Laat op de avond voer de schoonmaakboot door de gracht. De scherpe punten van dregvork aan de voorzijde staken dreigend vooruit. De bootschroef woelde het water los. Het water vertroebelde van de beweging. Achter het schip dreef een donker spoor in het water.
Elk jaar rond deze tijd vaart deze schipper door de gracht. Hij ontdoet de gracht van afval. Zo maakt hij de vaarwegen weer begaanbaar. Vanmorgen bij het uitlaten van de honden, zag ik de fietswrakken die hij uit het water had gevist.
Rechts van het bruggetje waren ze uit het water getakeld en lagen ze opzichtig op de waterkant. Bemodderd en verroest. Niet meer te herkennen als fiets, na een maandenlang verblijf onder water.
Vanmiddag was de collectie aangevuld met een boot. Het scheepswrak lag bij de fietswrakken. Net zo toegetakeld. Een laagje water op de bodem van de boot, vertelde dat hij lek was. Daar viel niet veel eer meer te behalen.
Ik genoot van het gezicht over de fietswrakken. Niet dat ik zou wensen dat daar mijn fiets lag, maar de berg oud roest maakte het tot een heus monument van afval. De fietsen waren niet veel meer waard. Alleen de oud-ijzerboer kan er nog wat plezier uit halen.
Waarom die Polen afgelopen winter dit kostbaarste metaal in het water lieten liggen? Te zwaar en waardeloos om mee te nemen? Of waren ze op zoek naar ander zwart goud.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten