30 april 2008

Vrijmarkt

Het staat helemaal stil in de Stationsstraat. Ik kijk over de rijen heen en kan niet duiden waarom de mensenmassa vast staat. De file van mensen lost zich niet op. Een vrouw vlak naast mij begint te schreeuwen. 'In naam van de koningin, loop door. Ik ben een prinses hoor.' Ze lachen hard om hun eigen grap. De oranje mutsen en geschminkte vlaggetjes op de wangen, het hoort.
Ik weet dat ik niks zal vinden. Twee stripalbums onder mijn armen, koopwaarde 1,50 euro, maar verder niets. Het is even droog op deze avond voor koninginnedag, maar ik heb spijt dat ik gegaan ben. De vrijmarkt hier in Almere levert weinig op.
De file komt langzaam in beweging, een paar nieuwkomers proberen iets voor mij een product af te dingen. Het is een sport om de prijs naar beneden te halen. Iedereen weet wat dat hij rotzooi verkoopt. De koper weet dat ook. Daarom probeert hij van een kwartje een dubbeltje te maken.
Als ik dan eindelijk verderop wat minder rotzooi zie en zelfs echt leuke dingetjes, slaat de teleurstelling toe. Een vreemde overschatting maakt zich van sommige verkopers meester. Alsof een broodblik van voor de oorlog ineens vijftien euro waard is. Of een setje borrelglaasjes duurder moeten zijn dan de borrel zelf.

29 april 2008

Leaseleraar

Hij komt aangesjeesd in zijn dikke leasebak: de leraar Nederlands. Stoer blitst hij uit zijn auto, colbertje losjes over de schouder. Zijn haar vlot naar achteren gekamd en het nieuwste model brilmontuur op zijn neus.
Eigenlijk was ik best onthutst te lezen dat leraren worden weggekocht bij scholen en verleid worden met leasebakken en extra vrije dagen. Alsof geld boven roeping staat. Leraar worden is niet meer een kwestie van idealen, maar wordt door poen bepaald.
Zou het een topleraar zijn die rondcrost in die leasebak? Zouden leerlingen de volle drie kwartier van de les aan zijn lippen hangen? Of hebben de kids anders geen leraar voor het bord staan?
Ik denk het laatste. Het is zonde dat na jaren van wanbeleid in het onderwijs, nu geld over de balk wordt gesmeten met dit soort idioterie.
Als ik ooit besluit toch weer leraar te worden, dan zal het een beslissing zijn uit idealen en niet uit geld.

Het grote zwijgen

Soort sappige, waterrijke rankvrucht. Dat meldt een voetnoot over het woord watermeloen bij het verhaal 'Beproewing' van de Zuid-Afrikaanse schrijver van G.H. Franz. Dit weekend stuitte ik bij mijn kringloopwinkel op het boekje Zuidafrikaanse Letterkunde. Bloemlezing met toelichting en woordverklaring. Blijkbaar kende het publiek uit 1968 de sappige, waterrijke rankvrucht nog niet.
Het boekje is samengesteld in 1968 door F.E.J. Malherbe, hoogleraar in de Afrikaanse en Nederlandse Letterkunde aan de universiteit van Stellenbosch. De uitgave is 'in het kader van de Nederlands-Belgische Zuid-Afrikaanse kulturele overeenkomsten en gesubsidieerd door de Zuid-Afrikaanse regering'.
Eybers, Marais, Totius, Leipoldt en Louw. Ze staan er allemaal in. Zelfs Ingrid Jonker en André Brink komen met gedichten en verhalen aan de orde. Een merkwaardig boekje, zeker ook als je de latere ophef meeneemt. Het grote zwijgen op de scholen over dit stukje literatuur, dat zo dicht tegen het Nederlands aanschuurt.
Dit boekje heeft het zwijgen niet doorbroken, misschien zelfs alleen maar versterkt. Eybers en Jonker worden dan wel genoemd, maar de gedichten 'Jong seun' en 'Die kind wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga' mist de bundel. Het is het vertekende beeld waar niemand over durft te praten en dat iedereen verzwijgt, dat zo sterk in deze bundel naar voren komt.

28 april 2008

Playmobil kerk

Er is van dat speelgoed, waarvan je bij het zien even droomt weer kind te zijn. Zo bladerde ik vandaag in een speelgoedfolder en zag er de Playmobil kerk. Als dat in mijn jonge jaren te krijgen was geweest, had ik het zonder twijfel op mijn verjaardagsverlanglijstje gezet.
Het is een heuse kerk, compleet met dominee en bruidspaar. Echt speelgoed om een romantisch huwelijk mee na te bootsen. Compleet met klokkengelui en orgelspel, zo verzekert de advertentietekst erbij.
Die bruiloft zou niet zo interessant geweest zijn. Het kerkje spelen wel. De dominee zou mooi preken hebben gehouden voor een volle kerk en de gemeente zou onder begeleiding van het orgel prachtige psalmen gezongen hebben.
Of het allemaal geholpen zou hebben betwijfel ik. Geloven hangt niet af van Playmobil en ik heb van Lego genoeg kerken gebouwd. Het maakt dus allemaal niet zo uit. Bovendien zou in mijn fantasie waarschijnlijk niet het Rijnlandse model van de kerk passen.
Overigens zou ik de firma Playmobil willen adviseren een mooie moskee te maken volgens hetzelfde idee. Het zou de integratie ongetwijfeld bevorderen.

27 april 2008

Twijfel die knaagt

Twee interviews in de Volkskrant van gisteren. Eén met Kees Fens zonder duidelijke reden, één met Kader Abdolah over zijn onlangs verschenen vertaling van de Koran en een beschrijving van het leven van de profeet.
De interviews vertoonden een grote overeenkomst: de twijfel die aan het schrijven knaagt. Je schrijft een prachtig stuk, bent ergens best tevreden. Je leest de tekst nog een keer en ziet alles wat er niet aan deugd. Verbeteren kan niet meer, want de verbeteringen die je kunt bedenken, zijn alleen maar verslechteringen. De twijfel geeft je een stomp recht in het gezicht. Ik kan niet schrijven, zie je wel, het deugd niet.
Kees Fens leest zijn stuk na en denkt 'wat ben ik saai, wat ben ik ongelofelijk saai'. Kader Abdolah vindt dat hij niet die Grote Schrijver is die hij altijd had willen worden. 'Ik ben onderweg. Met deze twee boeken heb ik mijn verleden nu verwerkt. Ik heb een fundament gelegd waarop ik verder kan.'
Twijfel vormt de zekerheid waarop het oeuvre is gebouwd. Het hoort bij het schrijven.

Terugreis

Een gevoel van weemoed vermengt zich met een gevoel van verlangen. De post van een paar weken die op je wacht, de boeken die in de nieuwe bibliotheekkamer wachten om gestreeld te worden en het uitzicht over de gracht. Of gewoon mijn eigen bed. 'Er is geen lekkerder bed dan je eigen bed', vindt mijn schoonmoeder.
De weemoed ligt in de wereld die ik de afgelopen twee weken leerde kennen. De heuvels, het groen, de broodjes, de knakworstjes en de Schinken. Ik heb met ze kennisgemaakt en moet ze nu weer in de steek laten. Een vriendschap te kort om echt vrienden te worden, maar in mijn geheugen is een nieuwe herinnering aan een landschap met haar steden.
Als we met volle magen van het ontbijtje wegrijden, is het goede voornemen voorbij Keulen te komen. Nu rijden we via Duitsland terug en de wegen zijn hier beter. Ook mag je hier sneller rijden. Het zal niet moeilijk zijn om onze missie te laten slagen.
Als de snelweg in zicht komt en de snelheid eindelijk op gang komt, doemen de bespiegelingen op in het geheugen. Hoe leuk het was en dat we zeker nog een keertje terug zullen gaan. We hebben niet alles gezien en de volgende keer gaan we dat dus wel doen.
De eerste wegversperring licht op in de vorm van een verkeersbord. Langzaam rijden, wegwerkzaamheden. Wat verderop mogen we niet hard rijden omdat de weg zo slecht is. We hobbelen als op de Belgische snelweg. Weer wat verder kachelen we 13 kilometer lang in een slakkengang voor weer andere werkzaamheden. 'Papa, sneller rijden', roept Doris vanaf de achterbank. Tijd om te pauzeren, Keulen ligt niet achter ons, maar naast ons, omdat we via Venlo besluiten te rijden. Dat Duitse Roergebied is niet alles.
Bij Nederland houdt de snelweg abrupt op. De Duitsers vinden Venlo belangrijker dan de Nederlanders. Als we dan eindelijk op de juiste snelweg naar het Noorden rijden, hebben we spijt dat we het Roergebied negeren. Wat zouden we ver geweest zonder de Nederlandse snelweg.
Het is vertrouwd en beschamend tegelijk als we in de file staan iets na Nijmegen. Maar als na A12 en A30 een bordje met Almere op de A1 verschijnt, dan voel ik mijn hart wat sneller kloppen. Weer thuis. Zou het huis er nog staan, is het niet leeggeplunderd en leven de vissen nog?

26 april 2008

Heenreis

Eindigen met de heenreis. We rijden op tijd weg van huis, plannen een pauze een uur na het middaguur. Dan zijn we Nederland wel uit, denken we.
De wegen denken daar anders over. Geen files maar veel langzaam rijdend verkeer. Geen opstoppingen, maar openliggende wegen. De weg naar Luik blijft ons verrassen. Ook mijn idee van de stoplichten midden op de snelweg, bij Eindhoven. Ze zijn er, inderdaad, alleen veel later dan ik in mijn gedachten heb.
Machines graven bulten en gaten rond de weg. Het verkeer sluipt er tussen. Ze zoekt de smalle strook asfalt die er nog ligt. Boren drillen de vullingen uit het gebit en kiepauto's komen met zand aan en rijden met zwarte aarde weg. Geel zand, dat is nodig om deze weg te redden.
Als we dan vlak na Eindhoven bij Weert een bordje patat met een kroketje eten, dan verbazen wij ons over het trage tempo. Dat gaan we terug dus niet doen, hebben we in het hoofd. Nu mag ik achter het stuur.
De Belgische wegen hobbelen de auto. Er liggen meer gaten in de weg dan stukjes asfalt rond de gaten. Ik sla me door het knooppunt bij Luik en heb moeite de nieuwe regels te snappen en toe te passen. Eindelijk begrijp ik het, een klaverblad is hier anders en je voegt van rechts in.
We rijden plankgas en de auto kruipt steeds langzamer. De teller daalt van 100 naar 90 en zakt verder naar beneden. De oren vallen steeds dicht en ik begrijp niet wat er nu gebeurt. Een versnelling lager, helpt niet, maar in de achteruitkijkspiegel zie ik geen rookpluimen. Ik denk dat de auto het begeeft, maar de benzinemeter is halfvol en de andere meter zegt ook niks raars. Geen lampjes branden en de rare luchtjes blijven eveneens weg.
Dan is het antwoord er: een hele diepe afgrond is voor ons. De snelweg zakt plotseling naar beneden. Als het water dat over het hoogste punt van de waterval glijdt en naar beneden stort. Zo versnelt zich het verkeer met ons naar beneden.
Als de Duitse Autobahn weer andere regels vertelt, wat verderop, en de sneeuw om ons heen dwarrelt, bedenk ik dat het onzin is dat ieder land zijn eigen verkeersregels heeft. Waarom regelen we dat niet centraal? Waarom moet het allemaal anders, terwijl alle verkeer op elkaar lijkt.
We voelen ons blij als het huisje in zicht komt. Lekker een kopje koffie met een broodje. Een echt Kaizerbrödchen. Daarvoor zijn we hier.

Blessure

Het moet een keer gebeuren met een hardloper: een blessure. Ik probeerde gistermiddag een rondje te lopen, maar het ging niet. Ik voelde mijn kuit bij iedere stap samentrekken en besloot dat het niet goed was om een training te beginnen.
Mijn kuit steekt bij het lopen. Ik kreeg er vorige week zondag last van bij mijn training en liep dapper door. Ik vond dinsdag dat ik gewoon een groot rondje moest kunnen lopen, maar dat viel tegen. Op vijf kilometer van huis sloeg de pijn in mijn kuit en met moeite kwam ik thuis.
De dag erna veel last. Het leek gisteren beter te gaan, maar honderd meter lopen leerde mij dat het onverstandig was om te trainen. Helaas.
En wanneer het over is? Geen idee. Ik baal, want mooier hardloopweer dan dit, kun je jezelf niet wensen. Prima temperatuur, zon en een heerlijk briesje. Beter kan niet...

25 april 2008

Wemmebad

Voor mij is het misschien het toppunt van burgerlijkheid, zo'n park van Landal Greenparks. Voor Doris is het een heus feest. Het zwembad ligt op een paar minuten lopen van ons huisje. Het overdekte speelparadijs is een trap omhoog als je bij het zwembad bent.
We bezoeken het zwembad en het speelparadijs op de dagen dat we op en rond het bungalowpark blijven. Voor Doris veel speelplezier. Het zwembad is nog redelijk sober met een pierenbadje, een dieper zwembad in de vorm van een winkelhaak en een heus bubbelbad.
Doris maakt het allemaal niks uit, zij duikt wel in het 'wemmebad', zoals zij de bak met water noemt. Als ik een keertje met haar een duik in het diepe neem, verwondert een ouder echtpaar zich over de peuter zonder watervrees. Dat is het voordeel van een kind vroeg vertrouwd te laten zijn met water.
Het overdekte speelparadijs, volgens de prospecti bedraagt het oppervlak meer dan zeshonderd vierkante meter, is een ander verhaal. De speeltoestellen met ballen in alle kleuren en een glijkussen dat zo hoog is als haar huis in Almere, zijn een grote verleiding. Soms weet ze uit die verleiding geen keuze te maken en pompt haar hart adrenaline in plaats van bloed.
Als een enorme beer tenslotte haar ook nog een handje wil geven, barst ze in huilen uit. Of zoals ze het zelf later vertelde 'Bollo de Beer... erg groot... beetje eng'. De puntjes duiden hier geen stilte maar een onverstaanbare taal.

Zand

Zand, water, lucht en vuur. Het zijn de vier elementen, die niet alleen natuurmensen beminnen, maar waar kinderen ook gek op zijn. De laatste behelst gevaar, net als de tweede als ze te lang onder water blijven. De eerste is in combinatie met de tweede tamelijk onschuldig. Gewoon de eerste alleen biedt al meer dan genoeg plezier.
Gistermiddag bij het tuincentrum om de hoek vier zakken speelzand gehaald. Afgelopen weekend had ik het oude zand met liters regenwater uit de zandbak geschept. Nu mocht er nieuw speelzand in de zandbak.
Hoe een kind zich uren met deze onschuld kan vermaken. Er komt geen einde aan. Zeker ook van de sporen. Als ik haar naar bed doe, haal ik flinke scheuten zand uit haar kleren en schoenen. Als ik door de kamer loop, knarst het zand onder mijn schoenen.
Om nog te zwijgen van de hoeveelheid zand die ik dagelijks uit de kamer stofzuig. Een zandspoor trekt van televisie naar buiten. Als ik het spoor volg, kom ik bij haar, die met een schepje en een kruiwagentje speelt. Ze laat het zand tussen haar vingers door glijden en neemt af en toe een hap. Terug naar de oorsprong...

24 april 2008

Bernkastel-Kues

Kronkelweggetjes waarbij we achter een vrachtwagen de heuvels op en af gaan. De vrachtwagen achter ons sandwicht ons bijna tegen de vrachtwagen voor ons, die gedwongen door zijn voorgangers ook niet veel harder dan veertig rijdt.
De tocht naar het Moezelstadje Bernkastel-Kues vraagt geduld en veel ootmoed als je dezelfde toeristenroute neemt als wij. Gelukkig is de weg die het sterkst afdaalde, de weg waar vrachtwagens niet geduld worden.
Getroffen word ik vooral door het ziekenhuis, het Krankenhospital in Kues dat heel mooi vanaf Bernkastel te zien is. Het koor met het witte pleisterwerk en de rood geverfde stenen rond de gotische ramen is een adembenemende combinatie. Zeker ook het idee dat deze kapel de Middeleeuwse bibliotheek van de theoloog Nicolaus Cusanus herbergt. Het behoort tot een van de best bewaarde privé-bibliotheken uit deze tijd.
Wij lopen hier echter aan voorbij, een peuter van bijna drie kun je niet echt blijmaken met een museum. Wij kiezen voor een gebakje in een van de vele koffiehuizen rond een van de vele pleintjes van Bernkastel. We laten ons verrassen door de vakwerkhuizen en duiken tenslotte zelfs een wijnwinkel in. Uit eigen wijngaard, zegt de verkoopster erbij. Ze drukt me een folder in handen over Bernkastel-Kues die ik allang heb, maar haar vriendelijkheid zorgt ervoor dat ik hem even hartelijk aanneem als de vorige bij de VVV.
Het doosje met wijn moet de regen trotseren die ons behoorlijk toetakelt als wij de brug oversteken. Langs het Krankenhospital lopen we naar de auto die in de parkeergarage in het oude treinstation staat geparkeerd.
De regen slaat ook tegen de autoruit en we kiezen voor de minder toeristische route naar huis: de Duitse Autobahn.

Mogelijk ga ik dat boek lezen

'Indien ik naar het gymnasium was gegaan zoals ik eigenlijk gewild had, inplaats van een H.B.S. 5j., dan zou ze 'deze man waarschijnlijk nooit ontmoet hebben tenzij dan veel, veel later. Mijn leven zou dan een heel ander verloop gehad hebben. En het zijne ook. Welk vreemde gedachte.'
Zo opent Clara Eggink haar memoires aan de dichter die met het kleine geluk beroemd is geworden: Jacques Bloem. Ik kocht het boek vandaag uit een lot met allerlei werken van en over Bloem, en wat delen Van Eyck. De veiling was op de eerste dag van mijn vakantie geweest en dit lot was de enige winst uit de veiling van De Eland uit Diemen. De boeken komen uit het bezit van wijlen Wim J. Simons van uitgeverij De Beuk.
De titel Leven met J.C. Bloem spreekt boekdelen. Zij was 19 en hij was 38 toen ze elkaar voor het eerst ontmoetten. Hij was gecommitteerde bij haar eindexamen. Een leuke man met humor, maar een crime om mee samen te leven. Dat is haar samenvatting van zijn leven.
Het boek bevat ook veel wetenswaardigheden die mij niet zo interesseren. Eggink bestudeert het vroege werk van Bloem uitvoerig en maakt allerlei opmerkingen over de ontwikkeling van zijn handschrift.
Details die mijn aandacht niet hebben.
Getroffen werd ik door de volgende passage over het 'proeven' van boeken: 'Er was in het dagelijks leven in wezen maar één ding waar hij aan verslaafd was niet alleen, maar waar hij alles aan opofferde. Dat waren boeken en het bezit daarvan.
Behalve een lezer was hij een proever van boeken. Het was voor hem soms voldoende letterlijk van een boek te proeven, het niet helemaal te lezen, om te weten was hij eraan had. Het resultaat van die houding ten opzichte van de letteren was natuurlijk dat hij veel te veel boeken verzamelde om in een mensenleven te lezen.' (48)
Het teken van de herkenning, alsof het over mij ging en mijn liefde voor boeken. Ik koop ook altijd boeken met de gedachte dat ik het ooit zou kunnen gaan lezen. Ik koop niet met een voornemen, maar met een mogelijkheid.
Misschien dezelfde houding is de aanleiding dat ik het boekje bezit: het leek me een goede mogelijkheid om later te lezen. Van Egginks boek over Bloem heb ik aardig geproefd.

23 april 2008

Spaans lego

Een kasteel zoals een kasteel moet zijn. Dat is het kasteel van Vianden. Victor Hugo zag al in de ruïnes wat ik nu in de reconstructie zie. Machtige torens, lieflijke daken en prachtige klaverbladramen.
Het is geweldig om door dit herbouwde kasteel te lopen. Je voelt de wind die de jonkvrouwen meenemen als ze voorbij gaan. De paardenhoeven trappelen op de binnenplaats en de ridderkleren kletteren als ze ten strijde trekken.
Al die poortjes, smalle gangen en overweldigende ruimtes maken het tot een heuse belevenis, die ondanks de reconstructie je heel dicht bij het verleden brengt. Je proeft de geschiedenis en beleeft de Middeleeuwen, zoals alleen in de sprookjes gebeurt.

Ik ben nu drie keer in het kasteel van Vianden geweest, met vijftien jaar tussen de laatste keer en nu. En altijd als ik het kasteel zie, moet ik denken aan een jeugdvriendje van mij. Hij heette Matthie en had, zoals hij het noemde, 'Spaans lego'. Een ingenieus blokjesstapelsysteem waarmee je alleen kastelen kon bouwen. Het speelgoed heette zo omdat zijn ouders het gekocht hadden bij een bezoek aan Spanje.
De ronde hoektorens die wij met dit speelgoed bouwden, waren de torens van Vianden. Zelfs de daken waren hetzelfde. Helaas heeft Vianden slechts één hoge hoektoren, maar als ik die toren zie, moet ik altijd even aan Matthie en het Spaans lego denken.

Spontaan

De knoppen had ik wel gezien afgelopen weekend. Maar toen ik vanmiddag na mijn werk nog even van de zon genoot achterin de tuin, zag ik ineens dat de bladeren van mijn Ginko Biloba uitkwamen.
Scheutig groen sproot uit de magere takken. Ineens was het voorjaar voor mijn lievelingsboom. Alsof de winter opeens voorbij was.
Ik vroeg mij even af, waar deze snelle groei toch ineens vandaan kwam. Ik realiseerde me even snel als de vraag in mij opborrelde, dat ik een paar dagen geleden water uit de zandbak schepte. Het overtollige vocht goot ik in de tuin bij mijn boompje. Bij het ontmantelen van het aquarium gisteren kreeg het regenwater dat zich daarin had verzameld, ook een plekje bij mijn Ginko'tje.
Of het een met het ander te maken heeft, weet ik niet.

22 april 2008

Echternach

Een Abdeikerk en een marktplein. Dat is Echternach. In mijn herinnering ligt de kerk met de westgevel prachtig tegen het gezellige marktplein aan. Het steegje waarin ik loop, loopt evenwijdig aan de kerk, het hoogteverschil zorgt voor een blinde muur. Als ik het hoekje om kom, verrast mij het gezicht. Geen marktplein en geen kerk.
De westgevel grenst wel aan een plein, maar dat past meer in het verlengde van de kerk. Huizen langgerekt zoals bij de entree van kastelen of landhuizen, maar niet een heus marktplein.
Dat ligt verderop. Ik passeer het raadhuis, de beelden achtervolgen mijn gang en kom op het centrale plein van de Luxemburgse stad.
Mijn herinnering heeft mij in de steek gelaten en ik ben een beetje teleurgesteld. Het is minder mooi dan mijn herinnering ervan gemaakt had.
Ik troost mij met de nieuwe beelden en maak een nieuwe herinnering.

'Misschien is het wel leuk om die oude jeugdboeken, Pim, Frits en Ida of Snuf de hond, nog eens na te lezen. Het lijkt met geweldig', zei ik jaren geleden tegen een vriendin. Doe dat nooit', gaf zij als antwoord. 'De herinnering aan de verhalen die erin staan is veel mooier dan de verhalen zelf.'

AAA

'Ja, ik moet zo'n heel smal batterijtje hebben', zei ik tegen de verkoper. Ik keek door de waas van een dag werken. 'Wat bedoel je?' vroeg hij. Hij kreeg dezelfde waas voor zijn ogen. 'Nou, gewoon zo'n heel smal batterijtje. AA, geloof ik.' Ik wees naar een kartonnetje waarin twee batterijtjes geplakt zaten en die mij smal genoeg leken.
Hij liet zijn hand gaan langs de grootste batterijen, twee kartonnetjes af van mijn verpakking. Ik schudde met mijn hoofd, op zoek naar begrip. 'Het ligt natuurlijk waar u ze voor nodig heeft?'
Hij keek van mij weg, alsof het hem niet interesseerde. 'Nou, ik heb ze nodig voor zo'n ding', antwoordde ik vaag. Ik staarde in gedachten naar mijn computerscherm en zag de teksten, data en plaatjes aan mijn oog voorbij trekken.
Hij keek nu helemaal naar buiten, het antwoord interesseerde hem niet meer. Ik was reddeloos verloren. 'Nou', probeerde ik nog een keer, zoekend naar het ding waar ik niet op kon komen. 'Nou, gewoon zo'n ding, waarmee je typt. Een draadloos toetsenbord.' Ik had gewonnen, in één ruk draaide zijn hoofd in mijn richting. Ik wees weer naar de smalle batterijen. 'Die?' 'Ik denk dat je deze moet hebben', en hij toonde mij een setje AAA-batterijen.
Ik keek nog eens goed, probeerde voor de geest te halen hoe die dingen eruit zagen die ik twee dagen terug uit mijn draadloos toetsenbord haalde, en wist het. 'Ja, die.' Ik probeerde mijn sympathie nog te redden uit de verstrooide indruk die ik moest maken. 'Die moeten wel heel klein zijn.' Op het kartonnetje stonden vier hoofdletters A. Het vertelde mij genoeg. Ik had mijn prooi.
Zojuist heb ik ze erin gedaan en ze passen...

21 april 2008

Afgeschermde vrienden

Hyves is een prachtig concept. Het komt misschien het meest overeen met gluren en begluurd worden. Uren van onze levenstijd spenderen we aan dit fenomeen, miljoenen Nederlanders doen het.
De privacy is een onderwerp dat langzaam binnendruppelt bij deze sociale internetnetwerken. Werkgevers zien de werkgeheimen terug in blogjes en krabbels, de belastingdienst controleert het opgegeven inkomen met de opgegeven baan en de politie probeert de dader van een overval te achterhalen via het vriendennetwerk. Laatst zag ik dat bij het Tros-programma Opgelicht?! iemand via Hyves was opgespoord.
Nu zie ik ze steeds meer, mensen die hun Hyves-profiel afschermen. Ik vind het jammer, omdat het concept van Hyves gebaseerd is op die openheid en begluring van mensen en hun gegevens. Zeker, kun je hierbij dingen afschermen, maar toch met mate.
Dat het ook de andere kant op kan slaan bewijzen twee van mijn Hyves-vrienden. Ik zal hun namen omwille van de privacy niet noemen. Het viel mij op wanneer ik hun naam aanklikte, ik niet bij hun profiel kon kijken. Een technisch mankement dat wel weer zou overgaan.
Tot ik het afgelopen weekend aankaarte bij de helpdesk van Hyves. Het antwoord, dat ik zelfs in het weekend de volgende dag kreeg - heel mooi van jullie Hyves - liet mij doorschemeren dat mijn vrienden zich waarschijnlijk hadden afgeschermd voor iedereen, dus ook voor vrienden.
Ik wist niet dat dat kon en ik vind eigenlijk dat dit echt niet kan. Hyves draait toch om de informatie van je vrienden, het krabbelen en lezen van iemands interesses en blog?

Huisje 211

Laat alles achter zoals u het
aangetroffen heeft

Wanneer u iets breekt of beschadigt, vermeld
het voorwerp dan op de inventarislijst
en lever deze met het gepaste bedrag
in contanten af bij de receptie

Huisdieren mogen niet in de slaapkamers
of op de banken en stoelen

Schakel als u het huisje voor langere
tijd verlaat de warmtemeter op 15 graden

U dient vrijdag of maandagmorgen
het huisje voor tien punt dertig uur
te verlaten, laat de deuren open
en schakel de verwarming uit

O, wat mis ik mijn huisje

20 april 2008

Voorjaar

De zon roept ons de tuin in. De bladeren van het najaar liggen nog op de aarde. Het is voorjaar, zo fluistert de zon op de witte huid.
De zandbak waar Doris vorig jaar met zoveel plezier in speelde gaat open. Een dikke laag water dobbert op het zand en op het zand groeit mos. De geur van een lang niet ververst aquarium stijgt op uit het speeltuig.
Samen met Doris schep ik het water uit de bak en daarna volgt het vieze zand. Het water kan terecht in de gortdroge tuin, zo besprenkel ik het Ginko'tje met het voedingsrijke water. Als de bak even later droogt in het voorjaarszonnetje, dan lees ik verder in Van Heerdens In de plaats van liefde.
Wat had ik dit graag gedaan op mijn vakantieadres, zo in de warme zon voor het huisje, met een koud Moezelwijntje en het uitzicht op het meertje en de heuvels. Wat daar aan regen viel, schijnt hier aan zon.

Trier

Een groep kinderen zwermt voor ons uit. We weten nog niet dat er meer zullen volgen. 'Dacht ik dat het handig zou zijn om op zaterdag te gaan, dan heb je niet die schoolreisjes.' Een bus stopt bij de Basilica, waar onze auto geparkeerd staat in de parkeergarage. Een nieuwe groep kinderen vliegt uit de deur van de bus en zwermt uit over het plein.
Wat verderop ontdekken we de oorzaak van deze zwermen jongeren. 'Heilig Rock Tage' schreeuwen vlaggen rond de Dom. Hebben wij weer. We denken buiten het seizoen rust en ruimte te scoren, maar hier in Trier krijgen we dat het laatste.
De Basilica van Constantijn is dicht vanwege een bruiloft, de Dom biedt evenmin ruimte voor de toerist, een mis hult het gebouw in wierook en gezang. Het is de EO-jongerendag, maar dan in het kwadraat. Een enorme tent op het domplein geeft de grote groepen pelgrims bier en worstjes, het ontneemt ons het zicht op de ingang van de Dom. De mengelmoes van bouwstijlen verschuilt zich achter wit tentdoek.
Trier in de drukte heeft ook wel wat, ontdekken we verderop als we van een voorjaarszonnetje genieten bij de Porta Nigra. We drinken samen uit een pakje chocomel en nemen een hap van het harde broodje met kaas. De donkere stenen maken het gebouw nog indrukwekkender dan het al is. De zon woelt een zomergevoel los, het is de enige zonneschijn die we zien tijdens deze vakantie.
Als ik dan een bruiloft later eindelijk in de Basilica sta, verwonder ik mij over de hoogte, de breedte en de diepte. Eén cassette in het cassetteplafond, meet drie bij drie. Dat is groter dan mijn studeerkamer in oppervlakte. Ik loop alleen in deze enorme ruimte. Inge houdt Doris een oogje in het zeil, die glijdt joelend van de glijbaan in het speeltuintje vlak achter de basilica.

19 april 2008

Kraaiennest

Ze maken kirren en piepen naar elkaar. De kraaien vliegen af en aan van en naar de dakgoot bij mijn studeerkamer. Vooral 's avonds hoor ik ze flink tekeer gaan. Ik hebeen paar keer het raam opengedaan en ze verjaagd, maar ze keren keer op keer terug.
Blijkbaar hebben ze zich op de hoek van de daggoot genesteld. Nu is het te laat om in te grijpen, maar volgend jaar zal ik de nodige maatregelen moeten treffen om recidive te voorkomen.
Het uitzichtpunt in de oude zeilschepen heet ook een kraaiennest. Soms voel ik mij zo vanuit mijn studeerkamer als de zeelieden boven in de mast van het schip. Ik kijk dan vanuit mijn raam over de gracht en zie dat het goed is.
De kraaien zitten er helemaal niet zo ver naast met hun nestkeuze.

De band lek

Ik heb de band lek. Een docent bij mijn studie Nederlands had van deze zinsconstructie zijn levenswerk gemaakt. Dankzij hem gebruik ik deze constructie altijd als ik een lekke band heb.
Het hebben van een lekke band is wat minder. We reden op de Duitse Autobahn op de terugweg van een rit naar het Luxemburgse Echternach en Vianden. Ik moest een ongebruikelijke uitwijkmanoeuvre maken. De hoge snelheid waarmee sommige Duitsers over hun snelwegen razen verbaasde mij op vakantie meer dan eens en vroeg veel anticipatie.
We reden voorbij het Dreieck Moseltal toen ik een vreemd geluid rechts achter hoorde. Een voorbijrijdende auto gebaarde dat ik van de weg af moest. De eerstvolgende afslag verliet ik de snelweg en parkeerde ik de auto in het dorpje Schweich bij het Hotel Zum Moselbrücke. Een lekke band loerde met loenzende blik naar mij. De ANWB-alarmcentrale gebeld en gedineerd tijdens het wachten, het was al rond zessen in de middag.
De medewerker van de ADAC wees ons op de versleten achterbanden. Een vreemde gewaarwording omdat wij enkele weken voor vertrek de auto aan de jaarlijkse APK hadden onderworpen. Blijkbaar waren de achterbanden aan het oog van de keuringsmeester ontsnapt. Dat ik de band lek had zo kort na de keuring, zal hem zeker niet ontgaan...

18 april 2008

Summum van burgerlijkheid

Een boordevolle mailbox, grote stapels was en een stapel brieven en rekeningen. Voor de bloglezers: tien dagen geen blog. Ik was helemaal met vakantie, dus ook geen blog.
Ik verbleef op een Landal Greenparks bungalowpark, het summum van burgerlijkheid. Heerlijk, een last minutes. Uitzicht op een waterplas en een heuveltje erachter, in het Duitse Kell am See. Een luchtkuuroord in de nabijheid van Trier, Luxemburg en rivieren als de Saar en de Moezel.
Vanmorgen moesten we het huisje voor half elf verlaten. Bij de rij auto's met Nederlandse kentekens laadden alle gasten de koffers in het voertuig. Mijn buurvrouw glimlachte terwijl zij ook een tas in haar auto hees. Het teken van herkenning. We moesten allemaal vandaag voor half elf vertrekken. Ik torste een zak met het vuil van twaalf dagen bij me naar de afvalplaats en loerde in het openstaande portier. Achter de stoel lag net zo'n doosje Moezelwijn als die ik zojuist in mijn auto geladen had.
Iedereen doet hetzelfde in een poging dezelfde beveleving te vinden, of omdat het nu eenmaal zo hoort. Het verdriet van België kun je ook thuis op de bank lezen. Toch geloof ik dat de ervaring bij het lezen minstens zo belangrijk is, als het lezen zelf. En waar vind ik het knapperende haardvuurtje en het uitzicht op een stuwmeertje? Precies: in het Landal Greenparks Hochwald huisje 211.

07 april 2008

Ik mis iets...

Stapels boeken staan op de grond. Ze zoeken steun aan elkaar en heffen de volgende stapel boven zich uit. De tafel is een woud van boekenstapels. Slechts een smal paadje slingert als een bospad naar de leesstoel in de kamer.
Getrokken door de naam van die ander, Boudewijn Büch, las ik laatst een column van Ischa Meijer, alias De Dikke Man. De verteller staat voor de etalage van een boekenwinkel. '[D]e allerleukste boekenetalage van Amsterdam', aldus een Boudewijn Büch die de Dikke Man net passeert op zijn fiets.
In het verhaal komt Martin Ros ter sprake, die een avond eerder op televisie is geweest met zijn garage vol met boeken: 'Dat was zo'n walgelijk gezicht - die garage vol ingepakte en in plastic zakken gestopte boeken.'
'Dat is geen bibliofilie meer - maar bibliomanie. Het betrof trouwens allemaal pocketboekjes', concludeert Büch. Als De Dikke Man dan refereert naar een man die volgens hem meer boeken had dan zijn vader, en die hij daarmee altijd pestte. Zijn vader gaf steevast antwoord op de pesterij: 'maar die vader van Bernard van Praag heeft alleen maar incomplete teksten.'Beide heren kanonneren in een bulderende lach, aldus de verteller.
Altijd als ik Martin Ros zie met boeken, dan mis ik iets, bedacht ik vanmorgen bij het ontwaken. De mussen in het kastje vlakbij ons slaapkamerraam tetterden. De stapels boeken, die tegen elkaar hangen en als loze pijlers de lucht in wijzen, bijna bezwijkend aan de zwaartekracht. Ik zag het beeld weer voor mij van de Jakhalzen die hem bezochten in december...
Ineens besefte ik wat ik miste: de boekenkast. Ik heb Martin Ros nog nooit bij zijn boekenkast zien staan. Dat scheidt de manie van de filie.

06 april 2008

Rotweer

Ik geloof niet in Sinterklaas en ik geloof niet in de weerman. Vanaf vandaag behoor ik tot de afvalligen. Erwin Kroll, Helga van Leur, Reinier van de Berg, Peter Timofeeff (of was het zijn broer Karel?) en Marjon de Hond. Ik gun ze hun baan, maar het lijkt meer en meer op koffiedik kijken.
De hele week zag ik op tegen deze zondag. Het noodweer was over ons uitgesproken. De wolken met regen, onweer en hagel hingen dreigend in de tabellen. Ik vreesde het einde van mijn hardloopcarrière.
Wat een teleurstelling dat ik vanmorgen tussen 10 en 12 enkel de zon op mijn bolletje voelde. Geen spatje van winterse buien overviel mij. Dat terwijl de weerdeskundigen deze dag tot onheilsdag voorspelden.
Het enige leed dat mij trof was de troffy, rally of hoe dat gesjees met auto's, brommers, motors, scooters en scootmobiels ook mag heten. Al de toegangswegen tot fietspaden en natuurgebieden waren afgesloten. Geen lint dat ik niet tegenkwam.

05 april 2008

Ik heb je gelezen

Het blijft vreemd. Kom ik een bekende tegen die ik in juli voor het laatst zag, maar ze weet alles van mij. 'Ja, dat heb ik in je blog gelezen.'
Even bijpraten zit er niet meer bij, want ik val alleen in de herhaling. Zo vaak word ik bevestigd, of krijg ik een eigen verhaal van de ander opgedisd. Ik ervaarde het vandaag weer op het feestje van Jeroen en Irma. Eigenlijk hoefde ik niks te vertellen, want ze wist alles al van mijn blog.
Bloggen levert dus het grote voordeel op dat je verre vrienden altijd dichtbij zijn. Toch heb ik zelf de sterke neiging mensen die ik geruime tijd niet lijfelijk gezien heb, uitvoerig in te lichten over het wel en wee. Onzin natuurlijk, want met bloggen doe je hetzelfde, alleen zie je elkaar nu wel.
Ik denk weleens aan de tijd dat mijn neven in Chili woonden. We schreven nauwelijks brieven, want als kind ben je daar veel te ongedurig voor. Buiten voetballen, een boek lezen of televisie kijken is veel leuker dan het schrijven van een brief. We zijn te vroeg geboren. Hadden we twintig jaar later geleefd, dan hyvden, chatten, skypden, mailden en blogden we heel wat af. Ik zou de fysieke afstand heel wat minder gevoeld hebben.

04 april 2008

Dwaas prijzencircus

Wat de Dwaze Dagen zijn bij de Bijenkorf, dat zou het Prijzencircus moeten zijn bij de V&D. Alleen is het bij de V&D beduidend rustiger dan bij de concurrent van twee heren. Ik vrees het ergste. Toen ik net in Almelo woonde was daar nog een V&D, toen ik daar nauwelijks drie jaar later met vrouw en kind vertrok, was er geen V&D meer. Hoe zou het in Almere vergaan met de V&D?
Gisteravond liep ik al even door het warenhuis en ik ervoer het als druk. Tenminste, drukker dan ik gewend ben. Normaal loopt er in het warenhuis van Almere niet veel en nu liep er iets meer. Ik aarzelde toen ik een kilo espressobonen in de aanbieding zag liggen. Een lange rij wachtte voor de kassa en ik vreesde fileleed.
Vandaag stond er eenzelfde rij en toch nam ik drie pakken mee. Voor twintig euro, een aanbieding. Ze zijn normaal 8,95 euro en nu voor 7 euro. Bij drie pakken mag je nog een extra euro in je zak houden.
Het verklaart ook gelijk het verschil tussen V&D en de Bijenkorf. Het laatste warenhuis stunt heus met de prijs, terwijl de twee heren zich gedeisd houden. Daarom scoort de Bijenkorf een recordomzet in die drie dagen, terwijl haar concurrent op grote afstand blijft met het prijzencircus.
Ik ben benieuwd wanneer de V&D in Almere dichtgaat.

03 april 2008

Nieuwe politiek

Vreemd idee: minder regels, maar regels zijn regels. En je werkt om te leven niet om belasting te betalen. Rita Verdonk heeft haar eigen TON-beweging vanavond de lucht in geslingerd. Nieuwe politiek, noemt ze het.
In het kort gezegd betekent de nieuwe politiek dat je nooit in de Tweede Kamer zit en de hele dag door het land toert. Ik vraag me af in hoeverre die nieuwe politiek, politiek is. Want als je de hele dag door het land rijdt, kun je niet debatteren op de plek waar je wel invloed kunt uitoefenen.
En soms verbaast mij die stem van het volk. Een bezoek aan een verjaarspartijtje levert genoeg stem op om te weten wat er leeft. Zaterdagavond in het café, of een uurtje rondhangen bij het winkelcentrum, geeft ook genoeg stof.
Een politicus hoeft niet de stem van het volk te zijn, maar moet mijn stem zijn. Ik geef hem mijn stem, daarvoor mag hij vier jaar in Den Haag voor mijn rechten opkomen. Dan toer ik wel vier jaar door het land.

02 april 2008

Twintig

Zoals lang geleden beloofd, zou ik bij de publicatie op internet het gedicht Twintig op mijn blog tonen: bij deze:

Twintig

I

De oudere fasen trappen
tegen het muurtje voor de UB
ze spelen een hangjongere
en zuchten een zoete rap

Daar gaat ze ik denk twintig jaar
ze doet of ze mij niet ziet
en wuift naar een jongen met
een petje scheef op zijn kop

Op het bankje naast mij
duiken dichters en denkers
in een kamikazevlucht
over de herinneringen

II

Hij trouwt een brede Amerikaanse
ze verstopt haar borsten
met de korrels rijst die ze wat later
verliest in het studentenhuis

We drinken overal champagne
op de trappen en in de kamers
deze doet het met die
en die weer met een ander

Zij baart een gekrulde Surinamer
zij is opeens homo terwijl hij
praktiseert want ‘s nachts kruipt zijn
jongeheer dicht tegen hem aan

III

De hormonen schieten rond
en slierten in kringels
vuurwerk over het P.N. Eyckhof
ploft de poëzie tikjes

O wat vindt iedereen ze
mooi en wat is de wijn
lekker vooral het laatste
glas drinkt goed weg hoor

Liefde zwemt door de hormonen
je deint mee op de golven
van Slauerhoff en peddelt verder in
het ritme van Achterberg, Cats of Vondel

IV

Als jij nou twintig bent en ik
zou ietsje ouder zijn dan mag ik
je borsten strelen of kietelen
voor ik bergen berg en dalen daal

Dan kus ik je wakker in de nacht
met een croissantje en een zacht
gekookt eitje breekt in een glas
jus d’orange als de zon nog opkomt

Maar jij bent al twintig
en ik ben nog veel ouder
je vader zou ik kunnen zijn
en dat rijmt niet mijn schat

Lees het orgineel...

Eindelijk woensdag gehaktdag

De pijpleidingen naar Zuid-Afrika lopen niet altijd even goed door. Soms raken ze een moment verstopt en verdwijnt een artikel van mij.
Nooit voorgoed, want ik zorg er zelf altijd voor dat hij weer terug te vinden is. Daar is hij dan: mijn recensie over Klinkhamers Woensdag gehaktdag. Een boek dat natuurlijk beroemd is geworden door het verhaal achter het boek.
En laat ik nou iets ontdekken: het is helemaal niet zo gruwelijk als de verhalen willen doen geloven. Of ben ik besmet met een wereld vol horror, waarbij de opgeloste zaken van Peter R. de Vries nooit erg genoeg zijn?
Lees en geniet...

01 april 2008

Weglopen

Rennen en in de plassen stampen. Doris heeft dit vanmiddag gedaan zonder toezicht van haar ouders. Ze was er tussenuit gepiept terwijl Inge boven was en ik werkte.
Gelukkig was er een oplettende buurvrouw, die het meisje alleen en zonder jas aan zag lopen langs de gracht. Ze bracht haar keurig een paar meter verder, het hoekje om bij ons.
Het gebeurt vrijwel iedere ouder, maar je schrikt je rot. Ze vertelde mij zelf het verhaal aan de telefoon, want ik was op mijn werk. 'Doris weg lopen', formuleerde ze zuiver. Ook verhaalde ze van het rennen en de plassen. Alle goede bedoelingen waarmee het gepaard ging ten spijt, want dit is natuurlijk niet de bedoeling.