Altijd weer een mooi moment. Sinds ik zelf een Ginkgo heb, geniet ik elk jaar van de knoppen aan dit boompje. De kleine groene puntjes op de takken lieten zich al een tijdje zien. De koolmeesjes snoepten er al stiekem uit. Maar nu is het eindelijk zover dat de blaadjes zich laten zien.
Het DNA is al helemaal bepaald. Zelfs de kleinste blaadjes laten die vertrouwde vorm van de Ginkgo zien. Het blad dat in tweeën splijt en toch één is, zoals Goethe in zijn gedicht over de boom schrijft. De groene kleur is nog niet zo diepgroen als het blad straks is. Nu geniet ik vooral van de zachte, bijna mollige vormen van dit prachtige blad.
Dan denk ik terug aan de Hortus bij de VU waar ik altijd zo genoot van de grote Ginkgo die daar groeit. Met iets verderop die bladeren van die andere held: de Tulpenboom. Ik mis het om daar even rond te scharrelen in de pauze. Het groen van het voorjaar opsnuivend. Of de kleurenpracht van de herfst inademend.
Nu biedt mijn tuin het zicht op de Ginkgo. Het boompje waarvan ik de hoop koesterde dat hij het zou redden, begint zich meer en meer als een heuse boom te gedragen. De vorm van de stam maakt een olijke buiging en schiet dan kaarsrecht omhoog.
Waar die vreemde kronkel vandaan komt, weet ik niet. Waarschijnlijk heeft hij bij het tuincentrum waar we hem gekocht hebben teveel in de verdrukking gestaan. Het is niet meer aan hem af te zien. Elk jaar schieten er weer een paar nieuwe centimeters de hemel in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten