28 februari 2009

Blauwe fietstassen

Al een tijdje verloor ik op mijn fietsritten dingen uit de fietstas. Ik hoorde dan een zachte plof als ik over een hobbeltje reed. Dan stopte ik, keek om en zag een bundeltje in elkaar gewikkelde plastic tassen liggen of mijn regenbroek. Een keer lag zelfs mijn zware hangslot vlak na de hobbel bij een bruggetje.

Dat kon niet zo langer, dat wist ik ook wel. Ik vervoerde de laatste tijd de boodschappen niet meer in mijn aftandse fietstassen uit vrees dat ik kapotte eieren op het fietspad zou zien liggen. Die zouden niet meer op te rapen zijn en dan verloor mijn zuinigheid het echt van de gierigheid.

Nadat ik van de Lidl huiswaarts keerde met een loodzware turkentas achterop en een heggenschaar geklemd tussen mijn benen, wist ik het. De doos met eieren hing vervaarlijk scheef in de tas en had er ieder moment uit kunnen donderen. Ook de schaar tussen de benen was niet ideaal om er ook bij te trappen. Dus, hij moest er maar komen: de nieuwe fietstas.

Inge had gehoord dat er op de markt wel een goedkoop mannetje stond en zo ging ik vanmiddag met Doris eventjes de markt over. We vonden hem snel, zoveel fietsen en fietstassen, dat kon niet missen. Ik verkeerde even in dubio om toch niet de goedkopere katoenen zou nemen, maar de felblauwe waren wel drie keer zo groot, of zoals de marktkoopman aanbeval: '66 liter tassen'.
Hij had alleen blauwe en het waren de laatste. 'Ik had er vijf meegenomen', vertelde de marktkoopman erbij. Toen ik thuis kwam en de tassen liet zien aan Inge, werd ze stinkend jaloers. 'Die wil ik ook', riep ze uit toen ik de tassen op mijn achterrrekje monteerde. Eerst verkeerd om, maar dat hoort bij nieuwe tassen. De reflexiestrepen horen achter, ontdekten we.

Wel een beetje een vlag op een modderschuit, de nieuwe fietstassen, maar alles past er in. Niet alleen de bundeltjes plastic tassen, het kettingslot en de regenbroek. Zes broden passen er makkelijk bij, net als een flinke trits pakken melk, potten chocoladepasta en colaflessen. En ik ben er hartstikke trots op, want magneetjes in de flappen zorgen ervoor dat ze niet kunnen inregen en ze hebben een heel stevige bodem. Kortom, ik kan weer over een hobbeltje rijden met een doos eieren zonder dat er iets gebeurt. Ik hoef er zelfs niet meer bang voor te zijn.

27 februari 2009

Losse zinnen

Gewoon wat losse zinnen en gedachten die ik vandaag in de trein of op het perron hoorde of dacht.

1
Man met vouwfietsje uitgeklapt op het perron, praat tegen een echtpaar. Ik dacht eerst over zijn vakantie, maar het bleek over de liefde te gaan. 'Op school met aardrijkskunde was het zo makkelijk. Dat begreep ik wel, dat van die bloemetjes en bijtjes en zo.'

2
'Ik dacht dan bel ik wel met Irma en Ernst, dan ga ik daar wel naar toe.'

3
Iemand heeft het over een 'vrijstaande moeder'.

4
In de trein leest een jongeman een gloednieuw exemplaar van Michiel Smits De prooi, over de verkoop van ABN Amro. Dat boek was zonder de kredietcrisis nooit de bestseller geweest die het nu is. De één z'n dood is de ander z'n brood, luidt het spreekwoord.

26 februari 2009

De regen ritselt

De schemering slaat tegen het raam van de trein. De regen ritselt als een snoeppapiertje tegen hetzelfde raam. Het licht in de trein verandert in gezelligheid. Het knooppunt bij Weesp passeren we.

Ik lees mijn boek en hoor iemand telefoneren. 'Wat zeg je?' maar de woorden dringen niet tot mij door. Zo lekker kan lezen zijn, als de regen maar ritselt en de schemering maar slaat. Zo sterk zelfs dat ik maar net op tijd mijn boek dichtsla, de tas pak en de trein verlaat.

25 februari 2009

Vliegangst

Las net vanmorgen in de NRC.Next over de gevaren van vliegen. Behalve neerstorten kun je allerlei enge ziektes oplopen. Als je het benauwd hebt, kun je een zware reis krijgen. De cabinedruk komt namelijk overeen met de druk als je op een 2.000 meter hoge berg staat. Oppassen voor longpatiënten dus, want die kunnen adem tekort komen.

Hoe groot was de kans dat je in het Turkse vliegtuig zag en net dat artikel las, toen... Heel klein denk ik, maar nu lijkt het net of NRC.Next een ramp heeft veroorzaakt door een artikel.

24 februari 2009

De muts en de neus

Ineens leek het langer licht te zijn. De zon scheen intenser en het leek zelfs warmer te zijn. De twee mannen zaten tegenover elkaar. De ene droeg een Turkenmuts en droeg een stoppelbaardje van twee dagen. De andere keek indringend en had een neus die in een scherpe punt vooruit wees. 'Wil je vooruit of achteruit', gebaarde de man met de muts. Ik was allang blij een leeg plekje te hebben gevonden en ging direct naast hem zitten.

'Joost zit de hele dag naar het zwarte Hyvesscherm te kijken', zei de puntneus. 'Als je eraan komt, klikt hij direct iets weg. Je ziet ook altijd een klein icoontje van het bureaublad staan.' De muts knikte bevestigend, maar wilde alweer verder. 'Hoe gaat dat dan met die installatie?' 'Nou je moet eerst de user-id veilig stellen en daarna een back-up maken.' 'Ik heb een back-up gemaakt', gebaarde hij. 'Ik wil je het wel leren', zei de puntneus.
'Ja, ik ben een type die wil samenwerken en zo.'
'John vroeg mij laatst welke comsat-versie we hebben. Ik zei, dat weet ik niet, ik geloof .25, een e-bone. Kijk, dat communiceert wat. John communiceert niet. Hij doet maar wat en vertelt verder niks.'
'Toch weet hij precies wat Fred wil horen.'
'Ja, hij weet precies wat Fred wil horen.'
'Die Chris Bakker is een vrolijke jongen. Bij hem is het elke dag feest. Het is een baldadige kerel. Hij weet wel van aanpakken, maar gaat dan iets te snel.'
'Ik heb laatst een mailtje gestuurd naar Joost, ge-cc't naar Fred, maar ik heb er niks meer van gehoord.'
'Joost vroeg mij laatst hoe het moest. Dus ik heb hem uitgelegd, maak een documentje met inleiding, voor- en nadelen en geef dan een conclusie. Kijk zo pas je de issues toe. We hebben nog nooit issues gehad, vond Fred. Ik heb hem toen proberen uit te leggen dat we op productiesystemen jobs hebben die met olie worden bespoten. Dat doe je 's morgens en dan ga je 's avonds de comsat-command installeren.'

De deuren van de trein sloten weer bij het station waar het net gestopt was. '17.26 uur', zei de muts. 'Keurig op tijd.' 'Bij Altas werkten we altijd met van die documentjes. Fred is toen weggegaan bij Atlas, maar hij heeft zich er nooit mee bemoeid.' 'Joost, is zo'n zelfde figuur als Gert-Jan', antwoordde de muts. 'Dus ik ben heel benieuwd wat hij levert.' 'Nooit niks', reageerde de neus. 'Hij kijkt me altijd heel argwanend aan.' 'Dat komt omdat hij er niks van weet en jij het wilt leren', viel de neus hem bij. 'Toen sinds Atlas was hij enorm veranderd, hij begon echt goede eigenschappen te ontwikkelen. Maar laatst liet hij het mij zelf uitzoeken. Ik zei tegen Fred dat hij echt even moet vertellen wat ik moet doen. Als ik zelf iets bedenk, dan word ik toch teruggefloten door jou. Het komt gewoon door hem. Je kan nooit iets goed doen bij hem.'

We naderden Almere, de neus wilde opstaan. Hij zuchtte. 'Het wordt tijd te verhuizen', zei de muts. 'Nee, het is niet de goede tijd om te verhuizen. Eerst maar eens twee, drie jaar kijken wat de economie doet.' Een andere man zei zijn medereiziger gedag met 'tot donderdag'. 'Hé', riep de muts. 'Dat is mijn tekst.' 'Werk je morgen niet?' vroeg de neus. 'Nee, ik ben vrij morgen.' 'Nou tot donderdag dan', zei de neus en hij liep het smalle gangpad door.

23 februari 2009

Half perron

Een raar beeld was het dat vanmorgen het perron van het station van Houten half afgebroken was. Bij mijn komst voor de terugreis was het perron nog verder gesloopt. De rails verdwenen en een trap hing in de lucht. Leuk gezicht, zo'n trap zonder doel.
Het contrast met het nieuwe perron en de noodtrap is niet groot. Tussen afbraak en opbouw is weinig verschil.

22 februari 2009

Kate Winslet bij vishandel Bal

Hij waggelde binnen, achter zijn ronde buik aan. Om zijn nek hing een sjaal, zwart geworden van zweet en ettelijke keren op de grond vallen. De jas viel open en een rood bloesje omspande de forse buik. Hij liet zijn armen op de toonbank rusten en hing wat naar voren. 'Kate Winslet, Kate Winslet', riep hij in de richting van het meisje dat met de rug naar hem toe stond. Ze liet een visje in bak met deeg glijden, klopte het zachtjes uit met zachte plofjes tegen de rand van de emmer, trok het omhoog en liet het traag het frituurvet in zakken. Ze negeerde hem, maar haar ogen keken hem aan met een groot vraagteken vanuit de rug.

Naast mij stond een vrouw met een bril, de haren kortgeknipt. Ze keek meewarig in de richting waarna ze haar positie voorzichtig verschoof naar mijn andere kant. Ik zag nu grijze plukjes haar schieten uit de donkere haren. Ze schoten net zo heel ver naar buiten. Hierdoor viel zijn ongeschoren gezicht misschien wat beter op. De ogen keken lodderig naar buiten en staarden nog altijd naar de rug van het meisje. 'Kate Winslet, Kate Winslet', herhaalde hij.

Iedereen werd een beetje onrustig van het onverwachte bezoek. Een man stond op van het tafeltje waaraan hij zijn gebakken visje had opgepeuzeld en liep naar de vuilnisbak waarin hij zijn lege bakje wierp. Hij gaf mij een knipoog, om het vreemde gedrag van de man te bevestigen. Het paste ook niet bij de sjieke uitstraling die deze viswinkel had gekregen. Ik kende Bal als een kraam waarvoor altijd rijen mensen stonden. Nu was het iets van een visboetiek gevonden. 'Visje eten met collega's in de pauze?' stond achter het meisje dat het lekkerbekje in het vet had laten glijden. 'Bel Bal'.

De man werd ongeduldig, zoals het hoort bij dronkaards. Een flinke boshaar puilde uit de hals die ontstaan was doordat het bovenste knoopje van het rode bloes niet dicht was. Hij begon wat meer te joelen en de jongen achter de hippe toonbank, kon hem niet meer negeren. Hij keek ernstig wat hij wilde. 'Een broodje Winslet, een broodje Winslet', riep de man. Hij antwoordde met een blik dat hij het niet begreep. De man keek hem eveneens onbegrijpend aan. 'Een broodje Winslet verkopen we niet.' De man gebaarde naar de haringen die keurig in het gelid lagen, zoals dat bij een visboetiek als deze hoort. 'Ik bedoel een broodje haring, met veel uitjes en groentes. We moeten ook aan de gezondheid denken.' Hij aaide over zijn buik zonder dat hij het in de gaten had.

Een vrouw met een felblauwe jas stapte ondertussen de winkel in. Ze droeg een band om haar nek die erg aan de reddingsband van een schip deed denken. Haar blonde haren vielen volgens de laatste mode naar beneden en ze ging tussen mij en de Kate Winslet aanbidder staan. 'Hé jongedame', probeerde hij charmant uit te stoten. 'Jij lijkt op iemand die ik ken', vervolgde hij. Het oude versiertrucje leek te werken, want ze reageerde met een vragende blik. 'Annie, Annie bij mij uit de buurt. Daar lijk je op. Ken je haar?' Ze was beleefd tegen hem en gaf aan geen Annie te kennen. 'Misschien is het een dubbelganger.' 'Ken je haar niet?' vroeg hij opnieuw, alsof het zou helpen dat de dame met de blauwe jas Annie zou kennen. Opnieuw gaf ze aan haar dubbelganger niet te kennen.

De jongen achter de toonbank had de haring op het broodje gelegd en deed er de uitjes over. 'Wilt u er groenten bij?' vroeg hij. 'Nee, bah', zei de Kate Winslet liefhebber. 'Het is niet voor mij, ik geloof nooit dat hij er van houdt.' Hij pakte het zakje met het broodje Kate Winslet en liep in de richting van de dame met de blauwe jas. 'Ze heeft ook blond haar en blauwe ogen.' De vrouw schudde nee alsof het zou helpen zich van de man te verlossen. Hij liep vlak langs haar heen, naar de deur. 'En ze heeft net zo'n blauwe jas. Ken je Annie echt niet?'

Niemand gaf nog een antwoord. Hij keek nog eens om en liet de automatische schuifdeuren opengaan. De zaak gaf een lichte zucht van verluchting. Het leek of de dode vissen in de vitrine even opveerden van vreugde. Iedereen staarde weer vooruit en niemand zag hoe de man zich nog een keer omdraaide en uitvoerig alle ruggen van de mensen bestudeerde. 'Kate Winslet', zag ik de lippen bewegen. Of iets anders, het was te lang voor Annie.

20 februari 2009

Zoete broodjes

Als de bakker net zulk brood bakte als hij zijn klanten bediende, dan ging ik niet meer. Een ondernemer kan zich onderscheiden door goede service te geven. Concurrentie gaat niet alleen over prijs, maar ook in de bediening, service en entourage rond het product.

Mijn bakker heeft dat niet begrepen. Altijd moet mij de stagiair treffen, of de persoon die net begonnen is. Ze had het schort net omgedaan en vroeg of iedereen geholpen werd. Ik schudde met mijn hoofd. Ze vroeg het nog een keer en ik moest gillen. Had ik dat maar niet gedaan. De zes broden en bolletjes die ik bestelde gingen traag door de handen.

Het broodsnijapparaat kreeg iedere keer een brood te verduren, waarbij ze stoïcijns wachtte. Normaal kun je het volgende brood erachter stoppen en verder gaan. Van efficiency had ze niet gehoord en ze nam mijn bestelling steevast verkeerd op, waarbij ze ook nog een discussie wilde beginnen dat ik toch drie had gezegd in plaats van vier. Of bruin in plaats van wit. Of...

Het is dat het brood zo lekker is, anders ging ik er niet meer heen en pakte het brood uit de schap van de supermarkt.

19 februari 2009

Hippe monturen uitzwaaien

De trein suisde met hoge snelheid langs. 'Dat maakt een hoop herrie met een hoorapparaat', zei een oudere dame tegen haar gezelschap. Het was een eveneens ouder echtpaar, zestigers schatte ik zo snel. Genietend van de vut, eindelijk vrij onder het mom van mag ik ook genieten, ik heb er hard voor gewerkt en met van die hippe monturen waarmee je alle zestigers de laatste paar jaar ziet lopen.

Zijn haar was precies een centimeter lang. Haar haren vielen minder slordig dan van de vrouw met het hoorapparaat. 'Nou', zei de man. 'Je woont een stuk beter dan waar je eerst woonde.' De vrouw met het hoorapparaat hield het goede oor blijkbaar in zijn richting. Ze zweeg. 'Ik bedoel dat andere dat was toch echt niks, zo ver weg van alles.' De achterlichten van de trein werden steeds kleiner in de lijn naast het perron achter haar. Ze schudde met het hoofd. 'Ik woonde daar niet slecht, alleen ik kon daar niet meer blijven.'

De vrouw met de hippe bril probeerde de verkeerd vallende opmerking van haar man recht te breien. 'Hij bedoelt dat je daar zo afgelegen zat.' 'Ik had mooi uitzicht', sprak ze tegen met een lichte afkeer in haar stem. 'Je zit hier erg goed, zo lekker dicht bij het centrum.' Hij wees naar de bouwput op en rond het station. 'En het is echt een keurig huis, zeker als je het vergelijkt met eerst.'

De vrouw van het hoorapparaat en het nieuwe huis, mompelde iets buiten mijn richting, waarna de man maar over het carnaval begon. 'Dit weekend begint het. Ik hoop dat het een beetje rustig blijft in de trein.' Dit jaar zou hij niet gaan, hij had het wel gezien. Als je dan toch ging, moest je naar Groesbeek, het Nederlandse Keulen. 'Als het om optocht gaat', vervolgde hij.

De drie koplampen van de stoptrein kwamen naderbij. De vrouw met het hoorapparaat stond met de rug naar mij toe. Haar slordig gekapte haren waren helemaal grijs en lichtten een beetje gelig op. Ze gaf de man een hand. 'Goede reis naar huis.' Hij mompelde iets van dat het gezellig was.

Ik verwachtte dat ze de vrouw met de hippe bril een zoen zou geven. Ze kwamen nauwelijks dichter bij elkaar dan hun handen reikten en gaven een afstandelijk handje. Ik zag van deze afstand dat de hand niet stevig was. 'En heel veel plezier volgende week in de sneeuw. Ik hoop dat je lekker kunt wandelen en zo.' De vrouw met de hippe bril maakte er een beweging bij alsof ze een langlaufstok in iedere hand vasthield. Het zouden ook van die Nordicwalk-stokken kunnen zijn. De trein stond stil en het echtpaar stapte in. De vrouw met de grijzen haren liep al van ze weg. Een zwaai kon er niet meer af. Naar het betere plekje, lekker dicht bij het centrum.'

18 februari 2009

Snerpende stem

De stem snerpt door de donkere ochtend. Het spoorviaduct is de klankkast van deze klaroenstem. Je proeft dat de lucht zich door het nauwe gaatje van de stembanden perst. Ook als je probeert niet te luisteren, hoor je de stem toch.

'Ja, dat is zeker niet om te lachen', vertelt ze de Spitsuitdeler. Ik moet mij tussen hem en haar wringen om een krantje te bemachtigen. 'Ze hebben hem geschorst.' Het gesprek gaat verder, ik probeer mijn saldo van de Chipknip op te vijzelen. 'Ongeschikte pas, ga naar bank', vermeldt het display.

'Ze zijn verschrikkelijk. Hij heeft even vastgezeten, maar dat zo'n verkrachter gewoon rond mag lopen.' Ik sta met de rug naar haar toe en probeer te bedenken hoe ze eruit zag. Ik zie een winterjas in rood en wit, met letters, een beetje plasticachtig. 'Het is toch schandalig', reageert de stem op de krantenverdeler, die ik alleen maar hoor mompelen.

Je zou maar zo'n stem hebben, bedenk ik, terwijl ik voor de derde keer het pasje in het gleufje duw. Voor de derde keer vertelt het apparaat dezelfde mededeling. Eigenwijs en hardleers.

17 februari 2009

Rechtse kerk

De omroep Wakker Nederland moet rechts Nederland een stem geven. De Telegraaf-lezer kan nergens terecht op de Nederlandse televisie is de redenatie van de grootste krant van Nederland.

Ik zag een item van een jakhals bij De wereld draait door waar de Telegraaf-lezer inmiddels een lade clichés open trekt. Zo zou er een eenzijdig beeld zijn op de televisie, de linkse kerk zou alleen aan het woord zijn en het geluid van rechts zou overstemd worden door al het linkse gekwek.

Dat het onzin is, bewijzen meerdere onderzoeken waaronder het onderzoek van André Krouwel van de Vrije Universiteit. Rechtse thema's domineren de voorpagina's van de krant en de opening van het journaal.

Dat Geert Wilders vrijdag Engeland niet binnen kwam, mochten we meemaken door te zien naar een vliegtuig vol met journalisten waar Wilders tussendoor liep.

Strategisch gezien kan de Telegraaf beter meedijen op het televisie-initiatief van Geenstijl. Dan heeft de rechtse kerk meer kans van slagen.

16 februari 2009

Ge-Hannes

De verdwenen zeehonden bij Pieterburen brachten mij direct bij de ontsnapping van de jonge zeehond Hannes bij het dierenpark in Nordhorn. Hannes was zes weken oud en wist de zomer van 2004 ons aller harten te veroveren door zich niet te laten vangen.

Uiteindelijk lukte het Leny 't Hart het dier te vangen. Vervolgens ontstond een discussie over de vrijlating van het dier. Leny vond dat het dier recht had op een vrijlating in de natuur, dat wil zeggen de Waddenzee. Leny is fel tegen het houden van dieren in gevangenschap. Het dierenpark was een andere mening toebedeeld, zij vond dat ze haar zeehond weer terug mocht krijgen.

Nu zwemmen twee van haar zeehonden ergens in de slootjes rond Pieterburen. Of erger, ze zwemmen al in een kanaal of wisten op eigen houtje de Waddenzee te vinden. Leny kan het nu niet alleen af. Ze jaagt op de zeehondjes, nog zonder succes.

Hannes 'verdween' destijds spoorloos door het dierenbevrijdingsfront en Nordhorn viste achter het net. Sommigen beweren Hannes nog weleens te zien. Dat zijn vooral stappers die het dier ver na middernacht in de grachten van Leeuwarden zien dobberen.

Of de zeehondjes terechtkomen, is de grote vraag. Stiekem hoop ik dat ze net zo gewiekst zijn als Hannes en het wel weten te redden. De Waddenzee ligt binnen handbereik voor de twee. Helaas is het geen zomer en geen komkommertijd, dus voor de dieren is het beter gewoon gevangen te worden genomen, aan te sterken en dan uiteindelijk vrij in de Waddenzee te zwemmen, tot ze weer ziek worden, etc.

15 februari 2009

Nico vogelaar

Een lichtgroene Renault stond op het einde van de dijk, op het plekje tot waar je mag komen met de auto. De achterklep van de hoge auto stond open. Onder het dakje stond een man met een dikke blauwe muts. Zo eentje die ruwe bolsters op de vissersboot dragen. Op de grond stond een statiefje met iets van een kijker erop.

De man tuurde in mijn richting, keek over mij heen en staarde het IJmeer over op zoek naar vogels. Of zeilbootjes, of hij stelde de kijker scherp op een boompje op Pampuseiland dat een beetje wegviel doordat het wat heiïg was. Het voelde of hij zijn kijker over mij heen liet glijden, zachtjes, als de hand van een geliefde. Een beetje met schroom, omdat hij zich mogelijk betrapt voelde.

Ik naderde de auto en zag de man nu beter. Hij tuurde inderdaad over mij heen, de diepte van het IJsselmeer in. Vlak onder mij dobberden een groepje watervogels, maar die zag de vogelaar niet. Hij keek meer over mij heen, de verte in. Alsof er dichtbij niets te beleven was aan de vogels. Er zaten zelfs een paar wit met zwarte beesten tussen.

Ineens dook de man ineen, zakte door zijn knieën en boog over de camera die op de grond stond. Het leek op een videocamera, een klepje stond omhoog geklapt. Hij tuurde in de richting van het klepje. Ik keek nog eens goed naar de man, zag het grijze ringbaardje en het teken van de herkenning schoot door mijn hoofd: Nico de Haan.

Daar stond Nico de Haan naar vogeltjes te turen. De voor de camera zo spraakzame man, stond nu in alle rust vooroverbogen over zijn videocamera. Ik probeerde te denken hoe heerlijk dat zou zijn, op zondagmorgen helemaal alleen op zo'n dijk, alleen een hardloper passeert, en dan turen naar de vogeltjes.

Voor de presentator van natuurtelevisie moet het IJsselmeer een grote volière zijn waar allemaal voor hem bekende vogels rondvliegen. Voor mij is iedere vogel anders dan een mus, een meeuw of een merel, een vreemde vogel. Voor Nico de Haan is iedere vogel een vogel.

Kruiend ijs in het IJsselmeer

Bovenop had zich een dun laagje ijs gevormd, dat dikker werd naarmate het dichter bij de kant kwam. De golven duwden het ijs omhoog en gaven het ijs iets van een tafellaken dat werd uitgeklopt werd. Je wist dat onder het ijs het water golfde. Het leek of de golven gemaakt werden door een paar vrijwilligers, zoals bij een toneelstuk gebeurt als het schip in een ruwe storm verkeert.

Aan de kant had zich het ijs opgehoopt tot een stapel dunne schijfjes. Op de bevroren golven bewogen eindeloze hoeveelheden stukjes ijs. Alsof iemand honderden ruiten had laten sneuvelen en de stukjes glas bij elkaar had geveegd. Zo lagen al de stukken ijs over, op en door elkaar heen en schommelden mee op de maat van de golven.

De stilte op de dijk zorgde dat de symfonie van het kruiend ijs extra goed te horen was. De stukken ijs schuurden langs elkaar en tikten het zachte geluid van brekend glas na. De golven duwden de stukken ijs omhoog wat bij iedere daling een geroffel en geschuifel losmaakte. Terwijl ik zo rende vroeg ik mij of ik nu echt de enige was die dit bijzondere moment meemaakte.

14 februari 2009

Fokke & Sukke google

Het is natuurlijk hartstikke leuk dat i-google met een zonsondergang of een rijtje mensen dat op de bus staat te wachten. Toen ik laatst op de website van Fokke & Sukke keek, deed ik een fantastische ontdekking. Er is nu ook Fokke & Sukke voor op de i-google.

Een paar dagen kijk ik nu naar het duo dat achterna gezeten wordt door een mammoet, of dat ze op een prachtig Frans schilderijtje over een bruggetje wegrijden op twee brommers. Echt de moeite waard dus.

Kijk bij fokke & sukke om je te abonneren.

13 februari 2009

Vooruit met de geit

We liepen het terrein van de kinderboerderij op. De deur ging open, de man van de kinderboerderij kwam naar buiten en liep ons tegemoet. Ik maakte net Sientje vast tegen het hek bij de schapen. 'Mogen we naar binnen?' vroeg ik. De schapen stonden dicht bij ons. 'Hé geiten', riep Doris. 'Het zijn schapen', corrigeerde ik. 'Als jullie heel stil mogen jullie naar binnen. Een geit is net aan het bevallen. Er is al één lammetje', zei hij. We volgden hem naar binnen.

Er lag een heel klein hoopje geit, de haartjes stonden vochtig overeind. Hij staarde wat verdwaasd om zich heen. Ik wees naar het diertje en vertelde dat het beestje net geboren was. 'Wat doet hij nou' riep Doris onthutst. 'Gaat hij poepen?' Een rode loper hing uit het achterste van het beest. Een bolletje vocht bengelde aan het vlies.

Het dier begon weer te persen. Een heel klein kopje met ernaast twee pootjes stak uit de opening. Het leek of het dier een duik wilde maken in het zwembad van het leven. De man boog naar de activiteit, want na de pers trok het hoofdje weer terug. Hij trok het met de volgende pers mee. Een vochtige klont viel eruit en plofte in het stro. Moeder draaide zich om naar haar jong en likte het gelige vlies eraf.

'En dat op vrijdag de dertiende', grinnikte de man trots. Zijn mobieltje zong iemand die hem wilde spreken. Hij nam op. 'Nee, de offerte moet ik nog met mijn baas bespreken.' Hij keek weer naar de opening, de spieren trokken samen. De sliert bloed bewoog. Er kwam nog wat bloed mee, maar geen nieuw lammetje.

Doris keek ondertussen naar de geiten in het hok naast de bevallende moeder. De geit boog in de richting van Doris en snuffelde aan de sterrenmuts. Ik wees Doris op de geit en Doris aaide haar vlak onder het oog. Het dier hapte in de mouw van mijn jas en trok eraan. 'Kijk hij ruikt aan mijn handschoen', zei Doris, de andere geit in het hok snuffelde aan de kleurrijke want die aan haar jas bengelde.

Ik liet Doris even achter om te kijken hoe met Sientje buiten ging. De schapen hadden zich gegroepeerd bij de paal waar Sientje aan vastzat. Sientjes rug keek de schapenogen toe. Ze rilde. Een schaap knaagde aan de riem. Zij had geen boodschap aan het geboren zien worden.

12 februari 2009

Vertraging

Het perron was vrijwel leeg toen ik er aan kwam. Normaal loopt mij een stroom reizigers tegemoet die nog het meest doet denken aan de sneeuwvlokjes die in het gezicht waaien met een flinke sneeuwstorm. Ik kan ze nog maar net ontwijken, word naar de rand geduwd door de stroom en moet vechten voor elke streepje perron.

Nu stonden een paar reizigers, maar de trein was er niet. Het is heel gek, maar ik voel altijd direct of iets in de haak is. Zeker, ik heb er in de afgelopen drie weken vaker gestaan toen de trein er nog niet was. Nu voelde ik dat iets niet in de haak was, de trein hoorde elk moment binnen te komen rijden, maar er was niets. Geen lichtjes in de verte die vertrouwd in de richting van het perron koekeloerden. Totale leegte en rust, dat was ervoor in de plaats gekomen. Om de vertrouwde orde om te laten slaan in een chaos waarbij reizigers samengeperst op een kluitje de koude trotseren is ongeveer een halfuurtje nodig. En geen informatie. Geen informatie is nog veel belangrijker. De tijd verstreek, de grote wijzer van de klok trok steeds meer omhoog uit het dal in de richting van de drie. De trein vertrekt normaal om 7.43 uur. Ik wist ook wel dat vijf minuten voor vertrek nog niets omgeroepen zou worden, ook al stonden we hier te wachten.

De twee tonen om de mededeling in te leiden klonken door de speaker. De intercity naar Maastricht was uitgevallen, meldde de vrouwenstem, omdat er een kapotte trein bij Culemborg stond. Hij reed gewoon niet verder meer.

Een kapotte trein bij Culemborg, dat is op mijn route. Mogelijk was de trein waar ik op wachtte defect en zou mij nu een lange wachttijd resten. De informatie over mijn trein bleef uit, terwijl de vertrektijd al bijna tien minuten verstreken was. Iedere twee tonen gaven weer hoop, maar hier klonken alleen intercity's naar andere richtingen die over enige ogenblikken zouden binnenkomen.

Eindelijk klonk het verlossende antwoord: mijn trein was uitgevallen. Excuses voor de late informatie, vertelde de mannenstem. Het was niet meer nodig. De volgende trein zou over drie minuten vertrekken.

Maar de volgende trein kwam ook niet. Het perron stroomde voller en voller. Er kwamen zelfs interessante mensen bij, met sigaren of een meisje met alleen een sweatshirt aan. Zou zij het niet verschrikkelijk koud hebben? De man met de sigaar sprak over de eerste mobiele telefoon waarnaar hij belde. 'Het moet ergens in de jaren tachtig geweest zijn', het klonk hopeloos ouderwets. Alsof hij meegevlogen had met het eerste vliegtuig van Anthony Fokker.

De cijfers van de klok waren voor de grote wijzer over hun hoogtepunt heen, hij mocht weer zakken toen de mededeling kwam. De volgende trein zou wel rijden, maar had een onbekende vertraging, vertelde de vrouwenstem. Ze had nog niet opgehangen, of de computer haalde haar informatiestroom in. 'Hij vertrekt over tien minuten', zei de computerstem in een vreemde zinsintonatie. Ze lijmde de los ingesproken woorden tot een volle zin.

Toen eindelijk de felbegeerde lichtjes in de verte opdoemden, voelde ik koude tenen. Ik vroeg mij af of het meisje met alleen het sweatshirt het niet heel koud had. De capuchon hing onder de dikke das die ze droeg. Een enorme stortvloed mensen stapte uit de trein, ze stroomde over het perron zoals het water uit een emmer valt die je ineens omkeert. Hoe is het mogelijk dat al deze mensen in dat ding hebben gezeten, vroeg ik me af. Het sweatshirt-meisje stapte voor mij de trein in. Ze leek het helemaal niet zo koud te hebben als ik zou veronderstellen. Ze nam plaats op het tochtige balkon.

Dat de trein zoveel even tevoren op het perron samengepakte hoeveelheid mensen kon bergen verbaasde me. Het verbaasde me nog toen ik de wankele maar tijdelijke trap van het station Houten afdaalde. De voeten nog altijd koud, maar de bestemming bijna bereikt.

11 februari 2009

Zonsopkomst

Niets mooiers dan de opkomst van de zon. Het begin van de dag geeft zoveel hoop, zeker als ze zo vurig is als vanmorgen. De huizen stonden in vuur en vlam voor de nieuwe dag. Geweldig toch om zo de dag te beginnen. Dan is het opeens helemaal niet zo erg dat ik twintig minuten moet lopen naar mijn werk.

10 februari 2009

Vogel wat zing je vroeg

Februari is niet de maand van Martin Bril. Ik had het net gelezen vandaag op zijn blog. Mevrouw Bril geeft in de column van haar man juist een pleidooi voor de maand: de dagen worden langer; de zon hoe weinig hij ook schijnt, hij wint aan kracht; alles begint langzaam uit te lopen en 's ochtends hoor je de vogels weer.

Ik stapte uit de trein. De schemering sloeg al om zich heen. Recht voor mij zong een merel, hoog in de top van de boom. Omdat ik op het hoge station stond, was de merel bijna even hoog als ik. De vogel zwierde met de zang en de wind heen in weer in de dunne top. Ik genoot van het besef dat het de eerste merel was die ik hoorde zingen dit jaar.

Bij het wegzetten van de fiets kon ik het niet laten nog een keer flink te genieten van het riedeltje. Een mooie opening met een kwint omhoog, bijna onmogelijk, maar het dier floot het. Het klonk precies als het begin van het preludium in a van J.S. Bach (BWV 543). Zou Bach ook op een februaridag de eerste merel deze melodie hebben horen fluiten?


Ter vergelijking BWV543

09 februari 2009

Dubbele agenda

Zijn haar is naar achteren gekamd zoals Peter R de Vries. Een klein snorretje kriebelt tussen zijn neus en bovenlip. Hij buigt wat naar de man die schuin tegenover hem zit. 'Ze moet niet denken dat ze zomaar zo'n afspraak kan verzetten. Nu mag ik het weer opknappen. Ik kan het toch ook niet helpen dat ze dubbele afspraken maakt. Ik weet niet of ik een gaatje heb in mijn agenda, maar ze moet niet denken dat ik daar mijn afspraken voor verzet. Dat zij een dubbele agenda heeft kan ik niet helpen.'

De andere man knikt, hij draagt een kleurrijke das, die flets is geworden door het vele wassen. De camelkleurige jas camoufleert de kleurrijke das. De grijze plukjes haar aan weerszijden van zijn gezicht, maken hem wat intelligenter dan zijn cynische collega. 'Ik ben de beroerdste niet. Als ik haar kan helpen, help ik haar, maar ze moet niet denken dat ik mijn agenda voor haar verzet', vervolgt hij op gedempte toon. De stem is zo afgevlakt dat de emotie verbannen is.

Ze turen samen dezelfde kant op naar het raam. Ze zien hoe de schemering hun spiegelbeelden steeds duidelijker maakt. Ze kijken bijna in een spiegel, die zich herhaalt tot in het eindeloze in het andere raam. 'Griep, hebben jullie daar ook zo'n last van', onderbreekt de cynische onze stille gedachten. De camelman kijkt niet begrijpend in zijn richting. 'Zieken, hebben jullie geen zieken? Gek word je ervan bij ons. De ene week, die, deze week weer twee.' De inteligente houdt wijselijk zijn mond. De cynische is nog niet klaar. 'Ik ben allang blij dat ze niet allemaal tegelijk ziek zijn, anders hadden we echt een probleem.

08 februari 2009

De eerste schopjes

Het park voelde de eerste schopjes van het voorjaarskind in de buik. De zon probeerde haar verre stralen te laten schijnen en een voorzichtige warmte af te geven. De paden glibberden onder mijn voeten. Er was niet gestrooid. Tegen deze gladheid viel niet te strooien.

Ergens op één van de smalle zandpaden stond ze stil. In een scootmobiel. De rugleuning zo ver mogelijk naar achteren geklapt. Twee donkere glazen beschermden haar ogen voor het felle licht. Ik kon het niet zien, maar wist zeker dat ze de ogen dicht had. Haar gezicht kon het genieten niet wegdrukken. Stil en langgerekt lag ze daar.

Naast haar mobiel stond een hond, met de staart naar haar gekeerd. Hij draaide zijn nek naar achteren en keek haar aan. Afwachtend, durfde niet zomaar het initiatief te nemen. De grijze haren rond de bek verrieden dat hij eveneens op leeftijd was. Hij kon niet genieten, wilde verder, maar bleef toch staan. Voor haar. Tot die verdomde eerste schopjes eindelijk voorbij waren en ze de tocht en de winter verder aanvaarden.

07 februari 2009

Aan de Amsterdamse grachten

Ik kon het bij het bezoek aan Amsterdam niet laten om Doris even voor een echt Amsterdams stadsgezicht te zetten. Een heerlijk plaatje, zeker ook omdat ze zo'n mooie sterrenmuts op heeft.

Kunstenaar

We liepen over de Prinsengracht op de terugweg van de boekenuitverkoop van Selexyz Scheltema in De Duif. Mooie boeken voor een prikkie. Daarna hadden we koffie en warme chocomel gedronken met een muffin. Filemon liep voorbij met een oudere man, het zou zo z'n vader geweest kunnen zijn. Hij had niet zo'n grote neus in het echt, maar net toen ik besefte dat het allemaal meeviel, waren hij en de oudere man al weg.

De sterrenmuts van Doris trok veel aandacht en bekijks. Een vrouw met een rode sjaal, rode jas en een even rode bril begroette ons. 'Mooie muts heb je op', riep ze. Doris is dit commentaar zo gewoon geraakt, dat ze niet eens reageerde op het compliment.

Een stel liep een galarie uit, de kunstenaar met verfvlekken op de broek en de trui zwaaide hen uit. 'O, wat heb jij een mooie muts op', stootte hij vermakelijk uit in onze richting. Dit keer stopte Doris en keek naar de kleurrijke schilderijen in de galarie. Grote verfklodders in vrolijke kleuren markeerden een figuur dat wel erg op een koe leek. 'Gaan jullie naar een feest?' vroeg hij. We stonden nu echt stil.
Doris keek alleen maar naar de man. Zijn haren vielen wat voor de ogen en leken net een gordijn die op een kier geopend stond. 'Je bent zo mooi gekleed', liet hij als argument voor zijn vraag volgen. 'Nee', antwoordde ik maar. 'Voor haar is het altijd feest.' 'Van wie is die muts', vroeg hij belangstellend. 'Mijn vrouw heeft hem gemaakt.' 'Is ze kunstenares. Wat is het een mooie muts.' 'Nee, ze is geen kunstenares. Ze houdt gewoon van naaien.' 'Daar houd ik ook van', zei de man. Zijn ogen werden klein en glommen pret. Ik knikte. 'Kom Doris, we gaan weer verder.' Doris draaide zich om en liep met me op. 'Wacht', hoorde ik roepen. 'Ik heb nog een cadeautje voor je.' Weer keerden terug, liepen de galarie in en stonden naast het schilderij in wording, dat duidelijk een koe verbeeldde.
'Je mag een kaart uitzoeken', zei hij tegen Doris en draaide de molen met kaarten rond. Doris wist weinig raad met deze uitnodiging. Ik wees maar een mooie koe aan en Doris haalde hem uit het schap. De kunstenaar pakte de kaart. 'Zo, dan maak ik nog een mooie tekening van jou en je muts.' Hij krabbelde op de kaart, de punten van de sterrenmuts en de het hoofd van Doris. Achter hem pakte hij een opgerolde poster. 'Die krijg je er ook nog bij.' Hij plakte er een stickertje op, met zijn e-mailadres en website: diem.nl erop.
We bedankten hem en keerden om. 'Wacht, ik heb ook nog wat voor je moeder. Want ze weet het niet meer, maar zij is hier ook geweest.' De ogen fonkelden weer op met pret. Ze tintelden de tintels van sterren. Hij liep een trapje op. 'Wat gaat hij doen?' vroeg Doris. 'Hij gaat nog iets halen.' Hij kwam lachend de trap af en gaf mij de kaart van een blote vrouw. Een schets waar de erogene zones in een bloedrode kleur waren geschilderd. Hij plakte opnieuw een stickertje op de achterkant.

