31 juli 2015

Wildkamperen (dag 1)

image

Dat je midden in het bos mag kamperen, was een leuke gedachte voor ons allebei. Daarom wilden we bij de paalcamping midden in het bos onze fietsvakantie beginnen. Die paal staat in het bos tussen Hilversum en Baarn. Niet zo heel ver van huis.

image

We vertrokken wat later gistermiddag en reden best snel. Ik had de route vooraf uitgestippeld van knooppunt naar knooppunt in het kaartenboekje van de Lidl. Op een paar plekken raakten we de weg kwijt. Het is lastig speuren in delen van Naarden en Bussum. Daarna arriveerden we bij de wildoversteek bij de Bussummerheide. Een hele bevenis om op een brug te rijden terwijl je het nauwelijks in de gaten hebt.

image

We fietsen verder, waren al een flink eind over de helft. Het was niet ver meer. Zouden er 2 of minder tenten staan? En kondrn we de paal überhaupt wel vinden. De spanning steeg. We lagen op route, reden over de spoorwegovergang. De bomen gaven weinig doorkijkjes. De kaart haalde ik erbij. Zou het lukken?

image

Daar was het pad links. En daar zag ik een tent staan. Het moest hier zijn. Er stonden 2 tenten zagen we na grondige inspectie. Het was gelukt. Nu een spannende nacht in. Alleen in het bos met 2 andere kampeers om ons heen…

image

30 juli 2015

Reet

image

Het verhaal dat August Willemsen schrijft voor Maatstaf levert een prachtig beeld op van 2 jongeren die een reis naar Spanje maken. Het verhaal is ook gepubliceerd in de brievenbundel Bewaar deze brieven als je eigen tekeningen. De verteller is helemaal in de wolken. Hij is smoorverliefd op Marian. De opening van het verhaal is brilliant:

Marian was in Blaye. Pikzwart. Zó mooi dat ik stond te trillen op mijn benen. Maar ze moest nog blijven tot de 10de. (211)

Wie de brieven uit deze periode opslaat en die mogelijkheid krijg je nu bij deze brievenbundel, ontdekt dat de werkelijkheid in de brieven weer een beetje verschilt van de werkelijkheid in dit verhaal. Daarvoor is het natuurlijk ook literatuur.

Verderop maken Marian Plug en August Willemsen zich vooral druk over het gebruik van het woord ‘reet’. Ik vind het woord niet terug in het verhaal van Willemsen. Het verwijst naar het verhaal dat Willemsen voor het tijdschrift Raster schreef en dat bij deze briefwisseling juist niet is opgenomen.

Dat verhaal is ook gebruikt bij de bundel Vrouwen, vreemden, vrienden in 1998. Hierin schrijft August Willemsen het volgende:

Dat bijvoorbeeld Marian, behalve een gezicht welks schoonheid alom werd geprezen, eigenlijk best een ‘lekkere reet’ had, werd niet alleen nooit uitgesproken maar probeerden we ook op alle mogelijke manieren niet te zien. (12)

Mogelijk dat vanwege de overeenkomst, daarom het betreffende artikel niet is opgenomen in de briefwisseling tussen August Willemsen en Marian Plug.

Ze winden zich flink op over het gebruik van dit ordinaire woord. Hun vriend Jaap zou het woord gebezigd hebben, stelt August Willemsen in zijn brief:

Wat hij helemaal vergeten was, maar ik niet, en wat ook niet in mijn stuk staat, is dat hij degeen was die me, op een feest bij Dick, erop wees dat jij zo’n mooie reet had. Vergeef me de uitdrukking, het waren zíjn woorden. Nu, om zulk soort dingen hebben we even gelachen. (244)

Marian kan er niet om lachen. Ze vindt het een ‘ellendig’ woord dat ze zelf nooit (heeft) gebruikt en dat volgens haar op ‘puur seks’ duidt. Ze vraagt zich af niet Jaap Kruyff dit woord gebruikt heeft. August Willemsen belt de betrokkene op, maar ook hij ontkent. Hij is geen man van grove taal.

Zo meent iedereen het woord nooit te hebben gebruikt. Is het geheugenverlies, schaamte of bewuste ontkenning? Als ik het zo lees, is het van alles een beetje. Natuurlijk kan August Willemsen zelf ook last van geheugenverlies hebben. Het woord komt immers uit zijn brein en herinnering in het verhaal terecht.

Dan is de wens dat iemand iets gezegd zou hebben, groter dan dat iemand het echt gezegd heeft.

August Willemsen: Bewaar deze brieven als je eigen tekeningen. Briefwisseling met Marian Plug. Met een voorwoord van Maarten Asscher. Bezorgd door Joost Meuwissen. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014. Privé-domein, nr. 280. ISBN: 978 90 295 8979 6. 301 pagina’s. Prijs: € 24,95.

Lees ook mijn bespreking op Litnet

29 juli 2015

João Cabral

image

In zijn lezing over vertalen heeft August Willemsen een gedicht gekozen van de derde grote dichter van Brazilië: João Cabral de Melo Neto, kortweg João Cabral. De lezing is opgenomen in de nieuwe brievenbundel van August Willemsen: Bewaar deze brieven als je eigen tekeningen.

In lyrische bewoordingen vertelt Willemsen wat deze dichter zo bijzonder maakt:

Drie dingen vallen op, die in zijn werk constanten blijven. Het visuele, concrete, vastomlijnde overheerst het muzikale, abstracte, vage. De gedichten zijn als foto’s, zwart-wit. Kleur komt niet bij name voor. Ten tweede zijn gewoonte van het noemen van namen van schilders en schrijvers, als een manier van zelfdefinitie door verwijzing bijvoorbeeld Drummond de Andrade, Paul Valéry, cerebrale, antilyrische, min of meer droge kunstenaars. En dan is de titel van zijn bundels, O engenheiro (De ingenieur), kenmerkend voor hoe hij poëzie ziet: als maakwerk. In zijn eigen woorden: ‘Vanaf het eerste begin heb ik mijn poëzie geconstrueerd.’ Veel van dit werk is poëzie over poëzie, ‘metaliteratuur’, vaak tamelijk moeilijk, hermetisch. (194-195)

Na het voordragen van een paar gedichten van deze grote Braziliaanse dichter, komt August Willemsen bij een gedicht uit dat hij gedurende de lezing vertaalt tot het gedicht ‘Het weven van de ochtend’.

Voordat hij zover is, voert hij eerst de lezer helemaal mee in de poëtische wereld van deze bijzondere dichter. Hij draagt enkele gedichten voor, maar vooral wijst hij op de rijke taal van deze dichter. Het maakt alles nog beter toegankelijk voor de liefhebber.

August Willemsen geeft de informatie die meehelpt het gedicht en vooral de overwegingen van de vertaler te snappen. Daarom is vertalen veel meer dan zomaar een gedichtje van de ene taal in de andere te transformeren.

image

Willemsen laat zien dat je als vertaler ook een deel van de belevingswereld en de poëtica van deze dichter moet zien over te brengen. Daarmee is deze lezing een prachtige illustratie voor het werk van veel vertalers.

Lees ook mijn bespreking op Litnet over deze brievenbundel

August Willemsen: Bewaar deze brieven als je eigen tekeningen. Briefwisseling met Marian Plug. Met een voorwoord van Maarten Asscher. Bezorgd door Joost Meuwissen. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014. Privé-domein, nr. 280. ISBN: 978 90 295 8979 6. 301 pagina’s. Prijs: € 24,95.

28 juli 2015

Vertalen

image

Misschien was August Willemsen wel de beste vertaler van Nederland. Hij heeft de Braziliaanse en Portugese literatuur naar Nederland gebracht. Zonder hem zouden de prachtige gedichten van Fernando Pessoa en Carlos Drummond de Andrade niet bereikt hebben.

Dat is niet alleen te danken aan zijn noeste arbeid. Hij heeft het oeuvre van Pessoa voor een groot deel vertaald. Vrijwel de hele poëzie van de Portugese dichter heeft Willemsen naar het Nederlands vertaald. De schoonheid van dit noeste vertaalwerk is vooral te danken aan de enorme kracht die uit zijn vertalingen spreekt. Zijn vertalingen slaan een brug tussen het Portugees en het Nederlands.

Dat geldt zeker ook voor de Braziliaanse dichter Carlos Drummond de Andrade. Hij heeft de liefdespoëzie samen met de erotische poëzie van deze bijzondere dichter heel mooi op de kaart gezet. De documentaire “O Amor Natural” van Heddy Honigmann laat prachtig zien wat de erotische gedichten met de Brazilianen doen.

Bij deze documentaire uit 1993 is August Willemsen eveneens betrokken geweest. Hij vertaalde de gedichten uit de bijzondere bundel O Amor Natural op onnavolgbare wijze naar het Nederlands in De liefde, natuurlijk. Hij deed al vrij snel nadat de bundel waar al lang over gespeculeerd werd, in Portugal uitkwam.

In de briefwisseling tussen August Willemsen en Marian Plug, Bewaar deze brieven als je eigen tekeningen is ook een heel mooi college over vertalen opgenomen. August Willemsen heeft dit voorgedragen bij de presentatie van een nieuwe tentoonstelling van de schilderes Marian Plug.

Hij neemt hierin zijn toehoorders mee bij het vertalen van een gedicht. Zoals Gerrit Komrij in zijn tweede Albert Verwey-lezing deed bij het schrijven van een gedicht, zo voert August Willemsen zijn luisteraars mee in het vertaalproces.

Hij neemt je helemaal mee bij de overwegingen en afwegingen van de vertaler. Moet je letterlijk vertalen of probeer je juist hetzelfde gevoel op te roepen. Voor August Willemsen is het geen zaak van letterlijk of vrij. De uitdrukking en strekking van een gedicht vertalen zijn soms belangrijker dan een gedicht letterlijk woord voor woord overzetten.

Deze lezing over vertalen is voor mij het mooiste deel uit de bundel brieven die uitgeverij De Arbeiderspers onlangs uitbracht. Het vormt een prachtige aanvulling op het oeuvre van vertalingen, brieven en verhalen van deze bijzondere ambassadeur van de Portugese en Braziliaanse letteren.

Lees mijn bespreking van August Willemsens brievenbundel bij Litnet

August Willemsen: Bewaar deze brieven als je eigen tekeningen. Briefwisseling met Marian Plug. Met een voorwoord van Maarten Asscher. Bezorgd door Joost Meuwissen. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014. Privé-domein, nr. 280. ISBN: 978 90 295 8979 6. 301 pagina’s. Prijs: € 24,95.

27 juli 2015

Letterlijk of vrij vertalen

image

Ik kom het vaak bij lezers tegen: ze mopperen over de ‘slechte’ vertaling van een boek. Wat er dan zo slecht is, weten ze vaak niet te benoemen. Of ze bedienen zich van goedkope voorbeelden waaruit ik niet altijd kan halen of het een toevallige fout is of dat dit iets structureels is in deze vertaling.

Ik maak dit voornamelijk op bij vertalingen van Engelse boeken. Hoogst zelden hoor ik dit soort opmerkingen bij Franse of Duitse boeken. Ook Russische vertalingen krijgen er niet altijd van langs, terwijl ik soms echt het idee heb dat grote werken minder toegankelijk zijn door de vertaling.

Vaak mis ik genoeg band met het origineel. Ik vertrouw de vertaler en beschouw hem als mijn vriend. Hij die zo aardig is om mij mee te nemen in een verhaal in een vreemde taal en vertelt het in mijn taal. De enorme hoeveelheid vertalingen van bijvoorbeeld Dantes Goddelijke Komedie. Ze helpen mij om dit ontoegankelijke werk een klein stukje binnen te dringen.

In de briefwisseling van August Willemsen en Marian Plug Bewaar deze brieven als je eigen tekeningen zit een prachtige lezing. August Willemsen vertelt over het vertalen, in het bijzonder het vertalen van poëzie. Hij gaat hier in op het verschil tussen de vrije en de letterlijke vertaling.

Bij het vertalen van het gedicht ‘Over het zitten-/zijn-in-de-wereld’ van João Cabral kiest hij ervoor om het idee over te brengen in plaats van letterlijk de tekst te vertalen.

Hij neemt hiervoor andere letters in de laatste regel: ‘v’s, oe’s en ellen’. Letterlijk staat er ‘met alle effen en erren’, maar August Willemsen spelt naar het Nederlandse woord ‘voelen’ dat het ‘lyrisch ik’ in het Portugees hier opvoert.

Ik heb mij dan ten opzichte van die uitdrukking een grote vrijheid veroorloofd, maar ten opzichte van de letters van die uitdrukking en de strekking van het gedicht heel letterlijk vertaald. (201)

Hetzelfde gebeurt in het voorbeeld van het gedicht ‘Het weven van de ochtend’ waarin August Willemsen vaak ervoor kiest het gedicht over te brengen en niet de woorden. Of veel mensen die een vertaling lezen moeite hebben met de letterlijke vertaling of juist de vrije vertaling, kan ik niet altijd achterhalen.

Vaak heb ik de indruk dat het een soort potsierlijkheid is door te suggereren dat je de taal waarin het boek geschreven is te goed beheerst om het in vertaling te lezen. Of dat jij het verhaal beter begrijpt dan de vertaler.

Maar in plaats daarvan geven mensen af op de vertaling. Terwijl vertalen echt heel lastig is. Ik zou al die mensen die commentaar hebben op vertalingen willen oproepen zelf een verhaal te vertalen. Dan merken ze hoe moeilijk het is. En wegkomen met de opmerking dat het niet te vertalen is, mag niet. Elk verhaal of gedicht moet te vertalen zijn.

Lees ook mijn bespreking van de bundel op Litnet

August Willemsen: Bewaar deze brieven als je eigen tekeningen. Briefwisseling met Marian Plug. Met een voorwoord van Maarten Asscher. Bezorgd door Joost Meuwissen. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014. Privé-domein, nr. 280. ISBN: 978 90 295 8979 6. 301 pagina’s. Prijs: € 24,95.

26 juli 2015

Schade zomerstorm

image

De dag na de storm likt de stad zijn wonden. Gisteravond zag ik dat de wilgenboom op de hoek van de gracht is geveld door de storm. Als ik vanmorgen ga kijken, zie ik dat de koolmeesjes nog enthousiast fladderen tussen de takken door. Midden in de stam is het gevaarte geknakt.

image

Het is de boom waarin Doris altijd hing en soms ook een eindje over het water zweefde. De kinderen uit de buurt waren gek op de grote boom, waarvan de takken als heuse lianen over de gracht hingen. Vandaar dat de buurtkinderen in de lange uiteinden klommen en als Tarzan zweefden.

image

Ik loop wat verder met de honden het park in. Daar is al snel het volgende slachtoffer van de zomerstorm in zicht. Het is een in bloei staande linde. De boom is aan het begin van de stam afgebroken en ligt voor het grootste gedeelte in het weiland naast de kinderboerderij.

image

De stam is afgezaagd in tilbare brokken en de grote kruin ligt nu in het weiland. Het hek is alweer gemaakt door de brandweer en de rest van het hout wacht nu op een nieuwe bestemming.

image

Aan de andere kant van het Den Uylpark zijn enkele andere bomen zwaarbeschadigd. Het zijn de moerascipressen die een stukje van de weg af staan. Bij één boom is de tak afgebroken en ligt op de grond. Het ziet er best ernstig uit en ik vraag me af of deze moerascipres het gaat redden met zo’n grote wond in zijn zij.

image

Het is soms verrassend hoeveel leven er in een boom kan zitten. Het bewijs staat iets verderop in het Beatrixpark waar de gelijknamige Beatrixboom op een wonderlijke manier is uitgegroeid tot de boom die ze nu is. Al ben ik vanmorgen niet wezen kijken of zij ongeschonden door de storm is gekomen.

image

De kinderen treuren niet om de treurwilg die is omgewaaid. Zij vinden de horizontale stam een uitdaging om op te klimmen en over de reusachtige evenwichtsbalk te lopen. Zo verandert een ongeluk in een geluk. Net als de koolmeesjes die hun weg weten te vinden in de kruin van deze boom, gaan de buurtkinderen weer helemaal op in hun nieuwe speeltoestel.

image

25 juli 2015

KPN Klantenservice (2)

image

vervolg van KPN Klantenservice (1)

We worden doorverbonden met de derde medewerker van de klantenservice van KPN. Weer het hele verhaal over de pakketjes, de wijziging in abonnement op Mijn KPN en de brief waarin ons abonnement wordt geannuleerd. Misschien moeten we zelf provider worden, grapt ze bij het horen van al die installatiepakketten. De vrouw aan de andere kant van de lijn vraagt weer postcode en huisnummer. Ook zij moet ons even met een collega doorverbinden. ‘Nou, dat is dan nummer 4’, zegt Inge.

Een muziekje, de stem van Rail Away en geduldig wachten. Voor je het weet zit je 34 minuten aan de lijn met de klantenservice van KPN. Nu een aardige meneer. Ik neig ernaar om hem jongen te noemen. Hij is wat kordater. Misschien scheelt het omdat hij er een collega bij haalt. Hij mompelt steeds wat en dan denken wij dat hij het tegen ons heeft, maar hij overlegt dan met zijn collega.

Hij is flink aan het stoeien met het systeem om de vreemde activiteiten die het systeem waarschijnlijk uit zichzelf verricht heeft, op te lossen. Het resultaat weet hij na lang wachten op te lossen. De pakketten mogen we inleveren bij de KPN-winkel. Heel wat aardiger dan de mevrouw die ons eerder de opdracht gaf de pakketten terug te sturen als pakket.

Omdat hij ons toch aan de lijn heeft en omdat we aangaven te overwegen weg te gaan, gaat de jongen aan de andere kant van de lijn snel het 1 en ander voor ons uitzoeken. Misschien kan hij dingen wel iets goedkoper aanbieden. Ook omdat we zomaar deze dingen kregen toegestuurd.

Hij is druk aan het zoeken en komt met een aanbieding. Voor een tientje minder per maand hetzelfde. Alleen wat langzamer internet. Dat wil ik niet. We zitten de hele dag op internet met heel veel apparaten. Voor 45 euro kunnen we zo naar een ander overstappen voor een beter pakket.

Het triggert hem om nog voor ons verder te zoeken. Ineens tovert hij een abonnement dat ruim 25 euro per maand goedkoper is, maar wel een stuk sneller. ‘Maar dan moet je me beloven een jaar niet meer te bellen’, zegt hij. ‘Dan moeten jullie niet meer elke week van die pakketten sturen’, grappen we terug. Hij lacht.

Inderdaad een mooie deal. Of krijgen we binnenkort toch nog een pakket gestuurd?

24 juli 2015

KPN klantenservice (1)

image

Zaterdagmiddag. De postbode staat aan de deur met een pakketje. Zal wel voor de buren zijn, denk ik. Als ik de deur open, geeft de postbode mij een enorm pakket van de KPN. ‘Doe-Het-Zelf-Installatiepakket’ staat erop. Ik open de doos in de hoop om een brief te vinden waarom ik het pakket krijg.

‘Weet jij iets van een installatiepakket?’ vraag ik aan Inge. Nee, die weet er ook niks van. We moeten het maar gaan uitzoeken. Inge probeert in te loggen op Mijn KPN. Zonder resultaat. De KPN is bezig met het onderhoud op het onderdeel waar wij moesten kijken.

Natuurlijk vergeten we de doos. Hij staat wel midden in de kamer, maar je kunt gewoon om de doos heen lopen. Een weekend later verdwijnt hij naar boven om de visite niet dwars te zitten.

Tot ineens een brief in de bus ligt voor mij. Er staat in dat ik mijn abonnementswijziging geannuleerd heb en dat ik nu het pakket moet terugsturen. Ernaast ligt op de deurmat een briefje van de bezorger dat er een pakketje bij de buren ligt. Het zal toch niet een pakketje van de KPN zijn, grap ik als ik wegloop om bij de buren op de hoek het pakketje op te halen.

Als ik het pakketje in ontvangst neem bij het huis op de hoek, waar de pakketbezorger volgens mij altijd heengaat om de pakketjes af te geven, dan deins ik terug voor de doos. ‘KPN Doe-Het-Zelf-Installatiepakket’. ‘O’, zeg ik tegen de buurvrouw. Ze kijkt mij verbaasd aan. ‘Dat was niet helemaal de bedoeling denk ik.’

Toch maar eens de klantenservice bellen. Eerst eten, maar volgens de website is de klantenservice 24/7 bereikbaar via een gratis nummer. Ik kom in een keuzemenu, moet meerdere keren hem afluisteren om een keuze te maken en krijg verbazend snel een medewerker aan de lijn. Hij luistert aandachtig naar mijn verhaal, onderbreekt me ergens voor ik over het tweede pakketje begin. Hij gaat het even uitzoeken en zet me in de wacht.

Het blijft heel lang stil en ineens begint een stem te spreken dat alle medewerkers in gesprek zijn. Het is de man die ook de teksten bij het televisieprogramma Rail Away inspreekt, hoor ik. Weer wachten, een andere medewerker. Ik vertel mijn verhaal, geef postcode en huisnummer en hoor: ‘O, maar dan moet u bij glasvezel zijn. Wacht even ik verbind u door.’

Weer de stem van Rail Away en een zenuwachtig postmodern pianomuziekje waar ik normaal misschien best met plezier naar zou luisteren, maar zo in de wacht bij de klantenservice niet. We zijn ondertussen al ruim een kwartier aan de lijn en daar komt de volgende klant. Inge neemt het even over.

Lees het vervolg

23 juli 2015

Stadsstrandje

image

De warme middagzon braadt worstjes aan de waterkant. Het is een drukte van belang aan die kant van het strandje. Het gedeelte waar de barbecue niet is, is veel rustiger. Er staat een zacht windje. De lange zomerjurken houden zo genoeg warmte vast om de huid niet in kippenvel te veranderen.

Op het strandhuisje ‘floot’ een paar jaar terug nog een gitarist met tekst de voorbijgangers na. Er stond bij dat hij zeker een liedje zou zingen als hij niet een muurschildering was. Nu is het hokje witgekalkt en al het leven eruit gehaald.

Een meisje loopt met een badhanddoek rond haar middel het hokje binnen. De deur laat ze openstaan op een kier. ‘Marc Rutte is een homo’ staat op de deur geschreven met dikke zwarte viltstiftletters. Als dat is wat overblijft na een schoonmaakbeurt, dan zou ik toch liever de oude kunst kiezen.

Op het bruggetje stop ik en kijk ik het water in. Soms staan er jongeren op het bruggetje en springen van daaraf het water in. Een mooie duikplank en het water lijkt er diep genoeg voor. Levensgevaarlijk, vindt rijkswaterstaat. Een paar weken geleden spraken ze er avontuurlijke kinderen op aan op het jeugdjournaal.

Drie meisjes in bikini lopen naar het bruggetje toe. Ze zijn druk in gesprek. Hun lichamen sidderen zachtjes mee bij elke stap die ze zetten. Ze lijken zich er niet van bewust te zijn. Als ze midden op het bruggetje staan, kijken ze naar beneden. ‘Hier durf ik echt niet af’, zegt er eentje. Ze staat met een roodverbrande rug naar mij toe. De andere gebaart naar de andere kant. ‘Nee, daar ook niet.’

Ze lopen het bruggetje over en gaan het talud af in de richting van het water. Voorzichtig gaat een meisje op het waterkant staan. Ze houdt zich vast aan een vriendin en laat haar voet langzaam zakken. ‘Iiiee, het is echt koud.’

Haar vriendin bukt zich al en gaat zitten op de houten rand die het water van het land scheidt. Ze laat haar voeten in het water vallen en volgt daarna zelf met een plons. ‘Het valt best mee hoor’, zegt ze en ze zwemt weg van haar vriendinnen aan de waterkant in de richting van het strandje waar ze vandaan kwamen.

22 juli 2015

Christenen en slaven

image

In zijn Handboek Slavenmanagement haalt de schrijver en Romein Marcus Sidonius Falx enkele bijbelse taferelen aan. Hij noemt de apostel Paulus. Marcus Sidonius Falx moet weinig van het standpunt van Paulus en de christenen hebben.

Christenen zien zichzelf om een duistere reden graag als slaven. Zij beweren dat ze de slaven van hun Christus zijn en ze noemen hun god ‘meester’. Maar ondanks hun gebazel over vrijgevigheid en aalmoezen geven moet je niet denken dat christenen hun slaven veel anders behandelen dan wij, aanbidders van de warem heidense goden. (209)

Het spel met de geschiedenis is hier natuurlijk leuk om te lezen:

Als een christen ooit keizer zou worden – stel je voor! – zou hij bij wet laten vastleggen dat man en vrouw, ouders en kinderen samen verkocht moeten worden. Hij zou ook komaf maken met het brandmerken van weggelopen slaven. […] Ik denk dat ze ook willen laten vastleggen dat elke slaaf die door zijn meester tot prostitie wordt gedwongen automatisch vrij wordt. (213)

Maatregelen die later allemaal van toepassing zouden worden als Constantijn de eerste christelijke keizer is. Een doorn in het oog van de in veel goden geloofde Romein Marcus Sidonius Falx. Al nuanceert de hedendaagse Jerry Toner het in zijn commentaar meteen. De wetten worden later onder Constantijn wel uitgevaardigd, maar de christenen verzetten zich pas veel later tegen de slavernij als institutie.

Deze immorele houding proef je tot op de dag van vandaag. De slavernij mag op papier al meer dan 150 jaar zijn afgeschaft, in de praktijk zijn er nog miljoenen slaven. Ze zijn verbannen naar de randen van de samenleving. Door de ogen te sluiten, zien we ze niet en denken we dat ze er niet zijn. Ze zijn er wel. Daarmee is het de grote vraag of wij zoveel beter zijn dan de harde Romein Marcus Sidonius Falx.

Marcus Sidonius Falx: Handboek Slavenmanagement. Met medewerking van Jerry Toner. Met een voorwoord van Mary Beard. Vertaling van How to Manage your Slaves. Vertaald door Patrick De Rynck. Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2015. ISBN: 978 90 253 0492 8. 224 pagina’s. Prijs: € 19,99.

21 juli 2015

Plezierig inkijkje

image

Het Handboek slavenmanagement geeft een plezierig inkijkje in de Romeinse samenleving. Al husselt Jerry Toner wel bepaalde periodes door elkaar, omwille van het verhaal. Hij verklaart in de noot van de commentator dat zijn verteller Marcus Sidonius Falx weigert de periode waarin hij leeft, prijs te geven. Voor het verhaal is het natuurlijk mooier om verschillende denkbeelden over slavernij te combineren.

Het boekje laat zien hoe het Romeinse huishouden bestiert werd door slaven. De Romeinse verteller legt het accent zeker op de huisslaven en wat minder op de slaven die op het platteland werkten of voor de overheid. Het geeft daarmee een aardig vertekend beeld, maar het huishouden spreekt nu eenmaal meer tot de verbeelding dan slaven die op het platteland werkten en nauwelijks contact hadden met hun baas.

Marcus Sidonius Falx vertelt duidelijk met welke problemen slaveneigenaars te maken krijgen. Adviezen als neem slaven van verschillende achtergrond en nationaliteit in huis. Zo voorkom je dat ze dezelfde taal spreken en zich tegen je zullen keren.

En koop niet een slaaf op het Forum, achter de tempel van Castor. Dat levert vooral ‘laag-bij-de-grondse en ruwe slaven’ op. Nee, vraag de handelaar naar iets speciaals. Ver buiten de blik van de gewone man zul je de goede slaven vinden, zoals een gecastreerde slaaf. Al verbiedt de wet dit soort handel. In het verborgene gebeurt veel.

De verteller Marcus Sidonius Falx gaat een stapje verder. Hij zegt bijvoorbeeld hoe je het beste uit je slaven kunt halen. Zeker, slaven hebben soms een straf nodig. Maar overdrijf het niet, waarschuwt de Romein. Zoals iemand die zijn niesende tafelknecht afstrafte omdat hij in volstrekte stilte bediend wilde worden.

Laat ze vooral werken en beloon hard werken. Laat ze in groepen werken, maar wel apart lunchen. Ze moeten op een beschutte plek slapen. Je kunt hard werken belonen met een langetermijndoel als bijvoorbeeld vrijlating. Of ze toestaan kinderen te krijgen. En geef slaven hun eigen verantwoordelijkheid.

Tips waar je wat aan hebt. Bovendien geeft de Romein ook een beeld hoe je verder met slaven moet omgaan. Wees voorzichtig met seks. Sta mondjesmaat toe dat ze seks met elkaar hebben en zorg ervoor dat jij bepaalt wie met wie gaat.

Daarmee geeft Jerry Toner via zijn Romein Marcus Sidonius Falx een veelzijdig inkijkje in de Romeinse samenleving. Hij hutselt verschillende periodes heerlijk door elkaar. Daarbij laat hij ook iets zien van het bijzondere feest Saturnalia waarbij de slaven even de meester zijn en de meester slaaf is. Of de verklaringen van dromen waar de Romeinen veel waarde aan hechten.

Marcus Sidonius Falx: Handboek Slavenmanagement. Met medewerking van Jerry Toner. Met een voorwoord van Mary Beard. Vertaling van How to Manage your Slaves. Vertaald door Patrick De Rynck. Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2015. ISBN: 978 90 253 0492 8. 224 pagina’s. Prijs: € 19,99.

20 juli 2015

Slavenmanagement

image

Een merkwaardig boek trof ik in de bibliotheek aan: het Handboek slavenmanagement van de Romein Marcus Sidonius Falx. Het is geschreven met medewerking van Jerry Toner. Of zoals de schrijver zegt:

Om voor een niet-Romeins publiek te kunnen schrijven heb ik wel een beroep moeten doen op de diensten van ene Jerry Toner, een leraar in een van die ellendige provincies van ons in het noorden. Hij weet wel íéts van hoe wij Romeinen leven, maar onze normen en waarden deelt hij nauwelijks. (10)

Die afkeer deelt de commentator Jerry Toner. Hij vindt Marcus een lastig auteur om mee samen te werken:

Hij houdt er tal van krachtige en onverteerbare meningen op na, waarvan hij weigert te erkennen dat ze fout of immoreel zouden kunnen zijn. Maar naar Romeinse normen was hij een fatsoenlijk man. Wat hij schrijft, toont hoezeer de Romeinse wereld, hoe vertrouwd die ons ook kan lijken, bijna terloops ook aanstootgevend kan zijn. Het laat bovendien zien hoe complex een institutie als slavernij kan zijn. (11)

Slavernij mag misschien op papier zijn afgeschaft. Miljoenen mensen wordenen in onze hedendaagse wereld onder bedreiging van geweld gedwongen onbetaald werken. Dan is onze politiek-correcte houding misschien huichelachtiger dan de houding van de Romeinse burgers. Zij waren niet persé slecht voor hun slaven, terwijl wij beweren voor iedereen goed te zijn.

Marcus Sidonius Falx: Handboek Slavenmanagement. Met medewerking van Jerry Toner. Met een voorwoord van Mary Beard. Vertaling van How to Manage your Slaves. Vertaald door Patrick De Rynck. Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2015. ISBN: 978 90 253 0492 8. 224 pagina’s. Prijs: € 19,99.

19 juli 2015

Frambozen

image

Vroeger dacht ik dat bosbessen, frambozen en bramen zijn als de mensenhuid: ze kleuren door de zon. Alleen als de zon goed schijnt, worden ze rijp. Anders blijven ze groen.

Nu weet ik dat het iets anders in elkaar steekt. Zo geven na de bessenstruiken, nu de frambozenstruiken hun vruchten af. Ik pluk elke avond de rijpe vruchten. Het aantal rijpe vruchten neemt weer af na de overdadigheid van vorig weekend.

image

Tot mijn verbazing zie ik onrijpe vruchten die avond, ’s ochtends met beduidend meer blos op de wangen dan de avond ervoor. Het lijkt wel of het rijpingsproces niet afhankelijk is van daglicht. In de nacht rijpt de vrucht verder om ’s morgens versmaad te worden door een vogel of een mens.

Overigens zijn wij en de vogels niet de enigen die tuk zijn op de roze vruchten. Onze teckels weten er wel raad mee. Af en toe betrap ik ze erop dat een vrucht van een struik trekken.

image

Ze doen dat bijna even kritisch als ik. Alleen de rijpe vruchten eten ze op. De onrijpe laten ze hangen in de hoop dat de blos er de volgende dag op gekomen is.

18 juli 2015

Lindebloesem

image

Ineens ruik ik het: de zware, zoetige lucht van de lindebloesem. Ik kijk naar de boom voor mij. Inderdaad er zitten knoppen en bloemetjes in. De lindeboom staat in bloei. Eindelijk.

De kleine bloemetjes hangen aan de takken, verstopt tussen de bladeren en verspreiden zo’n zomergeur. De linde is een boom die erg laat in het seizoen in bloei staat. Al staat hij bij mijn weten ergens in juni in bloei.

De bloemen zijn kleurloos in een iets lichtere tint dan de bladeren. Ze verspreiden de zware geur. Een geur van weemoed. Als je de bloemen plukt en er thee van trekt, smaakt de thee net zo zwaarmoedig. Maar het is heerlijk. Zeker als het wat kouder wordt.

Er zijn mensen die zeggen dat het drinken van de lindebloesemthee je weerstand bevordert en voorkomt dat je verkouden wordt. Vorig jaar dronk ik voor het eerst thee getrokken van gedroogde lindebloesem. Heel verkouden werd ik niet, maar of het aan de thee lag?

image

De linde is een prachtige boom. Zeker in deze tijd van het jaar krijgen de toppen een zilverachtige gloed over zich heen. Het geeft de boom iets voornaams. Geen wonder dat de Germanen deze boom aanbaden. Ze hebben ook een profane uitstraling. De bloesem versterkt dat alleen maar.

17 juli 2015

Kinderwagen

image

Ik kijk uit het raam en zie tot mijn verbazing een kinderwagen bij het fietspad staan. Een vrij nieuw exemplaar. In elk geval hipper dan de kinderwagen waar ik achter liep als jonge vader.

Bovenop het liggedeelte ligt een plastic tas met een vage inhoud. Je kunt niet zo goed zien of er nog iets onder ligt. Een kind? Je moet er niet aan denken. Een passant loopt langs de kinderwagen maar kijkt er verder niet in. Het lijkt ook of er inderdaad geen leven in zit.

Maar je hoort van die rare verhalen. Van een kind dat ergens in een ondergrondse container wordt gevonden of andere eigenaardige manieren van jonge ouders om hun kroost aan de wereld toe te vertrouwen.

image

Mijn burgerplicht lokt mij naar buiten. Ik ga maar met de honden, loop langs de kinderwagen. Geen verdachte bewegingen, geen geluid. Onder de plastic tas zit niks en in de plastic tas zelf zie ik een snoer en ander afval zitten.

Geen kind. Gelukkig.

Ik vertel het aan Inge die begint te lachen. ‘Ik zag hem vanmiddag al staan en ben er even langsgelopen. Ook omdat ik een kind hoorde huilen. Ik keek, maar zag niks. Het gehuil kwam ergens anders vandaan.’

Zo zijn de hele dag al mensen wezen kijken in de kinderwagen. En allemaal dachten ze aan die vreselijke verhalen, keken in de wagen en vonden slechts een afvalzak.

Geen kind. Gelukkig.

16 juli 2015

Zilverreiger en ijsvogel

image

Ook in de observatiehut is het druk. Het lijkt wel of alle vogelaars zich hier hebben verzameld. Ze kijken allemaal aan dezelfde kant. De regen maakt uit uitzicht intenser, lijkt het. Zelfs als even plotseling als onverwacht een ijsvogeltje aan komt vliegen en op de tak aan de kant van de kijkers plaatsneemt.

Er klinkt gefluister. Wij hebben ons nog niet helemaal geïnstalleerd waardoor ik Doris niet goed kan instrueren. Dan is slechthorendheid heel vervelend. Als ik wijs en mijn hand uit de opening steek, vliegt het beestje dat kleiner dan een mus is, weg. Kwaad kijken de ruggen van de vogelaars in mijn richting.

image

Het duurt heel lang voor er weer iets gebeurt. Het gaat harder regenen. In de verte zie ik een groepje zilverreigers door het water waden. Onderwijl geeft een echtpaar vogelaars het op en verlaat de hut. Een zilverreiger vliegt onze richting op en gaat op een kleine 30 meter van ons voor de rietkraag in het water staan.

Ineens duikt hij met zijn snavel het water in en haalt een klein visje omhoog. Het visje spartelt in zijn snavel, terwijl hij de kaken stevig gesloten houdt. Dan gaat de bek even snel open als weer dicht en maakt de witte reiger een slikbeweging. Het visje verdwijnt door de lange keel naar beneden. Als een neerzakkende adamsappel daalt het visje naar beneden.

image

De verrekijker is geduldig. Aan de andere kant zit een man heel stil te turen door zijn kijker. Twee jonge dames lopen giechelend de hut binnen. Ze kijken helemaal de verkeerde kant op tot ze in de gaten hebben dat de man vlak naast hen iets in het vizier heeft.

Dan komt de hut in beweging. Het ijsvogeltje zit voor het riet. Ik kijk door het lcd-schermpje van een mevrouw die het dier probeert te filmen. Dan zie ik hem op het magere takje voor de rietkraag.

Een vriendelijke meneer haalt een grote kijker met statief uit zijn tas en laat de jongedames kijken. Ze lachen niet meer en kijken aandachtig naar de rietkraag. Daar zit hij nog altijd op het takje. ‘Aan die knop kun je hem scherpstellen’, vertelt de man tegen de dame die verwonderend naar het moois tuurt door de lens.

image

We kijken allemaal vol concentratie naar het kleine vogeltje. Het tuurt omlaag naar het water onder hem. Hij kan elk moment zich in het water laten storten, weet ik uit natuurfilms. Zou dat moment zich hier ook aandienen of wachten we vergeefs?

Het diertje heeft nog niet helemaal een blauw kopje. Het lijkt een beetje bruinig. Dit kan niet een heel oud exemplaar zijn, bedenk ik mij. Het dier lijkt ook nog niet helemaal volgroeid.

image

Dan schiet het beestje los van zijn tak en snijdt als een speer door het wateroppervlak. Even snel als het verdwijnt is het weer uit het water. Het kleine beestje scheert over het water, lijkt even om te draaien maar verdwijnt dan achter de wilgenbomen langs het water. De blauwe rug steekt duidelijk af.

Dat moment kan niet meer overtroffen worden, besef ik. Doris heeft het allemaal door de verrekijker gezien, ik met het blote oog. Genoeg voor vandaag, we gaan weer. Blij en tevreden fietsen we de motregen in voor het ritje naar huis. Een zeearend en als toetje het ijsvogeltje. Dan vergeet je dat je maar 1 lepelaar hebt gezien.

image

15 juli 2015

Zeearend

image

We rijden eens de route naar de Lepelaarplassen andersom. Als we een uitzichtpunt bereiken, zien we al veel fietsen staan. ‘Je kunt de zeearend zien’, fluisteren ons 2 mensen toe die er genoeg van hebben gezien. ‘Hij zit op een paaltje’, verraadt een vrouw als we turen door de smalle kijkgaatjes.

Ja, daar zit hij. Op een paaltje langs de waterkant. Aan het uitbuiken volgens de andere vogelaars die minstens evenveel praten als ze kijken door hun kijker. ‘Hij zat net een gans op te peuzelen’, vertelt een kijker. Iets verderop liggen nog de restanten van de maaltijd. Op het houten paaltje zit de grote, donkerbruine vogel.

image

Hij kijkt om zich heen. Af en toe gaat zijn blik onze kant uit en heb ik het idee dat hij ons ziet. Dan draait zijn kop weer om naar de dijk of gewoon recht voor zich uit. De scholekster die vlak achter hem langsloopt, lijkt hij niet te zien. Net als dat de scholekster weinig geschrokken is van de enorme vogel die op het houten paaltje staat.

Dan vliegt hij op. Er klinkt een luid geroezemoes op in de uitzichtpost. De enorme vleugels spreiden zich over de brede sloot. Hij vliegt niet ver. Zijn vleugels halen niet de deur die een volwassen exemplaar zou halen, maar komen al een aardig eind in de richting. Iets verderop landt hij in het weiland en buikt rustig verder uit.

image

Als we weer op onze fietsen stappen, begint het te miezeren en op het volgende uitzichtpunt zien we de zeearend niet meer. We gaan snel verder naar de observatiehut bij de plas.

image

14 juli 2015

Improviseren op kunstwerken

image

Improvisaties op de kunstwerken van Anneke Kaai rond het Credo, een serie van 12 schilderijen elk bij een artikel uit de geloofsbelijdenis. Een dankbaar onderwerp waarbij de schilderes zich niet teveel in abstracties denkt. Ze hanteert herkenbare vormen en weet hier mooie beelden bij op te roepen.

De schilderijen staan opgesteld in een zijbeuk van de Grote of Michaëlskerk van Oudewater. Daar staat het Engelse koororgel ook. De organist van de kerk en stadsorganist van Oudewater voert op dat orgel een zevental improvisaties over de schilderijen uit. Afgewisseld door de geloofsartikelen die voorgelezen worden.

image

Jan Jongepier

Dat beeldende kunst en muziek zich prachtig kunnen vermengen, weet ik al. Ik ken de improvisaties van Jan Jongepier bij kunstexposities die in de Grote kerk van Leeuwarden werden gehouden. Het zijn de improvisaties rond de tentoonstelling Ecce Homo die wel tot de mooiste improvisaties behoren die ik ken van Jan Jongepier.

Jan Jongepier bedient zich in deze improvisaties van een hedendaags klankidioom waarin hij het pijn en lijden samenbalt in gespannen akkoorden en ritmes die associaties oproepen met een componist als Tournemire.

image

Lichte improvisatie

Gerben Mourik doet op zijn koororgel iets heel anders. Hij spint zijn improvisaties niet uit tot diepzinnige overpeinzingen bij de schilderijen. Hij sluit in zijn thematiek mooi aan op de voornamelijk lichte schilderijen, waaruit veel geloof spreekt.

Dat betekent veel gebruik van de fluiten, mooie echo’s en sterke contrasten. Zo krijgen de kleuren een stem. Bovendien maakt hij gebruik van mooie, melancholische melodielijnen.

Soms weet hij iets extra’s op te roepen, zoals in het achtste artikel – Ik geloof in de Heilige Geest – waarin een prachtig verstild Veni creator doorklinkt. Het past mooi bij de warme en lichte zomerdag, de warmte die net buiten de kerk blijft, maar wel doordringt in de sfeer van het koor.

image

Overtuigend instrument

Overigens is het genieten van dit instrument. Het klinkt zo overtuigend in deze kerk. Je zit er dicht op, maar merkt hoe de ruimte de muziek aanvult en teruggeeft. Vooral de fluiten op dit orgel met het zwelwerk maken dit orgel tot een genot om naar te luisteren.

Gerben Mourik weet hiermee een overtuigende reeks improvisaties op de serie Credo van Anneke Kaai te geven. Het zijn eigenlijk korte impressies bij de artikelen. Hij zoekt in het spel wel de kleuringen op die de schilderes gebruikt bij haar interpretatie van de geloofsbelijdenis.

image

Daarmee levert het concert een klankbeleving op van de schilderijen. Al roept het niet de intentie op zoals Jan Jongepier in zijn breed uitgesponnen improvisaties doet. Daarvoor verschilt misschien de thematiek van het lijden en de geloofsbelevenis te sterk. Net als dat een mooie zomerse zaterdagmiddag minder ruimte biedt voor dergelijke zwaarzinnigheid.

Impressie van het orgelconcert dat Gerben Mourik zaterdag gaf bij de 12 schilderijen van Anneke Kaai rond het Credo.

13 juli 2015

Schuilen in de kelders

image

Het bombardement op Dresden behoort tot de tactiek zoals Jörg Friedrich in zijn boek De brand schrijft:

Men wilde hier een ‘donderslag’ teweegbrengen, een reusachtig bloedbad met 100000 doden; (362)

Het werd Dresden na een mislukte aanval op Berlijn waarbij ‘slechts’ 2893 slachtoffers vielen in plaats van de bedachte 110000. Het plan zou ondermeer door Winston Churchill zijn bedacht. De latere Nobelprijswinnaar (weliswaar voor de literatuur) had het idee dat ‘Moral Bombing’ wel zou helpen om Hitler op de knieën te krijgen.

Hij vergiste zich. Ook het bombardement op Dresden leverde niet de slachting op zoals hij en de militaire leiders bedacht hadden. In Dresden vielen ongeveer 40.000 doden.

In Dresden vielen de slachtoffers vooral door de beoogde tactiek. Ze wisten zich schuil te houden in de aaneengeschakelde kelders onder de oude binnenstad. Na de eerste bommenregen, kwamen ze weer tevoorschijn en vluchtten naar de corridors, een groenzone aan de oever van de Elbe en hogerop in het Grosser Garten. Hier konden de burgers niet meer vluchten.

Dat daarna nog een derde aanval komt van de Amerikanen, schrijven Henri Coulonges en Harry Mulisch in hun romans. De geallieerden misdragen zich hier en schieten moedwillig mensen neer.

Het levert totale verwarring op. Ongetwijfeld de bedoeling van de geallieerden, maar in mijn ogen zijn het zeer grote oorlogsmisdaden. Oorlogsmisdaden waar niemand voor berecht is.

Vertrokken

Deze week sta ik stil bij de roman Vertrokken van Henri Coulonges, dit voorjaar – 70 jaar na het bombardement op Dresden – uitgegeven door Uitgeverij Nieuw Amsterdam.

Henri Coulognes: Vertrokken. Oorspronkelijke titel: L’adieu à la femme sauvage (1979). Vertaling: Geertui Maks en Lia Tuijtelaar. Amsterdam: Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2015. ISBN: 987 90 468 1863 3. Prijs: € 24,95. 448 pagina’s.

12 juli 2015

Koekeroekus - #50books

image

Peter kan het vandaag niet laten in zijn vraag iets op te merken over het bijzondere boek dat ik deze week ook kreeg. Het boek over lezen en de beelden die het lezen oproept van Peter Mendelsund: Wat we zien als we lezen. We gaan het boek bespreken op 30 september voor de blogleesclub Een perfecte dag voor literatuur.

Het is zeker een interessant boek over de verbeelding bij het lezen. Ook ik werd getroffen door de denkwijze. En er is natuurlijk al heel veel geschreven over het leesproces, maar elke aanvulling is welkom. Zeker in zo’n aantrekkelijk boek als Wat we zien als we lezen.

Dat het proces van verbeelding ook andersom kan werken. In het derde deel van Harry Potter komt het kleine uiltje Koekeroekus voor. Sirius Zwarts stuurt het kleine uiltje naar Harry en Ron mag het nachtvogeltje hebben. Ik kon mij niet zoveel voorstellen bij het kleine dier, behalve dat het een kleine uil was.

Gisteren kwam ik helemaal vrolijk thuis van de markt. Ik had er namelijk 2 mensen met roofvogels zien lopen, waaronder een jongen met een kleine uil op zijn hand. Het mini-uiltje deed mij onmiddellijk denken aan Koekeroekus.

Gisteren vielen mij de diepgele, bijna oranje ogen van de kleine uil. Ook de lichte kleur kwam helemaal in overeenstemming met de Koekeroekus die ik in gedachten heb. Net een lichtere tint van de vogel die Ron in de film vasthoudt. In mijn verbeelding was Koekeroekus wel een stukje kleiner dan het uiltje dat ik gisteren zag.

De verbeelding maakt zo snel plaats voor de werkelijkheid. Al kan ik mij goed voorstellen dat ik voortaan bij het lezen over Koekeroekus de vogel voor mij zie die ik gisteren op de hand van de jongen zag zitten.

Een soort omgekeerde verbeelding. Of wat Peter Mendelsund zegt over het zeepaardje: ‘Elk ingebeeld zeepaardje zal iedere keer weer anders zijn.’

#50books

Dit is het antwoord op vraag  28 van het blogproject #50books. #50books is een initiatief van Peter Pellenaars. Na Martha Pelkman in 2014 heeft Peter het in 2015 weer overgenomen. Bekijk mijn andere bijdrages voor dit bijzondere boekenblogproject.

11 juli 2015

Handenwringen

image

In een bespreking van het dagblad Trouw las ik een uitermate korte notitie over de roman Vertrokken van Henri Coulonges. Over de inhoud van deze bijzondere en aangrijpende roman wist de bespreker niet zoveel te melden.

Alles wat ze te vertellen hebben, is een opmerking over de gebrekkige vertaling die de 2 vertalers Geertrui Marks en Lia Tuijtelaars zouden hebben gemaakt. Ze noemen dat de uitgave niet uitblinkt in ‘subtiel of precies taalgebruik’.

Het voorbeeld dat ze aanhalen, zijn de passages waarin de verteller het heeft over handenwringen.

Wat ze vergeten te vermelden is dat dit handenwringen meerdere keren terugkomt in het verhaal:

‘Ik ben zo bang dat ze haar meenemen,’ zei ze steeds handenwringend. (161)
Handenwringend zat ze aan tafel. (179)
Hij aarzelde en handenwringend probeerde ze haar angst de baas te blijven. (252)

Buiten het feit dat handenwringen een gewoon Nederlands woord is, vergeet de persoon die dit fragment aanhaalt om te bewijzen dat het een weinig subtiele vertaling is, dat het handenwringen weldegelijk een functie heeft in het verhaal.

Het komt telkens voor als Johanna het moeilijk heeft en haar angst de baas probeert te zijn. Handenwringen drukt wanhoop uit. De wanhoop waar Johanna en haar moeder Leni zo door worden getroffen na het bombardement op hun stad Dresden.

Het is daarom heel goedkoop om een verder prima vertaling waar ik niet veel op aan te merken heb, te bekritiseren. Zeker, ik vind de vertaling niet buitengewoon literair en het had allemaal mooier verwoord kunnen worden. Maar dan hoeft het boek dat er nu ligt nog geen slechte vertaling te zijn.

Het behoort tot de gemakzucht van recensenten om te klagen over de vertaling. Dat de alinealange bespreking onzorgvuldig is, laat het foutief genoemde jaartal 1969 zien dat Trouw bij de bespreking vermeldt.

Buiten het feit dat niet iedereen het Frans voldoende machtig is om het boek in de oorspronkelijke taal te lezen. Ben ik heel benieuwd hoe de vertaler van de Engelse vertaling met deze passages heeft gedaan…

Vertrokken

Deze week sta ik stil bij de roman Vertrokken van Henri Coulonges, dit voorjaar – 70 jaar na het bombardement op Dresden – uitgegeven door Uitgeverij Nieuw Amsterdam.

Henri Coulognes: Vertrokken. Oorspronkelijke titel: L’adieu à la femme sauvage (1979). Vertaling: Geertui Maks en Lia Tuijtelaar. Amsterdam: Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2015. ISBN: 987 90 468 1863 3. Prijs: € 24,95. 448 pagina’s.

10 juli 2015

Schuld en boete

image

In Vertrokken van Henri Coulonges stelt de verteller een paar interessante vragen aan de lezer. Wie is er eigenlijk schuldig aan de gruwelen van de oorlog. Het is een machine waarin mensen willekeurig het slachtoffer lijken te zijn van de radaren waar ze toevallig in terechtkomen.

Onschuldige burgers lijken hier het meest onder te lijden. Zoals de 12-jarige Johanna, een Duits meisje dat slachtoffer wordt van de haat die de geallieerden koesteren tegen alles wat Duits is. Als bovenop de berg waarop ze geklommen zijn bij Frauenstein de koorleider Hans Riedenberg het recitatief inzet: ‘Gelukkig zijn de mensen met een zuiver hart, want zij zullen God zien’ uit de Zaligsprekingen overpeinst Johanna de gezongen woorden.

Johanna glimlachte droevig. […]. Ze had het benauwde, duistere gevoel dat niemand van hen zoals ze daar bij elkaar stonden een zuiver hart had, en dat ze, ook al was het buiten hun schuld, nooit een god zouden zien, want die was verdwenen achter de zwarte rook die hun verleden had opgeslokt. Ze waren zelf de weg naar hem kwijtgeraakt door een schuld waarvan ze soms aanvoelde dat die te groot was en waarvan ze nu de tragische gevolgen ondervond en de redenen ontdekte. (269)

In Praag komt de schuldvraag nog veel directer op haar pad. Als de huishoudelijke hulp Martha van de wetenschapper Josef Hutka zich heel vijandig uitlaat over de Duitsers. Ze vindt dat Josef de 12-jarige Johanna dit moet vertellen en meer dan dat.

Martha haalde vijandig haar schouders op. ‘Over Theresienstadt heeft hij je zeker nooit verteld? Je moest het hier in elk geval naar je zin hebben. En vast ook niet over Lidice? Daar is het nog erger, ze hebben het dorp platgebrand en alle inwoners doodgeschoten! Vrouwen, oude mensen, iedereen. […].’ (371)

Martha vindt dat ze Johanna moet aangeven. Het meisje zal dan meegevoerd worden en waarschijnlijk worden vermoord. Dat Johanna eenzelfde lot getroffen heeft in Dresden als de inwoners van Lidice, dringt niet tot de huishoudster door. Het is Johanna die symbool staat voor de daden van de Duitsers en daar mag ze voor boeten.

De naïeve wetenschapper Josef ziet het gevaar voor maar een klein gedeelte. Hij laat het beperkt blijven tot zijn huishoudster, maar het gevaar is veel groter. Als Johanna in het ziekenhuis waar haar moeder wordt verpleegd, vraagt naar de daden van haar landgenoten, krijgt ze het antwoord van de verpleegster Sint-O:

‘Jij bent niet schuldig aan die vreselijke dingen, lieve Johanna. Helemaal niet. […]. Maar laat niemand tegen mij zeggen dat de Duitse kinderen en jongeren verantwoordelijk zijn. Laat niemand dat tegen me zeggen,’herhaalde ze heftig. (383)

De wereld om hen heen is vervuld van intense haat en wraakgevoelens. Ze vinden alle Duitsers verraders en afvalligen. De jarenlange onderdrukking komt er in korte tijd helemaal uit. En onschuldige mensen zullen daarvoor moeten boeten.

De Franse schrijver Henri Coulonges weet dit heel treffend over te brengen in zijn roman Vertrokken. Het is bijzonder dat deze bestseller 36 jaar na verschijning in een Nederlandse vertaling uitkomt. De aanleiding om het boek 70 jaar na het bombardement op Dresden uit te brengen, is een wrange. Ook omdat de gemengde gevoelens over dit zinloze bombardement sterker zijn dan ooit.

Vertrokken

Deze week sta ik stil bij de roman Vertrokken van Henri Coulonges, dit voorjaar – 70 jaar na het bombardement op Dresden – uitgegeven door Uitgeverij Nieuw Amsterdam.

Henri Coulognes: Vertrokken. Oorspronkelijke titel: L’adieu à la femme sauvage (1979). Vertaling: Geertui Maks en Lia Tuijtelaar. Amsterdam: Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2015. ISBN: 987 90 468 1863 3. Prijs: € 24,95. 448 pagina’s.