De warmte van de middag komt nu over ons heen. We moeten een weg zien te vinden tussen de chaos aan fietspaden, genummerde straten en de doolhof aan nieuwbouw. In Lelystad verdwaal je, is onze ervaring. Daarom rijden we voorzichtig, volgen zorgvuldig, op het overdrevene af de bordjes met de nummers. Als het even anders lijkt, stoppen we en kijken net zo lang tot we er zeker van zijn dat we goed zitten.
Vlakbij het station wordt ons de weg dwarsgezeten door werkzaamheden. De gele borden willen ons door de stad leiden. Daar trappen wij niet in. We negeren de versperring en rijden even later de goede weg door naar de bestemming. De fietspaden gaan vaak omhoog omdat bij elke brug over de brede dreven, het pad klimt. Ook al rijd je rechtdoor, dat maakt niet uit. Zodoende fiets je over een heuveltjespad.
De bossen lijken in Lelystad toch rijper te zijn dan in Almere. De bomen zien er forser, breder en voller uit. Het eikenblad van sommige bomen lijkt uit de takken te schieten. Je ziet ze groeien. In een paar dagen is het van niks naar een bijna vol blad gewassen. Het voorjaar is niet meer te stuiten en de laatste bomen krijgen hun bladeren.
We komen enigszins verhit aan waar we moeten zijn. Gereden door de eikenbossen die de stad rijk is. Mooie, volle bossen. Als we na onze bestemming te hebben aangedaan, doorrijden, kiezen we een open plekje temidden van de bossen om even op een bankje te zitten, een broodje te eten en water te drinken.
We rijden weer door Lelystad. De vaart moeten we over. We gaan daarvoor via het tunneltje onder de weg door, maken een brede bocht aan de andere kant van de weg waar we eerder reden en steken dan via de brug de vaart over. Omslachtig, maar we vinden het niet erg. De wind zit niet meer tegen. De brede dreven steken we nu op de dezelfde hoogte over.
We zien nieuwe huizen op de plek waar we 4 jaar geleden fietsten en slechts enkele gebouwen stonden. We nemen de weg onder de grote toegangsweg door en fietsen de stad uit. Over de Torenvalkweg, langs de gevangenis. 1 van de 2. De andere ligt aan de andere kant van het spoor. Helemaal los van de werkelijkheid staat dit gebouw, midden tussen het akkerland. De koolzaad staat in bloei en de trein naar Almere rijdt erachter over de spoordijk.
We fietsen naar het bos dat tegen de Oostvaardersplassen ligt en dat Google Torenvalktocht noemt. Ook hier glanzen de verse bladeren. Je ziet ze groeien. Nog niet in de diepgroene kleuren van de zomer, maar in de lichtere tint van het voorjaar. Het licht nog zo anders dan verderop als het zomer wordt. Nog niet zo fel, maar wel heel helder, bijna zilverachtig.
We klimmen de eerste brug over. Ik denk dat het de Knardijk is, maar die ligt verder. Nog even de prachtige bomen van het bos. Zelfs een stukje naaldbomenbos passeren we. De heel eigen geur komt los uit het bos en we rijden hard. De wind geeft ons een zetje in de rug.
Dan is er wel de Knardijk. We staan even stil bij de kruising. Hier reden we 4 jaar terug en namen het tunneltje onder het spoor. Nu gaan wij rechtuit de Praamweg op. Er is veel verkeer op deze warme voorjaarsdag. De auto´s halen ons in en rijden naar de paadjes die uitzicht bieden op de Oostvaardersplassen.
Wij zien de plassen vanaf de weg liggen. Daarvoor turen wij langs de vele bomen en over de spoorbaan. De paardjes en ossen staan te grazen. Heel in de verte is zelfs een hert te zien. Het uitzicht is al een beetje wazig geworden door het smog dat vergezeld gaat met warme dagen.
Als we voor de keuze staan om te klimmen en vandaar over de lange vaart heen te gaan, kiezen wij het de kortere weg naar Almere en blijven aan deze kant van de vaart. Hierdoor missen we wel iets van het uitzicht. Net als de ijscokar die bovenaan op het uitzichtspunt staat.
Daar ergens puffen we uit onder een meiboom, in de bloesem, met de blote voeten in het gras. De gezichten rood van de inspanning, drinken we het water dat we in Lelystad hebben ververst. Nog een kilometer of 10 en dan zijn we thuis.
We stappen weer op de fiets voor de laatste etappe. We vliegen met deze wind in de rug naar huis, langs de Rode donders en de huizen die op het water drijven. De mensen laten hun honden uit en kijken deze 2 vliegende duivels na. Zo snel lijkt het te gaan. De wind die ons op de heenreis zo tegenwerkte, heeft ons vleugels gegeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten