Het perron was vrijwel leeg toen ik er aan kwam. Normaal loopt mij een stroom reizigers tegemoet die nog het meest doet denken aan de sneeuwvlokjes die in het gezicht waaien met een flinke sneeuwstorm. Ik kan ze nog maar net ontwijken, word naar de rand geduwd door de stroom en moet vechten voor elke streepje perron.
Nu stonden een paar reizigers, maar de trein was er niet. Het is heel gek, maar ik voel altijd direct of iets in de haak is. Zeker, ik heb er in de afgelopen drie weken vaker gestaan toen de trein er nog niet was. Nu voelde ik dat iets niet in de haak was, de trein hoorde elk moment binnen te komen rijden, maar er was niets. Geen lichtjes in de verte die vertrouwd in de richting van het perron koekeloerden. Totale leegte en rust, dat was ervoor in de plaats gekomen. Om de vertrouwde orde om te laten slaan in een chaos waarbij reizigers samengeperst op een kluitje de koude trotseren is ongeveer een halfuurtje nodig. En geen informatie. Geen informatie is nog veel belangrijker. De tijd verstreek, de grote wijzer van de klok trok steeds meer omhoog uit het dal in de richting van de drie. De trein vertrekt normaal om 7.43 uur. Ik wist ook wel dat vijf minuten voor vertrek nog niets omgeroepen zou worden, ook al stonden we hier te wachten.
De twee tonen om de mededeling in te leiden klonken door de speaker. De intercity naar Maastricht was uitgevallen, meldde de vrouwenstem, omdat er een kapotte trein bij Culemborg stond. Hij reed gewoon niet verder meer.
Een kapotte trein bij Culemborg, dat is op mijn route. Mogelijk was de trein waar ik op wachtte defect en zou mij nu een lange wachttijd resten. De informatie over mijn trein bleef uit, terwijl de vertrektijd al bijna tien minuten verstreken was. Iedere twee tonen gaven weer hoop, maar hier klonken alleen intercity's naar andere richtingen die over enige ogenblikken zouden binnenkomen.
Eindelijk klonk het verlossende antwoord: mijn trein was uitgevallen. Excuses voor de late informatie, vertelde de mannenstem. Het was niet meer nodig. De volgende trein zou over drie minuten vertrekken.
Maar de volgende trein kwam ook niet. Het perron stroomde voller en voller. Er kwamen zelfs interessante mensen bij, met sigaren of een meisje met alleen een sweatshirt aan. Zou zij het niet verschrikkelijk koud hebben? De man met de sigaar sprak over de eerste mobiele telefoon waarnaar hij belde. 'Het moet ergens in de jaren tachtig geweest zijn', het klonk hopeloos ouderwets. Alsof hij meegevlogen had met het eerste vliegtuig van Anthony Fokker.
De cijfers van de klok waren voor de grote wijzer over hun hoogtepunt heen, hij mocht weer zakken toen de mededeling kwam. De volgende trein zou wel rijden, maar had een onbekende vertraging, vertelde de vrouwenstem. Ze had nog niet opgehangen, of de computer haalde haar informatiestroom in. 'Hij vertrekt over tien minuten', zei de computerstem in een vreemde zinsintonatie. Ze lijmde de los ingesproken woorden tot een volle zin.
Toen eindelijk de felbegeerde lichtjes in de verte opdoemden, voelde ik koude tenen. Ik vroeg mij af of het meisje met alleen het sweatshirt het niet heel koud had. De capuchon hing onder de dikke das die ze droeg. Een enorme stortvloed mensen stapte uit de trein, ze stroomde over het perron zoals het water uit een emmer valt die je ineens omkeert. Hoe is het mogelijk dat al deze mensen in dat ding hebben gezeten, vroeg ik me af. Het sweatshirt-meisje stapte voor mij de trein in. Ze leek het helemaal niet zo koud te hebben als ik zou veronderstellen. Ze nam plaats op het tochtige balkon.
Dat de trein zoveel even tevoren op het perron samengepakte hoeveelheid mensen kon bergen verbaasde me. Het verbaasde me nog toen ik de wankele maar tijdelijke trap van het station Houten afdaalde. De voeten nog altijd koud, maar de bestemming bijna bereikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten