31 juli 2014

Veiligheidsdienst

image

Er zijn niet veel romans die over de Binnenlandse Veiligheidsdienst gaan. De BVD krijgt over het geheel genomen niet zoveel aandacht. Soms besteedt een journalist er een vluchtige bijdrage aan in een tijdschrift, maar het onderwerp blijft meestal onbesproken.

Het lezen van interview met een oude bekende bracht Gerrit Komrij tot het schrijven van zijn laatste roman De loopjongen. In het interview kwam een oude studiegenoot aan het woord die vertelde dat hij geronseld was om voor de veiligheidsdienst spionage-activiteiten te doen. Een kleurloos type vond Komrij, maar hij vond het idee interessant genoeg dat hij er een roman over schreef.

Met de wetenschap dat hij niet lang meer te leven had, is het een vreemde prioriteit die hij stelde. Zeker ook omdat hij het voorrang gaf aan zijn laatste dichtbundel. Gerrit Komrij is niet een groot romanschrijver. Hij doet uitstekend research en laat het boek tot in detail kloppen, maar Gerrit Komrij weet zijn personages niet tot leven te wekken. Het blijft een verhaal dat de beleving en fantasie van de lezer niet weet te raken.

Hoe anders is het bij Leeuwenstrijd, Een familieroman van Thomas van Aalten. Hij behandelt hetzelfde onderwerp – en vele andere – over spionages, veiligheidsdiensten en infiltraties. Hij weet het onderwerp heel goed tot leven te wekken en plaatst het in een perspectief dat een diepere betekenis in het verhaal geeft.

Het gaat dan niet meer over de veiligheidsdienst, maar het stijgt daar ver bovenuit. Het gaat over verraad, familiebanden en wat dit met mensen doet. Thomas van Aalten weet het uit de historie te halen en het in het verhaal te passen.

Daarmee krijgt het een heel mooie positie in de roman en past naadloos in het verhaal. Hij heeft dat ontzettend mooi gedaan en slaagt in iets waarin Gerrit Komrij niet in geslaagd is. Namelijk: de historie tot leven wekken.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn tweede bijdrage over Thomas van Aaltens roman Leeuwenstrijd, Een familieroman. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Thomas van Aalten: Leeuwenstrijd, Een familieroman. Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2014. 384 pagina’s. ISBN: 9789046816370 Prijs: € 19,95

30 juli 2014

Begeleidend briefje

imageEen leuke opdracht voor de stagiaire vond Hielke. Hij mocht dit jaar de stagiair begeleiden op de afdeling publiciteit. Met het schrijven van een begeleidend briefje bij de roman Leeuwenstrijd die de bloggers van Een perfecte dag voor literatuur kregen toegestuurd, kon weinig misgaan.

Hij liet het meisje de brief tikken, controleerde zorgvuldig het geschrevene, markeerde wat wijzigen in het document en liet het verder aan de vierdejaars communicatiekunde over. Dat kon niet meer misgaan.

Wel kwam het blonde grietje nog even aan zijn bureau met de vraag hoe het nu werkte met het voorbedrukte papier. Hij was gehaast en vertelde dat het papier met de letters naar boven in het apparaat moesten worden gelegd. Eerst een keer printen en dan kijken of het goed uitkomt. Het gaat weleens mis.

imageAan het eind van die werkdag bedacht hij opeens dat het papier met de letters naar beneden in het apparaat moest. Hij vergiste er zich regelmatig in. Daarom liet hij het ook altijd aan anderen over. Hij vergat het verder aan zijn stagiaire te vragen.

Hielke was het vergeten totdat hij een blog van de bloggers van Een perfecte dag voor literatuur zag. Het ging over het briefje waarbij het briefhoofd van de uitgeverij aan de verkeerde kant was terechtgekomen. Geen woord over de roman Leeuwenstrijd, Een familieroman van Thomas van Aalten.

Je kunt ook niks overlaten aan de stagiaire, dacht hij. En daarna, wat kinderachtig van zo’n blogger om uitgerekend te gaan bloggen over het briefhoofd van het begeleidend briefje. Je kon beter een professionele recensent iets over het boek laten schrijven in plaats van zo’n blogger die vluchtte in een blogje over het begeleidende briefje.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over Thomas van Aaltens roman Leeuwenstrijd, Een familieroman. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Thomas van Aalten: Leeuwenstrijd, Een familieroman. Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2014. 384 pagina’s. ISBN: 9789046816370 Prijs: € 19,95

29 juli 2014

Dinosaurus en kever

imageOp zoek naar het meer waar de dinosaurus gezien zou zijn, tekent de Congolees Manou een plattegrond van het meer. Zo kan Redmond O’Hanlon zien waar ergens de dinosaurus zich ophoudt in het meer Lac Télé. Dan bedient de verteller zich van een prachtig staaltje vertelkunst:

Een klein rood kevertje, een soort meikever, werd aangelokt door de lichtstraal en stortte neer, midden in Lac Télé, stopte zijn vleugels onder zijn glimmende schild, kroop naar het noordoosten om de dinosaurus te inspecteren, opende zijn schild weer en zigzagde weg, de duisternis in. (398)

Hier hanteert Redmond O’Hanlon een prachtige vergelijking. Op de plattegrond verandert het kevertje in een monster. Het is beeldspraak waarbij het kleine groot wordt en een mug bijna letterlijk in een olifant verandert.

Redmond O’Hanlon: Congo. Oorsponkelijke titel: Congo Journey. Vertaald uit het Engels door Tinke Davids. Amsterdam, Uitgeverij Atlas, 1996. 568 pagina’s. ISBN: 90 254 0165 1

28 juli 2014

Fetisj

image

Het begint een traditioneel ingrediënt in de reisboeken van Redmond O’Hanlon te worden, zijn fetisj-kamer in zijn huis. Boudewijn Büch wist op televisie al een bezoekje aan deze bijzondere kamer te filmen. In de boeken van O’Hanlon komen het gevonden vogelei en de teen van de overleden vriend steeds terug.

Het boek Congo opent zelfs bij de féticheuse om een zegen voor de reis door de oerwouden van Congo te vragen. Verderop weet hij zelfs een fetisj te bemachtigen van een tovenaar.

[D]e fetisj die je nu in je handen houdt, meneer Redmond, die bevat de vinger van een kind. De geest van dat kind zal je beschermen. Die geest zla je behoeden voor gedachten die oud en treurig zijn. Die geest zal je vrijwaren van ziekte. De fetisj zelf is geheim. (230)

Hij stopt de fetisj veilig in zijn broekzak en voelt er soms aan om zijn angsten te bezweren. Het staat in schril contrast met O’Hanlons houding tegenover het christendom. Dat vindt hij waanzin, terwijl zelfs de Congolezen hem op de hypocriete houding wijzen.

Een kruis om de nek dragen, is ook een fetisj. Het eten en drinken van het lichaam en bloed van het grote blanke hoofd, is geen reden om de Afrikanen uit te lachen om hun geloof.

Redmond O’Hanlon krijgt zelfs de status van tovenaar als de Congolezen vernemen dat hij in huis een kamertje heeft met allerlei ‘herinneringen’, zoals hij het zelf noemt. Volgens Manou is het een fetisjhuisje, zoals Afrikanen.

Je ziet er blank uit, maar je bent een Afrikaan. Je voorouders, dat zijn eigenlijk Afrikanen, de oude mensen, de voorouders, pygmeeën die zo van het oerwoud houden. (560)

Ik ben het helemaal met Manou eens.

Redmond O’Hanlon heeft later een prachtige televisie-aflevering gemaakt over zijn fetisj met de vinger van een kind erin. Hij achterhaalt een hele handel in lichaamsdelen van overleden kinderen. Hierom verdwijnen veel kinderen in bepaalde Afrikaanse landen. Om nooit meer terug te keren.

Zie hoe hij op zoek gaat naar de oorsprong van zijn fetisj

Redmond O’Hanlon: Congo. Oorsponkelijke titel: Congo Journey. Vertaald uit het Engels door Tinke Davids. Amsterdam, Uitgeverij Atlas, 1996. 568 pagina’s. ISBN: 90 254 0165 1

27 juli 2014

Gevonden!

imageOp een maand na bijna een jaar geleden zag ik het eerste filmpje van mijn neefje. Ik genoot van de eerste beelden van dit kleine ventje. Opgenomen op het mobieltje van mijn zwager, het beeld een beetje trillerig. Ik moest gelijk denken aan het eerste filmpje dat ik van Doris maakte.

Ik doorzocht alle computers en (harde) schijven in huis, maar vond het niet. Het was waarschijnlijk opgenomen op Inges mobieltje, ’s nachts na de geboorte. We hadden geen fototoestel mee, kochten een wegwerpcamera en maakten nog wat foto’s moet Inges mobiel.

Van de foto’s zijn er nog wat overgebleven. Het filmpje was echter spoorloos verdwenen. Mogelijk stond het nog op het mobieltje, maar hij was leeg en de oplader was nergens meer te vinden. Kwijt. Het beeld zou mogelijk voorgoed verloren zijn.

Ik zocht nog op andere plekken, startte zelfs een oude computer op, maar vond het filmpje niet meer. Ik had er vrede mee. Het was niet anders. De herinnering aan het eerste beeld, met friemelende vingers, was sterker dan het beeld zelf.

Tot Inge bij het opruimen ineens de oplader vond. Nu was de telefoon verdwenen. Ze had gezocht, maar hij was nergens te vinden. ‘Misschien heb ik hem wel weggegooid,’ zei Inge. Ik kon het niet geloven. ‘Heb je al bij de televisie gekeken,’ zei ik. ‘Daar heb ik hem de laatste keer gezien.’ Ik sprak de zin uit en zag hem liggen voor de televisie.

De oplader bleek inderdaad te passen. We laadden de oude mobiel en hij kwam weer tot leven op de Sim-kaart van Doris. En daar was het filmpje: het filmpje van vlak na de geboorte, met friemelende vingertjes.

En er staan nog veel meer filmpjes en foto’s op het mobieltje. We hebben gisteren heerlijk herinneringen opgehaald aan de hand van de filmpjes van de kleine Doris, Inges moeder en onze lieve teckel Sientje.

26 juli 2014

Lezen in de jungle

imageLeest in Tussen Orinoco en Amazone zijn reisgenoot Simon Stockton eindeloos in de klassiekers van Dostojevski. Ook in Congo is er een reisgenoot van Redmond O’Hanlon die leest. Medereiziger Lary Shaffer leest in Congo onderweg DickensOur Mutual Friend en Martin Chuzzlewit.

Het ontwikkelt zich net als in het vorige reisboek tot een heus Leidmotief, waarnaar de verteller O’Hanlon met zichtbaar genoegen verwijst. Zoals wanneer Redmond in zijn rugzak op zoek is naar iets. Hij kan het niet vinden en krijgt van zijn lezende vriend een uitdrukkelijk advies:

Weet je, als je hebt gevonden wat je in godsnaam nou weer zoekt, misschien zou je dan meteen even die verdomde drieënzestig zwarte sokken vol maden die je hier in de tent hebt uitgestrooid, kunnen oprapen en terugdoen waar ze thuishoren: in die stinkende backpack van je, wat een levensgroot gevaar voor de volksgezondheid is. (256)

Lary Shaffer – een filmer die voor Nobelprijswinnaar Nico Tinbergen werkte – leest vooral ’s avonds in de tent bij het licht van de zaklantaarn. Niet zoals die eerdere reisgenoot Simon Stockton aan boord van de boot of al trekkend door het oerwoud.

De Congolezen zien het lezen van Dickens als een goede daad. Manou bijvoorbeeld wil dolgraag gaan studeren in Amerika en net als Lary de boeken van Dickens gaan lezen, in zijn zelfgebouwde huis.

En ’s avonds zal ik die Dickens lezen, en ik zal alle films van doctor Lary bekijken en ik zal saka-saka eten en ik zal Coca-Cola drinken, en Johnny Walker, Black Label. […]; ik geef samen met doctor Lary les, we zijn werkers, we werken samen, we zijn elkaars gelijken, we waarderen elkaar. (557)

Lary Shaffer reist maar een gedeelte met Redmond O’Hanlon mee en hij bereikt zelfs nooit het meer met de dinosaurus. Hij weet een echte band weten op te bouwen met de Congolezen, iets waar Redmond pas aan het einde van zijn boek in slaagt. Hij krijgt dan vooral respect voor zijn fetisj-kamer.

Redmond O’Hanlon: Congo. Oorsponkelijke titel: Congo Journey. Vertaald uit het Engels door Tinke Davids. Amsterdam, Uitgeverij Atlas, 1996. 568 pagina’s. ISBN: 90 254 0165 1

25 juli 2014

Congo

imageNa de twee grote reisverslagen over Borneo (1984) en in het Amazonegebied van Brazilië (1988) bezoekt hij in Congo (1996) het derde grote regenwoud van de wereld. Het zijn de drie hot spots die het weer van de wereld bepalen. Met dit laatste bezoek heeft Redmond O’Hanlon alledrie de gebieden in kaart gebracht.

Het bezoek aan de drie gebieden bestrijkt een periode van ongeveer tien jaar. Hierin geeft O’Hanlon een mooi beeld hoe snel het leven op de aardbol verandert. De bedreiging van het regenwoud krijgt steeds prominenter een plek in zijn boeken.

In Congo gaat hij op zoek naar de dinosaurus in het Lac Télé, een groot meer dat midden in het regenwoud van Congo ligt. Het behoort tot één van de vele voorbodes waar de reisverhalen van Redmond O’Hanlon overgoten zijn. Hij weet de lezer hiermee prachtig te bespelen.

Je weet dat de dinosaurus is uitgestorven, maar je weet ook dat Redmond O’Hanlons voorbodes altijd uitkomen. Bijvoorbeeld als hij zegt dat hij nooit ziek is geworden onderweg.

‘Malaria heb ik nog nooit gehad.’ Maar toen ik dacht aan onze avond met de féticheuse kreeg ik meteen spijt van mijn grote woorden. (46)

Je weet dat hij een paar bladzijden later ongetwijfeld overvallen zal worden door een malaria-aanval. Of erger.

Het bezoek aan de féticheuse waarnaar hij in het fragment refereert, is nog eens zo’n O’Hanlon-element dat in al zijn boeken terugkeert. Het heimelijke geloof in het bezoek aan zo’n tovenaar waaraan hij het hele verhaal kan ophangen. Als het goed afloopt, ligt het aan de fetisj. Als het slecht gaat, ligt het aan dezelfde fetisj.

De fetisj die hij wat later bemachtigt, heeft dezelfde functie. Zijn begeleiders refereren graag naar deze afwijking. Net als dat het bijzondere kamertje in zijn huis voorbijkomt, met vogeleieren, het kootje van een teen van een overleden vriend en de vele andere eigenaardigheden uit het verleden.

Het maakt zijn verhaal tot een adembenemend reisverslag, waarbij de mond geregeld openvalt van verbazing. Juist de grote hoeveelheid Brits relativeringsvermogen maakt het boek Congo tot een hoogtepunt van de drie regenwoudboeken van Redmond O’Hanlon.

Redmond O’Hanlon: Congo. Oorsponkelijke titel: Congo Journey. Vertaald uit het Engels door Tinke Davids. Amsterdam, Uitgeverij Atlas, 1996. 568 pagina’s. ISBN: 90 254 0165 1

24 juli 2014

Kongo en Congo

imageIk kwam laatst de bundel met reisverhalen Naar huis tegen in de kringloopwinkel van Diemen. In deze bundel met verhalen van Boudewijn Büch, Charles Darwin en Paul Theroux, staat ook een verhaal van Redmond O’Hanlon. Het verhaal heeft de veelzeggende titel ‘Kongo’.

De verantwoording aan het eind van het 190 pagina’s tellende boekje vermeldt de vertaler van dit verhaal, Tinke Davids. Dan volgt een belangrijke zin over het grote reisboek van Redmond O’Hanlon dat nog moet verschijnen: ‘Kongo verschijnt najaar 1993′.

Najaar 1993 verschijnt het grote reisboek van Redmond O’Hanlon niet. En de jaren erop ook niet. Pas in september 1996 verschijnt de eerste druk van dit boek. Het telt meer dan 50 pagina’s en heeft de titel Congo gekregen.

Het verraadt iets van de moeite die Redmond O’Hanlon heeft om tot zijn prachtige reisverhalen te komen. Een proces dat jaren kost van schrijven, schrappen, herschrijven en veranderen. Het meest blijkt dat nog als je het verhaal ‘Kongo’ naast het grote reisverhaal legt.

Het verhaal uit Naar huis vindt in het grote reisverhaal Congo een plekje in de hoofdstukken 30, 31 en 32. Hij kiest ervoor in het korte verhaal om de naam van Léonard achterwege te laten en te beperken tot Commandant.

Het verhaal is echt een fragment gebleven en is moeilijk los te lezen van het grotere geheel. Veel van de context die het grote reisverhaal bevat, valt in het korte verhaal weg. Wel blijft de prachtige vertelwijze overeind die O’Hanlon zo kenmerkt. Het verhaal nodigt daarmee uit tot het lezen van het grote reisverslag.

Redmond O’Hanlon: Congo. Oorsponkelijke titel: Congo Journey. Vertaald uit het Engels door Tinke Davids. Amsterdam, Uitgeverij Atlas, 1996. 568 pagina’s. ISBN: 90 254 0165 1

23 juli 2014

Warm grasland - Fietsen bij 33 graden (2)

image

Voorbij de koeien kon ik weer op mijn stalen ros stappen. De bomen om mij heen en het frisse briesje haalden de ergste warmte weg. Zo arriveerde ik bij de brede brug, passeerde een man die languit op de picknicktafel lag in de volle zon. Die was gek.

Onder de brug voer een bootje met een jongen en meisje. Ze kwamen aan de andere kant tevoorschijn. De jongen natuurlijk aan het roer. Voor de jongen alle reden om het gas extra aan te draaien. Ze verdwenen snel uit het zicht. Ik reed verder tussen het hoge gras en hoorde hoe de steentjes onder mijn wielen kraakten.

image

Een bevinding die ik eens las bij Martin Bril over geluid. Geluid klinkt zo anders op een warme dag. Het lijkt dof en schel tegelijk. Tussen het moment dat het steentje onder de band komt en dan ineens wegschiet, lijkt intenser en harder. De warmte neemt het geluid sneller mee. Net als dat het geluid van de ochtend anders klinkt dan het geluid van de avond.

Ik reed voorbij het bankje waar ik een paar maanden geleden nog even zat en het telefoontje kreeg: de uitnodiging voor het sollicitatiegesprek bij het bedrijf waar ik nu werk. Ik fietste er nu langs, want de zon brandde vol op het bankje. Ik zou er levend verbranden op dit uur.

image

Daar kwamen de uitkijktorens in zicht. Ik stuitte snel op de plek waar een paar weken geleden vandalen een deel van de schutting verwoestten en in brand staken. Ik keek over het natte land. Een paar eenden en ganzen. Een enkele witte reiger, maar geen lepelaar. Het was te warm.

