Bij het lezen van A.F.Th. van der Heijdens Uitdorsten stuitte ik op een nieuwe ontmoeting van een verteller met de schrijver Büch, ditmaal in een boekhandel.
De ik-verteller gaat terug naar Amsterdam omdat hij een afspraak met de kapper heeft. Hij besluit hem niet te verzetten. Hij is twintig minuten te vroeg en besluit even naar binnen te gaan bij Modern Antquariaat Van Gennep. Daar treft hij zijn collega Boudewijn Büch.
Waarom liegen hoe het met hem gaat? De verteller zegt dat hij zijn moeder die morgen is overleden. Büch weet niet goed raad met die boodschap:
'Uiteindelijk Adri', zei Boudewijn, plotseling gedecideerd met een boog om me heen stappend, 'uiteindelijk stoelen alle emoties op gemeenplaatsen...' |
De schrijver verlaat het pand met een geforceerde kalmte, vertelt de ik-verteller er nog na.
Over gemeenplaatsen gesproken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten