmund denkt aan de vervolgingen van Joden en de gruwelen van de pest. Dan corrigeert Narziss hem, zeker hij heeft gelijk…

Maar op één punt maak je een grote vergissing: je denkt dat wat je zoëven onder woorden bracht gedachten zijn. Maar dat zijn het niet, het zijn gevoelens! Het zijn de gevoelens van iemand, die wordt beziggehouden door de gruwelijke kanten van het bestaan. (234)

Daar staat tegenover dat deze gedachten snel verdwenen zijn als je op je paardje door de wereld rijdt. De vlucht uit deze naargeestige wereld. De pest en Jodenvervolging zorgen er bij Goldmund niet voor om niet zijn eigen gang te gaan. Hij steekt zijn hoofd in het zand!

Al zijn er meer manier om uit de gruwelen te treden. De kunst vervult zo’n rol bijvoorbeeld. Het heeft van Goldmund een kunstenaar gemaakt, terwijl Narziss in zijn geestelijke wereld weinig aandacht heeft gehad voor de aardse dingen. Goldmund loopt ervan over.

Herman Hesse weet in zijn roman op een mooie manier deze 2 werelden bij elkaar te brengen. Het maakt Narziss en Goldmund tot een verhaal dat wonderlijk mooi in balans is door dit fraaie contrast.

Hermann Hesse: Narziss en Goldmund. Oorspronkelijke titel: Narziss en Goldmund. Vertaald door Pé Hawinkels. 23e druk. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1992 [1970]. ISBN: 90 295 1989 4. 274 pagina’s. Prijs: € 29,99.Bestel

27 november 2017

Kastanjeboom

Het begin van de roman Narziss en Goldmund spreekt zo mooi tot de verbeelding. Het opent met de kastanjeboom bij de poort van het klooster in Mariabronn.

De opening van de roman is magistraal, zinnen om van te genieten en die je uitdagen om het verhaal te gaan lezen. Sterker nog: ze verleiden je en trekken je het verhaal in. Het is een verschrikkelijk mooie (en vooral lange) zin zoals je die maar weinig tegenkomt. Een eerste zin om nooit te vergeten:

Voor de poort van het klooster Mariabronn, met haar op tweelingzuiltjes rustende ronde boog, vlak bij de weg, stond een kastanjeboom. een vereenzaamde zoon van het Zuiden, onheuglijk lang geleden meegebracht van een pelgrimstocht naar Rome, een kastanje van een edel soort, noest van stam; hartelijk breidde zijn kruin haar rondingen uit boven de weg, ademde met ruime longen in de wind, liet in het voorjaar, als alles groen was, als zelfs de notebomen in de kloostertuin reeds getooid waren met prille, rossige blaadjes, nog geruime tijd op haar bladeren wachten, deed vervolgens, ongeveer in de periode dat de nachten het korst zijn, vanuit de balderbundels de matte, witgroene stralen opbloeien van haar zonderlinge bloesem, die zulk een suggestieve, zulk een tegelijk drukkende en pikante geur verspreidden, en liet in oktober, nog nadat fruit- en wijnoogst achter de rug waren, in de herfstwind uit haar geleidelijk geel wordende bladerkroon de stekelige vruchten vallen, die niet ieder jaar rijp werden, waar de jongens uit het klooster elkaar om in de haren zaten, en die door de uit Frans-Zwitserland afkomstige subprior Gregor op zijn kamer in het haardvuur gepoft werden. (5)

Een heel lange zin, maar heel erg mooi. De verteller heeft het hier over een tamme kastanje, waarvan je de kastanjes kunt opeten. De ‘onedele’ paardenkastanje krijgt namelijk veel eerder bladeren en prachtige bloemen. De bloemen in de vorm van heuse kaarsen, rustend op een bladerbed van toorsen. Sorry, ik merk dat de beeldende schrijfstijl van Hesse mij aansteekt.

In het fragment verwoordt de verteller wel de hele thematiek van de roman. Het plaatst natuur tegenover cultuur, zinnelijkheid tegenover het geestelijke, maar ook het aardse tegenover het hemelse.

Zo trekt de verteller je het verhaal in om nooit meer te vergeten. De boom komt overigens nog een keer terug als Goldmund terugkeert in het klooster Mariabronn:

Met een teder gebaar raakte Goldmund de stam aan, en bukte zich naar een van de stukgesprongen, stekelige schillen, die, bruin en uitgedroogd, op de grond lagen. (239)

Een mooi spel van de verteller met het onderwerp van de roman, waarbij de kastanje symbool staat voor het verleden van Goldmund. De kastanje die verderop nog terugkomt om te verwijzen naar de loop van de tijd. Het haalt op een aantrekkelijke manier de lezer weer bij de les.

Hermann Hesse: Narziss en Goldmund. Oorspronkelijke titel: Narziss en Goldmund. Vertaald door Pé Hawinkels. 23e druk. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1992 [1970]. ISBN: 90 295 1989 4. 274 pagina’s. Prijs: € 29,99. Bestel

26 november 2017

Narziss en Goldmund

Best veel over gelezen, de roman Narziss und Goldmund van de Duits-Zwitserse schrijver Hermann Hesse. Een boek dat in 1935 verschenen is. In het licht van zijn tijd al een vooruitstrevend boek en na de dood van Hermann Hesse waanzinnig populair geworden.

De insteek van deze roman gaat over 2 mannen, Narziss en Goldmund. De eerste is een slimme jongeman. Hij weet zich als novice snel op te werken in het klooster Mariabronn. Slim en geleerd als hij is, onderwijst hij de leerlingen in het Grieks, waaronder de nieuwkomer Goldmund.

Goldmund is een tegenhanger van de novice Narziss. De jongen krijgt les van Narziss, maar lijkt in niets op hem. Is Narziss geleerd, Narziss heeft aandacht voor het aardse. Daarom houdt de jongen het ook niet zo lang uit in het klooster. Het vrouwelijk schoon trekt aan hem en hij verlaat het klooster met medeweten van Narziss.

Dan verschuift het perspectief van de verteller naar Goldmund. De lezer volgt hem op zijn zwerftochten. Steeds als de jongeman ergens langere tijd kan blijven of hij op een andere manier verdienstelijk is, dan gaat het aan hem knagen. Korte tijd later verdwijnt hij weer. Geleid door de honger naar het zwerven of door het verlangen naar een vrouw. De vrouw wordt door de verteller gesymboliseerd in de zoektocht van Goldmund naar zijn moeder:

Hij wist zonder dat hij het zich eigenlijk bewust was of onder woorden had kunnen brengen, – het was een besef, dat dieper zat, in zijn bloed – dat zijn levensweg die van zijn moeder was, van de wellust en de dood. De vaderlijke kant van het leven, de wil en de geest, daar hoorde hij niet thuis. (148/9)

Daarmee levert Hermann Hesse met zijn roman een aangrijpend verhaal op waar je langer over kunt nadenken. Oogt de roman in het begin nog als een schelmenroman, later wordt het meer en meer een ontwikkelingsroman dat zo mooi het lichamelijke (Goldmund) tegen het geestelijke (Narziss) zet.

Het verhaal van Hermann Hesse verwoordt op een onvergetelijke manier waarmee veel mensen worstelen. Het zinnelijke tegenover het lichamelijke. 2 werelden die eigenlijk een eenheid vormen en laten zien dat leven om allebei de elementen vraagt.

Hermann Hesse: Narziss en Goldmund. Oorspronkelijke titel: Narziss en Goldmund. Vertaald door Pé Hawinkels. 23e druk. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1992 [1970]. ISBN: 90 295 1989 4. 274 pagina’s. Prijs: € 29,99.Bestel

25 november 2017

Schuld

De roman Schuld van Walter van den Berg geeft weer een vertrouwd inkijkje in het ruige leven van de straat. De wereld van de criminaliteit van Amsterdam-West, waarin iedereen schuld bij elkaar heeft. De roman geeft een nieuwe dimensie aan schuld. Want was is schuld eigenlijk precies? Draait het om het geldbedrag dat iemand verschuldigd is aan iemand anders? Of spelen er andere dingen?

Het verhaal van Schuld is intrigerend. Het begint verwarrend, gezien vanuit verschillende personages en naar het lijkt met verschillende verhaallijnen. Daarbij speelt de verteller met de tijd. De tijd voor en na de moord. Dat weet je omdat de roman daarmee opent:

Mijn broer had nog gezongen op de avond dat hij iemand doodsloeg. (5)

Langzaam maak je kennis met de personages. Het zijn er nogal wat, waarbij schuld een rol speelt. Iedereen staat bij elkaar in het krijt. Schuld is niet zozeer een geldbedrag dat aan iemand voldaan moet worden. Je kunt er ook nauwelijks aan ontsnappen. Degene aan wie de schuld betaald moet worden, rekent bijvoorbeeld ook een buitensporige rente. Hierdoor is de schuld nauwelijks in te lossen.

Alle personages hebben geheimen voor elkaar en kunnen er niet aan ontsnappen. Het levert een intrigerend verhaal op met een aantal interessante wendingen. De verteller krijgt ineens ook een gezicht in de broer van de moordenaar. Hij wordt wel wel kritisch bezien door de andere personages van het verhaal.

Daarmee geeft Walter van den Berg opnieuw een inkijkje in de schimmige wereld van Amsterdam West. Het is een wereld die zich deels aan het zicht van alledag onttrekt. Een spoor van kleine en grotere criminaliteit trekt door het verhaal. Daarmee laat Van den Berg iets zien dat voor veel mensen een onbekend terrein is. Het geeft deze roman zijn extra dimensie.

Het idee dat de moordenaar met de vrouw van de vermoorde gaat. En de zoon die geen contact wil met zijn vader, maar wel zijn schuld inlost. Allemaal facetten die de roman iets geheimzinnigs meegeven en het verhaal bijzonder maken.

Walter van den Berg: Schuld. Roman. Amsterdam: Das Mag, 2016. ISBN: 9789082410624. 224 pagina’s. Prijs: € 19,95.Bestel

24 november 2017

Wordt ze de oude? - Saartjes hernia (9)

Het is 4 maanden geleden dat Saartje niet meer kon lopen vanwege een rughernia. Ik heb er niet meer over geblogd omdat er niet echt nieuws te melden was. Voorzichtig hebben we het rondje lopen iedere keer wat uitgebreid.

Uiteindelijk loop ik het oude rondje weer. Dat heeft nog wel even geduurd voor ik weer het hele rondje durfde te lopen, maar nu hobbelt ze vrolijk mee.

Zeker, het is niet meer de oude, vlotte pas. Al heb ik het idee dat ze nog altijd vorderingen maakt. Het gaat langzaam maar zeker steeds beter. Maar dat zegt niet dat ze weer helemaal de oude is. Ze loopt soms nog erg slordig. Lijkt zich er niet zo druk over te maken.

Bij het poepen kromt haar rug best vreemd. Net als dat haar pootjes schudden bij het plassen. Dingen die wel langzaam afnemen, maar of het helemaal verdwijnt… Ik weet het niet.

Soms vind ik dat wel jammer. Dan vraag ik mij af of ze ooit weer de oude wordt. Tegelijkertijd ben ik heel blij dat ze loopt en geen pijn heeft. De tijd zal het leren. Zou ze bijvoorbeeld een flinke strandwandeling kunnen hebben?

Dan kom ik thuis van het lopen en snuffelt heerlijk verder. Het is niet meer die hond die uitgeput in haar mandje ploft. Het springen op de bank gaat steeds behendiger. Al bengelt ze soms met de pootjes als ze halverwege de bank heeft weten te komen.

Allemaal dingen die vertellen dat het beter gaat dan ooit. Al is het niet goed voor de rug, maar als we daar tegenin gaan, heeft niemand een leven. Daarom laten we het maar zo.

21 november 2017

Ronde Maaskamer - Dagje Dordrecht (5)

De ronde Maaskamer in het Patriciërshuis aan de Wolwevershaven van Dordrecht is wel het meest overweldigend. Onbetwist is dit de pronkkamer van het huis en een uiterst verstandige beslissing geweest van een latere bewoner om het prachtige uitzicht vanaf deze mooie plek in Dordrecht optimaal te benutten.

Doris gaat heerlijk op de vloer zitten en kijkt zo aandachtig naar het wisselende uitzicht. Al die langsvarende binnenvaartschepen en in de hemel de voortdurende veranderingen van de wolkenhemel, geven deze plek een continue stroom van beweging en beleving.

Het hartelijke ontvangst en de buitengewoon sfeervolle inrichting van het huis doen de rest. Je voelt je welkom en het huis voelt ontzettend goed aan. Ergens ben je geneigd om te wensen dat je er langer mag blijven en misschien lekker in bed kan kruipen om er te overnachten.

Zo verlaten we Dordrecht weer. Zeker, we hadden nog een paar andere musea willen bezoeken, waaronder het Dordrechts Museum of het Hof van Nederland waar de kiem ligt van het hedendaagse Nederland. Allemaal dingen waar we langsgelopen zijn.

Gelukkig hebben we wel aandacht voor de kiem van de familie De Wit. Hier in Dordrecht bestierden de De Witten jarenlang de stad. De 2 zonen van Jacob, Johannes en Cornelis hebben het land vanuit Den Haag geregeerd, tot ze in 1672 noodlottig ten einde kwamen door het gepeupel. Een standbeeld midden in de binnenstad doet aan deze 2 broers herinneren.

Daarmee is Dordrecht meer dan interessant voor een dagje weg. Eigenlijk kun je er zo meerdere daagjes doorbrengen. Buiten het feit dat bijvoorbeeld in de Grote of Onze Lievevrouwekerk een buitengewoon puik orgel staat en een toporganist speelt. Een weekendje Dordrecht zal daarmee zeker geen straf zijn.

20 november 2017

Schilderijen van Kuipers - Dagje Dordrecht (4)

Het andere dat in het Patriciërshuis aan de Wolwevershaven buitengewoon de aandacht trekt, zijn de schilderijen van de Dordtse schilder Cornelis Kuipers, kunst gemaakt aan het eind van de 18e eeuw. De schilderijenverzameling is per ongeluk ontstaan omdat in het huis 2 haardstukken van zijn hand zijn.

De laatste familie die dit huis bewoonde, besloot hierop meer werk van hem te verzamelen. Ze hebben een aantal indrukwekkende schilderijen bij elkaar gekregen, waarvan de 2 bloemstillevens in de voorkamer rechts wel het mooiste zijn.

De fijnschilderkunst beheerst Kuipers tot in de kleinste details. De verzameling kleine dieren, spinnen, wespen en zelfs de doodshoofdvlinder, zijn uiterst precies uitgevoerd. Erg indrukwekkende schilderijen die in de kamer voor hangen. Ook in dit veel kleinere huis, is er een mooie gang die het huis in midden deelt. Achterin buigt hij af naar de 18e eeuwse stijlkamer, de Maaskamer.

Dit huis kenmerkt zich vooral door de prachtige, heldere kleuren. Het geeft de bezoeker een heel prettig gevoel. Ook in combinatie met het heldere licht die de rivier in het huis lijkt te geven.

Op de eerste etage is ruimte voor een tentoonstelling. Bij ons bezoek is dat een uitgebreide expositie over tabak. De hartelijke conservator die de voorwerpen nog aan het rangschikken is, de mensen die de voorwerpen in bruikleen hebben gegeven, hadden nog verbeterpunten, vertelt over de snuifdoosjesverzameling van Napoleon.

De Franse dictator zou er bekend om hebben gestaan dat als iemand hem een snuifje aanbood, het doosje adequaat in zijn zak te steken. En daar durft natuurlijk niemand iets van te zeggen. Ook zie ik nog een paar indrukwekkende tabakspotten. Ik herinner mij dat ik ook ooit eentje heb gehad.

Verder veel pijpen, waaronder een aantal Goudse en andere soorten pijpen die in de 18e en 19e eeuw populair waren. Een interessante expositie, waarbij het mij vooral verwondert hoe snel het tabak uit ons dagelijkse leven verdwijnt.

Lees morgen het laatste deel van Dagje Dordrecht: Ronde Maaskamer

19 november 2017

Patriciërshuis - Dagje Dordrecht (3)

Als we weer buiten staan, wil ik graag nog even naar het Havenhoofd lopen voor het uitzicht over de rivier en de driesprong die Dordrecht gemaakt heeft. Het typische Hollandse landschap bereikt hier namelijk wel zijn hoogtepunt. Wat ik niet weet, is dat hier vlakbij een prachtig woonhuis staat dat toegankelijk is voor publiek. Sterker nog: met de Museumkaart kom je erin.

Het wordt gerund door enthousiaste vrijwilligers. Je gaat hier echt op bezoek. Is Huis van Gijn een woonhuis dat sterk museaal is ingericht, compleet met hekjes en draadjes die je tegenhoudt om de hele ruimte te kunnen betreden. Dit woonhuis is een echt avontuur om binnen te wandelen. Je bent hier namelijk gewoon op bezoek.

De naam van het museum aan de Wolwevershaven 9: Het Dordts Patriciërshuis, Museum aan de Maas. Je beklimt hier de entree om bij de voordeur te komen en belt dan aan. Zoals bij een echt woonhuis word je binnengelaten, alsof je bij een kennis langsgaat. De jas wordt keurig opgehangen en je krijgt een rondleiding door het huis.

In tegenstelling tot het Huis van Gijn is dit huis qua stijl ingericht naar de ontstaanstijd van het huis, de 18e eeuw. Het interieur is zoveel mogelijk teruggebracht in deze stijl door de laatste bewoners. De laatste bewoners die leven ook gewoon nog. Sterker nog in een videofilm op zolder vertellen de jonge kinderen hoe zij het ervaren hebben om in zo’n museaal en monumentaal huis te wonen.

Het mooiste onderdeel van het huis: de 18e eeuwse stijlkamer, de Maaskamer met zicht op het drierivierenpunt van Dordrecht, het drukstbevaarde water van Europa. De Maaskamer is veruit het prachtigste deel van het huis. Zuiver rond van binnen, zelfs de deur en de ramen buigen met de cirkel van de kamer mee.

Het uitzicht vanuit deze kamer op het drierivierenpunt is overweldigend. Waar de Merwede zich splitst in de Oude en de Nieuwe Maas zorgen de wolkenhemel en de vele schepen die langsvaren voor een iedere keer weer ander uitzicht. Prachtig, een kamer om niet snel te vergeten.

Lees morgen het 4e deel van het Dagje Dordrecht: Schilderijen van Kuipers

18 november 2017

Huis van Gijn - Dagje Dordrecht (2)

Na het Nationaal Onderwijsmuseum voert de tocht naar de binnenstad van Dordrecht. Een prachtige binnenstad, zo ontdekken we snel. Wij gaan vandaag de huizen in. Op het prachtige havenhoofd, de Nieuwe Haven, zijn 2 oude woonhuizen die voor het publiek toegankelijk zijn.

Het eerste van de familie Van Gijn is aan de Nieuwe Haven 29. Het is een indrukwekkend en groot pand met een grotendeels 19e eeuws interieur. Er zijn wel oudere elementen, maar de toestand is teruggebracht in de situatie van de laatste bewoner die tot 1922 in het huis woonde.

De gang in het midden meet het formaat van een galerij, loopt mooi van voor naar achteren. Dit refereert wel naar de oude koopmanshuizen, die dit huis natuurlijk van origine was. Het interieur is in de loop van de eeuwen meeveranderd met de bewoners van het huis.

Aan weerszijden van deze gang staan veel klokken en bevinden zich achter de deuren diverse vertrekken. De pronkkamer, een ontvangstkamer voor gasten en daarnaast ook een eetkamer en een mooie, intieme tuinkamer. Het is een indrukwekkend pand, met hoge plafonds, rijk gedecoreerd en veel grandeur.

Veel contrast boven met slaapkamers en andere vertrekken. De bibliotheek is erg mooi, net als de imposante goudleerkamer. Alleen zou ik nooit die groene lapjes ophangen om het stof uit de boeken te houden. Verder bevat het gigantische woonhuis op zolder veel vertrekken met een praktisch doel, zoals de waskamers.

De zolder is in vroeger tijden vooral gebruikt voor het mangelen, persen en drogen van de was. Op de opperste zolder vind je een gigantische speelgoedverzameling van treinen, zeilboten en heel veel poppen. De draaimolen springt in het oog, net als het levensechte winkeltje.

Het is wel mooi hoe het Huis van Gijn is ingericht. Echt als een 19e eeuws woonhuis waarin de kamers hun oude, functies hebben behouden. Het aangrenzende huis is gebruikt voor alle museale ruimtes en trappenhuis met lift. Zo blijft het eigenlijke huis al deze rompslomp bespaard.

Lees morgen deel 3 van het Dagje Dordrecht: Het Patriciërshuis

17 november 2017

Nationaal Onderwijsmuseum - Dagje Dordrecht (1)

Een dagje in de herfstvakantie vrijgenomen. Bij het vragen waar we naar toe zouden ga, laat ik kiezen uit Delft of Dordrecht. Zonder twijfel appt Doris het antwoord terug: Dordrecht.

Wat moet je dan gaan doen daar? Ik heb het Dordrechts Museum op mijn lijstje staan. Net als Statenzaal in De Hof, in deze ruimte heeft de eerste vergadering van de Nederlandse Republiek plaatsgevonden in 1572. De plek waar Nederland is ontstaan.

We zijn in allebei niet geweest. Wel naar het Nationaal Onderwijsmuseum. Het zit in een statig pand uit 1939 van Sybold van Ravesteyn en is zandkleurig. Herkenbare architectuur, die vooral na de oorlog een grote bloei kende. Het staat evenwijdig aan de spoorbaan en ik herken het gebouw omdat het mij vanuit de trein al vaker is opgevallen.

Wat een prachtig pand is dit gebouw met de naam De Holland. Het is terecht een echt monument. De architect heeft ook veel stations ontworpen, waaronder het vorige Centraal Station in Rotterdam, maar ook de stations in ’s Hertogenbosch en Vlissingen. De beeldpartij boven de ingang is heel herkenbaar.

Het Nationaal Onderwijsmuseum laat veel zien: een feest de herkenning zijn de vele lesmethodes en de onderwijsplaten. Het biedt een mooi kijkje in het Nederlands onderwijs, geconcentreerd op het basisonderwijs.

Ook kun je er schrijven met een echte kroontjespen, maar ook de lei en griffel in je hand nemen. Je maakt kennis met de vele schrijfwijzen die er zijn. Met mooi krul of vierkante blokletters. Of het skelet dat er hangt en waarvan uiteraard enkele botten ontbreken.

Het is heerlijk om daar rond te neuzen. Jammergenoeg was de bovenzaal van het gebouw gesloten vanwege een vergadering. Ik had er graag even geneusd. Het is een opvallend element aan dit monumentale pand van Van Ravesteyn.

14 november 2017

Gevaarlijke spionne? - Mata Hari (4)

De bewonderaars van Mata Hari krijgen een bijzonder plekje. Een bureau met veel rozen en wat aantekeningen van bewonderaars. Ze worden verbeeld met de leren jassen, als heuse spionnen en rechercheurs. De oorlog treedt het verhaal binnen. Je ziet een paar paspoppen met leren jassen waarop de beelden van marcherende Duitse en Franse legers.

Het is het verhaal van de oorlog waarin Mata Hari van aanbeden vrouw verandert in een soort heks. Een spionne, een niet te vertrouwen vrouw. Hier wordt haar eerdere opportunistische houding haar fataal. Ze is een bedreiging geworden en krijgt van de Fransen de beschuldiging dat ze voor de Duitsers werkt.

Ze is gedurende de hele Eerste Wereldoorlog verdacht. En dat is ook wel te begrijpen als je ziet hoe ze in de oorlogsjaren nog rondreist door Europa. Ze is zich er niet bewust van hoe verdacht ze zich maakt. Haar liefde voor mannen in uniform versterkt deze verdenkingen alleen maar.

Mata Hari wordt gedreven door haar zucht naar luxe. Dezelfde hebzucht die haar vader in een faillissement stortte. Ze wil op grote voet leven en dat leven ook in de moeilijke oorlogsjaren doorzetten. Is ze echt een spionne geweest. Ik weet het niet. Als spionne heeft ze geen heldendaden verricht. Het is haar zelfs fataal geworden.

Het mondt uiteindelijk in de executie waarmee de tentoonstelling in Leeuwarden begint. Een leven dat bijzonder tragisch eindigt. Zelfs voor het vuurpeleton staat ze met de rechte rug. Ze schijnt haar executeurs zelfs een handkus te hebben toegeworpen. Ze stond er in dezelfde bontjas, als waarin ze gearresteerd werd.

Die dood heeft er mede voor gezorgd dat ze nog altijd niet vergeten is. Een grote expositie is aan haar gewijd. Ze krijgt nog altijd die aandacht. Sterker nog: ze is de bron voor een heuse mythevorming. Margaretha Zelle, een bijzondere vrouw met een leven dat tot de verbeelding spreekt en dat als inspiratie voor velen dient.

Mata Hari, De mythe en het meisje is tot en met 2 april 2018 te zien in het Fries Museum te Leeuwarden.