'Nu gaan we echt', herhaalde ik tegen Doris. We keerden om en liepen weg. 'Dag', riepen we nog allebei. 'Bedankt en een prettige dag verder.' 'Dag', hoorden we. Toen we buiten liepen, meende ik nog zijn stem te horen. 'Wacht, ik heb nog iets', maar nu was het genoeg. Voordat we met een schilderij zouden weglopen.

Links
Voor meer informatie over Peter Diem en zijn museum aan de Prinsengracht zie: www.diem.nl. Voor een beschrijving van de kunstenaar kijk op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Peter_Diem

06 februari 2009

Geloven

Hij had het natuurlijk niet mogen zeggen, meneer Andries Knevel. Hij gelooft niet in een schepping van 6 keer 24 uur. Hij gelooft in het creationisme, een merkwaardige mix van christendom met Darwinisme.

Ergens vind ik dat als je gelooft, je gewoon de bijbel van kaft tot kaft moet geloven. In het andere geval is de bijbel gewoon een prachtig boek, met geweldige spannende en adembenemende verhalen, gedachten, filosofieën en diepzinnigheden. Een literair werk dus, dat je meeneemt en meesleept in de kracht van het verhaal.

De mix van wetenschap met geloof hebben, denk ik, de meeste christenen. Persoonlijk denk ik dat als je niet gelooft in de schepping, dat je dan ook niet kunt geloven in de kern van het christendom, namelijk de opstanding van Jezus Christus. Een ding van alles of niets, anders kabbelt al het geloof af en blijft er helemaal niks meer om te geloven

Konijntje

Grote letters lagen dik op de stenen van het talud onder de spoorbrug bij Almere Strand. De stenen waren de lijntjes voor het schrift geworden. 'Konyntje ik kan niet zonder je', stond er. De Ypsilon maakte drama van de liefde voor konijntje alleen maar schrijnender.

De letters deden pijn in mijn ogen. Er stond nog iets onder geschreven in fletse letters, maar dat had hier niks mee te maken. Hier was de liefde opgehouden, een kreet geworden. De letters galmden hier onder de betonnen balken van het tunneltje. Hoog denderde een trein over mij heen.

Ik holde verder en bedacht het verhaal van de liefde voor konijntje. Zou konijntje verdwenen zijn uit het leven van de jongen? Of had konijntje slechts gedreigd te vertrekken? Hier sprak een jongen. De grote kapitale letters, zonder enige ronding en opsmuk, moesten van een jongen zijn. Hij was radeloos, dat vertelden de letters, de letters schreeuwden het verdriet uit. Ze krijsten wanhoop, ja, wanhoop krijsten ze.

Ik dacht wat ik eerder gezien had, de wieken van de windmolens waarvan de schaduw zo mooi over het gras van de dijk trok. Het leek net of hij omhoog rende, de dijk op. Wat verderop hing een kleurrijke vlieger hoog in een boom hing. Hier was eindeloos geprobeerd om het ding uit de boom te trekken, zo vastgewikkeld en treurig zat het plastic in de boom geklemd tussen de kale takken. Ik zag een vader met een jengelend kind proberen om de vlieger los te krijgen. Na een uur proberen waren ze maar gegaan.

Nee, dat kon allemaal niet op tegen het konijntje. Een halfjaar terug betrapte ik bij het rennen nog een paartje dat de liefde bedreef in de bosjes bij het strand van Almere. Hij stond innig ineengestrengeld achter haar. Misschien was dat wel konijntje.

De glasvezel ligt er

De bouw van een glasvezelhuisje gooide roet in het eten. We zouden een maand of vijf geleden al de kabel hebben gekregen, maar gisteren rukte het arbeiderslegioen ineens op. De Amsterdamweg lag opengebroken, zag ik bij het binnenrijden van ons steegje. Dat kon niet lang meer duren, bedacht ik mij.
Vanmorgen stonden twee bouwlieden voor ons huis. De ene peuterde een rolmaat naar binnen, hij trok hem er weer uit en mat nogmaals de lengte vanaf ons trapje tot de struikjes. De andere man keek een tikkeltje onnozel naar binnen. Een muts probeerde de ergste koude buiten te houden.
Daarna begon alles, werd gegraven, diep gegraven, een bundel kabeltjes erin gelegd en daarna bezochten ze de huizen. Telkens een kabeltje minder. Het laatste kabeltje werd bij ons naar binnen getrokken. Een krijtkruisje vermeldt waar het naar binnen gaat. Ze hebben in ons kruipluik gehangen en daar steekt nu een oranje draadje naar binnen.
Het is zover, de glasvezel ligt erin en is klaar om ons internet nog sneller te laten lopen. Of zoals Herman Finkers zei in zijn nieuws: 'Glanerbrug heeft kabeltelevisie. Wanneer Glanerbrug riolering krijgt, is nog niet bekend.'

05 februari 2009

Drie art deco lampjes

Het is donker, ik ontwijk de grote plas water die midden op het fietspad ligt. Overal is het licht uit of zijn de gordijnen dicht. Ik kijk naar binnen door een raam waar nog het licht brandt.

Een vrouw zit voor een televisie. De grijze haren worden verlicht door drie art deco lampjes. Ze zijn alledrie precies hetzelfde ingelegd, de kleuren net iets te fel voor echt art deco. De kleedjes liggen op de tafels en maken het beeld compleet.

Net niet echt.

04 februari 2009

'We staan even stil'

Anderhalve week in de trein, toont een mooi stukje spoorwegcommunicatie via de intercom. Soms hoor je niks en zit al tien minuten een koe je aan te staren, soms sta je nog niet stil om te horen dat je stilstaat, of gaat stilstaan. Conducteur en machinist kunnen er wel wat van.

Een grip uit de mededelingen vandaag, die eigenlijk allemaal overbodigheden bevatten.
- 'We staan stil voor een sein en wachten tot we weer mogen rijden.'
- 'Een goederentrein rijdt voor ons, daarom moeten we even wachten.'
- 'Er is een storing op dit baanvak, waardoor we steeds moeten afremmen.'
- 'Deze trein zit voller dan normaal. [heel lange stilte] Dat komt omdat we een treinstel minder hebben. [weer heel lang stil] We vragen uw begrip hiervoor.'
- 'We moeten even wachten voor een rood sein.'
- 'Een trein moet ons even passeren, daarom staan we even stil.'

Ik probeer me voor te stellen naast zo'n autobestuurder te zitten. 'We staan nu stil voor een rood stoplicht en laten het andere verkeer nu passeren. Als het groen is mogen we weer rijden.' En dat dan bij ieder stoplicht.

Voor mensen die gek zijn op rare mededelingen in de trein, er bestaan sites waar fervente treinreizigers (ik ben nog maar een beginneling) hun rare zinnen op kunnen posten: http://www.omroephumor.nl. Onze Taal heeft enige tijd geleden ook een artikel gepubliceerd over omroepberichten in de trein.

03 februari 2009

Zaterdagmorgen

Het draaiorgel zingt
van Afrika tot in Amerika
de muziek trekt traag
de lege straat in

Een trommel danst na
op de maat en roffelt mij
Toets uw pincode in
raffelen de flappen

Een man steekt een prei
uit de tas naast
sla en een pak
hagelslag met chocolaatjes erin

De bakker heeft geen
Zweeds wit meer, de jongen
aait de tijgerbroden traag
door zijn handen

de machine in en snijdt
in reepjes boterhammen
Het knapje meisje staat
achter hem en drukt haar

heupen tegen hem langs
voor een klant naast mij
Ze streelt vijf Surinaamse
bolletjes voor een euro vijftig

De ochtend jengelt verder
van Amerika tot Afrika
over een leeg plein neuriet
een fluit zes broden op een fiets

Als ik de rust speel
klinkt hij in een wind
door een boom met alleen
takken zonder bladeren

02 februari 2009

Grijs werk

Ik vertelde dat ik nu ergens anders werkte. Dat ik nu met de trein moet en niet meer op de fiets. Dat ik daardoor wat eerder weg moet en wat later thuis kom. Ze luisterde aandachtig. 'Welke kleur heeft jouw werk', vroeg ze. Ik wist geen raad met deze vraag. 'Ik werk nu ergens anders', herhaalde ik nog eens.

Zij herhaalde haar vraag nog eens. 'Welke kleur heeft jouw werk.' Het bleef stil. Ze vervolgde: 'Jou andere werk groen. Welke kleur heeft je werk.' Ik snapte het verhaal. Het gebouw waarin ik eerst werkte was groen. Ik moest heel hard nadenken. De kleur van het gebouw lag niet zo op het netvlies. 'Grijs', zei ik. Ik dacht aan het dak van het gebouw. Of de stenen nu ook grijs waren wist ik niet meer.
Vanmorgen en vanavond maar even het gebouw op de foto gezet. Het dak is inderdaad grijs, maar de stenen van het Citadel zijn bruin.
Ik liet Doris de foto's zien en verwees naar de dag ervoor waar we het over de kleur van mijn werk hadden gehad. 'Dit werk ben ik niet geweest', antwoordde ze. Ze keek nog even naar het plaatje en vervolgde waarmee ze bezig was.

01 februari 2009

Boekenlandschapjes

Voor mijn schoonmoeder is het een rijtje stofvergaarders, voor Gerrit Komrij zijn het landschapjes. Het is heerlijk om een tijdje naar een boekenkast te staren en dan de ruggen te lezen. De hele inhoud van het boek doet er dan niet toe, want de fantasie vult het verhaal van de titel in.

Geïnspireerd op Gerrit Komrij kan ik het ook niet laten om mijn boekenkast op de foto te zetten. Kleurrijke ruggen van meer dan een eeuw oud.
Hier een rijtje ruggen die nog gelezen moeten worden voor mijn Zuid-Afrikaanse vrienden.
Nog een rijtje.
Deze rij boeken is de inspiratiebron voor een essay dat ik graag wil schrijven.
De boeken van Gerrit Komrij natuurlijk.

Hyvesvrienden in groepen delen

Al die collega's die in je Hyves zitten te turen en de foto's van een feestje zien, je aan een sigaret zien lurken, of weten dat je vanmorgen in de sauna zit. Het is een beetje dubieus, je wilt zo veel mogelijk vrienden, ook je collega's, maar tegelijkertijd hoeft niet iedereen alles te weten. Net zoals in het echte leven.

Vanmorgen lag er een berichtje in mijn postvak dat je nu je vrienden kunt indelen in groepen. Vrienden vrienden, Vrienden familie en Vrienden zakelijk. Je kunt het allemaal gaan aanmaken in een bakje. Soort bij soort, boodschap bij boodschap. Zo hoeft je baas niet te zien dat je gewoon brak bent van het feestje gisteren, in plaats van ziek, meldt de Hyvesbeheerder. Tegelijk zegt hij snel dat zijn Hyves-team de boel niet mag afsluiten voor hem. Dat je vrouw vanaf nu niet meer kan zien dat je bij je vriendinnetje zit, vergat hij erbij te zetten.

Ik zie hierin dat langzaam de openheid van het www meer en meer verandert in de werkelijkheid. Tegen je collega's kun je niet alles zeggen en tegen je vrienden zeg je weer andere dingen dan tegen familie. Zo zit het leven in elkaar en dat is lastig te rijmen met de openheid van internet. Collega's toelaten in je Hyves betekent dat je rekening moet houden met de informatie die je erop zet. Of het indelen van de Hyves-vrienden hierbij helpt, vraag ik me af. Je zult het als collega toch zien als een blokkade in de gesuggereerde openheid.

Mijn vorige baas ontdekte twee weken voordat ik vertrok, mijn blog. Ik hoorde al de verhalen die ik had opgeschreven uit haar mond en hoefde niks meer te vertellen. Ze zei er wel bij dat ze nog gezocht had wanneer ik gesolliciteerd had naar mijn nieuwe baan. 'Daar kon ik niks over terugvinden.' Ik heb dat gezien als een compliment op mijn zorgvuldigheid. Op internet kun je niet alles opschrijven. Een blog is geen dagboek.