30 april 2015

Alleen met de goden

image

De roman van Alex Boogers Alleen met de goden is een heuse ontwikkelingsroman. Het boek gaat over de jonge Aaron Bachman die het niet makkelijk heeft. Hij leeft in een gezin waar hij niet echt alle kansen krijgt. Zijn ouders zijn meer met zichzelf en elkaar bezig dan met zijn opvoeding.

Bovendien hebben zijn vader én zijn moeder allebei losse handjes. Al beweert Aaron dat zijn vader vooral anderen sloeg. Hij zou hem nog nooit met een vinger hebben aangeraakt.

Als zijn vader tot overmaat iemand vermoordt, is het hek van de dam. Aaron ziet de man roerloos in de deuropening liggen, terwijl zijn vader staat te schreeuwen dat het hem spijt. Zijn moeder roept tegen haar man dat ze niks meer heeft om voor te leven. De verteller weet de ellende prachtig te relativeren:

Ik wachtte tot het geschreeuw ophield, en daarna het gehuil, en toen dacht ik aan de kermis die in de stad zou komen en hoe ik daarnaar had uitgekeken, en dat die hele kermis me nu niets meer kon schelen. (26)

De ellende waarin Aaron zat, verergert met het verdwijnen van zijn vader, papa Leeuw. Zijn vader belandt in de Scheveningse gevangenis en zijn moeder laat hem aan zijn lot over. Soms krijgt hij vijf gulden mee voor het eten. Hij haalt meestal een patatje en weet de Chinees Charlie Wong over te halen om voor dat bedrag een rijsttafel serveert.

De rest van het verhaal gaat over de jongen Aaron die overleeft. Hij kan moeilijk zijn draai vinden tot hij steun vindt bij het hondenasiel. Hij weet hier de niet plaatsbare Otis, een vechthond, rustig te krijgen. Het helpt hem door zijn zware periode heen.

Aaron is strijdbaar, letterlijk en figuurlijk. Ondanks alle tegenslagen zet hij door envindt zijn weg. Als hij uiteindelijk doorpakt in de vechtsport begeeft hij zich echt in de vechtersring. Niet iedereen is het daarmee eens, maar hij weet ook hier zijn weg te vinden.

Dat is het mooie van deze vuistdikke roman van Alex Boogers. Hij weet treffend de tegenslagen, kansen en mogelijkheden te benoemen die zich in een jongensleven voordoen. Dat maakt Alleen met de goden tot een ontwikkelingsroman die je niet snel vergeet.

Het verhaal van een straatschoffie met een uitzonderlijk schrijftalent.

Alex Boogers: Alleen met de goden. Roman. Amsterdam: Uitgeverij Podium, 2015. ISBN: 978 90 5759 711 4. 520 paginaś. Prijs: € 19,95

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Alleen met de goden van Alex Boogers. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

29 april 2015

Kora spelen

image

De muzikant Alphonse is in Dertig dagen van Annelies Verbeke de stad ontvlucht om als klusjesman in Westhoek te werken. Hij blijft gelukkig wel op zijn muziekinstrument spelen. Het is een kora.

Een kora is een soort tokkelinstrument uit West-Afrika. Het instrument lijkt qua klank veel op een harp, maar heeft in uiterlijk meer iets van een gitaar of misschien nog wel meer van de voorloper van de gitaar: de luit. De verschijningsvormen van de kora zijn erg divers. Soms is de klankkast waar de snaren voor gespannen zijn, van een grote kalebas.

De hoofdpersoon Alphonse is in Dertig dagen een kora-speler. Hij verdient nu zijn geld als klusjesman, maar hij speelt bij tijd en wijle zeker dit bijzondere snaarinstrument uit West-Afrika. De Afrikaanse harp is voor hem een middel om zich te bezinnen. Als hij kwaad is grijpt hij naar zijn kora, een vredelievend instrument:

De bas blijft onverschillig onder zijn woede, de kora staat erboven. Het instrument negeert elke neiging tot overdrijven, dwingt hem tot bezinning. […] De muziek dwingt hem tot een heldere gedachtegang. […].
Nee, denkt hij, rondzwemmend in de klanken, voor dit instrument is haat verwaarloosbaar. (134/135)

Hij heeft het instrument ook bij zich alsof het vrede brengt bij mensen die kwaad in de zin hebben. Hij voert het instrument in gedachten aan om overal waar twist en nijd is, vrede te brengen. Dit lukt natuurlijk niet helemaal, maar ik koester bewondering voor de manier waarop hij dit bijzondere instrument inzet in zijn contacten met anderen.

De kora fungeert als een soort afgezant van God onder de mensen. Met dat doel zet Alphonse dit bijzondere West-Afrikaanse muziekinstrument ook in.

Annelies Verbeke: Dertig dagen. Roman. Breda: De Geus, 2015. ISBN: 978 90 4453354 5. 320 pagina’s. Prijs: € 19,95

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn zesde bijdrage over Dertig dagen van Annelies Verbeke. We lazen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

28 april 2015

Ginkgo in knop

image

Altijd weer een mooi moment. Sinds ik zelf een Ginkgo heb, geniet ik elk jaar van de knoppen aan dit boompje. De kleine groene puntjes op de takken lieten zich al een tijdje zien. De koolmeesjes snoepten er al stiekem uit. Maar nu is het eindelijk zover dat de blaadjes zich laten zien.

image

Het DNA is al helemaal bepaald. Zelfs de kleinste blaadjes laten die vertrouwde vorm van de Ginkgo zien. Het blad dat in tweeën splijt en toch één is, zoals Goethe in zijn gedicht over de boom schrijft. De groene kleur is nog niet zo diepgroen als het blad straks is. Nu geniet ik vooral van de zachte, bijna mollige vormen van dit prachtige blad.

image

Dan denk ik terug aan de Hortus bij de VU waar ik altijd zo genoot van de grote Ginkgo die daar groeit. Met iets verderop die bladeren van die andere held: de Tulpenboom. Ik mis het om daar even rond te scharrelen in de pauze. Het groen van het voorjaar opsnuivend. Of de kleurenpracht van de herfst inademend.

image

Nu biedt mijn tuin het zicht op de Ginkgo. Het boompje waarvan ik de hoop koesterde dat hij het zou redden, begint zich meer en meer als een heuse boom te gedragen. De vorm van de stam maakt een olijke buiging en schiet dan kaarsrecht omhoog.

