31 oktober 2012

Wifi repeater

Het bereik van de Wifi in huis is niet overal ideaal. Zeker sinds de router beneden staat, lukt het op zolder nauwelijks om op internet te komen. Laat op zolder nou net mijn bureau staan. Zodoende verlangde ik al een tijdje naar een versterker van de draadloze golven.

Bij de Aldi had ik er een keer eentje gevonden. Alleen vond ik hem alleen in het krantje. De Wifi repeaters waren al uitverkocht. Gelukkig werden ze weer aangeboden. Zodoende stond ik vlak na openingstijd bij de ingang. Er kwam al een jongen uit de winkel met een enorme computer. Hij werd gevolgd een oudere man met een groot computerscherm.

Zodoende rende ik naar de kassa en sloot aan in de rij. Als ze er zijn, dan zijn ze bij de kassa, heb ik ondertussen geleerd. De laatste aankoop was wat minder geslaagd. Het ging om een harde schijf van 1,5 Terrabyte die ik pas een jaar na aankoop aan de praat kreeg. Ook toen stond ik met openingstijd in de winkel.

De man voor mij haalde er 2. Ik vreesde dat ik naast het net zou vissen. Maar de cassiere pakte behendig 2 nieuwe exemplaren. ‘Die wil ik ook’, zei ik nadat de man had afgerekend. Naast de 2 Wifi repeaters ging hij er vandoor met een pakje schnitzels en een spitskooltje. ‘En de man achter mij, wil er volgens mij ook eentje.’

Ik hoorde de oudere man eerder bij de filiaalmanager vragen om een exemplaar. ‘Die liggen altijd bij de kassa, anders ben ik ze zo kwijt.’ Je bent ze sowieso snel kwijt, dacht ik toen. Nu knikte de man achter mij in de rij. ‘Ja, van hetzelfde’, zei hij.

De cassiere liet mijn exemplaar over de scanner gaan en legde het volgende op de loopband. De man greep het gretig vast. ‘Nee, meneer. Eerst afrekenen’, zei ze streng. ‘Dan mag u hem meenemen.’ ‘Ik wil hem heel graag’, antwoordde de man als excuus.

Ik ging naar huis met het ding. Helemaal blij. Het was me gelukt om een felbegeert artikel van de Aldi te pakken te krijgen. Ik wist niet dat het nu pas begon. Ik moest het ding nog zien in te stellen. Dat was een stuk lastiger dan ik verwachtte.

Allereerst beweerde de handleiding dat je via een kabeltje contact moest hebben met je router. Ik was een halfuur in de weer om op zolder een stopcontact te maken in de nabijheid van het computerdraad dat door ons huis van beneden naar boven loopt.

Daarna moest ik het ding zien in te stellen. Ik volgde netjes de handleiding omdat ik hem het signaal wilde laten versterken. Zodra ik het had ingesteld, beweerden computer en mobieltje dat er conflicterende IP-adressen actief waren. Dan de ‘bridge’-functie proberen. Ook dat hielp niet. Dan maar iets aanvinken, bedacht ik me.

Ik ontdekte dat de Wifi repeater ook zonder internetaansluiting via een draadje werkte. De conflicterende IP-adressen waren verholpen met het vinkje. Daarna zocht ik een ander plekje voor de repeater. Nu staat hij op de eerste verdieping in de buurt van een raam. Het draadloos netwerk beslaat nu het hele huis met dezelfde code.

Ik ben ontzettend blij. Nu hoef ik niet meer de router op de rugleuning van de bank te leggen als ik op zolder wil internetten.

30 oktober 2012

Hoe smaakt in vensterbank gerijpte tomaat?

De herfst begon en de tomatenplant in de tuin kreeg vruchten. Te laat om nog te rijpen in de zon. De temperatuur was te laag om ze op natuurlijke wijze rood te krijgen. Daarom knipten we het trosje af en legden het op een schaaltje in de vensterbank.

De ervaring vorig jaar met het rijpen van de tomaten was niet zo positief. Het kleine tomaatje dat kwam, smaakte ontzettend melig. De tros tomaten van dit jaar bleef uit angst voor tegenvallers groen. Hoogstens bespeurden we dat de bleekgroene kleur van eerst misschien iets donkerder werd. Maar van rode tomaat was in de verste verte geen sprake.

Tot ze ineens verkleurden. Het begon met de grootste. Hij kreeg geleidelijk de kleur van een rijpe tomaat. Tot hij zondag ons met een gezond rode blos aankeek. Wat een kleur. Het beloofde veel goeds.

Omdat het de kweek van Doris is – zij heeft immers de zaadjes in de tuin geplant – mocht zij de tomaat aansnijden. Eerlijk deelde ze de vrucht. Zo proefde ik een frisse tomaat die beduidend beter smaakte dan het melige ding van vorig jaar. En het belooft nog wat te worden. Er liggen al meer rijpe tomaatjes op het schaaltje.

29 oktober 2012

Gehackt

Het begon met een vreemde code vorige week maandag. Ik haalde het netjes weg. De plugins waren verdwenen. Er stond een raar tekstbestandje. ‘Het is zover’, zei ik tegen Inge. ‘Ik ben gehackt.’

Gehakt zou je van ze willen maken, die criminelen die je site overnemen. Hoe het veroorzaakt werd, was mij onduidelijk. Wel merkte ik dat het erg kwalijk was. Toen ik per ongeluk het tekstbetandje als widget plaatste, verscheen er een dreigend filmpje met een galg en werden er Arabische teksten voorgedragen.

Ik haalde alles weg, maakte een nieuw account in WordPress en ging onder een andere naam schrijven. Alle blogs zette ik over op mijn nieuwe naam. Hier moest ik wel een eind mee komen.

Ik dacht dat ik het euvel verholpen had, maar gistermorgen zag ik een andere tekst staan. Mijn titel was overgenomen. Nu moest het wat rigoreuzer. Ik maakte een backup en ging aan de slag met wat andere artikelen. Een nieuwe wp-settings erin, ik controleerde de wp-config op ‘hacktaal’, maakte weer een ander account aan en ging aan de slag met mijn plugins.

Het was opgelost, dacht ik. Alleen maakte ik een foutje. Bij het verwijderen van het account vergat ik aan te vinken alle artikelen op de nieuwe naam over te zetten. Ik ontdekte het, maar het was te laat. Ik kon de actie niet meer ongedaan maken.

Alles was weg! De backup kon ik niet meer herstellen. Ik had iets verkeerd gedaan. De nood was nu echt aan de man. Ik raakte in paniek. Alle data, 2200 blogs en meer dan 800 foto’s , waren verdwenen.

Ik toverde de artikelen terug via de backup vandaag. De foto’s lukten niet. Mijn provider neostrada heeft de foto’s weer prachtig hersteld. Daarna heb ik weer veel werk gemaakt van de beveiliging en nu hoop ik dat ze mij ongeroerd laten. In elk geval eerst een stevige backup draaien. Want data is ontzettend veel waard. Dat heb ik wel geleerd.

28 oktober 2012

Op tijd

image

De ochtend is eerder opgestaan dan ik. De klok is een uur verschoven. De mensen leeft weer bij de tijd, de tijd van de natuur. Het voelt wakker. De wereld is bevroren. Op de houten brug ligt een dikke laag rijp. Op de lopen plekken is het gras wit. De bladeren liggen stijf op de grond. Ze ritselen niet meer onder de hondenpootjes, maar kraken zachtjes.

De zon verovert trots het bevroren landschap. Mijn schoenen glijden lichtjes over het asfalt. Ik pak het volgende bruggetje. Dikke wolken dampen uit het water op. De zon schijnt op de reling. De rijp dampt omhoog. Het is een schouwspel van vervliegende waterdamp. De damp vermengt zich met de dikke wolken uit het water.

Ik loop het laantje in. De zon schijnt door de kale takken. De bomen hebben al het blad verloren. Dan duik ik de hoek om en tuur het andere park in.

De zon schijnt op het bevroren gras. Mist wolkt omhoog. De nieuwe dag wint terrein. Het licht kleurt alle toonaarden. In het park begint een kleurensymfonie te spelen. Daar zet ik mijn treden in het witte gras. Vooruit dwars door de nachtvorst. Op weg naar een mooie dag.

27 oktober 2012

Kamelen

kamelen onder snelwegviaduct

Het verkeer van de A1 raast boven ze op het viaduct. Ze staren dromerig voor zich uit. De poten liggen in elkaar geklapt als bij een klaptafeltje en rusten in het zand. Drie kamelen onder het troosteloze beton van de snelweg.

Ze zien de fietser niet voorbij rijden. Horen de auto’s niet meer boven hen razen. Ze turen de diepte in. De kaken malen trage rondjes. Ze herkauwen het maaltje van eerder vandaag.

Koude wind blaast over de bulten. De woestijn onder het viaduct doet ze dromen van de Sahara. De herfstwind verstoort die droom. Maar ze trekken er zich weinig van aan. De Sahara kan ook koud en donker zijn. Net als het koude zand onder het donkere viaduct.

zandweiland met kamelen

Alles raast door. Op zoek naar een bestemming. De zon kan niet eens bij de kamelen. Het maakt niet uit. De bulten wijzen fier en vol naar boven. Daar is niet veel voor nodig. Zelfs deze plek die niemand wil, is goed voor ze.

26 oktober 2012

Krijsen, gillen en roepen

De meeuwen krijsen over het water. Een vrouw laat haar hond uit. Het beest holt meters voor haar uit de branding in. Een oude vrouw loopt haar tegemoet. Het dier vliegt blaffend op haar af en laat pootafdrukken in haar donkere jurk achter. De eigenaresse van de hond roept het dier.

De hond heeft lak aan de lokroep. Andere dingen lokken hem veel meer. Een jongen met een vlieger. Of een andere hond die angstig wegrent. Mij kan niks gebeuren. Zijn bazinnetje schalt zijn naam over het strand. Hij loopt weg. Weer de gil. Hij duikt op een andere hond die hem grommend begroet. Uitdagend rent het dier de branding in.

Aan de boulevard staat een oudere man. Hij kijkt naar de vrouw met de hond, schudt geergerd zijn hoofd. Achter hem begint een auto te gillen. Tandwiel schuurt op tandwiel. De man schrikt. Het petje op zijn hoofd schiet een eindje omhoog. Hij draait zich om en loopt gejaagd naar de auto.

Met een ruk trekt hij het portier open. ‘Je moet de koppeling laten opkomen als je hem in de versnelling zet’, schreeuwt de man. De vrouw achter het stuur kijkt hem hulpeloos aan. ‘Eerst de koppeling indrukken.’ De man buigt naar voren en wijst naar de voeten van de vrouw. Hij maakt een schakelbeweging met zijn hand. ‘Dan de versnelling, dan koppeling laten opkomen.’

Hij smijt het portier dicht. De auto gilt opnieuw. ‘Je snapt het gewoon niet’, schreeuwt de man moedeloos. De vrouw gebaart met haar armen omhoog. De auto maakt nu helemaal geen geluid meer. De man loopt geirriteerd weg. Dan wordt hij tegengehouden. Voor hem staat een hond te blaffen. Hij roept iets naar de vrouw beneden op het strand.

Dan ineens begint de motor van de auto te draaien. De vrouw schakelt, laat de koppeling opkomen en rijdt weg. Haar man staat voor paf. Hij kijkt de auto na terwijl de hond tegen hem blaft. Achter hen gilt het bazinnetje moedeloos. Wie weet luistert haar hond ook een keer.

25 oktober 2012

Kroamschudd'n

In Twente noemen ze het kroamschudd’n. En dat hebben wij gedaan. We zijn op kraamvisite geweest bij facebook-vriendin Diana. Haar ruwhaar teckel Dena heeft 3 weken geleden 6 prachtige puppies gebaard. De foto’s waren zo verleidelijk dat we zijn gaan kijken. En wat zijn het een schatjes.

Dan kun je bijna niet voorstellen dat Teuntje en Saartje een jaar geleden nog niet eens geboren waren. Er is sindsdien veel veranderd. Er lopen nu 2 bijna volwassen teckels in huis rond. En dan vergeet je snel dat ze ook zo klein zijn geweest. De puppies van Dena kropen nog traag. Ze stonden wankel op de pootjes en piepten nog zachtjes.

Die kleine hondjes zijn ongelooflijk vertederend. Er moest er eentje poepen en zelfs dat kreeg iets liefs. Het beestje wankelde op zijn achterpootjes en perste met moeite het drolletje eruit. Zo verandert een vieze aangelegenheid in iets schattigs.

Ik kon het niet nalaten er eentje vast te houden. Ook redde ik het hondje Odin. Hij verstopte zich onder de bench en durfde er niet meer onder uit. Zo hield ik het reutje eventjes in de hand vast. Wat ruiken ze lekker en kijken ze schattig.

De zachte lijfjes en de onbeholpen bewegingen. Ze deden mijn hart smelten. Bijna wilde ik er eentje meenemen. Zo lief en schattig. Ik was helemaal verliefd. Gelukkig weet ik ook wel dat je niet elke hond die je ziet, kunt meenemen.

Zodoende gingen we zonder een nieuwe aankoop naar huis. Maar wel met de ervaring van die lieve hondjes. Want ze zijn geweldig! En ik heb mij laten vertellen dat er nog een paar beschikbaar zijn…

Update

Doris maakte enkele filmpjes van de hondjes. Ze heeft samen met mij een mooie samenvatting gemaakt waarover ze een tekst heeft ingesproken.

24 oktober 2012

Vreemdganger

Ze komt van verre al aangewaggeld. Een brede jas strak en breed tegelijk rond haar lijf gespannen. Het bruin steekt treurig af tegen de grijze lucht erom heen. Een boot vaart in het kanaal evenwijdig aan de weg en haalt een fietser in. De golven rollen achter het bootje en breken tegen de metalen kade.

Ik ga naar binnen, snuffel wat tussen de boeken. De stapel Dickens ziet er veelbelovend uit. Ik vermaak mij de laatste tijd met de Schetsen van Boz. Hoe een beginnend schrijver zich tegoed doet aan schetsen uit het dagelijks leven. Zelfs een ballonvaart of de koetsjes op het plein zijn de moeite waard voor een verhaal.

Ik vind 2 titels die ik nog niet heb. Het tweede deel van het Grauwe huis en het eerste deel van de biografie van Foster. In een bundel essay’s die ik van een andere plank trek, zegt Vestdijk dat Bleak Haus de mooiste roman van Dickens is. Ik speur verder en vind dingen die ik langere tijd al zoek. Soms voor iemand anders.

Als ik bij de achterste kast sta, hoor ik stemmen. ‘Ik ben bij hem weg’, zegt een vrouwenstem. ‘Hij ging vreemd.’ Mijn vingers glijden langs de titels. Erotische verhalen van Heeresma. Achter de kast klinkt het geluid van klerenhangers. Ze tikken tegen elkaar.

Ik loer om het hoekje. Een vrouw hangt een bloesje aan een klerenhanger. Ze luistert aandachtig naar de vrouw die haar vriend heeft verlaten. Ik kan haar niet zien, de boekenkast staat voor haar. ‘Hij ging vreemd en ik moest steeds huilen. Daarom zijn we uit elkaar gegaan.’

Ze doet een stap naar voren. Ik zie de vrouw die langs het kanaal waggelde. Het koord van haar jas zit strakgeknoopt om haar middel. Het maakt haar dikker dan ze is. De wallen onder haar ogen vormen dikke gootjes om de tranen naar beneden te geleiden. De vrouw die luistert, hangt het bloesje op. ‘Weet je Jeanette’, zegt ze. ‘Je moet de volgende keer gewoon een Nederlandse vriend zoeken. Niks kwaad over buitenlanders, maar ze zijn anders.’

De vrouw met het koord om haar middel, buigt treurig voorover. De bloesjessorteerder kijkt haar aan. ‘Mijn moeder had het getroffen met mijn vader. Maar de meeste die ik ken, zijn niet zo. Zoek gewoon een Nederlandse vriend. Dat is veel beter voor je.’ Ze pakt een nieuw bloesje van de tafel en houdt het tegen het licht van het raam.

Een boekenrug kijkt me verleidelijk aan. Ik trek het boek uit de kast en blader het door. Als ik opkijk, is de vrouw met de jas verdwenen. De vrouw bij het raam pakt een nieuw bloesje en houdt het tegen het licht. Ik zet het boek terug in de kast en stap een kast terug voor een ander verhaal.

23 oktober 2012

Waterlandse bos

Ik loop door het bos waar ik 2 maanden geleden fietste. Naast elkaar, de laatste etappe op weg naar huis. De zon schijnt nu op een laag pitje. Wij reden in de zomerhitte. De zon brandde op mijn armen. Bij het bankje in het open veld stopten we om ons extra in te smeren tegen de felle zon.

Nu piepen de stralen bedeesd door de bomen. De bladerrijke kruinen van toen zijn nu kalend. De groene bladeren zijn veranderd in tinten geel, rood en bruin. Het licht valt alsof het even nagedacht heeft. De lichtstralen kun je bijna afzonderlijk waarnemen als je goed kijkt.

Ik haal een fietsend gezin in. Vader rijdt voorop. De zoon hangt vast aan de bagagedrager met een touw. Hij laat zich op zijn skeelers voorttrekken. Moeder rijdt erachter. Haar opgevallen jas wappert mee op de wind als de manen van een paard.

Ik ren er voorbij. Kom langs het bankje waar we 2 maanden terug stopten om ons nog even in te smeren tegen de warme zon. Nek, schouders en armen kregen een extra laag olie. De zoon maakt zich los van het touw. Met grote slagen hoor ik hem over het asfalt roetsjen.

De bochten door denk ik aan de rekensommen die ik haar gaf. Optellen boven de 20. En daarna aftrekken. Nu rekent ze in tafels. Hoeveel je leert in een paar maanden tijd. Ik ga de bocht om. Vader en moeder maken weer tempo. Moeder voorop, vader erachter. De zoon heeft zijn touw weer gepakt. Ze rijden mij voorbij.

Het bruggetje, het kasteel. Bijna thuis dacht ik toen. Trots dat we zo’n goed team vormden. Opgelucht dat het allemaal zo goed ging. Nu geniet ik van de zonnestralen. De kracht is verminderd. Een klein stukje van die zomer glimlacht naar mij. Achter de familie aan naar het Weerwater, naar huis.

22 oktober 2012

Erkemederstrand

We zijn naar het Erkemederstrand geweest met de honden. Ik was nog een beetje gespannen. Teuntje smeert hem nog weleens als ze los is. Er waren veel honden op het strand. Geen wonder, het was zondagmorgen en dan willen de baasjes graag met hun hond op pad.

Het is een heerlijk strand waar de honden ongegeneerd konden ravotten en achter elkaar aanrennen. We waren niet alleen. Een vriendin en vriendinnetje met hond reden met ons mee.

De meiden wilden gelijk pootjebaden in het koude water. Teuntje en Saartje werden nieuwsgierig en stapten voorzichtig ook in het water. We kennen ze niet als echt waterminnend. Met de zomerhitte weigerden ze om te gaan staan in het badje.

Nu stonden ze al snel tot hun borst in het water. En even later zwom Saartje zelfs een stukje. Ze werd gevolgd door Teuntje die zich ook manifesteerde als een goede zwemmer. Het staartje zwiepte zelfs over het water als een waterrad dat haar vooruit hielp.

21 oktober 2012

Unboxing Kringloopwinkel Naarden

Het is ruim een week geleden dat ik de aankopen bij de kringloopwinkel in Naarden uitpakte. Ik heb er een mooie video van gemaakt over mijn nieuwe aanwinsten. Boeken van Marion Bloem, Maarten Biesheuvel, Kees van Kooten, Charles Dickens, Doris Lessing en vele anderen.

Uitgelicht

De fragmenten over Dickens Pickwick Papers en het Biesboek van Maarten Biesheuvel heb ik speciaal uitgelicht in 2 aparte vlogs. Ik bespreek apart de uitgave van de Pickwick Papers vertaald door Godfried Bomans. Hij deed dit voor de beroemde Prisma-reeks en gaf het de titel: De nagelaten papieren van De Pickwick Club (1952). Het boek is geĆÆllustreerd met de oorspronkelijke prenten van Robert Seymour en Phiz.

De Pickwick Papers geldt als dƩ doorbraak van Charles Dickens. Een boek waarmee hij goed inspeelt op een crisissituatie na de zelfmoord van de tekenaar Seymour. Hij trekt het hele project naar zich toe en weet het boek tot een succes te maken. Met het boek vestigt hij zijn naam als schrijver. Vele grote romans volgden.

Het Biesboek van Maarten Biesheuvel is een vermakelijk fotoboek met veel anekdotes. Zeker ook met de bijdrages van Maarten ’t Hart en Biesheuvels ‘God’ Karel van het Reve. Over Biesheuvels gekte valt niet te twisten. Over de schrijfkwaliteiten van de P.C. Hooft-winnaar evenmin.

Over het waarheidsgehalte van de verhalen, kun je zeker twijfelen. Dat in zijn verhalen leugens en waarheden zitten, staat onomstotelijk vast. Al is het zeer onduidelijk wat Biesheuvel nu liegt en wat nu waar is.

20 oktober 2012

Wankele mast

De zonnestralen schijnen in het haventje. De meeste masten van de zeilboten liggen neergestreken. Een meisje houdt een mast in de lucht. De mast wankelt door zijn lengte. De wind lijkt vat te krijgen op het zeil. De balans is ver te zoeken.

Op het bruggetje staat een man. Hij maakt een foto van het meisje dat zichzelf en de mast in het gareel probeert te krijgen. Ze buigt naar voren. De mast zwiept heen en weer. De man roept iets naar het meisje.

De mast schiet nog een keer naar links en dan naar rechts. En dan staat hij kaarsrecht in de zeilboot. Trots wijst de mast naar de hemel. Vanaf de brug klinkt een gejuich. Het fototoestel klikt. Het meisje staat in bevallige pose naast haar zeilboot. Dan loopt ze naar de achterkant van de zeilboot en duwt het bootje te water. Klaar om te varen.

19 oktober 2012

Herfstkleur

tulpenboom in herfstdracht
Tulpenboom in Beatrixpark in herfsttooi

Na de bladeren van de populieren volgen snel anderen. De lindebomen veranderen snel van tint. Net als de kastanjeboom die slordig bruin en geel vlekt. Zelfs de eikenbomen verschieten van kleur. In het park valt de diepgele kleur op van de 3 tulpenbomen.

De 3 tulpenbomen verschillen van kleur. In het zonlicht van vandaag verschoten ze in een indrukwekkende tint. De Canadese Esdoorn krijgt eveneens haar herfstkleur in rode en bruine tinten. Het zal niet meer lang duren of de Amerikaanse eiken volgen. Net als de Ginkgo in mijn tuin. Daar is nog geen enkel geel in te ontdekken, maar het groen begint aardig ter verkleuren. De eerste voorbode.

18 oktober 2012

Kinderwagenwissel

image

De vrouw stond achter haar wagen op het perron. Klaar om in te stappen. De trein reed binnen. ze manoeuvreerde het gevaarte in de richting van de toegangsdeur van het treinstel. De trein stond eindelijk stil. De deur bleef dicht. Eerst viel een klein plateau uit het treinstel. Daarna schoof de deur open.

Tegenover de vrouw stond een andere vrouw met kinderwagen. Ze hees het gevaarte op en probeerde het de trein uit te krijgen. Zelfs een plateau en gelijkliggend treinstel verhinderen niet dat het lastig is een treinstel uit te stappen. Ze kreeg het met even wachten voor elkaar en liep genoegzaam weg. Het kind in de wagen kraaide.

Nu was het de beurt aan de vrouw die nog op het perron stond. Behendig hees ze de kinderwagen omhoog door de handgreep naar beneden te drukken. De voorwieltjes kwamen omhoog, vielen over de lage drempel, waarna de vrouw snel de handgreep omhoog trok. Zo die is binnen. In de wagen bleef het stil.

17 oktober 2012

Kastanjeregen

image

De boom achter ons huis regent kastanjes. De laatste weken vallen elke dag meer kastanjes uit de boom. Een windvlaag is genoeg voor een heuse kastanjeregen. Gelukkig dat ik er bijna nooit onder loop als het gebeurt.

De keer dat ik er stond met een ferme wind, vielen ze allemaal om mij heen. Aan het einde van hun val vielen ze met een doffe plof. Ze stuiterden nog even op het mossige gras. Maar ik bleef ongedeerd.

De twee grootste verzamelaars in huis komen nu dagelijks met zakken vol van deze bruinrode vruchten. ‘Ik maak er poppetjes van’, zei Doris laatst. ‘Maar wat ga jij er eigenlijk mee doen?’ Ik moest een antwoord schuldig bllijven. Ik verzamelde om het verzamelen. Nutteloos en zonder enig doel. Daarom doneerde ik mijn hele verzameling maar in een gulle bui. Zoveel kastanjes had het niet eerder geregend bij Doris.

Het antwoord op haar eigen vraag gaf ze niet veel later zelf. ‘Als ze er liggen, dan moet ik ze oppakken en meenemen.’ Eigenlijk is het gewoon heel leuk om ze te verzamelen. Wat je er dan mee doet, is veel minder belangrijk.

16 oktober 2012

Praatstoel

image

Hij ging zitten, spreidde zijn benen breed en liet zijn handen op zijn knieƫn rusten. De mensen die hem kenden, wisten het. Hij neemt plaats op zijn praatstoel. Hij begon te praten. Zijn oostelijk accent vulde de ruimte. Het gaf hem iets aandoenlijks, maar wat hij vertelde bleef saai.

Een boek dat hij gelezen had, een film die hij zag op zijn tiende en een computerspelletje waaraan hij verslaafd was geweest. Maar hij sportte liever. De synopsis van het boek werd uitvoerig besproken. Van het boek dat hij las. Misschien las hij niet zo vaak waardoor hij zo sterk in details trad. Misschien had hij gewoon een goed geheugen.

De toehoorders vielen bij bosjes af. Eentje hield het wat langer vol en reageerde soms. Het bevestigde zijn praatstoel. Hij hapte gretig toe op de vlokjes praatvoer die de volhouder hem gaf.  Het verhaal was niet te stoppen.

De ene toehoorder na de andere stapte op en ging weg. De afloop van het verhaal wachtten ze niet af. Ook de volhouder gaf op. Hij vertrok. De man op de praatstoel praatte verder alsof iedereen er nog zat. Het verhaal ging verder. De kamer was leeg.

15 oktober 2012

Energierekening

Wat kost energie en wat levert energie op?

Dingen kosten energie. Uit andere dingen haal je weer energie. Zo beheer je je eigen energierekening. Waar krijg je energie van en wat kost je energie. Ik denk er al een paar dagen over na en probeer mijn eigen kosten-baten-lijstje te maken.

Ik maakte elke avond een lijstje met 3 dingen waar ik energie van kreeg en 3 dingen die mij energie hebben kost. Nut en noodzaak vanuit jezelf geredeneerd. Het kostte mij energie, was het nodig en heb ik er iets aan gehad?

Een lastig lijstje. Want waar haal ik energie uit? Een rondje in de pauze lopen en dan een eekhoorntje in de bossages treffen. De zonsopkomst in de trein als ik naar mijn werk ga. Het kopje koffie als ik thuiskom. Het schrijven van een gedicht voor wolkenhemel. Ze brengen mij stuk voor stuk energie.

Zo lijkt in alles wel in energie verstopt. De dingen die moeten – de was, de vaat of tandenpoetsen – daar haal ik weinig uit. Het is de verplichting die mij energie kost. Soms leg ik hem mijzelf op. Elke dag een blog is zo’n verplichting.

Elke dag bloggen moet niet zozeer van mijn lezers als van mijzelf. Een heerlijk genoegen dat schrijven. Maar soms kan het doorschieten in een moeten. Daar moet je voor oppassen. Dan kost het meer energie dan het oplevert.

14 oktober 2012

Jongensboek

image
Deel van een schedel geƫxposeerd in de nieuwe bibliotheek van Almere.

Een jongensboek lijkt het. Een jongen loopt langs graafwerk, een pasgegraven Watergang in Almere-Poort. Iets steekt uit de dikke klei die langs de kant opgeworpen ligt. Hij kijkt nog eens goed. Trekt en wrikt. Ineens houdt hij een schedel vast. Onderweg naar huis zwaait hij naar de buurvrouw. Leuke bal houdt hij daar vast, denkt zij.

Zijn ouders zien gelijk wat het is: een schedel. Politie erbij. Die begint een forensisch onderzoek op de plaats delict. Het is onmogelijk de oorspronkelijke plaats te vinden. Hij heeft het uit het klei gehaald. De oorspronkelijk bodem van de Zuiderzee concluderen de rechercheurs. Waarschijnlijk is de schedel verjaard genoeg voor een misdaad.

Voor de zekerheid wordt het stuk schedel opgestuurd. Inderdaad het dateert uit de eerste eeuw na Christus. Waarschijnlijk van een Germaan. Gevaren op de Zuiderzee, dat toen mogelijk het ‘Ala mere’ (= groot meer) heette. Verdronken in het water. Of dat kwam doordat hij zich het water op waagde in een bootje of op een andere manier, is niet meer te achterhalen.

image
Tekst over de Zuiderzee die in de Romeinse tijd meer een aaneenschakeling van meren was.

De schedel is te zien in De nieuwe bibliotheek. In een prachtige vitrine met de uitleg en een mooie foto van de vinder erbij. De 12-jarige Thijs is een van de weinigen die hem echt heeft vastgehouden. Heel even in contact met het verleden. Een verleden dat meer gissen dan zekerheden bevat. Dat is alleen maar mooi. Een heus jongensboek.

13 oktober 2012

Hoge fluit

De trein rijdt. Hoog gilt een fluittoon in de stille coupƩ. Het maakt genoeg lawaai om de 2 douanebeambten niet meer te horen. Schuin tegenover mij zit een oudere vrouw. Haar ogen dwalen van buiten naar mij en terug. Ze houdt haar handen over elkaar gevouwen voor haar buik.

Als de conducteur het station aankondigt, schalt het geluid boven de fluittoon uit. Ze kijkt geƫrgerd in de richting van de geluidbox boven het raam. Het doet zeer aan de oren. We missen de informatie niet. Zelfs de meest slechthorende zou dit lawaai opmerken.

Haar handen liggen samengevouwen en rusten op haar buik. Ze tuurt uit het raampje, trekt haar lichtroze jasje recht. Haar haren vallen zilver langs haar wangen. Haar hals ziet er rimpelig uit. Ze smakt met haar mond. Haar ogen vertellen dat de bestemming niet snel genoeg kan komen.

Een andere stem klinkt door de geluidsbox om mijn bestemming aan de kondigen. De stem is rustig genoeg om het geluidssysteem niet te overschreeuwen. De vrouw staart vermoeid uit het raam. De nieuwe stad glijdt haar ogen voorbij. De gebouwen vertragen, het perron komt in zicht. Ik sta op. Ze kijkt met jaloers in mijn rug.

12 oktober 2012

Firefox

‘Welke versie van Firefox hebben we eigenlijk? De nieuwste versie is onveilig‘, zegt ze. Ze zit achter de computer en werkt in Firefox. Rechts bovenin zie ik het ronde tekentje met de opgerolde vos. ‘Geen idee’, antwoord ik. ‘Hoe zou je kunnen zien welke versie je hebt?’ ‘Volgens mij moet je het wel ergens kunnen zien.’ ‘Als dit versie 16 is, dan is hij onveilig’, zegt ze stellig.

Ik open de browser Firefox. Eigenlijk werk ik alleen in Chrome. ‘Wat is er dan mee aan de hand?’ vraag ik. Al dat gezeur over onveilige browsers begin ik flink beu te worden. Een paar weken terug werd ook gewaarschuwd voor de nieuwste update van Internet Explorer. In sommige landen adviseerden regeringen de browser niet te gebruiken.

‘Hij is teruggezet naar 15 in alle landen, behalve in Nederland’, vervolgt ze. ‘Stom he?’ Ik speur in het menu naar de plek waar je de versie kunt vinden, open google en type ‘versie achterhalen firefox’. De resultaten komen tevoorschijn. Heel simpel onder ‘Help’ blijkt ineens de button ‘Over Firefox’ te zitten.

Gelukkig er staat nog een versie 15 op. Ik heb het nog niet gezien of het cijfer valt weg en er begint een molentje te draaien. Een computer die vanzelf nadenkt. Dat kan nooit goed zijn.  ‘Update binnenhalen’, staat erbij. Het molentje stopt met draaien en plop: ‘Firefox is up-to-date’. Daar staat de nieuwste versie. Er is geen weg meer terug. Hij blijft halsstarrig op versie 16 staan.

Het lukt niet hem op de oude versie te krijgen. Nergens een versie 15 te downloaden. ‘We moeten hem maar even niet gebruiken’, zegt ze verstandig. Maar misschien hobbelde nu.nl wel achter de feiten aan. De 24 lekken waren al gedicht.

11 oktober 2012

Kool en Kunekune-biggetjes

Biggetjes van het Kunekune-varken

Ze groeien als kool, de kunekune-biggetjes op de kinderboerderij. Ik zag ze zondag weer even bij een bezoekje aan het Den Uylpark. Heerlijk wroeten de biggetjes in het stro. Precies het gedrag van hun moeder immiterend. De eerste schattigheid is er al bijna af. Ze krijgen de uitstraling van een groot varken met een klein lijf. Dat nog wel.

Moeder houdt al geen rekening meer met ze. Als ze een poot neerzet, moeten ze daar gewoon niet staan. Zonder pardon duwt ze haar kroost aan de kant als ze teveel in de weg staan. De 2 maanden oude dieren veranderen van zuigelingen in kleine zelfstandigen.

Plotseling komt de big in ze los. Eentje duwt speels tegen het lijf van zijn zusje. Die zet het op een krijsen en holt het hok rond. De rest komt ook in beweging. Lekker dollen. De 6 biggetjes rennen wild door het hok. Ze zijn even gek. De gekke 5 minuten.

Dan is moeder het zat. Met een luid geknor brengt ze haar kroost tot bedaren. Hier en daar deelt ze een behendige tik met haar neus uit. Wie denkt dat varkens lomp en log zijn, moet deze bewegelijkheid en behendigheid zien. Stoppen jongens, knort moeder. Als de boel weer tot bedaren is, gaan de snoeten weer het stro in. Op zoek naar het eten dat nog ergens verstopt ligt.

10 oktober 2012

Eekhoorntje

image

In de pauze naar buiten. De stralende zon heeft mij uitgenodigd. Ik neem het paadje door de bossages. Het loopt evenwijdig met de brede weg. De bladeren ritselen onder mijn voeten. De populieren hebben nog meer blad verloren de laatste weken.

In de donkergroene en bruine bladeren zie ik opeens een diertje zitten. Ik kijk nog eens goed. De bruine pluimstaart en de puntige oortjes herken ik. Een eekhoorntje. Het dier ziet mij ook en schiet weg naar de dichtstbijzijnde boom. Vliegensvlug rent het aan de stam omhoog. Ik kijk het na.

Het diertje stopt met rennen, draait half om de stam heen en koekeloert van een veilige hoogte naar mij. Het piept hoge uithalen, klimt weer een stukje omhoog en kijkt dan vanaf een tak naar beneden. Weer het piepen. Nog een klein stukje hoger en weer kijken naar mij.

Dan keert het diertje om en schiet terug naar beneden. Weer langs de stam, even stoppen en koekeloeren om de brede boomstam heen. Ik sta nog altijd stil en geniet van het samenzijn met dit diertje. Dan kiest de eekhoorn het hazenpad. Hij schiet weg over de grond naar een andere boom en is verdwenen.

09 oktober 2012

Kip en ei

We lopen het futuristische gebouw van de kinderboerderij uit. Via de konijnen naar de kippen. Ze tuurt door het raampje van het nachtverblijf. ‘Kijk, daar ligt een ei’, zegt ze. ‘Ik ga het vertellen aan de boerin.’ Ik vind het prima.

Ze is alweer verdwenen, de blokkendoos in op zoek naar de beheerder. De varkens wroeten in het hooi. Ze duwen de strootjes omhoog. De neuzen schuren over de betonnen ondergrond. Genoegzaam bootsen de kleine varkens het gedrag van moeder na.

De boerin is gevonden. ‘De kippen hebben een eitje gelegd’, vertelt ze. ‘O’, antwoordt de medewerkster. ‘Dan moeten we het maar even ophalen.’ We lopen weer naar buiten naar het hok van de kippen. De sleutel in het slot, de deur open. ‘Pak het maar.’ Ze klimt over de stok. Restjes poep liggen op het hout.

De legkastjes staan achter de stok. Het ei ligt er imposant en opvallend tegen het houten schotje. Ze pakt het grote ei. Het past nauwelijks in haar hand. ‘Ach, doet u maar een doosje eieren’, zeg ik en geef haar het benodigde geld. ‘Ik ga het even halen’, zegt de beheerder. ‘Dan komt jouw ei erbij’, zegt ze. Doris kijkt trots naar het enorme ei in haar hand. ‘Dan gaan we dit ei koken en mag ik het eten.’

08 oktober 2012

Speeltuin in herfst

image

De speeltuin in de herfst. Het najaarszonnetje schijnt op het bankje waar ik een plekje verworven heb. Naast een vader. De jassen en tassen staan om hem heen uitgestald. De kinderen gillen verderop in het grote speelltoestel. Het woord Turk staat nog altijd breed uitgeschreven op de onderkant van de glijbaan.

Een moeder staat met een filmapparaat bij een speelhuisje. Haar zoontje bakt zandtaartjes. ‘Meneer, wat kost een taartje?’ vraagt het meisje dat buiten het huisje staat. Het kind bukt om nieuw zand te rapen. Hij kwakt het op de toonbank en vormt met zijn handen een nieuw taartje.

Pal achter moeder staat opa. Hij fotografeert zijn kleinkind. Een hele filmploeg is deze zondagochtend uitgerukt om de verrichtingen van de dreumes vast te leggen. De vader naast mij op het bankje, houdt zijn telefoon omhoog. Ik hoor een klik.

Een kind rent naar ons toe. Aan zijn arm bengelt het laatste stukje jas. Hij hijgt, gooit de jas het bankje en rent weer weg. De jas valt midden in de modderpoel. Zwijgend trekt vader de rode regenjas omhoog.

Mijn potlood trekt fijngeslepen kruisjes en streepjes langs de gedichten. Ik kijk af en toe op naar de spelende kinderen. De vader naast mij heeft er tabak van, pakt de stapel jassen en tassen en loopt weg naar het grote speeltoestel. Kinderen gillen om hem heen. Ze klimmen omhoog via de groene, rode en gele knoppen van de klimwand.

Een moeder heeft het vrije plekje naast mij ontdekt. Als een meeuw op een broodkorst stort ze zich op de het lege stukje bank. Ze zucht, haalt haar handen door het haar en doet een zonnebril op. De bril beschermt niet alleen tegen het zonlicht, maar ook tegen het gegil van haar dochter. Het meisje met de lange blonden haren rent naar het klimtoestel en hijst het lange puberlijf zo de hoogte in.

Daarna begint het meisje op de metalen tunnelbuis van de glijbaan te kloppen. Metaal op metaal klinkt schel over het speelterrein. Waarmee ze op de glijbaan slaat, weet ik niet. Dat het herrie maakt wel. ‘Hoor je het’, gilt ze uit de tunnelbuis. Haar broertje holt over het terrein. ‘Nog verder’, roept ze. Het jochie staat aan de andere kant van de speeltuin en zijn zus slaat nog harder op het metaal.

Ik zie de geĆ«rgerde blik door de zonnebril heen. Ze staat op en loopt moedig naar het klimtoestel. ‘Hou daarmee op’, roept ze nog harder dan haar dochter zojuist gilde. ‘Ach wijf, bemoei je met je eigen zaken’, brult de puber terug. Moeder druipt af en draait zich halverwege toch nog even om. ‘Als je maar stopt.’

Ze trommelt weer verder. Een moeder tilt haar peuter in het toestel. ‘HĆ©, houd daar eens mee op’, brult ze omhoog. Het slaan stopt abrupt en het meisje glijdt naar beneden. Ik sla weer een bladzijde om van de stapel vellen met gedichten. Geen beter moment van selectie dan in de zon op een bankje. Moeder pakt haar boeltje op en loopt naar de schommels waar dochter en zoon slingeren. ‘We gaan’, gilt ze en ze loopt weg zonder een antwoord af te wachten.

07 oktober 2012

Hardlopen met de honden

Hardlopen met de honden. Dat lijkt me geweldig. Ik probeerde het een paar maanden terug, maar het ging nog niet zoals ik wenste. Vrijdag deed ik het nog een keer. En het ging boven al mijn verwachtingen.

Ik rende door het park het rondje dat ik normaal met ze loop. Zelfs een eindje verder. Met ons liep wel een paar honderd meter een ander hondje mee. Het leidde ons niet af van de missie: samen hardlopen. De achtervolger hebben we gewoon van ons afgeschud met de Cesar-methode.

Vanmiddag wilde ik het weer een keer proberen. Weer de hardloopkleren aan en dan lekker hollen. Ik geef ze tussendoor een rustpauze om te snuffelen en eventuele behoeftes te doen. Teun heeft er superveel plezier in. Saartje loopt het begin heel enthousiast mee, maar krijgt het verderop wat zwaarder.

Daarom passen we ons tempo aan op de langzaamste. Ze vinden het allebei erg leuk. Vrijdag liepen we nog een kilometer of 3. Vandaag toch al wel 4. Zo bouwen we het langzaam maar zeker op.

Bij thuiskomst vielen de 2 teckels vrijwel meteen in slaap. Overigens verbaas ik mij erover hoe snel een hondenlijf zich herstelt van zo’n inspanning. Een klein uurtje later verstouwden ze heerlijk stuk kalkoenvleugel.

Meer dan verdiend. Dat zeker.

06 oktober 2012

C-diploma

Wel even raar toen ze vorige week na de zwemles bij me kwam met het briefje: ze mocht proefzwemmen voor diploma C. Een dag later zaten we weer in het zwembad. Ze haperde bij de borstcrawl. Die moest ze overdoen. De badmeesters waren tevreden met het resultaat: ze mocht afzwemmen.

Daar zaten we vandaag dan. Dit keer mochten we aan de badrand aanmoedigen en kijken naar de verrichtingen van ons kind. Wat een trots zwom daar. De kleren aan, met een koprol in het water, blijven drijven en 100 meter met de kleren aan zwemmen. Al klauterend over de matrassen in het water. Het ging prima.

De eerste duik, een koprol met de kleren aan

De borstcrawl happerde wel even, maar verder alles prima. Wat een prestatie. Ik zag een zelfverzekerd meisje zwemmen. Zenuwachtig. Zeker ook toen de badmeester grapte dat er twee mensen gezakt waren. Het waren de reddingspoppen langs de waterkant. Die bakten er inderdaad weinig van.

Hebbes! Diploma C!

De zwemmers in het water leverden allemaal mooie prestaties. Iedereen kreeg het diploma. Het 9 meter onderwater zwemmen was natuurlijk spectaculair. Bijna net zo spannend als de 5 meter voor het A-diploma en de 7 meter bij het B-diploma.

05 oktober 2012

Fiets gestolen?

image

Een groepje jongeren heeft zich verzameld op de brug. Ouderen vinden het niet zo interessant te zien dat een meisje tot haar oksels in de gracht staat. Ze fietsen voorbij en werpen hoogstens een blik naar het buurmeisje. Het buurmeisje staat muisstil. Op zoek naar haar sleutels en de bonuskaart. De herdershond rent heen en weer.

Een meisje hangt half over de brug en kijkt. Ze roept iets naar een vriendin. ‘Ik ga naar huis’ en loopt weg. Ze heeft een paar stappen gezet en komt alweer terug. ‘Mijn fiets is gestolen’, zegt ze geschrokken naar de vriendin. ‘Ik heb hem daar neergezet.’ Ze wijst naar de bosjes. ‘En het is niet eens mijn eigen fiets.’

Haar lichaam krimpt in elkaar. ‘Ik had hem maar even neergezet tegen de bosjes.’ Haar vriendin kijkt haar meelevend aan. Ik heb het gevoel iets te moeten zeggen. Ik sta precies tussen de 2 meisjes in op de brug. ‘Tjonge’, zeg ik. ‘Het is toch wat. Weet je zeker dat hij daar stond?’ Ze kijkt angstig om zich heen. ‘O nee, daar staat hij.’

‘Ik blijf nog even’, zegt haar vriendin. ‘Zet hem maar wel op slot’, zeg ik. ‘Ja’, antwoordt het meisje. Ze rent naar de fiets toe, draait hem in het slot en loopt terug naar de brug om verder te kijken.

04 oktober 2012

Bonuskaart

zoek de bonuskaart

We liepen met de honden een rondje. Bij de gracht blafte een hond. We kwamen dichterbij zodat we wat beter konden zien wat er aan de hand was. De herdershond rende van de brug naar de waterkant en sprong het water in. Hij zwom naar het meisje dat midden in de gracht stond. Het was het buurmeisje.

De hond is niet uit het vriendelijkste hout gesneden. Het meisje van wie de hond was, keek benauwd toen ik met de honden kwam aanlopen. Daarom liep ik maar een blokje om. Ze bedankte me vanaf de brug waar ze stond.

Het buurmeisje stond stokstijf in het koude water. Midden in de gracht. Het water kwam tot aan haar oksels. De hond bleef blaffen. Ik vroeg me af wat ze daar deed. Er stond genoeg publiek omheen om niet in actie te komen. Ik wist ook dat mensen juist verdronken onder toeziend oog van een menigte. Niemand voelde zich verantwoordelijk iets te doen.

Ik liep om de brug heen en zag het tafereel vanaf de overkant. Het buurmeisje zag mag van onder de brug. ‘Hoi buurman.’ Ze zwaaide. Ik zwaaide terug. Doris stond inmiddels bij de groep kinderen. De fietsen van de voorbijgangers waren gestald tegen de brug en de omliggende bosjes.

Doris vond het wel interessant om het buurmeisje zo in het water te zien staan. Ze hing naast de anderen over het bruggetje. De herdershond holde zenuwachtig van de brug naar de waterkant en terug. Als hij op de brug stond, blafte hij naar het meisje. Vanaf de waterkant ook. Hij sprong niet meer in het water.

De hond bleef zenuwachtig blaffen. Ik hoorde het geblaf achter de huizenblokken vandaan komen bij het naar huis brengen van de honden. Het leek mij verstandig bij thuiskomst eerst maar eens een kijkje te nemen op de brug.

De herder rende nog steeds. Stond op de brug naar beneden te blaffen, liep zenuwachtig naar de waterkant en blafte weer. ‘Wat doet ze daar in het water?’ vroeg ik. ‘Ze is haar sleutels kwijt en die zijn heel belangrijk. Er zit een bonuskaart aan.’

‘Het is koud’, klaagde het buurmeisje. ‘Je moet dieper’, riep het meisje van de herdershond. ‘Maar het is koud. Het komt tot mijn borsten.’ Ze keek mij indringend aan. Het meisje van de herder gooide haar een stokje toe. Ze roerde in het water met het houtje. ‘Daar moet hij liggen.’

Het buurmeisje zette een stap. ‘Mijn schoenen zitten vast.’ Ze maakte bewegingen met haar benen. Het water vormde golfjes aan het oppervlak. Een eendje zwom voorbij net buiten bereik van het buurmeisje. ‘Dag buurman’, zei ze weer. Ik had genoeg gezien. Die vindt die sleutel nooit, dacht ik en ik liep terug naar huis. De herdershond blafte nog lang.

03 oktober 2012

Unboxing ‘Boemerang’ Gerrit Komrij

image
De postuum verschenen dichtbundel Boemerang en andere gedichten van Gerrit Komrij

De postuum verschenen dichtbundel Boemerang en andere gedichten van Gerrit Komrij lag gisteren in mijn brievenbus. Ik vond dit bij dƩ gelegenheid voor een nieuwe unboxing video. Het is een lange geworden, maar dat komt ook omdat het een heel bijzondere uitgave is.

Ik blader door het boek, herken de hand van de maker in de opzet voorin het boekje. Met een uiterste precisie zet hij planmatig de bundel op. Hij schrijft in een lijstje suggesties voor de gedichten die hij wil opnemen en nog te schrijven gedichten. Hij noemt het aantal gedichten (77) en stelt zorgvuldig de series samen.

‘Vier gedichten uit een cyclus in wording’ staat bij de gedichten die hij typeert als ‘Nagekomen OriĆ«ntalisme’. Het lijkt wel een persiflage op oude gedichten als ‘Unvollendete’ in Verwoest ArcaciĆ« schreef. Dit keer is het ernst. De 4 sonnetten verwijzen naar Komrij’s ervaringen in een ziekenhuis in Kuala Lumpur. Een surrealistische sfeer drukken de gedichten uit. Onno Blom noemde de ziekenhuisopname en operatie in zijn toespraak bij het afscheid van Komrij.

De bundel kondigt Komrij zelf in januari aan in een interview met Onno Blom voor het poƫzietijdschrift Awater. De dood zit hem op de hielen, maar hij verklapt weinig aan de lezers van het interview. Zelfs niet als Blom hem hier vrij expliciet naar vraagt. Komrij verstopt zich in zijn gedichten. En zo moet het ook.

Zo is Boemerang een ontmoeting met de overleden dichter. Bij een cyclus staat cryptisch ‘ik > je?’ Het is ‘ik’ gebleven. Stiekem pas ik de redigeer-trucjes toe. Ik voel me even op de stoel van de dichter zitten. Bij elke bladzijde besef ik dat een bijzonder mens er niet meer is.

02 oktober 2012

Kersenplukster

kersenpluk in Almere

De stokken waren aan elkaar gebonden met dikke stukken touw en tape. Zo vormden de 3 bezemstelen samen een lange stok. Ze hield de stok omhoog. Hij slingerde vervaarlijk hoog in de lucht. Een korte beweging naar voren maakte ze. De stok zwierde naar achteren.

Een snelle beweging volgde. Het rokje zwierde mee. Een stukje been ontblootte. De lange stok raakte bovenin met een smak de hoge tak. Er viel iets naar beneden. De vrouw liet de stok vrijwel meteen in het gras vallen, waarna ze op het gevallene dook.

Ze griste de vruchten uit de losse takken en bladeren. Met de kersen was de halve boom mee naar beneden gevallen. De vingers grepen snel naar de grond. De handen maakten vlugge bewegingen. Ze liep met de handen vol naar de plastic tas en gooide de kersen erin. Op de tas grinnikte een oranje hamster haar na.

Ze tuurde omhoog op zoek naar een nieuwe bundel vruchten. In het gras lag een nog langere stok. Deze was eveneens gebundeld met dikke stukken touw en plakband. Ze pakte de lange stok en hees het gevaarte de lucht in. De wind greep de stok. Zij trok als een dronkenman over het veldje. De stok slingerde hoog in de lucht en raakte met een knal de kroon van de boom. Een tak brak en viel met een plof neer. Vlak naast de vrouw.

Dat scheelde niet veel. De vrouw trok er zich weinig van aan. De stok gleed door haar handen. Ze liet hem in het gras vallen. Even waren haar handen vrij. Ze trok haar hoofddoekje recht en liep naar de gevallen tak. De rok slingerde mee in de wind. Daar graaide ze in het gras. Haar ogen speurden naar de kersen. Haar vingers grepen ze snel tussen het groen en de hondenpoep. Weer boog ze naar de hamstertas en liet de vruchten erin vallen.

De ogen tuurden alweer omhoog op zoek naar de volgende bundel rijpe kersen.

01 oktober 2012

Unboxing in tropenpak

Een nieuw bezoek aan de kringloopwinkel, bracht mij niet alleen een tropenpak. Ik liep gelijk even langs de boekenafdeling en deed weer een paar interessante vondsten. Zo stuitte ik op Het leven der dieren van Alfred Brehm.

Deze 19e eeuwse zoƶloog Brehm schreef populairwetenschappelijke boeken over dieren. Het leven der dieren is zijn bekendste werk. Het is een mooi, rijk geĆÆllustreerd werk met uitvoerige beschrijvingen van diersoorten.

Daarnaast ook wat boeken voor bij de literatuurverzameling. Anton van Duinkerken en Jef Geeraerts, de eerste 2 delen uit de serie Gangreen,  en de verhalenbundel De reis van de lege flessen van Kader Abdollah. En van W.L.M.E. van Leeuwen Avonden op Drienerwolde, herinneringen en ontmoetingen met schrijvers als Du Perron, Marsman en Ter Braak.

Of het dichtbundeltje O vrijheid van de historicus Pieter Geyl (1887-1966). Hierin publiceert hij gedichten over zijn periode in Buchenwald en later in kamp Sint-Michielsgestel. Daar zat hij met meer kunstenaars en wetenschappers. Zo was hij (met Anton van Duikerkerken) een van de toehoorders van Vestdijks cursus dichten. Later gebundeld in De glanzende kiemcel.

Ik maakte er weer unboxing-filmpje van in mijn tropenpak. Misschien niet zo sprankelend als vorige week – de vermoeidheid sloeg toe – maar leuk genoeg om te bekijken.