31 mei 2016

Bellenblazen - vlog

image

Soms is het ook leuk om over een boek te praten in plaats van te schrijven. Je komt dan weer op heel andere dingen. Daarom heb ik speciaal over het debuut van Basje Bender een vlog gemaakt. Met als onderwerp: bellenblazen.

Basje Bender: Brussel. Roman. Amsterdam: Meulenhoff, 2015. ISBN: 978 90 290 9029 2. 208 pagina’s. Prijs: € 18,99. Bestel

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn tweede bijdrage over Brussel van Basje Bender. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

30 mei 2016

Bellenblazen

image

Op de voorkant van de debuutroman Brussel van Basje Bender staat een foto van een vrouw die bellenblaast. Je kijkt door de bel heen naar de vrouw die haar lippen tuit en lucht blaast door het kleine ringetje waaraan de bel vormt.

Een prachtig beeld dat verwijst naar een element in de roman. De ik-verteller en hoofdpersoon Elvira raakt getroffen door de Vlaamse kunstenares Camille. De naam roept meteen associaties op met Camille Claudel. Ik had eens een vriendin met zo´n grote bewondering voor deze kunstenares dat ze haar kat naar haar vernoemde.

Elvira loopt met bijna net zoveel bewondering voor haar Camille door Brussel. De kunstenares duikt steeds voor haar op als ze het niet verwacht. Maar als Elvira naar Camille op zoek is, dan vindt ze haar niet.

Als ze samen in haar appartement zijn, dan haalt Elvira een potje bellenblaas van de schouw. Ze blaast een stroom bellen:

Camille volgt de bellen tot ze knappen, en ik geef het buisje aan haar. Ze blaast met open ogen, een hele familie zeepbellen verlaat de plastic ring. […].
Perfect, denk ik, iemand met wie ik gewoon bellen kan blazen, uitstekend, zo vaak komt dat niet voor. Of eigenlijk nooit. (70)

De bellen komen terug als ze aan Camille denkt. De zeepbel en Camille vloeien samen. De ik-verteller noemt haar transparant en vloeibaar:

[E]en grote zeepbel die je voorzichtig wat hoger de lucht in kunt blazen. (162)

Maar zeepbellen die hoog komen, kunnen ook uit elkaar spatten. Dat lijkt de verteller niet te beseffen, maar als lezer kun je wel veel vermoeden. Zo drijft het verhaal langzaam maar zeker weg. Als een zeepbel waarvan je niet eens zeker weet of hij wel uit elkaar gespat is.

Basje Bender: Brussel. Roman. Amsterdam: Meulenhoff, 2015. ISBN: 978 90 290 9029 2. 208 pagina’s. Prijs: € 18,99. Bestel

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Brussel van Basje Bender. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

29 mei 2016

Buiten het boekje gaan - #50books vraag 22

image

De schrijver Willem Frederik Hermans heeft 4 thrillers geschreven onder het pseudoniem Fjodor Klondyke. Het geheim is verklapt door Jan Kuijper in zijn boek Populaire literatuur in 1974. Kort na deze bekendmaking is menig Hermansliefhebber deze boekjes gaan verzamelen. Weinig van dit soort boekjes zijn zoveel waard als deze.

Fjodor Klondyke

Hermans heeft deze kleine boekjes aan het einde van de oorlog geschreven, in geldnood verkerend en vol verveling. Hij verdient er 300 gulden per boekje aan. Nu wordt er per boek veel meer dan dit bedrag betaald. Zo vind ik De demon van Ivoor voor 400 euro op boekwinkeltjes.nl.

Doodverf

Van andere schrijvers is ook bekend dat ze hun genre weleens te buiten gaan. A.F.Th. van der Heijden verzamelde alle spannende scenes rond de ‘gipsmoord’ uit zijn reeks De tandeloze tijd in de thriller Doodverf. Het levert een voor Van der Heijden buitengewoon spannend boek op.

Mijn verlustiging

Een andere held is Willem Bilderdijk. Hij schrijft in zijn jonge jaren de erotisch getinte dichtbundel Mijn verlustiging. Een dichter die zich waagt aan deze bundel. Hij komt er tijdens zijn leven niet echt voor uit, een jeugdzonde van de held van de gereformeerde in Nederland.

Buiten het boekje

Schrijvers gaan dus weleens te buiten aan hun eigen genre. Deze week komt de boekenvraag van Tessa Heitmeijer. Ze stelt ze hem op haar eigen blog, maar we doen hier mee met deze vraag:

Welke schrijver of schrijfster zie jij het liefst zijn of haar boekje te buiten gaan?

Ik ben benieuwd naar jullie antwoorden.

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

28 mei 2016

De ideale boekwinkel - #50books antwoorden vraag 21

image

Een boeiende vraag was het die binnenkwam van Martha: hoe ziet jouw ideale boekwinkel eruit? De boekwinkels verdwijnen best snel. Veel mensen bestellen boeken via internet en ook het aanbod van tweedehands boeken is groot. Hoe zou een boekhandel er in deze tijd uit moeten zien, is de vraag.

Een ongekend aantal reacties zijn er op deze vraag binnengekomen. De boekwinkel leeft nog altijd en veel lezers zien er ook mooie dingen in.

Idealen en dromen

Martha mist een goede boekhandel in haar woonplaats. Na het faillissement van Paagman is er nog een kantoorboekhandel en een AKO en een handjevol Bruna’s. Niet veel bijzonders dus meer. Mijmerend legt ze uit hoe haar ideale boekhandel eruit ziet: veel boeken, heel veel boeken. Voor elk wat wils en absoluut niet rendabel. Maar wel een Walhallah voor elke boekenliefhebber.

Naast boeken wenst ze zachte banken met veel kussens en andere plekjes om met een boekje in een hoekje te kunnen zitten. Uiteraard hoort daar op elke verdieping een koffiezetapparaat en veel limonade om het verblijf in de boekenhemel nog iets completer te maken.

Ik vraag mij af of je op zo´n plek ooit nog zou weggaan met een boek in de handen of dat je er juist zou willen blijven wonen.

Geen boekenromanticus

Hij geeft het gelijk toe in zijn blog over de ideale boekwinkel: Carel is geen romanticus en zeker geen boekenromanticus. Voor hem geen Paagman, De Slegte of Donner. In de Zilverstad ontbreekt het aan een goede boekhandel. Daarom is hij praktisch ingesteld en houdt hij het bij bol.com en een e-book.

Marks & Co

Boekenblogger Wim hoeft niet lang na te denken over zijn ideale boekwinkel: Marks & Co, het antiquariaat uit de film 84 Charing Cross Road. Dat Anthony Hopkins achter de balie moet staan, of iemand die heel veel op hem lijkt, spreekt voor zich. Hij kan iedereen van literair advies dienen. Zelfs het de moeilijkste hints van klanten weet hij tot een boek te brengen.

De ideale boekwinkel is een antiquariaat voor Wim. Winkels waar je nieuwe boeken kunt halen, zijn niet meer interessant. Dat de boekwinkel in zijn dorp ermee ophoudt, is jammer, maar Wim betrapt zich er meteen ook op dat hij er maanden niet meer geweest is. Nieuwe boeken bestel je online via bol.com.

De ideale boekwinkel is de bibliotheek

Jannie haalt je meteen uit je droom: de ideale boekhandel bestaat niet, kopt ze dreigend. Daarvoor verschillen de wensen en verlangens van elke boekenklant. Ze stelt een lijstje met 5 eisen waar de ideale boekhandel aan moet voldoen, waarin ondermeer een goed en gevarieerd aanbod, bereikbaarheid, deskundig personeel en extra´s in de vorm van lezersavonden en tentoonstellingen.

Zo schrijvend ontdekt ze meteen dat de ideale boekwinkel die het dichtste hierbij in de buurt komt, geen boekwinkel is. Het is de bibliotheek. Deze heeft alles voor handen wat ze wenst en is bovendien een stuk goedkoper. Wat daarbij handig is, is dat boeken die niet in haar eigen bibliotheek voorradig zijn, worden uitgeleend via de Zeeuwse bibliotheek in Middelburg.

Deventer boekenmarkt

Blogger Niek geeft een korte historie van het (boek)winkelen. Eigenlijk komt ze haast nooit meer in een fysieke winkel, biecht ze op. Ze heeft ook niet de behoefte om op zoek te gaan naar boeken. Er liggen altijd wel boeken op haar plankje die nog gelezen moeten worden. En op 1 of andere manier raakt dit plankje eigenlijk nooit leeg.

Alleen 1 dag in het jaar zoekt ze nog de boeken op. Dat doet ze op de Deventer boekenmarkt. Dan struint ze kraampjes af en laat zich verrassen door alle boeken die er liggen. Ze dwaalt van de ene wereld in de andere en komt met een flinke stapel boeken thuis. Voor op het plankje ongelezen boeken.

Koffiehoekje of café

Ali is gek op boekwinkels en is blij dat ze in Den Haag woont. Het boekenklimaat is in de Hofstad aardig veranderd de laatste jaren. Het lijkt weer dat er weer goede boekwinkels zijn teruggekomen na de jaren dat ze bij bosjes omvielen en verdwenen uit het straatbeeld.

In haar lijst refereert ze ook naar een paar mooie buitenlandse boekwinkels, zoals American Book Center en Dussmann in Berlijn. Dat is voor Ali ook de ideale boekwinkel. Een boekwinkel waarin een ruim aanbod in buitenlandse titels te vinden is. Het liefst met een koffiehoekje of café erbij.

Nescio, Elsschot of Reve?

De dikke blauwe man heeft zeker zijn voordelen, vindt Fokke, maar een ‘echte’ boekwinkel is toch wel het mooiste. Lekker een boek vasthouden, bladeren door de pagina´s en er een stukje in lezen. Je kunt je in de boekwinkel laten verrassen. Dat lukt je niet online. Daar moet je het vooral hebben van reviews en aanbevelingen van anderen.

Daarna beschrijft Fokke zijn ideale boekwinkel. Tafels waarop ze liggen uitgestald, een ruime sortering in boeken en vooral de boeken van Nescio, Elsschot of Reve. Voor hem een belangrijk criterium: ‘als ze niet in de kasten in de winkel staan wordt het moeilijk, tussen die winkel en mij’. Net als de aanbevelingen van de boekhandelaar. Die meedenkt, weet wat je leuk vindt en goede tips geeft.

Lees morgen de nieuwe boekenvraag.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

27 mei 2016

Wind mee - Om de Oostvaardersplassen (2)

image

De warmte van de middag komt nu over ons heen. We moeten een weg zien te vinden tussen de chaos aan fietspaden, genummerde straten en de doolhof aan nieuwbouw. In Lelystad verdwaal je, is onze ervaring. Daarom rijden we voorzichtig, volgen zorgvuldig, op het overdrevene af de bordjes met de nummers. Als het even anders lijkt, stoppen we en kijken net zo lang tot we er zeker van zijn dat we goed zitten.

Vlakbij het station wordt ons de weg dwarsgezeten door werkzaamheden. De gele borden willen ons door de stad leiden. Daar trappen wij niet in. We negeren de versperring en rijden even later de goede weg door naar de bestemming. De fietspaden gaan vaak omhoog omdat bij elke brug over de brede dreven, het pad klimt. Ook al rijd je rechtdoor, dat maakt niet uit. Zodoende fiets je over een heuveltjespad.

image

De bossen lijken in Lelystad toch rijper te zijn dan in Almere. De bomen zien er forser, breder en voller uit. Het eikenblad van sommige bomen lijkt uit de takken te schieten. Je ziet ze groeien. In een paar dagen is het van niks naar een bijna vol blad gewassen. Het voorjaar is niet meer te stuiten en de laatste bomen krijgen hun bladeren.

We komen enigszins verhit aan waar we moeten zijn. Gereden door de eikenbossen die de stad rijk is. Mooie, volle bossen. Als we na onze bestemming te hebben aangedaan, doorrijden, kiezen we een open plekje temidden van de bossen om even op een bankje te zitten, een broodje te eten en water te drinken.

image

We rijden weer door Lelystad. De vaart moeten we over. We gaan daarvoor via het tunneltje onder de weg door, maken een brede bocht aan de andere kant van de weg waar we eerder reden en steken dan via de brug de vaart over. Omslachtig, maar we vinden het niet erg. De wind zit niet meer tegen. De brede dreven steken we nu op de dezelfde hoogte over.

We zien nieuwe huizen op de plek waar we 4 jaar geleden fietsten en slechts enkele gebouwen stonden. We nemen de weg onder de grote toegangsweg door en fietsen de stad uit. Over de Torenvalkweg, langs de gevangenis. 1 van de 2. De andere ligt aan de andere kant van het spoor. Helemaal los van de werkelijkheid staat dit gebouw, midden tussen het akkerland. De koolzaad staat in bloei en de trein naar Almere rijdt erachter over de spoordijk.

image

We fietsen naar het bos dat tegen de Oostvaardersplassen ligt en dat Google Torenvalktocht noemt. Ook hier glanzen de verse bladeren. Je ziet ze groeien. Nog niet in de diepgroene kleuren van de zomer, maar in de lichtere tint van het voorjaar. Het licht nog zo anders dan verderop als het zomer wordt. Nog niet zo fel, maar wel heel helder, bijna zilverachtig.

We klimmen de eerste brug over. Ik denk dat het de Knardijk is, maar die ligt verder. Nog even de prachtige bomen van het bos. Zelfs een stukje naaldbomenbos passeren we. De heel eigen geur komt los uit het bos en we rijden hard. De wind geeft ons een zetje in de rug.

image

Dan is er wel de Knardijk. We staan even stil bij de kruising. Hier reden we 4 jaar terug en namen het tunneltje onder het spoor. Nu gaan wij rechtuit de Praamweg op. Er is veel verkeer op deze warme voorjaarsdag. De auto´s halen ons in en rijden naar de paadjes die uitzicht bieden op de Oostvaardersplassen.

Wij zien de plassen vanaf de weg liggen. Daarvoor turen wij langs de vele bomen en over de spoorbaan. De paardjes en ossen staan te grazen. Heel in de verte is zelfs een hert te zien. Het uitzicht is al een beetje wazig geworden door het smog dat vergezeld gaat met warme dagen.

image

Als we voor de keuze staan om te klimmen en vandaar over de lange vaart heen te gaan, kiezen wij het de kortere weg naar Almere en blijven aan deze kant van de vaart. Hierdoor missen we wel iets van het uitzicht. Net als de ijscokar die bovenaan op het uitzichtspunt staat.

Daar ergens puffen we uit onder een meiboom, in de bloesem, met de blote voeten in het gras. De gezichten rood van de inspanning, drinken we het water dat we in Lelystad hebben ververst. Nog een kilometer of 10 en dan zijn we thuis.

image

We stappen weer op de fiets voor de laatste etappe. We vliegen met deze wind in de rug naar huis, langs de Rode donders en de huizen die op het water drijven. De mensen laten hun honden uit en kijken deze 2 vliegende duivels na. Zo snel lijkt het te gaan. De wind die ons op de heenreis zo tegenwerkte, heeft ons vleugels gegeven.

image

26 mei 2016

Tegenwind - Om de Oostvaardersplassen (1)

image

Het is prachtig weer en ik moet eigenlijk even naar Lelystad. Veel trek om in de auto te stappen heb ik niet, daarom ga ik op de fiets. En ik neem Doris mee. Zo kunnen we alvast oefenen voor langere afstanden. Speciaal voor deze gelegenheid trekken we de fietsbroekjes aan die ik een tijdje terug bij de Lidl heb gekocht.

Hoe fiets je naar Lelystad? We hebben al 2 keer onderweg op fietsvakantie de hoofdstad van de provincie gepasseerd, maar nu willen we iets meer: op 1 dag heen en terug. De weg aan de zuidkant van de Oostvaardersplassen hebben we al 2 keer gezien. De andere route, bovenlangs over de dijk nog niet.

image

Ik ben bang voor de dijk. Is het niet veel te riskant met de wind die altijd tegen je in waait hier in de polder? Geen enkele beschutting is er te vinden op zo’n hoge dijk? Je kan geen kant meer op, alleen maar rechtuit. En kun je dan niet veel beter gewoon door het bos fietsen onder de Oostvaardersplassen.

We gaan het toch proberen en fietsen via het Wilgenbos de dijk op. Het zit nog even tegen, de kleine sluis voordat het wilgenbos begint, staat open. We moeten wachten en zien hoe het schip mag doorvaren, waarna de sluis sluit en weer volloopt met water.

image

Als we weer rijden, de dijk op klimmen en op het fietspad fietsen, voelen we de wind al blazen. De pet waait van haar hoofd. Ze bergt hem op. De wind is te sterk om hem op te houden. Mijn hoedje zit stevig genoeg vastgeklemd en laat zich niet van mijn hoofd waaien.

De wind wordt alleen maar sterker. De zon is verraderlijk, de warmte telt ook mee, maar de wind verwachten we niet. Maar de wind wint aan kracht. Hij vliegt over de kale plassen, langs de paar bomen die aan de dijkrand staan. De fietsers die ons tegemoet rijden, vliegen over de weg. Alle fietsen zijn veranderd in elektrische exemplaren, waarbij je meters vooruit schiet op een enkele trap.

image

Wij zwoegen voort. Even pauze halverwege de dijk. Het lijkt of er geen eind aan komt. De plassen aan de kant van het land zijn uitgestrekt. De wind maakt golfjes op het water. Geen houden aan. De tegenliggers lijken nog harder voorbij te komen. En wij ploegen voort. Elke trap voelt zwaarder, maar brengt je minder ver vooruit.

Het lijkt of de wind in kracht is verdubbeld als we eindelijk bij het einde van de dijk aankomen. We hebben nog een keer pauze gehouden, even op adem komen. Het leek zo windstil, maar op de dijk kom je de echte wind tegen. Hier is de polder aan het werk. Altijd waait het hier.

image

De Knardijk steken we over. Het feest van de herkenning. De rit over de Oostvaardersdijk is nog niet voorbij. Vlak hierachter hebben we 4 jaar terug overnacht tijdens onze eerste fietsvakantie. Nu rijden we over de dijk in de richting van het gemaal. Nog voor we het gemaal naderen, mogen we afzakken naar de bodem van de zee. We verlaten de dijk en merken hoe de wind ineens helemaal verdwijnt.

image

24 mei 2016

Het raadsel van De Meneer

image

Op de achterkant van het universitaire krantje De Mare zetelde in mijn studententijd de column van een raadselachtige afzender: De Meneer. Ik had geen idee wie deze man kon zijn. Meestal las ik de zielenroerselen van dit verschijnsel niet van een student die alles onderging voor de eerste keer. Dat de schrijver geen student maar een oudere meneer moest zijn, liet geen twijfel. De toon was te volwassen om een beginnende student te kunnen zijn.

Aikido-les

De door Ilja Leonard Pfeijffer geciteerde Aikido-les in zijn bundel Brieven uit Genua staat mij nog helder bij. Ik las hem nadat ik zelf een lesje Jui Jitsu volgde bij meneer Aad van Polanen. Hij had een school aan het Rapenburg en gaf in de universitaire gymzaal Jui Jitsu. Ik gaf het meteen op na het eerste proeflesje. Ilja Leonard Pfeijffer ging verder en bracht het tot de zwarte band.

Hoeveel leerde ik niet tijdens deze eerste les. Mijn eerstejaarscolleges beginnen pas volgende week, maar ik kan bijna niet wachten om de collegezaal te betreden, te gaan zitten tegenover de studenten en tien minuten lang mijn ogen gesloten te houden. (475)

Ik weet nu dat ik bij de verkeerde les zat. Ik had bij Tom Verhoeven moeten zitten om de echte begeestering te krijgen. Bij Aad van Polanen ben ik weggebleven na die eerste les. Ik herkende te weinig van de inspirerende lessen die ik jaren eerder in Veenendaal had gehad.

Niet geluisterd naar De Meneer

Ik heb mij overigens niet laten inspireren door de column van De Meneer en heb de Japanse vechtkunst na het lesje van Aad van Polanen opgegeven. Misschien belangrijkere dingen te doen. Ik weet het niet. Een gemiste kans, lees ik nu bij Ilja Leonard Pfeijffer.

Ilja Leonard Pfeijffer: Brieven uit Genua. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2016. ISBN: 978 90 295 0661 8. 703 pagina’s. Prijs: € 21,50. Bestel

23 mei 2016

Biesheuvel: De weg naar het licht

image

In mijn strooptocht op zoek naar de boeken van Maarten Biesheuvel krijg ik plotseling de delen 2 en 3 van het Verzameld werk toegeworpen. Ze liggen op de tafel met afgeschreven boeken in de bibliotheek.

Een droom wordt werkelijkheid. Behalve dat ik wekenlang achtereen de tafel afstruin op zoek naar het eerste deel van deze serie. Het ligt er niet. Daarom zoek ik uit welke boeken in dit eerste deel zitten. Zo ontdek ik dat ik de verhalenbundel De weg naar het licht helemaal niet heb.

Als ik hem dan in een kringloopwinkel tegenkom, gaat hij mee. Ik kan mij niet bedwingen en begin te lezen. De wereld in de verhalen van Biesheuvel bestaat uit een uniek universum. Het universum waarin je verdrinkt in de woorden, het verhaal en de personages. Je weet niet altijd waar je bent, maar je laat je meeslepen in de beelden.

Het verhaal ‘De Leeuw van Leiden’ bijvoorbeeld. De verteller is bij een bijeenkomst waar de aanwezigen allerlei boeken en artikelen lezen. Daarna begint een man een lange monoloog over wat 1 iemand wel niet allemaal geschreven heeft.

Ze zijn allemaal van 1 man: Maarten ’t Hart. De verteller wijst de man die de monoloog hield op de schrijver: hij zit te breien in een hoekje van de kamer op een sofa. Het is de Leeuw van Leiden die daar zit.

Dan probeert de verteller te achterhalen waar het geheim vandaan komt. Hoe komt het dat Maarten ’t Hart werkelijk alles leest en daarna bijna dagelijks publiceert over allerlei onderwerpen. Of zoals de verteller aan de Leeuw van Leiden vraagt:

‘Vertel me nou toch eens wannéér je schrijft over al die onderwerpen, andere mensen zouden er met hun dertienen jaren over doen om zoveel te schrijven over aardrijkskunde, antropologie, biologie, economie, geneeskunde, geologie, geschiedenis, godsdienst, huishouding, krijgskunde, kunstgeschiedenis, letterkunde, maatschappijleer, mode, muziek, opvoedkunde, politiek, psychologie, recht, scheikunde, staatskunde, sterrenkunde, techniek, weerkunde, wiskunde, wijsbegeerte enzovoort, ja werkelijk járen zouden dertien mensen bezig zijn met het schrijven van zoveel artikelen over zoveel onderwerpen, zoveel verhalen, zoveel romans…, terwijl jij dat allemaal in je eentje in ééń jaar af kan? Dat grenst aan het krankzinnige. Jouw verschijnsel begint, wat wonderlijkhied betreft, vormen van metafysische onbegrijpelijkhied aan te nemen.’ (179)

Het gesprek begint hierna even wonderlijke, metafysische onbegrijpelijke vormen aan te nemen. Het gesprek fladdert van raaskallen naar de zang van de nachtegaal, naar de colleges van Karel van het Reve. Volgens Maarten ’t Hart zou de verteller de colleges ernstig verstoord hebben:

‘[W]aarom hielp jij altijd de colleges van Karel van het Reve naar de maan door er allerlei kletskoek uit te gooien? Dacht je soms dat wij geïnteresseerd waren in de verhalen van jou over je moeder, je vader, over Rooms en Protestant Kethel, dat wij belangstelling hadden in je zeeverhalen en al die zotte fantasiën?’ (181)

De verteller weerspreekt de opmerking dat de Leidse professor daar niet op zat te wachten. Hij vond het juist heerlijk als ik een deel van die 50 minuten vulde, geeft hij als tegenargument.

Toch wil de verteller graag achter het geheim van de enorme productiviteit van Maarten ’t Hart komen. Daar verliest het verhaal alle grip op de werkelijkheid. De verklaring voor die enorme productiviteit: zijn enorme verliefdheid. Daardoor gedreven vliegt zijn pen over het papier, waarna zijn vrouw alles uittikt en dagelijks de artikelen per post worden verstuurd naar alle media van Nederland.

Het is dat verlies op de werkelijkheid die de verhalen van Biesheuvel iets dromerigs geven. Je raakt de draad regelmatig kwijt of komt er juist verstrikt in te zitten. Het verhaal dat van de hak op de tak gaat en waarbij je alle kanten opschiet. Het beste is dan om stug door te lezen. Als een schip in de storm door te varen, want je komt vanzelf behouden in de haven aan.

J.M.A. Biesheuvel: De weg naar het licht en andere verhalen. 7e druk, 1985. Amsterdam: Meulenhoff, [1977]. ISBN: 90 290 0664 1. 240 pagina’s. [niet meer verkrijgbaar]

Ik vlogde al eens eerder over hem:

22 mei 2016

Je ideale boekwinkel - #50books vraag 21

image

De boekwinkel is niet meer wat het geweest is. De laatste jaren zijn er heel veel verdwenen uit steden en dorpen. In sommige plaatsen is er niet eens meer een boekwinkel te vinden. Of je het met een minieme zaak doen die de inkomsten niet uit boeken haalt, maar uit dure tijdschriften.

De boekwinkels zouden lijden onder de aanbiedingen van online boekverkopers. Mensen bestellen een boek meteen online dat de volgende dag in de brievenbus valt. Of dit klopt, weet ik niet. Ik bestel vrijwel nooit online en als ik het doe, dan is het tweedehands.

Vasthouden

Ik wil bij het aanschaffen van een boek het vasthouden of er zeker van zijn dat het het boek is dat ik zoek. Er even in bladeren en kijken. De eerste pagina lezen en me al laten meenemen door het verhaal.

In mijn woonplaats is een aardige boekwinkel. Al is het niet meer wat het geweest is en liggen kantoorartikelen, romans en kleurboeken gebroedelijk naast elkaar. Ook is het grootste aanbod van de boeken die er ligt niet aan mij besteed. Het zijn vaak boeken die gretig aftrek vinden onder een breed publiek.

Geld verdienen

Ik snap ook wel dat de boekhandelaar moet schipperen tussen fijnzinnigheid en geld verdienen. Naar mijn oordeel zouden ze heel goed samen moeten gaan, maar de praktijk is weerbarstiger. Aan de boekenlezer wordt de vraag niet zo vaak gesteld, daarom kreeg ik deze vraag binnen via Martha.

Boekenvraag 21

Hoe ziet jouw ideale boekwinkel eruit?

Is jouw ideale boekwinkel 24 uur per dag open? Heeft hij alle boeken op voorraad of wil je juist een boekwinkel die boeken voorstelt. Een boekhandelaar die je attendeert op een boek dat wel bij jou in de smaak zal vallen? Een zaak waar je helemaal in kunt verdwalen, of juist een klein winkeltje?

Ik ben ontzettend benieuwd naar de antwoorden.

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

21 mei 2016

Notities van een lezer - #50books antwoorden vraag 20

image

Maak je eigenlijk notities tijdens het lezen? De vraag is in mij opgekomen omdat ik in 2 boeken die ik vlak na elkaar las, de notitieboekjes van schrijvers voorbij zag komen. Schrijft Ilja Leonard Pfeijffer alleen in Moleskines, Basje Bender is minder kritisch. Zij doet haar notities gewoon in een goedkoper opschrijfboekje.

leesjournaal

Hoe zit het met de lezers van #50books. Maken zij notities. De vraag is niet alleen via de blogs beantwoord. Ik zag ook een mooie foto voorbijkomen van @PercyTienhoven op twitter. Hij schrijft zijn bevindingen tijdens het lezen keurig op in zijn journal met ringband, een heus leesjournaal.

Naar de lijntjes, pijlen en strepen van Charlotte Veldman word ik wel heel nieuwsgierig. Hoe ziet zo’n pagina van haar boek er uit na het lezen? Schrijft ze extra notities in de marge of blijft het bij paginanummers en andere gegevens?

Meekijken in notitieboekjes

Boekenblogger Lalagè geeft een inkijkje in haar notitieboekjes. Ze zegt wel dat ze notities maakt sinds ze aan het bloggen is over boeken. Eerder deed ze het alleen als haar echt iets aansprak. Nu zorgt ze standaard bij het lezen dat ze iets kan opschrijven. Zo kun je later bij het schrijven over het boek bepaalde dingen terugvinden. Al merkt ze zelf dat het in de praktijk weinig gebeurt dat ze echt terugkijkt in haar notities bij het schrijven van het blog.

Ze laat een paar pagina’s uit het notitieboekje zien, net als een paar andere methodes van haar om passages terug te kunnen vinden. De uitkomst is wel de e-reader. Daar kun je notities in het boek zelf maken. Een bijzondere blog over de geheimen van de lezer.

Overigens staan er heel veel enthousiaste reacties onder het antwoord van Lalagè. Veel lezers maken korte notities of schrijven mooie zinnen op. Ze markeren en krassen in de kantlijn van het boek bij mooie passages en schrijven soms de paginanummers op.

Doorlezen

Niek maakt geen notities bij het lezen. Ze wil weleens iets opzoeken als ze leest. Dat gebeurt voornamelijk bij het lezen in het Engels of Duits. Maar ze wel vooral genieten van het boek en zich niet afleiden door het opschrijven van notities.

Al heeft ze ook af en toe de neiging om iets uit te gaan zoeken bij het lezen. Als een tekst een bepaalde vraag oproept, wil Niek graag het antwoord opzoeken. Maar over het algemeen laat ze zich niet afleiden en leest heerlijk door.

Beklijven

Volgens Fokke nemen de meeste mensen dingen beter op als er op meerdere manieren met de stof omgegaan wordt. Daarom kan het zeker geen kwaad tijdens het lezen af en toe iets op te schrijven. Zo beklijft de stof beter. Zeker bij ingewikkelde series als de reeks Mijn strijd van Karl Ove Knausgård. Ondanks alle notities heeft Fokke er geen blog aan gewijd. Het is puur voor de verwerking van alle informatie.

Te meeslepend

Vrijwel nooit ligt er een verband tussen de notitie die hij maakt en de blog die het betreffende boek uiteindelijk oplevert. Terecht merkt de boekenblogger van Foxxblok op dat een heel goed veel te meeslepend is om er notities bij de maken. En dat is uiteraard waar.

Vergeten notities te maken

Dat schrijft boekenblogger Jannie ook in haar antwoord. Is het wel een goed teken als je aantekeningen bijhoudt van het boek dat je leest? Als het verhaal zo meeslepend is dat je vergeet om dingen te noteren. Dat is juist het leuke van lezen, dat het verhaal je vastgrijpt en je alles om je heen vergeet.

Gekleurde strepen

Ali geeft in haar blog over notities maken bij het lezen aan dat ze vooral tijdens haar studie veel noteerde in haar boeken. Deze boeken zijn dan ook onverkoopbaar. Naast de notities in de boeken met gekleurde strepen, maakte ze ook uitgebreide samenvattingen. Als ze de boeken nu bekijkt snapt ze niet meer waarom dat allemaal onderstreept is. Was alles belangrijk?

Bij het lezen van romans schrijft ze niets in de papieren boeken. Hoe anders is dat bij een e-book. Hierin kan ze aantekeningen maken. En dat is ontzettend handig, merkt ze. De notities helpen haar om snel de volledige naam van de hoofdpersoon te vinden of een passage snel tevoorschijn te halen als ze er iets over wil bloggen.

Aantekeningen over verhaallijnen

Boekenblogger en trouwe beantwoorder van de boekenvraag Martha maakte vooral tijdens haar studie Nederlands in Leiden veel aantekeningen als ze las. In speciale boekjes noteerde ze de belangrijkste personages, verhaallijnen en interessante passages die ze tegenkwam.

Niks missen

Als ze klaar is met haar studie, stopt ze met notities maken. Tot ze gaat bloggen over boeken en daar ook graag inhoudelijk iets over de boeken kwijt wil. Ze wil niks missen. Daarom maakt ze weer notities bij het lezen over de tekst binnen en buiten het verhaal. Aantekeningen die ze weer kan gebruiken in haar blogs over boeken.

Lees morgen de nieuwe boekenvraag.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

20 mei 2016

Spel met de lezer

image

Hoe moet het aflopen? Het is een worsteling waarmee de schrijver Ilja Leonard Pfeijffer kampt in zijn Brieven uit Genua. Hij verzucht dat het verhaal toch ergens heen moet. Een boek kent toch een afloop. Of het nu een brievenbundel is of een roman. Dat zou niet hoeven uit te maken.

Brievenbundel

In zijn 4e brief aan zijn uitgever vraagt Ilja Leonard Pfeijffer het zich af. Hoe moet het aflopen? Hij kan moeilijk een afloop verzinnen, want een brievenbundel vraagt om de werkelijkheid in het verhaal. Het moet gebeurd zijn wat er staat.

Maar het probleem is dat ik niks mag verzinnen. Dat is de spelregel. Daar moet ik mij aan houden. Dus die grote dramatische wending zou ik in het echt, in het ware leven, moeten bewerkstelligen. Ik zou om compositorische redenen in mijn eigen leven een spectaculair omslagpunt moeten beleven. (596)

Wat verderop in zijn 44e brief aan Geyla, komt het onderwerp eveneens ter sprake. Bijna letterlijk schrijft Ilja Leonard Pfeijffer hetzelfde aan haar:

Omwille van de literaire compositie zou het het beste zijn om mijn leven in het echt spectaculair te veranderen. (620)

De compositie van de wereld op papier vraagt om een verandering in de werkelijkheid. En als geroepen komen de strubbelingen binnen. Het begint met de liefde en een ‘zere reet’ om uiteindelijk uit te monden in een radicale verandering van leven.

Leven overdenken

Of zoals hij in zijn laatste, toeval of niet, de 50e brief aan
Geyla schrijft. Door de brieven heeft hij de eerste 47 jaar van zijn leven overdacht. Hij heeft weliswaar 4 jaar over deze therapie gedaan, maar dan heb je ook wat:

Het was een psychoanalyse geweest van vier jaar lang in dagelijkse sessies, waarbij ik mijn eigen therapeut was. Iets van mijzelf had ik wel begrepen. (696)

Zo eindigen 700 pagina´s van zelfanalyse. Het is een heel avontuur dat je leest, waarbij niet elke brief en elk verhaal even interessant is. De beloofde liefde voor de stad Genua drijft soms teveel weg in het levensverhaal van Ilja Leonard Pfeijffer. En daar zijn sommige delen te langdradig en zelfvererend, waarmee hij juist de charme verdwijnt zoals dat in een boek als La Superba voorkomt.

Stadsverhalen

Juist in zijn roman La Superba draait het om de vele stadsverhalen, de verhalen van het pleintje waaraan zijn stamkroeg zit. Die maken het boek zo treffend. Hier valt het teniet door de vele zelfpromotie waardoor het echte verhaal teveel naar de achtergrond verdringt.

Misschien is de werkelijkheid echt minder mooi dan fictie.

Ilja Leonard Pfeijffer: Brieven uit Genua. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2016. ISBN: 978 90 295 0661 8. 703 pagina’s. Prijs: € 21,50. Bestel

19 mei 2016

Lange halen, gauw thuis - rondje Stelling van Amsterdam (2)

image

De tent is ingepakt. We hebben de tassen aan onze fietsen opgehangen. Klaar voor vertrek. Nog snel vers water en dan kunnen we echt gaan. Op de fiets naar huis. Ik voel de lange rit van gisteren nog wel in mijn benen. Het was een flink eind wat we gereden hebben.

Een onrustige, koude nacht. De eenden vlogen rakelings over onze tent en het merelvrouwtje gilde hard omdat er blijkbaar iets te dicht bij haar kroost kwam. Verder rustig gedaan, blogje geschreven en het boeltje ingepakt.

image

Als we wegrijden, fietsen we eerst maar in de richting van het knooppunt waar we gisteren naar op weg waren. Als we daar aankomen en ik een foto van de Binnen Liede wil maken, lukt het niet. De pleister op mijn vinger zorgt ervoor dat ik het niet voor elkaar krijg het knopje al fietsend in te drukken.

Ik wilde gisteravond nog even alle mesjes en andere dingen van het zakmes lostrekken. Er zat een scherp mesje tussen, dat ik aanzag voor een bot eind. Het heeft een flinke jaap in mijn wijsvinger gemaakt.

image

Niet meer te herstellen. We naderen het volgende knooppunt en fietsen langs de oudste spoorlijn van Nederland. De lijn van Amsterdam naar Haarlem. Het treinverkeer wordt in de lucht doorkruist door de landende vliegtuigen. De wielen staan uit en klaar om iets achter de spoorlijn te landen op de baan van Schiphol.

Wij rijden door een prachtig veld met voorjaarsbloemen. In het bos, iets verderop fluiten de vogels dat het hun een lieve lust is. De zon schijnt volop. We hebben genoeg aan onze truien. Geen spatje regen, de wind blaast losjes door het haar. Wat is dit een heerlijk fietsweer.

image

We rijden door Spaarnwoude en door een gebied dat ingeklemd ligt tussen een snelweg en een spoorweg. Iets van ons af ligt het Westelijk havengebied, we krijgen soms een doorkijkje naar grote, ronde silo’s voor de opslag van olie en andere gevaarlijke stoffen. Er blijft veel voor ons verborgen. We rijden langs volkstuintjes en zien hoe de bewoners hun tuinen en bijbehorende huisjes tot heuse juweeltjes hebben omgebouwd.

De stad overmeestert ons en we rijden voor we er goed erg in hebben langs de drukke weg naar Amsterdam. Ergens verkeerd afgeslagen. Nu fietsen we door de drukte van de stad van stoplicht naar stoplicht. De lange weg wordt onderbroken door auto’s die de weg versperren. Ze staan midden op de weg en alle fietsers dringen voor om als eerste bij het volgende stoplicht aan te komen.

image

We zijn dan ook heel erg trots als we ons door de stadsjungle heen worstelen. Daar staan we bij het Centraal Station. Maar ook hier is het oppassen voor de massa mensen die van de pont over het IJ in de richting van het station loopt en zonder kijken oversteekt.

Door naar IJburg om bij mijn zusje te lunchen. Als we daar met rode wangetjes aankomen is het al iets na het middaguur. We smullen en kijken alweer uit naar het laatste stukje van de rit. Een bekende tocht, langs de dijk naar Muiden. Van Muiden naar huis passeren we nog 2 vestingwerken van de Stelling van Amsterdam. Ik ken ze al, maar het kan geen kwaad om er nog eventjes naar te kijken.

image

We verlangen ernaar om thuis te komen. De nieuwe spoorbrug bij Muiderberg beheerst het landschap tussen Muiden en Muiderberg. De nieuwe snelweg in aanbouw. Bijna thuis, daar zullen we de laatste krentenbol nemen met een chocomel. Het is niet ver meer. Nog een paar trappen en dan zijn we thuis.

image

17 mei 2016

Stelling nemen - rondje Stelling van Amsterdam (1)

image

Het plan: een rondje om de hoofdstad fietsen via de oude Stelling van Amsterdam. Dat is flinke een stelling nemen.

De planning: met Pinksteren, dan heb je alle tijd om helemaal rond te gaan. Het is immers een kilometer of 200.

image

Uiteindelijk gooit het weer roet in het eten. Maar we willen toch gaan. Dan nemen we een kleiner gedeelte. Fietsen zullen we. Weer of geen weer.

Als we dan om 10 uur de voeten op de pedalen zetten en het binnen 5 minuten begint te plensen, schiet de moed wel in de schoenen. Dit is niet de bedoeling.

image

We schuilen bij Almere Muziekwijk en wachten tot het minder hard gaat. Als we weer rijden en de Hollandse brug willen nemen, begint het weer harder te regenen.

De regenbroeken aan en we trekken naar Weesp. Daar staat de eerste batterij. Een torenfort. Die kennen we al. Daarom rijden we snel door naar Abcoude. Een mooie tocht langs het riviertje Gein. Meanderend langs molens en dijkhuisjes.

image

We worden ingehaald door een caravaan motors. Voorbij Abcoude pauzeren we even tussen de mensen die hun hond uitlaten en senioren die een rondje fietsen op hun elektrische fiets.

Hoe ver zullen we komen? Het tempo is mooi, maar de doelen liggen iets te hoog. We rijden het ene na het andere bouwwerk voorbij. Kronkelen mee met de riviertjes en houden het droog.

image

Bij Uithoorn nemen we een ijsje en kop koffie. De kou weerhoudt Doris niet om een ijsje te nemen. De regenbroek gaat uit. Het wordt eronder te nat. Dan zoeken we naar een strijdplan. Via Aalsmeer gaat het de Haarlemmermeer in. Langs de Geniedijk.

Het ene na het andere bouwwerk, met veel beton erin. Een verblijfplaats voor vleermuizen en bijzondere initiatieven zoals een kunsthal of museum. Het meeste zit dicht of is overmeesterd door schapen.

image

Bij het plaatsnaambord Haarlem houden we rechts aan. We gaan de stad niet in, maar fietsen langs de rand. In de polder zien we een lepelaar van heel dichtbij.

Het verrast als we bij Nieuwebrug de camping zien. De eigenaar laat net zijn hond uit. Natuurlijk kunnen we terecht voor een nachtje.

image

16 mei 2016

Pinksteren

image

Pas vroeg Doris aan mij wat er precies gevierd wordt met Pinksteren. Het was op Hemelvaartsdag om precies te zijn. Ik vertelde eerst over de hemelvaart en daarna over de uitstorting van de Heilige Geest onder de 12 volgelingen van Jezus. Best ingewikkeld was de vraag daarna: wat is precies de Heilige Geest.

Het riep gedachten op uit mijn jeugd waarbij de heilige 3-eenheid en het bijbehorende theologische problematiek onmiddellijk opdook. Want hoe kan God nu 1 zijn en toch 3? Leg dat maar eens uit aan een kind dat niet in dit idioom is opgegroeid.

Ik betrapte mij er snel op hoe snel ik mij in de dogma´s van weleer bewoog en zelfs de Tale Kanaäns niet verleerd was. Want wat is Pinksteren eigenlijk nog als je niet gelooft? Niet veel.

Het is juist de aanwezigheid van God in ons midden dat de Heilige Geest is. Een abstracte trooster, het alternatief sinds Jezus naar de hemel is gevaren. Net als de vraag waar Jezus dan gebleven is?

Het is niet helemaal waar als ik zou beweren dat de Heilige Geest niet meer in mijn midden is. Dat is namelijk een leugen. Ik was pas in Zwolle in de Grote of Michaëlskerk bij een orgelvesper.

Prachtige muziek, heerlijk gezongen en onderwijl voelde ik die verbondenheid van weleer. De Heilige Geest noemde ik dat vroeger, nu noem ik dat vals sentiment. Net als dat ik weet dat ditzelfde gevoel loskomt als ik door de natuur loop of helemaal verdronken ben in een prachtig verhaal.

Misschien ontromantiseer ik nu iets en iedereen staat vrij te geloven wat hij of zij wil. Het is juist een mystieke kracht die niet in een theologisch dogma te vatten is. Het is de Heilige Geest.

Bij deze ervaring hoort een prachtig muziekstuk, zoals Bert Matters improvisatie over het kerklied ‘O Geest die onze Trooster zijt’ (LvK gezang 310, vers 3).

15 mei 2016

Maak jij notities bij het lezen? - #50books vraag 20

image

Bij de bloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur lezen we op 30 mei het debuut van Basje Bender: Brussel. Het boek vertelt over de fascinatie van de ik-verteller en hoofdpersoon Elvira voor Brussel.

In de roman komt een trits aan personen uit deze stad voorbij. Elk met een eigen verhaal, vormen ze het grote verhaal van de roman. Als Elvira op een bankje zit te wachten bij de metrohalte Montgomery, haalt ze haar opschrijfboekje tevoorschijn:

Dat boekje heb ik meestal bij me, voor het geval er toevallig een goed idee komt of voor als ongemakkelijk ben en iets te doen wil hebben, zoals nu. Het is een gewoon opschrijfboekje. Ik heb er al een aantal gehad, steeds verschillend maar nooit een Moleskine. Ik heb niet de illusie dat mijn ideeën beter worden als ze in een duur boekje staan. De boekjes gaan gemiddeld een halfjaar mee. (104)

Het toeval wil dat in in Brieven uit Genua Ilja Leonard Pfeijffer uitvoerig stilstaat bij de boekjes van het merk Moleskine. De schrijver uit Genua zweert juist bij deze boekjes en beweert het volgende over zijn verzameling van ongelinieerde boekjes:

Als ik echt beroemd zou zijn, zou die collectie de natte droom zijn van elke verzamelaar en elke literatuurwetenschapper. (601)

Het noemen van het merk lijkt niet alleen de waarde van het boekje te willen vertegenwoordigen, maar ook de waarde voor de lezer. Juist Basje Bender koketteert met het pronken met een merk. Een opschrijfboekje is een opschrijfboekje. De prijs bepaalt niet of wat er staat beter of slechter is.

De opmerking komt voor mij als geroepen. Juist omdat ik mij afvraag hoe het zit bij iets als een opschrijfboekje. Zou de waarde van het boekje echt geen invloed hebben op de inhoud. Ik geloof het niet, maar ik denk dat het een self fulfilling prophecy is.

In geval van Ilja Leonard Pfeijffer zou een ander merk de doodsteek voor zijn schrijfwerk zijn. Bij Basje Bender juist andersom. Het maar wat gelooft. Dat het invloed heeft, is zeker. Alleen ligt het niet bij het boekje, maar degene die de pen of het potlood vasthoudt om in het boekje te schrijven.

Notities bij het lezen

Maar schrijvers zijn niet de enige die notities maken. Ze melden geregeld hoe en wanneer zij notities maken voor het boek dat je in handen hebt. Interessant natuurlijk voor de lezer, maar schrijvers lijken zich nooit af te vragen wat de lezer doet. Want sommige lezer maken ook notities bij het lezen. Zeker doen boekenbloggers dat.

Ik hou eigenlijk altijd wel een potloodje bij de hand om notities te maken van het boek dat ik lees. Ik doe dat altijd op een los blaadje dat ik eveneens als bladwijzer gebruik. Het worden trefwoorden waarachter ik een paginanummer zet. Heel soms komt er op de betreffende pagina een streepje in de kantlijn.

Gedachten erbij houden

Zo probeer ik mijn gedachten bij het verhaal te houden en te zorgen dat ik later als ik erover schrijf, makkelijk voorbeelden erbij kan pakken.

Dat brengt mij bij de boekenvraag:

Maak jij notities bij het lezen en hoe doe je dat?

Ik ben heel benieuwd naar jullie antwoorden.

Blog mee over #50boeken

Schrijf een blog over de vraag van vandaag en laat hieronder in de reactie een linkje naar je site staan. Heb je zelf een idee voor een vraag? Ze zijn van harte welkom. Mail gerust een vraag of stel hem in via het contactformulier.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

Basje Bender: Brussel. Roman. Amsterdam: Meulenhoff, 2015. ISBN: 978 90 290 9029 2. 208 pagina’s. Prijs: € 18,99. Bestel

14 mei 2016

Voetnoten en eindnoten - #50books antwoorden vraag 19

image

Voetnoten noemt Arnon Grunberg zijn dagelijkse stukjes op de voorpagina van de Volkskrant. Hij heeft deze korte overpeinzingen al uitgegeven in een paar verzamelbundels. Ik heb zijn eerste stukjes nog wel gevolgd, maar ergens ben ik afgehaakt. Zeker in het begin ging het Grunberg nog niet goed af om iets over de actualiteit te vertellen en te vinden in 140 woorden.

Nu zijn de stukjes af en toe ware parels. Een zijsprong uit de actualiteit. Even stappen uit de hectiek van alledag. Ik moest eraan denken bij het stellen van de boekenvraag over voetnoten in teksten. Hij kwam binnen via Niek, die eveneens meedoet met het beantwoorden van de vraag. Een voetnoot hoef je niet te lezen, maar soms is het even een heerlijke zijsprong uit het verhaal. Niet direct ter zake doende, maar de informatie is te interessant om niet te lezen.

Onderaan de pagina

In haar eerste bijdrage aan #50books schrijft Lalagè dat ze voetnoten onderaan de pagina het handigste vindt. Als de tekst achter de nummertjes helemaal achterin het boek verdwijnt, wordt het een stuk lastiger lezen. Je moet dan steeds naar achteren bladeren om de notitie te kunnen lezen. Dat kost meer moeite en daarnaast haalt het je uit het verhaal.

Bij het lezen van de vraag moest Lalagè meteen denken aan Het korte maar wonderbare leven van Oscar Wao waar in de voetnoten delen uit de geschiedenis van de Dominicaanse Republiek staan. Het grote voordeel is volgens de boekblogger dat de noten onderaan de pagina staan. Dat haalt je niet heel erg uit het verhaal. Bovendien zijn de voetnoten best interessant om te lezen.

Echte voetnoten

Ook blogger Ali wijst op het verschil tussen de noot onderaan de pagina, de ‘echte’ voetnoot, en de noot helemaal achterin het boek, de eindnoot. Ze vraagt zich af waarom de tekst zonodig in een voetnoot of eindnoot moet. Kan de tekst uit de voetnoot niet gewoon in de lopende tekst van het verhaal?

Een goede vraag, waarbij ik ook vaak tijdens mijn studie merkte dat sommige voetnoten heel erg interessante informatie bevatte. Wat mij daarbij altijd opviel, was dat gedachte in de noot niet altijd even goed wetenschappelijk te staven was. Waarschijnlijk wilde de wetenschapper zich niet branden aan de bewering en hield hem daarom in de voetnoot.

Voetnoot leidt tot meer vragen

Ze merkt daarom terecht op dat sommige voetnoten tot meer vragen en daarmee ook tot interessantere boeken leidt. Dat moet Martha missen, want ze leest geen voetnoten. In haar blog over de voetnoot schrijft ze dat voetnoten alleen maar afleiden. De boekenvraag levert voor haar wel een nieuwe vraag op: hoeveel schrijvers zijn er niet gereduceerd tot voetnoot?

Veel schrijvers die ze noemt, worden nauwelijks gelezen. Of het heel erg is, weet ik niet. Daarvoor in de plaats zijn vaak weer veel andere boeken verschenen die zeker ook de moeite van het lezen waard zijn. Zo’n oude voetnoot-lezer kan soms heel verrassende effecten opleveren. Dat ervoer ik vorige zomer bij het lezen van Jacob van Lenneps roman Ferdinand Huyck.

Irritante noten

Blogger Niek vindt alle soorten noten irritant. Ze heeft gemakshalve alle noten op 1 hoop gegooid, dus ook eindnoten en noten die aan het eind van elk hoofdstuk staan. Ze halen je uit het lezen van de tekst en hebben geen enkele functie. Dan liever geen noot of de informatie uit de voetnoot verwerken in de tekst.

Ze maakt 1 grote uitzondering, dat zijn de Schijfwereld-boeken van Terry Pratchett. In deze boeken steekt de verteller juist de draak met voetnoten. Ze lopen soms pagina’s door en Pratchett creëert soms zelfs voetnoten in een voetnoot en daar weer een voetnoot binnen. Ze zijn volgens haar onderdeel van het verhaal en daarom kan ze er zo van genieten. Misschien dat Niek daarom zo’n hekel heeft aan ‘gewone’ voetnoten. Ze weet hoe leuk ze kunnen zijn.

Verschil in voetnoot

Ook voor Fokke is er een verschil in noot. Voor hem is de voetnoot onderaan de bladzijde waarin de verwijzing wordt gemaakt, de meest ideale plek. Een eindnoot haalt je toch teveel uit de tekst en daarvoor heb je een tweede bladwijzer nodig. Hij vindt in de voetnoten soms de informatie die hem weer extra aan het denken zet. Of een geweldige vondst zoals in de brief van Du Perron Mayer. Hierin vraagt Du Perron om een boek te bestellen, maar wel zonder voetnoten onderaan de pagina. Als er iets erg is, dan is dit het wel:

Van alle akeligheden is dàt voor mij wel het ergste.

Uitgerekend op deze pagina staat er een voetnoot onderaan de pagina. Een heerlijke vondst waarbij de editeur geen rekening houdt met de ergernissen van de brievenschrijver. Wat bij mij meteen de vraag oproept of het misschien een mode is: de voetnoot of de eindnoot en de ergernis aan 1 van de 2. Zoals Du Perron zich ergerde aan voetnoten, zo ergeren de bloggers op de boekenvraag zich aan eindnoten.

#50books

De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf de eerste vraag doe ik regelmatig mee. Naar overzicht van alle vragen.

13 mei 2016

Moleskine

image

Regelmatig vertelt Ilja Leonard Pfeijffer in zijn nieuwste boek Brieven uit Genua over de Moleskines die hij als schrijver verslijt. Al zittend in het café zit hij met de lijntjesboeken van dit merk voor neus.

In de enige Moleskine die ik bezit, zit een los blaadje. Op dat blaadje staat de volgende tekst:

Moleskine is the legendary notebook used by European artists and thinkers for the past two centuries, from Van Gogh to Picasso, from Ernest Hemmingway to Bruce Chatwin. This trustly, pocket-size travel companion held sketches, notes, stories and ideas before they were turned into famous images or pages of beloved books.

Zou het echt waar zijn dat dit notitieboekje je meehelpt bij het bedenken van die prachtige ideeën. Ilja Leonard Pfeijffer lijkt het in zijn Brieven uit Genua alleen maar te doen. Overal waar hij zit, legt hij het Moleskine-boekje voor zich en borrelen de briljante ideeën rechtstreeks uit het brein op papier.

Terwijl computers en internet ver weg zijn, haal ik mijn Moleskineopschrijfboekje uit mijn binnenzak en terwijl de piazza langzaam begint te zoemen, kleuren dieper worden, mensen menselijker en de avondvullende operette een aanvang neemt, zak ik onder de tijd en haal mijn pen tevoorschijn om glimlachend met trage streken te etsen en te schrijven wat mij echt interesseert, zoals deze brieven aan jou. (212)

Of verderop wanneer hij aan zijn oude ik een brief schrijft over het ontstaan van zijn roman Het ware leven, een roman:

Elk hoofdstuk van dat boek heb je in eerste instantie in een minuscuul handschrift met een zwarte fijnlijner met de hand in een Moleskineopschrijfboekje geschreven. (462)

In een brief aan zijn accountant stelt de schrijver uit Genua dat al die opschrijfboekjes bij elkaar best wat waard zouden zijn. Mits hij natuurlijk een beroemd schrijver zou zijn:

Ik heb sinds jaar en dag de gewoonte om zo goed als alles wat ik schrijf in eerste instantie in handschrift te schrijven, met pen en papier, in kleine, ongelinieerde, zwarte Moleskineopschrijfboekjes. Inmiddels is dat een aardige verzameling geworden van vele tientallen gelijkvormige notitieboekjes met daarin de complete manuscripten in een eerste versie van al mijn romans, gedichten, verhalen en toneelstukken, in ieder geval vanaf 2001, inclusief schematische opzetten, verworpen passages, ongepubliceerde fragmenten, tekeningetjes en dagboeknotities. (601)

Bij mij rijst onmiddellijk de vraag op of de notitieboekjes van het betreffende merk eraan hebben bijgedragen. Zou het uitmaken of iemand iets opschrijft in een aftands schriftje, doormidden geknipt, de helft van de blaadjes eruit gescheurd, een hoekje van een oude krant of gewoon op een los velletje dat nergens en overal rondzwerft?

En zouden echt alle boekjes van het merk Moleskine zijn, of heeft de dichter weleens overspel gepleegd en is op een goedkoper merk overgestapt, een dummy uit de Xenos of nog erger een Moleskine met streepjes.

Op die vraag krijg ik geen antwoord in het boek en ik snap het idee: Ilja Leonard Pfeijffer wil zich graag scharen in de lijst met Moleskine-gelovigen. Of dat terecht is, weet ik niet altijd. Wat ik bij het lezen van zijn brievenboek Brieven uit Genua wel opmaak is dat er wel erg veel informatie uit de boekjes met briefschetsen in de bundel is gekomen. Misschien wel alles.

Geen idee of deze grote schrijvers en kunstenaars inderdaad hun briljante werk in de notitieboekjes van Moleskine hebben geschreven, getekend en geschetst.

Ilja Leonard Pfeijffer: Brieven uit Genua. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2016. ISBN: 978 90 295 0661 8. 703 pagina’s. Prijs: € 21,50. Bestel

12 mei 2016

Brieven uit Genua

image

In zijn jonge jaren droomde de dichter Ilja Leonard Pfeijffer ervan een boek te schrijven met de titel Brieven uit Genua. Dat schrijft de classicus, dichter en romancier die sinds 2010 in de havenstad Genua woont. Hij schrijft het in het boek met dezelfde titel als waarvan hij vroeger droomde.

Hij eert deze stad in zijn roman La Superba. Dat is een project waaraan hij 4 jaar werkte, zo schrijft hij in 1 van zijn 50 brieven aan Gelya.

700 pagina’s egodocument

Nu verwent hij zijn lezers op een 700 pagina’s egodocument boordevol met brieven uit de Italiaanse stad. Een gigantisch project, niet alleen voor de lezer, maar ook voor de schrijver, kan de lezer lezen. Vanaf de eerste brief op 27 april 2012 tot de laatste, 2 november 2015, ligt bijna een even lange periode als hij over de roman La Superba heeft gedaan.

Er gebeurt ontzettend veel in deze periode. Niet alleen sterft zijn oma en wint hij diverse literaire prijzen als de Libris Literatuurprijs. Hij brengt ook een nieuwe dichtbundel Idyllen uit, waarmee hij eveneens in de prijzen zal vallen. Net als dat hij een ontsteking aan zijn achterste krijgt.

Brieven aan Gelya

Niets blijft de lezer bespaard. De rode draad in de bundel vormen de 50 brieven aan Gelya. Ze worden afgewisseld met andere brieven, aan officiële instanties, aan Europa, aan zijn moeder, familie van moederskant en aan de Ilja Leonard Pfeijffer uit het verleden.

Om met het laatste te beginnen. Deze brieven zijn een mooie vondst binnen het genre van het egodocument. Ze staan in het hart van de bundel en beslaan bijna 170 pagina’s. Deze brieven zijn verreweg het meest interessant. In elk van de 12 brieven, haalt de brievenschrijver een ander tijdperk en een ander facet uit zijn leven aan.

Hele leven

Ilja Leonard Pfeijffer deelt zijn hele leven overzichtelijk in. Het leuke is ook dat de brieven in omgekeerde volgorde zijn geschreven. De datum loopt steeds verder terug met elke nieuwe brief. Je leest ze in de omgekeerde volgorde waarin ze geschreven zijn.

Al heeft het ook iets pathetisch en laten sommige delen een iets te overtrokken beeld bij de lezer achter. Ze lijken de schrijver groter te willen maken dan hij al is, waarmee hij zich soms een tikkeltje bespottelijk maakt.

   Intussen begint die zo effectief opgebouwde reputatie je een beetje dwars te zitten, ik weet het. Waar je allergisch voor bent geworden, is het woord ‘virtuoos’. Ik gebruikte het net ook. Om je te pesten. Het lijkt een compliment, maar wie jouw werk virtuoos noemt, bedoelt daarmee dat het allemaal effectbejag is, toeters en bellen, briljant gejongleer, heel knap, maar dat het uiteindelijk nergens over gaat. Omdat je het fatsoen hebt om, anders dan je meeste collega’s, aandacht te besteden aan de vorm, denken ze dat het je alleen te doen is om de vorm. Het is niet makkelijk om jou kwaad te krijgen, maar daar kun je woedend over worden. (455)

Zeker, een leven kan haast ongemerkt aan je voorbij gaan, maar dat doet de brievenschrijver Ilja Leonard Pfeijffer vooral niet. Elk detail wordt als een groots wapenfeit beschreven. Olifanten en muggen zwermen om elkaar heen en maken zichzelf groter dan ze zijn.

Zuchten

Dat zijn de delen waarbij je het even moet zuchten. Het is de herinnering die het dan van je wint. De studie in Leiden, de fietstocht naar Genua, de romans en dichtbundels trekken aan je voorbij. En de vele liefdes die de held van het verhaal steeds tot diep in het hart raken.

Net als de flamboyante levensstijl van Ilja Leonard Pfeijffer. Het aantal drankglazen en peuken tel je niet meer, maar het zijn er meer dan het aantal pagina’s die het boek telt. Dat kan niet anders dan misgaan, al valt de ontknoping een beetje in het niet bij al het woordengeweld dat uit de rest van de brieven spreekt.

Ilja Leonard Pfeijffer: Brieven uit Genua. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2016. ISBN: 978 90 295 0661 8. 703 pagina’s. Prijs: € 21,50. Bestel

10 mei 2016

Het schip als personage

image

Wie is eigenlijk de hoofdpersoon in Een vrouw van staal? De schrijver Corine Nijenhuis weet het schip bijna tot een personage te verheffen. Wat de titel natuurlijk ook zegt. Het schip bestaat echter niet alleen. De schipper die op het schip vaart, is net zo belangrijk. Zo ontstaat er een intense band tussen mens en vaartuig.

Zoals mannen tegen hun auto praten, zo heeft de schipper een band met zijn schip. En niet alleen de schipper, ook de schippersvrouw naar wie het schip dikwijls vernoemd is, heeft een diepe relatie met het schip. Het schip houdt hen drijvend. Het schip is hun bron van inkomsten.

De zoektocht van Corine Nijenhuis is ook naar de oorsprong van het schip dat ze gekocht heeft. In de proloog beschrijft ze dat de eigenaar moeilijk afscheid van zijn schip kan nemen. Het schip heeft een ziel gekregen door de eeuw die het op de Nederlandse wateren vaart. Daarbij is er verschrikkelijk veel op de klipper gebeurd. Er zijn mensen op het schip overleden en er is een kind overboord geslagen en verdronken. Heftige gebeurtenissen die zo’n schip extra lading geven.

Daarom wil de schipper er niet zomaar afstand van doen. En hij wil het aan echte liefhebbers overdragen. Geen koopjesjagers, maar mensen die de klipper naar waarde weten in te schatten. Als je het boek over de Henriëtte leest, krijg je liefde voor dit bijzondere schip en de mensen die erop gevaren hebben. Niet alleen een ontzettend mooie kop heeft het schip, maar ook een overweldigende geschiedenis. De geschiedenis van meer dan een eeuw binnenvaart.

Dat leert de schrijver en eigenaar van deze klipper. Ze schrijft met liefde over het schip. Met zoveel liefde dat je als lezer niets anders wenst dan dat die 2 aan het eind van het verhaal bij elkaar komen. Als een roman, waarbij je zelfs begrip kunt opbrengen voor de enigszins wantrouwige houding die schipper Leen de Jong heeft. Zeker als de taxateur het schip kritisch doorneemt en daarmee de indruk wekt dat de kopers op zoek zijn naar een koopje.

Ze is zeker niet op zoek naar een koopje, ze gaat op zoek naar de historie van dit bijzondere schip en schrijft er een boek over. Een grotere liefde is bijna niet mogelijk.

Corine Nijenhuis: Een vrouw van staal, De buitengewone biografie van den binnenvaartschip.Amsterdam: Uitgeverij Brandt, 2015. ISBN: 978 94 92037 12 1. 400 pagina’s. Prijs: € 20. Bestel

09 mei 2016

Kathedraal het doel - Omzwervingen (2)

image

Daar nader ik de kathedraal, de groene kathedraal van bomen. Ik probeer me altijd voor te stellen hoe de pelgrim kijkt als hij het doel van zijn pelgrimage nadert: de kathedraal. Hier zit een man op het bankje bij de akker. Hij kijkt op zijn mobiel.

image

Achter hem staan ongelooflijk mooie bladeren van de spitse populieren. Ze turen geelgroen omhoog. Al komen de bladeren nog aarzelend uit de kale takken, hier is iets moois aan het ontstaan. De kathedraal krijgt muren en een heus gewelf.

image

Er lopen 2 honden rond het bankje. Een man en 2 vrouwen zijn erop gaan zitten. Achter het bankje staan 2 andere fietsen. Ik zie hoe 2 jongens door de kathedraal lopen. Het is er druk genoeg.

image

In de spiegelkathedraal in het bos ernaast, is het rustiger. Hier zie je ook zo snel niet de afdruk van de kathedraal. Je moet het weten, anders is het gewoon een open veld midden in het bos, zoals ik eerder zag in het Waterlandse bos op mijn fietsrit hierheen.

image

Dan pak ik het lange pad dat dwars door het bos gaat. Ik fiets langs de stapels houtstammen die langs het pad liggen. De vele soorten bos, bij sommige bomen zijn de bladeren al ver ontsproten uit de takken. Bij andere bomen is de winterse kaalheid nog te zien. Daarmee ontstaat een contrastrijk bos.

image

Als ik dan weer terugrijd, langs de imposante bomenrijen die aan weerszijden van de Vogelweg geplant staan, geniet ik van de zilverkleuren van het jonge blad. Het is heel indrukwekkend zoals de jonge bladeren uit deze grote bomen ontspruiten.

image

Overal dient het voorjaar zich aan. Zo blijft het niet beperkt tot een fietsrit. Het is vooral een feest van de lente. Genietend van de geuren, de frisse wind en de ontspruitende bladeren. Zo kom ik weer thuis met de blos van het voorjaar op mijn wangen.

image