31 mei 2008

Donald Duck

We gingen even ter ontspanning en vermaak naar de Kringloopwinkel vanmiddag. Het is niet nodig om overdadig weg te gaan, zoiets is genoeg.
Bij het wachten op de bestelling had ik een Donald Duck gegeven aan Doris om te lezen. Ik las wat in De Pers van een week oud over biobrandstof en het optreden van Rita Verdonk in de Tweede Kamer. Ook ontdekte ik dat Marco van Basten het zonder zijn adviseur Johan Cruijf moet stellen bij de komende potjes voetbal.
De saucijzenbroodjes waren gearriveerd. Het eten combineerden wij met het lezen. Doris had daar evenmin problemen mee.

Bloemetjes en bijtjes

Langzaam klappen ze open, de klaprozen en papavers in de achtertuin.De vuilcontainer aan het zicht onttrokken, omhelsd door een bed rozen.
De klaprozen laten zich niet weerhouden door de dunne strook aarde tussen tegels en schutting, vlak achter de poortdeur.De geur bekoort niet alleen mij, maar roept ook de bijen.
Mooi beeld van de stuifmeel die het diertje ondertussen verzameld heeft.
Niet alleen klap, maar ook rozen bloeien in de achtertuin.
Onze braam belooft ook wat...
En de Clematis staat eveneens in bloei.
Hoe mooi een doodsimpele achtertuin in Almere niet kan zijn.

30 mei 2008

Eindelijk Vestdijk

Daar lag hij dan: de Verzamelde gedichten van Simon Vestdijk. Hoe vaak ik het boek niet geleend heb uit de bibliotheek van Almelo. Hoe vaak ik twijfelde het te houden. Ik zou dan tegen de medewerker zeggen dat ik kwijt was. Maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen. Het zou anderen beletten kennis te maken met deze bijzondere dichter.
De prijzen die ik eerder zag waren teveel voor mij, maar toen ik hem vorige week op Marktplaats zag, sloeg ik toe. Nu ligt de kloeke tweede druk, drie delen in één band, voor mij. Eindelijk ben ik samen met heel mooie gedichten en vooral heel veel gedichten.
De gedichten hebben een bijzondere plek in het oeuvre van Vestdijk. Hij die sneller schreef dan God kon lezen, een regel uit het dichtspel Swordplay - Wordplay met A. Roland Holst, een aantrekkelijke strijd in kwatrijnen, ook in deze bundel opgenomen. Voor Vestdijks gedichten geldt hetzelfde als voor zijn romans, het zijn er veel. De Verzamelde gedichten beslaan ruim 1300 pagina's aan gedichten. Dan is er ook nog de bundeling Nagelaten gedichten, die ook 700 pagina's bevat.
Een overdaad in kwantitatieve zin. De kwaliteit van het mindere werk stijgt echter ver boven de rijmelarij van veel hedendaagse dichters uit. De bundeling gedichten van diverse dichters bij Rembrandts 400ste geboortedag, twee jaar terug, slaat een mal figuur bij Vestdijks Rembrandt en de engelen vijftig jaar eerder. Elk gedicht van Vestdijk levert minstens een glimlach op, of zet je eventjes aan het denken.
Dat de bundel die ik verworven heb voor 40 euro zo gloednieuw eruit zou zien, had ik in mijn stoutste dromen niet durven dromen. Hij is werkelijk prachtig en doet ongelezen aan. De bladzijden geuren alsof ze voor het eerst weer openslaan na jaren. Soms knisperen ze een beetje in tussen de vingers.
Als ik hem in gedachten naast de bundel uit de Almeloose bibliotheek leg, dan kan ik niet anders dan tot hetzelfde oordeel komen: ik ben de enige die de gedichten van Vestdijk nog leest.
Nu de Nagelaten gedichten nog...

29 mei 2008

Luistervinken

De Nederlandse politie luistert per dag even veel telefoongesprekken mee als in de Verenigde Staten per jaar wordt afgeluisterd. Ik vond het vanmorgen in mijn ontbijtnieuws tussen twee happen van mijn boterham met hagelslag. Een vreemd idee.
Als je zoals Bettine Vriesekoop in China woont, dan weet je dat je niet alleen je gespreksgenoot aan de andere kant van de lijn hebt. Meestal tapt de politie of een maffe veiligheidsdienst het lijntje af. Zo vertelde Bettine Vriesekoop bij Zomergasten dat meeluisterende Chinezen eens verontwaardigd vroegen of ze weer in het Engels wilden praten, in plaats van Nederlands.
Daar weet je het, maar hier in Nederland waan je jezelf veilig. Terwijl hier vergelijkbare praktijken plaatsvinden. Als je een paar keer Al Qaida zegt, of Hezbollah, grote kans dat je voortaan wordt afgeluisterd.
Ik kende iemand die beweerde dat hij langere tijd in de gaten werd gehouden door verschillende diensten. Hij durfde niet meer te bellen en zijn spookverhalen vond ik sterk ruiken naar fantasie. Vooral mobieltjes moesten het ontgelden naar zijn oordeel. Politie en justitie zouden duizenden van die dingen volgen. Na het lezen van het ontbijtnieuws vanmorgen, twijfel ik geen moment meer aan zijn verhalen.

28 mei 2008

Naar de knoppen

Ik vreesde het ergste bij mijn terugkomst van vakantie, midden april. De bladeren van het boompje dat op mijn bureau staat, hingen droevig op half zeven. De dood loerde dreigend in mijn richting, terwijl ik achter de computer werkte.
Mijn collega verwijt ik niks, want ze waarschuwde mij al voor haar onkunde op het terrein van de flora. 'Ik vergeet ze altijd.' De andere planten hadden de keer dat ze het vergeten was doorstaan. Mijn boompje niet, de bladeren waren donkergroen en al het levensvocht was eruit gekropen.
Maandag zag ik dat er wat knopjes kwamen rond de stam en ik besloot het rigoreus aan te pakken. Als ik het niet deed, zou hij het zeker niet overleven. Ik kortwiekte mijn boompje tot een heuse bonsai die meer op een knotwilg leek, dan op de boom van weleer.
Het resultaat liet niet op zich wachten, want vanmorgen zag ik nieuwe blaadjes op mijn boom zitten. De snoeiactie was zeker zinvol geweest en had een leven gered. Ik sprong gaatjes in de lucht en vertelde blij over mijn reddingsactie. Mijn collega keek me vreemd aan, probeerde zich in te leven in mijn vreugde, maar draaide zich naar haar beeldscherm en tikte snel wat op haar toetsenbord.

27 mei 2008

Monster

Het roept heel hard
als het je weer vindt
doet net of de lucht
nooit bestaan heeft

Dan zwaait het
heel driftig naar je
met een knipoogje
voor de aardigheid

Als ik nu zeg wat het is
en jij schrijft vurig door
dan hoeven we elkaar
nooit meer te zien
zonder dood te zijn

26 mei 2008

Ziggo

De eerste keer dat ik de reclame zag, vroeg ik mij gedurende de minuten dat het ding duurde af wat het product was dat aangeprezen werd. Een oudere man liep enigszins wereldvreemd rond door een stad en legde overal zijn oor tegen aan. Ziggo, was zijn naam en hij luisterde naar de mensen.
Het langdradige reclamefilm liet mij meteen zien dat het een zinloze campagne is. Het filmpje is niet kunstzinnig, niet origineel en ook niet pakkend. Hier staat de commerciële gedachte boven de creatieve gedachte.
Het bereikt zijn doel wel, want het irriteert. Het irriteert mateloos en die man verdwijnt niet meer uit je kop na het zien van de reclame of het lezen van dit stuk.
Overigens heeft de reclame voor mij helemaal geen zin. Toen ik de postcodecheck deed, mislukte hij al. Ziggo was boos was dat ik mijn letters en huisnummer niet ingaf. Hoezo luisteren en klantgericht. Dergelijke gegevens vullen mijn brievenbus met ongewenste reclame. Daarna vulde ik wel al zijn vragen in en kreeg tot mijn grote verbazing te lezen dat Ziggo zijn producten niet kan leveren in het gebied waar ik woon.

25 mei 2008

Op klappen staan

Ze staan op klappen, de honderd knoppen van de klaprozen die in de achtertuin groeien. De enkele papavers die ertussen staan, kunnen ook ieder moment openspringen. Het zal een bijzonder gezicht zijn de rode rozen in onze achtertuin.
Vandaag is de eerste roos opengeklapt. Vlak erachter bloeit de eerste papaver. Rood en geel. Het ziet er heel schattig uit zo tussen al dat groen.
Vorig jaar waren we bang dat onze tuin erg kaal zou zijn in het eerste jaar. We knipten de gerijpte bolletjes van de uitgebloeide klaprozen uit de voortuin. De zaadjes verspreidden we over de verse aarde achter. We zijn iets te royaal geweest, blijkt nu, maar het is jammer als we ze nu uit de tuin halen. Zo kort voor de bloei...

24 mei 2008

Poule of Pool

Nederland voetbalt in de Poule des doods. Als je wedt op het verkeerde paard, dan doe je mee aan een Pool.
Ik wist het ook niet tot ik uit een soort van nieuwsgierige ballorigheid op de Hyves met de 'EK 2008 Poule' terechtkwam. De laatste reactie toonde een boze 'Australië-fan': 'Jongens het is pool in plaats van poule'.
Helemaal gelijk heeft deze Australië-fan overigens niet. Volgens Van Dale, een autoriteit als het gaat om poulende polen, is een 'poule' ook de inzet bij een wedstrijd. Weliswaar een duivenwedstrijd en het is alleen in bepaalde streken van het Nederlandse taalgebied, waarschijnlijk Vlaanderen waar dit zo gebruikt wordt.
De vereniging Onze Taal adviseert de Pool in plaats van de Poule. Ik adviseer allebei, want verliezen doe je altijd, of het nu een Poule of een Pool is.

Eén keer won ik een Poule. Ik zei dat het '1-1' zou worden bij de WK-kwalificatiewedstrijd Nederland-Duitsland in 1989. Het was de enige uitslag die nog niet gekozen was door iemand. Toen in de verlenging een doelpunt werd afgekeurd, was ik de enige die juichte. Ik had de poule gewonnen. Op school aangekomen bleek Maas ook op '1-1' te hebben ingezet. Ik won zeven gulden, vijftig.

Libelle Zomerweek

Ik kwam uit bij een open plek in het bos. Het stond hier vol met auto's. Ik vroeg mij af waarom ineens op deze onverlaten plek, midden in het bos, een parkeerplaats voor auto's in het leven was geroepen.
'Libelle Zomerweek', hinkstapte door mijn hoofd. Ik rende nog, maar vreesde het ergste. Meer dan tien kilometer was ik van huis, als ik zou omkeren, moest ik hetzelfde stuk nog eens. Ik holde verder, wist ergens wel beter. Dat ik recht op een afzetting afliep.
Het was rustig op het schelpenpad. Geen mens te vinden. De stilte voor de storm, besefte ik. Maar ik trimde dapper door. Geen Libelle-lezeres zou mijn voornemen weerhouden om de wandeltocht van Tweede Pinksterdag nog eens over te doen.
De bussen reden af en aan, traag optrekkend en remmend in de file naar de parkeerplaats. Het fietspad achter het strand toonde mij een beeld dat weinig zo gezien had. Een niet ophoudende stroom vrouwen liep over het fietspad, allemaal in de richting van de witte tenten wat verderop aan het strand.
De karavaan liep in één beweging, maakte geen ruimte voor de tegenligger. Voor mij restte weinig anders dan over het gras te hobbelen. Enkel vrouwen liepen langs mij heen. Geen één man passeerde mij. Tot ik bijna het hoekje om kon. Een kale kop zwaaide in mijn richting. 'Veel muggen hier hè?' riep hij. Ik was hem al voorbij voor ik kon antwoorden.

Voorjaar

Voorjaar, overal is voorjaar in de lucht. Ik keek uit het raam van mijn studeerkamer en zag de meerkoetjes liefdevol hun jongen voeren. Snel rende ik naar beneden om het beeld vast te leggen.

Samen met Doris keek ik naar de jonge ouders, die de zwarte bolletjes met oranje kopjes voerden. Doris zag ook een grote vis in het water zwemmen.


Zo 'down by the riversite' vielen mij de bloemen om ons heen op.


Iets verderop is een ander echtpaar in de weer met de 'kids'.



Weer thuis. Zoek de hondenkop.

23 mei 2008

Peutertoets

Ze moest de plaatjes aanwijzen bij de peutertoets vandaag. Drie plaatjes kreeg ze te zien, de juf zei een woord en Doris moest het bijbehorende plaatje aanwijzen. Bij Doris' peuterspeelzaal krijgen de peuters twee of drie keer een peutertoets. Voor Doris was het vandaag de eerste.
Heel aardig scoorde ze. Van de vier niveau's die de toets onderscheidt, zat ze hoog in B, nèt geen A. Wat de waarde is van de toets, weet ik niet. Als ze net geen zin hebben, zal dat ongetwijfeld invloed hebben op de eindstand.
Doris legde het heel helder uit vanavond bij het avondeten. Ze was lekker aan het spelen, werd daar weggehaald en moest toen huilen, want zij wilde blijven spelen. Toen kwamen de woorden en de plaatjes. 'Maar dat is toch ook leuk om te doen', zei ik. 'Ja,' antwoordde ze.

22 mei 2008

Onafhankelijk gamen

Als de krant een wedstrijdje doet tegen het gamen, dan heeft de krant sinds kort verloren. We besteden meer tijd aan gamen dan aan het lezen van de krant. Dat vertelt een persbericht afkomstig van Newzoo, een 'onafhankelijke intermediair, gericht op game advertising'.
Het onderzoek uitgevoerd in opdracht van die 'onafhankelijke intermediair' is uitgevoerd door TNS Nipo. Eerst kijken we televisie, dan luisteren we radio en daarna brengen we onze kostbare levenstijd op internet door. Op de vierde plek staat het gamen, volgens dat onderzoek.
Ik speel nooit een spelletje game. Het is niet aan mij besteed. Racen, vechten en voetballen op een beeldscherm, ik heb het allemaal geprobeerd, maar het verlies dwong mij tot het lezen van de krant.
Het resultaat past natuurlijk erg goed in het straatje van de onafhankelijke intermediair. Ze ruiken de advertenties. Ben je net lekker aan het moorden in een game, komt die irritante Ziggo binnen. Stuur je net de moeilijke bocht in van de grand prix, klinkt het gesis van een blikje Heineken. Geef me dan maar een krant, waarbij mijn oog de advertenties in getrokken wordt, terwijl ik ze helemaal niet wil lezen.

Ga voor verdere informatie naar de onafhankelijke website: www.nationaalgamingonderzoek.nl.

Loktiener

De visser heeft zijn lokvoer, de eendenkooiker zijn lokeend en de duivenmelker zijn lokduif. De lokkers hebben sinds kort een nieuwe lokker erbij: de loktiener.
De loktiener stapt een willekeurige supermarkt binnen en probeert daar een biertje, breezer of fles wijn mee te nemen. Als zijn missie slaagt, gaat hij met de drank naar buiten en trekt de handhaver van de opiumwet de supermarkt binnen. Een flinke boete wacht op de supermarkthouder. Want foei je mag geen drank aan kinderen jonger dan zestien verkopen.
Een vreemde manier van uitdagen, waarvan het middel erger is dan de kwaal. Dat een supermarkt drank aan minderjarigen verkoopt is ontoelaatbaar, maar dat een volwassene een minderjarige inzet om dit aan de kaak te stellen, is minstens zo ontoelaatbaar. Gelukkig denkt de Tweedekamer er net zo over.

Een idee voor de echter lokker, de kinderlokker, is het kinderlokkerlokkind. Hij gaat zelf in de bosjes staan, laat een lokkind een kind binnen lokken en hij is binnen. Als de politie daar nu een kinderlokkerlokkind-lokkind tegen inzet, dan is het schouwspel van lokken en de lokker die de lokker lokt, goed voor een avond theater.

21 mei 2008

Eenzame dichter

Weggegooid geld, dat noemt het gros van de Almeerse politiek het voorstel van GroenLinks om eenzame doden bij hun laatste tocht door een dichter te laten vergezellen. Een vandaag had het bericht opgevangen uit de notulen van de Almeerse gemeenteraad en besteedde er vandaag een item aan.
'Niemand hoort het, dus wat heb je eraan,' redeneerde een politicus. Het ging hem niet eens om het geld, maar geld voor iets waar niemand iets aan heeft, ging hem echt te ver. De betreffende CDA'er beseft waarschijnlijk niet dat het bloemetje bij de uitvaart van de eenzame, ook door niemand wordt gezien. De vier dragers ziet ook niemand, de kist kan net zo goed op een karretje naar het betreffende perkje worden gereden. Zo kan de uitvaartleider het best in zijn eentje af, hij rommelt wat met een hijskraantje en loopt gelijk weer door naar de volgende klus.
De enkele eenzame doden die in een stad jaarlijks worden begraven, zonder familie, zonder vrienden. Er is alleen de kist en het uitvaartpersoneel. Er wordt een stuk muziek gedraaid dan wordt de kist begraven. Een schrijnender beeld van eenzaamheid bestaat bijna niet.
Ik kocht en las in januari het boek De eenzame uitvaart van de dichter F. Starik. Daar werd ik getroffen door de verhalen over de doden. Ik las over eenzamen die enige dagen dood in huis lagen en dan een begrafenis kregen waar niemand kwam. De zwervers die iedereen kende, maar bij wie niemand op de begrafenis was. Hoe mooi het is om daar een gedicht te lezen voor de dode alleen. Als het dan regent, is het nog mooier.

De Almeerse politici laten een prachtige kans verschieten. De doden genieten eer en zeker de eenzame doden. Het gedicht toont respect aan de dode en aan de dood, maar vooral ook aan de eenzaamheid. Voor hoeveel mensen wordt bij leven een gedicht geschreven. De eenzame krijgt er eentje bij zijn uitvaart.
De driehonderd euro die de dichters krijgen voor het gedicht bij een eenzame uitvaart, is niet makkelijk verdiend. Je moet er veel voor doen. De gedichten die in De eenzame uitvaart staan, bevatten het leven, de liefde en de dood. Het gaat verder dan:

Dag onbekende met uw lach,
die lag en nu ligt

Ik daag de Almeerse stadsdichter uit om samen met mij en acht andere Almeerse dichters de eerste tien eenzame doden te begraven. Ieder een gedicht voor de eenzame mens, die daar ligt. Als de gemeenteraadsleden dan ook in wisseldienst komen, zijn zijn net zo overtuigd van het nut als ik en de fractie van GroenLinks.

Klok

Wat doet die wekker hier? Ik trek mijn sokken aan en zie de witte wijzerplaat, omringd door het zilverkleurig omhulsel. Het staat allemaal midden op mijn nachtkastje, terwijl ik het vier dagen eerder op mijn studeerkamer heb gezet.
Droom ik? Ik vraag het mij nog vertwijfeld af terwijl ik mijn sportbroek aantrek voor het hollen van straks. Dan hoor ik het rustieke getik. Het getik waarom hij hier niet meer mag staan en daarom naar boven is verhuisd.
Ik besef dat het ding door Doris op deze plek moet zijn neergezet. Drie dagen terug ontdekte ze de verdwijning en sindsdien is hij voor haar vermist. Ik had dan wel verteld dat hij in mijn studeerkamer stond, maar dat interesseerde haar niet. Hij hoort hier, niet daar, vindt zij. Nu is de daad bij het woord gevoegd.
Als ik beneden vlak voordat ik in de startblokken ga, informeer naar de terugkeer van mijn wekker, dan kijkt Inge verbaasd op. 'Wat stond hij zo hoog. Ik dacht dat hij op je bureau stond.' We vragen na en Doris bevestigt haar heldendaad. 'Op stoel klimmen', zegt ze. 'En op de tafel?' is onze volgende vraag. 'Ja, tafel.'

Klokken boeien Doris. Als de wekker gaat, mag ze uit bed 's morgens en blijkbaar trekken haar de vormen van de tijd. Maandagnacht had ze er nog een nachtmerrie over. Ze was niet meer te troosten en had het maar over klokken en wekkers. Toen ze uitgehuild was volgde het verhaal van de wekker en de klok, en de angst die dat met zich had meegebracht. Of was het het verdriet van de wekker die overdag verdween van mijn nachtkastje?

20 mei 2008

Kom eens uit die kast

Mannen die voor boekenkasten zitten. De kranten staan er vol mee. Vooral het NRC heeft een aardig handje om mannen met een stropdas voor hun boekenkast neer te zetten. De zaterdagbijlage is een populaire plekje. Voor pocketreeksen van Ooievaar en Aula, staren ze met een intellectuele blik de camera in. Het verschil van dromerige koeienogen die je nakijken als je een weiland langs fietst, kan ik nauwelijks maken
Natuurlijk vind ik het geweldig om de studeerkamer van een geleerde te zien. Ik kan echt niet met droge ogen kijken naar het lege studievertrek van de onlangs overleden socioloog J.A.A. van Doorn. De rommel in het hok van de Vlaamse intellectueel Etienne Vermeersch, ik puzzel uren op de foto in de veronderstelling dat ik een fenomenale gedachte uit die chaos kan halen. Maar al die halfbakken geleerden die versmolten zijn met de stoel in hun studeerkamer, zo voor hun boekenkast, een pen half weggekauwd onder de kin wippend? Nee.

In de tijd van Darwin was nog weinig mis met de studeerkamer...
Of die van Alexander von Humboldt...
Zelfs met die van Mario Praz is weinig mis mee...

19 mei 2008

Bieb me up

Boek is een vies woord voor Bibliotheek Eindhoven. Een woord dat je niet mag zeggen, want dat past niet in het marketingplan van directeur Thijs Torreman. Meneer Torreman presenteerde onlangs het nieuwe logo van zijn bibliotheek. In het kader van de versobering heeft hij 'openbare' al geschrapt van de naam. Nu het woord 'bibliotheek' nog en er is helemaal niets meer om te verkopen.
Op de foto van zijn bibliotheek draagt hij een lelijk shirt met een rode bloedvlek voorop om het nieuwe logo van zijn bibliotheek te presenteren, samen met Herman Pieter de Boer. De laatste ziet er netter uit.

Boeken heeft de bibliotheek in Eindhoven niet, alleen maar materialen 'Uiteraard niet alleen boeken, ook cd’s, geluidscassette’s, cdrom’s, video’s en dvd’s', zegt de website verontschuldigend, of de boeken slechts bijzaak zijn.
Jammer dat boek een vies woord is, maar tegelijkertijd het product is dat meneer Torreman moet verkopen. Een bibliotheek zonder boeken, is geen bibliotheek. Hij had het woord 'bibliotheek' ook willen ruilen voor vage termen als 'ontmoetingsplek' en 'onderneming'.
Prachtig natuurlijk, maar de wereld zit vol met ontmoetingsplekken en ondernemingen. Een bibliotheek is een ruimte met boeken, die daar wachten om gelezen te worden. Het is daar rustig zodat je daar kunt lezen. Het moet er stil zijn, anders kun je de boeken niet ontmoeten en begroeten.
Als je dan stil genoeg bent en gewoon leest, hoor je heel veel stemmen. De stemmen van het boek, die heerlijk beginnen te vertellen. Daar hebben ze op gewacht, tot jij kwam om te lezen.

Voor meer onthullingen, bekijk de homepage van de bibliotheek Eindhoven: www.obeindhoven.nl. Overtuig jezelf, ik heb het woord boek op de homepage niet kunnen vinden. Ik zwijg verder over ' bieb me up', hijgerige medewerkers die op klanten af stappen en andere leegheden.

18 mei 2008

Roetsj

Doris krijgt geen genoeg van glijbanen. Vanmiddag na het bezoek aan de kinderboerderij, zijn we eens gestopt bij de speeltuin in het Beatrixpark. Allemaal houten huisjes, bruggetjes, schommels en een natuurlijk de glijbaan. Allemaal heel leuk om over te lopen, af te glijden of heen en weer te schommelen...
Glijden


Of schommelen



Of over een wiebelend bruggetje lopen

Het gras groeit aardig

Het duurt niet zo heel lang meer, of ik kan met Doris op een afstand van vier minuten lopen naar de kinderboerderij. Nu moesten we vanmiddag nog wat verder rijden naar kinderboerderij De Stek. Het varkentje Bertje, de dwerggeitjes, de trotse pauw, de eenden en de kippen. Ze waren er allemaal weer.
Ook nu waren we te laat voor het leuke voer. Alleen een trits zakjes kippenvoer lag er nog. De grote eend die uit de hand eet, vond Doris een 'beetje eng'. Ook de haan die op haar afvloog was iets teveel van het goede. Verder vooral plezier met de dieren. Bertje vindt ze lief.

Het gras van de nieuwe kinderboerderij groeit al heel aardig. Dat ontdekten we op de terugweg. We zijn even gestopt voor een foto. Het belooft heel wat te worden met de Dierenweide Den Uylpark. Ook met schapen, kippen, geiten en een varkentje. Deze dieren komen van Natuurcentrum Het Eksternest. Ik hoop dat de boel zo snel mogelijk open gaat.

17 mei 2008

Gemeenplaatsen

Het begint een literaire gemeenplaats te worden: Boudewijn Büch in of bij een boekhandel. Ik schreef een maandje terug over De Dikke Man met Boudewijn Büch voor de etalage van 'een boekenzaakje'.
Bij het lezen van A.F.Th. van der Heijdens Uitdorsten stuitte ik op een nieuwe ontmoeting van een verteller met de schrijver Büch, ditmaal in een boekhandel.
De ik-verteller gaat terug naar Amsterdam omdat hij een afspraak met de kapper heeft. Hij besluit hem niet te verzetten. Hij is twintig minuten te vroeg en besluit even naar binnen te gaan bij Modern Antquariaat Van Gennep. Daar treft hij zijn collega Boudewijn Büch.
Waarom liegen hoe het met hem gaat? De verteller zegt dat hij zijn moeder die morgen is overleden. Büch weet niet goed raad met die boodschap:

'Uiteindelijk Adri', zei Boudewijn, plotseling gedecideerd met een boog om me heen stappend, 'uiteindelijk stoelen alle emoties op gemeenplaatsen...'

De schrijver verlaat het pand met een geforceerde kalmte, vertelt de ik-verteller er nog na.

Over gemeenplaatsen gesproken.

16 mei 2008

Kletterende letteren

Zachtjes kletteren de letteren op het Amsterdamse Spui vanmorgen. De regen trekt zich niets aan van het papier, maar de boekhandelaren vermommen zich in gesloten tenten. 'Waar heb je die zijflap toch vandaan', vraagt een boekenverkoper aan de vrouw die naast zijn kraampje haar boeken verkoopt. Ze is de enige vrouwelijke handelaar. 'Nou, van zo'n markt die één maal in het jaar is. Dan mag je dat meenemen.'
- 'Wat bedoel je?'
- 'Nou, zo'n grote markt die ieder jaar is.'
- 'Mag je dat dan zo meenemen?'
- 'Nee, daar moet je natuurlijk voor betalen.'
Temidden van die onduidelijkheid voel ik mij thuis. Ik duw een flap opzij, die de rij boeken van de volgende handelaar vrij van regen houdt. Een man flapt aan de andere kant binnen. 'Zo Hans, heb jij die van Schiller ook al?' Hij grist het boek van de plank, kijkt op de titelpagina en zet het terug. 'He', krijst de handelaar, alsof zijn kind wordt ontvoerd.' Hij grist het vast. 'Wel weer rechtop zetten.' 'Verdorie mompelt de man. 'Hij heeft het door.' Hij bladert alweer in een ander boek en vertelt vanalles aan Hans. Ik zie een potlood achter zijn oor geklemd. Het schrijfwaar steekt schuin naar voren, half in zijn gezichtsveld. Grijze stoppeltjes wisselen zich af met zwarte op zijn gezicht.
Als ik het kraampje ernaast bezoek, merk ik dat de man met het potlood achter zijn oor de verkoper is van de boeken die hier liggen. Ik blader wat in het Sadistisch Universum van Hermans en vraag mij af of ik nu deel 1 of 2 heb. Ze liggen hier allebei. Voorin vermeldt een potloodkras '15/8'. Of hier nu een gulden-/europrijs staat, of dat het de boeken samen zijn, weet ik niet.
De 'peper en zout stoppels' komen naderbij als ik in een oudere druk van Ik heb altijd gelijk blader. 'Een heel leuk boek en het wordt weer veel gelezen', schudt het potlood voor hem uit. 'Ja, Hermans is heel leuk. Wist u dat dit één van de weinige boeken is waarin de Politionele acties beschreven worden, naast de Walgvogel van Wolkers.' Hij reageert niet. Een man schiet voorbij en roept: 'O, nou weet ik het, Pam.'
'Ja, Pam, Pim Pam Pet. Weet je het nou', wijst het potlood hem na. De man vlucht weg de regen in. Zijn jas wappert achter hem als een schimmelrijder in de storm. 'Ik raakte hem een tijdje aan de straatstenen niet meer kwijt, Hermans. Maar nu loopt hij heel goed. Vooral de jeugd leest hem veel.' Hij wijst naar een boek van Brakman, met een onheldere titel. 'Ik hoopte een beetje dat hij beter zou verkopen zo kort na zijn dood, maar dat valt tegen.' Hij blijft even onleesbaar, dood of levend, dat maakt niet uit, wappert op mijn tong. Ik neem mijn woorden terug voordat ik ze uitgesproken heb. 'Ja, valt u dat ook zo op, dat er zoveel aandacht is voor overleden schrijvers.' 'Inderdaad, er wordt veel aandacht besteed aan schrijvers in de media. Veel meer dan bij schilderen. Ook bij dichters die schilderen. Lucebert is in de necrologiën geroemd om zijn gedichten, over zijn schilderijen geen woord. Niet dat die zo mooi zijn. Ik vind zijn tekeningen veel mooier. Ook bij Claus nauwelijks iets over de schilderijen.'
'Ja, alleen over dat Verdriet en wat over zijn gedichten', beaam ik zijn monoloog. De regen klettert in een onafgebroken cadans op het zeil. De verkoper duwt een stukje zeil omhoog waar een plasje water in hangt. Hij klimt op het puntje van zijn tenen. De lichtgrijze krullen trillen na als hij met een schokje weer neerkomt. Hij behoeft gesprek, we zijn de enige in zijn boekentent.
'Behalve over De Koning. Daar is werkelijk een schitterend verhaal over zijn schilderijen in de krant. Een halve voorpagina. Maar dat was ook geschreven door een schilder.
Ik denk dat het daardoor komt.' 'Misschien', zeg ik en zoek naar een vertrekkend woord. Ik blader wat in een bundel gedichten. Hij begint door het flapzeil met zijn andere buurman te praten. Zachtjes knetteren de letteren, zucht de rug van een boek. 'Dag', roep ik iets te hard, alsof de groet mij van hem bevrijd. Ik probeer snel weg te rennen, maar zachtjes kletteren de letteren.

15 mei 2008

Uitdorsten

Claus en de paus hadden het ook: Parkinson. De novelle Uitdorsten (2003) van A.F.Th. van der Heijden vertelt over de dood van zijn moeder. Ze leed aan Parkinson, of zoals de verteller het zegt: 'Als zij niet aan Parkinson geleden heeft, dan leed zij aan een ziekte die tot in de kleinste details de symptomen van Parkinson imiteerde. Nu nog de naam van deze plagiaatkwaal, en we zijn er.'
Uitdorsten is een ontroerend verhaal, dat een vervolg is op het reqiuem aan zijn vader, Asbestemming, dat bijna tien jaar eerder in 1994 verscheen. Zo wordt de Parkinson al als voorbode in Asbestemming aangekondigd.
Ook krijgt het verhaal een vervolg van de vader die zijn vrouw aanbiedt aan een stel jonge, bronstige boeren en bouwvakkers. 'Aanpakken, mij kan 't niks schillen. Ge doet maar', zegt vader terwijl hij de huissleutels omhoog houdt in het café. Moeder ervoer het als bevrijdend dat iemand het aan het papier heeft toevertrouwd, vertelt ze in Uitdorsten: 'ik ben blij dat iemand het eens heeft opgeschreven.'
De titel verwijst naar wat moeder zegt als ze in het ziekenhuis ligt. 'Uit wat ze daarbij vrijwel onverstaanbaar zegt, vang ik herhaaldelijk het woord 'uitdorsten' op.' De familie komt in actie tegen de uitdroging die de artsen bewerkstelligen volgens moeder. Ze leeft nog acht maanden.
Uitdorsten is een ontroerend requiem en laat zien dat Van der Heijden een meesterlijk schrijver is van de literaire dodenmis. De enige keer dat ik Van der Heijden meemaakte was bij de presentatie van Engelenplaque, dat was een dag na de dood van de schrijver Jean-Paul Franssens. Van der Heijden was diep ontroerd en kon bijna geen zin formuleren zonder de naam Franssens te noemen. Ik heb mij laten vertellen dat hij werkt aan een requiem voor Franssens. Ik ben heel benieuwd naar het resultaat.

14 mei 2008

Reservebibliotheek

Vuur is de grootste bedreiging voor cultuur en wetenschap. Jarenlange noeste arbeid in de vorm van studie, verzameldrift of creativiteit verdwijnt in luttele momenten, voorgoed.
Het vuur in de Delftse Universiteit boeit media. 220 nieuwsberichten tuft de Google Nieuws uit na twee dagen brand en de nieuwste nieuwtjes bereiken de nieuwsgenerator nog steeds.
Zo las ik van Cees Duijvestein, die een collectie van 3.000 boeken over duurzaam bouwen in rook zag opgaan. Een bijzondere collectie, meldt het bericht. Hij heeft er niet van wakker gelegen zijn boeken kwijt te zijn, want op het andere instituut ligt de schaduwbibliotheek. 'Bij elk congres nam ik een tweede exemplaar mee', aldus de Delftse hoogleraar. Altijd handig als je bij twee instituten werkt, dezelfde bibliotheek binnen handbereik te hebben.
Een vernuftige strategie, die een literair voorbeeld kent. In De valse dageraad van Jan van Aken krijgt de hoofdpersoon Hroswith de opdracht van keizer Otto een bibliotheek op te richten met alle antieke en oosterse geschriften erin die hij maar kan vinden. Hroswith richt twee bibliotheken op en laat ieder handschrift kopiëren. Dit om te voorkomen dat de schat aan informatie verloren gaat.
Jan van Aken heeft mij eens uitgelegd dat hij het idee heeft uit de computerwereld. Hierbij kopiëren grote back-up systemen gegevens naar elkaar om te voorkomen dat bij een fysieke aantasting informatie verloren gaat. Hetzelfde kan natuurlijk ook met boeken duizend jaar voor de komst van computers en internet, dacht de schrijver van historische romans. Dat het in de praktijk ook gebeurt is alleen maar lovenswaardig. Cees Duijvestein laat zien hoe zinnig het is.

13 mei 2008

Moederfiets (2)

Ik loop met Doris en Sientje een snel uitlaatrondje. We hangen over de brugleuning en ik staar in naar een gezonken fiets. Het water maakt een nostalgische foto van de fiets. Zeker nu de avondzon het troebele water een gouden randje geeft. 'Kijk, een fiets', zeg ik tegen Doris. Ze ziet het: 'Ja, onder water.' 'Een onderwaterfiets', bevestig ik.
Als we een brug verder weer over de leuning hangen, zie ik de vermeende moederfiets liggen. De zon laat wat meer zien van de fiets, die in de verste verte niet op een moederfiets lijkt. 'Kijk, een onderwaterfiets', roept Doris. Eindelijk ziet ze de fiets liggen.
We lopen langs het huis en de heg. De moederfiets die hier gisteren stond is weg. Zou hij door iemand weer op zijn oude plekje zijn gegooid?

12 mei 2008

Moederfiets

Een breed stuur, een even brede bagagedrager, paars, eendekroos en een stuk riet. De fiets die iemand vanmiddag tegen de heg voor ons huis zette was overduidelijk een moederfiets. Opgevist uit de gracht. Volgens Inge een eerste editie van Sparta's moederfiets.
Ik hing afgelopen week al een paar keer over de leuning van de brug en zag een fietsbel glinsteren in het troebele water van de gracht. Ik wees Doris op mijn ontdekking. Ze zei ja, maar zag hem niet.
Vanmiddag bij het terugkomen van de wandeling leunde hij tegen de heg. Ik vreesde dat het ding daar de komende weken zou staan, tot ik aan het begin van de avond de gordijnen opende. De zon was weg, zodat de gordijnen de warmte niet meer hoefden tegen te houden. Ik zag een jongen met de fiets weglopen. Gelukkig, dacht ik, dat ding staat niet een paar weken in ons zicht.
Tot ik net uit het raam van mijn studeerkamer keek en zag dat het ding nu tien meter verderop staat. Uit het zicht van de woonkamer en in het zicht van de buurman.
Benieuwd wie de volgende is die het ding meeneemt en tien meter verderop zet.

Siberië

'Hé, komen jullie uit Siberië?' mompelde een jongen in zwembroek naar ons. Hij wierp net een klein rood balletje in de lucht en zwaaide het racket in zijn andere hand naar het balletje. Het balletje belandde niet in het racket van zijn tegenspeler, maar een klein buldogje ving het op. Ze holden achter het dier aan, maar hij liet niet los.
De Siberiërs waren ik en mijn moeder. Onze wandelschoenen reikten tot ver over de kuiten. Hoedjes en petjes beschermden ons voor de zon. Het rulle zand vormde voor ons een zware tegenstander. De strandgasten wreven met hun billen een kuiltje in het zand om nog confortabeler te liggen.
Het is heerlijk om te wandelen in Almere, ontdekten we vandaag. De 15 kilometer lange tocht uit het boek Almerepad, wandeling 12: Pampushout en Kromslootpark. De wandeling komt min of meer overeen met de oude NS-wandeling. Er waren heel mooie stukjes tussen, soms om extra kilometers te maken kronkelden we van de hoofdweg af. Via smalle bospaadjes en andere kronkelweggetjes kwamen we dan na een tijdje weer op het hoofdpad uit.
Dat deze kronkelweggetjes soms heel erg de moeite waard waren, ontdekten we bij het Muiderzand. Bij de Wim Eversbeek paradijselijke taferelen met een helder beekje en veel bloemen. Heel rustig, we kwamen slechts een fietser tegen. Hij at een broodje in de nabijheid van de beek.
Het Kromslootpark is eveneens de moeite waard. We liepen daar door de rietvelden en hoorden nauwelijks de snelweg iets verderop. Later weer een ander landschap met gras en bomen. De bloesem van sommige bomen kleurde heel mooi zo in de meizon. De kaarsen van de kastanje maakten het voorjaarsgevoel helemaal los.
Wel brandde de zon warm in onze nekken. De zonnebrand veel uit de tas getrokken en thuis heerlijke aftersun op de licht verbrande huid gesmeerd. Wat een beetje tegenviel was het optimistisch ingeschatte laatste stukje. Dat was een halfuur langer dan de geschatte twintig minuten.

Kijk verder:
  • www.wandelzoekpagina.nl voor veel informatie over wandelroutes in Nederland. Verwijzingen naar routes in boekjes en de NS-wandelingen. De oude NS-wandelingen staan hier. Let wel op, de bewegwijzering. Vaak wordt deze niet meer bijgehouden.
  • www.ns.nl voor NS-wandelingen, er zitten een paar heel mooie bij.

11 mei 2008

Picknicken

Het verhaal van Jip en Janneke, en een yup die z'n moeder vanmorgen trakteerde op een ontbijt in de buitenlucht. Ik rende langs het gezelschap en bedacht hoe leuk het zou zijn om vanmiddag te gaan picknicken.
Ik was net terug van het hardlopen en vatte de koe bij de hoorns. Gelijk de fietskar opgezet terwijl Inge het eten inpakte. Sientje had wat moeite met de open kar en sprong eruit toen we over de Amsterdamweg reden. Daarom maar de voorkant dichtgemaakt, zodat de twee door een gaasje moesten kijken.
Lekker rondje gefietst en in het Weteringpark een beschut plekje gezocht waar de broodjes tevoorschijn kwamen. Heerlijk gegeten en van de buitenlucht genoten. Doris rende achter de bellen die Inge blies. Sientje lag lief tussen ons in. Ik vergat alles en leefde heel even alleen in het nu.

10 mei 2008

Alkmaargracht

Als ik hoog de diepte in kijk
zie ik ze traag buigen
in een klein rondje
keren ze de gracht

De zon troebelt het water
en schijnt mee op de rug
de warmte fluistert
dat het zo lekker is

Ik verzin mijzelf een vogel
- zo'n lange zwarte
speer glanst bij de duik-
en hap de hap zo naar mij toe

09 mei 2008

Het huwelijk

Ik ging naar Oudenbosch
om de basiliek te zien
Groot grauwde de gevel
tegen de hemelblauwe lucht

Als ik sterren aan de hemel
zag staan, neuriede ik met ze
mee juichte ik bij de witte sleur
die maagdelijk binnenschreed

De NS zet extra lange treinen
in en doet of een heuse ster
niet genoeg is voor deze kerk
Ze speelt net zo alsof als de rest


Pedro

In de column van Aaf 's morgens liep hij nog enigszins. Met horten en stoten weliswaar, maar hij liep. 's Avonds bij Een Vandaag was ezeltje Pedro afgehaakt. De pelgrimstocht naar Santiago de Compostella werd gestaakt bij Katwijk.
Eigenaar Jan Jansen uit Schoorl had het dier speciaal aangeschaft voor de tocht. De naam van het dier refereert naar de pelgrimage, weliswaar naar een ander oord. Pedro had er in elk geval weinig trek in. Ergens bij Katwijk ging hij liggen en weigerde elke vorm van beweging.
Heimwee, vermoeidheid, te zware bepakking? Jan Jansen, vut-tende bakker uit Schoorl weet het niet. Feit is dat de tocht gestaakt is. Een droom spat als een zeepbel uit elkaar. Het deert zijn ezel Pedro niet, zo tonen de beelden van Een Vandaag. De ezel holt door zijn wei achter zijn baas aan, met de conditie van een jonge atleet. Blij dat hij thuis is. De duinen langs de Nederlandse kustlijn waren zwaar genoeg, aan de bergen duizenden kilometers verderop durft het dier niet eens te denken.
Zou baas Jan Jansen nog een poging durven wagen? Ik zou het niet doen, want ezels schijnen zich over het algemeen nooit twee keer aan dezelfde steen te stoten. Als hij het toch probeert, weet ik wel wie de ezel is.

Kijk ook op www.santiago.nl voor meer informatie over Jan Jansen en zijn ezel Pedro.

08 mei 2008

Orgels in verwoeste steden

Bij het klussen draaide ik het cassettebandje veelvuldig van een uitzending met orgelmuziek. Het is een deel in de serie 'Orgels in verwoeste steden' uit 1992. Vijf uitzendingen kon de luisteraar de orgels horen in de Rotterdamse Laurenskerk, de Cathedral of St. Michael in Coventry en de Kreuzkirche in Dresden.
In beide buitenlandse kerken speelde Johann Th. Lemckert in twee uitzendingen. De organisten van de andere kerken bespeelden hun eigen instrument. De meest bijzondere uitzending was de Rotterdamse uitzending. Lemckert bespeelt hier samen met de organist uit Dresden, Michael-Christfried Winkler, de orgels van de Laurenskerk.
De Duitse organist, met Die Wende nog fris in de benen, speelt een prachtige interpretatie op 'Erbarm dich mein, O, Herre Gott' BWV 721 van Johann Sebastian Bach. Hij betrekt hierin het geluid van een voorbij rijdende trein op de voormalige spoorbrug, die toen nog vlak langs het koor van de kerk liep. Een verkrachting redeneerde een orgelvriend van weleer over de interpretatie. Ik krijg er geen genoeg van, want ik vind het knap hoe de organist een stoorzender tot deelgenoot maakt.
Eindelijk is het concert van weleer te beluisteren op de archiefsite van de NCRV: luister (tweede item aanklikken).

Willem Brakman

Roem valt niet iedere schrijver ten deel. De dood van schrijver Willem Brakman (1922-2008) kreeg een tiende lengte als dat van de dode Voskuil toebedeeld bij het journaal vanavond. Ontoegankelijkheid werd hem verweten, maar de kleine lezersschare die hem las, was trouw, heel trouw. Elk nieuw boek dat van hem verscheen schaften ze aan. Geen lange rijen bij de plaatselijke boekhandel.
Een trouwe lezer die ik ken is Ernst van Alphen. Hij is zelfs op hem gepromoveerd. Van Alphen noemt de ontoegankelijkheid van het journaal 'verleiding en verzet van Willem Brakmans lezer'. Hij typeert het werk als postmodern. Bij zijn inauguratie als hoogleraar Literatuurwetenschap in Leiden, noemde hij het een schrijver die hield van ouwehoeren.
Ik las van Brakman De Afwijzing en kreeg er weinig grip op. Er gebeurt veel en weinig in de romans van Brakman.

Kijk verder op:
  • www.wbrakman.nl: een website boordevol informatie, van een echte liefhebber
  • www.vn.nl: een artikel over biograaf Gerrit Jan Kleinrensink die Willem Brakman volgt als Eckermann achter Goethe.

07 mei 2008

Hetzelfde èn toch anders

Ze gedraagt zich precies hetzelfde, heeft dezelfde slungelige pas en sjokt met even verwachtingsvolle oogjes achter je aan. Toch ziet ze er immens anders uit. Onze teckel Sientje is vandaag naar de kapper geweest, of eigenlijk is ze getrimd.
Ze schooiert zoals altijd, maar met die spriet van een staart en de ogen weer volledig zichtbaar, lijkt het net of we een andere hond hebben. Het duurt maar een paar dagen, dan zijn we er aan gewend. Twee keer per jaar hebben we een nieuwe hond.
Even om het verschil te zien, een foto van zaterdag en eentje van vandaag:

06 mei 2008

Plasrondje

Vanmiddag in de pauze in georganiseerd verband een rondje gelopen om de Leeghwaterplas. Het was werkelijk heerlijk. Bovendien doet het de hersenen erg goed zo wandelend over het werk te praten. Zuurstof en groen genoeg voor de nodige afleiding.
Waarom vergaderen we niet zo eigenlijk? Gewoon een rondje wandelen. In die tijd moeten de besluiten genomen worden en kunnen we gelijk genoeg zuurstof opnemen voor het nadenken. Bovendien scheelt het heel wat beweegprogramma's.

The day after

De plastic bekertjes liggen vertrapt op het veld. Een leeg podium staart de morgen in. Een troosteloze blik biedt het terrein waar gisteren de muziek nog dreunde. Nu staat een vrachtwagen gereed om het vuil op te halen.
Als ik na een dag werken terugrijd, zie ik het resultaat van een dag werken. Vrijwel het hele terrein is leeg. Wat rest zijn de vertrapte plastic bekers. Een veegwagen start en sjeest even later over het plein. De Noenoe slurpt het laatste stukje herinnering weg


05 mei 2008

Broodschrijver

Een hongerloontje, dat verdienen schrijvers. Tenminste dat vertelt het bericht van de Vereniging van Letterkundigen. Van vijftienhonderd euro kun je niet leven. Hoogstens in een kamertje, driehoog achter, mits het niet in een wereldstad is. Kortom, schrijvers en dichters zijn armelui.
Vaak moeten ze columns en andere rake dingen schrijven om rond te komen. Dat weerhoudt ze van hun eigenlijke taak: het schrijven van echte literatuur.
De subsidiekraan blijkt in het leven van de schrijver niet veel meer te zijn dan een druppel water: een schrijver van non-fictie vangt dertig euro, een fantast haalt iets meer op: honderdvijftig euro.
Gerrit Komrij's gedicht 'De Dichter' vertelt het al. Het letterkundig tijdschrift doet het lyrisch ik een briefje toekomen waarin staat dat ze een paar gedichten eerdaags in het tijschrift zullen plaatsen. Heel het leven van de dichter wordt anders. 'En daarvan wilde hij leven!', eindigt het gedicht moralistisch. Het onderzoek van de Vereniging van Letterkundigen vertelt niet veel anders

Sticks

Flarden muziek dreunen over de achtertuintjes. Als ik voor uit het raam van mijn studeerkamer hang, klinkt de muziek van het Bevrijdingsfestival boven het gekrabbel van de kraaien in de dakgoot uit.
De flarden suggereren een rapper. Ik kijk op internet voor het programma en vind het antwoord snel: Sticks Opgezwolle treedt op. Met veelzeggende teksten als 'gisteren is gisteren en vandaag is vandaag'.
Als ik het clipje zie, hoor de dreun van buiten vrijwel gelijktijdig opklinken. Wat kan het toch mooi zijn een muziekfestival van anderhalve kilometer afstand over je huis te horen galmen.




Han Voskuil

Een vreemd, weemoedig gevoel maakt zich van mij meester. De schrijver Han Voskuil, vooral bekend van zijn zevendelige romanserie Het bureau (1996-2000) is overleden. Dat hij eigenlijk al sinds donderdag het tijdelijke voor het eeuwige verruild heeft, maakt het misschien nog wranger.
Voskuil is de tweede schrijver die dit jaar overlijdt met behulp van euthanasie. Schrijver Hugo Claus ging hem in maart voor. Beide schikten zelf over het tijdstip van overlijden. Claus stierf temidden van het paasgejoel, Voskuil koos voor de combinatie van Hemelvaartsdag en de Dag van de Arbeid. Een eerbetoon aan zijn socialistische vader, denkt Voskuils vrouw Lousje in NRC Next.
Het werk van Voskuil is misschien wel het best te noemen als verwachtingen die achteraf niet juist blijken te zijn. Vrienden zijn geen vrienden. Collega's zijn het meest minderwaardige volk dat bestaat. Ze zijn je vrienden niet, maar je brengt wel de meeste tijd met ze door. Voor een mens die zijn dagen slijt op kantoor, herkenbare materie.
Dat ik dan toch bevangen ben van een weemoedig gevoel, is ergens vreemd. De boeken kunnen gewoon na de dood van de schrijver gelezen worden. Zo beleefde ik bij mijn verblijf in Duitsland heel veel plezier aan Het verdriet van België, terwijl de schrijver dood is. Ook Voskuils boeken boezemen niet aan kracht in. Misschien is de weemoedigheid wel het idee dat er nooit meer zo'n boek zal komen als Het bureau of Reqieum aan een vriend. Boeken maken een schrijver tot een goede vriend, ook al hield hij van varkens en had hij het niet zo op vrienden.

Wat mij verbaast, is de foutieve informatie die de necrologiën bevatten. Volgens De Pers is de schrijver zaterdag overleden, Elsevier beweert dat hij aan zijn einde gekomen zou zijn door kanker. Hinderlijk die fouten. Ze zijn pas later op de dag op de websites hersteld.
Wie van die necrologen zou Het bureau helemaal gelezen hebben?

04 mei 2008

Verjaardag

Ze was al een beetje voorbereid en op de peuterspeelzaal was het net een thema geweest. Vandaag vieren we Doris' derde verjaardag. Eigenlijk is ze dinsdag jarig, maar voor het bezoek vieren we het vandaag. Omdat het verschil tussen vieren en echt jarig zijn, lastig is voor een driejarige peuter, doen we alsof ze vandaag jarig is.
Ze snapt het heel aardig: zingen, cadeautjes krijgen, taart eten en slingers die hangen. Het ritueel van cadeaus op bed uitpakken ging erg goed. Ook omdat de boekjes die ze kreeg, van haar lievelingspersonage zijn: Hazeltje. Nu kreeg ze een groter exemplaar van Raad eens hoeveel ik van je hou en vier boekjes Hazeltje een heel jaar lang. Natuurlijk moesten we de verhalen gelijk voorlezen...

03 mei 2008

Verhuizen

De vrije dagen van Koninginnedag en Hemelvaartsdag, en natuurlijk Doris' verjaardag, die we morgen vieren. Het is de aanleiding om de woonkamer eens flink uit te ruimen.
De televisie heeft nu een plekje tegen het stukje muur tussen de deur naar het halletje en trap. Dat is overigens niet zonder slag of stoot gegaan. Zoals bij nieuwbouwwoningen hoort, zit het aansluitpunt voor de televisie helemaal aan de andere kant van de kamer.
Daarom heb ik gisteravond bij de bouwmarkt snel een kabelverstopper gekocht. Nu lopen de kabels langs de deur in een gootje die van voren afsluitbaar is. Zo valt het niemand op dat tegen het deurkozijn twee kabels lopen.
Zo'n kleine verandering maakt een revolutie in je kamer los. Gelijk boor ik de gaten die al jaren geboord moeten worden en verplaats ik energiek de meubels naar een nieuwe plek. Ik zet de staande lamp naast mijn plekje aan de andere kant van de bank. op de lege plek bij mij hang ik een tijdschriftenrek en daarnaast een lampje.
Het is niet veel allemaal, maar als we even later op de bank zitten televisie te kijken, dan verbaas ik mij over de hoeveelheid licht dat om ons heen straalt. Het is één lampje, maar het lijkt of een heel zonnenstelsel in de kamer is gekomen. Zenuwachtig doe ik een lichtje uit. Dat is beter. Mijn blik kijkt naar de hoek waar ooit de televisie stond. Het lijkt wel of ik verhuisd ben in mijn eigen huis.

02 mei 2008

Overslaande stem

Iedere keer als je zingt en je stem slaat over, dan is dat een aanslag op je stem. Jan Smit is te gast bij De wereld draait door en krijgt zangadviezen van de grote Herman van Veen. Niet je stem laten overslaan en zingen vanuit je kont. Dat is het advies van de oude rot en vooral vakman Herman van Veen.
Als iemand weet hoe je moet zingen, dan is Herman van Veen dat wel. Prachtige nummers van hem galmen dikwijls door mijn cd-speler in de auto. De beste songwriters schreven voor hem, Willem Wilmink bijvoorbeeld met 'Hilversum III'. De bouwvakkers die zelf zongen in plaats meelalden op de transistorradio. Al is dit liedje ook bijna achterhaald met zenders als Radio 538
Of Goethe met Erlkönig, op de muziek van Schubert. Dit lied staat op een prachtige cd. Deze cd laat horen hoe sterk de stem van Herman van Veen is. Hoe ontroerd de tekst ook is, geen seconde slaat de stem over. Vandaag onthulde de zanger, cabaretier en toonkunstenaar dat je helemaal niet zingt met je stem, maar met je kont.

Niet iemand

'Waar is iedereen?' Een collega keek mij aan en daarna naar de lege stoelen om mij heen. De blik waarmee ze mij aankeek, werd wat indringender. 'Er is niemand', constateerde ze snel. 'Ho, ho', maande ik terug. 'Ben ik dan niet iemand?' 'Jawel', stuntelde ze, 'maar jou moet ik niet hebben.'
Vandaag was er meer werk dan personeel op mijn werk. Bij mijn vorige baan behoorde de dag na Hemelvaartsdag tot een verplichte snipperdag, bepaald door de Ondernemingsraad. Bij mijn huidige werkgever is het vrijwillig en daarom was ik er vandaag. Dat bleek ook wel nodig, want een grote hoeveelheid vragen van cliënten lag in mijn inbox.
Ach, af en toe zo'n dag kan helemaal geen kwaad. Ik heb aandachtig kunnen werken aan dingen die anders blijven liggen. Als grote verrassing kwamen Inge en Doris nog even een kopje chocolademelk drinken. Ze waren toch in de buurt.

01 mei 2008

Hemelvaart

Hij vond het maar een vervelende dag Koninginnedag. Het instituut waar hij werkte was gesloten en hij kon niet fatsoenlijk over straat lopen. Overal om hem heen werd gefeest. Republikein en publicist Thomas von der Dunk heeft zijn principes, zo liet het actualiteitenprogramma Een Vandaag gisteren zien.
Hij liet zich uiteindelijk door de cameraploeg verleiden naar buiten te gaan en liep over de vrijwel lege vrijmarkt in zijn straat.
Natuurlijk mag iemand zijn principes hebben, maar om nu zo tekeer te gaan tegen deze nationale feestdag. Ik heb een principele atheïst ook nooit zien mokken op Hemelvaartsdag, Tweede Paasdag of Tweede Pinksterdag.
Zelfs principele christenen mokken niet. Zij houden gewoon op de tweede feestdag een extra kerkdienst. Alsof Jezus de tweede dag weer is opgestaan, of de discipelen een tweede dag opnieuw vervuld werden van de Heilige Geest.
De vreemdst eend in de bijt van de christelijke feestdagen is Hemelvaartsdag. Er valt niet zoveel te vieren aan een messias die vertrekt en herdenken is het ook niet helemaal. Zodoende beperkt zich de kerkdienst vaak tot een potje dauwtrappen en mag er zelfs bij de strengere groeperingen een dagje op uit getrokken worden.
Ook voor Thomas von der Dunk was het instituut vandaag gesloten...