De dag na de storm likt de stad zijn wonden. Gisteravond zag ik dat de wilgenboom op de hoek van de gracht is geveld door de storm. Als ik vanmorgen ga kijken, zie ik dat de koolmeesjes nog enthousiast fladderen tussen de takken door. Midden in de stam is het gevaarte geknakt.
Het is de boom waarin Doris altijd hing en soms ook een eindje over het water zweefde. De kinderen uit de buurt waren gek op de grote boom, waarvan de takken als heuse lianen over de gracht hingen. Vandaar dat de buurtkinderen in de lange uiteinden klommen en als Tarzan zweefden.
Ik loop wat verder met de honden het park in. Daar is al snel het volgende slachtoffer van de zomerstorm in zicht. Het is een in bloei staande linde. De boom is aan het begin van de stam afgebroken en ligt voor het grootste gedeelte in het weiland naast de kinderboerderij.
De stam is afgezaagd in tilbare brokken en de grote kruin ligt nu in het weiland. Het hek is alweer gemaakt door de brandweer en de rest van het hout wacht nu op een nieuwe bestemming.
Aan de andere kant van het Den Uylpark zijn enkele andere bomen zwaarbeschadigd. Het zijn de moerascipressen die een stukje van de weg af staan. Bij één boom is de tak afgebroken en ligt op de grond. Het ziet er best ernstig uit en ik vraag me af of deze moerascipres het gaat redden met zo’n grote wond in zijn zij.
Het is soms verrassend hoeveel leven er in een boom kan zitten. Het bewijs staat iets verderop in het Beatrixpark waar de gelijknamige Beatrixboom op een wonderlijke manier is uitgegroeid tot de boom die ze nu is. Al ben ik vanmorgen niet wezen kijken of zij ongeschonden door de storm is gekomen.
De kinderen treuren niet om de treurwilg die is omgewaaid. Zij vinden de horizontale stam een uitdaging om op te klimmen en over de reusachtige evenwichtsbalk te lopen. Zo verandert een ongeluk in een geluk. Net als de koolmeesjes die hun weg weten te vinden in de kruin van deze boom, gaan de buurtkinderen weer helemaal op in hun nieuwe speeltoestel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten