31 maart 2017

Los Hoes - #fietsvakantie

De heerlijke hartige taart op van de overdadige lunch, rijden we samen met Inge naar Ootmarsum. Een dag geleden fietsten we hier nog langs. In de auto gaat het allemaal veel sneller.

Vreemde gewaarwording dat wij hier helemaal op eigen kracht gekomen zijn op het fietsje. Want het is toch een flink eind van huis. En zo rijdend over de weg waarover wij gisteren nog fietsten, komt ook een beetje raar over.

We bezoeken het museum Los Hoes, een openluchtmuseum waarin de geschiedenis van het boerenbedrijf in Twente wordt verteld. Aan de hand van verschillende boerderijmodellen, krijg je een toelichting hoe vee en mens aanvankelijk samen in dezelfde ruimte verbleef.

Geleidelijk aan zijn vee en mens meer en meer van elkaar gescheiden. Het model huis is nog altijd een geliefd model in Twente. Veel moderne, grote huizen op het platteland hebben dezelfde vorm. Het vee is er allang niet meer, maar het kruis op het dak verwijst naar oude gebruiken.

In Twente en vooral hier in dit museum willen ze doen geloven dat de gebruiken al uit de Germaanse tijd stammen. Zo zou het blazen op de Midwinterhoorn al een gebruik van vele eeuwen zijn. Er worden zelfs verwijzingen gemaakt naar de Alpenhoorn.

In Voskuils romanreeks Het bureau krijgt hoofdpersoon Maarten Koning het aan de stok met deze enthousiaste mensen die de volksaard van Twente onderzoeken. Maarten beweert namelijk dat het Midwinterhoornblazen niet veel ouder is dan enkele decennia. In de jaren ’30 van de 20e eeuw zou het ‘eeuwenoude’ gebruik zijn geïntroduceerd.

Het museum valt mij dit keer een beetje tegen. De informatie over het Los Hoes ervaar ik als summier. Mijn ervaring een paar jaar eerder in het Dierenpark Nordhorn is dat er veel meer over te vertellen is.

Juist dit model boerderij is wel terug te voeren op heel oude culturen. De boerderijen van de eerste boeren, meer dan 7.000 jaar geleden, bestaan in wezen uit precies dezelfde vorm. Dat is misschien een veel interessantere inbedding in de geschiedenis dan de Midwinterhoorn.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

28 maart 2017

Ruziezoekertjes

Het huwelijk van hoofdpersoon Nico Dorlas stelt in Kwaadschiks niet veel meer voor. Hij wordt beheerst door drank en de daaraan gekoppelde woede. De vele liters wodka die hij er doorheen jaagt, maken hem knettergek in zijn kop. Het zorgt uiteindelijk ook voor de onvermijdelijke scheiding van de 2.

Al vrij vroeg in het verhaal introduceert de verteller de zogeheten ruziezoekertjes. Of zoals de verteller het uitlegt:

Desy en hij hadden ruim een jaar geleden afgesproken om allebei een lijst bij te houden van kleine irritaties, ogenschijnlijk vaak de moeite niet waard, maar die tot evenredige schreeuw- en smijtpartijen konden leiden, tot fysiek geweld zelfs. Dit met de bedoeling ze in heel hun kinderachtigheid samen te analyseren, en er relatietechnisch van te leren. (65)

Door de rest van de roman verschijnen deze ruziezoekertjes regelmatig in cursieve tekst door de tekst. Zoals de hüttenkäse waaraan Desy verslaafd is (Ruziezoekertjes 17). Of dat Desy vergeet het bier in te slaan, nr. 14. De haar in de klaargemaakte boterhammen voor op het werk, nr. 67. Of de uitgedroogde waterverdampers voor op de radiators van de verwarming. Desy weigert ze te vullen, nr. 37.

Allemaal heerlijke voorbeelden die zeker herkenbaar zijn in elk huishouden. Of ze je ergeren, is een ander verhaal. Nico Dorlas maakt zich werkelijk overal druk om. Al is zijn liefde voor Desy soms groter dan de ruziezoekertjes. In de dag uit het leven van Nico Dorlas die je bij het lezen van Kwaadschiks meekrijgt, vraag je je af waarom Desy hem niet eerder heeft verlaten.

Wat een ellende. Vooral veroorzaakt door Nico’s niet te stillen dorst naar alcohol. Het brengt hem in gigantische ellende. Of zoals een oud rapport uit het Pieter Baan Centrum dat vaak geciteerd wordt: het maakt Nico tot een theatrale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. Voor de lezer is het geen raadsel. Vooral bij de hoofdpersoon zelf lijkt het moeilijk door te dringen.

A.F.Th. van der Heijden: Kwaadschiks. Amsterdam/Antwerpen: De Bezige Bij, 2016. Romancyclus: De tandeloze tijd 6. ISBN: 978 90 234 5813 5. Prijs: € 29,95 (paperback). 1280 pagina’s.Bestel

27 maart 2017

De schreeuw

Eigenlijk weet je het al als je het leest. Als in de proloog van Kwaadschiks hoofdpersoon Nico Dorlas koffie drinkt uit een bekertje met daarop een rudimentaire versie van Edvarde Munch’ De schreeuw. Dit is een Leidmotief in de roman. Dit onderdeel komt terug en niet alleen op bekertjes.

Cliënt draait het bekertje met De schreeuw naar de rechercheur toe. Het is misschien een aanzet tot het verbreken van zijn stilzwijgen, maar het opengesperde mondje brengt nog altijd geen geluid voort, ook niet op de wijze van een buikspreekpop. (18)

Zo zal het regelmatig terugkomen. Het schreeuwen, al dan niet in combinatie met het beroemde schilderij van de Noorse schilder. In Kwaadschiks is Nico Dorlas welbespraakt en drukt zijn agressie zich uit in een luid schreeuwen. Hij doet dit regelmatig.

De schreeuw is ook zo’n Leidmotief, net als de apneu met bijbehorend masker of de ruziezoekertjes. Ze geven het leesplezier van deze roman. De verteller laat de schreeuw op het bekertje terugkomen, maar ook op andere momenten. Zoals wanneer de verteller verhaalt over een voorval in een stiltegang in de vestingwerken van Naarden. Dorlas schrok zich rot toen hij de pumps van Desy hoorde:

Dorlas draaide zich om naar het monster dat uit louter herrie bestond. Volgens Desy, later, zag hij er op dat moment uit als de gillende figuur van Munch – de monde wijd opengesperd, de handen tegen het hoofd geperst. (1047)

Hiermee legt de verteller de link met het schilderij op de koffiebekertjes van het kantoor. Ook de opengesperde mond, legt weer een verband met het apneumasker. Zo komt alles samen en creëert de verteller een wereld waarin alles volmaakt aan elkaar verbonden is.

Bekijk ook het filmpje over De Schreeuw en Kwaadschiks

A.F.Th. van der Heijden: Kwaadschiks. Amsterdam/Antwerpen: De Bezige Bij, 2016. Romancyclus: De tandeloze tijd 6. ISBN: 978 90 234 5813 5. Prijs: € 29,95 (paperback). 1280 pagina’s.Bestel

26 maart 2017

Zoals de oude zongen... Concert van Bram Beekmans leerlingen

Een concert van 4 leerlingen van Bram Beekman. Samen spelen Tannie van Loon, Wouter van der Wilt, Jan Willems en Gerben Mourik op het De Rijckere-orgel in de Oostkerk te Middelburg. Op dit orgel is Bram Beekman bijna 20 jaar organist geweest. Hij overleed vorig jaar en met dit concert herdenken en eren ze hun leermeester.

Ik ken Bram Beekman vooral van de Bach-serie die hij in de jaren 1990 voor Lindenberg op cd zette. Hij bespeelt hierin een groot aantal barokorgels. Zijn stijl heel secuur en degelijk. Soms op het saaie af, maar na jaren luisterend speelt hij vooral heel doorzichtig.

Een fuga wordt bij hem nooit een show, maar blijft tot het einde maatvast en helder. Geen spektakel met 32-voeten of overdadige klavierwisselingen. Alleen als het nodig is en nooit meer.

Dat is meteen ook het bijzondere aan het De Rijckere-orgel. Toen Bram Beekman in 1990 aan de Bachserie begon was hij organist in Vlissingen. Aan het eind van de serie begon hij in Middelburg. Een historisch instrument van een Vlaamse bouwer. Een flink orgel en heel rijk versierd.

Orgel=Büchlein

Niet echt barok, meer iets voor muziek van de zonen van Bach en Mozart. Iets meer galant. Al vind ik persoonlijk de koralen uit het Orgel=Buchlein uitgevoerd door Bram Beekman op dit orgel in 2010 mooier dan de opname die hij bijna 18 eerder maakte in Vollenhove voor de Bach-serie. Bij het concert van zijn leerlingen hoor ik ook veel Bach, waaronder het koraalvoorspel ‘Ich ruf zu dir’ uit hetzelfde Orgel=Büchlein.

De 4 leerlingen laten ook een andere kant van Bram Beekman horen. Die van improvisator en componist. Ik heb Bram Beekman een paar keer gehoord, zoals bij de presentatie van het eerste deel van de Bach-serie in de Laurenskerk te Rotterdam. Bij een concert in de Oude kerk van Veenendaal improviseerde hij en speelde enkele van zijn Valeriusliederen. Een verrassende stijl waarbij mij de fraaie harmonisaties vooral zijn bijgebleven.

Vroegmodern klankidioom

Ook bij het concert van zijn 4 leerlingen, hoor ik deze kant van Bram Beekman. Harmonisch doorwrocht, niet angstig voor een hedendaags akkoord, maar wel passend. Of zoals hij zelf weleens aangaf in interviews, een vroeg-modern klankidioom.

Veel vind ik terug bij zijn 4 leerlingen Tannie van Loon, Wouter van der Wilt, Jan Willems en Gerben Mourik. Stuk voor stuk bezig met een zorgvuldige interpretatie. Maatvast, niet bang om een pittig werk ter hand te nemen en stilistisch ijzersterk.

Geen grootse effecten

Geen grootste effecten, maar mooi aangezet en zorgvuldig geregistreerd. Eerlijk. Speel maar gewoon, dan speel je al gek genoeg. Dat terwijl dit orgel allerminst helder en duidelijk is. Het dreigt soms te versmelten in wolligheid. Het vraagt om zorgvuldig spel.

Het is een instrument dat veel aandacht vraagt van speler en toehoorder. Dat leer ik van dit concert. En ik denk bij het horen van deze 4 leerlingen op het orgel: wat zou Bram Beekman ervan hebben gevonden…

25 maart 2017

Waar let ik op bij het lezen? - #50books

Lezen is een heerlijke bezigheid. Ik kan vooral genieten van romans waarin bepaalde aspecten later weer terugkomen. Niets is voor niets. Dat ervaar ik bijvoorbeeld bij de romans van Van der Heijden. Alles komt terug, is met elkaar verbonden en dient het grote verhaal.

Dat spel met het verhaal ervaar ik als het spel met de lezer. Als de hoofdpersoon in het eerste hoofdstuk iets in zijn zak stopt, dan moet dat voorwerp in zijn zak verderop terugkomen. Het mag niet zo zijn dat dit in zijn zak blijft zitten of zelfs zonder notitie opeens verdwenen is. Dat hij bijvoorbeeld met lege zakken zit, terwijl hij toch duidelijk dat muntje in zijn zak heeft gedaan.

Van der Heijden stelt daarin niet teleur. In zijn laatste roman, die immens dikke Kwaadschiks stopt de hoofdpersoon een wodkafles in de spoelbak van de wc. Je weet als lezer dat deze gaat terugkomen. In dit geval is het een beetje een teleurstelling. Ik had er iets meer van verwacht, maar hij komt terug.

Dat geldt ook voor allerlei andere kleine en grote dingen. De verteller spreekt veel over apneu en het CPAP-masker. Dat dit apparaat eigenlijk een omgekeerde stofzuiger is en Dorlas senior toevallig altijd stofzuigerverkoper is geweest. Het is geen toeval. De geconstrueerde wereld van de roman mag geen toeval kennen. Het is een eigen wereld waarin de verteller de touwtjes in handen heeft.

De lezer mag die wereld zien en er telkens nieuwe dingen in ontdekken. Zoals in een mooi schilderij waar je steeds weer iets nieuws kunt ontdekken. Het draait om de compositie, maar net zo goed om de details en de schoonheid hiervan. Aspecten die voor mij het lezen tot een vreugde maken.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Dit jaar neemt Martha het weer over. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

24 maart 2017

Hoe ik mijn verjaardag vierde - #fietsvakantie

De dag van vertrek liet ik een beetje afhangen van het weer. Maar daardoor dreigen we nog op vakantie te zijn als ik jarig ben. ‘Maar dan vier je toch gewoon je verjaardag waar je dan bent’, zei Inge.

En ze heeft gelijk. We staan dus op de camping vlakbij Langeveen. Inge komt vandaag langs. Ze komt rond lunchtijd heeft een hartige taart gemaakt met veel sla erbij.

Het blijkt inderdaad best ver te liggen. Ze doet er ruim anderhalf uur over om te komen. Het belooft een warme dag te worden. Wij zitten in de schaduw. Inge heeft haar eigen stoel meegenomen en gaat lekker in het zonnetje zitten.

De konijnen houden zich een stuk koester dan vannacht. Het is veel te warm om je druk te maken. Even later rijden we weg naar Ootmarsum. We gaan naar het buitenmuseum Los Hoes en daarna gaan we iets zoeken om gezellig te eten.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

21 maart 2017

Apneu

A.F.Th. van der Heijden integreert in zijn romans vaak dingen die hem zelf overkomen. Zo heeft hij in de Movo tapes stilgestaan bij een voetblessure waar hij een tijdje zelf ook last van had.

In de roman Kwaadschiks behandelt Van der Heijden zijn eigen slaapstoornis. Het snurken van hem, bleek apneu te zijn en hij is er succesvol voor behandeld. Ik schreef er eens een blogje over dat is overgenomen door de Apneu-vereniging.

Natuurlijk maakt Van der Heijden de apneu tot meer dan een Leidmotief in zijn roman Kwaadschiks. In het verhaal lijdt de hoofdpersoon
Nico Dorlas aan apneu. De verteller legt een link met de adem die regelmatig stokt bij de hoofdpersoon en zijn karakter:

Persoonlijk concludeerde Dorlas dat er een verband moest bestaan tussen de dwang zijn adem in te houden en zijn geheime behoefte aan wellustig stilzwijgen, aan langdurig stommetje spelen. En dat terwijl jusit het chronische zuurstoftekort voor de gruwelijkste stemmingswisselingen zorgde, met alle verbale en fysieke uitbarstingen van dien. Dorlas ontdekte dat hij de vleesgeworden vicieuze cirkel was, een uit zichzelf voortrollend rad omstuwd door aasvliegen. (163)

Hij krijgt hiervoor een beademingsapparaat met een bijbehorend masker, een CPAP. Het bedrijf RescAirdat het levert, draagt als logo een zeepaardje. Het verwijst naar de omgekeerde stofzuiger, die lucht blaast in plaats van zuigt.

Het verandert in een steeds groter en tragischer voorwerp, waarbij Nico Dorlas het masker ook gebruikt om zich achter te verschuilen. Het wordt steeds extremer in dit boek van Van der Heijden. Het apparaat meet zelfs de proporties aan van een voorwerp om mee te moorden.

Zoals hoort bij een roman van Van der Heijden, is de apneu een prachtig Leidmotief dat door het hele verhaal is verweven.

A.F.Th. van der Heijden: Kwaadschiks. Amsterdam/Antwerpen: De Bezige Bij, 2016. Romancyclus: De tandeloze tijd 6. ISBN: 978 90 234 5813 5. Prijs: € 29,95 (paperback). 1280 pagina’s.Bestel

20 maart 2017

Kwaadschiks

Hoofdpersoon van de nieuwe roman Kwaadschiks is Nico Dorlas. Hij heet niet naar Nicolaas, maar naar Nicodemus, de Farizeeër uit het nieuwe testament die Jezus ’s nachts stiekem opzoekt. Niemand mag weten dat hij de Messias bezoekt. Dat geldt wat minder voor Nico Dorlas. Hij laat zich overduidelijk overal gelden. Wel doet hij veel in het geniep en vooral ten bate van zichzelf.

Nico Dorlas werkt als creatief brein bij het gerenommeerde reclamebureau Battjes & Partners in Amstelveen. Zij hebben onder meer de beroemde leus van de bierbrouwer Heineken bedacht. Na een avond brainstormen vol drank besloot de bierbrouwer het idee op zijn naam te schrijven, maar het kan heel goed zijn dat Nico Dorlas de leus heeft bedacht.

De 47-jarige hoofdpersoon leidt aan apneu. Hij gebruikt hiervoor een speciaal apparaat ’s nachts, een CPAP-apparaat, met een bijzonder masker. Hij doet dit op om genoeg zuurstof binnen te krijgen. Zijn vrouw Desiree, onderwijzeres op een lagere school, is dan allang in een andere kamer gaan liggen. En dat komt niet alleen vanwege het gesnurk.

Het apparaat werkt als een omgekeerde stofzuiger. Het maakt de innerlijke wereld in deze bijzondere roman van A.F.Th. van der Heijden nog meer bijzonder. Nico Dorlas’ vader is namelijk handelsreiziger in stofzuigers geweest. Hiermee is de cirkel in de roman rond. De verwijzingen zijn nog niet over. Zo komt het toneelstuk Death of a Salesman van Arthur Miller regelmatig terug.

De verwijzingen houden niet op. Zo verwijst de verteller naar de film The Elephant Man uit 1980 om de angstaanjagende verschijning van het masker te benadrukken. Of naar het zeepaardje, het logo van het beademingsapparaat. Daar zie je ook een masker in. Beelden en vergelijkingen die om elkaar heen kronkelen door het hele verhaal.

Of zoals de romanheld Nico Dorlas het zelf uitdrukt: zijn ziel komt uit de kast. Hij moet doen wat hij wil en kiezen voor de liefde.

Het onopgeloste GOEDSCHIKS/KWAADSCHIKS zou voor altijd als een twee-eiige Siamese tweeling, verwikkeld in een tweekoppige burgeroorlog, blijven proberen zichzelf uit elkaar te scheuren, en Dorlas zou eroverheen struikelen, net zo lang tot hij in de half vergroeide lichaamsdelen verstrikt raakte.
[…]
Het geheim van zijn poging tot herstel lag in de juiste mate van vernietiging. Als hij in zijn opzet slaagde, zouden de poorten naar de Domeinen opengaan. Het monster de Stem zou verslagen zijn. (743)

Hij kiest voor de variant met kwaadschiks met alle gevolgen van dien. In nog geen 24 uur voltrekt zich een heus drama voor het oog van de lezer, Nico Dorlas slaat helemaal door.

Een roman als Kwaadschiks is daarmee niet zwaar om te lezen. De intriges waaruit het verhaal is opgebouwd, geven je als lezer een spanning die misschien alleen maar bij het lezen van een thriller te evenaren is.

Bekijk mijn vlog over Kwaadschiks

A.F.Th. van der Heijden: Kwaadschiks. Amsterdam/Antwerpen: De Bezige Bij, 2016. Romancyclus: De tandeloze tijd 6. ISBN: 978 90 234 5813 5. Prijs: € 29,95 (paperback). 1280 pagina’s.Bestel

De komende dagen blog en vlog ik over dit 6e deel uit de Tandeloze tijd van A.F.Th. van der Heijden.

19 maart 2017

Bijna 1300 pagina's in 1 week

Een hele operatie zou het worden: het lezen van de nieuwe pil van A.F.Th. van der Heijden. Kwaadschiks, het 6e deel uit de cyclus De tandeloze tijd. Ik verheug me er al op sinds ik de eerste aankondiging las dat het boek zou uitkomen.

Daarom reserveerde ik het boek bij de bibliotheek. Al vreesde ik dat de 3 weken leentijd te kort voor mij zou zijn. Het nieuwe boek telt immers 1280 pagina’s. Dat is een aardige leeskluif! Een flink werkje om te doen in zo’n korte tijd.

Zo begon ik op zaterdagavond nadat ik het boek had opgehaald bij de bibliotheek. Ik werd onmiddellijk meegenomen in dit verhaal. Het grijpt je meteen bij de kladden en laat je dan ook niet meer los. Je kunt je moeilijk lostrekken uit dit verhaal. Het zijn de kleine beetjes van het verhaal die prachtig gedoceerd worden.

Bijvoorbeeld op het moment dat Desy haar vriend Nico Dorlas – ‘de man met wie ik samenwoon’ – in de steek laat. Ze belt de ambulance. Zij kennen haar goed. Ze belt vaker om te vertellen over hoe Nico zich in een coma gezopen had of het – meestal daaraan verbonden – huiselijke geweld. Bij de ambulance noemen ze het vaak: ‘Een gevalletje verhaal kwijt moeten.’

Ook deze dag belt ze op. Om de ambulancebroeders te waarschuwen. Ze geeft met dit belletje een korte samenvatting van Kwaadschiks: alle stoppen slaan door bij Nico Dorlas.

‘Mevrouw Harthoorn, wat kan ik voor u doen?’ Bijna had de centralist gevraagd: ‘Is het weer zover’ Maar een dergelijke directheid, dat was tegen de instructies.
‘Mijn man… mijn vriend…’ Ze begon te huilen, of huilde steeds al. ‘De man met wie ik samenwoon… eh…’
‘… heeft u molest aangedaan.’
‘Nog niet. Hij kan elk moment uit z’n dak gaan.’ (195)

En dat is nog voorzichtig uitgedrukt. Nico Dorlas gaat gigantisch uit zijn dak in Kwaadschiks. Het wordt van kwaad tot erger en bewust zet Nico alles op alles in om alles stuk te maken. Of zoals de romantitel het zegt: kwaadschiks!

Daarom is het – tot mijn eigen stomme verbazing – gelukt om dit boek in 9 dagen tijd te lezen. Het verhaal is gewoon te spannend om weg te leggen. Tegelijkertijd bevat het zoveel elementen waarmee Van der Heijden in eerdere delen uit deze cyclus ook speelde.

De prachtige vergelijkingen, de beeldrijke taal en vooral de ontwikkeling van het verhaal. De opbouw is lovenswaardig. Hij weet je mee te nemen in de ontwikkeling van het verhaal. Niets is overbodig, alles hangt met alles samen. Als je ergens leest dat de hoofdpersoon een halfvolle wodka-fles in de stortbak van het toilet stopt, dan weet je dat die ooit ergens zal terugkomen. In dit geval kost het 800 pagina’s voordat je erachter komt. Maar je komt het te weten.

En dat geldt voor alles! Het draagt allemaal bij aan een ultieme leeservaring. Zo ultiem dat ik niet eens het idee heb dat ik bijna 1300 pagina’s in iets meer dan een week gelezen heb.

A.F.Th. van der Heijden: Kwaadschiks. Amsterdam/Antwerpen: De Bezige Bij, 2016. Romancyclus: De tandeloze tijd 6. ISBN: 978 90 234 5813 5. Prijs: € 29,95 (paperback). 1280 pagina’s.Bestel

De komende dagen blog en vlog ik over dit 6e deel uit de Tandeloze tijd van A.F.Th. van der Heijden.

18 maart 2017

Een halfuurtje voor het slapen - #50books antwoord vraag 11

De boekenvraag van deze week: wat is je favoriete leeshouding? Eigenlijk maakt het niet zoveel uit waar ik lees. Als ik meegenomen word door een boek, dan kan ik overal lezen. Het gebeurt niet altijd en dan ben ik snel afgeleid. Ik kan dan heel weinig hebben.

Een televisie die te aanstaat of muziek op de achtergrond. Onderbroken worden tijdens het lezen of alle andere vormen van afleiding die mij van het boek weghouden. Ik moet ervoor waken dat het gebeurt.

Het mobieltje is ook zo’n verleiding dat je zoveel mogelijk moet vermijden en ver moet wegleggen. Zoek vooral niks op tijdens het lezen, want voor je het weet ben aan het googlen in plaats van lezen.

Daarom geniet ik ontzettend van het halfuurtje voor het slapen gaan in bed. Lekker met een boek bij me. De dikke pillen liggen wat minder comfortabel, maar dan nog lees ik heerlijk met deze veel te dikke boeken.

En zo verslind ik boek na boek. Op het nachtkastje ligt altijd een boek klaar, want het kan ook heerlijk zijn als je de slaap niet kan vatten, nog een eindje verder te lezen. Al weet ik dan ook dat het de slaap vaak niet oproept. Dan is het boek veel te mooi om weg te leggen…

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Dit jaar neemt Martha het weer over. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

17 maart 2017

Konijnen - #fietsvakantie

Het gras is één van de lekkerste dingen op een camping. Heerlijk met je blote voeten in het gras staan. Over de hele dag voelt het gras anders aan. Het dauw van de nacht maakt het gras vochtig. Als je er doorheen loopt voelt het anders nat dan wanneer het regent.

De aanraking van de vochtige grassprieten kietelt een beetje en voelt niet helemaal nat. Totdat je meer stappen zet, dan worden je voeten langzaam maar zeker helemaal nat.

Op deze camping lopen konijntjes rond. Overdag blijven ze dicht bij de boomhagen. Maar ze zijn ook ’s nachts actief. Vanaf mijn matje hoor ik het geknaag van de konijnen. Ze bijten de grassprieten los en daarna kauwen ze erop.

Als ik ’s nachts eruit ga, de voeten over het vochtige gras, huppelen een paar konijnen weg. Ze gaan dag en nacht door met het eten. De volle maan laat het mij goed zien. En ik geniet vooral van de rust. Heel in de verte hoor je een auto langsrijden. Maar verder niks.

Als ik weer in bed lig, hoor ik een uil roepen. Als hij de konijnen maar met rust laat…

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

14 maart 2017

Op zoek naar de kiwi

We zoeken de kiwi van vogelpark Avifauna. Hij zit verborgen in het nachthok. In deze donkere ruimtes wordt de nacht nagebootst. Bij de ingang van het verblijf zit de torenuil heel trots op het torentje. Hij staart wijs in onze richting. Of hij slaapt of wakker is, weet je eigenlijk niet. Hij heeft de ogen open, maar is verder heel stil.

We stappen het hok in. Het is stikdonker en ik zie wel wat bewegen. Als we er met z’n allen naar kijken, ziet Inge precies op dat moment achter ons iets wegschieten. Misschien is het de kiwi, maar of hij het echt was, zullen we nooit te weten komen. Helaas.

De roofvogelshow wat later, is bijna net zo indrukwekkend als de eerdere show met de papagaai-achtigen. Hier zie ik een gier uit Egypte, in de weer met een ei. Ik heb het beeld laatst in een presentatie gebruikt als metafoor voor een ontbijt met een eitje.

De gier, de arend en de wouw. Ze vliegen over ons heen. Het maakt veel indruk. Alleen de verrassing om de beesten echt te zien vliegen alsof je in de tropen bent. Dat gevoel is wat minder sterk aanwezig bij deze show. Misschien zijn we net verwend, maar het moment dat de ara’s uit het hok kwamen en in onze richting kwamen. Dat gevoel, is onvergetelijk. Wat een prachtig beeld!

Dit is het laatste deel van een 3-delige serie over het vogelpark Avifauna. We zijn er vorig jaar september geweest.

13 maart 2017

Vogelshow in het zonnetje

Daarna lopen we om de andere kant van de vijver terug naar het park. Genieten van de rode panda’s die heerlijk in het zonnetje liggen, hoog in de boom. Ze kijken soms verstoord op, om daarna met hun neus weer in hun vacht te kruipen.

Het is wel tijd voor de lunch. Naast de paar broodjes die we bij ons hebben, nemen we ook wat patatjes en een kroketje. Onderwijl praten we over alles en niks. De tijd goed in de gaten houdend, want straks begint de grote vogelshow in het midden van het park.

Het is al druk op de tribunes van vogelpark Avifauna. We vinden een mooi plekje en gaan er zitten in het warme najaarszonnetje. Je zou niet denken dat dit het laatste weekend van september is. We weten niet goed wat we hier nu van kunnen verwachten, maar het is overweldigend.

Vanaf het moment dat de hokken aan de overkant van de vijver opengaan, kijk ik met grote ogen wat er hier gebeurt. De grote ara’s vliegen over. De lange staarten achter zich aan. Net als de neushoornvogel of de vele gele parkieten. Wat een schoonheid. Dit is echt genieten en we krijgen er nog een leuk lesje bij ook.

Ze vliegen allemaal langs. Sommige krijsen, anderen volgen gedwee de instructies op van de presentatoren. Alles vliegt en komt langs. Tot en met het bijzondere vogeltje dat de muntjes in ontvangst mag nemen voor het goede doel. Hij weet ze behendig in de collectiepot te stoppen. Alle reden om na afloop contant te betalen.

Dit is het 2e deel van een verslag van een bezoek aan Avifauna, september vorig jaar. Lees morgen het laatste deel.

12 maart 2017

De vogels van Avifauna

We gaan een dagje naar het vogelpark Avifauna in Alphen aan de Rijn. Mijn moeder kon kaartjes krijgen. Omdat we op haar verjaardag in Aviodrome gratis binnenkonden, krijgen wij dit bezoekje aan het vogelpark. Bovendien zijn we allemaal gek op vogels. Een heerlijke traktatie aan het eind van de zomer.

Het mooie weer is een enorme kers op de appelmoes, om in ‘Van de Valk’-beeldspraak te blijven. We zijn erg nieuwsgierig naar de vele vogels die het park herbergt. Niet alleen bijzondere vogelsoorten, maar ook bijvoorbeeld een grote kolonie ooievaars, net als de wilde aalscholvers en talloze kauwtjes die in het park te vinden zijn.

Al bij binnenkomst worden we enthousiast onthaald door vrijwilligers die tekst en uitleg geven over de vogels. Vandaag is het de dag van de kasuaris, een vogel met een buitengewoon bijzondere kop, het lijkt of er een helm op geplakt zit. Net als de vlijmscherpe klauw, een dolknagel, aan de poten waarmee het dier dat op Nieuw-Guinea leeft, heel goed zijn vijanden te lijf kan gaan. Het dier is lastig te zien. Hij leeft alleen, ze vliegen elkaar anders te lijf. Vandaag houdt hij zich verborgen achter een schotje.

We lopen naar de grote vijver achter, een groot helofytenfilter. Daar is een mooie groep pelikanen en flamingo’s te bewonderen. Net als een paar oude ooievaars. Er hangen bordjes bij die vertellen dat de dieren misschien ongezond ogen, maar ze zijn gewoon oud en mogen hun laatste dagen hier in het park slijten.

We lopen achterlangs de vijver om naar het voeren van de halfapen te gaan kijken. Het is nog niet zover, maar de apen zijn duidelijk te zien al best zenuwachtig. Er zijn ringstaartmaki’s en rode vari’s in dit gedeelte van het vogelpark.

Terwijl we daar op een laag hekje gaan zitten, komen de ringstaartmaki’s dichterbij. De bordjes verbieden om ze aan te halen. Het valt daarom ook best op dat ze zo dichtbij komen. Ze zijn geïnteresseerd in de tas van mijn vader, maar komen even later ook naast ons zitten. Er zit er zelfs eentje even op schoot bij Inge. Ze krijgt zelfs de kans om een leuke selfie te maken. Zo behendig als hele apen is deze ringstaartmaki gelukkig niet. Hij pakt niet brutaal het mobieltje af om er mee te gaan spelen.

De toelichting die de verzorger even later geeft is verhelderend. Ze zijn zo tam omdat ze niet aangehaald worden, blijkt. De kolonie bestaat alleen uit mannen. Alleen de kroonmaki’s bestaat uit een stelletje. Het mannetje verdedigt zijn wijfje tegen alle aanwezige halfapen.

Dit is het 1e deel van een verslag van een bezoek aan Avifauna, september vorig jaar. Lees morgen het 2e deel.

11 maart 2017

Tubantia

Jan Cremer is in zijn roman Fernweh ongenadig naar een aantal Twentse kopstukken. Zo moet de directeur-hoofdredacteur van Tubantia, Houwert, eraan geloven.

Cremer schrijft dat zijn vader niet tegen de halfslachtige houding van Houwert tegenover de bezetter kan. Daarom ontaardt het in een knetterende ruzie tussen de 2 Twentenaren. En dat komt niet goed meer.

Waar ikzelf zo’n dertien jaar later nog mee te maken krijg. Op de advertentie in Tubantia ‘Leerling-journalist gevraagd’ heb ik gereageerd, ik ben vijftien, en na een sollicitatiegesprek en een persoonlijke rondleiding door de drukkerij met de enthousiast geworden heer Houwert word ik aangenomen. (178)

Hij mag maandag beginnen, maar de volgende dag moet hij toch nog even langskomen. Daar krijgt hij de vaag van de directeur-hoofdredacteur: ‘Heet jouw vader toevallig ook Jan?’

Het antwoord laat zich raden en Jan Cremer kan fluiten naar deze functie.

Ik heb de zoon van deze Houwert gekend. Hij bestierde toen de burelen van Wegener. Een heuse krantenman, maar wel met een vergelijkbare norsheid over zich. En of hij zou heulen met de vijand? Dat durf ik niet te zeggen.

Jan Cremer: Odyssee, Fernweh. 1e deel uit de Odyssee-cyclus. Amsterdam, Antwerpen: De Bezige Bij, 2016. ISBN: 978 90 234 9982 4. 288 pagina’s. Prijs: € 19,99. Bestel

10 maart 2017

Smoezelig - #fietsvakantie

Het valt toch een beetje tegen hoe we uiteindelijk weer een stuk moeten terugfietsen om een camping te vinden. We passeren weer het water waarop de dikke groene drab drijft.

Dan komen we weer uit bij de doorgaande weg tussen Tubbergen en Langeveen. Pakken de lange kaarsrechte weg. De tijd begint te dringen. Altijd weer een speurtocht naar die verborgen camping.


Deze boerencamping ligt heel mooi. Alleen is er niemand als ik mij aanmeld. Ik beland bij het huisje van opa en oma. Een oude man in smoezelige kleding loopt moeizaam naar een scootmobiel en gaat mij voor.

Dikke vetvlekken op zijn broek en zijn verwassen overhemd. Zo hobbelt hij ons op zijn elektrische vehikel voor op zoek naar een plekje. Eigenlijk mag ik hem overal neerzetten. Zo speuren we wat rond. Het grasveld ligt prachtig naar een berkenbos. Gaan we de tent naast de caravan met kinderen zetten of toch achter de laurierhaag?

Zo vinden wij een plekje achter de haag van laurierbomen. Snel tent opzetten, iets warm maken voor de avond. Allemaal nog net op het moment dat het licht is. De volle maan komt op boven de bomen waarop wij uitkijken. Verder is het helemaal stil.

Echt vakantie.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.

07 maart 2017

Verraad

In zijn roman Odyssee, Fernweh geeft Jan Cremer een indringend portret van de Tweede Wereldoorlog. Hij verliest in die periode niet alleen zijn vader, maar veel meer.

Zijn moeder, een Hongaarse dame van adel, lijkt ondanks haar huwelijk met Jan Cremer geen aanspraak te mogen maken op zijn bezittingen na haar mans overlijden. Aan het eind van de oorlog worden ze opgesloten in Kamp Scholten, als vermeende NSB’ers. De buren pikken alles in:

Toen we terug uit het kamp kwamen en waren leeggeroofd, liepen de kinderen van schoenmaker Nijhuis in mijn kleren, zijn vrouw in de jurken en jassen van mijn moeder, stonden delen van onze huisraad – de schemerlamp – in hun huis. (243)

Jan Cremer kan niet begrijpen dat je van naast buren kon pikken en het zonder schaamte open en bloot liet zien. Het verraad is groot en zijn moeder vergeeft het de buren nooit. Later maakt de slager aanspraak op het huis en raken ze van de ene op de andere dag dakloos. Het begin van een zwerftocht door de stad.

Het helpt zijn moeder niet om anders over haar overleden man en de Nederlanders te denken. Als Hongaarse van adel ziet ze de toestand waarin ze is terechtgekomen als een grote vernedering.

Als ze later de kans krijgt terug te keren naar haar geboorteland, ziet ze er op de laatste nipper vanaf. Het is opnieuw haar eer die haar tegenhoudt. Ze vindt dat ze als grande dame ontvangen moet worden.

Jan Cremer: Odyssee, Fernweh. 1e deel uit de Odyssee-cyclus. Amsterdam, Antwerpen: De Bezige Bij, 2016. ISBN: 978 90 234 9982 4. 288 pagina’s. Prijs: € 19,99. Bestel

06 maart 2017

Twente: land tussen Overijsselse Heuvelrug en Teutoburger Wald

Met liefde schrijft Jan Cremer over Twente. Is het in zijn debuutroman Ik, Jan Cremer juist de Twentse benepenheid die het moet ontgelden, in Odyssee, Fernweh is het de basis van waaruit vader Jan Cremer werkt. Hij keert na al zijn reizen altijd weer terug in Enschede om weer zijn diensten als elektricien aan te bieden. Al gooit hij gerust de winkel weer dicht om een paar maanden op reis te gaan naar Spanje of Syrië.

Jan Cremer schrijft dat zijn vader niet de voorkeur voor de zee heeft. Hij heeft liever vaste grond onder de voeten. Mogelijk ook veroorzaakt door zijn achtergrond. De Twentse bodem brengt hem naar het verlangen naar stevige grond en niet naar de onstuimige zee:

Opgegroeid immers in het lage land, tussen de Overijsselse Heuvelruge en het Teutoburger Wald was hij thuis in de dichte wouden voorbij Münster. Hij maakte daar dagenlange wandeltochten en logeerde dan in Hotel Drei Kronen in Tecklenburg. (132/3)

Tegelijkertijd zorgde het bij de oude Cremer wel voor een voorliefde voor de bergen. Hij hield niet van het vlakke land. Dat had zijn vader gemeen met Jan Cremers moeder: zij heeft nooit kunnen aarden in het kale en vlakke land en verlangde hartstochtelijk naar de heuvels en bergen van haar jeugd.

Jan Cremer: Odyssee, Fernweh. 1e deel uit de Odyssee-cyclus. Amsterdam, Antwerpen: De Bezige Bij, 2016. ISBN: 978 90 234 9982 4. 288 pagina’s. Prijs: € 19,99. Bestel

05 maart 2017

Verlangen naar de verte

Fernweh heet de nieuwe autobiografische roman van Jan Cremer. Het is het eerste deel uit een nieuwe cyclus onder de naam Odyssee. Jan Cremer schrijft hierin over zijn geschiedenis. Op zoek naar de verhalen over zijn vader en zijn moeder. De Twentse stad Enschede vervult hierin een belangrijke rol.

Op zoek naar zijn vader, wordt Jan Cremer de zoektocht moeilijk gemaakt door zijn moeder. Ze heeft veel van wat zijn vader achterliet, vernietigd. Zoals de vele foto’s van dames die Jan Cremer sr. bij zijn reizen ontmoette en op de plaat zette.

De beelden zijn er niet meer. Net als enkele manuscripten waarvan Jan Cremer zeker is dat ze hebben bestaan. Ze zijn er niet meer. Verwoest in de haat van zijn moeder. Zijn moeder die zich bedrogen voelt door zijn overleden vader.

De oude Jan Cremer is erg handig en woont weliswaar in Enschede. Hij heeft er later zijn eigen bedrijf als elektricien. Hij beheerst de nieuwe techniek buitengewoon goed rond de eeuwwisseling. In de wijde omtrek is hij bekend vanwege zijn handigheid met elektriciteit.

Jan Cremer is een grote vrouwenverslinder. Zijn zoon komt er op zijn zoektocht naar zijn vader heel wat tegen. Of ze van adel zijn of huishoudster, voor de oude Jan Cremer maakt het niet uit. Hij verleidt elke vrouw en heeft heel veel vrouwen lief. Het brengt Jan Cremers moeder tot wanhoop:

Stelselmatig heeft ze alles wat met Cremer te maken had vernietigd. Herinneringen werden met pek overgoten. Alles wa maar enigszins aan hem herinnerde verdween. (215)

Ondanks deze vernietigingsdrift weet Jan Cremer een mooi portret van zijn vader te geven in zijn boek Odyssee, Fernweh. Postuum krijgt zijn vader de aandacht die hij verdient. Het is een imponerende persoonlijkheid uit Twente. En wat vooral opvalt: zijn zoon lijkt heel erg op hem. De naam is niet het enige dat overeenkomt.

Jan Cremer: Odyssee, Fernweh. 1e deel uit de Odyssee-cyclus. Amsterdam, Antwerpen: De Bezige Bij, 2016. ISBN: 978 90 234 9982 4. 288 pagina’s. Prijs: € 19,99. Bestel

04 maart 2017

Blokje om

De ideeën zijn op en het schrijven loopt vast. Het wondermiddeltje in Almere is een blokje om op de fiets. En het avontuur houdt niet op als de avond valt. In het donker zie je veel meer dan je ziet. Het gordijn zit dicht, maar achter het gordijn gebeurt meer dan je denkt. Goed je oren open en je ziet opeens heel veel in het donker.

De duisternis is heel dichtbij in Almere. Daar hoef je niet lang voor op pad. Stap op een winteravond maar op je fiets en je waant je zo in de onbewoonde wereld. Je voelt je ontdekkingsreiziger en avontuur op nog geen kwartiertje fietsen van huis.

De duisternis trekt mij op deze winteravond uit de drukte van de stad. Als ik de busbaan oversteek, schrik ik best van het donker. Waar zit de bocht in het fietspad? Het lampje dat als een mijnwerkerslampje vastgeklemd zit aan mijn hoofd schijnt over het pad. Daar zit de bocht. Ik fiets iets langzamer onder de snelweg door over het fietspad langs het kasteel.

Best donker nog. De hemel boven mij is helder, maar de maan is er nog niet. Boven mij schijnt Venus als een kingsize ster. Het is onvoldoende om het donkere pad te verlichten. Er ritselt iets achter het hek. Het bos is hier onlangs uitgedund. Bij de snelweg is het helemaal kaal, het verkeer raast in een lichtmuur achter mij, maar de open plekken in het bos zijn bijna niet te zien. Het duister schrokt alles op.

Het bruggetje over, daar begint het kronkelpad. Het is koud. De bril beslaat bij elke ademstoot. Het lampje dat aan mijn hoofd zit vastgeklemd, schijnt vooruit. Niet veel meer dan een paar meter door de nachtelijke nevel. Het pad is bochtig. Iets vliegt weg boven mijn hoofd. Het klapwieken van vleugels.

Als ik over de open vlakte midden in het bos fiets, zie ik twee kleine lampjes midden op het veld terugschijnen. Zijn het reeënogen die mij terugkijken? De duisternis verklapt het niet. Ik moet door en zie nevel door mijn beslagen brillenglazen. Nog een paar bochten.

Ik hoor de weg al razen, zie de lichten tussen het kale bos schieten. Verder ben ik alleen. Ik kruis een bospad. Verderop nog een keer. Tot ik de straatlantaarns weer zie en het tunneltje neemt. Alweer rijd ik het donker in.

Gek idee dat de stad zo dichtbij, aan mijn voeten ligt. Ik fiets midden door het donkere woud, overal is natuur. Maar een klein stukje verder rijd ik zo weer de bewoonde wereld in. Hoe je maar een klein blokje om hoeft te rijden om je helemaal buiten te voelen. De reeënogen aan te kijken en de uilen te horen opfladderen. Een belevenis, zo dicht bij huis.

Terug langs de andere route. Het blokje om nadert het beginpunt. Een echt rondje door de duisternis van Almere is bijna compleet. Een eenzame brommer tuft over het pad. Een buidel licht om zich heen. Terwijl ik doortrap de duisternis uit, weer langs het kasteel, de lichtkolom van de snelweg tegemoet. Hoe snel je het avontuur dat je begonnen bent, weer achter je laat alsof je een boek weer sluit om morgen weer verder te lezen.

En dan alles opschrijven zodat de ervaring nog mooier wordt dan ze al is. Bij het schrijven speelt het verhaal zich weer voor je ogen af. In het donker, met de kou en de geluiden in je hoofd. Het maakt de belevenis compleet. De inspiratie is weer teruggekeerd in mijzelf.

Verhaal ingezonden voor de schrijfwedstrijd: Ultrakort verhaal gezocht van Literair Festival Schrijversblock Almere.

03 maart 2017

Heuvels - #fietsvakantie

Het zachtglooiende deel van Twente bij Ootmarsum en Tubbergen, is een feest voor het oog en heerlijk om doorheen te fietsen. We kopen bij de bakker in Ootmarsum een broodje en rijden over de heuvels door de fraaie houtwallen. Wat is dit genieten.

Langs de route roept een campinghouder of we vannacht niet bij hem willen slapen. Nee, we rijden nog even verder roep ik terug. Doris is al veel verderop begonnen aan de afdaling. De hooiende boeren, de warme zon en de gemoedelijkheid maken het tot een feest om hier te fietsen. Dit is genieten.

In Tubbergen zijn de voorbereidingen voor een heus paardenfestijn. Voor de kerk is een groot podium opgesteld waar straks een grote paardenshow zal zijn. Ik had eigenlijk even de kerk willen binnengaan.

Goede oude herinneringen aan hoe ik hier af en toe kwam om orgel te spelen. Vooral aan het kleine orgel in het transept koester ik mooie herinneringen. Maar het is nu te druk, we rijden via het landgoed de stad uit.

Het Noordoostelijke puntje van Twente is een groot langgerekt moerasgebied. Hier ligt op een smalle zandstrook het dorpje Langeveen. Ik ben er organist geweest en wil het dorpje dolgraag aan Doris laten zien, maar het wordt steeds later. De avond is al begonnen en eigenlijk moeten we een camping zoeken.

Dat vraagt Doris dan ook als we weer ergens verkeerd zijn gereden. Ik heb een camping in mijn hoofd voorbij Langeveen, maar dat kan nog wel meer dan een uur duren voor we er zijn. De dwaaltocht door Nordhorn heeft ervoor gezorgd dat we wat meer tijd zijn kwijtgeraakt.

Daarom keren we en kiezen een camping iets verderop. Het is toch nog een aardig stukje rijden, maar nog altijd minder ver dan doorrijden naar de plek waar ik heen wilde. Gelukkig haalt mijn dochter mij terug naar de werkelijkheid.

Fietsvakantie

In augustus maakten Doris en ik een mooie fietstocht door Nederland met als bestemming: Twente. Elke week op vrijdag schrijf ik een stukje over deze bijzondere fietsrit.