wpid-20150427_183635.jpg

Waar die vreemde kronkel vandaan komt, weet ik niet. Waarschijnlijk heeft hij bij het tuincentrum waar we hem gekocht hebben teveel in de verdrukking gestaan. Het is niet meer aan hem af te zien. Elk jaar schieten er weer een paar nieuwe centimeters de hemel in.

wpid-20150427_183647.jpg

27 april 2015

Vrijmarkt in de Vesting

wpid-20150427_123312.jpgDe vrijmarkt in Almere zijn we helemaal zat. Vorig jaar leek er alleen nog maar meuk verkocht te worden. Rommel gepresenteerd alsof het de mooiste waar was. De prijzen die ze om de rommel vroegen ging alle perken te buiten. Daarom beloofden we elkaar voor volgend jaar een andere stad op te zoeken.

wpid-20150427_123323.jpg

Daarom rijden we vandaag naar Naarden. Misschien dat dit wat interessanter is. Het valt wel tegen qua parkeren. We kunnen de auto nergens kwijt binnen de vesting. Pas een eind verderop krijgen we het voor elkaar een plekje te vinden.

wpid-20150427_123703.jpg

Gewapend met een boodschappenkarretje achter ons aan om alle aankopen goed mee te kunnen nemen, lopen we de vesting in. Het is er erg gezellig op de Antiek en Curiosamarkt. Zelfs een paar boekenkraampjes en een heus Shantykoor zingt achter de kerk allerlei zeevaartliedjes.

wpid-20150427_132304.jpg

We eten tussen het gescharrel lekkere poffertjes en komen ook even terecht op de kindermarkt wat verderop. Een stoomtreintje rijdt er rond. Het loopt al op zijn eindje. Sommige kraampjes zijn al aan het opdoeken. Daar stuit ik op een heuse TNT-fietstas. Ik mag hem overnemen voor een euro. Inge heeft beet met een teckel-theepot en speelgoedauto’s voor de BSO. Doris geniet van de grabbelton en suikerspin.

wpid-20150427_125941.jpg

We gaan tevreden naar huis. Verkwikt door het mooie weer en de sfeer in Naarden zelf. Volgend jaar wagen we nog een plaatsje verder voor onze zoektocht naar de ultieme vrijmarkt van Nederland.

wpid-20150427_120847.jpg

26 april 2015

De uitvoering

image

Best spannend, de grote eindproductie van de theaterschool. Ze heeft het hele jaar aan deze grote einduitvoering gewerkt. Het speelt op een onbewoond eiland waar een groep kinderen als schipbreukeling strandt.

Ze heeft veel geoefend. Daar kan het niet aan liggen. Ik heb om heel eerlijk te zijn, er niet zoveel acht op geslagen. Daarom is het best spannend om nu ineens in het theater van Corrosia Stad te zitten.

image

Het is klein en daarmee best een beetje intiem. Buiten op de plein bij het Stadhuis en de bibliotheek worden de kraampjes voor de vrijmarkt van Koningsdag ingericht. Mannen in hesjes lopen streng rond. De mensen die hun spullen willen verkopen, mogen dat nog niet.

Wij wachten tot aanvangstijd bij de deur van het theater van de oude bibliotheek. De grote ruimte beneden biedt kunstenaars nu gelegenheid om hun spullen te exposeren. Het grote cultuurgebouw oogt een beetje kaal, maar het theatertje is heel mooi ontdekken we wat later.

image

We vinden een prachtig plekje op de voorste rij. De donkere gordijnen achter het toneel bewegen. Een stukje van het decor valt naar beneden. Gelukkig duurt het wachten niet te lang. De muziek klinkt en de spelers komen het toneel op.

Ze spelen met veel energie. Als de eerste zenuwen bedwongen zijn, kunnen we de spelers beter verstaan en zien we het plezier in het spelen naar boven komen. Doris speelt met de energie die we van haar gewend zijn. Ze mag als eerste overeind komen nadat ze zijn aangespoeld.

image

En ze speelt een heldenrol. Ik voel me heel trots, zie haar af en toe kijken naar ons. We zitten ook zo dicht op het toneel, dat we bijna onderdeel van het spel zijn. Haar tekst is duidelijk te verstaan, soms zelfs een beetje te luid. Maar ze blijft rustig, speelt met heel veel expressie. Ontzettend mooi.

Als ze een stukje tekst kwijt is bij het zingen, is ze een beetje teleurgesteld. Maar ze herpakt zich en speelt verder de sterren van de hemel. De groep kinderen wordt gevonden en gered van het eiland. Zelfs het meisje dat achterblijft vindt haar geluk.

image

Op de markt halen ze nog een visje. Alles staat al klaar voor Koningsdag. Het springkussen, de frietkraam, een beddenkoning en een kar vol aardbeien. We rijden tevreden naar huis van een uitvoering waar ze bijna een jaar aan gewerkt heeft. Haar ouders net zo trots als zijzelf.

25 april 2015

Actus tragicus

image

Terwijl iedereen naar de Matthaüs of de Johannes luisterde, hoorde ik een paar weken terug de prachtige Actus tragicus van Johann Sebastian Bach aan. De uitvoering staat op de nieuwste cd uit de serie Bach in Context. De cantate vormt de opening van het drieluik werken van Bach rond de dood.

Naast de Actus tragicus dat na een sonatine opent met Gottes Zeit ist die allerbest Zeit, klinken op de cd van Musica Amphion en Gesualdo Consort Amsterdam de motetta Komm, Jesu komm (BWV 229) en cantate Mit Fried und Freud ich fahr dahin (BWV 125). Het zijn stuk voor stuk mooie, troostrijke werken van Bach rond de dood.

Tussen de cantates door speelt Reitze Smits de delen uit de eerste Orgelsonate en het orgelkoraal ‘Schmücke Dich, o liebe Seele’. Hij doeet op het orgel van de Martinikerk in Groningen. Dat maakt de cd tot een mooie representatie hoe in Bachs tijd muziek vorm kreeg in de kerkdiensten.

image

De sonatine van de Actus tragicus is heel mooi, mede door het bijzondere gebruik van de 2 altblokfluiten. Ze klinken heel mooi samen, versterken elkaar, maar lopen soms ook van elkaar weg om weer samen terug te komen. Het brengt de boodschap heel scherp over. Het ingetogene dat zich vermengt met de 2 viola da gamba’s en basso continuo. Een bijzondere combinatie. Niet alleen in het oeuvre van Bach.

De uitvoering vormt een mooie eenheid met de andere cantate en sterke uitvoering van de motetta. Ik ben er erg van onder de indruk. Vooral ook in de volgorde waarin alles gepresenteerd wordt. Het vormt samen een sterk geheel, waarbij de orgelwerken juist aan kracht winnen.

Het opsplitsen van de orgelsonate is een goede keuze. Ze verbindt alle onderdelen. Het orgelkoraal ‘Schmücke dich, o liebe Seele’ is misschien wel 1 van de mooiste orgelkoralen van Bach. De intentie waarmee Reitze Smits het speelt maakt het bijna tot een sleutel op de cd.

Daarmee ben ik heel nieuwsgierig geworden naar de andere cd’s uit deze serie. Ik trof deze cd samen met het dikke boek dat uitleg geeft over alle werken, bij de bibliotheek. Het was een aangename verrassing waarmee ik hernieuwd kennismaakte met die enorme schat aan muziek die Bach schreef: zijn cantates. Ze vormen kleine Passionen op zich en evenaren de Matthaüs en Johannes regelmatig.

Bach in context Actus tragicus. Cantates, motetten en orgelwerken van Johann Sebastian Bach, uitgevoerd in liturgisch-muzikale context. Uitvoerenden: Musica Amphion, Gesualdo Consort Amsterdam, Reitze Smits (orgel), Pieter-Jan Belder (algehele muzikale leiding). Et’cetera Records. ISBN: 9789462285491. EAN: 8711801014890. Prijs: € 25.

24 april 2015

Van schutblad naar blad

image

Ineens gaat het hard met het voorjaar. Zeker als je erop let en een vergelijking maakt. De kastanjebomen waar ik een paar weken geleden over schreef, staan nu volop in blad. Ik loop ’s morgens helemaal verscholen onder het loof.

image

De bladeren zie je groeien. Elke ochtend weer een stukje groter. Net als de bloemen die in het midden groeien tot heuse kaarsen. De bladeren hangen nog een beetje naar beneden, maar ze verheffen zich zeker overeind.

image

Toch zie ik nog de schutbladen van de knoppen. Ze hangen nutteloos aan de takken. De bescherming die ze gaven, is niet meer nodig. Soms liggen ze al op de grond. Losgetrokken door de groeispurt van de boom. Hun werk zit erop.

image

Wat verderop staan andere bomen net in knop. De rode beuken in het midden van het park en de lindes langs het fietspad laten de beginnende knoppen zien. Bij deze bomen duurt het nog even voor ze zover zijn als de paardenkastanjes verderop.

image

Dat is zo mooi aan het voorjaar. Alle bomen volgen elkaar langzaam maar zeker op totdat straks in de zomer alles vol in blad staat. De wereld verandert zo trefzeker in de mooiste kleuren groen.

image

23 april 2015

Proberen een boek te schrijven (of te lezen)

image

In de roman De zes levens van Sophie probeert de hoofdpersoon Hannah een boek te schrijven over drie sterke vrouwen uit de vorige eeuw. Ze wil zich ontworstelen aan haar vanzelfsprekende leventje van feesten en het verslaan van de feestjes in de societyrubriek van het modeblad.

Ze wil een biografie schrijven over drie schrijvers die niemand ooit gaat lezen, stelt haar hoofdredacteur Stella. Leuk voor erbij, maar toch niet om je goedbetaalde en felbegeerde baan als journalist bij een modeblad voor op te geven.

Felbegeerde baan opgeven

Hannah doet het wel. Ze zet zich aan het studeren en schrijven van dit boek. Het boek dat je vasthoudt en waarover herhaaldelijk andere personages vragen hoe het ervoor staat. Hoe is het met je boek, vraagt Irminia, een vriendin van Hannah, in het hoofdstuk The Tender Trap. Het gaat slecht, heel slecht met haar dode schrijversklasje.

Het voornemen van een jaar eerder om zich te ontworstelen aan het feestgeneuzel en zich te wijden aan drie sterke vrouwen:

Vrouwen die spraken in een tijd waarin je beter zweeg. De tragiek van klinken en verstommen. (102)

Het boek over de drie vrouwen komt moeizaam uit haar vingers. Het leven van feesten en geneuzel eist haar teveel op. Ze wil vluchten net als haar drie schrijfsters, sterke vrouwen die het allemaal ergens teveel werd. Ze liepen alledrie weg en slechts één kwam weer terug. Maar zelfs deze laatste hield haar hele leven haar mond wat er nu precies was voorgevallen.

Uit pen geperst hoofdstuk

Het valt haar moeilijk. Ze kan haar uitgever niet eens het met moeite uit haar pen geperst hoofdstuk toesturen. Het geworstel met het boek domineert in het boek. Daarmee lijkt het alleen maar zwaarder te worden voor de lezer. Is het boek dat niet uit de vingers van de verteller wil komen, hetzelfde boek als het boek dat hij leest? Hoe kan hij dat boek serieus nemen?

Het is het spel dat de verteller met de lezer speelt. In de gesprekken met haar vriendin keert het schrijven van de roman regelmatig terug. Het verhaal over de drie sterke vrouwen. In gesprek met Bee, veel verderop, schrijft ze eveneens niet. Ze zit nog in de researchfase.

Hoe voelt dat, barsten van het schrijftalent dat zij kennelijk ontbeert? Ja, lekkere letters kan ze typen voor lezers bij de boterham. Kruimelletters. Wegwerpwoorden. Maar dat andere, dat kan ze niet. Een scherpe golf welt op en vecht zich door haar strot, haar mond. (223)

Ze kan het niet, zegt ze tegen Bee. Het lijkt meer een schreeuw om aandacht. Als haar vriendin Irminia haar opzoekt in haar flat en binnenkomt met de reservesleutel is de ik-verteller Sarah woest. Het is een bende in huis en ze heeft absoluut niet meer de touwtjes in handen. Ze verliest de grip op de werkelijkheid en haar verhaal.

Hink-stap-springen

Dat gaat zeker op voor De zes leven van Sophie. De lezer verliest ook de grip op het verhaal. De korte hoofdstukken hink-stap-springen door het verhaal en alle sterke vrouwen zorgen ervoor dat het verhaal moeilijk op gang komt. Het brengt je bijna in een moedeloze positie: het verhaal zit zo verstopt achter de sterke vrouwen Virginia Woolf, Agatha Christie en Barbara Follett dat het nauwelijks te vinden is.

Als je heel goed kijkt en je niet teveel laat verleiden door de ik-verteller Hannah, dan lees je een mooi verhaal. Maar dan moet je je nergens door laten afleiden.

Sarah Meuleman: De zes leven van Sophie. Amsterdam: Lebowski Publishers, 2015. ISBN: 978 90 488 2062 7. Prijs: € 19,95. 287 pagina’s

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is tweede bijdrage over De zes levens van Sophie van Sarah Meuleman. We lazen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

22 april 2015

Veldleeuwerik

image

Als Alphonse klust in de schrijversresidentie, vlak over de Franse grens, hoort hij een vogeltje. De zin uit Annelies Verbekes roman Dertig dagen past mooi in het verhaal:

Dat de ruisende, geurende boomkruinen en de vaak herhaalde vraag van een vogel de indruk geven dat hier nooit een oorlog is geweest, is wellicht de enige overwinning die ertoe doet. (90)

Dan ziet Alphonse de vogel vallen alsof hij neergeschoten wordt. Het dier laat zich uitgebreid bekijken en toont zich van alle kanten aan de hoofdpersoon. Hij wil weten hoe de vogel heet.

Veldleeuwerik

In zijn vogelgids vindt hij het antwoord: het is een veldleeuwerik. Zijn vriendin Kat is minder geïnteresseerd in zijn ontdekking. Zij is geschrokken door het journaa; over het nieuws dat 4 vrouwen zijn neergeschoten door een schutter.

Daarna keert de zeldzame vogel geregeld terug in het verhaal. Altijd is Alphons op zoek naar het dier als hij in de buurt van de schrijversresidentie is. Soms wacht hij tevergeefs op de vogel, andere keren dient het dier zich juist onverwachts aan. Bijvoorbeeld voordat hij het huis van een alcoholist binnengaat:

Hij hoort de veldleeuwerik, hoort hem, al toont de witte lucht enkel ganzen. Nadat de V over het dak is verdwenen, stapt hij het huis in. (180)

Het dier begeleidt hem bij zijn heldhaftige daden. Als hij wil wegrijden valt er iets uit de lucht. Het is een verenbal die overeind krabbelt. Alphonse herkent er de veldleeuwerik in. Die ene:

Omdat hij hem niet weg wil jagen, blijft hij zitten. Hij heeft zijn voet van het gaspedaal gehaald. De vogel hupt over de motorkap, naar voren, achteren, achteren, rechts, links, rechtss. Bijna oktober. Als deze er geen is die overwintert, dan zal hij over enkele dagen vertrekken. Komt hij afscheid nemen? (274)

Alles valt met alles samen in Dertig dagen van Annelies Verbeke. Zelfs de veldleeuwerik die zomaar uit de lucht lijkt te vallen, valt met een doel. Hij draagt het verhaal. Net als de botenwolk en de kora. Net als de personages.

Niets en niemand is overbodig in Dertig dagen. Alles is met een doel. Bij Annelies Verbeke is het genieten van deze voorzienigheid. Het maakt het verhaal compleet.

Annelies Verbeke: Dertig dagen. Roman. Breda: De Geus, 2015. ISBN: 978 90 4453354 5. 320 paginaś. Prijs: € 19,95

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn vijfde bijdrage over Dertig dagen van Annelies Verbeke. We lazen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

21 april 2015

Zwanenoog

image

We fietsen langs een groepje zwanen die het grasveldje vlak naast het fietspad tot slaapplaats heeft gemaakt. We fietsen akelig dicht langs de dieren als we de bocht nemen. Sommige liggen in het gras, met de kop tussen de veren. Anderen staan rechtop en kijken nog om zich heen. Of ze wiebelen nog met het lijf om de slaap op te roepen.

Een zwaan ligt vlak op het hoekje waar wij langsrijden. Het dier heeft zijn kop in het verenkleed gestoken. Een oog steekt precies ter hoogte van de staart uit de veren.

Het oog opent zich als wij langsrijden en volgt ons waakzaam. We zwijgen en trappen extra stevig om de brug op te komen. Ik moet aan onze teckel Saar denken als die lekker ligt te slapen in haar mandje. Ze kan je net zo met een oog volgen als deze zwaan.

Als we afdalen zegt Doris: ‘Die zwaan keek ons achterna en ik moest aan Saar denken.’ Ik moet lachen. Ik moest daar ook aan denken. ‘Ja, ze kan je precies zo met een oog volgen als ze in haar mandje ligt.’ We lachen allebei dat dezelfde gedachte naar binnen vloog bij het zien van hetzelfde oog.

20 april 2015

IJsvogeltje

image

Ze baalde laatst dat ze geen ijsvogeltje had gezien. ‘O,’ zei ik. Maar ik heb hem al 3 keer gezien in korte tijd, dan zal jij hem zeker ook nog een keertje zien in je leven.’

We fietsen nu naar de observatiehut bij de Lepelaarplassen. Een bekende rit. Ik heb er al een paar keer een ijsvogel gezien. Een keer zelfs 2 tegelijk. We hebben nu best veel kans. Zeker omdat met 2 milde winters de populatie flink is toegenomen.

image

We rijden over het pad naar de hut, tussen de hoge schuttingwanden. Het is rustig in de hut. Een echtpaar zit aan een kant. Een enorme lens ligt op een kussentje in de opening.

De lens past met zijn gigantische diameter net door de smalle opening. Het bladmotief om de lens heen moet hem minder laten opvallen voor de vogels. Soms ratelt het toestel als er een paar foto’s worden gemaakt. Verder turen ze de waterkant af.

image

Ik haal onze verrekijker tevoorschijn. We kijken de einder af en zien de aalscholvers zitten op het eilandje recht voor de hut. Aan de andere kant zitten ze hoog in de kale bomen. Je ziet hun nesten meedeinen op de wind. Ze vliegen af en aan met nestmateriaal.

Dan ineens uit het niets. Scheerts iets blauws vlak over het water. Het heldere indigoblauw. Onmisbaar. Het ijsvogeltje. Doris ziet hem ook. Het vogeltje schiet het bos in en is verdwenen. We kijken naar andere dingen. Ik zie aan de andere kant nog een ijsvogeltje voorbij vliegen, maar deze verdwijnt achter de observatiehut.

image

Een groepje luidruchtige fietsers komt binnen. Ze zijn op doorreis. Ze werpen een snelle blik over het water en vertrekken weer even rumoerig als ze binnenkwamen.

Dan roept de cameraman. Hij ziet de ijsvogel weer. We turen naar de bomen en zien het blauw op een tak zitten. Doris tuurt door de verrekijker en haalt hem heel dichtbij. Ze geniet. Ze heeft hem nu helemaal in het vizier. Dan klinken de felle uithalen van de ijsvogel en verdwijnt hij.

image

19 april 2015

Vooringenomenheid

image

Je leest over een man en ziet in gedachten een blanke man. Zou een donkere man nu een blanke man lezen of een iemand van zijn huidskleur? Ik weet het niet, maar ik verbaas mij bij het lezen van Dertig dagen over mijn eigen vooringenomenheid.

Huidskleur belangrijk

Als hij na het poepincident weer in zijn auto zit, leest hij het verhaal van de schrijfster. Het is een erotisch verhaal waarin de relatie met huidskleur juist heel belangrijk is en uitvoerig beschreven wordt. De diëtiste in het verhaal vindt de stukadoor aantrekkelijk:

De stukadoor is niet erg jong, zo lang als zij, magerder dan slank en, welja: zwart – of toch zeer donkerbruin. (114)

Subtiele signalen

De verteller van Derig dagen heeft de klusser Alphonse niet zo geïntroduceerd in de roman. Zeker hij geeft genoeg aanwijzingen, maar wel in de vorm van subtiele signalen. In het begin noemt iemand hem Obama of vragen mensen waar hij vandaan komt. Die gewoonte neemt hij over, maar daar reageren mensen dan heel raar op.

Pas als de interviewer opmerkt dat Alphonse een neger is, dringt het tot mij door. Vanaf dat moment laat dat gegeven je niet meer los en kleurt het verhaal heel anders dan eerst. Een bijzonder effect. Ik ben er erg onder de indruk van.

Annelies Verbeke: Dertig dagen. Roman. Breda: De Geus, 2015. ISBN: 978 90 4453354 5. 320 paginaś. Prijs: € 19,95

Dit is het vervolg van Huidskleur

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn vierde bijdrage over Dertig dagen van Annelies Verbeke. We lazen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

18 april 2015

Huidskleur

image

Bij het lezen van Dertig dagen van Annelies Verbeke besef ik helemaal niet dat de hoofdpersoon van het verhaal, Alphonse, zwart is. In eerste instantie verbaast het mij wel dat iedereen aan hem vraagt waar hij vandaan komt.

Als hij het zelf vraagt, in de veronderstelling dat iedereen deze vraag heel belangrijk vindt, krijgt hij een vreemde blik toe. Net zo’n vreemde blik als ik heb als de verteller opmerkt dat Alphonse deze vraag zo vaak krijgt toegeworpen.

Poep opruimen

Ik ontdek pas dat hij zwart is als hij de schrijfster bevrijdt van de opdringerige interviewer die zit te poepen in haar kamer. Hij veegt zijn gat af met een pak dunne bladzijden uit de Van Dale:

‘Dit kan toch niet, man,’ begint Alphonse.
‘Is die neger van jou?’ vraagt de ander, die zijn broek nu weer dichtgespt. Zijn geur rijst op van de vloer, strekt zich uit naar de hoeken van de kamer. (111)

Alphonse vindt dat de interviewer de poep moet opruimen. Daarvoor verspert hij de uitgang en gaat in de deuropening staan met de armen gekruist. De man wil het niet opeten, maar dat vraagt niemand, zegt Alphonse. De interviewer mag nadat hij het opgeraapt heeft ook nog eens de vlek uit het tapijt wissen.

‘Ik ben een Belg! Ik heb rechten!’ roept hij nog. (112)

Alsof een blanke Belg gewoon in een kamer mag schijten als hem iets niet bevalt. Vanaf dat moment kun je alles beter plaatsen. Alphonse is een bijzondere man die zich goed staande weet te houden ondanks zijn huidskleur. En opeens realiseer ik mij dat je bij het lezen van een boek automatisch invulling geeft aan de personages.

Annelies Verbeke: Dertig dagen. Roman. Breda: De Geus, 2015. ISBN: 978 90 4453354 5. 320 paginaś. Prijs: € 19,95

Lees morgen het vervolg in Vooringenomenheid

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn derde bijdrage over Dertig dagen van Annelies Verbeke. We lazen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

17 april 2015

Verantwoording

image

Een recensent waarschuwde mij laatst al: lees nooit de verantwoording. Het is een hedendaagse mode van schrijvers. Ze schrijven aan het einde van hun roman een uitvoerige verantwoording en dankwoord. Zogenaamd om de citaten en motieven te verantwoorden, maar veel meer om de lezer nog een kant op te duwen.

Misschien weten ze dat een verantwoording altijd vooraf wordt gelezen. Al bladerend wekt die verantwoording genoeg nieuwsgierigheid voor de lezer om hem toch te lezen. Hij heeft zich net weten bedwingen niet de laatste bladzijde te lezen, maar die verantwoording mag dan wel.

Verantwoording in Dertig dagen

Wat schrijft Annelies Verbeke in haar verantwoording?

Ik woon niet in de Westhoek of Frans-Vlaanderen en op de geemigreerde overgrootvader na kom ik er niet vandaan. Ik kon dus enkel als buitenstaander van dit grensgebied gaan houden. De schrijfopdracht die ik kreeg voor het project 300jaarsgrens.eu/300ansdefrontière.eu heeft daar veel toe bijgedragen. (313)

Misschien best handig als je het van tevoren hebt gelezen. Als je het achteraf leest, zoals ik, dan lees je denk je onmiddelijk aan de schrijfster in het verhaal. Hoofdpersoon Alphonse komt haar tegen in de schrijversresidentie net over de Franse grens. Hij heeft er een opdracht en moet doodstil werken.

Zwijgzaam en ondoorgrondelijk

De schrijfster is zwijgzaam en ondoorgrondelijk. Ze zegt niet hoe ze heet en schrijft een verhaal. Als ze hem de volgende dag tegenkomt vraagt ze Alphonse haar verhaal te lezen omdat er geen andere Nederlandstaligen zijn.

Hij leest het verhaal een dag later in zijn auto. Hij heeft de schrijfster eerder die dag bevrijdt uit het levensgevaarlijke spervuur aan vragen van een interviewer. Het erotische verhaal dat hij van haar leest, draagt de titel ‘De diëtiste en de stukadoor’

Opwindend verhaal

Het is een opwindend verhaal over een zwarte man die komt stukadoren bij een diëtiste. Het mondt uit in een opwindende vrijpartij in het gras. In het verhaal dat helemaal cursief wordt weergegeven in het boek, drijven de wolken weer over:

Daar kijken de diëtiste en de stukadoor nu naar, de wolken, liggend op hun rug naast elkaar, nog bloot en kloppend, maar niet langer verstrengeld. Zijn hand betast het gras tussen hen in, op zoek naar de hare. (121)

Een passage met mooie verwijzingen naar het einde van de roman Dertig dagen. Ook hier spelen de wolken het leidmotief. De scène roept het prachtige gedicht op ‘Erinnerung an die Marie A.’ van Bertold Brecht.

Wolk in hoofdrol

Ook in dit gedicht speelt de wolk de hoofdrol. Het lyrisch ik herinnert zich maar weinig van die Marie A. Hij kan bijvoorbeeld haar gezicht helemaal niet voor de geest halen. Alleen de wolk herinnert hem dat hij haar gekust heeft. De sfeer van het erotische verhaal die de verteller in Dertig dagen citeert, roept datzelfde gevoel op.

De schrijfster worstelt met een writersblock, terwijl ze daar zo mooi in dat huis zit. In alle rust zou ze goed moeten kunnen schrijven, maar het lukt haar niet. Alphonse helpt haar over de drempel en sijpelt haar verhaal binnen.

Verantwoording bevestigt gedachte

Ik vermoedde al dat de naamloze schrijfster stiekem een verwijzing was naar de schrijfster van Dertig dagen. Na het lezen van de verantwoording lijkt deze gedachte helemaal bevestigd te zijn. En eigenlijk is het dan best jammer dat het in de verantwoording staat.

Stiekem hoop je namelijk dat de gedachte die je had bij het lezen, je eigen kronkel was.

Annelies Verbeke: Dertig dagen. Roman. Breda: De Geus, 2015. ISBN: 978 90 4453354 5. 320 pagina’s. Prijs: € 19,95

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn tweede bijdrage over Dertig dagen van Annelies Verbeke. We lazen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

16 april 2015

Geen treinenfreak

image

Joris van Casteren spreekt in Het station met Liza Cohrs: ‘een meisje met rood haar’. Ze is heel duidelijk tegen hem: bij de treindienstleiders werken geen treinenfreaks. Treinenfreaks die solliciteren wijst de teamleider van treindienstleiders af. Daarvoor is het werk als treindienstleider te serieus, vindt ze.

Hij komt overal langs. Van de locatiemanager van het gebouw, de schoonmakers, de bijzondere opsporingsambtenaar (boa), conducteurs, de kaartjesverkoper (een voluptueuze blondine die nog studeert), de zwerver en alcoholist Kowalski, de toiletjuffrouw en de locatiebeheerder.

De laatste is iets heel anders dan de eerste:

Timas heeft, anders dan Wubs, dagelijks omgang met de uitoefenaars van de zware, minder goed betaaalde beroepen op het station, zoals het schoonmaakpersoneel. (92)

De verhalen die Joris van Casteren optekent zijn stuk voor stuk prachtig. Soms duikt hij wat dieper de geschiedenis in. Over de ontsporingen op het station, de koninklijke trein, bijzondere begrafenissen waarbij de lichamen van de overledenen op het station arriveerden en de Chinese Luca die door zijn moeder in de Burger King werd achtergelaten.

Ook spreekt hij oud-gedienden zoals de 87-jarige Dick Keijzer. Hij loopt al zijn hele leven op het Centraal Station in Amsterdam. In 1954 trad hij in dienst, waarna hij een halfjaar later werd opgeroepen voor militaire dienst:

Eenmaal terug op het station waren er verschillende wijzigingen doorgevoerd. Paulien, een collega-lokettist, praatte hem bij. Na afloop dronk hij koffie met haar, hier in deze zelfde eersteklasrestauratie. Inmiddels zijn ze vijfenvijftig jaar getrouwd. (106)

De verhalen geven het boek zijn kracht. Het verleden en het heden maken Amsterdam Centraal tot een station dat meer is dan een punt waar treinen aankomen en vertrekken. Het is een gebouw van 125 jaar oud boordevol met geschiedenis, verhalen, geheimen en andere dingen die Joris van Casteren allemaal aan de lezer toevertrouwd.

Je hoeft er zeker geen treinenfreak voor te zijn om daarvan te kunnen genieten.

Joris van Casteren: Het station. Amsterdam: Uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2015. ISBN: 978 90 5937 3969. 160 pagina’s. Prijs: € 17,95.

15 april 2015

Dertig dagen in de wolken

image

De roman Dertig dagen van de Vlaamse schrijfster Annelies Verbeke heeft een prachtige omslag. Een wolkje drijft er in een verder helderblauwe hemel. De zon schijnt mooi op het wolkje en daarmee is het bovenste gedeelte van de omslagfoto ook wat lichter.

Voor mij als wolkenliefhebber een prachtige omslag. Nog meer omdat ik als titel niet voor Dertig dagen gekozen zou hebben. Ik was bij het lezen van het boek namelijk getroffen door het woord wolkenboot. Het is een prachtige benaming in een titel: De wolkenboot.

Boektitels met een wolk erin

Er zijn natuurlijk al best wat boektitels met een wolk erin. Denk aan De wolkenberg van Aimee E. Liu, Wolkenatlas van David Mitchell en De wolkendrinker van Fritz J. Raddatz. En ik zie regelmatig andere titels met wolken erin voorbijkomen. Ik kreeg zelfs een keer een roman over wolken aangeboden ter recensie.

De bootvormige wolk die voorbij drijft, is een erg mooie passage in Dertig dagen. De hoofdpersoon Alphonse wordt wakker in het licht en ziet de wolk langskomen. Het geeft hem een gelukzalig gevoel. De zomer lijkt dit jaar niet te wijken voor hem. Zo voelt het.

En dan was er de zon en die wolkenboot, warm licht, als een bevestiging van de opperste gelukzaligheid waarmee hij was ontwaakt. Hoe kan dat, vraagt hij zich af, hoe kan ik zo blij ontwaken na zo’n droom? (58)

Het wakker worden uit een nare droom in het zomerse licht is een sleutelpassage in de roman van Annelies Verbeke. Het verhaal is ook zo mooi en volledig gecomponeerd dat deze ogenschijnlijke toevalligheid niet toevallig is. Maar het komt niet hinderlijk of opdringerig over. Alleen heel mooi.

De wolken komen regelmatig terug in de roman. Ze drijven over als voorspellers. Een klassiek motief maar bij Annelies Verbeke past het helemaal in haar verhaal. Zo goed dat ik het gemiste kans vind dat de roman niet die prachtige naam gekregen heeft: De wolkenboot.

Annelies Verbeke: Dertig dagen. Roman. Breda: De Geus, 2015. ISBN: 978 90 4453354 5. 320 paginaś. Prijs: € 19,95

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Dertig dagen van Annelies Verbeke. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

14 april 2015

Lelystad

image

Natuurlijk moet Joris van Casteren even refereren naar zijn afkomst in zijn nieuwste boek Het station. Hij is opgegroeid in Lelystad, zoals hij eerder in het gelijknamige boek schreef. Dat mag de lezer weten als hij een boek over de hoofdstad schrijft. Volgens hem neemt de chaos toe naarmate hij vanuit de polder in Amsterdam komt.

Beschilderde muren, een badkamer met daarin een blote vrouw schoot voorbij. In achtertuinen zag ik vuilniszakken, autobanden en winkelwagentjes. In het water lagen halfgezonken boten. (9)

Later diept hij zijn kennis van het station uit als hij een artikel schrijft voor de Amsterdamse daklozenkrant Z. over de mensen op Amsterdam Centraal. Hij opent er zijn nieuwe boek over het meest imposante station van Nederland mee.

In 2014 gaat hij op uitnodiging van uitgeverij Bas Lubberhuizen wat dieper in op het leven op het station in de hoofdstad. Het is eigenlijk een stad in een stad. Daarom bivakkeert hij een paar maanden op het station dat altijd wordt verbouwd.

Verder is er veel veranderd in de periode tussen 1998 en 2014:

Het grote blauwe bord is weg, ook het meetingpoint ontbreekt. Geen spoor van junks, schandknapen of heroïnehoertjes. (16)

Gelukkig mag hij na wat onderhandelen met de NS met iedereen praten. Zo komt Joris van Casteren bij al het personeel van NS, Prorail en andere bedrijven op het Centraal langs. Zoals de treindienstleiders.

Joris van Casteren: Het station. Amsterdam: Uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2015. ISBN: 978 90 5937 3969. 160 pagina’s. Prijs: € 17,95.

13 april 2015

Het station

image

Het Centraal Station van Amsterdam is onbetwist het indrukwekkendste station van Nederland. Daar kunnen imposante stations als het nieuwe Rotterdam Centraal of toekomstige Utrecht Centraal niet tegenop.

Historische stations als Den Haag Hollands Spoor of Haarlem vallen in het niet bij de gigantische fascade van Amsterdam Centraal. De ronde overkapping is de grootste van Nederland in zijn soort. En dan staan er ook nog eens twee.

Het klinkt heel indrukwekkend als de omroeper een bericht omroept. Het lijkt of je in een immense kathedraal staat waarbij de stem heen en weer schiet tussen de gewelven. Het is dan ook erg leuk om het al lopend te horen. De stem vervliegt en is nauwelijks te verstaan. Natuurlijk wel wat minder als er een belangrijk bericht wordt omgeroepen.

Over dit station heeft Joris van Casteren een boek geschreven met de veelzeggende naam Het station. Voor dit boek verbleef de journalist en schrijver voor langere tijd op het grote station. Met een bijdrage van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten is het boek tot stand gekomen.

Joris van Casteren vertelt in zijn boek over het station in al zijn fascetten. In het grote gebouw van Cuypers schuilt veel meer dan een stel sporen, binnenkomende treinen en gehaaste reizigers. Het is een klein dorp op zich met een eigen politie en winkels.

Voor het boek heeft Joris van Casteren heel veel mensen gesproken. Hij loopt mee met de beheerder van het gebouw, schuift aan bij de toiletjuffrouw, zit in de stationsrestauratie en kijkt in de ondergrondse ruimtes van het station. Hij komt op plekken waar de gewone reiziger niet komt. Hij spreekt mensen die op het station wonen, werken of slechts passeren.

Dat maakt Het station tot een heel mooi boekje om te lezen. Het boek opent bij Joris van Casterens eigen herinnering aan dit hoofdstation van de hoofdstad. Hij geeft daarmee een inkijkje in de eerste indruk die dit enorme station bij een reiziger oproept. Het is overweldigend. Altijd als je er weer komt, treft dit je.

Joris van Casteren: Het station. Amsterdam: Uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2015. ISBN: 978 90 5937 3969. 160 pagina’s. Prijs: € 17,95.

12 april 2015

Professor Smalhout

20141205_113739
Gisteren blogde ik dat ik me graag laat verrassen door een boek waar ik niet zo snel aan gedacht zou hebben. Maar op ongevraagd advies zit ik niet altijd te wachten. Zo stond ik gisteren in de bibliotheek te kijken bij de nieuwste aanwinsten. Een vrouw kwam naast mij staan. Ze trok een boek uit de stapel.

Het was de nieuwste bundel columns van professor Bob Smalhout. ‘Hij zegt tenminste waar het op staat’, zei ze terwijl ze het voor mijn neus schoof. Ik keek haar terughoudend aan. ‘Geloof me, dit boek is echt de moeite waard.’

Ik geloofde er niet zoveel van. Professor Smalhout kwam een keertje bij ons langs in Amersfoort. Ik deed de opleiding tot regionaal journalist bij Wegener. Mijn constatering was snel gemaakt: Smalhout is een rechtse bal die wel heel erg vervuld is van zichzelf.

Soms maakte hij een rake opmerking, maar die verdween meteen door de arrogante houding waarmee hij die rake opmerking deed. Na de aanvullende verhalen die ik later hoorde over deze man, hoef ik even helemaal niets meer van hem te lezen.

Ik had geen zin om de vrouw die dit advies gaf, dit allemaal te vertellen. Nodeloze ballast, maar ze bleef om mij heen drentelen. Ik probeerde een ander boek erop te leggen, bekeek zeer aandachtig dat cover en legde het boek daarna snel weg.

Misschien had ik dezelfde arrogante houding als de schrijver van het weggelegde boek. Ik keek niet meer om en stiefelde snel naar de stapel boeken in de verkoop.

11 april 2015

De kip die dacht dat ze kon vliegen

image

Er zijn van die boekjes die je zo ineens tegenkomt. Het is voor mij de reden om bijvoorbeeld mee te doen met #eenperfectedagvoorliteratuur van Notjustanybook.nl. Juist dat onverwachte boek waar je zelf niet aan dacht, treft je.

Daarom loop ik elke week als ik op de markt ben, even de Nieuwe bibliotheek binnen. Dan kijk ik snel even bij de nieuwste aanwinsten. Zo zag ik vorige week liggen het boekje De kip die dacht dat ze kon vliegen van Sun-Mi Hwang. Misschien omdat ik nog niet zo’n zin heb in de dikke pil van Alex Boogers of om een andere reden, maar ik las het boekje deze week.

Modern Koreaans sprookje

Het is een modern Koreaans sprookje en gaat over een kip. Ze noemt zichzelf Spruitje. Het refereert naar de beginnende blaadjes aan de acaciaboom die voor haar kippenhok staat. Spruitje is de beste naam die ze aan zichzelf kon geven.

Een spruit groeide uit tot een blad en omhelsde de wind en de zon voordat hij neerviel, verging en veranderde in een mulch, waardoor er opnieuw kleurige bloemen konden groeien. Spruitje wilde iets doen met haar leven, net als de spruiten op de acacia. Daarom had ze zichzelf naar hen vernoemd. (14)

Het is haar geheim. Niemand noemt haar Spruitje. Ze noemt zichzelf zo. Spruitje is een legkip. Ze droomt ervan een ei te leggen en het uit te broeden. Het eieren leggen lukt wel, maar de boerin haalt steeds het ei weg.

image

Geen eieren meer

Als ze een ei zonder schil legt, neemt ze een radicaal besluit: ze legt geen eieren meer. Als de boer het ontdekt, haalt hij haar weg. Ze belandt in een open kuil met allemaal halfdode kippen op haar. Als ze wakker wordt, moedigt de wilde eend haar aan om te ontsnappen.

De mannetjeseend redt haar uit de klauwen van de hongerige wezel en regelt een plekje voor haar in de schuur. Daar mag ze niet blijven en ze leidt een zwervend bestaan in de omgeving van de boerderij. Continu bedreigt door het gevaar van de wezel, de boer en de wereld eromheen.

Alleen en verlaten

Als wilde eend haar verlaat en vriendschap sluit met een tamme eend van de boer, voelt Spruitje zich helemaal alleen. Tot ze op een avond veel lawaai hoort en wilde eend ziet bij een nest aan de waterkant. Er ligt één ei in het nest. Ze gaat erop zitten en broeden.

Onderwijl beschermt wilde eend haar voor de hongerige wezel. Als hij zijn leven opoffert voor zijn zoon, dan vertelt het verhaal over de bijzondere zoon die ze krijgt. Het is een eend, maar ze voedt hem op alsof het haar eigen kind is.

Sprookje over vrijheid

Daarmee is de novelle een prachtig sprookje over vrijheid, moederschap en eenzaamheid. Ze weet zich te handhaven in een woest wereld vol gevaar. Ze maakt hierbij duidelijk haar eigen keuze. De vrijheid vraagt ook heel veel van haar en wordt continu bedreigd.

Het sprookje van de Koreaanse SUn-Mi Hwang vertelt wat een sprookje hoort te vertellen. Het slaat een brug naar de wereld om je heen. Het kiezen voor vrijheid eist zijn tol, maar levert prachtige dingen op. Dat bewijst de kip Spruitje in De kip die dacht dat ze kon vliegen.

Sun-Mi Hwang: De kip die dacht dat ze kon vliegen. Met illustraties van Nomoco. Oorspronkelijke titel: Mandangeul naon amtakVertaling: TOTA/Erica van Rijsewijk. Haarlem: Uitgeverij Altamira, 2014. ISBN: 978 94 013 0155 8. 133 pagina’s.

10 april 2015

Boekenstalletje

image

Nog niet eerder ben ik ertegen aangelopen: een boekenstalletje langs de weg waar je gratis boeken kunt pakken en mag meenemen. Ik tref het als ik samen met Doris een rondje fiets.

We zijn op zoek naar het IJsvogeltje dat ik een paar dagen eerder bij de Ankeveense plassen had gezien. Nu laat het vogeltje natuurlijk niet zien. Als we in Ankeveen aankomen, zie ik langs de weg ineens het boekenstalletje staan.

image

Er staan drie rijen boeken in die de belangstellende gratis mag meenemen. Ik zie er tot mijn verbazing best een paar interessante boeken. Een boek over verzamelen met de veelbelovende titel: Een collectie is ook maar een mens waarin Eddy de Wilde, Jean Leering, Rudi Fuchs en Jan Debbaut iets loslaten over verzamelen.

Daarnaast vind ik een klein literair juweeltje van Geert Mak Het eiland en een verzamelbundel met essay’s van Gerrit Komrij Drift, Het Komrijk van Bas Heijne. Dit laatste boekje is vorig jaar uitgegeven in een reeks met verzamelbundels, samengebracht door ondermeer Kees van Kooten, Tom Lanoye en Hanna Bervoets.

image

In het deeltje van Bas Heijne is naast bekend werk ook niet eerder gepubliceerd werk opgenomen, zoals – hoe kan het ook anders bij Bas Heije – de Frans Kellendonk-lezing uit 2011.

Gelukkig als een kind neem ik de boeken mee uit het boekenstalletje. Blij vooral voor het deeltje van Komrij’s werk. Ik stond er laatst nog weifelend voor in de boekwinkel.

image

Nu vind ik het op zoek naar het IJsvogeltje. Zo lijk je altijd iets te vinden wat je niet zoekt, terwijl wat je zoekt met de noorderzon vertrokken lijkt te zijn.

image