31 december 2014

De Avonden - Dag 10

‘Ik leef,’ fluisterde hij, ‘ik adem. En ik beweeg. Ik adem, ik beweeg, dus ik leef. Wat kan er nog gebeuren? Er kunnen rampen komen, pijnen, verschrikkingen. Maar ik leef. Ik kan opgesloten zijn, of door gruwelijke ziekten worden bezocht. Maar steeds adem ik, en beweeg ik. En ik leef!’ (Gerard Reve De Avonden, p. 222)

Leesdagboek De Avonden

woensdag 31 december, 10.36 uur

Ik leef!

Dag 10, de laatste dag. Het laatste hoofdstuk. Ik heb de honden uitgelaten en nestel mij heerlijk op de bank. De honden liggen op mijn schoot, over elkaar heen. Het dekentje erover en nu heerlijk lezen. De honden beginnen te snurken. Ik trek het dekentje weg bij de koppen zodat ze vrij kunnen ademen.

Het tiende hoofdstuk is het langste van allemaal. Het telt in mijn uitgave 45 pagina’s. Het is de dag waar bij de hoofdpersoon Frits van Egters alles loskomt. Dat de dag pas ’s middags om 14.30 uur begint met de constatering dat het een dag is als zaterdag, maar het is dinsdag.

Dat gevoel herken ik. Het ritme wordt aan het eind van het jaar met de kerstdagen en de jaarwisseling genadeloos door elkaar geschut. De laatste jaren was ik niet anders gewend dat ik de dagen tussen kerst en oud en nieuw vrij was. Die dagen was de universiteit namelijk gesloten en verbruikten we verplicht onze vrije dagen. Vorig jaar zat ik helemaal thuis dus vielen de feestdagen op doordat ik niet alleen thuis was.

Nu schieten de buurjongens hun vuurwerk af. In De Avonden worden welgeteld drie vuurpijlen afgevuurd. Rode vuurpijlen, maar Frits vindt ze meer een paarse kleur hebben. ‘Zoals het zilverpapier om de chocoladetorentjes, toen we klein waren.’ Hier knalt de ene knal na de andere. Eerst is er de lichtflits en dan de knal. Het zijn strijkers weet ik.

In het boek van Gerard Reve vormt Oudjaarsavond de climax en ook de anti-climax. De spanning heerst in het gezin. Moeder wil het goed doen. Ze bakt oliebollen, maar heeft zich een dure fles bessen-appelsap laten aansmeren. Terwijl ze zich eerder zo uit de naad heeft gewerkt met een heerlijk avondmaal, met als dessert gele vanillepudding met beschuiten, jam en chocoladehagelslag in lagen erin verwerkt.

Ook ik merk spanning zo in de uren voor de jaarwisseling. Inge wil testen of een spijker wel werkt op vuursteen en schiet met het metaal langs de steen die Doris vorig jaar op Texel vond. Er gebeurt niks. Het geeft alleen krassen. Ik bemoei me ermee. Dat moet ik niet doen. Het levert ergernis op. Ik vind het jammer van de steen en Inge wil graag laten zien dat het stukje steen in de tuin vuursteen is.

Het gedrag van Frits irriteert zijn moeder. Hij wil zijn fietsband plakken in zijn slaapkamer. Dat staat ze niet toe, want het geeft vlekken. Later is hij op zoek naar de krant van gisteren. Hij ziet zelfs dat zijn vader hem heeft, maar gaat nog even door om zijn ouders te jennen. Als hij uiteindelijk ’s avonds kort voor 12 uur iets tegen zijn vader wil zeggen, krijgt hij er enkel uit dat alleen mensen kunnen zingen. Dat bestrijdt zijn vader. Vogels kunnen ook zingen, mijn jongen.

Om na de nachtelijke wandeling door Amsterdam thuis te constateren dat hij leeft. En eigenlijk is dat ook meer dan genoeg. Ik leef! In deze tijd is het niet veel anders. Omringd door een internet dat alle vormen van informatie binnen handbereik brengt. Het huis met overal verwarmde kamers en in elke ruimte een nieuw vermaak. De vrijetijd die met de vrije zaterdag enorm is toegenomen. De weelde die ons omringt, de rijen voor de oliebollenkraam op de markt.

Maar er gaat niks boven die zelfgebakken oliebol en de constatering dat je leeft!

Een heel mooi nieuw jaar. Al mijn lezers. Bedankt.

Voor een uitleg over dit blogproject: lees de aanleiding

30 december 2014

De Avonden - Dag 9

‘Oude mensen zijn een plaag. Zodra ze moeilijk lopen, zich bevuilen, beginnen te klagen of aan tafel morsen-weg! Een slag achter de oren met een zware staaf en dan in de kalkput.’ (Gerard Reve De Avonden, p. 162)

Leesdagboek De Avonden

dinsdag 30 december, uur

Fictie en werkelijkheid

Verandert een boek als je er meer van te weten komt? Ik lees naast het boek zelf ook in de biografie van Nop Maas. Het gaat hierin over de werkelijkheid in De Avonden. Veel personages zijn gemodelleerd aan echte vrienden, of beter: vrienden van Gerard Reves broer Karel.

In Hoe word ik een beroemde schrijver schrijft Ilja Leonard Pfeijffer dat het werkelijke leven zich nooit leent voor een roman. De wonderbaarlijke dingen die iemand meemaakt, zijn slechts onder voorwaarde van verregaande manipulatie materiaal voor een roman. Daarom moet je bij het schrijven van een roman niet vanuit een verhaal denken, maar vanuit een constructie.

Gerard Reve doet dat ook in De Avonden verklapt Nop Maas. De fout die de biograaf maakt, is door uitvoerig naar de werkelijkheid in Gerard Reves roman te verwijzen. Daar zijn biografen gek op. Ook Gerard Reve gebruikt elementen uit de werkelijkheid als materiaal voor zijn roman. Dat hij hierbij schuift met de tijd, spreekt voor zich. Nop Maas doet bijna of het een zonde is. Zo werkt Frits van Egters op een kantoor en is Gerard Reve journalist bij Het Parool:

De avonden van 26 tot en met 31 decemer besteedde Reve tenminste gedeeltelijk aan het schrijven van zijn boek, terwijl Frits van Egters niets tot stand brengt.

De film De groene weiden waar Frits vandaag naartoe gaat, is de enige film die Gerard Reve in de laatste dagen van 1946 bezoekt. Hij heet in werkelijkheid anders, De grazige weiden. Alleen is het niet in de nachtvoorstelling van 30 december, maar op zondagochtend 29 december om half elf. In het boek ligt Frits op dat moment zijn roes uit te slapen.

De werkelijkheid in de roman is een andere dan de werkelijkheid zoals die zich aan de verschillende vrienden heeft voorgedaan. Het zou een leuk spel zijn om een boek of verhaal te schrijven vanuit een personage in De Avonden. Zo komen vrouwen er slecht vanaf in de roman van Gerard Reve. Ook irriteren de buitengewoon denigrerende opmerkingen over oude mensen andere personages in het boek.

Vandaag misdraagt Frits zich in zijn uitspraken over de die dag begraven opa van zijn vriend Jaap. Het irriteert vooral Jaaps vrouw Joosje. Ze zegt herhaaldelijk dat ze niet leuk zijn en vraagt of ze willen ophouden. Ze gaan natuurlijk door. Dat zit in de aard van Frits. En dan is het weer jammer dat biograaf Nop Maas daar niet zoveel over te melden heeft.

Het is leuk om al deze dingen bij het boek zelf te lezen, maar daarmee gaat ook veel leesgenot verloren. Het is een keuze en ik vind die lastig te maken. De wetenschap van allerlei dingen haalt de verbazing en verrassing weg. Dan wordt het een soort verhaal over de dingen die ik zou moeten zien en die ik van anderen heb. Terwijl een leeservaring vooral een persoonlijke ervaring is.

Dat overpeinzend zie ik vanuit het raam hoe een oude vrouw op haar scootmobiel stapt en wegrijdt. Een jongere man – haar zoon? – loopt eveneens het huis uit en gaat de andere kant uit. De scootmobiel is buiten mijn gezichtsveld, maar plotseling doemt het in de hoek van het raam weer op en rijdt in volle vaart achter de man aan.

En dan is opeens de opmerking van Frits van Egters over oude mensen helemaal niet zo verschrikkelijk.

Voor een uitleg over dit blogproject: lees de aanleiding

Vallen en opstaan

image

Het is donker als ik de trap opstommel. Ik ben vergeten dat ik op de traptrede een glad tijdschrift heb gelegd om mee naar boven te nemen. Op het moment dat ik uitglij, weet ik het weer. Daar ga ik. Ik val met het boek De val van Jakob Duikelman in de hand. Alle boeken, cd’s en de usb-stick in mijn hand vliegen door de lucht. Mijn scheenbeen klapt tegen de traptrede. Een pijn schiet door mijn been.

Ik voel mij misselijk worden. De wereld duizelt om mij heen. Even rustig zitten en het bloed weer naar mijn hoofd laten stijgen. Pas minuten later voel ik mij weer een beetje beter. Hoe kon ik dat tijdschrift op die vergeten? De duisternis heeft mij bedrogen en daar ging ik. Ik ben blij dat het zo is afgelopen.

Elke val is lullig. Even niet opletten, gewoon niet uitkijken of iets over het hoofd zien. Het kan zo fataal zijn. Zoals bij Jakob Duikelman in de debuutroman van Anne-Marieke Samson. Ze werkt als adviseur voor het ministerie van Veiligheid en Justitie vermeldt de achterflap bijna dreigend. Want het hoofdpersonage Jakob Duikelman werkt daar toevallig ook. Sterker nog: heel toevallig zit zij op zijn plek veel later in het boek.

Maar misschien verklap ik dan teveel, al vind ik dat er bij dit boek niets te verklappen valt. Als ik nu het einde zou vertellen, zou je toch nog omvallen van verbazing. Het is namelijk een boek waar je van de ene verbazing in de andere valt. Met Jakob Duikelman val je mee. Niets is wat het lijkt en aan het einde zit het toch weer anders in elkaar. Dan mogen krantenkop in kapitalen zich afvragen wie Jakob Duikelman in de val laat lopen. De lezer blijft verbaast achter.

Daarmee is de debuutroman zo’n boek waarbij je in het begin heerlijk geniet van de absurditeiten, maar gaandeweg wordt het toch een beetje te bont. Ik kon er niet meer zo van genieten en verloor mijn aandacht. Dat is het gevaar van zo’n boek dat echt waanzinnig is en met alles speelt. Vooral met de werkelijkheid neemt het een loopje.

Misschien is dat een veel grotere val. De val met de werkelijkheid. Ik voel in elk geval nog wel goed mijn zere been. Ook op mijn arm zit een lelijke schaafwond. Gevallen en gewond. Maar ik ben er nog en heb goddank twee goede longen.

Anne-Marieke Samson De val van Jakob Duikelman. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014. ISBN 987 90 295 8950 5. Prijs: € 19,95. 272 pagina’s.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over De val van Jakob Duikelman van Anne-Marieke Samson. We lezen dit boek op vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties.

29 december 2014

De Avonden - Dag 8

‘Ik voel me vandaag beroerd. Maar laat ons om ons heen zien. Sommige mensen worden reeds bij het begin van hun leven zwaar gestraft: zij worden als vrouw geboren. Frits van Egters, wijsgeer. Bladzijde tweeëntachtig.’ (Gerard Reve De Avonden, p. 140/141)

Leesdagboek De Avonden

maandag 29 december, 11.12 uur

Stoommanifestatie

Vroeg opgestaan vanmorgen. Ik kon niet meer slapen en loop daarom voor zonsopkomst langs de gracht met de honden. Daarna lekker onder het dekentje gekropen voor het lezen van De Avonden. De honden nestelen zich om mij heen. Het leesproject past zo goed bij de tijd van het jaar, maar kost tegelijk ook veel energie.

Ik vraag me af waar ik in vredesnaam aan ben begonnen. Elke dag weer een tekstje verzinnen bij wat ik gelezen heb. Een project dat zo mooi is als je eraan begint, maar dat je gaandeweg wilt opgeven.

Maar dan begin ik te lezen. Het is zondag in De Avonden, de ochtend van de kater bij Frits. Hij heeft een vreemde geur in zijn neus die er niet uit wil. Tenslotte gaat hij er maar op uit en bezoekt Bep.

Hij weet haar de angst aan te praten dat ze daar alleen in het huis zit. Ook heeft hij opmerkingen over haar been met vlekken. Hij neemt haar wollen speelgoedkonijn mee dat hij mag lenen. Het beest mag een paar weken bij hem logeren.

Het konijn is wereldberoemd geworden vanwege zijn glorierijke rol in het boek. Het is later geschonken aan het Letterkundig Museum in Den Haag. Zo vermengen werkelijkheid en fictie zich eindeloos in dit boek.

Na het lezen gaat de DVD in de speler. Afgelopen weekend zag ik hem liggen bij de bibliotheek. Ik zie de beelden van de treinmanifestaties in 1989 in Utrecht. Ik zie de stoomparade waarbij ik ook op het perron van de posttrein stond. De stoomtreinen rijden in beeld die ik toen in het echt zag langstrekken.

Net als de locomotieven die aan elkaar gekoppeld met veel gefluit door het station Utrecht reden op weg naar de manifestatie. We hebben er verschillende keren op het perron van de posttreinen staan kijken naar al die stoomtreinen.

Gelukkig zoek ik in de middag ook mijn eigen heil. Ik fiets een rondje Lepelaarplassen en geniet van het prachtige licht. Wat een schoonheid levert dit jaargetijde. Het licht valt precies goed voor de mooiste beelden. De wereld is even van goud en voor ik het weet vergeet ik De Avonden.

Voor een uitleg over dit blogproject: lees de aanleiding

28 december 2014

De Avonden - Dag 7

Hij bleef een paar minuten staan om naar de stilte in huis luisteren. In de bewolking was een opening doorgebroken: bleek zonlicht viel nog juist over de huizen op de mat voor de kachel. (Gerard Reve De Avonden, p. 110)

Leesdagboek De Avonden

zondag 28 december, 10.25 uur

Stilte

We moeten best een beetje haasten om op tijd op het station te zijn. Ik hoor de trein al binnenrijden als ik de fiets op slot zet. Hollen om een railrunner te bestellen en dan weer rennen om op het perron te komen. Tutterende mensen voor ons op de roltrap. Hij staat al klaar voor vertrek. We stappen snel in.

Doris moet verschrikkelijk hoesten. Het is de koude lucht in combinatie met het rennen. Ze moet al een tijdje flink hoesten. We zoeken een plekje in de trein. Nee, in de stiltecoupe gaan we niet zitten. Maar als haar longen weer tot rust zijn gekomen en we op het rumoerige balkon zitten te lezen, gaan we toch bij de stiltemensen zitten.

Ik sla De Avonden openen. Frits luistert naar de stilte in de woonkamer. Het verhaal neemt me mee. Heerlijk zijn de redenaties van Frits. Hij gaat een avondje uit, maar doet eerst een dutje. Na het eten vertrekt hij naar zijn vriend Jaap. Viktor meldt zich eveneens en ze vertrekken.

Het kind Hansje, die een paar dagen eerder 1 jaar werd, laten ze alleen achter. Volgens vader Jaap is dat voor het kind het beste: zoveel mogelijk liefde, zo weinig mogelijk zorg. Als er brand komt, is dat overmacht. Waarschijnlijk zou het kind stikken voor het vuur er zou zijn.

In de gisteren bij de bibliotheek gehaalde biografie staat dat Jaaps vrouw Joosje (in werkelijkheid Mirjam Noorderbos) het alleen achterlaten van haar kind zich wel kwalijk nam.

Voor ik goed en wel bij het avondje uit ben, zijn we in Leiden. We stappen uit en lopen naar Naturalis. Het grote modderige stuk grond steken we over. De modder is hardgevroren en de plassen zijn veranderd in ijs. Op het gras ligt een uiterst dun laagje sneeuw dat net zo goed rijp zou kunnen zijn.

In Naturalis is het een drukte van belang. Kinderen gillen kriskras om ons heen en vliegen als heuse insecten in een wolk door de zaal. Ouders ontfermen zich niet over de drukteschoppers en ik heb het gevoel in een overdekte speelhal rond te lopen in plaats van in een museum. Overal gillen de kinderen, grijpen iets vast of turen er kort naar, en vliegen verder naar de volgende attractie.

Uit al die drukte verzamelen we onze eigen indrukken en gaan verder naar de volgende hal die soms drukker is en en een andere keer rustiger. De stenen vindt Doris erg mooi, net als de dinosauriërs en dieren uit de IJstijd. Het zijn stuk voor stuk attracties waar we even bij stilstaan.

Ik geniet het meeste van de kleine dieren als de vele soorten vlooien, luis, mijt en wants. Vergroot op een scherm veranderen ze in heuse monsters. Of de noten en bloesem van de Japanse notenboom op sterk water. Ze trekken niet de aandacht van al die kinderen. Misschien dat ik er daarom extra van geniet.

Als we in de trein terug zitten, kan ik het laatste deel van hoofdstuk 7 lezen, de zevende dag. Frits bezat zich en komt dronken thuis. Zijn ouders trekken zijn kleren uit en brengen hem naar bed. Het past goed in de lijn met zijn filosofie: je reinigt je lichaam door het eerst te vergiftigen.

Voor een uitleg over dit blogproject: lees de aanleiding

27 december 2014

De Avonden - Dag 6

Hij peuterde met zijn pink achter zijn kiezen. ‘Je hebt,’ dacht hij, ‘de adem als een lucht van beschimmelde oude jassen, die in azijn worden gekookt. Zeker. Dan de adem van iemand, die te veel harde eieren heeft gegeten. Maar het ergste is de lucht van iemand, die een dag heeft gevast. Dat is als bedorven melk of als boomschors, die in het water heeft liggen rotten. Jawel.’ (Gerard Reve De Avonden, p. 100)

Leesdagboek De Avonden

zaterdag 27 december, 10.38 uur

Perversiteiten

De regen verandert in natte sneeuw als ik naar de bibliotheek fiets. Op zoek naar de biografie van Nop Maas over het ontstaan van De Avonden en het voorleesboek waarin Gerard Reve zelf zijn debuutroman voorleest. De markt is verlaten. De paar kraampjes die staan, bevatten weinig publiek.

Het heeft iets treurigs. Zelfs bij de notenboer hoef ik niet te wachten. Er staan meer mensen achter de kraam dan voor de kraam. Ook de zalmkop voor de honden heb ik snel in mijn bezit. In de bibliotheek zijn eveneens weinig mensen. Ik trek een stapel nieuwverschenen boeken van de betreffende tafel. Over de ondergang van boekenketen Selexyz en oorlogsherinneringen van Guus Luijters. Ook vind ik een leuke dvd-box met fragmenten rond 175 jaar spoorwegen in Nederland.

Als ik op de bovenste etage op zoek ben naar de biografie van Gerard Reve overvalt mij plotseling een drang van binnen. Ik wil het toilet binnen. Op slot. Bijna gelijktijdig hoor ik het slot opendraaien. Een groezelige man stapt eruit. Een grote plastic tas waar meer afval dan etenswaar in lijkt te zitten, houdt hij in zijn hand vast. Uit de ruimte komt zo’n bedorven lucht dat ik er nog voor ik binnenstap weer naar buiten vlucht. Nog voor de man zijn handen heeft gewassen zak ik een etage lager om mij daar te verlossen van de drang van binnen.

Thuisgekomen gaat het hoofdstuk voor vandaag in de cd-speler. De sombere, diepe voorleesstem van Gerard Reve klinkt door de huiskamer. Vandaag heeft hij een kaartje voor de avondbioscoop, bestemd voor Viktor, maar die wil niet mee. Als hij later die avond aanklopt bij Louis om hem mee te vragen, zegt deze dat hij niet kan. Hij heeft Viktor op bezoek.

Bij de bioscoop treft hij Maurits, de aan lager wal geraakte man met één oog. De perversiteiten schieten over de bladzijden. Het begint met slechte adem, maar eindigt met het wurgen van jongetjes in het bos. Het is onduidelijk of het hier om humor of opwinding gaat. Het laatste is erg aannemelijk, maar misschien ben ik bevooroordeeld door de latere Gerard Reve.

Het klinkt door de mond van de schrijver gelijk anders, maar ik geniet. Bijna net zo als eerder deze morgen bij het lezen van het hoofdstuk van de dag. Hier kan weinig tegenop. Ik hoor weer nieuwe dingen waar ik waarschijnlijk overheen heb gelezen. Het is gewoon een prachtig boek. Zeker gelezen in deze tijd van het jaar komt zijn betekenis tot volle wasdom.

Voor een uitleg over dit blogproject: lees de aanleiding

26 december 2014

De Avonden - Dag 5

‘Het is een boom, die boom is in het huis. Dat is al iets bijzonders, iets aparts. Dan heb je kaarsen. Een kaars zie je zowat nooit, alleen eentje in de kelder, of voor als het licht stukgaat, maar nu zitten ze te branden in die boom. Denk je eens in. Ze branden-‘ (Gerard Reve: De Avonden, p. 91)

Leesdagboek De avonden

vrijdag 26 december, 11.14 uur (Tweede Kerstdag)

Kerstboom

Gisteren bij het gourmetten bij mijn ouders vroeg mijn zwager aan mijn neefje van 1 jaar waar de kerstboom stond. Hij wees met zijn knuistje in de richting van de boom en riep ‘Daar’.

De dag na het gourmetten is bij mij de inspiratie opgedroogd. Daarom laaf ik mij aan het boek van Gerard Reve. Vandaag is maar de stad ingegaan. Niemand is thuis. Zijn vader is naar Utrecht en zijn moeder houdt het thuis niet meer uit en gaat naar Den Haag. In de stad komt hij Maurits tegen, een louche figuur met een lap op zijn oog.

Die avond gaat hij bij Viktor langs. Hij wil een echte kerstboom zien, maar Viktor heeft er geen. Ze ouwehoeren er lekker op los. Frits leent het boekje De kleine zenuwlijder, handleiding tot een fatsoenlijk leven. Drie jaar terug vond ik de herdruk van het boekje voor een spotprijsje in de uitverkoop bij de boekwinkel.

Thuis hebben we niet altijd een kerstboom gehad. Mijn vader wilde het graag, maar mijn moeder hield het tegen. Zij was niet opgevoed met het Heidense voorwerp. Wie neemt er nou een boom in huis? Wel hing er in de adventstijd een adventskrans in huis. Elke nieuwe zondag voor kerst een nieuwe kaars aan en na vier weken brandde de hele krans tot na kerst. In huis hingen alleen takken.

Na een paar jaar kwam er toch een boom in huis. Met van die grote lichtjes. Die deden mijn vader denken aan de kaarsjes van vroeger. Mijn oma vertelde er weleens over. Dat ze er uit voorzorg een emmer water bij zetten. Er gebeurden vaak ongelukken en dan stond er een brandende fakkel midden in je kamer. Bij mijn grootouders was het gebleven bij een brandende tak.

Van mij hoeft het allemaal niet zo met die bomen in huis. Die echte bomen laten altijd enorme hoeveelheden naalden vallen. Daarom hebben wij een kunstboom in huis. Het dinge gaat op Nieuwjaarsdag gelijk weer naar zolder. En er branden van die kleine lampjes in. Vanmorgen zag ik dat we twee reservelampjes hebben. In een plastic zakje dat aan de stekker vastzit.

Voor een uitleg over dit blogproject: lees de aanleiding

25 december 2014

De Avonden - Dag 4

‘Kom in godsnaam tot de zaak,’ zei Frits, ‘zeg nu eerst in het kort wat er aan de hand is. Net als een krantenbericht. Eerst alles kort samengevat, dan het hele verhaal uitvoerig.’

(Gerard Reve: De Avonden, p. 61)

Leesdagboek De avonden

donderdag 24 december Eerste Kerstdag, 9.38 uur

Traditie

Het lezen van De Avonden op een feestdag als kerst is een bijzondere ervaring. Voor de drukte losbarst, sla ik het boek open. Het is nog ochtend. Ook de hoofdpersoon Frits van Egters ligt nog te draaien in bed. Hij ruikt onder de dekens en vraagt zich af of anderen zijn slaapgeur hetzelfde zouden ervaren.

Frits doet niet zoveel met kerst. Zijn ouders gaan ’s morgens vroeg al op pad en laten hem achter met een afgekoeld eitje en brood. Ik lees het terwijl ik een bakje cruesli met yoghurt wegwerk. Een vriend eet een hapje mee voordat ze naar de bioscoop gaan. Frits’ moeder maakt zich vooral druk over de sleutel van het kolenhok die verdwenen is en maakt ’s avonds voor het slapen gaan ruzie met vader.

Met kerst ruziemaken. Het schijnt dat rond de feestdagen veel frictie is. De plicht dat het gezellig is, drukt zwaar op het gemoed. Zeker als je daarvoor ook nog druk bent geweest. Het is niet altijd zo gezellig als de commercie wil doen geloven. Sommige mensen zouden met kerst het liefst in een holletje willen kruipen en er pas dagen later uitkruipen.

Ik heb ook weleens ruzie gemaakt met kerst. Het is een tijd met spanning en die komt er soms uit. Verwachtingen en verdriet vermengen zich en daar is het moeilijk afscheid van te nemen. De geborgenheid van vroeger is niet zomaar terug te halen. De wetenschap dat sommige dingen nooit zullen veranderen helpt dan om afstand te nemen.

De traditie biedt houvast, maar is ook heel beknellend. Het lijkt wel of er steeds meer tradities komen: elk jaar staan er weer kerstbomen, is er Serieus Request, de Top 2000 en All You Need is Love. Elk jaar is er De Avonden. Maar aan die traditie geef ik mij gelukkig niet elk jaar over…

Voor een uitleg over dit blogproject: lees de aanleiding

#WoT

Omdat deze kerst in de lijn ligt van het grotere De Avonden-project, is de #WoT verdreven naar dit plekje: Traditie. Wat vindt jij van traditie? Moet het, geeft het houvast of zou je het liefst aan elke vorm van traditie willen onttrekken?

24 december 2014

De Avonden - Dag 3

De droge straat fonkelde. ‘ Het is net of er stukjes glas in de stenen zitten,’ dacht hij.

(Gerard Reve: De Avonden, p. 47)

Leesdagboek De avonden

Verjaardag

woensdag 24 december, 6.45 uur

Het regent als ik met de honden loop. Ik trek de vuilnisbak achter mij aan. Ze zullen wel vroeg zijn vandaag. Snel loop ik naar de gracht om de honden hun gang te laten gaan. Het is te guur om er een lange wandeling van te maken. Zal ik zo niet met de auto gaan, denk ik. Vorige week ben ik kletsnat geregend en die week ervoor ook. Het duurde de hele werkdag voor ik droog was en de voeten bleven vochtig en klam. Daar heb ik geen zin in. Ook al kocht ik zaterdag een nieuw regenpak bij de Hema.

Frits gaat in zijn middagpauze ook naar het warenhuis. In het boek heet het ‘het wespennest’, maar het is net zo duur als de Bijenkorf. Frits is een krent, hij zoekt net zolang tot hij dezelfde beker heeft maar dan voor 1 gulden in plaats van 18. Dat de kwaliteit ronduit slecht is, neemt hij op de koop toe.
Ik lees het boek voor vertrek met de auto. Het derde hoofdstuk is geweldig vanwege de dialogen op de verjaardag van de 1-jarige Hansje. Frits komt er als alleen de moeder en een oudere vrouw zitten. De galgenhumor spat van de bladzijden. Echt genieten voor de liefhebber. Als uiteindelijk vader Jaap ook thuiskomt, maken de twee het heel bont.

Een vriendin van mijn moeder is de dag voor kerst jarig. Ik ging een keer met mijn moeder mee, gewoon voor de gezelligheid. Er was bijna niemand, maar ik heb genoten van de gesprekken. Daar hadden we het ook over Gerard Reve. Een bekende van de jarige kon heel leuk vertellen hoe de schrijver in een supermarkt een medeklant te lijf ging. Hoe leuk is een verjaardag met een handjevol mensen.

Het was in Veenendaal waar de volksschrijver een tijdje gewoond heeft. Hij heeft er zelfs een vriendje vandaan gehaald. De verhalen over deze periode meerdan 40 jaar geleden gaan altijd de ronde in Veenendaal.

Voor een uitleg over dit blogproject: lees de aanleiding

23 december 2014

De Avonden - Dag 2



Hij keek achterom. ‘Het achterlicht brandt,’ zei hij bij zichzelf. De schemering viel in. (Gerard Reve: De Avonden, p. 27)

Leesdagboek De Avonden

dinsdag 23 december, 6.47 uur

Droom

Ik merk de moeheid in mijn lijf. Tel de dagen af na alle inspanning van de afgelopen tijd. Terugblikken kost veel energie. Dan denk ik aan de tijd dat ik werkeloos was, de ooroperaties van Doris, de nieuwe baan en tenslotte het overlijden van mijn schoonvader, eind vorige maand. Ik ben er moe van ben.

Als mij iets treft in De Avonden dan zijn het de bijzondere dromen van de hoofdpersoon Frits van Egters. Vrijwel ieder hoofdstuk begint of eindigt ermee.

Gisteravond om 21 uur naar bed. Wilde dromen tegen de ochtend. Ik loop met medeblogger Peter naar het huis van Carel. Hij is voor een paar maanden op reis. We willen hem verrassen. Ineens zijn er allemaal vrouwen aanwezig, waaronder mijn moeder. We gaan Carels huis versieren en bakken een verjaardagstaart.

Bij het weggaan, kijk ik nog even om en zie een wild varkentje staan in de woonkamer. Die hoort hier niet. Meteen roep ik de anderen en overleg wat we met het biggetje gaan doen. Eerst moet ik mijn teckels bij me roepen om te voorkomen dat zij het jonge beestje iets aandoen.

Het biggetje gaat terug naar het plekje in het weiland voor Carels huis, daar is hij door de omheining van losse takken gebroken. De constructie is niet stevig. Hij kan er zo uit. Er loopt al een grote herdershond in de richting van het weitje. Ik blijf erbij staan, maar veel helpt het niet. Het dier loopt gevaar en ik kan er moeilijk bij blijven staan.

De wekker verlost mij uit deze hachelijke situatie. Aankleden, honden uitlaten, broodsmeren en ontbijten. De roman De Avonden sla ik open. Een heerlijk moment. Even op de bank kruipen met de honden.

Het is niet veel tijd. Een minuut of tien, maar genoeg om mij in de sfeer van Frits van Egters onder te dompelen. Ik lees over zijn fietsrit naar huis vanuit het werk en geniet van het gemoster met zijn ouders.

Ik leg het boek snel weg. Het is tijd. Ik maak me gereed voor de fietsrit naar het station. De lichten aan en ik fiets naar het station. Onderweg kijk ik achterom, net als Frits in De Avonden. Het lampje brandt.

De rest van het hoofdstuk lees ik in de trein. Heerlijk. Ik weet weer waarom het zo’n verrukkelijk boek is om te lezen.

Voor een uitleg over dit blogproject: lees de aanleiding

22 december 2014

De Avonden - Dag 1



‘De kansen op het welslagen van deze avond zijn geringer geworden,’ zei hij zacht. ‘De tijden zijn moeilijk.’ (Gerard Reve: De avonden, p. 19)

Leesdagboek De Avonden

Gladde sporen

maandag 22 december, 7.08 uur

Rennen! Op het vertrekscherm een brede blauwe streep. Er staat op dat mijn trein naar Utrecht slechts tot Naarden-Bussum rijdt. De reden blijft achterwege, maar ik besluit de net binnengereden stoptrein naar Weesp te nemen. Je weet maar nooit wat er precies aan de hand is.

Ik stap nog een beetje aarzelend in. Het vertreksignaal klinkt. Een dame achter mij gilt. Ze drukt mij naar binnen. De deur gaat dicht en ik kijk nog een beetje beduusd om mij heen. Heb ik wel een verstandig besluit genomen. In Weesp kan ik overstappen op de stoptrein naar Utrecht, maar ik ben wel een kwartier later in Utrecht Overvecht.

Ik ga lekker zitten en sla De avonden open. Frits van Egters ontwaakt uit een woelige nacht met dromen. Het is zondag. Daarna komt de sfeer er goed in na de ochtendwandeling en het ontbijt. Frits hangt een beetje voor het raam en kijkt naar de mensen die langslopen. In de avond probeert hij er nog wat van te maken. Maar het blijft beperkt bij een bezoek aan een vriend die in bed gaat liggen en vraagt of Frits wil vertrekken.

Na de overstap op Weesp op weg naar Utrecht. Een trage rit waar bij elke stop meer mensen instappen en weldra staan. Bij Hilversum heb ik het eerste hoofdstuk uit. Ik heb gewoon nog tijd om mijn andere boek te gaan lezen, maar daarvoor kreeg ik toch een kwartier extra van NS. Pas bij aankomst zie ik dat de volgende trein ook niet rijdt. De reden: gladde sporen.

Voor een uitleg over dit blogproject: lees de aanleiding

De Avonden in zwart-wit

Dit jaar kreeg ik al een paar uitnodigingen voor een foto-opdracht. Enkele dagen achter elkaar zou ik een foto moeten plaatsen. Ik heb het niet gedaan. Ik plaats elke dag al twee blogs en twee bijbehorende foto’s. Daar kun je niet veel bij hebben.

Maar voor de laatste 10 dagen van het jaar maak ik een uitzondering. Ik heb een speciaal fotoprojectje bedacht dat elke dag een nieuwe foto oplevert in een blogje.

Aan het eind van het jaar De Avonden lezen is een heuse traditie. Ik doe het regelmatig. Vorig jaar heb ik het verzaakt, terwijl toen de dagen precies overeenkwamen met de dagen in het boek.

Dit jaar lees ik de debuutroman van Gerard Reve weer op de dagen waarin het verhaal zich afspeelt. Elke dag lees ik het hoofdstuk dat bij de dag hoort en maak een foto die aansluit bij deze dag.

De foto krijgt als bijschrift een zin (of paar zinnen) uit De Avonden uit het hoofdstuk dat eveneens hoort bij deze dag. Zo probeer ik een traditie samen te brengen met de foto-opdracht: maak elke dag een zwart-witfoto.

Vandaag het eerste hoofdstuk uit De Avonden. Het hoofdstuk waarin Frits van Egters, de held van deze geschiedenis, ontwaakt. Zoals het bij een boek met de titel De Avonden is te verwachten, verschijnen de eerste foto en zin(nen) uit het boek pas vanavond op deze blog.

Leesdagboek, foto en citaat uit De Avonden

21 december 2014

Spelen

image

De nieuwste roman van Etienne van Heerden maakte mij nieuwsgierig naar het werk over de spelende mens in relatie met cultuur: het boek Homo ludens van Johan Huizinga. De Zuid-Afrikaanse romancier heeft zelfs zijn hoofdpersoon in Klimtol vernoemd naar dit boek. Hij heet Ludo Loeloeraai, als verwijzing naar de spelende mens van Huizinga.

Ik heb het boek Homo ludens al jaren in mijn bibliotheek liggen, net als die andere klassieker van Huizinga: Herfsttij der Middeleeuwen uit 1919. Dit boek is ook een cultuurgeschiedenis, maar de spelende mens trok meer mijn aandacht.

Het boek uit 1938 is zoals de ondertitel het zegt: ‘Proeve ener bepaling van het spelelement der cultuur’. In zijn voorrede vertelt de Leidse hoogleraar hoe hij tot het onderwerp gekomen is. De gedachte speelt al ruim 35 jaar door zijn hoofd, zoals hij het zelf zegt:

Het is al een oude gedachte die getuigt, dat bij doordenken tot de bodem van ons kennen alle menselijke handelen slechts een spelen schijnt. Wie aan deze metafysische conclusie genoeg heeft, moet dit boek niet lezen. Mij schijnt zij geen reden, om de onderscheiding van het spel als een eigen factor in al wat in de wereld is, te laten varen. Sinds lange tijd ben ik steeds stelliger tot de overtuiging gekomen, dat alle menselijke beschaving opkomt en zich ontplooit in spel, als spel. (5)

Het spel als bron van de cultuur. In de studie die Huizinga verder presenteert, behandelt hij steeds een cultureel aspect om vervolgens te wijzen op het spelelement in dat specifieke aspect. Het levert een groot aantal interessante inzichten op.

Johan Huizinga: Homo ludens, Proeve ener bepaling van het spelelement der cultuur. Pandora Pocket, 1997 [1938]. Naar de uitgave zoals die bij H.D. Tjeenk Willink & Zoon N.V. in 1951 is verschenen. 288 pagina’s.

20 december 2014

Binnenvaartschip

image

Het is een zwaarbeladen onderwerp dat Nanda Roep in haar roman Van je familie moet je het hebben, maar kan je het krijgen ook! Het is dan ook heel herkenbaar, de familiebanden die voor veel mensen heel waardevol zijn, kunnen ook beknellen. Het is niet in elke familie feest, soms wordt er ook een verwoede strijd gevoerd tussen familieleden. Nanda Roep weet dit aspect heel mooi te verwoorden.

De kracht in haar roman is de rijke beeldspraak waarmee ze soms heel treffend de kern van het onderwerp weet te raken. Het begint voor mij met de vergelijking van het gezin als een binnenvaartschip:

Inmiddels weet ik dat een binnenvaartschip niet snel van richting te veranderen is, hooguit minimaal bij te sturen. Wat ik allemaal wilde veranderen, daar was een flexibel tweepersoons zeilbootje voor nodig. Maar dat is een gezin niet, een gezin is binnenvaart. Nauwelijks van zijn koers te brengen, ook niet als het op ramkoers ligt. (29)

Deze vergelijking maakt een lang verhaal over de stappen en misstappen van de puber Bianca overbodig. Dat ze op haar vijftiende probeert haar invloed uit te oefenen op het gezin en dat het vergeefs is. Er volgen genoeg voorbeelden, maar voor mij is dat allemaal overbodig. De vergelijking spreekt.

Net als wat Bianca verderop aan haar dochter schrijft. Ze krijgt vragen toegeworpen van Anouk over haar relatie met Michael, de vader van Anouk. Haar dochter fleurt weer op na een periode waarin ze zoveel moeite had met de scheiding van haar ouders en de worstelingen van haar alleenstaande moeder.

Je begon vragen te stellen. Waarom Michael en ik niet bij elkaar waren gebleven, bijvoorbeeld, wat er was misgegaan. Het was alsof je in dat jaar uitdeukte zoals een auto die na een botsing bij de garage wordt gebracht. Eindelijk werd jouw karakter weer zichtbaar, en ook je prachtige lach. (122)

Deze beeldspraak geeft de roman zoveel extra’s. Het maakt het lezen tot een feest. In een vergelijking kun je zoveel meer zeggen dan in duizend woorden. Het maakt een roman als Van je familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook! zoveel dragelijker om te lezen. Het is een zwaarbeladen boek over familie, relaties en hoe je zelf in de wereld staat. Alleen een mooie vergelijking kan je redden uit de worsteling met dit onderwerp.

Dat is de kracht van Nanda Roeps roman. Ze weet de juiste beelden op te roepen op de juiste momenten. Ze verwoordt daarmee precies de gevoelens van haar hoofdpersoon. Ze weet hiermee ook precies de goede snaar bij de lezer te raken. Het roept de juiste dingen op zodat je extra goed over dit moeilijke onderwerp na kunt denken en een mening kunt vormen.

Nanda Roep: Van je familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook! Uitgeverij Nanda, 2014. ISBN 987 94 90983 00 0. Prijs: € 19,90. 224 pagina’s.

19 december 2014

Nanda Roep: Van je familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook!

image

De nieuwe roman van Nanda Roep behandelt een boeiend onderwerp. De titel refereert naar het beroemde spreekwoord dat vooral cynisch wordt gebezigd. Dat geeft de roman al een bepaalde richting. Het boek opent niet voor niks met de betekenis van familie in het woordenboek.

In Van je familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook! schrijft de veertiger Bianca, of zoals ze in een trits bijnamen heet: Bie-Ank-Ahh (vader), Bihhhanca (moeder), Bjank, Blanc, Bijtje, Liefie, Schat, Lekkertje (vriendinnen), Bikki (dochter Anouk), Kontje of Grootje ((ex-)man Michael). Bianca schrijft aan haar dochter Anouk. Ze probeert te vertellen waarom ze is zoals ze is en verwijst daarbij met name naar haar familiebanden.

Gecompliceerde verhouding

Bianca de Groot heeft een gecompliceerde verhouding met haar familie en met name met haar ouders. Eigenlijk vanaf haar pubertijd leeft ze in een conflictueuze relatie met haar vader en moeder en later ook haar oudere zus Marieke.

In het boek probeert ze te zoeken naar de oorzaak van dit conflict. Ze voelt zich tekortgedaan en heeft een diepe wrok naar haar ouders. Ze voelt zich niet in haar waarde gelaten en merkt dat dit voortdurend een strijd oplevert bij haar en bij haar ouders.

Komkommer

Dat begint al vroeg in de tijd van haar jeugd bijvoorbeeld. Zoals de komkommer die op brood gaat als ze een lange reis maken.

‘Wat is er nou weer mis?’ verzuchtte mijn moeder.
Komkommer gaat onderweg stinken alsof hij verrot is, je kunt die niet alvast op je broodje leggen. Hij moet apart, desnoods als in schijfjes gesneden, zodat je later kunt besluiten of het ‘m nog wordt. (39)

Ze mag er onderweg niet over zeuren, anders verpest ze hun dag. Terwijl Bianca uit alle moeite haar dag probeerde te redden. Tevergeefs.

Gepest door ouders

Het voelt voor haar alsof ze altijd gepest is door haar ouders. Ze moet altijd rekening met hen houden, terwijl zij nooit rekening met haar houden. Het brengt haar altijd in een ongemakkelijke positie. Het levert veel spanningen op en uiteindelijk zelfs een breuk met haar familie.

Het boek schrijft toe naar dit moment dat ergens ook onvermijdelijk is. Het zou een bevrijding moeten zijn, maar dat is het zeker niet. De verteller Bianca heeft er heel veel moeite mee. Pas als ze voor zichzelf kiest, verandert ze van een slachtoffer in een strijdvaardige vrouw. Ze neemt de touwtjes van haar leven zelf in handen.

Breken met een familietraditie

Met haar breuk breekt ze juist met een familietraditie waarbij het conflict zorgt voor het overleven. Ze probeert niet haar dochter of te lezer te overtuigen van haar daden, maar veel meer zoekt ze naar de oorzaak. Ze is hierbij ook heel kritisch naar zichzelf. Die open houding maakt dat het boek heel sterk overkomt.

Van je familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook! is niet zomaar een roman over Bianca’s familie. Het is veel meer een zoektocht naar haarzelf, waarbij ze zichzelf niet spaart. Het is daarmee een boek dat vertelt over de moeilijke relatie die je kunt hebben met familieleden. Dat dit je voor je leven tekent, maar dat je jezelf er ook aan kunt ontworstelen. Dat is zeker de les die Nanda Roep je leert met haar roman.

Nanda Roep: Van je familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook! Uitgeverij Nanda, 2014. ISBN 987 94 90983 00 0. Prijs: € 19,90. 224 pagina’s.

18 december 2014

Familie - #WoT

image

familie (v.;s), familje [< Lat. familia (dienstpersoneel, familie)], 1 gezin als bestaande uit bij elkaar wonende leden, huisgezin van een bep. persoon: er wonen twee families in dat huis; een bezoek bij de familie S.; de Heilige Familie, het kind Jezus met Maria en Jozef; 2 (verzameln.) huisgenoten: hoe maakt de familie het?; de heer en mevrouw B. en familie; 3 het geheel der bloedverwanten van dezelfde naam, syn. geslacht: een adellijke, een oude, een gezeten familie; (zegw.) dat komt in de beste families voor, dat kan overal gebeuren, aangetroffen worden; 4 (verzameln.) personen die tot de familie (3) behoren: er kwam bezoek van familie, familie en kennissen; hij is nog familie van me, het is nog in de familie, we zijn aan elkaar verwant; (gez.) familie van Adamswege, van de kant van Adam (en Eva), van het honderste knoopsgat, bloedverwantschap die men niet of bijna niet kan uittellen; (uitdr.) van je familie moet je ’t maar hebben, vol bitterheid gezegd als familieleden elkaar benadelen en belasteren; (zegw.) het zit in de familie, is een zwak of een kwaal waarmee vele leden van het geslacht behept zijn; (gez.) hij is van de familie van Kleef, is zeer inhalig; (gew., gall.) familie verwachten, zwanger zijn; (uitdr. inform.) hij heeft familie, hij heeft ongedierte; 5 (biol.) onderdeel van een orde, bestaande uit een of meer geslachten;

In de aanloop op mijn boekbespreking van Nanda Roeps roman Van je familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook! duik ik vandaag eens in een bijzonder woord: familie. De titel van Nanda Roeps roman verwijst al naar een bekend spreekwoord.

De roman laat overtuigend zien dat je met je familie zit opgescheept. Er zijn heel veel mooie verhalen over families en gezellige familiebanden. Dat het ook ongezellig kan zijn en een lange lijdensweg vol frustratie demonstreert Nando Roep treffend in haar onlangs verschenen boek. Het is een verhaal waarin ik dingen herken en meevoel. Familie is niet alleen een feest.

Ik mocht dat ook meemaken bij het overlijden van mijn schoonvader eind november. We hadden geen contact meer met hem, maar dat maakt het verdriet niet minder erg. Zijn dood confronteert ook met het verleden en de gedeelde geschiedenis. De familie staat aan je oorsprong en die kun je niet zomaar vergeten.

Het boek van Nanda Roep ligt in deze lijn. Ze legt haar dochter Anouk uit waarom ze is wie ze is en hoe haar relatie met haar ouders is. Waarom alles is geworden zoals het is. Onbewust geeft ze daarmee zichzelf prijs en probeert ze het gedrag van haar ouders te verklaren. Het levert een interessant boek vol zelfinzicht op, waarbij frustratie, verdriet, zelfkritiek en gelukkig ook humor hand in hand samengaan.

Familie is niet alleen die ander, maar ben jij net zozeer.

Wat betekent voor jou het woord familie? Gaan bij het horen van het woord je nekharen overeind staan of voel je een warme deken om je heen slaan?

Nanda Roep: Van je familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook! Uitgeverij Nanda, 2014. ISBN 978 94 90983 00 0. 224 pagina’s. Prijs: € 19,90

#WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Deelname is geheel vrijblijvend. Plaats een reactie onder dit bericht waarin je het linkje plaatst naar je blog.

De #WoT is opgezet door @metkcom en daarna door @pixelprinces overgenomen. Vanaf september 2014 hou ik het stokje in mijn hand. Schrijf vandaag mee over het woord ‘familie’.

17 december 2014

De werkelijkheid

image

In Het Labyrint van Sigge Eklund dringt zich de werkelijkheid zich akelig sterk op. De verdwijning van het meisje Magda doet namelijk sterk denken aan een beroemde verdwijning uit 2007: de verdwijning van Madeleine McCann. Zelfs de datum van 3 mei komt overeen met de verdwijning in Eklunds thriller. Alleen het jaartal verschilt. In Het labyrint verdwijnt Magda op 3 mei 2010. Daarmee ligt de beroemde verdwijning er wel erg dik op.

Ook bij Eklund zijn de ouders samen weg en hebben het kind alleen achterlaten. Martin en Åsa laten hun dochter alleen thuis terwijl ze samen uit eten zijn. In het voorbeeld uit de werkelijkheid zijn de ouders van Madeleine ook uit eten gegaan en lieten het meisje alleen achter in het vakantie-appartement.

Ook Martin en Åsa kijken af en toe of hun dochter nog lekker ligt te slapen. In het echt ziet ook de moeder als eerste dat de dochter verdwenen is. In de periode na het incident krijgt de verdwijning erg veel media-aandacht. Het behoort tot de grote zaken van de laatste tien jaar, net als de verdwijning van Nathalie Holloway (ook een eigen wikipedia-item). In beide zaken is het lichaam nooit gevonden.

Voor thrillerschrijvers zijn dergelijke verhalen uit de werkelijkheid een bron van inspiratie. De verwijzing hoeft zelfs niet verborgen gehouden te worden en het mag zelfs nog verder gaan. De bloedsporen in Martins auto zouden van zijn dochter zijn. In de zaak rond Madeleine McCann zijn dergelijke bevindingen ook gedaan. Het levert veel voer op voor een verhaal.

Waar de werkelijkheid blijft cirkelen in speculaties, kan een thriller het uiteindelijke antwoord geven. Al houdt Sigge Eklund genoeg voor de verbeelding over, zijn verhaal geeft genoeg antwoord. Een moord of verdwijning moet in een thriller worden opgelost anders laat het de lezer onbevredigend achter. In de werkelijkheid gaat deze ballon vaak niet op. Veel moorden worden niet opgelost en zijn daarmee ongeschikt voor een thriller.

Sigge Eklund Het labyrint Oorspronkelijke titel: In i labyrinten. Vertaald door Geri de Boer. Amsterdam: Meridiaan Uitgevers, 2014. ISBN 987 90 488 2151 8. Prijs: € 19,95. 336 pagina’s.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn derde bijdrage over de thriller Het labyrint van Sigge Eklund. We lezen dit boek op vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties.

16 december 2014

Het labyrint

image

De schrijver Sigge Eklund speelt in Het labyrint met een labyrint. Een labyrint is iets anders dan een doolhof. In een doolhof lopen de paden dood en is er één juiste weg. Een labyrint telt een veelvoud van mogelijkheden om eruit te komen. Het verschil komt bijvoorbeeld heel duidelijk naar voren in het meesterwerk Het Labyrint der wereld van Comenius. In een doolhof raak je de weg kwijt, terwijl je in een labyrint je weg vindt.

Sigge Eklund haalt het labyrint vaak aan in zijn literaire thriller. Het wekt de suggestie alsof het verhaal zelf een labyrint is waarbij de oplossing niet is wat het lijkt. De verdwijning van Magda en de precieze toedracht cirkelt het hele boek door. Iedereen weet iets, maar niemand weet het helemaal. De suggestie overheerst.

Het boek dat de jeugdige Martin met zijn broer Erik schrijft, heet Het labyrint. In het bos heeft een Zuid-Amerikaanse kunstenares een labyrint gebouwd:

De grond is belegd met witte kiezelsteentjes en midden in die witte vlakte is een labyrint, gebouwd van donkere, ronde stenen. De kiezelstenen lichten op in het licht van zonnestralen die door het dichte gebladerte heen dringen. (89)

Verderop verwijst de verteller met evenveel overgave naar de theorie die Martins broer had over de taal als labyrint. Het vormde de oergedachte van de roman waaraan de twee broers werkten. Bij het schrijven aan het vervolg van de onvoltooide roman, probeert Martin deze metafoor ook op zich te nemen:

Maar zodra hij begint, loopt hij vast. Erik hield ervan labyrinten als metaforen te gebruiken en door die steeds weer te laten terugkomen, in verschillende gedaantes en verschillende betekenissen, zorgde hij er op een elegante manier voor dat de lezer zelf het gevoel kreeg dat in een labyrint opgesloten zat. (259)

Het lijkt of de verteller probeert het voorbeeld van Erik te volgen. De verschillende personages die een eigen stem krijgen in een hoofdstuk, vertellen delen van het verhaal. Samen vormen ze de sleutel tot de uiteindelijke toedracht. Maar de metafoor ligt er wel heel dik op. Het lijkt of de verteller probeert iets voor zich te houden en het steeds weer verklapt. Telkens sterker tot iedereen het weet.

Sigge Eklund Het labyrint Oorspronkelijke titel: In i labyrinten. Vertaald door Geri de Boer. Amsterdam: Meridiaan Uitgevers, 2014. ISBN 987 90 488 2151 8. Prijs: € 19,95. 336 pagina’s.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn tweede bijdrage over de thriller Het labyrint van Sigge Eklund. We lezen dit boek op vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties.

15 december 2014

Sigge Eklund: Het labyrint

image

Wat is het verschil tussen een thriller en een literaire roman? In een roman kan een moord worden gepleegd en de personages met een schuldgevoel rondlopen, maar het verhaal staat boven de moord. Je zou gerust kunnen vertellen wie het gedaan heeft, zonder dat het verhaal teniet wordt gedaan. Van een thriller blijft niks over als je weet hoe het afloopt.

Het labyrint van Sigge Eklund oogt als een thriller. Het boek draait om de verdwijning van Magda, de dochter van uitgever Martin Horn en zijn vrouw, de psycholoog Åsa. Hun dochter is plotseling verdwenen. Martin is verdachte. Zijn agressieve gedrag en heftige verleden wekken achterdocht op.

Wie heeft het gedaan?
In een thriller draait het vooral om wie heeft het gedaan en is het verhaal eromheen wat minder interessant. Het boek van Sigge Eklund wordt vooral gedragen door het idee wat er gebeurd is en wie er meer weet. Het hele boek wordt daardoor beheerst en de spanning zorgt ervoor dat je over details heen leest. Het verhaal is minder belangrijk dan de nieuwsgierigheid.

Want iedereen is verdachte. Zou Åsa het niet op haar geweten hebben? En wat is eigenlijk de rol van de medewerker van Martin, Tom. Zijn vrouw, de geadopteerde dichteres Katja gaat vreemd met de uitgever en weet een baan voor haar vriend te regelen. Weet zij niet meer? En wat van de megaverdachte Christina. Ze stalkt Martin en is zelfs even in therapie bij zijn vrouw Åsa. Allemaal verdachtmakingen en daar draait het om in Eklunds boek.

Ander verhaal
Ondertussen probeert de verteller ook een ander verhaal te vertellen. Het verhaal van Martins broer Erik, de jongen die veel beter kon schrijven, maar die als tiener zelfmoord pleegt. Martin gaat gebukt onder schuldgevoel en weet er niet mee om te gaan. Als hij in het geheim de roman die hij en zijn broer schreven, probeert te voltooien, frustreert het hem alleen maar. Zijn broer kon schrijven. Hij niet.

Het zijn motieven die een rol spelen in deze thriller uit Skandinavië. De diepere lagen die Sigge Eklund erin probeert te brengen, vallen allemaal weg. De toedracht van de verdwijning van het kleine meisje Magda speelt daarvoor een overheersende rol. Alles staat daarvan in dienst. Het verklappen van de afloop, zou het verhaal helemaal tenietdoen.

Daarom is Sigge Eklunds boek Het labyrint voor mij een thriller met een paar literaire aspecten, maar zeker geen literaire roman.

Sigge Eklund Het labyrint Oorspronkelijke titel: In i labyrinten. Vertaald door Geri de Boer. Amsterdam: Meridiaan Uitgevers, 2014. ISBN 987 90 488 2151 8. Prijs: € 19,95. 336 pagina’s.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over de thriller Het labyrint van Sigge Eklund. We lezen dit boek op vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties.

14 december 2014

Nieuwe fietsbrug

image

In het donker fiets ik voor het eerst over de nieuwe fietsbrug naar het park. Ik zie niets want de straatverlichting brandt niet op dit stukje. Het verse grind op het fietspad kraakte onder mijn banden. Minder steil dan voorheen, maar met meer stijl.

Zelfs in het donker en met de zachte regen zie ik de opvallende leuning van licht hout. Verder alles op de gok. Ik zal het morgen wat uitvoeriger bekijken, neem ik mij voor.

image

De volgende ochtend loop ik er met de honden over. Hij lijkt breder dan de vorige. Nog niet alles is klaar. Zo moeten links en rechts bij het begin van de brug nog leuningen worden aangebracht. De betonnen fundering ligt er al.

Alles oogt gloedjenieuw. Dit keer is het enige hout van de brug, het hout van de rugleuning. Volgens de gemeente is deze brug duurzamer dan de vorige. De vorige bestond voornamelijk uit hout, waar wat staal in verwerkt was. Deze bestaat voornamelijk uit staal.

image

Ik heb gezien hoe ze aan het begin van de week de brug in twee helften op de pijlers takelden. Zo kon de brug in nog geen twee weken worden opgebouwd. Het vele fietsverkeer kan er weer overheen. Net als de vele hondenuitlaters.

image

13 december 2014

Hildegard von Bingen

image

De veel te vroeg geboren couveusebaby Minnie Panis reageert in Niña Weijers roman De consequenties helemaal niet op prikkels. Ze huilt nooit en haar moeder maakt er zich zorgen over. Ze gaat met haar kind terug naar het ziekenhuis en wil haar dochter er het liefste achterlaten.

De verpleegkundige trapt er niet in. Ze stelt voor om het kind weer mee naar huis te nemen.

‘Mevrouw Panis,’ bracht de hoofdverpleegster ten slotte uit, ‘dit is een ziekenhuis, geen winkel.’ Ze had nu een klopeende halsader gekregen. ‘U kunt niet verwachten dat wij uw kind zomaar terugnemen. Het is geen… magnetron!’ (169)

De kinderarts dokter Johnstone – een grote, rossige man met een licht Amerikaans accent en sproeten op alle zichtbare delen van het lichaam – stelt voor om baby Minnie op te nemen in het speciale centrum voor huilbaby’s. Niet dat Minnie huilt, maar juist het niet-huilen kan daar worden opgelost, is zijn redenatie.

Het kost hem veel moeite om haar aan het huilen te krijgen. Tot hij ineens ontdekt dat de muziek van Hildegard von Bingen haar tot huilen brengt. Volgens de Amerikaan bezit Minnie een ‘zintuiglijke en emotionele fijngevoeligheid die men niet vaak meemaakt bij zulke kleine baby’s.’ (184)

Hij stelt voor daar zuinig mee om te springen. Aan de hand van de muziek van Hildegard von Bingen trainen ze de kleine Minnie om te huilen op momenten als ze honger heeft. Zo leert ze huilen en honger met elkaar te associëren.

Niña Weijers: De consequenties. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact. ISBN 987 90 254 4292 7. Prijs: € 19,95. 288 pagina’s.

Lees ook mijn bespreking van De consequenties op Litnet

12 december 2014

Dominee Bastiaan Jan Ader

image

Midden in De consequenties van Niña Weijers staat een essay over de kunstenaar Bas Jan Ader. Het draagt de titel ‘All is Falling’ en is het verhaal van een Nederlandse kunstenaar die naar Amerika emigreert en vandaar als project alleen de Atlantische Oceaan wil oversteken.

Drie weken na vertrek wordt het radiocontact verbroken en negen maanden later vindt een Spaanse visser het bootje aan de Ierse kust.

Heel kort haalt de verteller de vader van Bas Jan Ader aan. Het is de verzetsstrijder en dominee Bastiaan Jan Ader. De naam kwam mij heel bekend voor. Is het niet één van de zes mensen die bij Veenendaal werden geëxecuteerd? Samen met Pieter ter Beek.

Dit verhaal staat in het familieboek Het Boschhuis van Pauline Broekema. Ik las het fragment voor waar de verzetshelden voor het vuurpeloton staan en worden neergeschoten. Het is het indrukwekkendste scène uit het boek van Pauline Broekema.

Hoe indrukwekkend dat zijn zoon in het boek van Niña Weijers voorkomt. In een heel andere context, maar ook als kunstenaar die zich laat vallen in de Fall-serie.

[E]en aantal geluidloze korte filmpjes waarin de kunstenaar zich, zoals de titel suggereert, laat vallen. (149)

De verteller van het essay haalt hier ook even Mythe van Sisyphe van Albert Camus aan. Of zoals Bas Jan Ader het zelf zegt in 13 woorden: ‘Het lichaam van de kunstenaar als zwaartekracht maakt hem tot meester over zichzelf.’ Of: wie loslaat begrijpt het universum.

Niña Weijers: De consequenties. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact. ISBN 987 90 254 4292 7. Prijs: € 19,95. 288 pagina’s.

Lees ook mijn recensie op Litnet

11 december 2014

Intertekstualiteit - #WoT

image

intertekstualiteit (v.), fundamentele verwevenheid van (literaire) teksten.

De vele literaire verwijzingen in de De consequenties van Niña Weijers geven de roman niet alleen bagage mee. Ze zijn wel degelijk functioneel en komen nooit irritant op mij over. Ik kan er zelfs een beetje van genieten, merk ik bij het lezen.

Zoals de verwijzing naar het essay de Mythe van Sisyphe van Albert Camus of het toneelstuk Happy Days van Samuel Beckett. Allemaal bijzondere boeken die ik ken uit mijn studietijd. Ik las ze toen met plezier, liet me meenemen door de geheimen die in deze teksten scholen. Niña Weijers bracht mij weer terug naar deze dierbare leeservaringen.

Zo krijgt het woord intertekstualiteit heel mooi betekenis. Het sluit nauw aan bij de leeservaring van weleer en komt in mijn ogen in De consequenties niet irritant over. De vertelster moedigt stiekem zelfs aan om deze boeken te gaan lezen. Ze geeft met haar verhaal extra richting in deze boeken.

Hetzelfde wat bijvoorbeeld Etienne van Heerden in Klimtol oproept door het boek Homo ludens van Johan Huizinga aan te halen. Beroemde boeken waarnaar verwezen wordt om de lezer op te roepen deze boeken ook te gaan lezen. Dat is een vorm van intertekstualiteit die je naar meer en andere boeken doet verlangen.

Niña Weijers: De consequenties. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact. ISBN 987 90 254 4292 7. Prijs: € 19,95. 288 pagina’s.

#WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Deelname is geheel vrijblijvend. Plaats een reactie onder dit bericht waarin je het linkje plaatst naar je blog.

De #WoT is opgezet door @metkcom en daarna door @pixelprinces overgenomen. Vanaf september 2014 hou ik het stokje in mijn hand. Schrijf vandaag mee over het woord ‘Intertekstualiteit’.

Vergeet niet mijn boekbespreking van De consequenties op Litnet te lezen

10 december 2014

Vooruit bladeren (2) - #50books

image

Na het lezen van die prachtig reisverhalen werd ik wel nieuwsgierig naar de persoon die ze schreef. Daarom vroeg ik de biografie van Bob den Uyl aan Sinterklaas. Het zat in mijn surprise. De dag na het feest vulde ik met het lezen van delen uit dit boek.

Ik betrapte mij erop dat ik direct bij het einde begon: de dood van de held. Ik wilde weten hoe hij aan zijn eindje komt. Dat doe ik bijna altijd als ik een biografie opensla: beginnen bij het einde. Het drama van de mensen bij het graf en nabestaanden die de held vereren in toespraken en necrologieën.

Zo ook bij de biografie van Bob den Uyl. Een beetje onthutsend. Draait het bij een biografie niet om het einde draait, maar om het leven dat naar het einde leidt?

Gelukkig beantwoordde biograaf Nico Keuning aan mijn vraag in zijn conclusie:

Inderdaad, Bob den Uyl is nog springlevend. (419)

Daarom ga ik zeker nog verder met de biografie met als titel: Een zeker onbehagen, een biografie van Bob den Uyl. Ik zal bij het begin beginnen.

Beloofd.

#50books

Dit is het tweede antwoord op vraag 47 van het blogproject #50books. #50books is een initiatief vanPeter PellenaarsMartha Pelkman heeft in 2014 het stokje overgenomen. Bekijk mijn andere bijdrages voor dit bijzondere boekenblogproject.

09 december 2014

Vooruit bladeren (1) - #50books

image

Begin ik weleens bij het einde van het boek? Niet zo vaak. Soms als een boek heel spannend is, neig ik door te bladeren naar het einde. Dat gebeurt gelukkig niet zo vaak. Ik hou niet zo van spannende boeken.

Het verhaal zelf biedt genoeg spanning om het zelf verder te lezen. Al moet ik toegeven dat ik bij het voorlezen van Tonke Dragts Brief aan de koning en Geheimen van het Wilde woud dikwijls vooruitbladerde.

Ik dacht altijd dat ik elk boek keurig bij het begin begon, soms een eindje doorbladerde, maar ik vond dat ik altijd heel eerlijk een boek van begin tot einde las. Tot ik door mijn Sinterklaascadeautje aan het bladeren was. Het is de biografie van Bob den Uyl, geschreven door Nico Keuning met de titel Een zeker onbehagen.

Vorig jaar rond deze periode zag ik het in de ramsj liggen in Utrecht. Ik stond te dubben of ik het niet wilde kopen, maar gezien mijn situatie durfde ik niet over te gaan tot de aankoop. Want waarom zou ik een biografie kopen over iemand die ik nog nooit gelezen had.

Tot ik in de boekenweek een bundel reisverhalen van Bob den Uyl kocht en las. Het reizen vereist sterke zenuwen is literatuur op zijn best. Zeker ook omdat deze Rotterdammer de twee geneugten van reizen vaak combineert: treinen en fietsen. Ik genoot van de fietsrit die hij maakt door Duitsland en waarbij een lekke band een heus avontuur wordt.

Morgen het vervolg…

#50books

Dit is het eerste antwoord op vraag 47 van het blogproject #50books. #50books is een initiatief vanPeter PellenaarsMartha Pelkman heeft in 2014 het stokje overgenomen. Bekijk mijn andere bijdrages voor dit bijzondere boekenblogproject.

08 december 2014

Boekentips

image

Bij het struinen in een Kringloopwinkel speur ik ook naar de tekst voorin een boek. Zo stuitte ik laatst op een gedenkwaardig advies voorin een boek van Kees van Beijnum, De ordening.

Er stond:

Litteratuur, volgens mijn vriendin (lerares ned) een absolute aanrader. Interessant, maar 1x lezen voldoende.

Zojuist een dikke pil van Kees van Beijnum gelezen, heb ik het boek maar laten liggen.

07 december 2014

Sinterklaassurprise

image

Omdat ik maar een klein cadeautje had en ik toch een kleine surprise wilde maken, kocht ik een chocolade Sinterklaas. Het holle snoepgoed zou genoeg ruimte moeten hebben om het kleine voorwerp in kwijt te raken. Ik vertelde het ideetje aan Inge. Zij vond het een geweldig idee: een echte Sinterklaassurprise

Ik pakte het kleine cadeautje in en zij hielp mee om de Sint open te maken. Hij is van twee helften gemaakt en dat is makkelijker te openen en dan een stuk van de Sint overdwars los te snijden.

Nadat het cadeautje erin is gelegd, hebben we de twee helften weer aan elkaar gelijmd door de chocolade te smelten. Mijn aankoop bestond uit een Sint en een Piet, waardoor de Piet als extra hechtmateriaal diende.

Een grappige surprise voor mijn zwager is het resultaat.

06 december 2014

Bruggetje

image

Het bruggetje waar ik overheen loop als ik met de honden het Den Uylpark in wil, wordt opgeknapt. Zodoende loop ik al meer dan een week een aardig eind om. Dat het in het donker moet, is al niet zo motiverend, dat ik nu extra om moet lopen, maakt het nog minder plezierig.

Vanmorgen ben ik maar eens gaan kijken naar de vorderingen. Van de gemeente begrijp ik dat ze het houten bruggetje vervangen door een duurzamer exemplaar waarin meer metaal is verwerkt voor de stevigheid.

image

Na iets meer dan een week werk, staat de basis er. Twee grote stalen steunen in het midden van het water. Ze zijn op de twee betonnen eilandjes geplaatst en vervangen de houten pilaren die er eerst stonden.

Aan elke waterkant is de wapening gereed voor het leggen van de zijsteunen in beton gegoten. Bij de vorige brug was dit ook niet het geval. De houten zijkanten verzakten snel en vielen zo om.

image

Het werk zou volgens het bordje op 10 december klaar zijn. Het lijkt me sterk dat ze dat halen, maar ze zijn ook een paar dagen te laat begonnen. Dat betekent nog een groot deel van de maand omlopen.

Het aanleggen van het bruggetje naar Stedenwijk-Noord een paar jaar terug duurde zeker een week of zes. Ik vraag me af of we voor het eind van het jaar over het vernieuwde bruggetje naar het park kunnen lopen.

05 december 2014

Conrads Hart der duisternis

image

Na het lezen van Redmond O’Hanlons Congo en Dark Star Safari van Paul Theroux pakte ik er Joseph Conrads Hart der duisternis weer bij. Ik las het tijdens mijn studie voor een college over koloniale literatuur. Het boek behoort tot de klassiekers van de Engelstalige literatuur.

Zoals vaker gebeurt levert de koloniale literatuur een klassieker op voor de hele literatuur. Hetzelfde is in Nederland het geval bij de Max Havelaar en Stille kracht. De confrontatie met de andere cultuur vraagt een nieuwe manier van kijken naar jezelf en de ander.

Veel Afrika-reizigers koesteren een grote liefde voor Conrads Hart der duisternis. Misschien dat de verwoording van de angsten hen aanspreekt. Mogelijk de verhaallijn van de observerende kapitein Marlow. Of de brute daden van meneer Kurtz, zodat je je afvraagt wie de wilde is. Zo wordt het boek meer dan een koloniaal boek. Het grijpt tot in de diepste zielenroerselen van de mens.

Ik heb de vertaling van Bas Heijne gelezen. Een boeiende vertaling die volgens de vertaler zelf het midden houdt tussen vrij en letterlijk. Een vertaling zoals het moet.

Het verhaal begint op een schip dat in de monding van de Theems ligt. Charlie Marlow zit daar met een groepje mannen op het dek. Ze wachten op een gunstige wind. De zee verbindt de heren. Terwijl ze zo de zon in de zee zien zakken, begint Marlow te praten over zijn ervaringen in Congo.

Hij krijgt een aanstelling als schipper op een rivierstomer, maar bij aankomst blijkt de stomer op de bodem van de rivier te liggen. Hij probeert hem weer te repareren, maar de noodzakelijke materialen – klinknagels – ontbreken. Terwijl hij eerder op zijn reis overal klinknagels zag liggen, zijn ze hier nergens te vinden. Hij legt zich erbij neer.

Verderop in het boek vaart hij op de rivierstomer. Hoe hij tot deze daad is gekomen, blijft achterwege. De vaartocht voert naar de buitenpost van meneer Kurtz. Overal heerst de dreiging. Zeker als ze vanaf de over worden aangevallen door wilden.

Dat eigenlijk Kurtz achter deze aanval zit en deze despoot een hele greep van die wilden in bedwang heeft, blijkt later pas. De schedels rond zijn verblijf getuigen van zijn daden:

Ze zouden nog meer indruk gemaakt hebben, deze hoofden op de staken, als ze niet met hun gezichten naar het huis toegekeerd hadden gestaan. Slechts één ervan, degene die me als eerste was opgevallen, keek mijn kant op. (102)

Als hij tevergeefs de zieke Kurtz uit de rimboe haalt, bezoekt hij later Kurtz’ verloofde en verzint zijn laatste woorden omdat de waarheid te hard is. Dat terwijl het voor Marlow een raadsel is wat Kurtz nu eigenlijk precies van beroep was:

“Hij had het in zich om heel groot te worden,” zei de man, die geloof ik organist was, met sluik grijs haar dat over een vettige jaskraag viel. Er was voor mij geen reden om aan zijn woorden te twijfelen en tot op de dag van vandaag kan ik niet zeggen wat Kurtz’ van beroep was, of hij er ooit wel een had – en welk van zijn talenten het grootst was. (128)

Het zo blijft het verdere leven van deze schurk een groot raadsel en lukt het de verteller Marlow niet om de schurk een menselijk gezicht te geven. En juist dat is de kracht van het verhaal, het ontbreken van een waardeoordeel van de verteller Marlow. Hij vertelt alleen maar het verhaal over zijn zoektocht naar Kurtz en daarbij verhaalt hij over de diepe, rauwe kant van de mens.

En dat verklaart de liefde voor het verhaal zoals reizigers als Redmond O’Hanlon en Paul Theroux dat hebben. Het lukt mij nog niet helemaal door te dringen in het verhaal. Waarschijnlijk is dat de kracht van Joseph Conrads roman.

Joseph Conrad: Hart der duisternis Oorspronkelijke tekst: Heart of Darkness. Vertaling en nawoord Bas Heijne. 2e druk. Uitgeverij Contact (Pandora Pocket), 1997. ISBN 90 254 5725 8. 144 pagina’s.

04 december 2014

Spuwen - #WoT

image

spuwen (overg.; spuwde, h. gespuwd) [~ Lat. spuere, Gr. ptuein, 1 (formeler dan spugen) speeksel enz. uit de mond uitwerpen: hij spuwt op de grond; verboden te spuwen; (uitdr.) iem. in ’t gezicht spuwen, hem diep beledigen; (uitdr.) op iem. of iets spuwen, hem of het diep verachten; (uitdr., litot.) in iets niet spuwen, het graag lusten; in de handen spuwen, als symbool van hard werken; 2 (formeler dan spugen) braken: bloed, gal spuwen; (uitdr.) vuur en vlam spuwen, zie bij vuur (1); (bij verg.) (van een vulkaan) de Vesuvius spuwt soms vuur.

In de gerestaureerde tramrijtuigen waarin ik afgelopen zomer zat, viel mij de vele betuttelende bordjes op. Ze hingen overal en bevatten allerlei geboden en verboden. ‘Niet spreken met de bestuurder’, was er eentje. Maar de meest opvallende was ‘niet spuwen’.

In Jan Cremers boek Ik Jan Cremer komt de uitleg van dit verbod aan de orde. Hij reist in de vroege ochtend naar de fabriek waar hij een baantje heeft om voor zijn lief te kunnen zorgen. Hij stapt nog midden in de nacht op de bus vol met fabrieksarbeiders.

We schommelden door het landschap. Af en toe stopte de bus en kwamen er een paar frisse arbeiders binnen. Ze hadden allemaal tassen bij zich en petten op. Ze kauwden op sjekkies, bruingeworden aan het eind. Ofschoon er NIET SPUWEN op een bordje stond, rochelden ze een voor een op het middenpad. En wreven het dan uit met hun beslagen werkschoenen tot een drillerige vlek. (142)

Dat was in de jaren 1950. Ik reis regelmatig voor mijn werk in het openbaar vervoer, maar heb de rochelende lui niet meegemaakt. Het verhaal van Jan Cremer laat hiermee een historische werkelijkheid zien die niet zo ver achter ons ligt.

Jan Cremer moet heel smerig werk doen bij een varkensslachterij. Hij verzet zich tegen de autoritaire houding van de leidinggevende en schopt stennis. Dit heeft hij niet afgesproken en hij verlaat het pand pas nadat hij zijn loon heeft gekregen. Zo hoeft hij ’s morgens niet meer met de rochelaars te reizen. Hij laat zijn liefje ook spoedig in de steek omdat het avontuur lonkt.

Jan Cremer: Ik, Jan Cremer Amsterdam: De Bezige Bij, 1964. ISBN 90 234 2444 1. 365 pagina’s.

#WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Deelname is geheel vrijblijvend. Plaats een reactie onder dit bericht waarin je het linkje plaatst naar je blog.

De #WoT is opgezet door @metkcom en daarna door @pixelprinces overgenomen. Vanaf september 2014 hou ik het stokje in mijn hand. Schrijf vandaag mee over het woord ‘Spuwen’.

03 december 2014

Nederlandse Jack Kerouac?

image

Nieuwsgierig geworden door de verhalen van Jack Kerouac vond ik het tijd worden mij eens te verdiepen in de Nederlandse variant op dit boek: Ik Jan Cremer. Zodoende sloeg ik het boek open en begon te lezen over de avonturen van deze schelm uit Enschede. Het boek verscheen overigens 50 jaar geleden en sloeg in als een bom.

In niks doet Ik Jan Cremer mij denken aan Jack Kerouac. Het is veel meer een schelmenroman die pas verderop lichte associaties oproept met de roman On the Road van Jack Kerouac. Het is aanvankelijk een echt jongensverhaal dat opent met de oorlogsjaren en de jeugd van de ik-verteller die zich Jan Cremer noemt.

Hij is een held, zoals in strips en jongensboeken. Een held die al rovend en versierend door het leven gaat. Die houding houdt hij het hele boek vol. Hij versiert het ene knappe meisje na het andere en weet zich staande te houden met levenswijsheden. Zoals deze over leren en de onzin van naar school gaan. Op straat leer je jezelf pas echt iets:

Schoolgaan vond ik ergerlijk tijdverdrijf, ik heb er met opzet niks geleerd. Alles wat ik geleerd heb, heb mezelf geleerd. En heeft de ervaring me bijgebracht. En waarom zou ik niet. Waarom zou ik ook luisteren naar ouwe lullen, die zwetsen over de grootste gemene deler en het persoonlijk aanwijzend voornaamwoord in de onvoltooid verleden tijd. Of de tekenleraren met schaduwpartijen en de echtheid van het levende perspectief. Aan m’n laars ermee. (56)

Jan Cremer zou zijn kinderen nooit naar school sturen. Het kost alleen maar poen. Of ‘bisnes’ zoals Jan Cremer het noemt. Poen voor een sigaartje op de verjaardag van de meester. Ondertussen schavuit Jan Cremer in het boek lekker verder en belandt spoedig in de jeugdinrichting waar hij zich ook het leven onmogelijk maakt.

Het zijn patserige verhalen, die eigenlijk best ergeren en weinig vormen van reflectie bevatten. Pas verderop wordt het verhaal interessant en verliest de schelm het van de avonturier. Ik heb met meer plezier de verhalen gelezen als hij in het vreemdelingenlegioen in Algerije zit en vecht voor de goede zaak. Het zijn de verhalen die zich losmaken van schelm en het boek even verheffen uit de baldadigheid.

Jan Cremer: Ik, Jan Cremer Amsterdam: De Bezige Bij, 1964. ISBN 90 234 2444 1. 365 pagina’s.