31 december 2012

2012 in blogs

oliebollen.jpgHoe was 2012 in blogs? Het was een bijzonder jaar. Het jaar waarin de teckels Teuntje en Saartje kwamen. Vanaf januari zijn de jonge ruwhaartjes een veelgescheven onderwerp. Verder het jaar van de fietsvakantie en natuurlijk is er in 2012 weer veel ontdekt op literair gebied. Ik heb genoten van Poe en Dickens. Net als van Jan Wolkers en Hotz.

  1. Kriebel voor een teckel
    Na de dood van Sientje misten we het vertier van een hondje in huis. We gingen weer op zoek naar een ruwhaartje. Voor we er erg in hadden, kwamen we thuis met 2 hondjes. De Rode Teuntje en de getijgerde Saartje. Twee schattige hondjes. We hebben er flink wat werk aan. De twee teefjes houden ons niet van de straat. We komen vaker dan ooit buiten.
  2. De grote spoorwegcarrousel 33 jaar later
    Ontdekte ik in 2011 de Grote spoorwegcarrousel van Paul Theroux. In 2012 ging ik verder met lezen. Ik las de herhaling van de eerste reis die Theroux maakte in De grote spoorwegcarrousel retour. Een prachtig boek, misschien wel mooier dan de eerste. Ook kwam de Oude Patagonie-express voorbij. Een boek dat ik nog altijd moet bespreken in een blog. Dit reisboek zorgde voor een kennismaking met Edgar Allan Poe en van Poe kwam ik uit bij Jan Wolkers. Een heuse leesroute. Zeker ook omdat ik Jack Kerrouac weer las. En ik vond het geweldig.
  3. Gehackt
    Het moest een keer gebeuren: in oktober werd mijn site gehackt. Het gevolg: ik moest de boel opnieuw plaatsen. Veel werk. Het euvel vraagt nog altijd om een complete afwerking: de vele plugins moeten eigenlijk opnieuw worden geinstalleerd. Daarom lukt het mij vaak nog niet een blog in een keer te plaatsen. Gelukkig heb ik alles nog en kan iedereen er dagelijks van genieten.
  4. Auto leren kennen
    In 2012 kregen we een andere auto. In maart ruilden we de Toyota in voor een Ford. Een wereld van verschil. Met pijn in het hart namen we afscheid van het oude wagentje dat ons 11 jaar had vergezeld. Het rijdt waarschijnlijk ergens in Kenia rond. De nieuwe auto blijft nog altijd wennen.
  5. Geen treinverkeer
    Ik zou niet meer bloggen zonder de trein. Herhaaldelijk zorgden de Nederlandse spoorwegen voor mooie blogs. Over te laten treinen en gestrande treinen in de winter. Het hoogtepunt was voor mij het ritje over de nieuwe Hanzelijn. Ik zag hem in de zomer bij de fietsvakantie al liggen in de polder bij Dronten.
  6. Fietsvakantie
    In 2012 heb ik veel gefietst. Gewoon voor de lol. Het was heerlijk om naar de kringloopwinkels in Naarden en Weesp te fietsen. Of naar een congres in Bussum. Ik fietste het allemaal. Het hoogtepunt was natuurlijk de vijfdaagse fietsvakantie.
  7. Het gedicht van de Heuvelrug
    Het winnen van de dichtwedstrijd Dwalen in gedichten zie ik als een groot compliment. Een hoogtepunt van mijn dichterschap. Ik deed regelmatig mee aan schrijfwedstrijden. Altijd zonder resultaat. Totdat ik daags voor Sinterklaas een mailtje kreeg: ik had de wedstrijd gewonnen. Een resultaat om trots op te zijn.
    Verder genoot ik natuurlijk ook van het schrijven van nieuwe blogjes. Zo liet ik mij uitdagen een blog te schrijven over de muis op het werk naar aanleiding van een andere blog. Ook schreef ik geregeld een #wot op donderdag.
  8. Improviseren
    De improvisatiecursus van Gerben Mourik in Bergentheim kreeg in het voorjaar een vervolg. Vooral die bijeenkomst in mei werkte heel inspirerend op mij. Ik kreeg het te pakken en studeerde vanaf de terugkomdag dagelijks geharmoniseerde toonladders. Bij de cursus in november leerde ik hoe nuttig die oefening was geweest. Gelukkig blijven de voorbeelden nog onbereikbaar. Zoals Jan Jongepier, een groot improvisator.
  9. Bibliotheek
    Mijn boekenbezit is ook in 2012 weer flink uitgebreid. Voornamelijk van koopjes van de kringloopwinkel. Ik liep tegen een prachtige serie van Rothschild & Bach en maakte er mijn eerste vlog bij. Ik kreeg van mijn facebook-vriend Robert een serie bibliofiele uitgaven van Gerrit Komrij. Ook bemachtigde ik het exemplaar van Junghuhns Licht- en Schaduwbeelden uit de bibliotheek van de voormalig Dichter des Vaderlands.
  10. Annihilate bij de dood van Gerrit Komrij
    Het jaar 2012 is vooral het jaar waarin Gerrit Komrij stierf. Voor mij geheel onverwachts. Hij had zich nog droevig uitgelaten op facebook over de vrienden die hem vergaten te feliciteren voor zijn 68e verjaardag. Ik behoorde tot die categorie vrienden. Stellig nam ik mij voor hem volgend jaar als eerste te feliciteren op 30 maart. Sinds zijn dood probeer ik integraal zijn oeuvre door te nemen. Voor litnet schreef ik een necrologie. Na zijn dood heb ik een grote liefde meer dan ooit opgepakt: het dichten. Er is zelfs een dichtbundel in de maak met de werktitel Tussen hel en hemel. In december verscheen een voorproefje La nativite du Seigneur, gedichten bij Messiaens gelijknamige kerstcompositie.

30 december 2012

Hoarding

image

Een extreme vorm van bewaren of verzamelen heet hoarding. De hoarder is een pathologisch verzamelaar. Hij wil alles bewaren en kan niks wegdoen. De angstbeelden van kamers waar slechts een smal pad tussen alle troep ligt. Of mensen die alleen nog maar op hun stoel kunnen zitten, terwijl het ongedierte een hol in de rommel heeft gemaakt.

Bewaren staat groot op de Volkskrant Magazine van dit weekend. Evelien van Veen lijdt in haar artikel ook aan de ziekte van het bewaren. Dat het in haar huis – op kelder en zolder na – geen rommeltje is, komt omdat haar man stiekem dingen weggooit. Als dat niet gebeurde, zou het spoedig net zo’n rommeltje zijn als bij die pathologische verzamelaars. Ze wil van haar verzamelwoede af.

Waarom zou je van je verzamelwoede af willen? Zolang je nog gewoon kunt leven, je huis bewoonbaar is en je financieel nog kunt rondkomen, is er voor mij geen reden te stoppen met verzamelen. Sommige spullen zijn heel bijzonder. Sommige voorwerpen worden later heel populair. Er wordt al zo verschrikkelijk veel weggegooid. Waarom zou je iets weggooien als het niet kapot of versleten is?

Ik heb een zwak voor verzamelaars. Vooral van die verzamelaars die obsessief speuren naar iets en er alles voor over hebben. De bekende namen als Boudewijn Buch en Gerrit Komrij doemen op. Dat zijn de echte verzamelaars. Al gaf de laatste flink af op de eerste. Hij schreef in Demonen: ‘Nu is hij gestorven tussen de rotzooi’.

De foto’s van zijn bibliotheek in de catalogus van Bubb Kuyper intrigeren mij. Ik heb er vaak naar gekeken. De smalle gangetjes tussen de boeken. De stapels boeken voor de kast. Ze moesten nog een plaatsje krijgen, maar dat is niet meer gelukt.

Die foto’s van bibliotheken of de beelden van de dichter Bloem die door de smalle gangen van zijn opgebouwde verzameling sjokt. Op zoek naar dat boek dat hij niet heeft. Het verlangen liefde te krijgen van de dingen om je heen. De boeken die je troosten en er voor je zijn als er niemand meer voor je is.

Evelien wil van haar bewaarziekte af. Ze geeft tips: flikker alles dat je niet gebruikt weg. Ze heeft deze wijsheid van de website wisebread.com. Op de site staan 25 dingen die je vandaag nog moet weggooien. Met op 5: ongelezen boeken. De suggestie is dat je een gelezen boek gebruikt en een ongelezen boek niet. Ik zou het liever omdraaien: waarom bewaar je een gelezen boek en gooi je een ongelezen boek weg?

Een boek weggooien vind ik doodzonde. Ik heb het weleens een boek weggedaan. Vrijwel altijd kreeg ik er later spijt van. Dan haalde ik ze toch weer in huis. Boeken zijn mij dierbaar. Of ik ze nu wel of niet gelezen heb, maakt niet zoveel uit. Elke dag zit ik wel even in mijn bibliotheek. Dan geniet ik van alle boeken die mij omringen.

Ik zou dan eerder een ander advies geven: breng je verzameling goed in kaart. Zo kun je snel vinden wat je hebt en wat je nog zou willen. Met verzamelen is niks mis. Wel met alles gedachteloos in huis halen. Neem de beroemde Boekito uit Groningen. Hij heeft werkelijk alles in huis gehaald en kan ook niks meer vinden.

De verzameling van Boekito is nutteloos. Of zoals ik het zelf zeg: als je het niet kunt vinden, heb je het niet. Ook al heb je het. Iets is waardeloos als het niet meer bereikbaar is. Dus: verzamel allemaal lekker verder. Stouw de huizen vol en geniet van de spulletjes.

Ik zou het anders willen stellen: koop niet zomaar iets. Alle rommel die je niet gebruikt, heb je eens gekocht. Dus gebruik wat je hebt en koop alleen iets als je het nodig denkt te hebben. Dat levert een opgeruimd huis op en bespaart je veel geld.

29 december 2012

Jaarkaart

image

De donkere dagen voor kerst en mijn jaarkaart om in het nieuwe jaar ook op mijn werk te komen, is nog altijd niet in de bus gevallen. Met een geprivatiseerde postonderneming die nogal eens de post in een andere brievenbus doet. De deurwaardersbrieven voor anderen vallen hier nogal eens op onze deurmat. Zodoende belde ik maar eens op met klantenservice NS Zakelijk.

Een uitgebreid menu waarin mijn optie niet voorbij komt. Niks indrukken. Dan een lange rij wachtenden.

‘Met Katrien van NS zakelijk’

‘Met Hendrik-Jan. Ik bel u om te informeren hoe het staat met mijn jaarkaart. Ik heb hem namelijk keurig ingevuld voor 15 november. En ik heb hem nog niet ontvangen. Normaal krijg ik hem altijd begin december. Ik vraag me af waar hij blijft.’

‘Ik zal eens kijken. Wat is uw postcode en huisnummer?’

‘Ik heb ingelogd op de website en daar staat dat de kaart ‘in behandeling’ is.’

‘O, ik zie het. Hij is in productie. Dan moet hij nog komen.’

‘Maar de feestdagen zijn er en ik vraag mij af of hij wel komt. Normaal is hij veel eerder.’

‘Meneer hij komt er hoor.’

‘Bij mij op het werk vroegen ze zich af waarom er geen OV-chipkaartnummer bekend is.’

‘Dat is pas bekend als hij gemaakt is meneer.’

‘En wat moet ik doen als hij er niet is voor nieuwjaar.’

‘Meneer belt u ons dan op.’

Daags na kerst valt de blanco enveloppe op de deurmat. De datering 20 december: ‘Hierbij ontvangt u uw nieuwe Jaartrajectabonnement, die u via uw werkgever heeft besteld.’

Ik zit met de brief en de kaart in mijn hand. En ik vraag me af of ik dit alles gekregen heb naar aanleiding van mijn telefoontje een dag voor de datering. Of dat het automaat van de NS dit jaar trager was dan anders.

28 december 2012

Afvallen

image

Afvallen was geen optie bij de wedstrijd. Ze streed door. Elke ronde kende zijn afvallers, maar zij vocht verder. Niet afvallen, maar doorzetten en verdergaan. Tot ze won. De snaren van de harp bleven achter haar nagels steken. De klank was mooi. Ze kon er goed bij zingen, vond iedereen. Ze won.

Nu moest ze afvallen. Haar coach Angela vond het. De platenmanager vond het. ‘Het publiek wil het. Ze zijn gek op je, maar je bent te dik’, zeiden ze. Zij die tokkelde op de harp. Zij was te dik. ‘Daar moet echt wat vanaf’, vonden ze. ‘Je kunt zo echt niet in Paradiso staan hoor’, gebaarde Angela terwijl ze in haar lovehandle kneep. Ze giechelde.

Die avond keek ze nog eens goed naar zichzelf voor de spiegel. Ze was te dik. Televisie maakt je dik, hadden haar vrienden gezegd. Maar nu vond het publiek het. Ze kon die nacht de slaap niet vatten. De volgende dag zag Angela haar onzekere ogen. ‘Ik regel wel wat voor je’, zei ze en ze pakte haar mobieltje.

Angela drukte glimlachend op het rode telefoontje van haar mobieltje. ‘Je wordt ambassatrice voor Weight Watchers. Dan krijg je een gratis behandeling en begeleiding. Je overtollige vet verdwijnt als sneeuw voor de zon.’ Speels kneep Angela in haar lovehandle boven haar heupen. ‘En dan bemint het publiek je.’ Ze giechelde onzeker.

Het werd zomer en ze verscheen voor het publiek. ‘Iris 11 kilo lichter‘, kopte het krantenbericht. Een foto erbij. Haar gezicht was inderdaad een stuk slanker. Bewonderaars schreven lieve dingen op haar facebook-pagina. Ze zag er zo goed uit. Ze voelde hoe de trots in haar opwelde. Ze voelde zich winnaar. Nog meer dan bij het behalen van die titel. Ze telde voor haar publiek.

Ze ging door. Nog 4 kilo eraf. Het doel verdween. ‘Iris Kroes blijft afvallen‘, kopte het krantenbericht. Een trotse foto van haarzelf erbij. Ze zag de ingevallen wangen niet. Ze voelde hoe het publiek van haar hield. Hier kon ze niet tegenop zingen. Ze was winnaar. Winnaar van haar eigen lijf en voelde hoe de complimenten op haar lijf regenden.

Geen woord over de muziek. Geen woord over de snaren van de harp, haar gouden stem. Alleen haar lichaam telde. Niet de noten maakten de muziek, haar kilo’s telden. Ze paste in het keurslijf van haar platenmaatschappij. Maar of haar muziek mooier geworden was. Daar had niemand het over. Het talent dat ontdekt was, was in het keurslijf gepropt. Het keurslijf van het magere lijf.

27 december 2012

Balzaal

balzaal op derde kerstdagDe vakantie en de regen jagen de kinderen naar de speelhal. Binnen dreunt de muziek. Je hoort buiten het gegil van de kleintjes. Alle mogelijkheden overspoelen de kinderen met ervaringen en energie. Ze kunnen hoog en laag springen. Overal is een andere uitdaging. Ze weten van gekkigheid niet waarheen ze moeten springen. De kleuren en de housemuziek jagen de kinderen verder op.

Buiten sijpelt de regen tegen de ramen. Aan de bar zitten een paar vermoeide ouders. Ze drinken een kopje koffie. Met een ouder verderop houden ze het verplichte praatje. Daarna jengelt een kind aan de arm. Ze krijgt een zuurstok. De suiker en de kleurstof helpen verder mee om de adrenaline door het lijf te pompen.

Het gedreun wordt nog harder en wilder. ADHD-fabrieken noem ik de speelpaleizen waar kinderen uitzinnig worden van de kleuren, de mogelijkheden van de speeltoestellen en de dreunende muziek. Ze verdwalen in de ballenbak. Zelfs het braafste kind wordt baldadig van de speelhal waarin elk speeltoestel om aandacht schreeuwt. Zo hard dat het geschreeuw van de kinderen de hal tot een hel maakt.

Ik sta buiten en luister nog even naar het gedreun. Dan fiets dan verder. Weg van de herrie, de natuur in. Het fietspad wordt omringd door drek. Regen valt op mijn hoofd. Niks lekker, maar beter dan de balzaal waarlangs ik zojuist reed. Eentonigheid is soms beter dan een kleurenmix aan geluid en ervaring.

26 december 2012

Kerst en The Royle Family

kerstspecial-royle-family-bbcNa het uitbuiken van de kerstgourmet en het autoritje van mijn ouders naar huis, was het tijd te kijken naar The Royle Family op de BBC. Het is langzaam uitgegroeid tot een traditie waar velen binnen en buiten het Verenigd Koninkrijk op verheugen: de kerstspecial van The Royle Family.

De comedyserie van de BBC kende 3 seizoenen van 1998 tot 2000. De laatste 2 seizoenen werden met een uur lange kerstspecial afgesloten. In 2006 kwam er opnieuw een special die op Eerste Kerstdag werd uitgezonden, waarna in 2008, 2009 en 2010 specials volgden. Meestal werd de special een jaar later door de VPRO uitgezonden met kerst.

Hilarische uitzendingen zijn het. De kerstspecial houdt de familie in leven voor de kijkers en creeert een hernieuwde band. De karakters worden verder uitgediept en krijgen weer een nieuwe dimensie. Ik bekijk de specials het liefste gelijk als ze uitkomen.

Zo keken we 2 jaar geleden naar de uitzending van Joe’s Crackers op de BBC. Een mooie uitzending maar het was een pittige opgave de uitzending goed te volgen. Ze spreken erg snel en in dialect, waardoor je veel mist. Een jaar later merkten we bij het zien van de Nederlands ondertitelde tekst wat we allemaal gemist hadden.

Toch probeerden we gisteravond naar de nieuwe special te kijken, Barbara’s Old Ring. Dat ging een stuk beter omdat we de ondertiteling erbij aan hadden. Het was een ontroerende ontmoeting met veel oude bekenden. En zeker, wat hebben we gelachen.

De vunzige grappen van vader Jim, het uitgestreken en domkijkende gezicht van zwager Dave en de uitslovende moeder Barbara die haar trouwring kwijt is. Het einde is verrassend en ontroerend tegelijk. Ik verklap niks. Voor hetzelfde geld wordt hij volgend jaar met ondertiteling bij de VPRO uitgezonden.

25 december 2012

Kerstbrood

image

Het stuk kerstbrood ligt op de natte straat. De vroege avond is gevallen. Het is aardedonker. In de verte licht het sportveld nog iets van de horizon. Een auto komt aangereden en werpt zijn schijnwerpers over het stuk brood. Het is nog niet ontdekt door meeuwen of kauwtjes. De stukjes noot en rozijnen zijn duidelijk zichtbaar in de dikke plak kerststol die op de straat ligt. Het is zelfs te zien dat het brood luchtig is.

Geen boter of poedersuiker zit erop, wel een stukje spijs in het midden van het stuk brood. De auto nadert de brug en daarmee het stuk brood. De koplampen stuwen omhoog door de drempel waar de auto oprijdt. Het gevaarte nadert de kerststol. Precies naast de band blijft het stukje brood liggen.

image

Een andere auto komt er vlak achteraan. De lichten schijnen op de kerststol. Rozijnen en spijs liggen klaar geofferd te worden. De banden naderen. Plats daar verdwijnt het stuk brood onder de autoband. Zo plat als een dubbeltje.

Als het ochtendlicht op deze kerstmorgen schijnt, is de ravage nog beter te zien. Het verschil tussen weg en brood is nagenoeg weg. Elke hap ligt opgeschrokt tussen de steentjes van het asfalt. Een meeuw krijst laag over de weg. Het vrolijk kerstfeest zal hij echt ergens anders moeten zoeken.

24 december 2012

Kerstcadeautje

Cover La Nativite du SeigneurEen klein kerstcadeautje dit jaar voor de trouwe lezer van deze blog. Ik heb de 9 gedichten bij La Nativite du Seigneur in een e-book gezet. Het was een flink karwei om de tekst mooi over te zetten in het programma Sigil. Daarna was het een kunst om het boekje op de site te zetten.

Het boekje is voor de liefhebber en een klein cadeautje. Ik ben best trots op het resultaat. Ze passen goed bij de 9 orgelmeditaties van Olivier Messiaen. Je kunt het boekje gratis downloaden als ebook en als pdf-bestand.

Op mijn gedichtenblog wolkenhemel komen elke dag de 9 gedichten te staan die ik schreef tijdens het concert van afgelopen vrijdag in het orgelpark. Leuk om ze met elkaar te vergelijken. Heel veel leesplezier.

23 december 2012

Geen verrassing

wpid-2012-10-17-14.50.37.jpgDe gemeente Almere vindt het onaanvaardbaar dat de intercity niet meer in Almere Buiten stopt. Gemeentes zijn elke keer weer verrast als de intercity niet meer stopt op een station in hun woonplaats. Daarom verrast mij de reactie helemaal niet. Sterker nog: ik was verbaasd geweest als Almere niet gereageerd was.

De intercity gaat er namelijk heus weer stoppen. Wanneer, dat weet ik niet. Als de gemeente een flinke duit in het zakje doet, zal het sneller gaan. Want het is de strategie van de NS hun trein ergens niet meerte laten stoppen en gemeentes zo uitdagen iets te betalen. Hilversum bijvoorbeeld. Geen intercity stopte er meer, maar nu houdt er elke trein halt. Zelfs de internationale trein. Daar heeft de gemeente Hilversun jaren voor moeten onderhandelen en met succes.

Dat het vooral voor klanten heel vervelend is, lijkt NS te vergeten. In de tijd dat de intercity niet meer in Hilversum ging stoppen, werkte ik in Amersfoort. De beslissing joeg mij de auto in en haalde veel plezier voor mij weg. Ik ben uiteindelijk ergens anders gaan werken.

Daarom zou ik NS adviseren zulke beslissingen te nemen om de klant een dienst te bewijzen. Nu lijkt het vaak op de inzet van een onderhandeling. Helaas reageren gemeentes bijna altijd te laat, na de invoering van de dienstregeling. Op het moment van de bekendmaking is de krijgstaal bij gemeentes niet aanwezig in de reactie. Dat terwijl reizigersorganisatie Rover kort na de bekendmaking actie voerde.

Ik hoop dat NS zich eens meer op de reiziger gaan richten. Het zou veel frustratie schelen en meer tevreden reizigers opleveren.

22 december 2012

Poetische La Nativite du Seigneur

image

Het begint traditie te worden: voor de kerst naar Olivier Messiaens La Nativite du Seigneur in Het orgelpark. De uitvoerder was dezelfde als vorig jaar: Willem Tanke. Hij gaf een sprankele uitvoering op het Verschueren-orgel. Voor mij klonk het instrument beduidend beter dan vorig jaar. Toen wilde het nog overkomen als een te groot instrument voor deze ruimte.

De uitvoering was ook beduidend poetischer dan vorig jaar. Willem Tanke registreerde vorig jaar traditioneler. Hij liet dat gisteravond veel meer los. Het Verschueren-orgel is geen Cavaille Coll en ook geen Adema-orgel. Dat vraagt om een andere benadering van de muziek. Willem Tanke slaagde er daarom veel beter in om de essentie van het stuk over te brengen.

Daarnaast hield hij er meer rekening mee dat het publiek dicht op het instrument zit. Het orgel klinkt snel te hard waardoor je als luisteraar bijna geen verschillen meer kunt onderscheiden. Het wordt dan eenvormig. Iets dat zeer ongewenst is bij een concert rond een werk. Juist dit grote orgelwerk rond de geboorte van de Heer, bevat een ongelooflijke rijkdom. Ritmes, melodieen en akkoorden dagen de luisteraar uit.

Gisteravond stond vooral de poezie van La Nativite du Seigneur centraal. Want dit bijzondere orgelwerk is een gedicht op noten. Willem Tanke slaagde er goed in om dit aspect over te brengen. Hij deed dit in een speelse uitvoering. Zo speelde hij de tweede meditatie Les bergers, de herders waarbij hij de hautbois fraai afwisselde met de cromorne. Het poetische Le Verbe kreeg veel meer kracht door niet met het volle werk te werken in het eerste deel.

image

Maar het meest onderscheidde Willem Tanke zich in de uitvoering zelf. De accenten die hij legde. Zo gaf het derde deel, Desseins eternels, eeuwige bestemming, een bijna mystieke ervaring. De rust van de strijkers gaven het stuk een enorme klankrijkdom mee. Dat gold voor meer delen. Ik ging verrijkt gisteravond naar huis. Het was erg inspirerend om ter plekke gedichten te schrijven bij deze muziek.

Ik weet natuurlijk niet of de traditie van La Nativite du Seigneur wordt doorgezet in het orgelpark. Het zou een mooie uitdaging zijn om de verschillende delen op de verschillende orgels uit te voeren. Het kan een nieuwe interpretatie oproepen of een accent ergens anders op leggen. Want als een muziekstuk van Olivier Messiaen geschikt is voor een brede interpretatie, dan is het wel dit stuk.

21 december 2012

Carel Willink

Carel Willink  boeken
Mijn boeken over de schilder Carel Willink (1900-1983)

De schilder Carel Willink (1900-1983) staat bekend om zijn magisch realistische schilderijen. Een huizenblok met daarboven een dreigende lucht. Een Hollandse stad midden in de bergen en een prachtig spel tussen licht en donker. Zelfs aan een portret weet hij dynamiek toe te voegen. Het is altijd spannend als kijker.

Ik vond weer een mooi boek over deze bijzondere Amsterdamse schilder in de kringloopwinkel. Het heet Willink en is een catalogus van het werk van Willink uit 1973. Dat is nog voordat zijn derde vrouw Mathilde het prachtige portret van Wilma vernielde. Ze sneed er ondermeer het oog uit en trok lange reepjes op het schilderij van de tweede vrouw van Willink. Hij vergaf het haar nooit en verbrak zijn relatie met Mathilde.

In het Cultureel woordenboek, dat ik eveneens in de kringloopwinkel vond, staat het volgende bij het lemma van de in 1983 overleden schilder: Magisch-realistische schilder van ‘onheil en noodlot’. Zijn doeken vertonen dreigende wolkenluchten boven een realistisch geschilderde wereld, die een gevoel van beklemming oproept omdat de mensen en dieren er niet thuis lijken te horen. De modellen in zijn minutieus geschilderde portretten zijn afstandelijk, bijna verstard, weergegeven.

Natuurlijk moet je generaliseren in zo’n lemma, maar de geschilderde wereld van Willink is absoluut niet alleen dreiging en noodlot. Het zit ook boordevol humor en verwijzingen naar kunst, literatuur en architectuur. De realistisch weergegeven wereld bestaat uit een bonte compositie waarbij alle elementen ontleend zijn uit de werkelijkheid.

De wolkenhemel vormt bij Willink juist de completering van het schilderij. De wolkenluchten leiden de kijker ergens naartoe, roepen misschien wel een sfeer van beklemming en benauwing op. Ze zijn vooral prachtig met jacobsladders en fraaie stapelwolken. Het laat een hemel zien waar ik zo intens van kan genieten.

Het boek Een eeuw Willink (1900-1983) laat dat heel sterk zien. Hier worden enkele schilderijen weergegeven in het verband met de dingen waaraan ze ontleend zijn. Foto’s van gebouwen en mensen en krantenknipsels met aparte foto’s van gebeurtenissen. Het geeft een dimensie aan Willinks werk die de wereld van onheil en noodlot verre overstijgt.

20 december 2012

Opengesteld

image

Het stukje natuur ter grootte van een krant ligt ingeklemd tussen de weg en het bedrijventerrein. De winter maakt de bomen nog sprietiger dan ze al zijn. De lichten van de auto’s schijnen door het bosje. Het verkeer zoekt de weg van het bedrijventerrein naar de snelweg.

Aan het einde van het fietspad, bij de T-splitsing staat een bord. Het is het bekende groene bord dat langs bospaden en bij natuurgebieden staat. ‘Openstelling’ en dan een rijtje met de regels: geen open vuur, honden aan de lijn en na zonsondergang niet betreden.

Ik zoek naar het pad bij het bord. Het is er niet. Het stukje natuur is nauwelijks de moeite van het betreden waard. Dwars door de tekst van het bord heen is met een donkere stift gekrast. De dame en heer die erop staan afgebeeld worden zijn door de donkere lijnen nauwelijks te herkennen.

Wat doet dit bord hier? Een paar scholieren fietsen voorbij. Verbaasd dat ik hier stilsta. Er is hier toch niks te zien, zie ik ze denken als ik mijn fototoestel tevoorschijn haal. Ze denken eerder aan de plek van een misdrijf dan een plaats voor een foto.

Ik laat ze in die waan. Juist het ongebruikelijke en nutteloze bordje op deze plaats maken het de moeite van de foto en het blogje waard.

19 december 2012

Blikken uit het bos

blikken-uit-het-bosDe mist weerhield mij vandaag niet om een eindje te fietsen. Ik reed door het Vroege Vogelbos en het Beginbos in Almere. Langs de Rechte wetering lagen bergen met blikjes naast het fietspad. Het afval komt uit het bos en is er waarschijnlijk door vrijwilligers uitgehaald.

Ik maakte een snelle inventarisatie van de afvalberg. Daar hoefde ik niet zo lang naar te kijken. Het bestond voornamelijk uit bierblikjes. Gedronken in de warme maanden op de verschillende bankjes langs de route. Of in de tentjes waar veel dak- en thuislozen wonen als het wat warmer is.

Dat het niet om bacchalen van rijken gaat, viel mij snel genoeg op. Ik herkende het bier waarmee de armlastige alcoholist de supermarkt uitloopt. Het bier van de Euroshopper, Aldi en Lidl. Verpakt in halve liters voor een halve euro. Afgewisseld met een enkele plastic waterfles of een literpak fris.

Ik tuurde de bossen in. De bomen stonden als rechte lucifers en gaven mij een doorkijk naar de andere kant. Het mos op de bodem gaf een goede ondergrond voor de blikjes. De winterkleur van het bos had de (voornamelijk) rode blikjes verraden.

Ergens schaamde ik mij voor deze bende. Ik zie regelmatig in dit bos reeen lopen. Ik zie het snel gebeuren dat zo’n dier last heeft van al dat in de natuur verspreide afval. De bergen met deze blikken lieten zien hoeveel troep erin gegooid wordt.

Ik keek om mij heen of ik vuilnisbakken zag om de troep in te kunnen gooien. Tot mijn verbazing stonden bij de bankjes geen vuilnisbakken. Zo moedig je ook niet aan om de troep op een verantwoorde manier weg te gooien. Al blijf je zelf verantwoordelijk voor je eigen troep. Misschien helpen vuilnisbakken om de natuur eromheen netjes te houden.

18 december 2012

De herberg met het hoefijzer

image
De herberg met het Hoefijzer heb ik eindelijk gelezen

Zeg De herberg met het hoefijzer en je zegt: A. den Doolaard. De helft van mijn Mavo-klas las dit boekje. Omdat het zo dun is, gaven ze als reden op. Voor mij was dat een reden het boek juist niet te lezen. Als 15-jarige jongen hield ik meer van andere verhalen.

De angst om veel te moeten lezen, was misschien de reden te kiezen voor dit boekje. Een dik boek kun je veel sneller uithebben dan een dun boekje, was voor mij de reden. Daarom las ik veel liever de historische verhalen van Thea Beckman, die je ook op je lijst mocht zetten.

Ander oordeel
Mijn oordeel over A. den Doolaard veranderde toen ik aan mijn studie Nederlands begon. Op het introductieweekend in Hoorn was een boekenmarkt. We kochten er allemaal boeken. Ik had weinig geld op zak en vond bij een kraam omnibussen van A. den Doolaard, Piet Bakker en Anton Coolen.

Dat moesten we gaan lezen, zei ik opstandig als ik was. ‘Niks Reve, Hermans en Mulisch. De echte grote drie liggen hier’, zei ik die avond. Op de achtergrond klonk de Walrus-men van The Beatles. ‘Piet Bakker, Den Doolaard en Anton Coolen.

Dat zijn de grote schrijvers van de Nederlandse letterkunde.’Bij terugkeer op de campus, had ik het imago een Piet Bakker-liefhebber te zijn. Gestimuleerd door die beeldvorming, gaf ik een Piet-Bakker-lezing – geen idee waar die over ging – en liep met de rode omnibus onder mijn oksels. De hoogleraren gniffelden bij deze verhalen.

Natuurlijk las ik niks van deze jongens. De omnibussen belandden na een paar jaar in een doos. Die doos heb ik later op de boekenmarkt in Almelo uitverkocht. Dezelfde boeken die ik verworven had in Hoorn gingen nu voor een euro per stuk van de hand. En ze kochten ze.

Zwerven
Bij het zwerven door al die kringloopwinkels stuit ik steevast op de boeken van A. den Doolaard. Hij vormt samen met namen als Jan den Hartog en Herman de Man de vergeten schrijvers van voor de oorlog. Ze zijn grif gelezen en het zijn echte verhalenvertellers. Zo vulde mijn bibliotheek zich langzaam weer met deze boeken. In de loop van de jaren heb ik een aardig oeuvre van de veelgelezen A. den Doolaard verworven.

Gestimuleerd door de biografie van Hans Odink besloot ik eens een boek van Den Doolaard in de hand te nemen. Het werd De herberg met het hoefijzer. Het boek dat iedereen op de Mavo las en niemand begreep. Want waar ging het boek over? Ik vroeg het aan de medescholieren. Ze zeiden alleen dat het helemaal niet over de herberg ging, maar over een jongen. Daarna mompelden ze vanalles over moord en doodslag.

Waar gaat het over?
Ik heb het boek nu zelf gelezen. Benieuwd naar waar het verhaal eigenlijk over gaat. In De herberg met het hoefijzer krijgt geoloog Erwin Raine de opdracht op zoek te gaan naar koperlagen in Albanie. Hij komt aan in de stad Scutari. Het grote hotel zit vol en hij komt terecht in het idyllische Grand Hotel London. Dit hotel heet ook wel ‘De herberg met het hoefijzer’. Aan de deurstijl hangt een hoefijzer. De beramers van een Albanese opstand hebben dat hier opgehangen, na het slagen van de aanslag.

Raine laat zich helpen door de jongen Leonard. Hij is nog maar net hulpje in het hotel. Ze raken aan de praat en Raine vraagt of hij mee wil de bergen intrekken. Dat vindt de jongen prima. Als Raine die avond terugkeert van een lange wandeling en een diepe dronk, is zijn pistool gestolen en de jongen verdwenen.

Daarna trekt Raine de bergen in op zoek naar de koperlagen. Onderweg hoort hij van zijn gids over de eerwraak. Een jongen heeft de minnaar van zijn schoonzus neergeschoten. Na wat doorvragen hoort hij dat het Leonard is. Als hij in het dorpje Teth arriveert raakt hij in gesprek met de pastoor. Dit is een saai gedeelte van de novelle.

Brug tussen westen en Malissoren
De pastoor is de brug tussen het westen en de ‘wilde’ Malissoren in Albanie. De afloop van het verhaal is voorspelbaar. De waarde van het boek ligt niet in het verhaal. Een film bereikt dezelfde graad van spanning. De kracht vormt de beschrijving van de Albanese natuur. Het ongerepte berglandschap dat ondanks het gewelddadige verhaal, paradijselijk aandoet.

Zij liepen kniediep door de halfgemaaide wei. Ondanks het vroege uur geurde de bodem zwaar. Uit het liggende gras kwam de heftige geur van vertrapte bloemen. Twee zwaluwen scheerden laag over het vlakke gedeelte van de beek. Kleine wolken balden zich samen boven de kartelingen van de bergrug. Zij waren vanuti de verte waar zij liepen niet groter dan een vuist. (56)

Dat maakt het verhaal zeker tot de moeite van het lezen waard. De moeizame dialogen en trage ontwikkelingen in het verhaal, neem je dan graag voor lief. Toch geloof ik niet dat je een zestienjarige niet-lezer op de Mavo een groot plezier doet met dit boek. Het is dun, maar de bloedwraak in combinatie met de indrukwekkende natuurbeschrijvingen maken het tot een boek voor volwassenen. Al weet ook ik wel dat op televisie heel wat heftigers te zien is.

17 december 2012

Dichten bij La Nativite du Seigneur

image
De inspiratie en het eerste gedicht in schetsvorm uit de cyclus La Nativite du Seigneur van Olivier Messiaen: De maagd en het kind

Komende vrijdag voert Willem Tanke opnieuw de negendelige kerstcyclus La Nativite du Seigneur uit op het Verschuerenorgel in het Orgelpark. Hij werkt hard aan de voorbereidingen op zijn nieuwe Hauptorgel en doet enthousiast verslag van het instuderen op zijn blog.

Willem Tanke is in zijn verslag nog bij het tweede deel, Les Bergers. Dus hij moet nog opschieten wil hij voor vrijdag alle negen delen uitvoerig besproken en opgenomen hebben. Ik verwacht het niet en denk dat hij momenteel meer tijd besteed aan de voorbereidingen dan aan zijn blog. Overigens was zijn uitvoering vorig jaar erg indrukwekkend, dus ik verwacht er veel van.

Ik volg hem nu al een week of 2 en kwam zelf op het idee om bij de negen orgelmeditaties gedichten te schrijven onder dezelfde titel. De muziek gold hierbij als leidraad. Ik draaide de meditaties af zoals Willem Tanke ze in 1994 speelde op het Adema-Schreursorgel in de Kathedrale basiliek Sint Bavo in Haarlem.

Zo schreef ik gedichten over kerst met de swung van Messiaen erin. Het levert uitdagende onderwerpen op over thema’s als het woord, de eeuwige bestemming en God in ons midden. De muziek nam mij zeker mee en gaf stond met raad en daad terzijde.

Vrijdag neem ik de gedichten mee naar het concert en probeer er nog aan te schaven als Willem Tanke speelt. Ik hoop op die manier nog dichter bij de muziek te staan. Het luisteren en beleven van de muziek live, levert vaak nieuwe ingevingen en een intensere beleving op.

Wie weet, ben ik vrijdag tevreden genoeg om ze volgend jaar voor de meditaties te gaan voordragen…

16 december 2012

Ab van der Steur

Aankoopbon Licht en schaduwbeelden Junghuhn
Aankoopbon van de 6e druk van Junghuhns Licht- en Schaduwbeelden. Aangeschaft bij het antiquariaat van Ab van der Steur in 2006.

Het eerste exemplaar van Junghuhns Licht- en Schaduwbeelden kocht ik in 2006 bij antiquair Ab van der Steur in Haarlem. Ik kwam zijn naam laatst tegen bij zijn overlijdensbericht in de Volkskrant. Eigenlijk wist ik helemaal niet dat ik ooit een boek had gekocht bij deze beroemde antiquair. Misschien komt het ook omdat ik het boek liet opsturen.

Op 14 november stierf Van der Steur op 74-jarige leeftijd. Kort voor zijn dood voltooide hij de biografie over de Haarlemse schrijver en adcoaat L. Ali Cohen. Ab van der Steur is een boeiende persoonlijkheid. Hij begon in 1964 in de zaak van zijn vader, de oudste kledingzaak van Nederland aan de Kruisstraat in Haarlem. Bekende Haarlemmers als Bomans en Van Deyssel kochten er hun pakken.

Naast de kleding had Van der Steur een grote liefde voor boeken en genealogie. Toen hij in 1983 de kans kreeg het antiquariaat van Halwasse over te nemen, nam hij deze kans met beide handen aan. De antiquair vroeg veel voor de overname, maar het was de moeite meer dan waard volgens Van der Steur. Hij kreeg zo de beschikking over een zeer representatieve ‘handbibliotheek’ om zijn hobby uit te kunnen voeren.

Intussen was Van der Steur gescheiden van zijn vrouw. Hij kreeg een relatie met kledinginkoper Theo Hopman. Samen met Hopman wist hij het antiquariaat uit te bouwen tot een toonaangevend antiquariaat, gespecialiseerd in de Nederlandse letterkunde van 1700-1880 en oude prentkunst.

Naast de grote voorraad boeken, maakte Ab van der Steur met vrijwilligers een aantal mooie catalogi. Zoals de catalogus met Nederlandse titels Nederlandse literatuur tussen 1700 en 1880 die hij met Paul Kouwenberg samenstelde. Deze bibliografie geeft een mooi beeld van de boeken die in deze periode verschenen.

15 december 2012

Ontbrekende geloofsbelijdenissen

Licht- en Schaduwbeelden
Titelblad van de 6e druk van Licht- en Schaduwbeelden van Franz Wilhelm Junghuhn.

In 2006 kocht ik mijn eerste exemplaar van Licht- en schaduwbeelden. Ik trof het boek aan op Antiqbook voor 80 euro. Omdat ik liefhebber ben van Junghuhn wilde ik het werk graag hebben en ik bestelde het. Ik kreeg het boek met de rekening toegestuurd van antiquair Ab van der Steur uit Haarlem.

Het was de 6e druk uit 1867, uitgegeven voor F. Gunst. Gunst had in 1854 de rechten overgenomen van Hazenberg in Leiden. Hazenberg trok zich terug nadat het boek veel kritiek te verduren kreeg. Gunst bracht de tweede en derde aflevering uit in 1854 en 1855.

Junghuhn-kenner Hans van der Kamp heeft over de bijzondere eerste druk van dit boek geschreven in 1997. In de bibliotheek van het KNAW vond hij namelijk een eerste druk met uitgever Hazenberg op het titelblad.

De 6e druk is de laatste druk uitgegeven door Gunst. In deze druk zijn een aantal gedeeltes weggelaten. Het gaat om de geloofsbelijdenissen van de broers Morgenrood en Avondrood. Daarmee ontbreken bijna 60 pagina’s tekst en argumentatie. Voor mijn onderzoek was dat echter wel noodzakelijk.

In de 7e druk uit 1883 is deze tekst weer teruggekeerd. Hier ontbreekt de levensschets van Junghuhn van Gunst. De 7e en laatste druk van Licht- en Schaduwbeelden werd uitgegeven door Brinkman. Het is dit exemplaar dat uit de bibliotheek van Gerrit Komrij komt en ik nu in mijn bezit heb.

14 december 2012

Komrij en Junghuhn

Junghuhns Licht- en Schaduwbeelden
Het exemplaar van Junghuhns Licht- en Schaduwbeelden uit de bibliotheek van Gerrit Komrij.

Deze week kreeg ik het exemplaar van Junghuhns Licht- en Schaduwbeelden uit Komrij’s bibliotheek in bezit. Het was het enige boek dat mij toebedeeld was bij de veiling eind november. Een bijzonder bezit omdat het boek mij verbind met Komrij en het onderwerp van afstudeerscriptie: Franz Wilhelm Junghuhn.

Ik kwam Gerrit Komrij ergens in 2000 tegen in cafe De Swart in Amsterdam. Hij vertelde dat hij die dag Junghuhns Java had aangeschaft. ‘Ken jij Junghuhn?’ vroeg hij toen ik heel enthousiast reageerde. ‘Zeker, ik ga erop afstuderen’. En ik kwam helemaal los. In die tijd ontmoette ik nooit iemand die Junghuhn kende. Altijd moest ik de naam van de Mansfelder spellen, omdat iedereen zijn naam verkeerd zei.

Ik vertelde hem van het college van Peter van Zonneveld in 1998. ‘Dit is het’, dacht ik terwijl Van Zonneveld een prachtige presentatie gaf over deze Duitse natuurwetenschapper in Nederlandse dienst. Het heeft me niet meer losgelaten. Ik schreef er een scriptie en artikel over, waarna ik mij voornam om als ik ging afstuderen ‘iets met Junghuhn te doen’.

Ik werd geplaagd door allerlei verplichte colleges en mislukte liefdes. Uiteindelijk maakte ik in 2000 een begin met mijn afstudeerscriptie. Het werd een heruitgave van Junghuhns Terugreis van Java naar Europa uit 1848. Een monnikenwerk, eerst moest het boek worden ingescand en daarna alle ingevoerde tekst worden gecorrigeerd. Ik werd geholpen door Ton Harmsen die het boek voor mij inscande. De lap met teksten moest ik helemaal doorworstelen. Alle tekens van het 19e eeuwse Nederlands, met veel Duitse zinsconstructies, verbeterend.

Daarna alle annotaties bij de tekst zoeken. Overal legde ik keurig uit wat alle geologische termen betekenden of de namen die genoemd werden. Het leverde veel bladeren op in encyclopedieen, biografische woordenboeken en geologische naslagwerken. Het schrijven van de inleiding was de laatste klus die ook weer maanden in beslag nam. Ondertussen moesten al mijn vrienden mijn ervaringen rond Junghuhn aanhoren. Ze werden er bijna zelf enthousiast door.

Mijn werk werd beloond met een nominatie voor de Nationale scriptieprijs. Ik was waanzinnig trots. En toen Komrij mij in 2003 plotseling mailde wat ik in hemelsnaam in Almelo deed met mijn teckel Sientje, vroeg ik of hij mijn scriptie wilde hebben. Misschien kon hij mij helpen uitgevers geinteresseerd te maken voor het werk van Junghuhn.

Het is er niet van gekomen en staat nog op een lijstje met voornemens. In 2009 probeerde ik wel mijn scriptie voor ALW te schrijven. Dat ging over Junghuhns Licht- en schaduwbeelden. Het enige filosofisch en levensbeschouwelijk getinte werk dat Junghuhn schreef. Hij deed het anoniem. Veel te gevoelig. Geen overbodige luxe. De Duitse vertaling van het boek werd zelfs in Oostenrijk en enkele Duitse staten verboden.

Bij de veilingcatalogus zag ik dat Gerrit Komrij ook enkele werken van Junghuhn in bezit had. Het waren naast Licht- en Schaduwbeelden, ook Reizen door Java. Een prachtig boek waarin Junghuhn verslag doet van zijn reizen langs alle vulkanen op Java. Het zijn de artikelen die hij voor het Tijdschrift voor Nederlandsch-Indie schreef. Uiteindelijk zijn deze ook in het grote overzichtswerk Java (deel 2, de vulkaanbeschrijvingen) gekomen.

Ik weet niet of dit het boek is waarnaar Komrij refereerde in de Amsterdamse kroeg. Misschien had hij ook nog Java in zijn bezit. Hij had in elk geval ook Schmidts biografie over Junghuhn. En het eerder genoemde Licht- en Schaduwbeelden, de 7e herziene en vermeerderde druk uit 1883. Een prachtige uitgave, zo zag ik bij de kijkdag.

Ik had al een exemplaar van Licht- en Schaduwbeelden, de 6e druk uit 1867. Dit is een onvolledige druk. Er zijn allerlei gedeeltes weggelaten ontdekte ik bij het lezen van het boek. Terwijl ik die gedeeltes heel erg nodig had bij mijn onderzoek voor ALW. Daarom kwam ik weer uit bij mijn eigen fotokopieen uit 1998.

De nieuwe aankoop is een mooie aanvulling op mijn huidige Junghuhn-verzameling. Het bezit van Komrij’s exemplaar bevestigt de gedeelde interesse in de bijzondere 19e-eeuwer Franz Wilhelm Junghuhn.

13 december 2012

Begeerte

boekenHet pubermeisje stond achter een tafel met een schot. Haar haren vielen elegant langs haar gezicht. Op haar wangen drukten een groepje puistjes. Ze zaten dicht op elkaar geklit. Het meisje droeg een grijs shirtje waarin haar jonge borsten puntig naar voren wezen. Haar middel drukte ze tegen de tafel. Ze pakte een boek op en bladerde erin met de verbazing van een kind dat er voor het eerst mee kennismaakt.

De tafel lag bezaaid met uitgerolde stickervellen. Op de vellen stonden de prijsjes. 1 euro, 1,50 en 2 euro. Een streepjescode eronder bevestigde het getal voor de computer. Vlak achter haar stond een oudere heer. Hij stak meer dan een kop boven haar uit. Voor hem hing een buik in een trui. De trui was voor de helft dichtgeritst. Zo hing zijn buik als een bal in een vangnet.

Hij was kalend. De weinige haren aan beide zijden van zijn hoofd vielen daardoor extra op. De leesbril drukte op het puntje van zijn neus. Het meisje draaide zich om naar de stapel dozen die achter haar opgesteld zijn. ‘Ik zal je wel leren hoe je moet prijzen’, riep de man. Zijn stem was dragend genoeg om alle speurneuzen in de boekenhoek van de kringloop te dwingen naar hem te luisteren.

Een stapeltje boeken zette ze op het tafeltje. De man gilde iets in de richting van de kassa, meer dan 10 meter verderop. ‘Ik leer haar boeken te prijzen.’ Er kwam gegil terug van de andere kant van de kringloopwinkel. ‘Ja, ik geef haar een indicatie.’ Ze stonden dicht naast elkaar. Haar heupen wiegden tussen de dozen en de tafel.

Voor haar lag een boek. ‘Kijk, dat is literatuur. Daar kun je zeker 2 euro voor vragen.’ Hij dacht na. ‘Nee, zeker 2,50.’ Weer keek hij naar de kaft van het boek. ‘Het ziet er nog goed uit. Zet er maar een sticker van 3 euro op.’ Ze rommelde wat in de rollen stickervellen. ‘Heb je die nog?’ Ze knikte. ‘En die van 5 euro.’ Opnieuw knikte ze.

Het volgende boek gleed door haar vingers. ‘Dat is Gunther Grass. Ken je die?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Doe maar 3,50’ Hij twijfelde en pakte het boek uit haar handen. ‘Hij ziet er wel heel nieuw uit. Die is nog nooit gelezen. We vragen altijd wat meer voor mooie boeken.’ De pagina’s bladerden door zijn vingers. ‘Doe maar 3 euro.’

De sticker ging op de achterkant van het boek. Een volgende boek kwam. ‘Euro’, riep hij. ‘Die kan wel voor een euro.’ Ze pakte een ander stapeltje boeken. ‘Boeken die er slecht uitzien, verkopen we niet.’ Hij griste een paar stukgelezen pockets uit de stapel. Een kaft dwarrelde door de lucht. ‘Zie je, dat valt gewoon uit elkaar. Die ken je niet verkopen.’

Ik keek vol begeerte naar het boek dat hij in zijn handen hield. Duidelijk kon ik de titel niet zien. Het was een beduimeld boek. Alles in mij schreeuwde om dat boek. Hij zag het niet en smeet het boek over het muurtje achter hen. Het verdween in een of andere afvalbak. Er klonk een harde plof van achter het muurtje. Ik meende huilen te horen, maar mensen met begeerte hebben veel verbeelding.

12 december 2012

Primark

Primark Almere geopend
Rij voor de nieuwe Primark in Almere

De weg was afgesloten en de rij bezoekers liep via hekken de winkel binnen. Het leek of de klanten in de rij stonden voor een attractie bij een pretpark. Maar ze stonden te wachten om de nieuwe Primark binnen te mogen.

De plek aan het Stationsplein is al een tijdje het decor van bouwactiviteiten. Op de plek van de oude schouwburg Metropole verrees een groot winkelketen. Het vierde van Nederland. Na Hoofddorp, Rotterdam en Zaandam krijgt Almere zijn eigen Primark. Het is voor even de grootste van Nederland met 4000 m2 winkeloppervlak.

Dat primeurtje haalde veel bekijks vandaag. Gisteren zag ik de winkel al helemaal klaar om in bedrijf te gaan. Buiten stonden een paar Engelsen opzichtig met een camera hun winkel te fotograferen. Nu stonden buiten lange rijen te wachten om naar binnen te mogen.

Primark Almere
Ingang Primark Almere op openingsdag 12-12-2012

Een paar medewerkers van V&D waren druk aan het flyeren voor de ingang. ‘Wilt u ook kortingsbonnen voor de V&D?’ Ze kregen argwanende blikken terug. Niemand wil bonnen van de V&D. Ze willen bij de Primark naar binnen. Zo schuifelen ze traag de nieuwe winkel in. Spik en span lokt de zaak haar nieuwe klanten naar binnen. Ze gaan. De verleiding is compleet.

11 december 2012

Verdwenen microSD-kaart

Speuren naar de verdwenen microSD-kaart

De politie vraagt uw aandacht voor de zaak van de verdwenen microSD kaart uit de telefoon. Laatst haalde een mevrouw het kaartje uit haar telefoon, legde het op schoot en draaide zich even om. Toen ze weer keek was het kaartje spoorslag verdwenen. Het enige dat ze zag was de teckel Saartje die op iets kauwde.

Er klonk een duidelijke ‘krak’, gevolgd door een slikbeweging. Zorgvuldig onderzoek in de uitwerpselen heeft niet tot de vondst van de kaart geleid. Soms wist Saartje de inspectie goed om de tuin te leiden door ergens in het halfduister te gaan poepen. Zo heeft de controle slechts een keer kunnen plaatsvinden.

Verder ontbreekt elk spoor van het kaartje en de 748 foto’s die erop staan. Een poging het via een backup-programma terug te halen, was vruchteloos. De backup was alleen gemaakt van de telefoonkaart zelf, niet van het extra geheugen op het microSD-kaartje.

Uit ervaring is bekend dat Saartje goed raad weet met electronica. Eerder viel het hoortoestel van mevrouw ten prooi aan haar. Aan de bezitter van het microSD-kaartje is vandaag meegedeeld dat het voorwerp als verloren beschouwd moet worden. De 748 foto’s zijn daarmee aan dit aardse bestaan onttrokken. Ook is gespeurd naar eventuele afdrukken, maar die zijn tot op heden niet gevonden.

10 december 2012

Relaties van Bubb Kuyper

image

Als liefhebber van de ZKV’s van A.L. Snijders zag ik gelijk waar het over ging toen ik de titel van zijn verhaal van zaterdag las: Bubb. Dat was Bubb Kuyper.

Inderdaad, het ZKV van A.L. Snijders gaat over deze Haarlemse veilingmeester die nationaal en internationaal bekendheid heeft verworven met zijn boekenveilingen.

Een boek is de aanleiding voor dit verhaal, zoals vaker gebeurt bij een ZKV van A.L. Snijders. Dit keer opent het met een groot citaat uit het boek Het hofje van Boeken, Manuscripten en Grafiek, Kroniek van 56 veilingen tussen 1986 en 2012 gehouden aan de Jansweg te Haarlem. Bubb Kuyper schrijft in het boekje zijn herinneringen aan deze bijzondere veilingen.

Boeken bevatten vaak verhalen, de veilingen waarin boeken verkocht worden, vormen dikwijls eveneens een prachtig verhaal. Dat bewijst A.L. Snijders wel in zijn ZKV over Bubb. Hij opent met een anekdote waarin 2 broers de opbrengst van de veiling contant betaald krijgen. Een van de heren bergt het geld zorgvuldig op in zijn wandelschoen. Waarna hij het ritueel herhaalt met de andere schoen en zegt: ‘Je weet maar nooit’.

Daarna vertelt A.L. Snijders zijn verhaal over Bubb. Hij ‘wist niet dat het een man, een mens, een persoon was. Het was een klank, een idee, een veiling, het was Delft, Haarlem of Leiden, het was Gerard Reve, Boudewijn Buch, Gerrit Komrij.’ Tot hij hem in werkelijkheid tegenkomt. Hij heet echt zo, schrijft Snijders. ‘een nooit gehoorde naam die echt aan iemand vast zat, B U B B.’

Het maakt mij benieuwd naar het boek van Bubb Kuyper. In het ZKV dat Snijders de volgende dag naar zijn volgers stuurde, deed hij een onthulling. Snijders kreeg het boek omdat hij een relatie is van Bubb. ‘Ik ben een relatie van Bubb Kuyper, en heb vijf dagen geleden een relatiegeschenk van hem gekregen. Een verslag van de 56 veilingen die hij als veilingmeester geleid heeft’, schrijft hij in het ZKV Veiling.

Het roept bij mij gedachten op over het begrip relatie. Ik heb af en toe een boek gekocht op een veiling van Bubb Kuyper (2006, 2009 en 2012). Ben je dan een relatie? Van de laatste veiling, de eerste van Gerrit Komrij’s bibliotheek, mag ik ook een lotnummer ophalen, lot 223 valt mij ten deel. Of zoals Bubb’s opvolger Jeffrey Bosch het noemt: het nummer is mij toegeslagen.

Ik mailde hem of het mogelijk is, het boek toegestuurd te krijgen. Dat kan zeker, antwoordde hij. ‘Aangezien u al eerder bij ons gekocht heeft, krijgt u het boek dan met factuur toegestuurd.’ Ben je dan een relatie? En wat voor een relatie. Je hebt natuurlijk allerlei soorten relaties.

Ik ga het boek toch maar ophalen. Stiekem hoop ik dat ik een relatie ben en daarom ook een exemplaar van Bubb’s memoires krijg. Misschien is dat lot mij niet toegeslagen en is mijn relatie met Bubb Kuyper anders dan de relatie van Snijders met hem. Ik troost mij met de gedachte dat ik wel een relatie ben van A.L. Snijders. Elke week vallen er wel een paar ZKV’s van hem in mijn digitale brievenbus.

09 december 2012

Konijnenkop

image
Konijnenkop klaar om verorberd te worden door de honden

Veel hebben de honden ondertussen gekregen via de poelier, maar een stuk konijn ontbrak nog aan het lijstje. Vorige week wist ik konijnenkoppen te bemachtigen. Net als een paar mooie botten voor het kluiven. Ik heb mij laten vertellen dat de konijn eigenlijk met kop en al wordt verkocht. Als een klant aangeeft, deze niet te willen hebben, houden ze hem apart.

image
Teuntje in actie

Dan is het altijd weer een spannend moment hoe de honden reageren op het nieuwe voedsel. Ze hebben het immers nog nooit gegeten. Ik gaf ze de koppies. Duidelijk herkenbaar als konijn. De koppies waren alleen ontdaan van het velletje. Verder zag je alles: ogen, tanden en neus. Aan de neus kleefden zelfs nog wat haartjes.

Zo gaven we de koppen. Ze likten eerst wat onwennig aan het vlees. Daarna verdween Saartje onder een stoel en begon Teuntje gewoon op de deurmat. De honden pakken het allebei op een geheel eigen wijze aan. Saartje haalt eerst het vlees eraf. Teuntje begint gewoon bovenaan en ript de bout van daaraf.

De laatste doet het langste over de operatie. Het zou ook gewoon onhandigheid kunnen zijn. Bij Teuntje bengelde aan het einde van de maaltijd een oog uit haar bek. Het leek of de gevilde konijnenkop smeekte om genade. Die kwam weldra bij het verbrijzelen tussen de tanden van het roofdier.

08 december 2012

Hanzelijn

image
Topdrukte voor de gratis trein over de Hanzelijn op station Lelystad

Vandaag ben ik met de trein over de nieuwe Hanzelijn gereden. Dit wilde ik niet missen. Afgelopen zomer zag ik de lijn al zo tevreden liggen. De lijn verbindt Zwolle nu rechtstreeks met Lelystad en Almere.

Daarom wilde ik over het nieuwe spoor rijden. Ik probeerde de opening voor de geest te halen in 1987 van de Flevolijn. We gingen toen ook op de open dag. Dat was in het voorjaar. De nieuwe dienstregeling ging in die tijd nog in het laatste weekend van mei in.

Voor het eerst reed ik vandaag per trein naar Lelystad. Een belevenis. Vooral het traject langs de Oostvaardersplassen. Een overweldigend panorama met die sneeuwlandschap. Zeker ook omdat de herten dicht langs de spoorbaan liepen. De laagstaande zon maakte het beeld extra poetisch.

Ik vreesde de overstap op Lelystad. Door het winterweer reed niet de intercity die het beste aansloot op de gratis trein. Bij aankomst zou de gratis trein gelijktijdig vertrekken. En het aankomstspoor lag niet bepaald in de buurt. Ik moest van spoor 4 naar 1 zien te komen. Maar het viel erg mee. Het spoor stond bomvol. Ik zag een donkere mensenmassa wachten op de trein naar Zwolle.

Ik had weinig tijd om lange tijd stil te staan bij het standje van de NVBS in de stationshal. Er lagen een paar interessante spoorwegboeken bij voor een habbekrats. Ik liet de stand voor wat hij was en holde naar het spoor naar Zwolle. De trein kwam net binnenrijden. Het was een vernieuwde dubbeldekkerstrein.

image
Sneeuwlandschap op in Flevoland vanaf de Hanzelijn gezien

Ik kon binnenkomen, maar vond helaas geen zitplekje. Ergens op de trap bleef ik staan en tuurde door het kleine ruitje tussen de mensen door naar buiten. Aan boord van de gratis trein hielden de reizigers geanimeerde gesprekken over de treinlijn. Veel inwoners uit Lelystad, Dronten, Kampen en Zwolle reden mee. Ik kreeg zelfs een uitnodiging om bij een medereizigster thuis te eten.

Bij Dronten liep de trein al een eindje leeg. Vanaf Kampen Zuid kon ik zelfs een zitplaats bij het raam veroveren. Zo genoot ik van de laagstaande zon over de weilanden. Het riep met het sneeuwlaagje surrealistische beelden op. Het uitzicht was groots en meeslepend. Zeker op de terugreis waarbij de zon meer en meer zakte. Het landschap veranderde in de mooiste kleuren.

Ik reed terug van Zwolle naar Lelystad met een paar spoorfanaten naast mij. Ze benoemden alle bouwwerken en gaven mij zo een goede impressie van deze mooie treinlijn. Ook hielden ze een kritisch betoog over het materieelbeleid van NS, compleet met de benoeming van de treintypes. Een van de spoorliefhebbers vertelde dat hij ook was geweest bij de opening van de Flevolijn in 1987. Alleen was in zijn herinnering de trein veel voller dan in mijn herinnering.

Nu kreeg ik alle gelegenheid te genieten van het Flevolandse landschap. Wat een prachtige gezichten. Ik vergat alles wat om me heen gebeurde en ging op in het landschap. Misschien wel het mooiste gevoel bij een treinreis. Ik vond het heerlijk.

Zeker ook een trein later. Het begon al te schemeren en we reden opnieuw langs de Oostvaardersplassen. Wat een natuurpracht. Opnieuw de herten en runderen. Ze liepen vlak langs de spoorbaan om van het ene gebied in het andere te lopen. De paar bomen en de witte wereld. Vanaf morgen mogen treinreizigers van de Hanzelijn die doorrijden dit ook zien.

07 december 2012

Sneeuwpret met teckels

image
Sneeuwpret voor Teuntje en Saartje

De sneeuw levert niet alleen pret op voor kinderen, onze teckels kunnen er ook wat van. Ik liet vanmiddag de honden uit in een witte wereld. Teuntje kende de sneeuw al van februari. We hadden haar net in huis en het begon te sneeuwen.

Saartje was toen nog te klein voor sneeuwpret. Zij zag vandaag voor het eerst van haar leven sneeuw. Vanmorgen vond ze het niks in die natte bedoening, maar vanmiddag sloeg ze om als een blad aan de boom. Wat heerlijk was de sneeuw.

Zeker toen ik ze in het park even losliet. Ze groef holletjes in de verse sneeuw en rende achter de sneeuwballen die ik gooide. Als de bal in de sneeuw viel, keek ze beduusd om zich heen. Waar was de bal nou gebleven.

Het was zo leuk dat ik er een filmpje van maakte. De sneeuw levert niet alleen pret op voor mensen. Honden vermaken zich ook prima in de witte wereld.

06 december 2012

Zintuig - #WOT

Poging alle zintuigen in 1 beeld te vatten

Het zintuig is het contact met de wereld. De ogen, oren, neus, mond en huid staan in rechtstreekse verbinding met alles om je heen. Zonder buiten is er geen binnen. Wat er buiten gebeurt, krijgt vorm in het binnenste.

De taal is het medium tussen al deze zintuigen. Het opent nieuwe verbindingen, geeft de interactie tussen wereld en ik een sterke dimensie. In die zin vormt taal de zingeving van het zintuigelijke. Je kunt wel zien, voelen en ruiken, maar zonder de taal, blijft het daarbij. De taal geeft het alles betekenis.

Voor mij voldoet een mooi gedicht aan de opperste vorm van taal. Het roert de zintuigen. Je leest het gedicht en ziet, ruikt, voelt, hoort en proeft de woorden. Ze vermengen tot een zin. Tot een heus gedicht. De rest is gestuntel. Zeker als je er een blog over probeert te schrijven.

Al is er in mijn ogen een nog mooiere vorm waarin alle zintuigen samenkomen. Zien, horen, ruiken, voelen en proeven komen bij elkaar in de meest intense vorm bij het bedrijven van de liefde. En dan ineens heet het seks. Het wereldse en hemelse smelten in elkaar over. In hoofd vonkt, vuurt en fikt het. De zintuigen prikkelen van alle kanten. Daarom noemen we het maar seks.

05 december 2012

Onverwachte medereiziger

image

Wat doe ik? Ga ik verder of keer ik om naar huis? Hij staat op het station Almelo en is net teruggekeerd van een bezoekje aan kringloopwinkel Het rondje. De vertrouwde meuk en damp van peuken trof hij er aan. Het zat weliswaar in een ander pand, achter de molen. Maar de winkel was onveranderd ten opzichte van de zaak van 10 jaar eerder aan de Nieuwstraat.

Alsof de tijd had stilgestaan. Hij zag de kringloopwinkels van zijn jeugd. Opgestapelde kasten, rechtop gezette bedden, matrassen en smalle gangpaden tussen onverkoopbaar eiken meubilair. De boeken waren duur en afzichtelijk. Hier viel weinig eer te behalen. Net als aan de ruimte boordevol klokken. Ze tikten allemaal onvermoeibaar door. Schilderijen hingen aan de balken van het plafond. Uit de transistorradio dropen smartlappen.

Geen winkel voor mij, dacht hij en vluchtte de zaak uit. De chagrijnige blikken van de medewerkers holden achter hem aan. Hier viel weinig eer te halen. Laat staan spullen. Er lagen zeker geen leuke dingen om mee te nemen. Zelfs de atlas uit 1981 voor 3 euro liet hij liggen. Net als de boekjes waar ze iets minder voor vroegen, maar die uit elkaar vielen van ellende.

Nu staat hij op het station waar hij zo vaak uitstapte en opstapte. Het station met het immens lange perron. De lengte wordt nog eens versterkt doordat de reiziger aan het einde van het perron het station verlaat. Hij had de lange afstand zojuist al beproefd vanaf het spoor uit Marienberg. Dat perron omklemt het spoor hier. Je zou aan beide kanten kunnen uitstappen. Helaas verhindert een hek dit, maar het idee levert hem genoeg plezier op.

De omroepster stoort zijn mijmering. Ze vertelt dat de trein uit Berlijn binnen enkele minuten binnenrijdt. Het is de trein met de bestemming Schiphol. De trein die hij bij zijn vorige liefde zo vaak nam. Toen hij zijn huidige liefde tegenkwam, stopte de internationale trein niet meer in Almelo. Maar sinds een paar dienstregelingen houdt de trein weer keurig halt bij de stad.

Zal ik deze trein nemen? Hij weifelt. Dat andere secundaire lijntje lonkt van Hengelo naar Zutphen via Delden en Goor. Misschien er nog even uit voor een bezoek aan de kringloopwinkel Wawollie. Hij kijkt op zijn horloge. Het is al kwart over drie. Als hij het al haalt, zal hij sowieso erg laat thuis zijn.

De motor van de locomotief suist het station binnen. In het perron zit zo’n mooie bocht, waardoor je de trein wel hoort maar niet ziet. De wielen glijden over het ijzer. De wissels en lasnaden geven het vertrouwde tikken van de wielen. Het glas van het lelijke stationsgebouw echoot de klanken van de trein. Dan verschijnt de locomotief. Met donkere ogen glijdt de trein het station binnen.

Hij loopt mee met de trein. Verder en verder op het lange perron. De eersteklas-rijtuigen zitten direct achter de locomotief. Het eerste tweedeklas-rijtuig rijdt met hem op. De trein staat bijna stil. Hij tuurt naar binnen. De trein zit vol. Veel mensen moeten blijkbaar naar Schiphol. Hij vreest een krappe plek en zoekt de raampjes langs voor een leeg plekje. Daar is er eentje, ziet hij. Door de donkere ramen is het lastig iets te zien, maar hij verwacht hier wel een zitplaats te vinden.

De deuren gaan lastig open. Het meisje dat bij de deur van het andere rijtuig staat, trekt aan het hengsel van de deur. Maar hij blijft dicht. Voor hem gaat de deur wel open. Een man staat voor hem. Deze deur toch nemen, weifelt hij. Ja, deze deur. Hij wacht op de mensen die moeten uitstappen. Een man staat hinderlijk midden in het gangpad. Zijn voorganger stapt aan boord en wurmt zich een weg naar het gangpad. Nu is het zijn beurt.

In de deuropening staat een oude vriend die 2 jaar terug in Berlijn is gaan wonen. Vorige week was hij nog jarig. Hij had hem willen bellen, maar hij was het vergeten. De vriend geeft hem een hand. ‘Stap in, vriend’, zegt hij. Hij kijkt naar het opstapje en zet zijn voet op het metaal van het trapje. Hij stapt aan boord. Beduusd van deze ontmoeting loopt hij gedwee achter zijn vriend aan.

04 december 2012

Het gedicht van de Heuvelrug

Met jeugdvriend Matty op Prattenburg, zomer 1981.

Het mooiste gedicht van de Heuvelrug. Ik stuurde laatst een gedicht in voor de dichtwedstrijd ‘Dwalen in gedichten’. En tot mijn verbazing ben ik de winnaar geworden met het gedicht: Heuvelrug. Ik kom binnenkort in alle VVV’s te hangen op en rond de Utrechtse Heuvelrug. Van de 92 inzendingen is het mijne het gedicht van de Heuvelrug.

Aan veel wedstrijden deed ik mee. Wedstrijden voor het beste gedicht, het mooiste verhaal of het treffendste essay. Elke keer kwam na weken het verlossende antwoord: ik was het weer niet geworden. Dan las ik het betreffende winnende gedicht, verhaal of essay en dan begreep ik de jury niet. Hoe konden ze dit beter vinden dan mijn inzending?

Vanmorgen trof ik een mailtje in mijn inbox: of ik even mijn telefoonnummer wilde doorgeven. Het was van de organisatie van de dichtwedstrijd voor een gedicht over de Utrechtse Heuvelrug. Het winnende gedicht komt in alle VVV’s in de Utrechtse Heuvelrug te hangen. Ik schreef een vers over de Utrechtse Heuvelrug.

Het vers ontsproot al mijmerend over de streek van mijn jeugd de omgeving van Veenendaal: Rhenen, Amerongen, Elst, Wijk bij Duurstede, Leersum en Doorn. Ik schaafde het een paar dagen later nog wat bij – haalde het venijn eruit – en stuurde het op. Ik schreef vanuit het idee dat ik het gedicht voor een jury schreef en niet voor mijzelf.

Na het doormailen van mijn gegevens, kreeg ik telefoon. Ik heb de dichtprijs gewonnen en ben nu de dichter van de regio. De jury is lovend over mijn gedicht. Van de 92 inzendingen steek het mijne er met kop en schouders bovenuit, vindt ze.

Het persbericht spreekt van ‘zeer poetisch. Het zit mooi en strak in het jasje: vier lettergrepen en vier regels in elke strofe. ‘Heuvelrug’ is origineel en verrassend, en geeft de dichter een goede weergave van zijn gevoel bij de Utrechtse Heuvelrug. Het gedicht zet aan tot vaker lezen, staat open voor interpretatie en beschrijft goed de verschillende elementen in de regio.’

Wat een eer. Ik voel mij gevleid. Mijn gedicht komt in een ‘aantrekkelijke vormgeving’ overal in en om de heuvelrug te hangen. Van Rhenen tot Baarn en van Woudenberg tot Soest komt mijn gedicht nu op deuren en ramen te hangen.

En nu zitten 91 andere dichters thuis te turen naar het winnende gedicht ‘Heuvelrug’. ‘Snap jij dat nou’, zeggen ze tegen hun partner. ‘Het mijne is toch veel beter.’ Ik begrijp er eveneens weinig van…

Lees het gedicht op uitindeheuvelrug.nl

03 december 2012

Opsporingsbericht

Harmsenhuis aan het Westeinde in Vriezenveen

Wij vragen aandacht voor het volgende. Afgelopen vrijdag heeft zich in Vriezenveen een opvallend manspersoon opgehouden. Het signalement luidt: haar, baardje, opvallende bril, donkere jas en een rugzak op de rug. De politie zoekt mensen die meer over deze eigenaardige verschijning kunnen vertellen. Ook wil ze graag weten wat deze persoon precies deed in Vriezenveen. Wat hij gedaan heeft, blijft namelijk erg onduidelijk.

De politie weet het volgende. Rond een uur of 13.30 arriveerde de man met de trein uit Marienberg. Daarna liep hij over de lange straat Westeinde het dorp binnen. Onderweg fotografeerde hij opvallend enkele gebouwen. Onder andere de dokterswoning, het Harmsenhuis en een vervallen boerderij die te koop stond.

Onderweg schopte hij tegen wat op straat neergelegd gereedschap. Hij verontschuldigde zich hiervoor, maar op de reactie ‘gieft niks’ gaf hij geen gevolg. Terwijl hij moest weten dat deze opmerking in deze streek weldegelijk een oproep is.

Evenmin reageerde hij op het wuiven van een vrouw in de binnenkort te openen rijwielshop. Hij scheen iemand gevraagd te hebben naar de Ribo, een tweedehands boekwinkel op het Broekland. Hij zou er heen gelopen zijn. Oo de betreffende plaats stuitte hij op een nieuwbouwhuis en niet op de veronderstelde winkel. Er was niemand aanwezig om te reageren op zijn vraag.

Op de vraag van een groepje kinderen of hij iets zocht, gaf hij ontkennende antwoorden. Iets van dat hij het wel wist te vinden. Vervolgens liep hij vrijwel dezelfde weg terug. Hij stootte bijna opnieuw zijn voeten tegen het op straat liggend gereedschap. De vrouw van de binnenkort te openen rijwielzaak, was dit keer bezig het plafond te witten, zodatze niet kon zwaaien.

Wel bezocht hij de christelijke boekwinkel en snuffelde wat tussen cd’s en koraalboeken. Daarna liep hij de rest van het Westeinde weer af. Genoot van de oude kever met koffer achterop, die moest wachten bij de uitladende betonmolen.

Tenslotte kwam hij bij hotel-restaurant Zandwijk aan, waar hij naar binnen ging. Hij vroeg de serveerster of hij gebruik mocht maken van het toilet. Hij was op doorreis zou hij erbij hebben gemompeld. Het mocht en de serveerster wees hem naar de ruimte achter de bar. Daar bleef hij enige minuten. Even later ging hij weer onder een afscheidsgroet en met een ‘dank je wel’.

Op het station, dat aan de andere kant van het kanaal ligt, fotografeerde hij de binnenkomende treinen, waarna hij in de trein van 14.30 uur stapte in de richting van Almelo. Van deze man ontbreekt ieder spoor. Graag ontvangt de politie meer informatie wie deze man is en wat hij in Vriezenveen deed.

Dokterswoning aan het Westeinde in Vrienzenveen

02 december 2012

Van Marienberg naar Almelo

Dan mocht Marienberg een eindstation lijken, voor mij was het snel een gepasseerd station. Voor mij begon de reis pas echt op weg naar Almelo. Ik heb best een tijdje in Almelo gewoond, maar de trein naar Marienberg heb ik niet eerder genomen. Het is een spoorlijn met poetische namen als Daarleveen, Geerdijk en Vroomshoop.

Het verbindt de veengebieden met Almelo. De lijn ligt grotendeels langs het Overijssels kanaal. Dit kanaal loopt van Almelo via Hardenberg tot aan Coevorden. Vanaf Marienberg volgt de lijn naar Coevorden het kanaal.

Een interessant gebied voor een ritje met de trein. Veel spoorlijnen in Twente lopen langs de kanalen. Het spoor van Hengelo naar Zutphen loopt vrijwel helemaal parallel aan het Twentekanaal. Heeft ook te maken met de industrialisatie van Twente en de aanvoer van goederen via het water en het spoor.

Nu dienen de spoorlijnen vooral als aan- en afvoer van scholieren en studenten. Grote drommen jongeren maken gebruik van de treinen die hun dorp verbinden met grote steden als Zwolle, Almelo, Hengelo en Enschede. De treinen vormen met hun rechte lijnen snelle verbindingen tussen de verschillende plaatsen. Ik verbaasde mij over de afstanden. Per auto lijken deze veel verder en langer te duren.

Zo genoot ik van het ritje dwars door de veengebieden van Twente. Plaatsen waar ik weinig interesse in had toen ik er woonde, lieten hun verborgen schoonheden zien. Ik ben zelfs even uitgestapt in Vriezenveen.

01 december 2012

Marienberg

Het station dat ik gedachten had was Marienberg. Er was nog een treinkaartje van
de Jumbo over en het kaartje moest voor 2 december worden opgemaakt. Een plaats
in Overijssel die vooral heel ver weg klinkt. Het ligt vlakbij Bergentheim waar
ik vorig jaar was. Ik reed vlak langs Marienberg, maar nam niet de tijd om er
even te stoppen.

Marienberg is het eindstation van de trein uit Almelo. De bordjes geven de
associatie met verre oorden in bergachtige gebieden. Bergentheim heeft dezelfde
werking op het gemoed. Daarom besloot ik dat het kaartje van de Jumbo voor dit
doel wel mocht worden gebruikt.

In Zwolle nam ik de trein naar Marienberg. Het perron stond bomvol met
scholieren en ouderen. Slechts een kort, oud treinstel reed er binnen. Daar
moesten we dus met z’n allen in. Waarschijnlijk leeft de NS in de
veronderstelling dat al die mensen wel in Dalfsen of Ommen uit zullen stappen.

Dat viel tegen. De trein bleef vol. Ik zat boven een wiel dat afgevlakt was van
de bladeren. Vierkante wielen, noemen ze dat bij de spoorwegen. We bonkten
flink. Net als dat het materieel van zichzelf veel herrie maakt. OOk gierde de
wind tussen alle hoeken en gaten. Alle scholieren – met arbeiderspetten –
hielden de vissegraatjassen aan.

Ik wilde al te vroeg uitstappen, maar de jongen tegenover mij vertelde dat het
volgende station dan werkelijk Marienberg. Daar kwam het langverwachte
eindstation. Bij Marienberg komen de spoorlijnen uit Almelo en Zwolle samen. Van
daaruit kun je doorrijden tot Emmen. Ik zou hier op de spoorlijn overstappen
waar ik mij al zo lang op verheugde.

We reden Marienberg binnen. Ik zag links een paar gebouwen. Een kerk en een oude
meelfabriek, herkenbaar aan de hoge toren in het midden van het gebouw. Het
pleisterwerk liet los. Het verhoogde plateau maakte het in- en uitladen van
goederen makkelijk. Er zat nu een winkel in agrarische benodigdheden in.

Ik was de enige die uitstapte. Alleen het meisje dat aan de andere kant van het
gangpad had gezeten, kwam ook uit het treinstel. Ze verdween snel in de abri op
het perron. Het stationsgebouw lag behagelijk in de zon. Boven de deur stond in
sierlijke ‘art deco’-letters: Marienberg. Ik was op mijn bestemming.

Ik liep het spoor af in de richting van het stationsgebouw. Het viel best op
temidden van de treurigheid. Een bord stond bij de ingang van het gebouw.
‘Vandaag Apfelstrudeln met slagroom en koffie voor 5 euro’, riepen de witte
krijtletters op het bord.

Binnen in het stationsgebouw stonden drie meisjes. Eentje liep trefzeker naar de
uitgang. De anderen volgden. Bij de deur trok het voorste meisje haar pakje
sigaretten uit de jaszak. Een sigaret ging in de mond, de aansteker zocht het
uiteinde van de sigaret.

Ik liep het dorp in langs de fietsenstalling, over de parkeerplaats. Een Renault
5 reed het parkeerterrein op. De dame in de auto zette haar voertuig in het
enige vrije vak. Ze stapte uit en liep gehaast in de richting van het
stationsgebouw. Een grotere stationcar reed het terrein op en hield stil voor
het stationsgebouw. De motor bleef draaien. Een vader keek ongeduldig om zich
heen.

Het kerkje stond een eindje van de weg af. Gereformeerde kerk stond er in hagelwitte
letters boven de ingang. De toren wees eigenwijs omhoog. De zon scheen troostend
op de torenspits. De spoorbomen gingen naar beneden. Ik liep naar de overweg en
zag hoe de trein uit Almelo Marienberg binnenreed.

Het werd tijd om terug te lopen naar het station. Ik had genoeg gezien. Ik moest
maar weer eens vertrekken. De auto met de vader reed net weg. Een dochter zat
aan zijn zijde. Ongetwijfeld reden ze naar een dorp verder. Het meisje kwam even
een weekend naar huis. Even de was doen thuis en lekker uitgaan met de
vriendinnen van de middelbare school.

In de trein zag ik de bestuurster van de Renault zitten. Ze bladerde in een
tijdschrift. Tegenover haar zat het meisje dat in de vorige trein op de bank aan
de andere kant van het gangpad zat. Het vertreksignaal klonk. We gingen. De
deuren sloten. Ik zag de 3 meisjes van zojuist lopen naar het perron aan de
overkant. Klaar om strakjes richting Zwolle te vertrekken.