Of je nu hout staat te hakken of aan het schrijven bent, het is allebei nuttig voor de schrijver A.L. Snijders. Is er een groot schrijver verloren gegaan, vraagt documentairemaker Joost Conijn aan hem in Een handige dromer.
Ik zag de documentaire gisteren en vandaag nog een keer. De documentaire geeft de burger weer moed. Snijders stelt het houthakken gelijk aan het schrijven. Het vormt allebei een element in zijn leven. Hij heeft het allebei nodig om te kunnen leven.
De trouwe lezer van A.L. Snijders herkent de elementen uit de ZKV’s gelijk. Hij ziet de oude tractor die bij koude moeilijk aan de praat komt. Of de moestuin. De kip die hij voert. Het bos waaruit de schrijver zijn brandhout hakt en sprokkelt. De schuur en het schrijfkamertje.
Het schrijven van een roman wordt als ultiemste vorm van schrijven gezien. Voor A.L. Snijders is het onhaalbaar. Hij heeft er het geduld niet voor. Hij moet ook houthakken en de kippen voeren. Het ontbreekt hem aan ambitie. Ook kan hij niet goed genoeg typen. ‘De meeste mensen typen sneller dan ze denken. Bij is het andersom, maar ik maak van de nood een deugd. Daarom schrijf ik van die korte verhaaltjes.’
Prachtig om hem zo te zien en te horen. Hij is precies zo als dat hij schrijft. En dat heb ik vaak bij grote schrijvers niet. Die zijn maar al te vaak in het echt onhebbelijk en verschrikkelijk. A.L. Snijders is authentiek. Dat straalt hij uit op het witte doek en in zijn verhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten