14 maart 2024

Karmagrot - #WOW #orgelmuziek #gerardreve #wot


De organist Laurens de Man krijgt de Nederlandse Muziekprijs van de staatssecretaris. Ze komt op haar gympies naar zijn concert op 7 maart in het Orgelpark. Hij krijgt als eerste organist deze prijs. Een bijzondere prijs voor talentvolle klassieke musici.

Ik luister naar het concert via Radio4. Hij begint met een reis langs de verschillende orgels in het orgelpark. Het is ook een reis door de muziek. Het centrale punt van het concert is Concert voor orgel en ensemble, "Reve concerto" van Martijn Padding. 

Reve Concerto

Samen met het New European Ensemble speelt de winnaar van de Nederlandse Muziekprijs deze première van het nieuwe werk. Padding schreef het "Reve concerto" speciaal voor Laurens. Op basis van enkele zinnen die Laurens hem heeft aangedragen uit het werk van Gerard Reve.

De ontwikkeling van het muziekstuk lijkt misschien het meest op een boottochtje door een grot. Je hoort de druppels vallen, elke bocht om wacht er weer een nieuwe verrassing. Met allerlei verschillende technieken, ritmes en bewegingen. Het orgel staat daarbij centraal, waar omheen de andere instrumenten figureren en spelen. Om met de stem van Gerard Reve te eindigen.

Dagsluiting

Eigenlijk geloof ik niets,
en twijfel ik aan alles, zelfs aan U.
Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft,
dan denk ik dat Gij Liefde zijt, en eenzaam,
en dat, in zelfde wanhoop, Gij mij zoekt
zoals ik U.
(Gerard Reve: Verzamelde gedichten)

De langzaam wegvloeiende akkoorden in het coda dat volgt, geven een volledige harmonie. Een mystieke ervaring; waarbij ik zelf onmiddellijk aan het Paradijs van Dante moet denken. Die volmaakte oplossing uiteindelijk in 1 noot. Het begin en het einde van de muziek.

Amper verhaal

Eerder op deze dag dat ik naar het concert van Laurens de Man luister, lees ik een interview met Herman Finkers in Onze Taal. Het gaat over zijn voorbeelden. Hij noemt Toon Hermans, Hans Dorrestijn en Willem Wilmink:

"Vooral ben ik een groot liefhebber van Gerard Reve. Er zit amper verhaal in, maar hij schrijft zo fantastisch mooi. Het heeft iets heel tragisch, dat lucht nodig heeft, en die lucht krijgt het door zijn geweldige ironie en humor. Reves vrije, geestige en ondogmatische omgang met het rooms-katholieke geloof spreekt mij ook enorm aan. In Nader tot U schrijft hij: 'de Liefde, en God, dat zijn twee woorden voor één en hetzelfde, onderling vervangbaar, en identiek. Als je het opschrijft, staat het meteen op papier ook.' Dat is briljant. Zonder die tweede zin was het iets onverteerbaars geweest; die toevoeging is niet alleen heel grappig, maar maakt wat hij beweert ook waar. Humor, kunst en religie kun je niet los van elkaar zien."

Het lijkt bij Paddings compositie dat als de stem van Gerard Reve komt, Reve uit de dood opstaat. Hij komt tot leven. Zeker ook omdat de muziek ineens een zoektocht naar harmonie krijgt die het eerder niet had; compleet met het belletje.

Voor mij is dat karma. Het karma van de grot.


het paradijs ligt
deze reis voorbij de bocht
waar alles oplost

25 februari 2024

Jij bent gek


Lieve Caro, Laura en Marcel,

Hebben jullie dat ook? Volgens mij leven jullie net als ik zuinig en innig met de natuur. Zonder jezelf beter te willen voelen of vinden dan een ander. Gewoon omdat het je morele plicht is als mens voor het nageslacht. We hebben deze planeet te leen van onze kinderen, las ik laatst.

Dat.

Je leeft zo zuinig en bewust mogelijk.
Eet zo min mogelijk vlees.
Hebt 1 keer gevlogen, 20 jaar geleden op huwelijksreis naar Barcelona.
Pakt de fiets in plaats van de auto als je minder dan 10 kilometer van huis gaat.
Je doucht alleen als het nodig is, gewoon water aan de wasbak is meer dan goed.
Doet alleen de kachel aan als het kouder is dan 12 graden in huis.
Je scheidt al je afval: plastic, gft, karton, papier, metaal, glas, frituurvet.
Je let op je aankopen.
Niks zomaar nieuw, eerst kijken of iets tweedehands voorhanden is.
Doet extra lang (meer dan 10 jaar) met je tweedehands laptop.
Draagt je kleren tot ze versleten zijn, een gat kun je altijd stoppen.
En doet nooit een boodschap zonder een tas mee te nemen.
Hergebruikt elk plastic zakje dat niet vies is.
Doet de was met koud water.
Hangt de was zoveel mogelijk op. Tussen de buien door.
Vangt het water uit de keuken in de zomer op om aan de planten te geven.
Teelt je eigen groenten, (klein)fruit en kruiden in de tuin.
Gebruikt het hemelwater voor in de tuin.
Repareert de dingen die kapot zijn.
Leent boeken van de bibliotheek.
En doet alleen een aankoop als het echt niet anders kan.

Dat.

Voetafdruk

Denk aan de voetafdruk die je achterlaat en doe niet zomaar iets wat niet nodig is. Het is mijn levensmotto. En ik ga er ver in. Een leven als een monnik of een heilige. Ben je heilig? Welnee. Ik leef in weelde. Heb meer dan genoeg om gelukkig te leven. Je hoeft niet veel te hebben om veel te ervaren. Geluk zit hem vooral in de kleine dingen, zelden in de grote.

Toch bekruipt me soms het onbehaaglijke gevoel. Als iemand vertelt dat hij met vakantie gaat naar heel ver weg. En dat hij dat zo verdiend heeft. Op de wintersport, omdat hij al een halfjaar niet meer is weggeweest. Of dat iemand verzucht dat hij toch echt wel een nieuwe auto mag hebben. Deze heb ik al 2 jaar.

Een nieuw huis planten voor het oude klaar is. De tuin helemaal omgooien omdat deze dorre bende toch echt niet meer kan. Kijk dan, hoe alles overwoekerd. En ja, dat verschrikkelijke tuinset. Dat kan echt niet meer. En heb je gezien hoe de tegels eruit zien. We nemen maar snelbeton. Veel steviger en zo goed schoon te spuiten met de hogedrukspuit. Het buitenhaardje gaat aan, want dat is zo gezellig. En de bloemetjes mogen best buiten gezet worden. We mogen best even aan onszelf denken. Een ander doet het niet voor je.

Eigen verantwoordelijkheid

Tuurlijk, iedereen moet het zelf weten. Het is je eigen verantwoordelijkheid, maar dan bekruipt mij het gevoel: waar doe ik het allemaal voor. Kan ik niet net zo goed meedoen en het allemaal lekker laten gaan. Geld moet rollen. Kopen, kopen. En vooral denken aan jezelf. Je leeft maar 1 keer en dan mag je er best van genieten.

En daar rij ik dan op de fiets naar het werk, 10 kilometer verderop. Omdat ik denk aan het milieu en niet onnodig wil vervuilen. 'Je rijdt toch wel elektrisch?' Als ik vertel dat ik trap, kijken ze me aan alsof het in Keulen dondert. 'Jij bent gek.'


op gele klompen
- (milieu)vriendelijke man -
in een korte broek


Deze blog staat ook op Pomegranate of Limonadesiroop? Een initiatief van Caro. Samen met Marcel en Laura schrijven we elkaar wat ons bezighoudt. Reageer gerust.

22 februari 2024

Rustig, rustig - #wow #wot #uitstelgedrag


We gingen altijd met de trein op vakantie. Dat was een dynamiek tussen mijn vader en mijn moeder. Mijn moeder die alles het liefst een dag van tevoren klaar wilde hebben. Mijn vader die alles het liefst op de laatste nipper deed.

Mijn moeder pakte alles in, terwijl mijn vader riep 'rustig, rustig, ik doe het zo'. Mijn moeder raakte steeds gestrester en mijn vader liep bezwerend rond met 'rustig, rustig'. Of de variant: 'Tijd zat'. Hij keek dan aandachtig op zijn horloge en kon dan verontwaardigd uitroepen: 'We hebben nog 2 uur'. 

Tot de stress bij de allerlaatste nipper van de nipper bij mijn vader toesloeg. Mijn moeder keek hoe hij in totale paniek alles in het laatste halfuurtje voor vertrek moest doen. Ze stond er radeloos bij. Wij al helemaal bepakt en bezakt, klaar voor vertrek, wachtend op hem en de laatste nipper.

Het vertrek van de trein gold als harde deadline. Want ik weet zeker dat als we met de auto zouden gaan, de tassen nog altijd niet ingepakt zouden zijn en we zouden staan te wachten op mijn vader bezwerend 'rustig, rustig.'

Dat we nooit de trein hebben gemist, mag een wonder heten. Of zou het allemaal de verdienste van mijn moeder zijn?

Uitstelgedrag

nog heel even
wachten het komt
strakjes kan ook
ik begin zo 

het duurt niet lang
is zo gepiept
ik heb het al
vaker gedaan

het is zo klaar
het gebeurt heus
de tijd heeft nog
alle geduld

dan rinkelen
alarmbellen
snel, snel, nu, nu
geen uitstel meer


Het WOW-woord van deze week is uitstelgedrag. Ik doe af en toe mee met een bloggroepje op Twitter en probeer zo weer af en toe uit het niks te schrijven.

21 februari 2024

Melancholie en de klap


Het voorjaar begint eerder dan ooit. Ik heb de eerste merel al horen fluiten. Het was toen ik op de fiets reed naar mijn werk. Ik fietste - hoe toepasselijk ook - door Vogelhorst en hoorde duidelijk hoe de merel floot. Het voorjaar is begonnen.

Er is een gedicht met de merel erin dat ik prachtig vind. De melancholie sleept je mee. Het heet 'Tuin Dordrechts Museum'. Ik kan het niet lezen zonder een traan te laten. De melancholie die het lyrisch ik meteen bij je losmaakt, waarna elk woord je raakt.

Als ik gestorven ben
zal in de tuin van dit museum
boven het warrig bladerengedruis
een merel net zo helder zingen
op net zo'n late voorjaarsdag.

En ik, ik zal er niet meer zijn
om door dit zingen te vergeten
dat ik moet sterven mettertijd.

Het vergankelijke leven kleeft aan deze woorden. Je voelt de weemoed van de verloren tijd en het gestorven zijn. Het grijpt je in het hart. Je hartspier trekt samen van het verdriet, hier straks niet meer te zijn. Het lyrisch ik gaat verder. Lees door, lees door.

Maar aan de andre kant zal ik
- je weet maar nooit -
veel langer leven dan die vogel.
En als ik toch onder de zoden lig
dan zal mijn zoon nog eens
een merel net zo horen klinken
op net zo'n late voorjaarsdag.
En hij zal weten wie ik was
en ach, een vogel weet van niets.

Dit kan niet meer mis gaan. Uit deze mystieke bubbel kun je nooit meer komen. Hier wellen en vallen tranen. Tot tuiten toe. Niks meer aan te redden. Je voelt je reddeloos verloren. Er is nog één couplet:

Maar aan de andre kant alweer:
als merels aan hun vaders konden denken,
wellicht dat ze dan krasten als een raaf.

Auw, wat doet dit pijn zeg. Je bent helemaal gewend aan het donker. Voelt hoe de melancholie om je heen geslagen is. Dan schijnt opeens het felle licht je in de ogen. Een zoekactie van de politie. Leg neer die tranen!

Kun je er nog wat aan doen? De dichter Jan Eijkelboom uitschelden. Hoe heb je dit kunnen maken! En al het mooi in 1 klap gebroken. Alsof je vindt dat je ook maar een mens bent en al het goddelijke dat je opriep, ter plekke moet verdelgen.

Het is gelukt. En je ziet hem lachen, besmuikt in zijn vuistje. Alsof een mooi gedicht eigenlijk verboden zou moeten zijn.

14 februari 2024

Leedladder - #wow #wot


Ik zag hem voorbijkomen vorige week. Het woord van de week voor het bloggroepje #WOW. 

Het woord is: Leedladder. Ik had er allemaal ideeën bij, maar het lukte mij niet goed om het aan het papier te vertrouwen. Daarvoor sta ik te wankel op de tredes van mijn leed.

Vanmiddag dook ineens een tanka op en die wil ik je niet onthouden:

Leedladder

elk stapje een tree
van mij groter dan van jou
bovenop het ergst

het leed een competitie
van het venijn van de pijn

23 december 2023

X - een kerstverhaal


Op de lange weg tussen driedubbele rijen hoge bomen rijdt de witte elektrische auto van Elon. Hij heeft hem op naam van Mister X gehuurd en zweeft nu boven het elektrische gezoem van de motor. Alle grote abelen wuiven hem toe. Eigenlijk kan er niks misgaan. Elon kijkt ver over de polder.

De weg is de Vogelweg, vertelt het immense scherm tussen hem en de voorruit van zijn auto. Speels leunt Elon over zijn stuur op zoek naar de vogels. Hij rijdt te hard om de kiekendief te zien bidden boven het landschap.

Het stuur hoeft amper te bewegen, zo kaarsrecht doorkruist de Vogelweg het polderland. Links en rechts de akkers. Voor je, zo ver je kan zien, weg. Elon weet niet hoe het is als je met zonsondergang terugrijdt in het najaar of het voorjaar. Hoe de zon zich dan precies laat zakken tussen de hoge bomen. Alsof ze onder de dekens kruipt en je een nachtzoen geeft.

Nu schijnt de zon warm. Niet dat Elon het voelt, zijn auto koelt de leren zittingen tot een behaaglijke temperatuur. Het witte shirt dat hij draagt, blijft zo droog en lekker rond de huid zitten. Niet dat warme klamme dat aan een warme zomerdag kleeft. Elon weet wel hoe hij zich moet koelen.


Midden in het landschap verrijst een lichte glooiing. Elon vraagt zich af hoe dit kan. De auto gaat omhoog over de Knardijk om meteen weer af te zakken. De Vogelweg slingert voorzichtig mee. Alsof de tekenaar die de weg ooit op de kaart tekende, even wegdommelde en zijn potlood net iets van de rechte lijn afweek, wakker schrok en de rechte lijn na de dommel weer oppakte.

Daar, in de afdaling, gebeurt het. Onverwacht. Met de witte elektrische auto's is nooit iets mis, weet Elon. Oké, hij kwam een jaar later bij de ontwikkelploeg, maar hij heeft hem bedacht, kent zijn geheimen en voelt precies aan wanneer iets verandert of een ingreep gewenst is. Deze rechte weg met zijn nauwelijks merkbare slingers, kan de auto bijna op zijn automatische piloot rijden. Elon hoeft enkel mee te kijken en heel soms zachtjes een correctie te geven.

Nu flikkert het scherm in alle mogelijke kleuren. Elon heeft nooit geweten dat het zoveel kleuren bevat. Als je stil zou staan en er niks aan de hand is, dan zou je ervan kunnen genieten. Nu schrikt Elon vooral en weet niet zo goed raad met deze situatie. De auto mindert vaart, geeft nog een zachte plof en daar staat Elon vrijwel stil. Hij weet de auto net nog in de berm te manoeuvreren.


Alles schakelt meteen uit. Het scherm flitst en is dan gitzwart. Het zoete geblaas van de airconditioning stopt abrupt. Alle lampjes op het dashboard scheiden ermee uit. Alleen één lichtje brandt. In een zachtblauwe kleur. Het is enigszins ovaal. En Elon heeft geen idee wat de betekenis is van het lampje. 'Ik moet er maandag toch maar eens naar vragen. Dan zie ik het technische ontwikkelteam in mijn wekelijkse agile-meeting', denkt hij.

Hij kijkt om zich heen en voelt hoe de temperatuur in de auto snel toeneemt. Elon heeft eigenlijk verder niks bij zich. Geen jas, geen flesje water of ander gemak. Hij is op weg naar een volgende bestemming, een luchthaven iets verderop, maar heeft geen idee waar hij dat kan vinden. Hij besluit maar eens uit te stappen. Ook omdat deze onverwachte tussenstop op zijn blaas begint te spelen. Hij zal eraan moeten geloven en het bos in moeten voor de sanitaire stop.

Aarzelend stapt hij in de richting van het paadje dat hij een paar stappen verder ziet liggen. Een wegwijzer vertelt waar je heen kunt. Elon loopt erop af, steekt een wildrooster over. Zijn puntige schoenen blijven er bijna in steken. Het pad buigt af. Elon komt terecht in een galerij overdekt door een gewelf van bladeren. De bomen als heuse pilaren die het groene gewelf omhoog houden.

Elon zoekt een geschikte plek en doet zijn plas. Wat een verlichting. Hij staat weer op het bospad en voelt hoe de natuur aan hem trekt. Over het bospad scharrelt een jong egeltje. Het diertje, in oppervlakte niet veel groter dan een mobiele telefoon, duikt ineen als Elon in zijn blikveld verschijnt. Zolang Elon daar staat, blijft hij als een half bolletje op het bospad liggen.

Elon loopt verder. Het diertje dat hij achterlaat komt ook weer in beweging en verdwijnt tussen de struiken de echte bossages in. Tussen de bomen beweegt iets. Misschien is het een hertje of een vosje. Hij gaat er voorzichtig naartoe. De vele safari's uit het Zuid-Afrika van zijn jeugd maken dat hij uiterst geruisloos zijn object weet te benaderen. Iets dat hem veel giraffen en emoes heeft opgeleverd.

Hij schuift voorzichtig de takken opzij. Het lijkt wel of hij iemand hoort zingen. Als hij nog wat verder het bos in loopt, ziet hij wat wits tussen al het groen zweven. Omgeven door allemaal mistflarden nadert het hem heel gestaag. Elon meent een gezicht boven het gewaad uit te zien. Het glimt helemaal. De lange, blonde haren vallen over de schouders. Het gewaad gaat deels op in de mist en zweeft boven een jong eikenboompje in het bos.


Elon kijkt nog eens goed, nieuwsgierig, maar toch ook een beetje bevreesd. 'Wees niet bang', zegt de vrouwenstem. 'Ik doe je geen kwaad.' Boven de kruin van het eikenboompje vormt zich een duidelijke wolk waarop de vrouw staat. Elon wrijft nog eens extra in zijn ogen. 'Waar komt u vandaan?' vraagt hij. 'Ik kom uit de hemel', zegt ze. Elon wil weten wie ze is, maar ze is verdwenen. Het wolkje op het kleine eikenboompje blijft achter. Wat heeft dit allemaal te betekenen? Elon voelt zelfs zijn mobieltje in zijn zak niet trillen. Pas als hij bij zijn auto staat, beseft hij dat hier iets is gebeurd dat niemand gelooft. Hij gelooft het zelf niet. Laat staan dat een ander het zou geloven.

Nu Elon bij zijn auto terug is, knipperen alle lichten van vreugde voor zijn komst. Het lijkt wel een heilige. Het witte gelaat van de auto glimt nog sterker op en alle zonnestralen concentreren zich op het voertuig van Elon. De deur opent en hij mag instappen. De stoel schuift iets naar achteren zodat Elon alle ruimte heeft om plaats te nemen. Zo zit hij weer en hoeft helemaal niks te doen. De auto brengt hem waar hij moet zijn.


*


De onrust blijft door Elon kruipen. Het loopt tegen het eind van het jaar, de feestdagen staan voor de deur. Zijn secretaresse kijkt hem vluchtig aan. 'Zal ik weer een X in je agenda zetten?' Elons hart begint sneller te kloppen bij de gedachte. Daar in dat bos op die plek. 'Ja, zet het er maar in', zegt hij. 'Weer naar Schiphol en terug via Lelystad. Hij knikt.

Zijn privéjet staat klaar en taxiet hem naar de juiste baan op het juiste uur. De witte elektrische auto wacht op hem zoals de trouwe schimmel op de goedheiligman wacht als de boot aanmeert. Elon voelt het leer van de stoelen op de juiste warmte voor zijn billen. Hij rijdt weer de Vogelweg op. Vlak naast het benzinestation waar de weg begint.

Hij rijdt er weer. De hagelwitte auto zoeft over de Vogelweg. De snelweg over, de weg vervolgend. Kaarsrecht tot die flauwe afbuiging bij de Knardijk. De zon straalt en doorschijnt de wolkenranden. Het licht wijst omhoog. De ideale aureool. Elon wenst er eentje voor zichzelf.

Daar gaat hij. Het bospad in. De egel is verdwenen.De blaadjes zijn van de bomen gevallen. Ze knisperen en ritselen onder zijn witte gympies. De zon reikt verder het bos in dan de vorige keer dat hij hier was. Het schijnsel toont vertes die Elon niet kent. Hij probeert haar aanwezigheid op te sporen. Het blijft leeg. Dat maakt zijn verlangen alleen maar groter. Dit keer blijft het stil. Zelfs de vogels in de bomen zwijgen. Het egeltje heeft zich teruggetrokken in het bos. Hier staat Elon. Alleen.

Hij draait om en loopt weer terug naar de auto. Dan waait er een windvlaag over zijn rug. Een koude rilling. Ik had mijn jas ook aan moeten doen, bedenkt hij. Iets streelt over zijn wangen. Daar is ze. 'Ik wil een foto maken', zegt hij. Snel houdt hij zijn mobiel voor zich en klikt. Ze is al verdwenen. Elon rilt en kruipt terug in de auto, laadt de foto op en plaatst het op X.


*


Een stukje noordelijker, bij Lelystad Airport, bouwen boeren een kerststal voor de ingang van de verkeerstoren. 'Zonder boeren, geen kerst', staat op het spandoek voor de stal. De naam op het raam is overklad tot 'Lelystads Kerstkind'. De os, de ezel en de schapen staan bij de drie wijzen. Ze zijn verkleed als koning, premier en commissaris van de koning.

Jozef en Maria zitten vooraan bij de kribbe. Als een boerenechtpaar ten einde raad. Een bos stikstof in de hand. 'Er is voor ons geen plaats in de herberg', jammeren ze met tranen in de ogen. De tractoren scharen een haag om hen heen en beschermen het tafereel voor de politie en de mensenmenigte die onverwacht opduikt.

'Het kerstverhaal is van ons allemaal en niet alleen van de boeren', schreeuwen de tegendemonstranten. De inderhaast toegesnelde politie kan de twee groepen maar met moeite uit elkaar houden. Alleen de tractoren staan tussen de boze partijen in. 'Geen water bij de wijn', roepen de demonstranten. Een raam in de gevel barst als een tractor achteruitrijdt en met zijn grote banden tegen het glas drukt.

'Jullie hebben ons nodig', brullen de boeren terug. Het is een heen-en-weer pingpongen van woorden en misvattingen. Alleen de vuist lijkt deze groepen bij elkaar te kunnen brengen. Of een goddelijke kracht die mensen drijft, leidt en gebiedt.

De avond valt. De rood-witte strepen van de verkeerstoren links achter het gebouw lichten op in de schemering van de ondergaande zon. De tijd van het jaar dwingt om de lampen vroeg aan te steken. De boeren staan met brandende fakkels en de tractoren stralen grootlicht.

De massa tegendemonstranten groeit meer en meer aan met toegesnelde demonstranten. De politie kijkt machteloos toe. Hoe moet dit nu verder? Elke minuut grimt de sfeer sterker. Tot iemand iets onverstaanbaars roept. Het is X die iets beweert. 'Elon heeft Maria gezien', gilt een hoge vrouwenstem over de massa mensen. 'Hier verderop. Het is een stukje lopen, maar laten we gaan. Misschien kan zij ons helpen.'

De groepen spannen samen. Er ontstaat een mengelmoes van geloof en ongeloof. Sarcasme, boosheid en leegte. Boeren en buitenlui, Lelystedelingen en weerbarstigen. Hier vormt zich een massa achter tractoren, fakkels, de schapen, os en ezel op weg naar het Knarbos. Als een stel aangespannen paarden voor een zwaarbeladen kar zet de groep zich in beweging. De achtersten staan vooraan. 'Het is aan het einde van deze weg', roept een hoge vrouwenstem over de massa mensen en trekkers. Op weg naar de plek waar Elon de foto genomen heeft.

De stoet met tractoren, mensen en fakkels loopt over de brede weg in de richting van het open veld. Het domein van de grote boerenbedrijven. Een verdwaalde tractor rijdt door de akkers. De massa slaat de weg in, achter het vliegveld in de richting van het bos. Hier moet Maria te vinden zijn. Ze trekken door het landschap, maken plaats voor elkaar en de voertuigen. Mensen die niet zo goed ter been zijn, mogen meeliften op de tractoren of in een auto die meerijdt.


Het is helemaal donker als de eersten het bospad naderen. Het is leeg. Elon is weg. De lampen van zijn auto knipperen. Alles is verder verlaten. Zelfs het egeltje heeft zich verstopt tussen de bladeren onder de bomen. De groep mensen staat beduusd stil. Is dit nu de plek waar Elon zojuist gestaan heeft? Ze geloven het niet. 'We zijn voor de gek gehouden', schreeuwt een man. Een boer kijkt vanaf zijn tractor naar de mensenmassa. Hij kan niet anders dan stilstaan. Alles staat muurvast hier op dat smalle bospad.

Ergens in de verte achter hen klinkt plotseling een enorm lawaai. Het lijkt wel of een massa vliegtuigen tegelijk opstijgt. De vrouw met de hoge gilstem kijkt om en ziet nog net boven de bomen een vuurkolom. Ze kijkt nog eens goed. Het is de verkeerstoren van het vliegveld die opstijgt. Een volle rookpluim jaagt erachteraan.

Haar mond valt open van verbazing. Ze kijkt snel om zich heen, maar niemand kijkt op of om. Als ze weer naar de grond kijkt, ligt een omslagdoek. Ze raapt het op en wordt met innerlijke ontferming bewogen. Ze vouwt het op en stopt het in haar jas dicht bij haar hart. Haar vinger draalt om het rozenkransje dat ze altijd om haar nek draagt. 'Salve Regina, sta ons bij, heilige moeder.'

Ze kijkt op. De vrouw die voor Maria speelde in de kerststal, staat voor haar. Ze draagt de omslagdoek. 'Ik snap het niet meer', fluistert de vrouw die net nog zo hoog kon gillen. Maria slaat haar ogen neer. 'Wees niet bang', zegt ze.


Dit verhaal is mijn inzending voor de Andries Greinerprijs 2023, met als thema Onverwacht.

10 februari 2023

De verdwenen president - een sprookje

Tekening van Inge de Wit

 Aan de koelkast bij Mees thuis hangen allemaal papieren met kleine en grote boodschappen. Het lijstje met de dingen die op zijn bijvoorbeeld. Handig voor in de supermarkt. Dan weet je of je hagelslag moet kopen of dat de pindakaas op is. Ook de brieven van de gemeente hangen er, de herhaalrecepten voor de dokter of een rekening die voor het eind van de maand betaald moet worden. 

   Alle papieren hangen onder dikke magneten. Elke magneet is versierd. Zo is er bijvoorbeeld een magneet in de vorm van het Empire State Building. Deze heeft Mees meegenomen van de vorige keer dat hij in New York was. Ook is er een magneet van de veerboot die naar Vlieland vaart. 
   Helemaal bovenaan op de koelkastdeur hangt een magneet in de vorm van een sombrero. Dat is een Mexicaanse punthoed, daaronder zitten drie briefjes papiergeld geklemd. Het zijn Amerikaanse dollars. Eentje van tien dollar en twee van één dollar. Op de dollars zie je duidelijk een belangrijke Amerikaanse historische figuur. Op die van één dollar staat George Washington, de eerste president van de Verenigde Staten. Die van tien dollar heeft de beeltenis van Alexander Hamilton, één van de grondleggers van de Verenigde Staten.
   Als Mees goed kijkt naar het briefje van één dollar, ziet hij duidelijk het hoofd van opzij van George. Soms, als hij de boter uit de koelkast haalt, dan kijkt hij naar het profiel. Zo heet een afbeelding van opzij.

Op een ochtend heeft Mees best wel haast. Hij doet snel de koelkast open, haalt er een potje jam uit om straks op brood te smeren. De kast gaat weer dicht. Hij kijkt naar George. Hij kijkt nog eens. Wat ziet hij nu? Ziet hij het wel goed? Hij knippert nog eens goed met zijn ogen. Het profiel van George is verdwenen. Gewoon weg. Waar zou hij toch zijn?
   Hij roept zijn moeder. Zij weet altijd alles. Waar zou George toch kunnen wezen? Mama pakt het biljet van de koelkast en kijkt nog eens goed. Inderdaad het is helemaal weg. Het briefje van één dollar dat erachter zit, heeft nog wel de eerste president van Amerika erop. Op het tientje is Alexander Hamilton eveneens verdwenen. Hoe kan dat nou?' stamelt ze. Mama snapt er ook niks van.
   ‘Mees, je moet nu echt naar school’, zegt zijn moeder. Daarom hangen ze de briefjes maar snel terug. Misschien vanavond even naar kijken, denkt Mees. Hij weet het anders ook niet. Hij gaat naar school. Het is een drukke dag. Mees krijgt vandaag een moeilijke rekensom, waar hij al zijn gedachten op moet storten. Anders lukt het hem niet om deze som op te lossen.

Pas de volgende ochtend denkt Mees weer aan het briefje van één dollar. Als hij de koelkast opentrekt, kijkt hij nog eens goed. Verrek. Daar zit George weer op de koelkast. Mees roept weer snel moeder erbij. 'Mama, kijk eens. Hij zit er weer op.' Ze komt eraan gesneld en haalt de briefjes van de koelkast onder de magneet vandaan. En inderdaad. Ze zitten er allebei weer op. 'Hoe kan dit nou?' vraagt Mees. 'Ik heb geen idee', zegt mama. 'Ik snap er ook niks van.'
   Pas bij het avondeten praat Mees erover met zijn vader. 'O', zegt papa. 'George en Alexander wilden weer eens wat anders. Ze zijn gisteren in de portemonnee van de buurman meegeweest naar Amsterdam.' Mees gelooft er niks van. Zijn vader vertelt weleens vaker onzin. 'Nee, serieus', zegt zijn vader. 'Ik heb erover gelezen in een brief die ik laatst voor mijn verjaardag kreeg.'
   Mees snapt er niks van. Hij besluit het maar zelf te gaan vragen aan George. Al kijkt hij best wel streng uit zijn ogen. Hij schuift het keukentrapje naar de koelkast, klimt omhoog en kijkt de president aan van het briefje. 'Meneer Washington', vraagt hij. 'Is het waar dat u in de portemonnee van de buurman bent geweest?'
   Het hoofd knikt. 'Inderdaad Mees', zegt hij. 'Ik wilde weleens wat meer van de wereld zien, daarom heb ik de buurman gevraagd om met hem mee te gaan naar Amsterdam. Dat is een grote, beroemde stad. In mijn tijd wilde eigenlijk iedereen naar Amsterdam. Zelfs de grote stad New York heette eerste Nieuw Amsterdam, naar de wereldberoemde stad.'
   'Wat heeft u er dan meegemaakt?' vraagt Mees. 'Ik heb de grachten gezien. Eindelijk. En ik ben naar het Rijksmuseum geweest. Er is een heel bijzondere tentoonstelling van Vermeer. Ik heb het melkmeisje gezien. Wat een prachtig schilderij is dat zeg. Heel mooi zoals het licht op het schilderij valt. Als je het niet kent, moet je echt een keer gaan kijken. Zo mooi hoe deze vrouw door Vermeer is geschilderd. Misschien moet je mij nog een keer meenemen. Ik ben niet veeleisend. Aan een plekje in een portemonnee heb ik meer dan genoeg.'
   'Maar Mees', vervolgt de eerste president. 'Ik ben al best wel een tijdje dood. Sinds 14 december 1799 om precies te zijn, maar ik ben nog wel heel nieuwsgierig. Wat doe ik eigenlijk bij jullie op de koelkast?' 'Nou zegt Mees. Dat is eigenlijk heel simpel. We sparen heel hard om naar Amerika te gaan. Dan kunnen we jullie uitgeven. Ik wil namelijk heel graag een souvenir van het Vrijheidsbeeld hebben en die kost precies twaalf dollar.'
   'Ah, nou snap ik het', zegt George. 'Dat is een mooie besteding. Ik denk dat ik je wel kan helpen aan een klein vrijheidsbeeldje. Ook al is het pas veel later gekomen, lang na mijn dood. Het is een geliefd beeld in Amerika.' Dat belooft Mees. Daarna hoort Mees zijn vader hem roepen. Hij moet naar bed. Morgen gaat hij weer rekensommen maken.

Kleine verantwoording bij dit sprookje

Dit sprookje heb ik geschreven voor mijn neefje zijn verjaardag. Inge heeft de treffende prent erbij gemaakt.

06 januari 2023

Leeslijst van 2022 - #readingchallenge


Ik heb meer dan ooit gelezen in 2022. Veel titels en ook veel poëzie zit er tussen. 's Avonds als ik mijn rug recht, lees ik meteen een gedicht. Heerlijk om te doen en zo zijn er flink wat gedichtenbundels door gegaan. Ook heb ik weer wat meer boeken besproken voor Voertaal. Ik heb nu een definitieve overstap gemaakt - na ruim 20 jaar - van Litnet - neerlandinet naar de interglossale website Voertaal.

Voor het eerst heb ik ook het aantal pagina's bijgehouden. In totaal las ik 93 titels - bijna het omgekeerde van de hoofdredacteur van Hebban met 29 - en ruim 20.000 bladzijden (20.281). Een recordaantal. Komt ook door een paar flinke pillen van Hella Haasse die op mijn lijstje stonden voor het lezen van deze schrijfster. En wat een werk. Ik heb echt genoten. Ook heb ik een paar moderne klassiekers voor het eerst gelezen zoals Joe Speedboot en Boven is het stil.

Hoogtepunten in 10 boeken - stiekem 12!

  1. Herman Hesse: Siddharta. Wat een boek. Op aanraden van mijn oud-medestudent Said el Haji. Zo mooi als Hesse het verhaal uitspint. Het stimuleert mij bij het schrijven van sprookjes. Die stijl heel ergens ver weg weten te benaderen.
  2. Ida Simons: Een dwaze maagd. Een boek dat in hetzelfde jaar uitkwam als Mulisch' Stenen bruidsbed. In 1959 verkocht dit boek meer dan Mulisch maar is nu totaal vergeten. Ik ben onder de indruk van haar schrijfstijl en enorme dosis humor. Een schrijver die iedere scholier zou moeten lezen voordat hij aan De aanslag begint. 
  3. Joseph Roth: Job. Wat een verhaal. Een hervertelling van het beroemde bijbelverhaal.
  4. Hella Haasse: Mevrouw Bentink. Misschien wel een roman over de eerste feministe. Hella Haasse weet haar prachtig neer te zetten in deze dubbelroman. Meteen daarna het indrukwekkende - en niet minder dikke - verhaal van de revolutionair Van der Cappelen in Schaduwbeeld of Het geheim van Appeltern.
  5. Ida Simons' andere roman Als water in de woestijn. Helaas niet af, maar zo veelbelovend en hier enorm veel humor. Zeker de moeite om te lezen.
  6. Rodaan Al Galidi: De onbekende belevenissen van prins Willem-Alexander. Roman waar ik ontzettend om gelachen heb, maar die ook de tegenstellingen in ons land zo treffend blootlegt. Echt een schrijver naar mijn hart.
  7. Vrouwkje Tuinman: Lijfrente. Hoe eenvoudige taal prachtige poëzie oplevert. Zo indrukwekkend. Ik heb genoten van haar gedichten. Meerdere keren gelezen.
  8. F. Starik: Leven als museum. Een boek dat misschien wel een autobiografie, fotobiografie en biografie in 1 is. Gemaakt van het geld dat Vrouwkje Tuinman kreeg voor de grote poëzieprijs voor Lijfrente.
  9. Jolande Withuis: Geen tijd te verliezen, Jeanne Bieruma Oosting. Biografie van een zeer eigenzinnig en echt vrijgevochten kunstenaar. De reden om de expositie in Zutphen te bezoeken. Een gedeelde plaats met het stripverhaal Ik ben mijn muze van Loes Faber. Het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke kunstenaars is dat mannen altijd een vrouwelijke muze nodig lijken te hebben (ik ook) en vrouwen hun eigen muze zijn.
  10. Klassieker van Daniel Kahneman: Ons feilbare denken. Hoe onze hersenen eigenlijk werken; of eigenlijk hoe ons gedrag gestuurd wordt door 2 breinen die elkaar ook nog eens misleiden. Een boek dat vooral gelezen wordt om beïnvloeding te misbruiken in communicatie. Andersom lezen, helpt ook. Waarom waren mensen zo bang voor COVID en hoe kan het dat het dat iemand toch aan de loterij meedoet?

Goddelijke komedie herlezen

De vele fragmenten uit Dantes Goddelijke komedie heb ik hier niet opgenomen in de lijst, maar eindelijk ben ik verder gaan lezen. Ik blog er zelfs elke week over op mijn nieuwe blog met oude blogs over dit boek. Het laatste deel is aan de beurt, dit keer met tekeningen. 

Zelf geschreven

Zelf heb ik 4 sprookjes geschreven voor mijn 3 neven en nichtje. Een boekje erbij gemaakt om het ook echt fysiek voor ze te maken. Ook begon ik met mijn wekelijkse meeleeslijst. Heerlijk, wat een feest om te doen.

Komend jaar heb ik minder tijd om te lezen en te schrijven. Deze 2 onderdelen waren voor mij afgelopen jaar het medicijn om er weer enigszins bovenop te komen. Helaas minder medicatie, maar hopelijk genoeg energie en inspiratie om verder te schrijven.

Leestips met motivatie zijn altijd welkom. Laat hem gerust achter in de reacties onder deze post. En voor de liefhebber: de hele lijst. 

Lijst met gelezen boeken in 2022

  1. Mona Hovring: Omdat Venus op de dag dat ik werd geboren een alpenviooltje passeerde (140 pp) 
  2. Godfried Bomans: Sprookjes (160 pp) 
  3. Godfried Bomans: Pieter Bas (206 pp) 
  4. Posthumus: Alle problemen begonnen met van Riebeeck (350 pp) 
  5. Ingrid Winterbach: Roerige tijden (250 pp) - voor 2e keer
  6. Celine Koops: In alle staten, een reismysterie (237 pp) 
  7. Jak Boumans: De Allereerste Almeerder: Wim Leemans (84 pp) 
  8. Remco Campert: Katten en katers (270 pp) 
  9. Wessel te Gussinklo: Op weg naar de Hartz (501 pp) 
  10. Hella Haasse: Oeroeg (128 pp)
  11. A. L. Snijders: De libelleman (324 pp) 
  12. Marleen Stikker: Het internet is stuk, maar we kunnen het repareren (260 pp) 
  13. Joseph Roth: Job (207 pp)
  14. Odilie Damhuis: Een leven vol avontuur (108 pp) 
  15. Ton van Reen: Klein volk, De geschiedenis van de kabouter (188 pp)
  16. Godfried Bomans: In alle ernst, De keuze van Joost Prinsen (259 pp)
  17. Adriaan van Dis: Vijf vrolijke verhalen (160 pp)
  18. Milo van Bokkum: Grensstreken (224 pp) 
  19. Hermann Hesse: Siddhartha (138 pp) 
  20. Drs P.: Vergilius: Mijn reis met Dante door de hel (96 pp) 
  21. Marten Toonder: De maanblaffers (74 pp) 
  22. Norbert Peeters: Wildernis-vernis, een filosoof in het Vondelpark (144 pp) 
  23. Op reis met een Javaanse edelman, De reizen van raden mas arjo Poerwolelono. Judith E. Bosnak (inleiding) en Frans X. Koot (vertaling). (286 pp) 
  24. Aleid Truijens: Leven in de verbeelding, Hella S. Haasse, 1918-2011 (598 pp)
  25. Hella Haasse: Huurders en onderhuurders, Een fictie (148 pp)
  26. Ton Eggenhuizen: De knobbelzwaan (270 pp)
  27. Adriaan van Dis: KliFi, Woede in de republiek Nederland (208 pp) 
  28. Ilja Leonard Pfeijffer: Monterosso min amour (92 pp) - boekenweekgeschenk
  29. Marieke Lucas Rijneveld: Het warmtefort (62 pp) - boekenweekessay 
  30. Ilja Leonard Pfeijffer: Quarantaine, Dagboek in tijden van besmetting (224 pp)
  31. Hans Fallada: De drinker (318 pp) 
  32. Mayim en Marcel Kolder: Mayim, Levend water, zo heet ik, zo ben ik. Autobiografie over het leven van Mayim in een wereld vol beperkingen (184 pp)
  33. Starik: Leven als museum (192 pp) 
  34. Vrouwkje Tuinman: Lijfrente (64 pp) 
  35. Ida Simons: Een dwaze maagd (206 pp) 
  36. Rodaan Al Galidi: De onbekende belevenissen van prins Willem-Alexander (158 pp)
  37. Hella Haasse: Een gevaarlijke verhouding of Daal-en-Bergse brieven (160 pp)
  38. Leeeintveld e.a.: 't Liefste pad, Hofwijck tuin in oude luister hersteld (30 pp) 
  39. Hella S. Haasse: Mevrouw Bentinck (815 pp) 
  40. Hans van Cuijlenborg: De wilde tuin, handleiding voor lui tuinieren (144 pp)
  41. Floor Milkowski: Wij zijn de stad, de buitenwijk als kloppend hart (108 pp)
  42. Charles Bukowski: De laatste nacht van de aarde, gedichten (432 pp)
  43. Els van Steijn: De fontein, vind je plek door inzicht in je familiesysteem (314 pp) 
  44. Niek Miedema, Jan Schilt en Joos Kat: Een lange eeuw idealisme, Uitgeverij Wereldbibliotheek 1905-2015 (510 pp)
  45. Wim Boot en Henk Akkermans: Een regenjasje voor het aapje, Een integrale vertaling van Basho’s Sarumino (372 pp); ook een bespreking op Meander
  46. Ode aan de zon, 40 jaar festival Sunsation (76 pp)
  47. Jurriën Rood: Lentz, De man achter het persoonsbewijs, Een filosofische biografie (460 pp)
  48. Ilja Leonard Pfeijffer: Idyllen, Nieuwe poëzie (184 pp)
  49. Frans Peeters: Koningsmoord op het Loo (288 pp)
  50. Ida Simons: Als water in de woestijn (224 pp)
  51. Jack Kerouac: Eenzame reiziger (278 pp) 
  52. Joost Conijn: Piloot van goed en kwaad (208 pp) 
  53. Theo Kars: De vervalsers (256 pp) 
  54. Theo Kars: De huichelaars (182 pp)
  55. J.C. van Schagen: Ik ga maar en ben (252 pp)
  56. Marijn O'Hanlon: Een jaar in de tuin van White Stork Farmhouse (254 pp) 
  57. Hella S. Haasse: De wegen der verbeelding (144 pp) 
  58. Rob van Olm: Dit gooi ik nooit weg, bijzondere verhalen over persoonlijke voorwerpen (192 pp) 
  59. Mirjam Remie: Het gymnasium, het verhaal van een eigengereid schooltype (256 pp)
  60. Martin Klepke: Het geluid van het spoor, Een arbeidersfamilie in verzet (252 pp) 
  61. Hella Haasse en prof. Jackman: Een vreemdelinge in Den Haag. Uit de Brieven van Koningin Sophie der Nederlanden aan Lady Malet (282 pp)
  62. Hooglied (30 pp) 
  63. J.C. van Schagen: Wat blijfsel overbleef (287 pp) 
  64. Gerbrand Bakker: Jasper en knecht (393 pp) 
  65. Henry Sepers: Stofloze afdruk,  gedichten (93 pp) 
  66. Jolande Withuis: Geen tijd verliezen, Jeanne Bieruma Oosting (477 pp) 
  67. Antjie Krog: Broze aarde (47 pp) 
  68. Tijl Nuyts: Vervoersbewijzen, gedichten (92 pp) 
  69. Emma Crebolder: Uitlichten, gedichten (63 pp) 
  70. Gerbrand Bakker: Knecht, alleen (288 pp) 
  71. Tommy Wieringa: Joe Speedboot (316 pp) 
  72. Gerbrand Bakker: Boven is het stil (264 pp) 
  73. Vasalis: Gedichten (130 pp) 
  74. Hella Haasse: Berichten van het Blauwe Huis (136 pp) 
  75. Joyce Bergvelt: Commandeur van de Kaap (336 pp)
  76. Jacobs Bos: Wie de geest krijgt (62 pp) 
  77. Loes Faber: Ik ben mijn muze (214 pp) 
  78. Leen Ouweneel: Regenten en de Waterlinie in het rampjaar (268 pp)
  79. Mustafa Stitou: Waar is het lam (96 pp) 
  80. Alara Adilow: Mythen en stoplichten (112 pp) 
  81. Hella S. Haasse: Schaduwbeeld of Het geheim van Appeltern (595 pp) 
  82. Anton de Kom: De balatableeder en andere gedichten (40 pp) 
  83. Eddy D'Haenens: Het werd tijd, gedichten (71 pp) 
  84. Halima Saccoh: Levensboek, The untold story (120 pp) 
  85. Joke Huisman: Ondanks alles (61 pp) 
  86. De reis van Sint Brandaan, berijmd en bewerkt door Anke Passenier (123 pp) 
  87. Arie Pos: De wording van Gerrit Komrij, biografisch portret (222 pp) 
  88. Agnitz de Ranitz: Clara, De eerste neushoorn in Nederland (250 pp)
  89. Lisa Weeda: Aleksandra (347 pp) 
  90. A. L. Snijders: De taal is een hond (288 pp) 
  91. Daniel Kahneman: Ons feilbare denken, Thinking, fast and slow (527 pp)
  92. Wessel te Gussinklo: De expeditie gevolgd door Het meesterwerk (335 pp)
  93. Gerard Reve: De avonden (222 pp)

25 december 2022

De schrijfkabouters - een kerstsprookje - #blogkerstmis

Haar broer, de schrijfkabouter, woont in de vijfde paddenstoel achter het berkenbosje van ons kabouterbos. Hij schrijft dag en nacht. Een heuse reeks misdaadromans vloeit uit zijn pen. Elk kwartaal brengt hij een nieuwe titel uit. Zijn vingers zijn blauw van het vasthouden van zijn magische en fantasierijke pen. Het papier kronkelt van genoegen op het bureau. Zoveel woorden en zinnen kriebelen op het vel dat het niet anders kan dan golven van opwinding en spanning.

De schrijfkabouter heeft net zijn laatste misdaadboek uitgebracht. Een heuse thriller boordevol met messen en pistolen. Als op de eerste pagina het mes op de tafel ligt, weet je als lezer wat er gaat gebeuren. Dat mes zal hoe dan ook met bloedspatten en al verderop weer opduiken. Het slachtoffer probeert zich nog te weren. Er klinken dreigend pistoolschoten in de verte, maar niemand is hiertegen opgewassen.

De rest van het boek heerst de spanning wie het gedaan heeft. Altijd weet de schrijfkabouter er een passage in de voegen over een butler, die het gedaan zou hebben. En hij heeft het nooit gedaan. Het is een running gag. De trouwe lezers van de schrijfkabouter weten het. De butler heeft het nooit gedaan, maar toch... Elke keer lijkt het er verdacht veel op dat hij het toch gedaan heeft.

Ook deze maand is het boek lovend besproken in de Gelebouter. De recensent liet het na de ene superlatief na de andere te plaatsen in het bericht: 

'Dus ren snel naar je plaatselijke boekwinkel en haal dit prachtige boek. Wil je een avond heerlijk in spanning zitten en genieten van de overweldigende schrijfstijl van de schrijfkabouter? Koop dit boek en je smult. Gedreven door de spanning wie het gedaan heeft. Toch de butler of houdt de schrijfkabouter vast aan zijn traditie? Het antwoord vind je alleen maar door het verhaal zelf te lezen.'

De schrijfkabouter slaat de krant tevreden dicht na het lezen van deze woorden. Hier komt het helemaal goed. Vandaag mag hij in de boekwinkel iets voor het berkenbosje signeren. Hij verwacht er veel van. Zeker na zoveel lovende woorden in de krant. Hij drinkt nog een flinke slok koffie tot zijn oog op de advertentie op de achterkant van de Gelebouter valt: doe mee aan de schrijfwedstrijd en win een schrijfretraite van 4 maanden in Zuid-Afrika.

Dat klinkt de schrijfkabouter als een uitgelezen kans. Hier moet hij aan meedoen. Hij heeft niet veel concurrentie weet hij. Dit is de kans om eindelijk een groter werk te schrijven dan de dunne detectives die het publiek van hem gewend is over inspecteur Wouter Baigret. Eindelijk eens tijd om een wat diepere intrige uit te spinnen over meerdere delen. Een gevatte filosofie uit te spinnen over het hoe en waarom de kabouters op aarde leven. Een boek dat over de grenzen van het land, het wezen en het weten heen stijgt. Een verhaal dat alle kabouters tot het diepste van het zijn zal raken.

Zo dromend en trekkend aan zijn pijpje wandelt hij even later naar de boekwinkel. Er staat al een rijtje nieuwsgierige kabouters voor de ingang te wachten. 'Het is druk. Allemaal mensen die voor mijn nieuwste boek komen en een persoonlijke boodschap op de binnenflap geschreven willen hebben.' Hij lurkt nogmaals aan het pijpje en stapt de boekwinkel binnen.

Hij kijkt nog eens goed. Wie ziet hij daar achter de tafel zitten? Het is zijn halfzus, de rondborstige Lisa. Ze zit vol genoegen en bolle wangen aan de signeertafel. De armen gevouwen over haar buik wacht ze tevreden tot de volgende klant komt om een handtekening in haar nieuwste boek te zetten. De rij is lang. Dus daar komt de enorme rij van wachtenden vandaan. Ze willen allemaal nog snel een boek van zijn zusje voor de kerst in huis hebben.

Lisa schrijft ook boeken net als haar halfbroer de schrijfkabouter. Zij schrijft er een stuk minder vaak dan hij. Ze doet het ook allemaal buiten haar huishouden en de opvoeding van haar 3 kleine kabouterkinderen. Een heel werk, maar haar man David is vooral buiten zijn paddenstoel bezig. Ze vraagt zich weleens af hoeveel hij eigenlijk om zijn vrouw en kinderen geeft. Zo vaak is hij van huis om hout te hakken. 

In de kleine uren kruipt ze aan het kleine schrijftafeltje in de hoek van haar paddenstoel. De kinderen net in bed en de ochtendpap al pruttelend boven het vuur. Daar schrijft ze de wenken voor de opvoeding van kabouterkinders. Boordevol met praktische tips hoe je je huilende kabouterkind stil kunt krijgen. Ook wat je kunt doen tegen spruw en opspuwende borsten. Ook wijst ze haar lezers hoe ze hun man tot bedaren kunnen krijgen.

De rij wachtenden bestaat dan ook vooral uit kaboutervrouwen. Ze staan vol verwachting te wachten op de laatste druk van haar praktische wenken. Zo handig en een heel praktisch cadeau voor kerst. De schrijfkabouter gaat naast zijn halfzus zitten aan het tafeltje. Een flinke stapel van zijn misdaadboeken staat voor hem. Heel soms schuift een vrouw met een boek van zijn halfzus in de hand, door naar hem. Dan mag hij iets voorin schrijven voor haar man. 'Voor detectives heb ik geen tijd', verzucht de kabouter vrouw dan naar hem met een brede glimlach op het gezicht. 

'Doe je ook mee met de schrijfwedstrijd', vraagt Lisa aan hem. 'Zeker, ik wil wel eens 4 maanden kunnen besteden aan het schrijven', zegt hij. 'Eindelijk tijd om te schrijven.' Ze kijkt haar schrijfbroer eens goed aan. 'Maar je hebt toch tijd genoeg om te schrijven?' 'Ja, maar extra tijd en op zo'n plek. Mij helemaal onbeperkt wijden aan een groot literair werk. Dat is mijn grote droom', antwoordt hij. Lisa kijkt verlangend voor zich uit. 'Het lijkt mij geweldig. Ik zou alleen niet weten hoe het moet met mijn 3 lievelingetjes.'

Hij probeert al een verhaal te bedenken voor de wedstrijd. 'Waar doe jij het over?' vraagt hij zijn halfzusje. 'Dat ga ik natuurlijk niet verklappen', zegt ze. 'Ik heb al wel een heel leuk idee.' Haar bolle wangen glimmen helemaal. 'Ik heb nog geen idee', zegt de schrijfkabouter. 'Dan laat je het toch de butler doen', grapt zijn zusje. Ze geeft hem een por in zijn zij. Zijn bolle buik schiet ervan omhoog. 'Ja, ja', zegt hij als hij er weer enigszins van is bijgekomen. 'Maak maar grapjes.' 'Ik ga iets schrijven over mijzelf. Hoe druk ik het heb en hoe moeilijk het is om je passie te kunnen volgen tussen al het werk door', verklapt Lisa. 

De week erna zet hij zich volop aan schrijven. Hij bedenkt allerlei varianten. Het verhaal loopt lastig. Hij loopt op een moment dat hem de inspiratie ontbeert, maar eens langs zijn zus. Ze is druk bezig de soep voor die avond klaar te maken als hij aanklopt. Een zoontje van haar ligt ziek op bed en de andere dreint de hele tijd aan haar rok. 'Nee, nu niet Martin. Je ziet toch dat ik aan het koken ben.' De schrijfkabouter wordt er niet veel wijzer van. 'Ik heb zo weinig tijd om het goed uit te werken', zegt ze. 'Laat mij het doen', zegt hij snel. 'Ik heb helemaal geen goeie ideeën.' 'Ja en dan ga jij er met de prijs vandoor', zegt ze. Dat is ze dus echt niet van plan. 

*

Het is de avond voor de deadline. De schrijfkabouter zet zich noest aan het schrijven. Zijn pen is niet zo vlot als anders. De inkt hort en stoot over het papier. Het papier is ook op het rabat. Het kronkelt en buitelt niet zo enthousiast als anders onder de kriebelende pen. Sterker nog, soms verzet ze zich en drukt de kop van de pen gewoon weg. Met moeite krijgt de schrijfkabouter de letters op papier. Waar is de magie van weleer? Hij heeft geen idee. Het is compleet verdwenen lijkt het.

Zijn zusje heeft eindelijk tijd om haar verhaal te schrijven. Het stompje van haar kaars houdt het hopelijk lang genoeg vol om nog licht te blijven geven tot haar verhaal klaar is. Ze voelt hoe haar idee meer en meer gestalte krijgt. Het is een verhaal zoals zij elke dag meemaakt. Zij ziet voor zich hoe haar hoofdpersoon zich door de dag heenworstelt. Elke dag weer opnieuw, elke keer opnieuw. Hoe ze de eindjes bij elkaar scharrelt en tussen alle drukte door haar passie volgt: de liefde voor het schrijven. De liefde voor het verhaal.

Ze lopen die ochtend tegen elkaar op bij de paddenstoel waar het verhaal moet worden ingeleverd. 'Is het gelukt? ', vraagt ze haar broer, de schrijfkabouter. Hij knikt, maar op zijn gezicht verschijnt een poging tot lachen als een boer met kiespijn. Zij lacht tevreden terug. 'Het was krap en de kaars hield er midden in de nacht mee op. Ik heb op de tast proberen te schrijven, gelukkig gaf de maan net genoeg licht om de lijntjes op het papier nog te zien.'

Ze laten de enveloppen achter. Het duurt nog een week tot kerstavond en de uitslag bekendgemaakt wordt. Lisa en haar broer de schrijfkabouter wachten in spanning af. Dan melden ze zich de avond voor kerst. De jury heeft alle inzendingen gelezen. Het waren dit jaar meer inzendingen dan ooit. Zelfs de grote schrijfkabouter heeft meegedaan en de schrijver van het duizenddingenboek Lisa. 'Dat zijn geen kleine namen', zegt de juryvoorzitter, kabouter Barry Kulisch. 'Dan zal ik nu maar vertellen wie de winnaar is. De winnaar is: de schrijfkabouter.'

Vol verbazing kijkt de schrijfkabouter uit zijn ogen. Wat is dit. Hoe is het mogelijk dat hij gewonnen heeft. 'De verhalen van jou en Lisa leken wel heel erg op elkaar, maar wij denken dat jij het idee net iets mooier en rijper hebt uitgewerkt. Het straalt net iets meer rust uit.' Hij kijkt tevreden rond en ziet hoe Lisa, een traan wegpinkt. Ze loopt naar haar broer. 'Gefeliciteerd', zegt ze. Haar stem klinkt onvast. 'Van harte gefeliciteerd.' Dan loopt ze snel weg. De tranen wellen uit haar ogen. Wat is dit onverdiend. Ze heeft er zoveel energie in gestopt en ze zou het zo hebben verdiend. Bovendien heeft hij inderdaad haar idee gejat. De schurk.

Ze komt weer thuis. Haar man David is er niet. Hij is natuurlijk houthakken. Ze roert in de grote pan voor de maaltijd van morgen. Er is niet veel tijd meer om alles nog klaar te krijgen. De jongste is nu ziek en de oudste moet vanavond in het koor zingen bij de grote paddenstoel. Dan zingen ze kerstliederen en neuriën kabouterhymnen. Het is allemaal druk en haasten. En dan ook nog eens die mooie prijs aan haar neus voorbij gegaan. Ze probeert haar tranen te bedwingen, maar kan het niet helpen dat er soms eentje in de soep valt.

*

Nog een paar minuten en het kerstdiner is klaar. Zelfs haar man David zit aan tafel met zijn feestelijke houthakkershemd. Ze heeft haar mooiste jurk aangetrokken. Wat een vreugde zo met haar kinderen en haar man. De oudste heeft gisteren prachtig gezongen. Het lukte zelfs haar man om erbij te zijn in de grote paddenstoel. Door de gewelven klonken de kerstliederen. Het 'Once in Royal David's Mushroom' en 'De kabouters lagen bij nachte'. Ze voelt de trots weer hoe hij zong. Zo trots dat ze haar teleurstelling zelfs even vergeet.

Ze eten van het kuiken dat ze bereid heeft. Er wordt door de jongens gevochten om het filetje. Het is lekker knapperig en ze heeft nog de juiste kruiden weten te vinden in het bos. David kijkt haar trots aan. 'Je hebt heerlijk gekookt Lisa', zegt hij. Dan slaat hij een arm om haar heen. 'En jij hebt voor mij de prijs gewonnen. De prijs van de beste kok van het kabouterdorp.'

Dan wordt er op de deur van de paddenstoel geklopt. David en Lisa kijken elkaar aan. Verwacht jij iemand? Ze schudt haar hoofd, als ze de deur opent, staat daar haar broer, de schrijfkabouter. Ze weet niet of ze hier nou zo blij mee is. 'Ik geloof dat ik hier even geen zin in heb.' 'Het spijt me', zegt hij. 'Ik heb je idee gestolen. Ik heb geschreven over hoe jij het hebt. Ik heb stiekem gekeken toen je zo druk was. Een man die altijd weg is, je kinderen die veel aandacht vragen. Het huishouden.' 

Ze kijkt hem aan, voelt de teleurstelling van eerder die dag weer. Zijn ogen glinsteren. 'Daarom heb ik besloten dat jij de prijs moet krijgen. Ik heb de organisatie gevraagd om hem aan jou te geven. Je hebt gelijk. Jij verdient het om 4 maanden heerlijk aan een project te werken. Onafgebroken, niet afgeleid. We zorgen ervoor dat jij helemaal vrij kan werken in Zuid-Afrika. Volgende week vertrek je. Dan pak je nog een heerlijke Zuid-Afrikaanse zomer mee.'


Blogkerstmis

Dit is mijn bijdrage aan blogkerstmis georganiseerd door Ali Molenaar. De opdracht was: 

Broer en zus zijn allebei niet onverdienstelijke schrijvers en hebben besloten mee te doen met de kerstverhalenwedstrijd van een tijdschrift. Maar dat levert complicaties op.

Lees alle bijdragen aan deze blogkerstmis

26 november 2022

Onderhuidse mystiek en een snufje wierook


Geerten Liefting is al 15 jaar organist van de Bonaventurakerk in Woerden. Hij heeft 3 fantastische instrumenten onder zijn hoede. 2 orgels komen uit de stal van de Jos Vermeulen uit Alkmaar en de gebroeders uit Weert. Als kers op de taart, staat sinds een paar jaar het elegante huisorgel van Gerard Wortman uit 1966 in het koor van de kerk.

Nu, na die 15 jaar heeft Geerten Liefting een cd uitgebracht. Hij presenteerde de cd Couleurs Mystiques tijdens de mis op het Feest van Christus Koning op de laatste zondag van het jaar. Deze mis stond ook stil bij het 101-jarig bestaan van het hoofdorgel in de kerk. De orgelbouwer Vermeulen leverde het instrument in 1919, maar officieel in gebruik genomen werd het in 1921. De feestelijkheden waren door de coronamaatregelen opgeschort tot de feestelijke mis van zondag 20 november.

Veel orgel

Tijdens de mis klonk veel orgel. Een aantal van de werken van de cd, zoals Karg-Elerts symfonische koraal 'Ach bleib mit Deiner Gnade', de 'Romance' uit de 4e orgelsymfonie van Vierne en het 'Scherzando de Concert' van Pierne. Allemaal werken waarin de romantische kleuren van de orgels goed tot uitdrukking komen.

Want de Bonaventurakerk in Woerden heeft prachtige orgels en een heel goede organist die het mooiste uit de instrumenten weet te halen. Geerten Liefting staat in de traditie van Franse romantiek, waarbij virtuositeit en liefelijkheid elkaar even snel als heftig afwisselen. Bij de mis kwam dit naar mijn mening het beste tot uiting in het gezongen Gloria waarbij orgel en koor elkaar prachtig afwisselden. Daar improviseerde Liefting zoals het hoorde: vanuit dit mooie lied. Tekst en melodie vulden elkaar mooi aan. En hij presenteerde daarbij een indrukwekkende variatiereeks op het hoofdorgel.

2 bijzondere Vermeulens

Voor de cd Couleurs Mystiques geldt dat zeker ook. Volgens Liefting heeft hij het afgelopen jaar gezocht naar passende muziek op deze 2 bijzondere Vermeulen-orgels. Beide instrumenten zijn ongeveer even oud - ze schelen een paar jaar. Is het transeptorgel van de Gebroeders uit Weert kleiner en oorspronkelijk voor een andere kerk gebouwd, het klinkt betoverend in de Bonaventurakerk.

Het hoofdorgel is onovertroffen, robuust, soms op het boerse af - het tutti is een geluidskanon waar een carbidknaller jaloers op is - maar ook ontzettend rijk aan meer intiemere klanken van fluiten en strijkers. Beide orgels bezitten heel eigen voix celestes, deze hemelse strijkers raken de gewelven ieder op hun eigen wijze. 

Al bezit het transeptorgel misschien wat minder stemmen en bravoure, het weet de ruimte op zijn eigen, karakteristieke manier te vullen. Wat een klank komt er uit de zwaarmelancholische Romance van Vierne. Liefting weet hier soms zelfs de melancholie op te roepen zoals in de Noctures van Chopin. Wat een orgel en wat een aandachtig spel.

De ruimte

Je hebt niet in de gaten dat het slechts 16 stemmen bezit tegen de 26 stemmen van het hoofdorgel. De plek in de kerk, vrij tegen het transept zorgt ervoor dat niets de klank belet om zich te vormen in de ruimte. En ruimte dat heeft de Bonaventurakerk. Wat een akoestiek. Menig kathedraal in Nederland kan daar niet aan tippen. En dat voor een gebouw van nog geen 130 jaar oud.

De werken op het hoofdorgel zijn er helemaal voor geknipt. En Geerten Liefting weet je te raken. Zelden zo'n overtuigende Karg-Elert 'Ach bleib mit Deiner Gnade' gehoord. Hier laat orgel en bespeler je alle hoeken van de kerk horen. Wat een spel. Misschien komt het ook door de prachtige inleiding met 3 werken uit de 'Cathedral Windows'.

Gregoriaanse melodieën

Want boven alles weet Geerten Liefting je hart te laten kloppen voor de prachtige gregoriaanse melodieën. Ik hoorde het zondag ook zo overtuigend in zijn bijna onschuldige improvisaties. Maar wat een muziek. De lijnen van de melodie raken de gewelven als een vogeltje dat speels de hemel raakt in zijn vlucht. Het maakt deze muziek extra spannend en doeltreffend. Precies waarvoor het bedoeld is.

Dat merk je het sterkste in de improvisaties. Liefting is helemaal thuis op zijn orgels. Hij weet de juiste snaren te raken en strijkt ze nooit ofte nimmer in de haren. Een gregoriaanse thema als 'Ave maris stella' krijgt een subtiele benadering, waarbij het een spel is als met Jacobsladders aan de hemel. Ze kruipen tussen alles door en verlichten een bijzonder aspect van het thema. Het scherzo is grillig, een snelle schets waarbij de noten stuiteren op het water als regendruppels in de plas bij een zomerse regenbui.

Geschreven voor het orgel

Het Choral is helemaal geschreven voor het hoofdorgel van deze kerk. Geerten Liefting presenteert in dit eigen werk alle facetten, de diepe pedaalklanken, de verschillende uitkomende stemmen als de samengestelde cornet en de tertsen. De trompet van hoofdwerk en echo-trompet van het zwelwerk krijgen mooie gelegenheden zich te laten horen. Dat geldt ook voor de prachtige prestant. Een register die als uitkomende stem je adem stokt. 

Ruimte en klank smelten helemaal samen. De gevarieerde en ook dramatische uitwerking van het Choral maakt het tot een opvallende eigen compositie op deze cd. Het einde met de lange diepe toon, tegen de lage terts. 

Onderhuidse mystiek

Het zijn geluiden die je niet snel hoort in Nederland. De psalm jubelt toch heel snel en deze klankwereld met onderhuidse mystiek en een snufje wierook associeer je toch eerder met een Franse kathedraal. Het klinkt gek, maar op weinig plekken in Nederland is deze sfeer zo op te roepen als in de Woerdense Bonaventurakerk. Muziek waarbij je op een andere manier verrast en ook geraakt wordt. Het gaat trager, maar raakt daarmee ook veel dieper.

Dan vallen mijn oren op de mooiste compositie van de cd: de Aria van Jehan Alain. Wat een meesterwerk. Het is een muziekstuk dat ik Geerten Liefting al in 2017 hoorde spelen in de Domkerk. Het betekende voor mij een hernieuwde kennismaking met een muzikale wereld die ik sinds mijn late adolescentie verwaarloosd had. In deze muziek ligt de kracht van Liefting. Het zweeft ergens tussen Alain en Messiaen in. De klankkleuren staan centraal, bijzondere ritmes en krachtige diepe tonen. Daar doorheen vervlochten het gregoriaans. Onovertroffen, wat een melodieën.

Voorbij, voorbij

Het is bijna jammer om uit die klankwereld te ontwaken bij het slotstuk, Viernes 'Carillon de Westminster'. Mooi in zijn uitvoering, maar stiekem had hier van mij best een improvisatie mogen klinken. Met brede, volle akkoorden zoals Messiaen en de subtiel ritmiek zoals Alain. Alle reden om nog eens naar Liefting te luisteren in een zondagse mis met heel veel gregoriaans. Heel veel.

Meer informatie en bestellen

De cd Couleur Mystiques van Geerten Liefting is opgenomen in de Bonaventurakerk in Woerden. De cd kun je bestellen bij sthrecords voor 16,95 euro. Voor een voorproefje: luister op de Soundcloud van Geerten Liefting.