De hitte steeg duidelijk op uit het grasland. De vogels vlogen niet, er was geen beroering. Alleen die paar ganzen en eenden op het gras. Verder hield iedereen zich koest. Zoals het ook hoort bij dit weer. De warmte dwong ze het rustig aan te doen. Net als ik.

image

De warmte deed ook op mijn conditie zijn aanslag. De warme wind zorgde lang voor afkoeling, daardoor had ik minder in de gaten hoe warm het eigenlijk was. Dat kreeg ik verderop door. Ik voelde de vermoeidheid toeslaan. Doorfietsen en zo snel mogelijk naar huis.

22 juli 2014

Fietsen bij 33 graden (1)

image

Hoe zouden de vogels zich gedragen met deze hitte? Ik vroeg het mij terwijl het kwik al een eindje in de dertig graden verbleef. Het raadsel kon natuurlijk eenvoudig worden opgelost. Naar de Lepelaarplassen fietsen om te ontdekken wat die beesten doen met deze temperatuur.

Ik stapte op de fiets en reed eerst nog langs de kringloopwinkel om te jagen op leuke boeken. Het lijkt wel of in de vakantieperiode veel interessantere boeken liggen bij de kringloopwinkel. Binnen een week tref ik al twee boeken aan waar ik langere tijd naar op zoek ben. Zo ook op deze warme zomerdag waarbij het kwik al een flink eind in de dertig graden verbleef.

image

Maar de fietsrit richting Lepelaarplassen kon ik niet voorkomen. De verrekijker lag in de fietstas. De boodschappen opgehaald bij de Albert Heijn zouden de hoge temperatuur wel even kunnen verdragen en de voorband was juist extra hard opgepompt voor een langer tochtje op de fiets.

Ik voelde de warme wind mij tegemoet waaien, maar het irriteerde absoluut niet. Het voelde zelfs best aangenaam. Ik fietste langs de Almeerse strandjes. De badgasten stonden puffend in de rij bij de ijskraam. De rest probeerde zich in het hoge gras onder de bomen te beschutten tegen de felle zon. Ik fietste op het gemakje langs jengelende kinderen met opblaasbeesten op de rug en zwetende zonnegoden en godinnen.

image

Ik fietste langs de vissende Polen en frisbeeënde kinderen op het kinderfeestje van Michael. Of dat vertelden de briefjes die aan de bomen hingen om de richting naar het feestje aan te geven. Ik fietste alles voorbij. Zag tieners van de ophaalbrug in het water duiken. De spartelende lijven bewogen in de richting van de aanlegsteiger, om daar watertrappelend te hangen.

Ik was er nog niet, een racefietser met een erg gebruind lichaam passeerde mij en ik sloeg de weg van de eenzamen in. Er fietste daar niemand. Alleen de koeien versperden mijn weg. Ze namen ook helemaal geen aanstalte om mij uit de weg te gaan.

image

Hitte en nieuwsgierigheid belette dat. Ik slalomde maar lopend, met de fiets aan de hand tussen het koevolk door. Ze liepen een eindje met mij op en ik accepteerde maar dat ik door de dikke, bruine koeienvlaai heen moest stappen.

Morgen deel 2 van deze warme omzwerving

21 juli 2014

Amerongse Feniks

image

Kasteel Amerongen en het verhaal van de bewoners Godard Adriaan van Reede met zijn vrouw Margaretha Turnor ging voor mij echt leven na het lezen van het boek over het rampjaar 1672. Het vertelt over de diplomaat Godard die in eerste instantie probeert het noodlot af te wenden.

image

Het dramatische verhaal van het kasteel, komt later als Margaretha gevlucht is naar het veilige Amsterdam. De Fransen bezetten het kasteel en eisen een geldsom op. Als ze niet betaalt, dan gaat het kasteel in vlammen op. Ze is ten einde raad.

image

Het kasteel dat er nu staat is oogstrelend en ergens ben ik de Fransen dankbaar. Het gebouw dat nu tussen Amerongen en de Rijn in ligt, is strak en evenwichtig vormgegeven. Een gebouw om vaker heen te gaan. Het ligt mooi, zeker in de zomermaanden als de pruimen, kersen, appels en peren aan de bomen rijpen. De tuinen om het kasteel zijn heerlijk om door te wandelen.

image

Naast de Galerij op de eerste verdieping was ik ook getroffen door de bibliotheek op de beletage. Hier staat een mooie boekenkast tegen de wand, met imposante boeken erin. Ze bieden goede stof voor gespreksonderwerpen aan. In de grote fauteuils bij de kachel kun je er dan tot ’s avonds laat over discussiëren.

image

In de kleine bibliotheek, misschien nog wel charmanter, staat een schattig bureautje. De plek waar Godard Adriaan van Reede zijn deftige documenten schreef. Het is niet de plek waaraan hij of zijn vrouw de brieven schreven aan elkaar tijdens zijn verblijf in Duitsland en als zij van Amerongen naar Amsterdam vlucht. Die meubels zijn immers verloren gegaan bij de brand in 1673.

image

Het was daarom erg jammer dat de museumwinkel bij onze terugkomst bij de ingang al gesloten was. Ik had graag de brievenbundel gekocht van deze twee bijzondere achttiende-eeuwers. Net als het boekje over het kasteel zelf met allerlei interessante wetenswaardigheden.

image

Het dwingt me bijna om weer snel terug te gaan.

20 juli 2014

Kasteel Amerongen

image

Ik ben in mijn jeugd weleens naar het kasteel geweest. Het maakte toen al diepe indruk op mij. Vandaag bij het bezoek ontdekte ik dat er weer hele andere dingen zijn blijven hangen dan de dingen die ik nu zag.

image

Het zat al een tijdje in mijn gedachten om naar Kasteel Amerongen te gaan. Zeker na het nieuws in 2011 met het filmpje van Peter Greenaway dat het museum weer opengesteld was voor publiek. Het is jarenlang dichtgeweest en ging vorig jaar zomer weer open.

image

Dat nog niet alles klaar is, zag ik vandaag. Zo staat het orgel nog niet op zijn oude plek in de enorme galerij op de eerste verdieping. Ook hingen de mooie wandkleden van Gobelin niet in de gelijknamige kamer. Het wacht nog op restauratie.

image

Het maakte wel weer grote indruk. Zeker de Galerij op de eerste verdieping. Het hoge plafond maakt het tot een enorme ruimte waar je mooi kunt musiceren. Dat bewees een demonstratie op de piano wel. De muziek klinkt door het hele kasteel. Het orgel moet die werking zeker kunnen evenaren. Ik heb het helaas nog nooit gehoord.

image

Ook zag ik enkele klavecimbels staan. Imposante instrumenten waarvan er eentje rond 1700 staat gedateerd. Het hele huis ademt die classicistische uitstraling van de bouwtijd. Het is het imponerende verhaal van de feniks die uit haar as herrijst. Het symbool is ook op enkele plaatsen in het kasteel terug te vinden.

Morgen deel 2…

19 juli 2014

Hendrik de NSB'er

20140330_145356Een treffend verhaal in het familieboek Het Boschhuis van Pauline Broekema is het verhaal van haar oudoom Hendrik ter Beek. In geen enkel opzicht lijkt Hendrik op zijn kleinere en dikker uitgevallen broer Juul. Hendrik is dierenarts geworden in de streek waar hij vandaan kwam, rond Muiderberg. Hij vestigt zich in Naarden met zijn knappe vrouw Wim.

In hoofdstuk 40, met de titel ‘De broer’, doet Pauline Broekema uitgebreid verslag van haar bijzondere en eigenzinnige oudoom. Hendrik zou volgens haar wars zijn van overheden en gezagsdragers. Ze geeft een mooi portret van deze man die op verjaardagen ‘voor zijn moeder een tastbaar Muiderberg meenam’:

Wat opgespaarde kranten. Een paar stukken kaas, verse boter, karbonades en worst. Dat hij de geur van de stal en de weide binnenbracht, en dat die voor dagen bleef hangen in de zware velours gedorijnen, in het dikke tapijt en de boenwas van meubels. Zijn moeder, merkte hij, genoot verholen mee. (252/3)

Het verrast daarom heel erg dat uitgerekend hij lid wordt van de NSB in het najaar van 1940. Dat hij het zijn Wimpie of ‘wijfie’ soms moeilijk maakt met ‘wat in de familie verhullend ‘vrouwenkwesties’ werden genoemd’, neem je voor lief. Maar hoe kon zo’n verstandig man lid worden van de NSB? Met een heuse cliffhanger eindigt het hoofdstuk:

En zo kwam het, zou Hendrik na de oorlog verklaren, dat hij zich, weliswaar na grote aarzeling, in november 1940 aansloot bij de Nationaal-Socialistische Beweging. (256)

Een schokkende gebeurtenis, waar Pauline Broekema verstandig genoeg niet op terugkomt als de verzetsheld en zoon van Hendriks broer Juul, Pieter, wordt neergeschoten door de bezetter. Bij de herbegrafenis van Pieter, haalt Pauline Broekema kort een briefje aan dat Hendriks vrouw Wim aan de familie schreef.

Pas daarna komt het verhaal van de ‘dwarse Ter Beek’, die in de oorlog veel voor de Gooise boerenbevolking heeft betekend. Het is een andere kant van de oorlog, waarbij goed en fout door elkaar lopen. Het lidmaatschap van zo’n omstreden partij kan namelijk ook goed van pas kan komen.

De verteller trekt haar eigen conclusie in een bijna terloops zinnetje:

Toch werd Hendrik nooit meer de oude. (432)

Ook na de oorlog zijn er kortzichtige mensen die het de dwarse Ter Beek knap lastig maken. Hij wordt gevangen genomen vanwege zijn NSB-lidmaatschap in de oorlog. Al deze gebeurtenissen maken hem tot een man ‘met een flauwe glimlach op de lippen’ die de lens vermijdt.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is de laatste bijdrage over Pauline Broekema’s familiekroniek Het Boschhuis, Kroniek van een familie. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Pauline Broekema: Het Boschhuis, Kroniek van een familie. De Arbeiderspers, 2014. 471 pagina’s. ISBN: 9789029588973 Prijs: € 19,95

18 juli 2014

Jane

image

De kracht in het boek Het Boschhuis van Pauline Broekema ligt in het vertellen en laten zien in plaats van het uitleggen. Een mooi voorbeeld is de naam Jane. De hedendaagse lezer verengelst de naam onbewust, terwijl deze naam op zijn ‘Nederlands’ werd uitgesproken.

In plaats dat Pauline Broekema tussen haakjes achter de naam zet hoe ze uitgesproken wordt, heeft ze het in een kort verhaaltje gegoten, op een conferentie met een Engelsman:

Wel bracht die moeilijke tijd aan het Naardermeer hem zijn vrouw. Adriana Kreuger, of kortweg Jane. Hij wist nog dat ze op een conferentie werd voorgesteld aan een Engelse deelnemer, die het kaartje op haar jurk bestudeerde, omdat hij haar naam niet verstond. ‘Good morning Jane, nice to meet you!’ Ze had gelachen en overwon haar angst om Engels te spreken. ‘No it’s Dutch. We pronounce it as Jaane.’
Och, wat was hij trots op haar geweest. En ook jaloers. Want de dagen erop, telkens als ze die heer ontmoetten boog hij even, begroette haar: ‘Hello! Jaane’, en deed zijn best het zo Hollands mogelijk te laten klinken. (162)

Een voorbeeld waarbij de historische werkelijkheid waarschijnlijk geweld wordt aangedaan. Zeker Juul en Jane bezochten regelmatig conferenties waarbij ook Engelsen waren en het zal ongetwijfeld zo gegaan kunnen zijn. Maar of het echt zo gebeurd is?

Voor het verhaal is het niet belangrijk en het is een aantrekkelijke manier om de lezer te laten weten hoe je Jane uitspreekt. Hier is ‘het zou zo gebeurd kunnen zijn’ belangrijker dan dat het zo gebeurd is.

Het Boschhuis zit vol met dit soort fragmenten. Soms slaat het een beetje door en is het zijpad te groot voor het verhaal. Dan komt er een nieuw verhaal die niet direct slaat op het familieverhaal. Vooral in de Tweede Wereldoorlog gebeurt dit. Daar verandert Het Boschhuis bijna in een plaatselijke geschiedenis van Bilthoven in de oorlog.

Maar die zijsporen zijn ook heel interessant. Je wordt dan weer zo meegenomen door het verhaal dat het zijspoor je niet stoort. Het is onderdeel van het proces om een periode uit de geschiedenis tot leven te wekken en de verhalen naar boven te laten borrelen.

Overigens valt mij de enorme gelijkenis op tussen Pauline Broekema en haar moeder Joke. Het lijkt wel hetzelfde gezicht, dezelfde vormen en met dezelfde ernst. De ernst waarmee ze gezocht heeft naar het verhaal van haar familie maakt alles compleet.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn achtste bijdrage over Pauline Broekema’s familiekroniek Het Boschhuis, Kroniek van een familie. We lazen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Pauline Broekema: Het Boschhuis, Kroniek van een familie. De Arbeiderspers, 2014. 471 pagina’s. ISBN: 9789029588973 Prijs: € 19,95

17 juli 2014

Fietswrakken

imageLaat op de avond voer de schoonmaakboot door de gracht. De scherpe punten van dregvork aan de voorzijde staken dreigend vooruit. De bootschroef woelde het water los. Het water vertroebelde van de beweging. Achter het schip dreef een donker spoor in het water.

Elk jaar rond deze tijd vaart deze schipper door de gracht. Hij ontdoet de gracht van afval. Zo maakt hij de vaarwegen weer begaanbaar. Vanmorgen bij het uitlaten van de honden, zag ik de fietswrakken die hij uit het water had gevist.

imageRechts van het bruggetje waren ze uit het water getakeld en lagen ze opzichtig op de waterkant. Bemodderd en verroest. Niet meer te herkennen als fiets, na een maandenlang verblijf onder water.

Vanmiddag was de collectie aangevuld met een boot. Het scheepswrak lag bij de fietswrakken. Net zo toegetakeld. Een laagje water op de bodem van de boot, vertelde dat hij lek was. Daar viel niet veel eer meer te behalen.

imageIk genoot van het gezicht over de fietswrakken. Niet dat ik zou wensen dat daar mijn fiets lag, maar de berg oud roest maakte het tot een heus monument van afval. De fietsen waren niet veel meer waard. Alleen de oud-ijzerboer kan er nog wat plezier uit halen.

Waarom die Polen afgelopen winter dit kostbaarste metaal in het water lieten liggen? Te zwaar en waardeloos om mee te nemen? Of waren ze op zoek naar ander zwart goud.

16 juli 2014

Familie Zwaan

image

Ze broedde tussen de waterkant en het fietspad in en lag op een heuveltje van riet. Ik bedoel de aanstaande moeder zwaan die ik een tijdje geleden beschreef in mijn blog. Vader zwaan bewaakte het nest en zorgde ervoor dat de fietsers op afstand bleven.

image

Op de terugweg dat ik erlangs fietste, zag ik dat het nest leeg was. De zwanen waren er niet meer. Het nest was uitgevlogen. Zo bleven ik en de lezer achter zonder een afloop. Hoe groot was de vreugde toen ik een tijdje terug de familie zag zitten. Op de plek van het nest.

image

Het gras was weggemaaid. Het nest kon ik niet meer zien, maar daar stonden ze. Vader, moeder en twee uit de kluiten gewassen kuikens. Ze kijken even eigenwijs als hun ouders. Ze nestelen zich lekker aangenaam op het stukje geboortegrond. Moe van een dag zwemmen en rondzwerven.

15 juli 2014

Poëtische stijl

image

De enige bevrijding uit de zwaarmoedigheid van André Plattels Alles hiervoor is de stijl van het verhaal. In bijna overdreven poëtische bewoordingen probeert de verteller het verhaal lucht te geven. Het lukt hem vaak, maar soms maakt de lucht van de vergelijking het juist zwaar.

Zoals het moment als Jonathan in het hotel genegenheid zoekt bij Bette, het meisje waar hij iets voor voelt. Ze is weggelopen nadat hij een jaloerse opmerking heeft gemaakt.

Ik ga haar achterna, leg een hand op haar schouder als ze de deur van de hotelkamer opent. In het woordeloos spreken van de vorige avond gebeurde iets wat zich niet helemaal voltrok en daardoor duurde. Nu is het bijstellen, repareren, in onszelf wankelen. Voordat we gaan slapen omhelzen we elkaar wel, maar leunen op een zuchtje wind. (124)

Deze stijl zet zich het hele boek voort. Het maakt het verhaal luchtig, maar soms ook onnodig zwaar. Ook haalt het vaak de vaart uit het verhaal, in opsommingen die het verhaal niet vooruit helpen en alleen maar gewichtigdoenerij in zich verbergen. Dan slaat de verteller de plank mis. Zoals wanneer hij in Leiden loopt achter het vriendinnetje van zijn broer aan.

Kloksteeg, Wolsteeg, Diefsteeg, Herensteeg, richting Pieterskerkhof, de kinderkopjes waren grijzer dan ik me herinnerde, langs de Trianon, de bioscoop in de Breestraat, waar ik regelmatig met mijn verader kwam, doorsteken richting Burgsteeg, de kapperszaak.
De straten waren me vertrouwd. (163)

Of deze passage nu helpt om het verhaal te vertellen van Claire en zijn broer Stefan. Ik weet het niet, het is voor iemand die in Leiden gewoond heeft heerlijk te lezen over deze straten, maar of het het verhaal vooruit helpt?

Zo maakt de poëtische verteltrant het verhaal soms nog zwaarder dan het al is. Het maakt het verhaal dramatisch en tragisch. Het is heel veel verdriet in die 250 bladzijden, waarbij ik vaak naar lucht moet happen en snak naar een goede grap.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn bijdrage over André Platteels debuutroman Alles hiervoor. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur vannotjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties.

André Platteel: Alles hiervoor. De Arbeiderspers, 2014. 256 pagina’s. ISBN: 978 90 295 8890 4 Prijs: € 17,95

14 juli 2014

Bijensterfte

image

De laatste dagen zie ik ze liggen op het pad onder de lindebomen. Ze liggen dood op de grond, op hun zij. De vleugels wijzen treurig schuin naar achteren. Het pad ligt bezaaid met de bijenlijken en de kadavers van dikke hommels.

Ze vallen uit de boom alsof het rijpe kersen zijn en spartelen op de grond. De pootjes krabbelen over de aarde. De lijfjes draaien rondjes, de vleugels fladderen vergeefs. Ze liggen half versuft en lijken de weg compleet kwijt te zijn. Verdoofd en half verlamd.

image

Ik vermoed dat het insectengif is. Ze vallen dizzy en versuft uit de lucht en spartelen hulpeloos over de bodem. Zonder enig effect. Alleen de dood biedt uitkomst.

Ze vliegen de omgekeerde weg als Nijhoff in het Lied der dwaze bijen zingt. Daar vliegen de bijen te vroeg uit,  vol verlangen naar hoger honing. Ze bestijgen de bevroren lucht tegemoet.

image

Nu vallen ze uit de warme hemel naar beneden. En sterven spartelend. Verder weg van hoger honing dan ooit.

13 juli 2014

Opwindende poëzie - #50books

image

Veel Nederlandse speelfilms uit de jaren ’70 en ’80 moesten bloot bevatten. Ook de literatuur ontkwam er niet aan. Zo zijn er veel romans die als een noodzakelijk kwaad bepaalde erotische beschrijvingen in zich hebben. Niet dat het mij bepaald opwindt.

Het haalt mij eerder uit het verhaal, dan dat het een boek mooier maakt. Ik tref het zelden echt functioneel aan. Net als dat personages moeten eten en drinken, zo moeten ze ook hun natje en droogje hebben op seksueel gebied.

Turks fruit

De boek en de film Turks fruit van Jan Wolkers behoren tot een grote uitzondering. Al moet ik zeggen dat film en boek bijna niet meer los van elkaar te maken zijn. Als je het boek leest, denk je aan de film en als je de film ziet, denk je aan het boek.

Waar het verhaal faalt, een erotisch verhaal neigt snel de pornografische kant op, daar lijkt de poëzie de ultieme uitlaatklep. Jammergenoeg is er niet zoveel erotische poëzie. Deze dichtvorm herbergt opwindend en mooi ineen. Het wordt zelden plat en behoudt zijn kracht in de mooie beschrijvingen.

Carlos Drummond de Andrade

De dichter Carlos Drummond de Andrade is misschien wel de dichter die erotiek, liefde en porno mooi weet te combineren. Zonder ergens plat te worden. Bovendien slaat het op alle vrouwen, mannen en vormen van liefde. Hij weet in universele bewoordingen de liefde te vatten.

In het boek De liefde, natuurlijk heeft August Willemsen de erotische poëzie van deze Latijns-Amerikaanse dichter heel mooi vertaald. Carlos Drummond de Andrade schreef deze gedichten op hoge leeftijd, maar weet in de beelden die hij oproept, herinnering en fantasie samen te brengen.

Het laat je niet los als je dit sonnet leest:

Aan ’t vrouwenlichaam is het dit albast
-de billen- dat ik nog het meest begeer.
Daarnaar mijn diepste smachten, want hoe meer
ik ernaar kijk, hoe meer ik het betast.En mijn begeerte groeit als ik mij wond
aan scherpe nagels, waarin ik het waaien
der planeten in hun machtig draaien
voel… En wanneer dan de hand, gerond,die ronding voelt-de hand die het genot
gelijk een lens verheldert en vergroot,
of als mijn dorst gelest is en ik tot

mijzelf kom, mij herstel, hervind, ziehier:
dan komt mij de gedachte aan mijn dood
en wordt het kontje, eerst zo zacht, vampier. (53)

Poëzie die opwindt en je gelijk bij de kladden grijpt.

Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk. Vertaald en van een nawoord voorzien door August Willemsen. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij De Arbeiderspers, 1992. 128 pagina’s. ISBN: 90 295 1386 1.

#50books

Dit is het antwoord op vraag 28 van het blogproject #50books. #50books is een initiatief vanPeter PellenaarsMartha Pelkman heeft in 2014 het stokje overgenomen. Bekijk mijn andere bijdrages voor dit bijzondere boekenblogproject.

12 juli 2014

Het familie-archief

image

Aan de hand van alle documenten en rechtsverslagen van na de oorlog weet Pauline Broekema de gevangenschap, de verhoren en de uiteindelijke fusillade van haar oom Pieter Julius ter Beek heel mooi te beschrijven in Het Boschhuis.

Het kruis dat nu bij de Elsterberg staat, doet denken aan het ‘simpel kruis van gegoten beton’ (414) dat Pieter als wens opschreef in het notitieboekje dat hij bij zich droeg.

In Het Boschhuis bladert vader Juul regelmatig door deze documenten. Het is het enige dat nog van zijn zoon is overgebleven.

Het dierbaarste uit zijn archief waren de briefjes van Pieter. De berichten vanuit Zeeland, de dagen na de inal, toen ze zo om de jongen in angst zaten. Dat handschrift dat hij zo had verfoeid, onhandig, onverzorgd spijkerschrift, wat hield hij er nu van. (449)

Datzelfde archief van haar opa, helpt Pauline Broekema om haar boek vorm te geven. De mappen boordevol documenten en brieven vormen de basis van haar familiekroniek. Samen met alle verslagen en andere boeken over de bezetting en het leven in Nederlands-Indië is het verhaal van de familie Ter Beek ontstaan, gereconstrueerd en ontdekt.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn achtste bijdrage over Pauline Broekema’s familiekroniek Het Boschhuis, Kroniek van een familie. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Pauline Broekema: Het Boschhuis, Kroniek van een familie. De Arbeiderspers, 2014. 471 pagina’s. ISBN: 9789029588973 Prijs: € 19,95

11 juli 2014

Hollandsche Schouwburg

image

De Hollandsche Schouwburg staat symbool voor de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Ook in Het Boschhuis van Pauline Broekema speelt een passage op deze plek. Het gaat over de joodse non Judith.

Judith Mendes da Costa is na een lange zoektocht katholiek geworden en ingetreden bij de zusters dominicanessen. Ze wordt door de Duitsers opgehaald bij het herstellingsoord Berg en Bosch en meegevoerd naar de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam.

Het is een aangrijpende passage als Judith voor het raam weet te staan op de eerste verdieping. Ze wil de buitenwereld laten zien dat de Duitsers ook joodse katholieken oppakken en vastzetten. Dit in tegenstelling tot de afspraak die de Duitsers met kardinaal De Jong hadden gemaakt.

De non in haar habijt met kap en sluier werd al snel door voorbijgangers opgemerkt. Aan de overkant van de straat bleven, schatte ze, zo’n twintig mensen staan, tot de Grüne Polizei ze sommeerde door te lopen. (267)

Judith weet de bovenste etage te bereiken en de aandacht van een kind te trekken. Het kind haalt er een non bij.

Meer zusters volgden. Ze hielden hun rozenkrans omhoog. In haar memoires schreef ze: ‘We hadden elkaar nooit gezien of gesproken, maar deze taal werd zonder woorden verstaan. Met ontroering denk ik terug aan dat wonderschone ogenblik in mijn leven.’ (267)

Ik passeerde de Hollandsche Schouwburg een paar weken terug op mijn fiets en moest aan de passage denken. Ik tuurde de ramen van het gebouw af en zag de non staan.

Het is een passage uit Het Boschhuis die niet direct betrekking heeft op het familieverhaal van de familie Ter Beek. Maar Pauline Broekema schetst met het verhaal van deze joodse non wel een heel treffend beeld van de oorlog.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is zesde mijn bijdrage over Pauline Broekema’s familiekroniek Het Boschhuis, Kroniek van een familie. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Pauline Broekema: Het Boschhuis, Kroniek van een familie. De Arbeiderspers, 2014. 471 pagina’s. ISBN: 9789029588973 Prijs: € 19,95

10 juli 2014

Verloren

image

Een enorm gekrijs, het geroep van eksters en de schreeuw van kauwtjes. Er klinkt een enorme herrie uit de bomen voor het huis. Boven de gracht echoot het lawaai nog eens extra. Wat er aan de hand is, ik weet het niet. Er klinkt veel geluid, een tak breekt en de eksters fladderen angstig tussen de bladeren.

Ik ben te druk met andere dingen, maar het gekrijs houdt niet op. Daarom kijk ik toch even uit het raam. Op de grond ligt een donker verenpak. Het kauwtje. De zwarte vogel verroert zich niet. Twee eksters dansen nerveus om het dier heen.

Ze springen op de kade, fladderen zenuwachtig om het stilliggende dier. Eentje springt er zelfs naar en pikt spichtig met zijn snavel in het verenpak. Nog altijd blijft het kauwtje doodstil liggen.

De eksters maken nog veel lawaai, maar het gevaar is geweken. Ze hebben gewonnen. Ze fladderen nog even de laatste adrenaline eruit en laten de verliezer achter. Dood en verloren.

image

09 juli 2014

Bijzonder treinkaartje

image

Vannacht kroop het laatste treinkaartje uit het automaat van de NS. Ik heb heel wat treinkaartjes gehad. Vaak weggegooid, soms bewaard. Meestal waardeloos van reizen die ik al helemaal vergeten ben.

Er is één treinkaartje waar ik heel zuinig op ben. Het zit in een fotoalbum. Het is het treinkaartje waarmee ik op 9 september 2001 naar Apeldoorn reisde. Het was een zondagochtend. Ik zou voor het eerst Inge ontmoeten.

We hadden in het midden afgesproken. Zij kwam uit Almelo en ik uit Leiden. We gingen daarna naar Paleis Het Loo. Ik had in een zware tas brood, drinken en een fruitsalade mee voor de picknick.

Het regende verschrikkelijk hard toen we het bos inreden voor de picknick. Daarom gingen we maar in de auto picknicken. Zo zaten we daar in de gietende regen ergens in de bossen bij Apeldoorn. Daarna bracht ze me weer terug naar het station waar ik de trein naar huis weer pakte.

Thuisgekomen lag er een ongelezen mailtje in de inbox. Of ze me niet snel weer zou kunnen zien.

08 juli 2014

Harry G.M. Prick - #50books

image

Al tijdens mijn studie ontdekte ik de biografie. Het was de tijd dat Harry G.M. Prick met het eerste deel van zijn Van Deyssel biografie kwam. We hadden in die periode college van Peter van Zonneveld. Op een ochtend zat hij afwezig bij het college. Hij vertelde dat de biografie van Van Deyssel hem tot ver in de kleine uurtjes geboeid had. Nauwelijks geslapen had hij die nacht.

Voor mij kwam dat moment veel later. Ik kreeg het boek te pakken in de ramsj bij De Slegte. Maar ook ik werd gegrepen. Wat een leven van deze auteur. Harry Prick wist het leven van iemand die nog helemaal in de negentiende eeuw stond op een prachtige manier tot leven te wekken. Het leek of je meekeek, Van Deyssel op straat tegenkwam en even met hem in gesprek raakte.

Bij een boekenveiling van Bubb Kuyper bemachtigde ik een paar jaar terug een collectie biografieën uit de bibliotheek van Harry G.M. Prick. Het was een rijtje van elf biografieën, waaronder de biografie van P.A. Dauem, geschreven door Gerard Termorshuizen. Ik vertelde het aan Gerard Termorshuizen en nam het exemplaar van Harry Prick mee.

image

Het opvallendste waren de pennenstreken die Prick in zijn exemplaar had aangebracht. Het ging om correcties, waarbij hij Termorshuizen op de kleinste details corrigeerde. Het zijn eveneens de passages die ook terugkomen in de biografie van Van Deyssel. Het geeft een inkijkje in het werk van één van de meest interessante biografen van Nederland: Harry G.M. Prick.

#50books

Dit is het tweede antwoord op vraag 27 van het blogproject #50books. #50books is een initiatief vanPeter PellenaarsMartha Pelkman heeft in 2014 het stokje overgenomen. Bekijk mijn andere bijdrages voor dit bijzondere boekenblogproject.

07 juli 2014

Lindebloesemthee

image

Aan het eind van de warme zomerdag ruik ik in het park de heerlijk zoete lucht van de lindebloesem. Het is best een zoete lucht die als je het lang ruikt, best zwaar wordt en je zelfs een klein beetje hoofdpijn bezorgt.
image

Bij het lopen door het park en het zien van de kleine gele bloemetjes, kom ik op het idee dit keer de bloesem te plukken voor een lekker kopje thee. Ik heb mij namelijk laten wijsmaken dat lindebloesem erg goed voor lijf en geest is.

image

We zoeken het even op. Pluk de bloesem met schutblad en laat dit in het kokende water zakken. Even trekken en klaar is kees.

image

Ik probeer het voorzichtig op te drinken. En het smaakt heerlijk. Precies zoals de bloesem ruikt. En het schijnt ook nog eens goed te zijn tegen verkoudheid en allerlei andere kwaaltjes.