25 december 2022

De schrijfkabouters - een kerstsprookje - #blogkerstmis

Haar broer, de schrijfkabouter, woont in de vijfde paddenstoel achter het berkenbosje van ons kabouterbos. Hij schrijft dag en nacht. Een heuse reeks misdaadromans vloeit uit zijn pen. Elk kwartaal brengt hij een nieuwe titel uit. Zijn vingers zijn blauw van het vasthouden van zijn magische en fantasierijke pen. Het papier kronkelt van genoegen op het bureau. Zoveel woorden en zinnen kriebelen op het vel dat het niet anders kan dan golven van opwinding en spanning.

De schrijfkabouter heeft net zijn laatste misdaadboek uitgebracht. Een heuse thriller boordevol met messen en pistolen. Als op de eerste pagina het mes op de tafel ligt, weet je als lezer wat er gaat gebeuren. Dat mes zal hoe dan ook met bloedspatten en al verderop weer opduiken. Het slachtoffer probeert zich nog te weren. Er klinken dreigend pistoolschoten in de verte, maar niemand is hiertegen opgewassen.

De rest van het boek heerst de spanning wie het gedaan heeft. Altijd weet de schrijfkabouter er een passage in de voegen over een butler, die het gedaan zou hebben. En hij heeft het nooit gedaan. Het is een running gag. De trouwe lezers van de schrijfkabouter weten het. De butler heeft het nooit gedaan, maar toch... Elke keer lijkt het er verdacht veel op dat hij het toch gedaan heeft.

Ook deze maand is het boek lovend besproken in de Gelebouter. De recensent liet het na de ene superlatief na de andere te plaatsen in het bericht: 

'Dus ren snel naar je plaatselijke boekwinkel en haal dit prachtige boek. Wil je een avond heerlijk in spanning zitten en genieten van de overweldigende schrijfstijl van de schrijfkabouter? Koop dit boek en je smult. Gedreven door de spanning wie het gedaan heeft. Toch de butler of houdt de schrijfkabouter vast aan zijn traditie? Het antwoord vind je alleen maar door het verhaal zelf te lezen.'

De schrijfkabouter slaat de krant tevreden dicht na het lezen van deze woorden. Hier komt het helemaal goed. Vandaag mag hij in de boekwinkel iets voor het berkenbosje signeren. Hij verwacht er veel van. Zeker na zoveel lovende woorden in de krant. Hij drinkt nog een flinke slok koffie tot zijn oog op de advertentie op de achterkant van de Gelebouter valt: doe mee aan de schrijfwedstrijd en win een schrijfretraite van 4 maanden in Zuid-Afrika.

Dat klinkt de schrijfkabouter als een uitgelezen kans. Hier moet hij aan meedoen. Hij heeft niet veel concurrentie weet hij. Dit is de kans om eindelijk een groter werk te schrijven dan de dunne detectives die het publiek van hem gewend is over inspecteur Wouter Baigret. Eindelijk eens tijd om een wat diepere intrige uit te spinnen over meerdere delen. Een gevatte filosofie uit te spinnen over het hoe en waarom de kabouters op aarde leven. Een boek dat over de grenzen van het land, het wezen en het weten heen stijgt. Een verhaal dat alle kabouters tot het diepste van het zijn zal raken.

Zo dromend en trekkend aan zijn pijpje wandelt hij even later naar de boekwinkel. Er staat al een rijtje nieuwsgierige kabouters voor de ingang te wachten. 'Het is druk. Allemaal mensen die voor mijn nieuwste boek komen en een persoonlijke boodschap op de binnenflap geschreven willen hebben.' Hij lurkt nogmaals aan het pijpje en stapt de boekwinkel binnen.

Hij kijkt nog eens goed. Wie ziet hij daar achter de tafel zitten? Het is zijn halfzus, de rondborstige Lisa. Ze zit vol genoegen en bolle wangen aan de signeertafel. De armen gevouwen over haar buik wacht ze tevreden tot de volgende klant komt om een handtekening in haar nieuwste boek te zetten. De rij is lang. Dus daar komt de enorme rij van wachtenden vandaan. Ze willen allemaal nog snel een boek van zijn zusje voor de kerst in huis hebben.

Lisa schrijft ook boeken net als haar halfbroer de schrijfkabouter. Zij schrijft er een stuk minder vaak dan hij. Ze doet het ook allemaal buiten haar huishouden en de opvoeding van haar 3 kleine kabouterkinderen. Een heel werk, maar haar man David is vooral buiten zijn paddenstoel bezig. Ze vraagt zich weleens af hoeveel hij eigenlijk om zijn vrouw en kinderen geeft. Zo vaak is hij van huis om hout te hakken. 

In de kleine uren kruipt ze aan het kleine schrijftafeltje in de hoek van haar paddenstoel. De kinderen net in bed en de ochtendpap al pruttelend boven het vuur. Daar schrijft ze de wenken voor de opvoeding van kabouterkinders. Boordevol met praktische tips hoe je je huilende kabouterkind stil kunt krijgen. Ook wat je kunt doen tegen spruw en opspuwende borsten. Ook wijst ze haar lezers hoe ze hun man tot bedaren kunnen krijgen.

De rij wachtenden bestaat dan ook vooral uit kaboutervrouwen. Ze staan vol verwachting te wachten op de laatste druk van haar praktische wenken. Zo handig en een heel praktisch cadeau voor kerst. De schrijfkabouter gaat naast zijn halfzus zitten aan het tafeltje. Een flinke stapel van zijn misdaadboeken staat voor hem. Heel soms schuift een vrouw met een boek van zijn halfzus in de hand, door naar hem. Dan mag hij iets voorin schrijven voor haar man. 'Voor detectives heb ik geen tijd', verzucht de kabouter vrouw dan naar hem met een brede glimlach op het gezicht. 

'Doe je ook mee met de schrijfwedstrijd', vraagt Lisa aan hem. 'Zeker, ik wil wel eens 4 maanden kunnen besteden aan het schrijven', zegt hij. 'Eindelijk tijd om te schrijven.' Ze kijkt haar schrijfbroer eens goed aan. 'Maar je hebt toch tijd genoeg om te schrijven?' 'Ja, maar extra tijd en op zo'n plek. Mij helemaal onbeperkt wijden aan een groot literair werk. Dat is mijn grote droom', antwoordt hij. Lisa kijkt verlangend voor zich uit. 'Het lijkt mij geweldig. Ik zou alleen niet weten hoe het moet met mijn 3 lievelingetjes.'

Hij probeert al een verhaal te bedenken voor de wedstrijd. 'Waar doe jij het over?' vraagt hij zijn halfzusje. 'Dat ga ik natuurlijk niet verklappen', zegt ze. 'Ik heb al wel een heel leuk idee.' Haar bolle wangen glimmen helemaal. 'Ik heb nog geen idee', zegt de schrijfkabouter. 'Dan laat je het toch de butler doen', grapt zijn zusje. Ze geeft hem een por in zijn zij. Zijn bolle buik schiet ervan omhoog. 'Ja, ja', zegt hij als hij er weer enigszins van is bijgekomen. 'Maak maar grapjes.' 'Ik ga iets schrijven over mijzelf. Hoe druk ik het heb en hoe moeilijk het is om je passie te kunnen volgen tussen al het werk door', verklapt Lisa. 

De week erna zet hij zich volop aan schrijven. Hij bedenkt allerlei varianten. Het verhaal loopt lastig. Hij loopt op een moment dat hem de inspiratie ontbeert, maar eens langs zijn zus. Ze is druk bezig de soep voor die avond klaar te maken als hij aanklopt. Een zoontje van haar ligt ziek op bed en de andere dreint de hele tijd aan haar rok. 'Nee, nu niet Martin. Je ziet toch dat ik aan het koken ben.' De schrijfkabouter wordt er niet veel wijzer van. 'Ik heb zo weinig tijd om het goed uit te werken', zegt ze. 'Laat mij het doen', zegt hij snel. 'Ik heb helemaal geen goeie ideeën.' 'Ja en dan ga jij er met de prijs vandoor', zegt ze. Dat is ze dus echt niet van plan. 

*

Het is de avond voor de deadline. De schrijfkabouter zet zich noest aan het schrijven. Zijn pen is niet zo vlot als anders. De inkt hort en stoot over het papier. Het papier is ook op het rabat. Het kronkelt en buitelt niet zo enthousiast als anders onder de kriebelende pen. Sterker nog, soms verzet ze zich en drukt de kop van de pen gewoon weg. Met moeite krijgt de schrijfkabouter de letters op papier. Waar is de magie van weleer? Hij heeft geen idee. Het is compleet verdwenen lijkt het.

Zijn zusje heeft eindelijk tijd om haar verhaal te schrijven. Het stompje van haar kaars houdt het hopelijk lang genoeg vol om nog licht te blijven geven tot haar verhaal klaar is. Ze voelt hoe haar idee meer en meer gestalte krijgt. Het is een verhaal zoals zij elke dag meemaakt. Zij ziet voor zich hoe haar hoofdpersoon zich door de dag heenworstelt. Elke dag weer opnieuw, elke keer opnieuw. Hoe ze de eindjes bij elkaar scharrelt en tussen alle drukte door haar passie volgt: de liefde voor het schrijven. De liefde voor het verhaal.

Ze lopen die ochtend tegen elkaar op bij de paddenstoel waar het verhaal moet worden ingeleverd. 'Is het gelukt? ', vraagt ze haar broer, de schrijfkabouter. Hij knikt, maar op zijn gezicht verschijnt een poging tot lachen als een boer met kiespijn. Zij lacht tevreden terug. 'Het was krap en de kaars hield er midden in de nacht mee op. Ik heb op de tast proberen te schrijven, gelukkig gaf de maan net genoeg licht om de lijntjes op het papier nog te zien.'

Ze laten de enveloppen achter. Het duurt nog een week tot kerstavond en de uitslag bekendgemaakt wordt. Lisa en haar broer de schrijfkabouter wachten in spanning af. Dan melden ze zich de avond voor kerst. De jury heeft alle inzendingen gelezen. Het waren dit jaar meer inzendingen dan ooit. Zelfs de grote schrijfkabouter heeft meegedaan en de schrijver van het duizenddingenboek Lisa. 'Dat zijn geen kleine namen', zegt de juryvoorzitter, kabouter Barry Kulisch. 'Dan zal ik nu maar vertellen wie de winnaar is. De winnaar is: de schrijfkabouter.'

Vol verbazing kijkt de schrijfkabouter uit zijn ogen. Wat is dit. Hoe is het mogelijk dat hij gewonnen heeft. 'De verhalen van jou en Lisa leken wel heel erg op elkaar, maar wij denken dat jij het idee net iets mooier en rijper hebt uitgewerkt. Het straalt net iets meer rust uit.' Hij kijkt tevreden rond en ziet hoe Lisa, een traan wegpinkt. Ze loopt naar haar broer. 'Gefeliciteerd', zegt ze. Haar stem klinkt onvast. 'Van harte gefeliciteerd.' Dan loopt ze snel weg. De tranen wellen uit haar ogen. Wat is dit onverdiend. Ze heeft er zoveel energie in gestopt en ze zou het zo hebben verdiend. Bovendien heeft hij inderdaad haar idee gejat. De schurk.

Ze komt weer thuis. Haar man David is er niet. Hij is natuurlijk houthakken. Ze roert in de grote pan voor de maaltijd van morgen. Er is niet veel tijd meer om alles nog klaar te krijgen. De jongste is nu ziek en de oudste moet vanavond in het koor zingen bij de grote paddenstoel. Dan zingen ze kerstliederen en neuriën kabouterhymnen. Het is allemaal druk en haasten. En dan ook nog eens die mooie prijs aan haar neus voorbij gegaan. Ze probeert haar tranen te bedwingen, maar kan het niet helpen dat er soms eentje in de soep valt.

*

Nog een paar minuten en het kerstdiner is klaar. Zelfs haar man David zit aan tafel met zijn feestelijke houthakkershemd. Ze heeft haar mooiste jurk aangetrokken. Wat een vreugde zo met haar kinderen en haar man. De oudste heeft gisteren prachtig gezongen. Het lukte zelfs haar man om erbij te zijn in de grote paddenstoel. Door de gewelven klonken de kerstliederen. Het 'Once in Royal David's Mushroom' en 'De kabouters lagen bij nachte'. Ze voelt de trots weer hoe hij zong. Zo trots dat ze haar teleurstelling zelfs even vergeet.

Ze eten van het kuiken dat ze bereid heeft. Er wordt door de jongens gevochten om het filetje. Het is lekker knapperig en ze heeft nog de juiste kruiden weten te vinden in het bos. David kijkt haar trots aan. 'Je hebt heerlijk gekookt Lisa', zegt hij. Dan slaat hij een arm om haar heen. 'En jij hebt voor mij de prijs gewonnen. De prijs van de beste kok van het kabouterdorp.'

Dan wordt er op de deur van de paddenstoel geklopt. David en Lisa kijken elkaar aan. Verwacht jij iemand? Ze schudt haar hoofd, als ze de deur opent, staat daar haar broer, de schrijfkabouter. Ze weet niet of ze hier nou zo blij mee is. 'Ik geloof dat ik hier even geen zin in heb.' 'Het spijt me', zegt hij. 'Ik heb je idee gestolen. Ik heb geschreven over hoe jij het hebt. Ik heb stiekem gekeken toen je zo druk was. Een man die altijd weg is, je kinderen die veel aandacht vragen. Het huishouden.' 

Ze kijkt hem aan, voelt de teleurstelling van eerder die dag weer. Zijn ogen glinsteren. 'Daarom heb ik besloten dat jij de prijs moet krijgen. Ik heb de organisatie gevraagd om hem aan jou te geven. Je hebt gelijk. Jij verdient het om 4 maanden heerlijk aan een project te werken. Onafgebroken, niet afgeleid. We zorgen ervoor dat jij helemaal vrij kan werken in Zuid-Afrika. Volgende week vertrek je. Dan pak je nog een heerlijke Zuid-Afrikaanse zomer mee.'


Blogkerstmis

Dit is mijn bijdrage aan blogkerstmis georganiseerd door Ali Molenaar. De opdracht was: 

Broer en zus zijn allebei niet onverdienstelijke schrijvers en hebben besloten mee te doen met de kerstverhalenwedstrijd van een tijdschrift. Maar dat levert complicaties op.

Lees alle bijdragen aan deze blogkerstmis

26 november 2022

Onderhuidse mystiek en een snufje wierook


Geerten Liefting is al 15 jaar organist van de Bonaventurakerk in Woerden. Hij heeft 3 fantastische instrumenten onder zijn hoede. 2 orgels komen uit de stal van de Jos Vermeulen uit Alkmaar en de gebroeders uit Weert. Als kers op de taart, staat sinds een paar jaar het elegante huisorgel van Gerard Wortman uit 1966 in het koor van de kerk.

Nu, na die 15 jaar heeft Geerten Liefting een cd uitgebracht. Hij presenteerde de cd Couleurs Mystiques tijdens de mis op het Feest van Christus Koning op de laatste zondag van het jaar. Deze mis stond ook stil bij het 101-jarig bestaan van het hoofdorgel in de kerk. De orgelbouwer Vermeulen leverde het instrument in 1919, maar officieel in gebruik genomen werd het in 1921. De feestelijkheden waren door de coronamaatregelen opgeschort tot de feestelijke mis van zondag 20 november.

Veel orgel

Tijdens de mis klonk veel orgel. Een aantal van de werken van de cd, zoals Karg-Elerts symfonische koraal 'Ach bleib mit Deiner Gnade', de 'Romance' uit de 4e orgelsymfonie van Vierne en het 'Scherzando de Concert' van Pierne. Allemaal werken waarin de romantische kleuren van de orgels goed tot uitdrukking komen.

Want de Bonaventurakerk in Woerden heeft prachtige orgels en een heel goede organist die het mooiste uit de instrumenten weet te halen. Geerten Liefting staat in de traditie van Franse romantiek, waarbij virtuositeit en liefelijkheid elkaar even snel als heftig afwisselen. Bij de mis kwam dit naar mijn mening het beste tot uiting in het gezongen Gloria waarbij orgel en koor elkaar prachtig afwisselden. Daar improviseerde Liefting zoals het hoorde: vanuit dit mooie lied. Tekst en melodie vulden elkaar mooi aan. En hij presenteerde daarbij een indrukwekkende variatiereeks op het hoofdorgel.

2 bijzondere Vermeulens

Voor de cd Couleurs Mystiques geldt dat zeker ook. Volgens Liefting heeft hij het afgelopen jaar gezocht naar passende muziek op deze 2 bijzondere Vermeulen-orgels. Beide instrumenten zijn ongeveer even oud - ze schelen een paar jaar. Is het transeptorgel van de Gebroeders uit Weert kleiner en oorspronkelijk voor een andere kerk gebouwd, het klinkt betoverend in de Bonaventurakerk.

Het hoofdorgel is onovertroffen, robuust, soms op het boerse af - het tutti is een geluidskanon waar een carbidknaller jaloers op is - maar ook ontzettend rijk aan meer intiemere klanken van fluiten en strijkers. Beide orgels bezitten heel eigen voix celestes, deze hemelse strijkers raken de gewelven ieder op hun eigen wijze. 

Al bezit het transeptorgel misschien wat minder stemmen en bravoure, het weet de ruimte op zijn eigen, karakteristieke manier te vullen. Wat een klank komt er uit de zwaarmelancholische Romance van Vierne. Liefting weet hier soms zelfs de melancholie op te roepen zoals in de Noctures van Chopin. Wat een orgel en wat een aandachtig spel.

De ruimte

Je hebt niet in de gaten dat het slechts 16 stemmen bezit tegen de 26 stemmen van het hoofdorgel. De plek in de kerk, vrij tegen het transept zorgt ervoor dat niets de klank belet om zich te vormen in de ruimte. En ruimte dat heeft de Bonaventurakerk. Wat een akoestiek. Menig kathedraal in Nederland kan daar niet aan tippen. En dat voor een gebouw van nog geen 130 jaar oud.

De werken op het hoofdorgel zijn er helemaal voor geknipt. En Geerten Liefting weet je te raken. Zelden zo'n overtuigende Karg-Elert 'Ach bleib mit Deiner Gnade' gehoord. Hier laat orgel en bespeler je alle hoeken van de kerk horen. Wat een spel. Misschien komt het ook door de prachtige inleiding met 3 werken uit de 'Cathedral Windows'.

Gregoriaanse melodieën

Want boven alles weet Geerten Liefting je hart te laten kloppen voor de prachtige gregoriaanse melodieën. Ik hoorde het zondag ook zo overtuigend in zijn bijna onschuldige improvisaties. Maar wat een muziek. De lijnen van de melodie raken de gewelven als een vogeltje dat speels de hemel raakt in zijn vlucht. Het maakt deze muziek extra spannend en doeltreffend. Precies waarvoor het bedoeld is.

Dat merk je het sterkste in de improvisaties. Liefting is helemaal thuis op zijn orgels. Hij weet de juiste snaren te raken en strijkt ze nooit ofte nimmer in de haren. Een gregoriaanse thema als 'Ave maris stella' krijgt een subtiele benadering, waarbij het een spel is als met Jacobsladders aan de hemel. Ze kruipen tussen alles door en verlichten een bijzonder aspect van het thema. Het scherzo is grillig, een snelle schets waarbij de noten stuiteren op het water als regendruppels in de plas bij een zomerse regenbui.

Geschreven voor het orgel

Het Choral is helemaal geschreven voor het hoofdorgel van deze kerk. Geerten Liefting presenteert in dit eigen werk alle facetten, de diepe pedaalklanken, de verschillende uitkomende stemmen als de samengestelde cornet en de tertsen. De trompet van hoofdwerk en echo-trompet van het zwelwerk krijgen mooie gelegenheden zich te laten horen. Dat geldt ook voor de prachtige prestant. Een register die als uitkomende stem je adem stokt. 

Ruimte en klank smelten helemaal samen. De gevarieerde en ook dramatische uitwerking van het Choral maakt het tot een opvallende eigen compositie op deze cd. Het einde met de lange diepe toon, tegen de lage terts. 

Onderhuidse mystiek

Het zijn geluiden die je niet snel hoort in Nederland. De psalm jubelt toch heel snel en deze klankwereld met onderhuidse mystiek en een snufje wierook associeer je toch eerder met een Franse kathedraal. Het klinkt gek, maar op weinig plekken in Nederland is deze sfeer zo op te roepen als in de Woerdense Bonaventurakerk. Muziek waarbij je op een andere manier verrast en ook geraakt wordt. Het gaat trager, maar raakt daarmee ook veel dieper.

Dan vallen mijn oren op de mooiste compositie van de cd: de Aria van Jehan Alain. Wat een meesterwerk. Het is een muziekstuk dat ik Geerten Liefting al in 2017 hoorde spelen in de Domkerk. Het betekende voor mij een hernieuwde kennismaking met een muzikale wereld die ik sinds mijn late adolescentie verwaarloosd had. In deze muziek ligt de kracht van Liefting. Het zweeft ergens tussen Alain en Messiaen in. De klankkleuren staan centraal, bijzondere ritmes en krachtige diepe tonen. Daar doorheen vervlochten het gregoriaans. Onovertroffen, wat een melodieën.

Voorbij, voorbij

Het is bijna jammer om uit die klankwereld te ontwaken bij het slotstuk, Viernes 'Carillon de Westminster'. Mooi in zijn uitvoering, maar stiekem had hier van mij best een improvisatie mogen klinken. Met brede, volle akkoorden zoals Messiaen en de subtiel ritmiek zoals Alain. Alle reden om nog eens naar Liefting te luisteren in een zondagse mis met heel veel gregoriaans. Heel veel.

Meer informatie en bestellen

De cd Couleur Mystiques van Geerten Liefting is opgenomen in de Bonaventurakerk in Woerden. De cd kun je bestellen bij sthrecords voor 16,95 euro. Voor een voorproefje: luister op de Soundcloud van Geerten Liefting.

11 november 2022

Kwaliteit van leven (2) - #WoT


Zijn bed tegen het raam geschoven. Als hij rechtop tegen zijn kussen ligt en zijn hoofd draait naar het raam, ziet hij 's morgens de zon opkomen. Achter het eikenbosje. Eerst kiert het eerste licht boven de horizon achter de kale bomen. Dan krijgt de omgeving meer en meer kleur. De hemel bloost om het hardste.

Meer en meer licht krijgt de dag. De bladerloze eikenbomen laten al het herfstlicht door. De bol stijgt op  tussen de kale stammen. Steeds hoger, steeds boller. Je kunt er nog net tegenin kijken. De man ziet dat het goed is. De glimlach op zijn gezicht verbreedt in het licht van de opkomende zon.

Een dag eerder zou hij dat niet hebben gezien.

WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Het woord (of de woorden) van gisteren: kwaliteit van leven. Doe ook mee op writeonthursday.wordpress.com

10 november 2022

Kwaliteit van leven - #WoT


Ik wil nooit in een verzorgingstehuis, zei Catherine Keyl een tijdje terug. Dat was te minderwaardig om al kwijlend gevoerd te moeten worden. Haar vader, zo'n respectabele man altijd, was zo aan zijn eind gekomen. De oorlogsstrijder moest zo triest aan zijn einde komen. Dat wilde Catherine niet. Doe mij maar een spuitje voor ik een verzorgingstehuis in moet.

Daar tegenover staat de man of vrouw die door ziekte gekweld juist dichter bij het leven weet te komen. De bijzondere momenten voor het sterven die je dichter tot elkaar brengt dan ooit. Het leven als bijzonderheid. Hoe oncomfortabel en pijnlijk ook, brengt het lijden soms ook iets moois.

Ziekbed een zegen?

Ik ben opgegroeid met het idee dat een lang ziekbed een zegen was. Dan kreeg je alle gelegenheid om tot God te komen, terwijl een plotselinge dood geen enkele gelegenheid zou geven om tot inkeer te komen. 

In Maarten 't Harts roman Een vlucht regenwulpen vraagt de hoofdpersoon Maarten zich af waarom zijn moeder zo uitzichtloos moet lijden. Hij legt de vergelijking met de vernietigingskampen in de Tweede Wereldoorlog waar God ook niet te vinden was. Bij het ziekbed van zijn moeder ontbreekt eveneens ieder spoor van hem.

Waar ligt kwaliteit?

Waar ligt de kwaliteit van leven? Bij het sterven of juist bij het leven? Soms weet je wat je mist als je het verliest. Maar hoe lang moet het duren. Is het prettig bij je volle bewustzijn te sterven of juist gekweld door een ernstige ziekte de dood tegemoet te zien?

Of juist dicht bij de oorsprong, terug naar waar het begonnen is. Zonder de belasting van het weten, maar heel dicht bij het voelen. Het bewustzijn vervlakt tot een schim van wat je ooit was. 

Ik heb geen idee. Gelukkig niet en ik hoop dat ik op het juiste moment de juiste keuze maak. Of dat een ander dat voor mij doet. In de lijn met wie ik ben en met de liefde.

als ik morgen sterf
en de merels blijven stil
fluit je dan voor mij?

WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Het woord (of de woorden) van vandaag: kwaliteit van leven. Doe ook mee op writeonthursday.wordpress.com

28 oktober 2022

Muziek rond Hervormingsdag


Wat voor commerciëlen als Halloween door het leven gaat, is de 31e oktober voor protestanten Hervormingsdag. Het Lutherlied 'Een vaste burcht is onze God' klinkt steevast. Net als dat er voor allerlei andere dingen rondom Luther aandacht is.

Er is een cd-productie die mijlenver boven veel uitgevoerde Reformatiemuziek uitstijgt. Dat is "Ein feste Burg ist unser Gott" van Vox Luminis, Lionel Meunier en Bart Jacobs. Deze dubbel-cd besteedt aandacht aan allerlei aspecten in de muziek waarin Luther zo'n belangrijke rol speelt: de Lutherse liturgie, met de Duitse mis, het Magnificat en Requiem. 

Motetten

Op de 2e cd is aandacht voor motetten. Ze volgt de liturgische kalender op de voet. Beide cd's besteden aandacht aan de polyfonie. 17e en 18 eeuwse componisten komen voorbij: Andreas Hammerschmidt, Michael Praetorius, Joachim von Burck, Christoph Bernhardt, Heinrich Schütz, Thomas Selle, Melchior Franck, Caspar Othmayr, Michael Altenburg, Samuel Scheidt, Johann Hermann Schein and Johann Walter. Muziek die prachtig is en allemaal geïnspireerd op de liederen van onder andere Martin Luther.

Bart Jacobs

De orgelbewerkingen kennen een hoogtepunt in de fantasie over het Lutherlied van Michael Praetorius. Wat een hoogtepunt van de 17e eeuwse orgelmuziek en wat een uitvoering door Bart Jacobs op het orgel. Hij bespeelt het moderne Thomas-orgel in Ciboure, geënt op het Nederlandse orgel uit de 17e en 18e eeuw. Ik weet dat Bart Jacobs mijn uitspraken over zijn uitvoeringen niet altijd waardeert; maar dit mag ook best gezegd worden over deze begenadigde organist van de Brusselse kathedraal.

24 oktober 2022

PAC2 doe je mee?


Kunstenaar Hein Walter heeft dit najaar PAC opgezet. De afkorting PAC staat voor Post-Art-Community. Een kunstproject waarbij de deelnemers enkele tekeningen of schilderijen per post krijgen toegestuurd. Samen met Karin van de Kuilen doe ik PAC2. Het vervolg op de PAC van Hein.

2 kunstwerken voor 25 euro

Het idee: voor 25 euro doe je mee en krijg je 2 kunstwerken op A5-formaat. Het eerste krijg je vanaf november. Het tweede ergens volgend jaar. Heel leuk om zo'n kunstwerk in je brievenbus te vinden en thuis aan de muur op te hangen. Op de achterkant van het kunstwerk schrijf ik een ZKV (zeer kort verhaal) en een haiku over wat mij op de voorkant raakt. 

Het kunstwerk is van jou en je mag ermee doen wat je wilt. Wel is er volgend jaar november een bijeenkomst met alle deelnemers waarbij de kunstwerken, verhalen en haiku's samenkomen. Daar kun je ook jouw kunstwerk ruilen met een andere. Of verkopen. Het geld dat het opbrengt, mag je zelf houden.

Vakantie

Voor de eerste reeks heeft Karin zich laten inspireren door haar vakanties. In de aquarellen komen Frankrijk, Ierland, IJsland, Kroatië, Texel en Curaçao voorbij. Daarnaast is er ook aandacht voor iets wat dichter bij huis te vinden is: de molens van Flevoland waar ik op uitkijk.

Gisteren ontmoette ik Karin voor het eerst. Ze bleek jarenlang tegenover mij te hebben gewoond toen ik in Almere Stad woonde. Er schuilt in haar een kunstenaar met heel andere interesses dan ik, maar ik denk dat ze heel mooi kunnen samenkomen in de kunstwerken.

Doe je mee?

We zoeken nog deelnemers aan deze tweede Post-Art-Community. Geef je zo snel mogelijk op en stuur een e-mailtje naar heinwalter@tiscali.nl ovv PAC2. Naar mij mag ook, dan breng ik je in contact met Hein.

07 oktober 2022

Ivan Wolffers

De levensschets op NOS.nl eindigt met een poëtische zin:

Het leven werd kleiner en beperkter, tot het verdween.

Nog geen maand maand geleden zong hij met zijn oudste kleindochter Mama Mia van Abba op haar verjaardag. Een paar dagen terug vroeg iemand of hij dood was. 'Bijna', antwoordde hij.

Zijn vrouw Marion Bloem genoot van deze laatste dagen en wenste dat het eeuwig zo zou doorgaan. Alleen de nacht, die drukte zo hard op de feiten.

Mooi om het op social media zo dichtbij mee te maken. Bijvoorbeeld een zin waaruit zoveel dankbaarheid en vooral liefde spreekt:

Liefde was verborgen achter elke bocht en elke deur. Waar zou je bang voor moeten zijn? Voor de dood? Nee, het leven heeft gezegevierd. Dank jullie Helena, Kattie, Yuki en jullie pappa en mamma’s.

Het staat in zijn laatste blog.

Vaarwel Ivan

22 september 2022

Weglopen - #ZKV #WoT

Even sigaretten halen, zegt de man en hij trekt de deur achter zich dicht. Daarna komt hij nooit meer terug. Het is altijd al donker als hij dat doet. Of hij echt het sigarettenautomaat bezoekt en zich dan bedenkt. Ik weet het niet. 

In de roman Joe Speedboot van Tommy Wieringa laat Papa Afrika zijn nieuwgebouwde schip te water. Er is een hele receptie om de tewaterlating te vieren.

Papa Afrika verdween in de bocht van de rivier, men keerde terug naar de tafel met limonades, bier en hapjes. Meneer Eilander liet zijn schoenen uit en wachtte aan de waterkant op de terugkeer van het schip. Mussen namen stofbaden in het zand onder de populieren, het was vrede op aarde. Regina's ogen dwaalden steeds af naar de rivier.

Hij komt niet meer. Ze rijden met de auto nog een stuk de dijk af tot aan de brug. Ze vinden hem niet. De politie ontvangt het opsporingsbericht, maar van Papa Afrika en het schip geen spoor.

Hij komt net als Berend Botje nooit weer om. Of hij naar Afrika is gevaren met zijn traditionele Egyptische zeilboot of toch uitgeweken is naar Amerika, blijft onduidelijk in de roman. Hij is weg en komt niet meer terug.

In het Engels haalt iemand melk om nooit meer terug te komen. In Australië is het een ritueel van jongemannen. Ze verlaten het ouderlijk huis en zwerven maanden door de outback. Als een jonge wolf die het nest verlaat en honderden kilometers rondzwerft voor hij zijn nieuwe leefgebied vindt. Het is een heus ritueel waarbij een groep mannen zich verzamelt en samen verder trekt.

Als Paul Theroux in De gelukkige eilanden het huis ontvlucht, merkt hij op dat zijn reis is als een Walkabout:

Ik was almaar op reis gebleven, net als de man die even uitgaat om een krant te kopen en nooit meer terugkomt. Die man was ik. Ik was verdwenen. Er was nu geen reden meer om terug te gaan. Niemand miste me.

De neiging van veel mensen om op vakantie te gaan, te reizen, het vliegtuig te pakken naar verre oorden, zit in die vlucht. De vlucht naar het onbekende om het alledaagse te vergeten. Het is een drang, een aanval van waanzin. Het wezen dat rondjes rent achter zijn eigen staart.

In de roman Moederland doet de ik-verteller hetzelfde. Bij een etentje met zijn familie, wordt het hem opeens teveel. Hij staat op en zegt dat hij even naar de wc is. Daarna vertrekt hij en laat zijn familie achter. Als hij vier uur later terugkomt, is iedereen vertrokken. Later blijkt het een gewoonte te worden van de verteller.

Het lijkt mij heerlijk om dit te doen. Ik weet zelf eigenlijk niet waarom ik het niet gewoon doe. De beschaving. Waarom niet gewoon gaan als je het zat bent, er geen zin meer in hebt. Gewoon opstaan en vertrekken.

Zonder een woord.

Misschien moet ik het maar eens doen. Ik kan altijd weer terugkomen.

18 september 2022

De Nieuwe Bibliotheek 12,5 jaar

De Nieuwe Bibliotheek in Almere viert het 12,5 jarig bestaan. Na een lange bouwperiode ging in het voorjaar van 2010 de bibliotheek eindelijk open. Het vormde het pronkstuk van het 4 jaar eerder opgeleverde stadshart.

Het spiksplinternieuwe gebouw van de Meyer & Van Schooten Architecten aan het Stadshuisplein behoorde bij de opening op 27 maart 2010 tot het 'crème de la crème' van de openbare bibliotheken en ook wereldwijd.

We hadden het in die tijd allemaal een beetje opgegeven door alle bouwperikelen. Het duurde maar en duurde maar. Van loslatende gevelstenen tot allerlei andere bouwtoestanden. Uiteindelijk ging de deuren open. Wat een indrukwekkend gebouw. Een heuse cultuurtempel kreeg Almere. 

De oude bibliotheek

De oude bibliotheek in het gebouw De Voetnoot ademde meer de oude bibliotheeksfeer met spruitjeslucht en heel veel rijen boeken. Het gebouw staat nog altijd schuin tegenover de nieuwe bibliotheek aan de andere kant van het Stadshuisplein. Nu huizen kunstenaars in De Voetnoot en is het een mooi voorbeeld van een creatieve broedplaats.

Ik heb veel over die nieuwe bibliotheek geschreven. Ik kom er nog bijna elke week om gelezen boeken terug te brengen en een nieuwe stapel weer mee naar huis te nemen. Ook struin ik altijd door de afgeschreven boeken. Soms kom ik met indrukwekkende boeken thuis waar ik nog steeds heel veel plezier heb.

De Nieuwe Bibliotheek nu opgeleverd

Zou de bibliotheek van 12,5 jaar geleden nog steeds zo opgeleverd zijn? Ik denk het niet. De hoge raampartijen en het vele licht zijn niet goed voor de gasrekening, maar dat even weggelaten, de bouwkunst heeft de laatste 10 jaar toch ook grote stappen gemaakt. Mogelijk zou er nog meer andere materialen zijn gewerkt, zou veel materiaal opnieuw zijn gebruikt en zou er veel meer groen in en om het gebouw zijn gekomen. 

Vergelijk de nieuwe bibliotheek met het Aeresgebouw op de Floriade. De groene planten aan de gevel, de zonnepanelen op het dak en het vele groen binnen het gebouw. Het zou ongetwijfeld in een bibliotheek die nu gebouwd zou zijn, zijn terechtgekomen. Ook het binnenplaatsje van de bibliotheek zou er heel anders hebben uitgezien. Daar ben ik zeker van. Hopelijk zullen deze aanpassingen langzaam met de tijd komen. 

De strakke gevel zoals die nu is, zou er veel groener en minder stenig hebben uitgezien. Aan de andere kant moeten we oppassen niet door te slaan in de vergroening. Het stadsplein De Esplanade is sinds de bouw al twee keer grondig verbouwd. Het is soms ook zoals het is, zeker als het probleem ergens anders ligt dan in aanplanten van een paar bomen.

Veranderingen in 12,5 jaar

De bibliotheek is wel veranderd sinds de opening. Ik zie de sociale functie meer dan ooit toenemen. Afgelopen donderdag was ik er. Er waren grote groepen mensen voor de taal en thee bijeenkomst. Ook de studiemogelijkheden bovenin de bibliotheek zijn veel groter geworden. Het is niet alleen een cultuurtempel. Het is vooral een plek om anderen te ontmoeten en kennis met elkaar te delen.

Voor mij blijven de boeken de belangrijkste reden om naar de bibliotheek te komen. De boekenrijen zijn er nog steeds, wel op een veel toegankelijkere manier ingericht. Open en transparant met veel doorkijkjes. Zo is er genoeg te zien terwijl je met een boekje in een hoekje zit. Het is een gezonde mix van genoeg stilte om te kunnen lezen en genoeg roering voor de sociale contacten.

Tegenslagen

De Nieuwe Bibliotheek heeft in de laatste 12,5 jaar laten zien bestand te zijn tegen veel vooral financiële tegenslagen. De bibliotheek stond er nog niet koud of de kredietcrisis noopte tot flinke bezuinigingen. Voortdurend staan dergelijke voorzieningen op de tocht. Dat terwijl de bibliotheek van onschatbare waarde is voor onze stad. 

Ook tijdens de coronapandemie toonde de bibliotheek heel goed bestand te zijn tegen deze wereldwijde crisis. Het uitlenen van de boeken op afstand en ophalen bij de deur van je 'bestelling'. Geweldig dat veel mensen op die manier konden blijven lezen en in verbinding blijven met een wereld die op slot zit. Ook de aanpassingen in het gebouw en de relatie met wat er in de stad gebeurt. De tentoonstellingen en andere activiteiten. Sommige staan echt in mijn geheugen gegrift.

Op naar de volgende 12,5 jaar en verder. Want als De Nieuwe Bibliotheek iets de laatste 12,5 jaar heeft laten zien, is dat de bieb niet weg te denken is in de toekomst. Ook al neemt het aantal boeken misschien af, er blijft meer dan genoeg over om naar de bibliotheek te gaan.

Er is van alles te doen op zaterdag 24 september bij het 12,5 jubileum van De Nieuwe Bibliotheek.

10 juni 2022

Stekken - #WoT

Zijn buurvrouw brengt op een vrijdagavond een stekkie. Het ziet er klein en armetierig uit. Niet veel meer dan een paar blaadjes stek steken uit het potje dat hij krijgt. Ze hangen treurig naar beneden. De grond in het potje is kurkdroog. Hij laat in het afwasteiltje een laagje water vallen uit de kraan en dompelt het donkere plastic kweekpotje in.

Geen idee wat eruit komt. Ze weet het ook niet. Ze mompelt iets en vertrekt. Zijn buurvrouw heeft hij altijd een rare gevonden. Hij zet de plantenpot voor het raam in de zon. De eerste dagen gebeurt er niet zoveel. De blaadjes trekken wel iets meer omhoog. Misschien lijkt het maar zo.

Hij durft niet zo te turen naar de plant. De volle middagzon schijnt op zijn raam. Hij weet niet of het goed is voor deze plant. Ze is ook vaag geweest wat het nu precies is. Het kan hem ook niet zoveel schelen. Een plant is een plant. Het staat wel mooi dat groen.

Een kleine week en vele waterscheuten later schiet de plant omhoog. Misschien moet er wel een andere pot omheen, denkt hij. De plant wil de ruimte hebben. Hij zoekt in de berging naar iets en komt terug met een halfgebroken aarden pot. De aarde haalt hij uit het plantsoen, met zijn blote handen. Een schepje heeft hij niet.

Dan gaat het hard. De bladeren krijgen mooie stekeligheden om zich heen die niet prikken. De kleine plant wordt groot. Het zonlicht zuigen de steeds breder wordende bladeren op. Het lijkt wel of hij het ding iedere dag ziet groeien, soms wel tot een centimeter of 20. Hij laat het zich goed welgevallen daar achter het raam.

De plant groeit en groeit. De bladeren drukken tegen het raam aan. Er komen bloemetjes. Ze ruiken sterk, een heel eigen luchtje dat hij verder niet kent. Soms meent hij dat hij het weleens rook op de wallen toen hij nog naar de hoeren ging. Maar het is te lang geleden om nog terug te ruiken in zijn herinnering.

Dan wordt er op de deur gebonsd. Heel hard. Het lijkt wel of iemand op de deur trap. Geschreeuw. ‘Doe open, doe open.’ Hij wil de deur openmaken, maar hij haalt hem van de grendel of de deur valt hem meteen in het gezicht. Een stel handen drukt hem naar beneden, trekken zijn arm op de rug, aan de haren. Hij gilt het uit. Wat is hier aan de hand.

Een paar mannen stormen de kamer in, recht naar de plant. ‘Hoe kom jij hier aan?’ ‘Gekregen van de buurvrouw,’ zegt hij. ‘Een stekkie’, roept hij er snel na. ‘Hoezo een stekkie?’ gilt de agent. Een pistool is op hem gericht. ‘Neem hem en en die plant mee’, roept de agent terwijl hij hem onder schot houdt.

Daar gaat hij als een lam naar het slachthuis. Hij tuurt naar het huis van zijn buurvrouw. Het oogt leeg. De agenten drukken hem de arrestantenbus in. Tegenover hem zit een man. Hij herkent hem. Hij woont aan de overkant. En nu je het zegt, inderdaad groeien er ook bij hem van die planten voor het keukenraam. ‘Jij ook’, vraagt hij. De man knikt.

De heisa na de nacht cel. Hij mag weer naar huis, daar wacht de woningbouwvereniging op hem. ‘Je mag geen wiet telen’, zeggen ze. ‘Geen idee dat het wiet was’, antwoordt hij. ‘Ik heb die plant gekregen van een buurvrouw.’ Wie het was, willen ze weten. Hij wil haar niet erbij lappen. ‘Van een paar huizen verder. Ze is verhuisd.’

Daar staat hij dan. Een weekendtas met zijn kleren. Zijn spullen zijn al meegenomen in een dure container. Of hij hier even wil tekenen. Onder een ingewikkeld formulier, wijst de man van de woningbouw waar hij zijn handtekening mag zetten. Hij schudt zijn hoofd.

Die avond kruipt hij in bed bij het Leger des Heils. Misschien weet de morgen een oplossing. Hij mag 2 nachten blijven en ligt boven in het stapelbed. Het is de enige plek van de daklozenopvang die nog niet bezet is. Onder hem steekt iemand een sigaret op. In kleine wolkjes ruikt hij de bloemetjes van de plant voor zijn raam.

WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Vorige week was is het woord: stekken. Doe ook mee op writeonthursday.wordpress.com

30 april 2022

Meeuwenschreeuwen

Reggy Laatsch uit Alphen aan den Rijn heeft het Europees Kampioenschap Meeuwenschreeuwen gewonnen. Voor de camera van Omroep West vertelt hij over de 3 verschillende meeuwengeluiden die hij kan nabootsen. Het gaat van tevreden korte geluidjes tot opgewonden gekrijs. Hij kan het heel overtuigend nadoen. Hij is niet voor niks de winnaar.

De schrijver Godfried Bomans werd gek van het gekrijs van de meeuwen. Hij verbleef een week helemaal alleen op het eiland Rottumerplaat. Het was meer een stunt van de radio. Na hem zou Jan Wolkers een week op het eiland verblijven.

Godfried Bomans heeft een andere benaming als de meeuwen zijn nachtrust verstoren naast de tent. Hij schrijft in zijn dagboek over het verblijf van 8 dagen:

[M]eeuwen kunnen soms, als ze rustig zijn, een laag mompelend geluid maken, en dat is net of een paar mannen met elkaar staan te beraadslagen. Die gelijkenis is zó bedriegelijk dat ik me telkens moet voorhouden: het zijn maar meeuwen. Ik geloof dat hier een oude kinderangst: ‘er ligt een man onder mijn bed’ naar boven komt.

Met dank aan Wouter die mij op de winnaar van het meeuwenschreeuwen attendeerde via Twitter.

28 april 2022

Vlinder - #WoT #sprookje #bijhetnieuws

De vlinder Magda slaat haar vleugels extra breed uit. Ze voelt de wind slaan op haar engelachtige voorkomen. De zon schijnt verwachtingsvol door haar vleugels heen. Dit belooft een mooie dag te worden.

Ze geeuwt nog eens goed en zoekt haar ouders. Nu zou je verwachten dat Magda geen vlinder was, maar een rups. Dit is best een ingewikkeld verhaal dat ik hier niet uit de doeken ga doen. Magda is een vlinder en woont namelijk nog steeds bij haar ouders. Wie wie niet kan loslaten, is onduidelijk. Misschien helpt dit verhaal erbij. Al kunnen in sprookjes heel veel dingen en moet je er niet te lang bij stilstaan. Dat doen we dan ook vandaag maar niet. Daar is het veel te lekker weer voor.

Magda wil vandaag haar vlinderjurk aantrekken. ‘Mam’, roept ze in de richting van de keuken waar haar moeder een heerlijk ontbijt klaarmaakt. ‘Heb jij mijn vlinderjurk gezien?’
‘Bedoel je die jurk met die vlinders erop?’
‘Ja, die.’
‘Volgens mij zit die in de was.’

De was is een ingewikkeld iets bij vlinders. Hiervoor werken ze samen met de bijen. Om hun kleren de gewenste glans en zachtheid te geven, gebruiken ze de vetachtige substantie van bijen. Terwijl de bijen ook gek zijn op nectar, levert dat een heel gedoe op.

Magda begint te schelden. Hoe kan het bestaan. Het enige zomerjurkje dat ze heeft, gesponnen van het zachtste zijde dat er bestaat, zit in de was. Ze vloekt binnensmonds, maar hoe zacht ze het ook doet, haar moeder hoort het. Verdorie.

Dan zit er niet veel anders op, dan een list bedenken. Ze gaat naar de wasmand, haalt de jurk eruit. Hij is helemaal vet en verkreukeld. Zijde kreukelt waar je bij staat. Niet tegenop te strijken. Ook weet ze dat je dan de strijkbout minimaal mag laten warmworden. De zijde verschrompelt anders meteen.

Ze trekt de jurk aan. Wat ik niet dacht, denkt ze. Helemaal verkreukeld. Sommige modeontwerpers hebben de kreukels tot kunst gemaakt. Die moeten weer de kleding op een heel speciale manier kreukelen. Ze kijkt nog eens in de spiegel, scheldt nog een keer en loopt naar haar moeder voor het ontbijt.

‘Dat kan echt niet’, zegt haar moeder. En ze heeft ook gelijk. Het kan echt niet. Ze weet het ook niet meer. Misschien toch maar dat naveltruitje. Al etend van haar boterham met hagelslag, loopt ze naar haar kledingkast. Ze trekt het naveltruitje en de korte broek eruit. Maar is het niet te koud voor dit setje? Nee, besluit ze dapper. Het is niet te koud voor dit setje.

Ze voelt de wind luid blazen over haar navel. Dit truitje is veel te kort. Zeker als ze haar vleugel op laat fladderen, dan zie meteen meer dan je eigenlijk mag zien. Ze ziet de begeerlijke mannenvlinders uit haar klas al kijken. Ook langs haar ranke benen voelt ze de wind omhoog trekken. Ze laat haar voelsprieten nog eens de lucht in gaan. Het moet maar.

Ze vertrekt in vliedende vlinderslag richting school. Het lesuur staat op beginnen en ze is nog maar halverwege. Gelukkig heeft ze de wind in de rug en vliegt koortsachtig met de kronkelende slagen naar school. De zon in haar rug doet de rest. Heerlijk die warmte. Soms laat ze zich even meesleuren door een verleidelijke windvlaag. Woeps. Ze weet zich maar net te herstellen. Bijna tegen het wapperende blad van een boom geslagen.

En zo kan het gebeuren dat ze even later in een naveltruitje op de foto staat, terwijl de koning en de koningin op haar school komen kijken. Alle televisiezenders en internetmedia besteden aandacht aan het bezoek van de koning aan haar school. Op nu.nl staat ze groot naast de minister die de koning een hand geeft. Het schoolhoofd staat achter haar. De NOS heeft haar iets kuiser van opzij genomen.

Het is een verrassingsbezoek, niemand mocht weten dat hij langskomt. Magda is ontzettend blij, maar ze weet ook dat ze nu de enige is die in een naveltruitje staat bij dit hooggeplaatste bezoek. Ze weet hoe begeerlijk ze is. Gelukkig heeft ze altijd een lipstick mee. Haar lippen in een zoen en de stift plakt rondjes. Zo valt het extra op dat ze hier staat en niemand anders.

WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Vorige week was is het woord: Vlinder. Doe ook mee op writeonthursday.wordpress.com

14 april 2022

Materialisme - #WoT

Aan alle spulletjes zit een verhaal. Een boek, een briefje, een koffievlek, een poster, een aquarium, een appel of een serie briefjes op de koelkastdeur.

Het leven van verzamelen is een poging om iets achter te laten. Als een ekster sleurt de verzamelaar van alles mee zijn nest in om het een plekje te geven. Aan de muur of in de kast. Overal bergt hij zijn kostbaarheden.

Het leven van de dichter en schrijver F. Starik (pseudoniem van Frank von der Möhlen, 1958 – 2018) is een museum. Dat bewijst de tentoonstelling in het Amsterdamse stadsarchief wel. Net als het prachtige boek met gedichten en heel veel foto’s.

6 vitrines leven

Foto’s van documenten, brieven, enveloppen. Foto’s van foto’s. Een aquarium, een mailtje. Alles zit in het boek. De 6 vitrines in het Amsterdams stadsarchief doen de rest. Uitgesneden in lagen over elkaar verrijzen heuse kunstwerken. Het appartementencomplex van de ziel.

En al die spullen. De dingen waar ik mij een jaar of 5 terug van bevrijdde. Jarenlang sleepte ik met die beroemde dozen, meegezeuld van verhuizing naar verhuizing. Ongeopende tijdboxen die op zolder een laagje stof sparen. En wat zit erin.

Het verschil met het huis van F. Starik dat bij zijn overlijden leeggehaald is, is dat ik zelf opruimde en de tijd schifte. Sommige dingen weggaf. Duizenden boeken van mij kregen een bestemming op de verkooptafel voor het opknappen van het Knipscheer-orgel.

De boeken die overbleven van Starik: Eenzame uitvaart en een andere bundel over eenzame uitvaarten van zijn hand. Het is een schamele hoeveelheid waar sinds zondag een nieuw boekje is bijgekomen: Leven als museum.

Eigen altaartje

Ik heb contact met zijn weduwe, de dichteres Vrouwkje Tuinman. Ik wil wel een boek van die bijzondere uitgave: Leven als museum. Ze schrijft er zo liefdevol over. Het lijkt me wel wat. Zeker omdat het zweeft tussen een egodocument vol met foto’s, papieren en andere gedenkwaardige afbeeldingen. Ik wil dat wel. Helemaal omdat er bij het boek een prachtige pop-up zit die je kunt openklappen waaruit de letter F oprijst. Een innemende constructie waarmee je je eigen altaartje maakt.

Dat is toch wel het doel van een museum, het leven zin geven, het leven vastleggen. Ook als je er niet meer bent, blijft het over. Net al als het schrijven, een afdruk achterlatend die de mensen na je ook zullen begrijpen. Of zoals Vrouwkje het zei bij haar presentatie bij de tentoonstelling ‘Eeuwig in aanbouw’ in het Stadsarchief Amsterdam: ‘Ik vroeg de fotografe Andrea Stultiens of ze wilde komen. We moeten het huis nu fotograferen voor het onttakeld wordt. Vanaf nu is er steeds een stukje minder van hem. Daarom moeten we er nu mee beginnen het vast te leggen.’

Het hoofd binnenstappen

Het huis laat op dat moment precies zien hoe F. Starik zich op dat moment voelde. Waar hij mee bezig was. ‘Het is alsof je in zijn hoofd binnenstapt dat altijd in aanbouw is. Het project is ook niet klaar. Het gaat altijd door.’

De onttakeling van het huis is een deel van het verhaal. Starik is geen verzamelaar zoals er veel zijn. Hij is ooit begonnen met een project in een leegstaand huis voordat het gesloopt werd. Het werd het Starik Museum; een leven als museum. Hier stalde hij in 1992 en 1993 allerlei voorwerpen uit zijn leven.

Het museum vertelde aan de ene kant zijn verhaal en aan de andere kant juist niet. Soms is een voorwerp een voorwerp, maar vertelt het altijd een verhaal? Het verhaal doet er soms juist afbreuk aan. De gieter die in de deuropening staat, staat daar. Moet de toeschouwer dan het verhaal erbij weten, of mag hij dat er zelf bij verzinnen?

Verbeeldingskracht

Het vraagt ook veel verbeeldingskracht van de kijker. Dat zie je ook terug in bijvoorbeeld musea. Kijkers worden gestuwd door verhalen, lopen met koptelefoons rond, zien hun omgeving niet eens en kijken rond met een lege blik als vissen in een vissenkom.

De verhalen die bij het kunstwerk zouden horen, zijn dat ook de verhalen die de kijker bij het kunstwerk ziet? De kijker heeft net zo’n grote rol als degene die de tentoonstelling inricht. De laatste hoeft niet altijd het verhaal te vertellen, maar de toeschouwer zijn eigen verhaal laten maken.

Dat zie je ook terug in de tentoonstelling in het Stadsarchief van Amsterdam. Het gaat om enveloppen, brieven, posters, kattebelletjes, schetsen, korte notities, een bonnetje, een bankafschrift, schoenen, overhemden, maatpakken en andere dingen zoals die in elk huis rondzwerven.

Vastleggen

De grens tussen het ‘gewoon’ ontruimen van een huis na een overlijden – waar heel veel mensen over kunnen meepraten – of het vastleggen van een huis hoe het erbij staat voordat het wordt leeggehaald. Het fotograferen van het huis van de overledene zou ik iedereen aanraden. Het geeft namelijk ook een inkijkje in iemands leven.

Ik weet ook, op dat moment ben je daar helemaal niet mee bezig. De banken, de stoelen, het bed, de kasten, boeken, paperassen en snuisterijen moeten weg. Het huis moet leeg en schoon. Dat zie je ook terugkomen in het boek Leven als museum.

Je ziet foto’s van een huis dat kaler en kaler wordt, zijn inwendige verliest. Het is de energie die je voelt als je in oud huis komt wonen. De geur, ervaringen en het leven van de oude bewoners is er nog. Het zal geleidelijk het huis vervluchten en plaatsmaken voor jou als nieuwe bewoner. Iets wat je helemaal niet zo ervaart als je in een nieuw, versopgeleverd huis komt wonen.

Schuilend leven

De tentoonstelling in het Stadsarchief Amsterdam vult het boek mooi aan. Of het vormt een inleiding hierop. Je ziet de dingen: een jasje, een hemd. De achtergelaten medische apparatuur na zijn overlijden. De bril en de schoenen. Of posters, stempelapparaten, notitieboekjes, een pen. Overal schuilt iets van zijn leven.

Dat maakt musea ook zo inspirerend. Vooral huismusea zoals Huis Doorn of het Patriciërshuis in Dordrecht. Je ziet het leven uit die tijd. Je ziet de persoon. Het leven als museum. De spullen die overblijven en het verhaal vertellen. De spullen die de persoon die er niet meer is, aanwezig houden.

Dat zegt Vrouwkje Tuinman ook bij de presentatie in het stadsarchief waar de tentoonstelling ‘Eeuwig in aanbouw’ is van 6 vitrines, evenveel schuiflades en wat objecten. ‘Dit hele project is voor mij ook een manier om hem in leven te houden.’

Vergankelijkheid van een mandarijn

Zo grasduinend door de spullen, leert ze hem ook beter kennen. ‘Dan vind ik iets uit 1978 en dan denk ik: o, daar was je toen al mee bezig.’ Ze illustreert het aan de hand van de foto’s van bedorven fruit waar Starik een obsessie voor had. Wekenlang kon hij de vergankelijkheid van een mandarijn volgen.

Op het filmmateriaal dat ze laat zien bij de presentatie, volgt hij het leven in zijn aquarium: de groei van algen, de komst van een appelslak, de vervuiling van de steentjes op de bodem. Beeldmateriaal dat wordt gedigitaliseerd. Meters Video8-band.

Het roept de vraag op wat je kunt bewaren en wat niet. De schifting die ik een aantal jaren geleden maakte, was lastig. Spullen wegdoen is ook het loslaten van een deel van je leven. Zo voelt het als je je eigen huis opruimt. Ook spullen mogen er zijn, maar niet tegen elke prijs. Soms kan de rotzooi opruimen, heilzaam werken.

Net als wat Vrouwkje gedaan heeft met veel spullen van Starik heb ik ook heel veel documenten gefotografeerd en op die manier vastgelegd en behouden. Het roept niet die herinnering op die het oproept als je het echt vasthoudt, maar geeft een prima vervanging. En neemt minder ruimte in.

Zo blijven de spullen toch een beetje bewaard.

WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Vandaag is het woord: Materialistisch. Doe ook mee op writeonthursday.wordpress.com

03 april 2022

Hans en Grietje Revised, een sprookje - #WoT

Ze hebben geleerd van de vorige keer; onderweg maken ze overal tekens. Niet de steentjes van de vorige keer, maar een kruis met een krijtje op de boomstam. Hans heeft een pak krijtjes gevonden op zolder. Zo kunnen ze de weg weer naar huis vinden.

De tekens staan in geheime letters op de boomstammen en palen onderweg. Op de juiste hoogte; de knie van Hans. Daarna vervolgen ze de tocht. Vader gaat wel heel hard. Ze proberen zijn tempo bij te houden. Het zweeft tussen snelwandelen en rennen in. Soms pakken ze een paar passen in een rentempo om de achterstand in te halen. Zeker als Hans een teken op een paal of boom heeft gekrast.

Als ze op de plek zijn gekomen dat zijn vader zegt dat ze even wat moeten uitzoeken en ineens verdwenen zijn, begint het riedeltje van de vorige keer weer. Ze lopen terug. Op de palen staan de tekens zoals ze zelf aangemaakt hebben. Erboven staat ook wat. ‘Zie jij wat het is?’ vraagt Grietje als ze langs een nieuw teken lopen.

Het zijn woorden die ze niet snappen: ‘intrinsiek’, ‘geïsoleerd’, ‘laaghartig’ en ‘paranoïde’. Keurig onder de eerste letter die hij opgeschreven heeft. Is het een opdracht? Waarom staan die woorden er. Ze weten het niet. Grietje vraagt Hans wat ze betekenen.

Hans weet het ook niet. Soms proberen ze het raadsel zelf op te lossen. ‘biologeren’ bijvoorbeeld. Hij staart naar het woord. ‘Misschien is het wel een bio die gaat logeren.’ ‘Maar wat is bio?’ vraagt Grietje. ‘Dat is dat vak op school over plantjes en dieren en zo.’

Vlak voordat ze de omgeving herkennen en weten dat ze thuis zijn, staat er wel een heel bijzonder woord: ‘fantasierijk’. ‘Dat is het land van de koning waarin iedereen iets is’, weet Grietje heer zeker. Ze kijkt nog een keer naar het eerste stukje van het woord.

Ze volgen hier niet hun tekens, maar slaan hier juist af. ‘Misschien is het daar’, zegt Hans. Daar verderop zien ze een huisje dat je kan eten. Dat huis waar je zo’n honger van krijgt en die uiteindelijk tot hun opsluiting leidt. Dit durven ze later niet te zeggen als het sprookje met hun namen wordt opgetekend. Dat het de woorden zijn die je op een dwaalspoor brengen.

Nee, liever iets met broodkruimels die opgegeten zijn door de vogels. Zo fantasierijk zijn ze wel.

WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Vandaag is het woord: Cryptisch. Dit is mijn 2e over dit woord. Lees ook de vorige: Crypta en de grot. Doe ook mee op writeonthursday.wordpress.com

01 april 2022

Crypta en de grot, een sprookje - #WoT

Het meisje Crypta woont in een grot. Eigenlijk heet ze Crypta Angonica, maar dat vindt ze te crypisch. Daarom heeft ze het ingekort tot Crypta.

Ze heeft niet altijd in een grot gewoond. Crypta is geboren op het strand van de Balearen. Het precieze eiland hebben haar ouders nooit willen vertellen.

De dag na haar geboorte, zijn ze meegevoerd door de winden. Grote winden die ook nog eens flink stonken. Uiteindelijk belanden na nog wat extra omzwervingen in de grot.

’s Avonds voor Crypta gaat slapen, steekt haar moeder het vuur aan. Dan tekenen hun lichamen grote schaduwen tegen de bobbelige wanden van de grot.

Haar vader lijkt een monster. Haar moeder verandert in een dun plankje dat over de wand schuift als ze wegloopt van het vuur. Tot ze wegvalt in het donkere gat. Wat daarachter zit, weet niemand. Crypta heeft geen idee. Eigenlijk zou ze zou het dolgraag willen weten.

Op een avond als haar vader zich eindelijk neervlijt onder het berenvel en haar moeder de plank, naast hem kruipt, staat Crypta voorzichtig op. Ze merkt dat het vuur haar volgt. Een schaduw van een rond balletje op de grotwand.

De bal springt over een oude rotstekening, maakt een koprol en rolt verder in de richting van het grote gat. Crypta hoort hoe haar voeten over de grond schuiven. Een steentje rolt voor haar uit. In de verte een plons. Zou dat het steentje zijn?

Het blijft heel stil. Crypto schuifelt verder. Geen hand voor ogen ziet ze. Het duister schrokt haar op. Voor en achter haar, is het zwart. De kou van de stenen om haar heen, grijpt haar tenen. Haar vingers raken ook versteend. Ze vraagt zich af of haar adem ook niet meteen bevriest als uitademt. Zal ze nog een stap verder gaan?

De geheimen geven zich niet prijs. Ze zet nog een stap vooruit, maar voelt alleen maar de rotswand. Net zo koud als de rest. De uitstulpingen op de wand voelen als de achterwand van een tijdelijk parlementsgebouw eruit ziet. Zo bultig, kil en zonder mededogen. Als ze omdraait en kijkt waar ze vandaan komt, ziet ze het smeulende vuur voor de dunne grotopening in de vorm van een oor.

De takken bewegen zacht in het nachtlicht, ziet ze als ze door de ingang van de grot heenkijkt. Het is verder weg dan ooit, maar ze ziet veel meer dan hier. Ze besluit om te draaien en terug te keren. De geheimen die in dit duister vestopt liggen, zijn teveel voor haar.

De grote berg die tegen de wand rust, komt langzaam in beweging als ze weer langsloopt. De plank volgt haar. ‘Wat doe jij hier?’ vraagt haar moeder.
‘Ik wil weten wat er in het donkere gat is’, antwoordt Crypta.
‘Dat weet niemand’, zegt haar moeder. ‘Niemand die in het gat is gegaan, is er ooit weer uitgekomen.’

WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Vandaag is het woord: Cryptisch. Doe ook mee op writeonthursday.wordpress.com

25 maart 2022

Wijsheid - #WoT #sprookje

Wijsheid staat vanmorgen extra vroeg op. Het belooft een heel mooie dag te worden voor haar. Ze tikt Domheid, die naast haar ligt aan. ‘Kom op, eruit.’ Hij opent traag zijn ogen. ‘Nog even’, mompelt hij. Ze trekt aan zijn schouder, maar hij drukt zich alleen maar dieper onder de warme wol. De warmte van de nacht omringt hem. ‘Laat me’, gromt hij.

Ze stapt met haar voeten op het koude zeil. De dag praat nog niet. Daarvoor is het te vroeg, weet ze. Het gordijn beweegt op de wind van het open raam. Onder het gordijn ziet ze hoe het al een beetje licht wordt. Als ze het gordijn opentrekt, verraadt de dageraad dat de dag begint.

Eerst wassen en tandenpoetsen, denkt Wijsheid terwijl ze op de wc haar ochtendplas laat gaan. Het water klatert dat het een lieve lust is in het fonteintje. De druppel tandpasta ter grootte van een kleine erwt op de tandenborstel. En poetsen maar.

Ze opent de achterdeur. De zon verschijnt al achter de bosrand. Haar stralen schijnen dwars door het winterbos heen. Die rode bol waar je nu nog zo goed in kunt kijken, trekt omhoog achter de bomen. Wijsheid ziet haar stijgen. Een zachte wolkenkrans als een dekbed om haar hals geslagen. De morgen begint, fluit Wijsheid. Hier begint een mooie dag.

Als ze even later fris en fruitig de laptop opstart voor haar werkdag, flikkert het scherm op. Er wacht een update. ‘Installeer hem zo snel mogelijk, want anders…’, dreigt het scherm donkerblauw. De zon schijnt al naar binnen door het keukenraam. De fluitketel blaast dat het water voor de thee kookt. Wijsheid drukt op de knop. ‘Installeer en activeer’.

Haar laptop schakelt vanzelf uit, briest en blaast door het kleine ventilatortje aan de rechterkant. Het scherm schiet vlug aan en uit. Allerlei mededelingen in een geheimtaal doorkruisen de blauwe kleur van zojuist. Hier wordt hard gewerkt, ziet Wijsheid. Hier moet ze vooral niet tegenin gaan. Daarom maar eerst een kopje thee en een boterham met hagelslag.

Ze pakt in de nood maar een dichtbundel om het wachten te veraangenamen. Terugkerend naar haar computer een klein halfuurtje later, toont het scherm een zandloper en een draaiende rondje, waarboven 23% staat. Hier is geen dichtbundel tegen opgewassen. De online teamsvergadering begint zo dadelijk. Daarom maar beginnen via het mobieltje, denkt ze wanhopig.

De vergadering is bijna op zijn eindje als de computer vraagt om een herstart. Dat schiet zo niet op. Wijsheid zucht. Iets te duidelijk. De anderen op het teamsscherm zien haar zuchten ongetwijfeld. Gelukkig merken ze niks op, maar Wijsheid vermoedt dat ze het merken. De vergadering is voorbij, maar de laptop doet niks.

Weer een kop koffie. De apparatuur die het laat afweten. Waar moet ze met al haar wijsheid heen als de apparatuur niet bereikbaar is. Kan ik jullie geen moment alleen laten, denkt ze als ze na een kop koffie weer bij haar computer is en het scherm iets ongeduldigs flikkert. Het zijn de slapende discipelen terwijl hun meester de ene beproeving na de andere te verduren krijgt. De software is gewillig, maar de hardware is zwak.

Er zit niks anders op dan de afdeling IT te bellen. Ze voert keurig alle nummertjes in die het bandje aan de andere kant van de telefoonlijn vraagt. Weer wachten, een nieuw deel uit het pianostuk van Mozart. Eindelijk als ze de hulpman aan de lijn krijgt, knippert het scherm weer een opgevende mededeling. Ik geef het niet op, denkt ze.

Verdwaald in haar eigen verbinding, start ze opnieuw op. De man aan de andere kant van de lijn heeft geen tijd. Het moet goedkomen, anders belt ze hem weer. Hij kan deze melden afvinken. Ze kijkt weer naar een zandloper. Als eindelijk weer een nieuw blauw scherm knippert met onheilspellende profetieën erop, schreeuwt ze het uit. Geschrokken staat Domheid naast haar computer.

Hij heeft zijn pyjama nog aan. ‘Wat sta je toch te schreeuwen’, zegt hij geërgerd. Hij tuurt naar het scherm en drukt op een knop. Dan nog één en ineens gebeurt waar ze al die tijd op gewacht heeft: het inlogscherm verschijnt.

#WoT

Bij de #WoT schrijven bloggers over een woord of een foto. Elke donderdag verschijnt een nieuw woord waarover je kunt bloggen. Vandaag is dat Wijsheid. Doe ook mee op writeonthursday.wordpress.com

13 maart 2022

Duivelsorgel

Het is misschien niet direct waar je het eerst aan denkt en mee bezig bent als organist. Maar het orgel verovert in de popmuziek een steeds belangrijkere plek. Het zit wel in de meer alternatieve hoek van gotic en indie. Er is hier een fascinatie voor kerken en kastelen en vooral de ruïnes. Compleet met kaarsenstandaards, lange gewaden en draculatanden.

Zo is er de Zweedse muzikante Anna von Hausswolff. In veel nummers van haar speelt ze op orgel. In haar laatste album All Thoughts Fly bespeelt ze het kerkorgel in alle 7 nummers.

De stijl is een mixvorm van allerlei muzieksoorten. Er zitten minimal music achtige trekjes in zoals in het titelnummer All Though Fly. Het nummer kan zo uit een stuk van Philip Glass zijn weggelopen. Ook weet ze heel treffend bijvoorbeeld de muziek van een band als Sigur Ros te evenaren. Dat gebeurt bijvoorbeeld in het openingsnummer Theatre of Nature.

Noord-Duitse stijl

Ze bespeelt op de cd het in Noord-Duitse stijl gebouwde orgel in de Örgryte Nya Kyrka te Göteborg. Het orgel is in 1998-2000 gebouwd door het driemanschap Munetaka Yokota, Mats Arvidsson and Henk van Eeken. Dit instrument is in middentoonstemming gestemd. Anna von Hausswollf gebruikt hierbij allerlei elektronische nabewerking.

De 7 nummers op de cd zijn allemaal instrumentaal. Er komt geen gezongen woord aan te pas. Daarbij benut ze het meest wezenlijke kenmerk van het kerkorgel: de lucht. Ze speelt met half uitgetrokken registers of drukt de toetsen niet helemaal in of gedurende het aanhouden van een toon trekt ze het register helemaal uit of druk het in. Hierdoor klinken de fluiten en tongwerken niet altijd helemaal door. Het geeft nieuwe effecten.

Niet inperken

Anna von Hausswolff laat zich in haar uitingen niet inperken. Het geeft het orgel een heel eigen klank. De elektronische toevoegingen maken de muziek geheimzinniger en laten een kant van het orgel goed horen die vaak zo onderbelicht blijft. De aanhoudende klanken, het orgelpunt zoals in het nummer Sacro Bosco waarin de bazuin het ritme maakt in een voortdurende octaafwisseling.

Daarnaast grijpt ze terug op oude muziek. Soms doen haar nummers Middeleeuws aan, met quinten en veel parallelelen zoals in het nummer Persefone. Hierin ontwikkelt het muziekstuk zich langzaam vooruit. Een profane, haast mystieke wereld ontstaat. Het zou zo met gotic geassocieerd kunnen worden. Ik vind het ijzersterk. Vooral door de gelaagde ontwikkeling.

Nieuwe dimensie aan het orgel

Ik denk dat Anna von Hausswolff op superorgels zoals die in het orgelpark zich helemaal zou kunnen uitleven en een nieuwe dimensie aan het orgel kan geven. Ik hoop dat organisten zich door deze benadering laten inspireren, spelend vanuit de kracht van het orgel. Het geeft wel iets terug van het duivelselement waar veel christenen zich tegen verzetten voordat de orgels de kerken veroverden.

Het komt haar daarom niet altijd goed te staan. In december is een optreden van haar in het Franse Nantes tegengewerkt. Kerkgangers zagen het als het binnenhalen van de duivel in het godshuis. Ze bestempelden de muziek als godslasterlijk en satanisch. In al die eeuwen is er dus weinig veranderd.

Overigens heeft ze vorige zomer ook in Nederland opgetreden, daarin speelde ze ondermeer op het orgel in de Stevenskerk te Nijmegen.

Anna von Hausswolff: All Thoughts Fly

Nummers:

  • Theatre Of Nature
  • Dolore Di Orsini
  • Sacro Bosco
  • Persefone
  • Entering
  • All Thoughts Fly
  • Outside The Gate (For Bruna)

Label: Southern Lord

Bestellen via annavonhausswolffsl.bandcamp.com/album/all-thoughts-fly

01 maart 2022

Eens in de 400 jaar

Op 28 februari heb je een gesprek over 28 februari, de dag dat we ons stukje land kochten 4 jaar geleden. En dan kom je ook op 29 februari, dat eens in de 4 jaar is. Ik ken niemand die dan jarig is, maar wel iemand die iets met taal doet en op die datum getrouwd is.

Dan beweert mijn dochter dat het in 2000 geen schrikkeljaar was. Daar ga ik tegenin. Hoe kan zij dat nou weten, ik ben er bij geweest en het was zeker een schrikkeljaar. ‘Nou, ik heb geleerd bij wiskunde dat het elke 100 jaar geen schrikkeljaar is.’

Was 2000 een schrikkeljaar?

We bakkeleien wie er nou gelijk heeft. Ik die het meegemaakt heeft, of mijn dochter van na 2000 die ineens met een voor mij onbekend verhaal over de schrikkeljaren komt. Ze zoekt het uit. ‘Was 2000 een schrikkeljaar.’ Inderdaad ik heb gelijk, maar zij heeft niet helemaal ongelijk.

Een jaar heeft niet precies 365 dagen. Daarom is om de 4 jaar een schrikkeljaar. Maar de aarde draait ook niet precies in 365,25 dagen rond de zon. Het zijn 365,2422 dagen. Er moet dus een extra correctie komen.

Kalenders van Julius en Gregorius

De Juliaanse kalender, ingevoerd door Julius Ceasar, liep uit de pas. Zelfs zo sterk dat in 1582 de kalender 10 dagen achter liep op de zon. Het gaat in 1000 jaar om 7,8 dagen. De correctie is doorgevoerd door paus Gregorius door 10 dagen te schrappen van de kalender. De dagen van de week bleven hetzelfde.

Het probleem is nu opgelost door elke 100 jaar geen schrikkeldag te doen. Maar dan zou in 1000 1,2 dagen teveel worden gebruikt. Dat is opgelost door om de 400 jaar wel een schrikkeljaar te hebben.

Eens in de 400 jaar en in 2000

Het jaar 2000 was dus een hoge uitzondering en is in die zin bijzonder. Het was de 2e keer dat er een schrikkeljaar was. In bepaalde delen van Nederland zelfs de 1e keer. Niet elke provincie heeft de Gregoriaanse kalender meteen ingevoerd. In Utrecht gebeurde dat bijvoorbeeld pas in 1700.

Meeleeslijst

Wil je elke week een verhaal in je e-mail? Abonneer je dan op mijn Meeleeslijst. 32 mensen gingen je al voor…