02 december 2006

Jong veelbelovend talent

Een opgejaagd gevoel treft me de laatste weken. Ik wil alles. Een mooie weblog, veel vrienden, een goede roman schrijven, een goede vader zijn, een lieve echtgenoot zijn en daarnaast ook nog een baan hebben waar ik alles in kwijt kan. Ik doe aan allerlei schrijfwedstrijden mee in de hoop eens ontdekt te worden en vanaf die dat het helemaal te maken op literair gebied.
Een klein maandje terug las ik dat ik het niet geworden was bij de essaywedstrijd van NRC Next over macht en onmacht. Wel las ik een bekende naam in de shortlist die aan het mailtje hing: Franca Treur, een medestudente bij de opleiding Nederlands van de Universiteit Leiden. Ze deed ooit mee aan de essaywedstrijd van de universiteit, waarin ze over de studententijd van de schrijver F. Springer verhaalde. Ze won een laptop. Ik baalde toen flink, want ik wilde eigenlijk over Bilderdijks studententijd schrijven, maar liet het schrijven van het essay op de laatste nipper zitten. Ik had veel research gedaan, veel uitgezocht om iets over dat leven te kunnen vertellen, maar daags voor de deadline liet ik het erbij. 'Jammer, want we hebben maar twintig inzendingen gehad en een weekje later had je het ook wel kunnen sturen', zei Liesbeth Boer, een medestudent die namens de studenten betrokken was bij de wedstrijd. Nu bij de NRC Next-wedstrijd haalde Franca Treur me in, want ik deed nu wel mee met een inzending.
Ze haalde me nog meer in, zag ik donderdag. Ik was de wedstrijd alweer vergeten, maar in de krant stond het winnende essay van de wedstrijd: 'Maak iets van je leven! Maar wat?' Een schok trok door me heen. Zij had gewonnen, verdorie. Juist die eer en dat gevoel het helemaal te maken, trok uit mijn lichaam weg als een straal pis uit een volle blaas. Zij wel en ik niet, wat is dat met mij, dacht ik. Waarom ben ik niet zo'n veelbelovend jong talent.
Ik las de eerste regels van haar essay: 'Er is niemand die iets van me wil. Niemand die erop staat dat ik bovengemiddeld presteer. Ik leef in een democratie waarin ik door niemand wordt onderdrukt. God noch meester verbiedt mij mijn leven te verkloten. Toch voel ik een alleen maar toenemende druk om iets briljants voor elkaar te krijgen, een bijdrage aan de wereld te leveren, een perfecte relatie te hebben, niet te mislukken. Wie of wat heeft dan zo’n macht over mij dat ik me zo opgejaagd voel?' Ik begreep gelijk waarom ik niet gewonnen had.

28 november 2006

Gerbrand Bakker wint DebutantenPrijs 2006

Gerbrand Bakker heeft de DebutantenPrijs 2006 gewonnen met zijn debuutroman Boven is het stil! Hij laat met de prijs Anneloes Timmerije en Hans Hogenkamp achter zich.

De formule voor de DebutantenPrijs is uniek. Nadat een literaire jury een shortlist bekend heeft gemaakt, bepalen lezers uit heel Nederland via stemming wie de DebutantenPrijs 2006 van 4500 euro wint. Er zijn dit jaar 71 debuten ingezonden.
Eerdere prijswinnaars waren onder meer Lucette ter Borg (Cossee; winnaar van de DebutantenPrijs 2005), Anna Enquist, Jessica Durlacher, Erwin Mortier en Joyce Roodnat.

Voor uitgever Cossee nog eens reden om de woorden van Nobelprijswinnaar John Coetzee over Gerbrand Bakker debuut aan te halen: 'Boven is het stil speelt met vorm, personages en decor van de traditionele Nederlandse roman en laat met tederheid en laconieke humor zien hoe vitaal het genre nog steeds is.'

Oblomov en Joe Speedboot

Staatsecretaris Bruno Bruins van Onderwijs grijpt de literatuur aan in een betoog dat jongeren een voorbeeld moeten nemen aan Joe Speedboot. Hij vindt dat we teveel neigen naar een ander romanpersonage: Oblomov van Goncharov. Een boek waar de Staatsecretaris tuk op is: "schitterend en innemend, bijna vertederend, maar ook tergend: Oblomov droomt over de meest heroïsche daden, maar komt maar niet in actie. De kansen die hij krijgt , laat hij steeds weer door z’n vingers glippen…"
Nee, dan Joe Speedboot. Het romanpersonage van de gelijknamige roman van Tommy Wierenga weet van wanten en is één en al bruisende energie, volgens de Staatsecretaris iemand om een voorbeeld aan te nemen. De twee personages staan voor twee mentaliteiten, twee kansen, vindt de staatsecretaris in zijn betoog op het Nationaal Onderwijscongres in Eindhoven.
Bij mij doemt direct de vraag op waarom Bruins zo enthousiast is over een roman als die van Oblomov. Omdat dit boek het tegengestelde laat zien als wat hij wil? Of omdat hij zichzelf in het personage herkent? Ik vrees het laatste. Bruins bruist van de plannen, maar ik vraag mij af of hij die daadwerkelijk omzet in een kans. De neiging van politici om dingen te zeggen maar niet te doen, is te groot. Plannen maken is goed, maar het vierpuntenplan van Bruins neigt veel te veel naar een lege Oblomov.

27 november 2006

De biografie van Karel Appel

De luxe agenda die ik zaterdag gekocht had, vanmiddag geruild tegen de biografie van Karel Appel in de ramsj. Geen slechte koop, zo op het eerste gezicht. Wel een bijzonder verhaal van Cathérine van Houts. Ze kon de mamoetklus niet afmaken, want ze overleed voortijdig aan een ernstige ziekte.
Dat de dood haar op de hielen zat, lees je sterk aan het einde af, waarbij ze snel en vluchtig door het leven van de kunstenaar schiet.
Ik ga het maar eens goed lezen, want ik ben de laatste tijd verzot op biografieën en brievenboeken. Zo liggen de complete brieven van Du Perron, Walschap en Hanlo op mijn boekenplank. Niet echt om helemaal gelezen te worden, maar om door te bladeren, je aandacht te laten verglijden op een bladzijde, verder te bladeren en dan weer terug te gaan. Zo zweef je door het leven van de schrijver.
De biografie van Karel Appel heeft iets soortgelijks. Een heel leven is teveel om in één keer te lezen, maar zo bladerend zie je leuke dingen. Wat ik wel een bijzonder idee vind is dat ditmaal de gebiografeerde de biograaf overleeft. Dat komt minder vaak voor dan andersom.

26 november 2006

Roem en geld

Ik las vanmorgen in de Esta een interview met Saskia van Noort. Ze is schrijver van ondermeer De eetclub. Spannende romans waar weinig literatuur in zit, maar ze leveren veel geld op. De eetclub was een heuse hype. Iedereen die nooit las, las het en iedereen die las negeerde het stelselmatig.
Het interview besprak de rijkdom die de bestseller haar had opgebracht. Haar hele huis is gebouwd op de boeken. Een apart schrijfgedeelte heeft ze laten aanbouwen, waardoor ze rustig aan nieuwe bestsellers kan werken.
De eetclub hoort tot het genre als de Davinci code. Makkelijk te pruimen boeken die een eenvoudige clou hebben en vooral niet te ingewikkeld zijn. Bovendien is de stijl
jammerlijk slecht en laat het werk weinig aan de verbeelding over. Ik vraag me dan oprecht af of geld boven roem staat. Wat sterft makkelijker: veel geld aan een slechte roman verdient, of een meesterwerk geschreven dat niemand kent...

Bloggende dichters

Leo Vroman mag een oud mannetje zijn, hij schrijft fantastische gedichten. Ik voelde mij een keer zo trots als een pauw toen ik een mailtje van hem kreeg over een recensie die ik geschreven had. Ik besprak in de recensie de bundel Tweede verschiet.
Vanmorgen ontdekte ik bij toeval de weblog die hij deze week voor de Volkskrant bijhoudt. Daar kun je zien dat een dichter aan het woord is. Prachtige dichtregels ontkiemen uit het dichterlijk moeras van de blog:

Als ik eindelijk mijn ogen sluit
zeilt er een vlucht hyacinthen
in gebleekte linten gebundeld
naar buiten en voor mij uit
(of niet, natuurlijk)

Ik maakte wel wat los vandaag bij mij, ineens ontsproten vier dichtregels tijdens kantoortijd:

Heel langzaam wissen de sporen
verdwijnen in het universum
zwaaien naar maanmannetjes
en lege marsplaneten

Dan is het op...

Wagner, Komrij en het harmonium

Eindelijk eens de bewerkingsbundels van Wagner-opera's van Sigfrid Karg-Elert (1877-1933) op de harmoniumlessenaar gelegd. Ik heb ze bijna een jaar in mijn bezit, maar door al die verhuis-romslomp is het er niet van gekomen.
Wat een schitterende inleidingen. Zo speelde ik de ouverture bij Tristan en Isolde, maar ook het voorspel bij Parsifal streelt mijn oren. Ik besef zo spelend dat aan het begin van de 20e eeuw, dit vaak het eerste contact met beroemde muziek was voor mensen. Niet iedere burger kon naar Bayreuth om het Bayreuther Festspiele bij te wonen.
Omdat er nog altijd geschilderd moest worden, draaide ik de cd die in het boek Wagner en ik van Gerrit Komrij zit. Dat bracht mij ook weer met het boek van Komrij in aanraking, met fragmenten als: 'Muziek zoekt mensen uit en vernietigt ze. Muziek boort zich in mensen en misbruikt ze. Muziek is oorlog.' Het verplicht mij weer om er binnenkort een recensie op Litnet aan te besteden.