31 augustus 2012

Varkensgeluk

Ze zijn dan ouder, ze drentelen nog altijd om mij heen. Vandaag mochten we even naar buiten en daar liep de menigte al onder mij door. Sabbelend aan mijn tepels. Ik kan geen stap verzetten of daar zijn ze. Ik onderga het allemaal gelaten. Het hoort erbij. Dat weet ik.

Het roept vertedering op. De aanblik van het kleine grut. Niet elk varken heeft 6 van die schavuiten om zich heen ravotten. Ze rennen voor je uit, om je heen en onder je door. Zo op die korte pootjes lijkt het nog sneller te gaan dan het eigenlijk gaat. Ik laat me er niet door afleiden en trek mijn eigen plan.

Soms dwaalt er eentje af. Daar kan ik niet tegen. Dan knor ik net zo lang tot ze weer mijn richting uitlopen. Een hoge knor van ver is voor mij niet genoeg. Ze moeten echt komen. En anders dan word ik kwaad. Dat weten ze ook.

Als ik dan zo genoegzaam in het gras dwaal met mijn neus. Af en toe iets eetbaars omhoog trek uit het hoge gras. En lekker rond mij knor. Dan merk ik dat ik ergens geniet van het moederschap. De aandacht, de aaien en het geknabbel aan mijn tepels. Als de zomer mij nog trakteert op een extra zonnestraal op mijn rug. Dan voel ik mij best gelukkig.

30 augustus 2012

Zomerfestival op De Kemphaan

Theater Potdoosie met Ajasses op zomerfestival 2012 De kemphaan

Het begint traditie te worden, het zomerfestival op De Kemphaan. In de laatste week van de zomervakantie krijgen kinderen de mogelijkheid een hele middag theater te zien. In 3 verschillende caravans kunnen kinderen tussen 4 en 13 jaar voorstellingen zien. De onderwerpen van dit jaar: vies en nachtdromen.

Onder leiding van De kunstlinie konden jeugdige deelnemers bouwen aan het skelet van een dinosaurus.

Voor de viezerikken was er ‘Nel de plee-del’ en ‘Ajasses!’. Bij het laatste konden ook de ouders genieten van het toneelstuk op de puinhopen van de vuilnisbelt. Het decor stond buiten opgesteld. Het was een grappige voorstelling van theater Potdoosie. Een tante woont op de vuilnisbelt en krijgt bezoek van haar nichtje. Het nichtje vindt, proper als ze is, alles maar een vieze bedoening.

Wachten bij de theaterwagen voor de volgende voorstelling op het Zomerfestival van de Kemphaan

De andere 2 voorstellingen waren in de theaterwagens te zien. Het was aanmerkelijk drukker dan vorig jaar. Daarom bezocht Doris alleen de voorstellingen. Wij zaten buiten op een bankje te lezen en genoten van de zomerzon.

Samen bakken we het broodje bruin aan einde van Zomerfestival De Kemphaan

We sloten af met het bruinbakken van broodjes boven het kampvuur. Ook hier grote drukte. Maar met even wachten was er snel een stok vrij om een broodje aan te rijgen. Een mooie afsluiting van een van de laatste dagen van de zomervakantie.

Broodjes bruinen boven het kampvuur

29 augustus 2012

Te jong

image
Ben ik te jong voor deze boeken?

Het metalen hek met de geronde buizen, het gaaswerk erin en het grindpad deden mij aan vroeger denken. De steentjes kraakten onder mijn schoenen. De kleinste kropen in de zool.

Alles zat potdicht. Geen scheutje licht kon in het huis binnendringen door de dikke vitrage. De bel gaf zo mooi terug en rinkelde daarbij fel. Ik tuurde door het ruitje in de deur. Het glas vervormde bollig alles. Ik zag schaduwen bewegen. Verder niks.

Ik wachtte. Er klonk beweging achter de deur. Rommelen. De schaduwen liepen weg. een kast ging open en dicht. De deur naar het halletje ging open. Het licht bereikte het gangetje. De gestalte stond nu bij de deur. Ze morrelde aan het slot en de deur opende zich.

In haar hand hield ze de 2 boeken: Over F.B. Hotz en Over Gerrit Komrij.  Ze wilde er eigenlijk teveel voor hebben maar omdat ik in de buurt was, haalde ik ze maar op. Ik stelde me voor, als ‘de jongen van marktplaats.’ Ze keek me verbaasd aan: ‘Bent u niet een beetje te jong voor deze boeken?’

Ik keek met dezelfde verbazing terug. ‘Ik bedoel, ik had u veel ouder verwacht. Dit soort boeken lezen mensen van mijn leeftijd. Wij vonden dit vroeger mooi.’ Een kluw stuivers, dubbeltjes en 50 cent-munten duwde ik in haar hand. ‘Het klopt’, zei ik erbij.

Ik hield de boeken in mijn hand vast. Trots en verontwaardigd tegelijk. De deur ging dicht terwijl ik het stalen hek opende. De sleutel draaide het slot dicht. Ik liep naar de auto. De handel was verricht.

28 augustus 2012

Stenen voor moes

Weer een middag aan het sjouwen met stenen

Ik verleg weer wat stenen om een moestuin te vormen. De handen wroeten in het zwarte zand. Af en toe wolkt er een geel stuk zand doorheen. De grond hardgestampt door de regenbuien van het afgelopen weekend. Ik worstel door de stenen, sla op het juiste moment en probeer de stenen die verspreid in het zand liggen weg te halen.

De handschoenen schieten door. Mijn wijsvinger komt uit de dikke gele stof. Het werk is niet alleen voor mij zwaar. Zeker de enorme tegels zijn lastig te hanteren. Ik weet dat als ik erop sla de ligging weinig veranderd. Alleen het risico bestaat dat de steen doormidden jast. Daarom houd ik me rustig met de grote tegels en leg ze in een keer neer. Zo blijft alles enigszins heel.

Bovenaanzicht van de moestuin

Het tweede vierkant verschijnt, een nieuwe vierkante meter voor de vierkantemeter tuin. Een stadstuintje verandert in een vruchtbare akker. Al is er nog veel fantasie voor nodig. Eerst is het nog hard werken en ik vraag mij af waar de vruchtbare aarde vandaan moet komen. We zijn er nog niet. Nog lang niet.

27 augustus 2012

Linnaeushof

image

Zo’n vader met dochter die je de hele dag ziet. Hij draagt een afgeknipte spijkerbroek. Het stekeltjeshaar wijst al een paar centimeter omhoog, klaar om te gaan vallen. Maar de haargel houdt het nog in bedwang.

Hij stapt voor mij in de monorail waarin ik alleen stap. Doris heeft nog geen zin. Ze wil zich heel graag in de toren omhoog trekken en dan lekker laten zakken. En natuurlijk ook van de glijbaan.

Voor ons uit loopt de vader met zijn dochter. Ze draagt een shirt met horizontale strepen in wit en paars. Een groepje Marokkaanse kinderen gaat op de stoeltjes zitten. Afwisselend een vrouw met een kind. De hoofddoekjes klemmen donker langs de wangen. De donkere gewaden wapperen in de wind als ze naar beneden zakken. De dikste vrouw blijft langs de kant staan met een jongetje dat niet durft.

Bij de midgetgolf loopt de vader alweer. Nu een baan voor ons uit. Ik schiet het balletje door het gat midden in de baan. Daarna schiet ik het in één keer in de hole. Zijn dochter kijkt met aandacht haar bal achterna. De vader tikt op zijn mobieltje voor de foto. Ze staat erop.

Bij het restaurant schuiven ze een paar stoelen verderop aan. Hij zit achter een kopje koffie. Zij voor poffertjes met chocomel. In het waterparadijs staat hij weer. Dit keer aan de rand van het zwembad. Haar shirtje hangt over zijn arm. Het mobieltje weer in de aanslag. Als de grote emmer water boven de glijbaan omvalt grijpt hij het beeld vast. Hij klikt op zijn mobieltje. Hij kijkt trots. Ze staat er weer op.

Een moeder ligt in haar bikini op de zonneweide. Ze ligt relaxt op haar zij en bladert in de Story. Haar zonnebril schuift ze omhoog in haar haren. Zo ziet ze het nieuws niet meer gekleurd. Haar oorbellen tikken tegen haar wangen. Het treintje rijdt voorbij langs de coniferenhaag.

In het achterste wagonnetje zit de Marokkaanse familie. De vader met de donkere ringbaard kijkt nors om zich heen. Op het gezicht van de dikke vrouw is een glimlach. De vader pakt zijn bootschoentjes op, waadt door het water en wenkt naar zijn dochter. Tijd om naar huis te gaan. Voor ons uit loopt hij de speeltuin uit.

26 augustus 2012

Beschermfolie touchscreen

Met beschermfolie voor je touchscreen bescherm je een smartphone tegen krassen.

Ik keek al een paar dagen langs de 2 dutsen op het touchscreen van mijn mobieltje. Puntig wezen ze beide omhoog. De schade aan mijn telefoon kwam omdat hij precies met het scherm naar beneden viel. Pats in het grind bij het kunstwerk van Daniël Libeskind.

Ik keek snel naar de schade. Het leek beperkt te zijn tot het beschermfolie dat voor mijn scherm geplakt zit. Het had zijn dienst bewezen, maar was nu onbruikbaar. Het beperkte vooral het lezen op het scherm. Ook kon je op de plekjes waar de dutsen zaten niet goed het scherm aanraken.

Op de markt in Hilversum kocht ik daarom nieuwe beschermfolie. De marktkoopman vroeg er 2 euro voor. De vorige kwam er nogal gebobbeld op. Grote luchtbellen bleven onder de folie zitten. Dit keer maakte Inge het scherm helemaal schoon. Daarna drukte ze de folie op het touchscreen.

Ineens verscheen mij een spekglad scherm. Nog nooit zag ik alles zo helder op mijn mobieltje. De vingers zwierden over het touchscreen als een schaatser over het ijs. Alles was mooier. Zelfs de kras op het scherm was verdwenen. Mijn telefoon voelde als herboren.

Een dag later mocht ik ook een beschermfolie voor Inges telefoon halen. De marktkoopman in Almere vroeg er 3 euro voor. Ik betaalde het.

25 augustus 2012

Tulpenboom in Leidse Hortus

tulpenboom hortus botanicus leiden
Onder de Tulpenboom van de Hortus Botanicus in Leiden

De Tulpenboom in de Hortus Botanicus in Leiden is volgens Jan Wolkers door Boerhaave gepland. Het komt van dezelfde stek als de Tulpenboom bij Poelgeest. Daarmee is hij een beetje familie van de boom die in Wolkers’ achtertuin staat.

De Tulpenboom heeft grote bladeren
De Tulpenboom met de grote gezichtsbedekkende bladeren

Al de jaren dat ik in Leiden woonde en de hortus bezocht om te gaan studeren, liep ik er straal langs. Een tas vol boeken en een hoofd vol begeerte, was voldoende om de boom helemaal niet op te merken. Laat staan te weten te komen wat ik er nu van weet.

De Tulpenboom of Liriodendron Tulipiferia van de Leidse hortus staat pal tegen de ingang. De immense boom drukt zelfs tegen het academiegebouw aan. Toen we binnenliepen riep Inge. ‘Dus jij wil zo’n boom in de tuin hebben.’ ‘Maar deze staat hier al bijna 300 jaar’, riep ik als tegenargument. Bovendien had ze de grote Ginkgo Biloba van de hortus nog niet gezien. Die is nog wel een beetje hoger.

Na de heerlijke wandeling en de lunch door de Hortus, liepen we weer terug naar de ingang. Natuurlijk moest ik even op de foto met de door Wolkers geliefde boom. Inmiddels is de boom ook een geliefde voor mij geworden. Zeker zo’n prachtige monumentale boom als deze in de Hortus van Leiden.

lijkt stam tulpenboom op een olifantenpoot of niet?
De stam van de Tulpenboom heeft inderdaad iets weg van een olifantenpoot

Van een afstandje hebben we nog eens goed naar de stam van deze (bijna) 3 eeuwen oude boom gekeken. Inderdaad gaat de vergelijking die Edgar Allen Poe maakt in de ‘Gold-Bug’ op. De stam van de tulpenboom heeft veel weg van een grote olifantenpoot. En voor de door Jan Wolkers gemeende kattengezichtjes in de bladeren is ook veel te voelen.

24 augustus 2012

Inspiratie voor moestuin

groenten groeien in Leidse hortus botanicus
Groenten in de Hortus Botanicus van Leiden

In de Hortus Botanicus van Leiden troffen we een heuse moestuin aan. Het ging om een project waarbij je groenten ziet groeien die dagelijks op je bord liggen. De meesten kennen ze alleen van het supermarktschap kennen. We vonden de groenten vlakbij de plek waar we onze broodjes aten.

De vreugde van Doris over de groenten die ze zag groeien, maakte mij weer enthousiast verder te gaan met de moestuin naast ons huis. Daarom heb ik vanmiddag een paar uurtjes besteed aan het uitzetten van de paden. Eerst schoffelde ik wat onkruid weg. Als je regelmatig schoffelt dan valt de groei van onkruid best mee.

Het lijkt vooralsnog dat de wortels in de grond zich redelijk koest houden. Ik trek er altijd weer een paar uit, maar het is ondoenlijk alle stronken uit de grond te halen. Net als de tegels die in de grond zitten. De vorige bewoners hebben de nieuwe betegeling over de oude gelegd. Nu kom ik regelmatig een oude tegel tegen die ik uit de grond haal. Het is zo lastig een tegelpad aan te leggen.

Eerste vierkante meter voor de moestuin aangelegd

De eerste bak staat klaar. Een heel karwei, maar ik ben supertrots. Binnenkort zal ik de tweede maken. We moeten nog geschikte grond zien te vinden voor in de bakken die ongeveer een vierkante meter groot zijn geworden.

23 augustus 2012

Achterste fiets

waar is de fietsstalling gebleven in Leiden?
Een overdaad aan fietsen in Leiden

‘Waar staat hij dan?’ vroeg de jongen aan het meisje. ‘Daar.’ Ze wees naar de fiets die achteraan stond, tegen het hek. Onder de brug zoemde de motor van een bootje. De eerste fiets trok ze weg. ‘O wacht’, zei hij.

Het was te laat. ‘Welke is het dan?’ vroeg hij. ‘De achterste.’ ‘Ik wilde die voor je pakken door er overheen te klimmen’, zei hij onhandig. Het was onmogelijk de fiets zo uit de rij te halen.

Ik dacht terug aan het stationsplein bij Agrigento. De auto’s stonden tegen elkaar gedrukt. Niemand kon daar bij. Als je daar als eerste ’s morgens vertrekt, moet je als laatste ’s avonds terugkomen. Anders moet je lang wachten tot je auto bereikbaar is. Dat concludeerde ik op basis van de enorme massa auto’s, die tegen elkaar gedrukt stonden.

Pas later hoorde ik hoe het werkte. Er lopen daar jongens rond die als baantje de auto’s voor je wegzetten en ophalen. De regel: de auto van de handrem en de deur openlaten. Zo halen ze jouw voertuig uit de massa. Als je als eerste gekomen bent, kun je ’s avonds ook als eerste vertrekken.

De jongen boog zich over de fietsen en probeerde haar fiets los te sjorren. Het lukte niet. Ze had de derde fiets al in haar hand en schoof door naar de volgende fiets. Zo kreeg ze hem te pakken. Het mandje aan het stuur schudde er een beetje van. Het hek stond weer vrij. De fietsen die ze had losgemaakt, kwamen weer een eindje verder op het voetpad.

De jongen liep met ze op, sprong over een paar fietsen heen en haalde zijn exemplaar zo los. Het stalen ros hees hij zo de lucht in en hijskraande hem zo over de fietsen heen. ‘Dat bedoel ik’, zei hij tegen het meisje. Ze bloosde. Hij kon zo aan de slag hier. Als fietsjongen.

22 augustus 2012

Kunst begrijpen

image
Verstoppertje spelen in Daniël Libeskinds Polderland Garden of Love and Fire

Kinderen begrijpen kunst sneller dan volwassenen. Ik ontdekte dat bij een bezoek aan het kunstwerk Polderland Garden of Love and Fire van Daniël Liebeskind. Ik had het nog niet eerder bezocht. Bij een fietsritje door de polder kwamen wij er terecht.

Het meest in het oog springende gedeelte zijn de rechtop staande aluminium platen. Ze liggen midden in het steengruis. Geen plaat staat hetzelfde. Het doolhof sprak gelijk tot de verbeelfing bij Doris. Ze verstopte zich in een hoekje. Precies het idee van het kunstwerk: het doolhof verwijst naar de grilligheid van het leven.

image

Een kind hoef je dat niet uit te leggen. Die ervaart het gewoon zoals het is. Ook sprak ze geen oordeel uit. Ze aanvaardde het zoals het er stond en wist het snel in haar spel te integreren.

We maken het ook wel veel te moeilijk. We willen gelijk weten waarom iets is zoals het is. Wat de kunstenaar ermee bedoeld heeft. En wat de gedachte achter het kunstwerk is. Zo verdwijn je in een talig gewouwel zonder er zelf betekenis aan te geven.

image

Het laten gebeuren en zelf op je in laten werken geeft veel voldoening. Dat merkte ik aan Doris. Het is een kunstbeleving in hoogste vorm: als een avontuur waarbij je zelf alle betekenis mag invullen.

21 augustus 2012

Grasrollen hooi

grasrollen hooi in park
Rollen hooi in het Den Uylpark Almere

Het versgemaaide gras bevalt de honden wel. De neuzen struinen door de halmen. Soms grijpen ze een hele bundel gras. Ze zijn er gek op. ’s Morgens rijdt een tractor met van die grote ronde cirkels achter zich aan. Het gras wordt in mooie rijen gelegd. Nog een laatste droogbeurt. Laat ze zon maar het werk doen.

Als ik een uitlaatronde later rondloop, staan er mooie rollen op het veld. Ik tel er 17 voor het Den Uylpark alleen. In zwart cellofaan verpakt, mooi rond. De zon schijnt er fraai op. Ik probeer een rol om te duwen, maar ze wegen zwaar. Geen beweging in te krijgen zo alleen. Het gras is veranderd in hooi. Het donkere cellofaan zorgt ervoor dat het van binnen nog even doorbroeit.

Ik herinner mij de hooirollen in Frankrijk op vakantie. Ze hadden toen nog geen zwart cellofaan erom. De enorme rollen lagen ook niet met de platte kant in de wei. Ze vormden grote wielen die je door te duwen zelfs in beweging kreeg. Nu is het hooi uit het zicht, maar de geur van het gedroogde gras en de warmte zijn hetzelfde.

20 augustus 2012

Zomerhitte verjagen

ventilator tegen de warmte in huis
De ventilator verjaagt de zomerhitte in huis

De zomerhitte grijpt dag en nacht om zich heen. Het is heet in huis. Ramen en deuren open en dicht. Het maakt niet meer uit. Daarom moet ik maar eens op zoek gaan naar de ventilator. Sinds de verhuizing in 2006 ligt hij al op zolder.

Ik loop naar zolder, 2 trappen. De zon brandt op het schuine dak. Ik kruip onder het smalle stukje tussen vloer en dak. Op zoek naar de ventilator. Hij ligt in het voetenbadje. Ergens ver achter de logeerbedden. Ik weet wel dat het daar ergens het voetenbadje moet liggen.

Ik haal wat dozen weg. Ik til de kerstboom op, de dozen met kerstballen en ander tuig. Een doos met schriftjes uit mijn jeugd. De eerste schrijfoefeningen en rekensommen. Nog verder naar achteren. Voorbij de 2 dozen met overgebleven laminaat. De vloer van zolder, een paar planken van beneden.

Daar doemt hij op: het voetenbadje met de ventilator. Ik zie hem liggen. Hert badje wil niet over de stapel laminaat. Ik druk wat planken weg. Er valt iets om aan de andere kant. Ik zie niet wat, maar ik heb mijn badje.

Beneden gekomen voel ik de zomerhitte in de kamer. Ik laat de ventilator draaien. Het schoeprad tikt tegen de stalen beschermhuls. Stekker er weer uit, draaien en wat wrikken. Ik laat hem weer draaien. Geen aanraking meer. Nu nog de ventilator op de juiste hoogte laten draaien.

’s Nachts in de slaapkamer gaat hij mij. Hij draait een half rondje. Het kraakt. We kunnen er niet van slapen. De bries over ons heen is lekker, maar helpt weinig. Een warme nacht, is een warme nacht. De zomerhitte is niet te verjagen met een ventilator.

Als ik dan ’s morgens in het park loop met de honden. Voel ik hoe de zomerhitte langzaam wegwaait. De wind neemt haar mee. Als ik weer in huis kom is de zomerhitte nog altijd binnen. De ventilator gaat aan. De wind neemt de warmte langzaam mee. Het raam uit.

19 augustus 2012

Big

biggetjes van het Kunekune varken
Kunekune biggetjes in het Den Uylpark Almere

Ik wankel door het enorme hok waarin ik beland ben. Mama ligt rustig. Haar huid trilt van de vliegen die rond haar zwermen. Dan schiet haar poot tegen mijn broertje die zich achter haar achterpoot heeft verstopt. Hij heeft er weinig last van.

We liggen bovenop mijn zusje. Ze beweegt zich amper. De lichte en donkere vlekken van haar vallen wel op. Ze stond laatst op en wankelde in de richting van een tepel. Wij waren allang uitgedronken en ronkten weer in een bundeltje op, onder en naast elkaar. Ze waggelde als een dronken cafébezoeker door de nacht. Op zoek naar de laatste kroeg die nog open is. Mijn zusje zocht een tepel. De oogjes nog dichtgeknepen van de slaap.

Misschien is ze nog halfblind. Zo lang zijn we nog op deze wereld. Haar mondje hapt steeds verkeerd en grijpt in een buidel haren. Ze hapt, zuigt, zoekt, hapt en zuigt weer. Ik kan niet zien of ze beet heeft. Wel druk ik even mijn snuit in haar achterste. Je bent de gangmaker of je bent het niet. Ik moet wel even laten weten dat ik hier de gangmaker ben.

Verder is het rustig in het stro. Mijn moeder knort soms knorrig in mijn richting. Ik dwaal dan teveel af. Ik vind het wel leuk om even de ruimte te verkennen. Dan voel ik mij het grote varken in het hok. De pootjes stappen nog wankel op het stro. Maar de val is zacht en ik sta weer snel overeind.

Dan buigt weer een mensenhoofd over ons. Zo’n snoezig gezicht die verbaasde hoofden die enthousiaste kreetjes loslaten. Soms graait een hand over het hek. Ze proberen je dan aan te halen, maar dat wil mijn moeder niet hebben. We zijn van haar en daar moet iedereen van afblijven. Dan loop ik brutaal weg. Net zolang dat de knorrige knor weer klinkt. Terugkomen.

18 augustus 2012

Bintang Beer

Bintang Beer Bali’ staat in grote letters op zijn hemd. De grote ster en de cirkel in de vorm van een bierdop doen aan het logo van Heineken denken. Zijn witte armen steken vrijwel in dezelfde gele tint uit het hemd. Hij hangt half voorover. Zijn vingers knippen aan een aansteker. Een stompje sigaar krijgt de vonkjes toebedeeld.

‘Opa, opa’, klink uit de kinderboerderij. Hij loopt het hek uit in de richting van de vouwfiets. Daarnaast prijkt een kinderfiets. Roze slingers steken uit de handvatten. ‘Opa, opa’, een klein meisje rent achter de man aan. Ze draagt een roze hemd. Haar donkere armen steken uit de stof. Ze holt achter hem aan. Haar Indonesische uiterlijk vormt een kleurrijk contrast met haar blonde en bestofte grootvader.

De man haalt de fiets van het slot. Het kinderfietsje staat eveneens los. De sigaar hangt in zijn mondhoek. Hij rijdt al. Het kind slingert achter hem aan op het fietspad. ‘Opa, opa.’ Zijn gezicht heeft dezelfde gele tint als zijn haren. Achter zijn oor, steekt een nieuwe sigaar. Klaar om hetzelfde lot bezegeld te krijgen als het stompje dat nu in zijn mond hangt.

Hij zit half gebogen op het veel te kleine fietsje. Zijn buik steekt rond in het shirt. ‘Bintang Bali’. ‘Opa, opa’, zegt het meisje. Het rijdt aan de andere kant van het fietspad. ‘Ik wil daarheen.’ Hij keert. Zij slingert het fietspad over. Ze rijden in de richting van het bruggetje. Een wolk sigarenrook kringelt om hem heen.

17 augustus 2012

Rondvaart door Almere

image
Aan boord van de Almere Haven van Almere Veertje

Een rondvaart in eigen stad. Het is heerlijk om toerist te spelen in eigen stad. Vorig jaar had ik het al op mijn verlanglijstje voor mijn verjaardag staan. Helaas ging het toen niet door. Nu kreeg ik het: een rondvaart met Almere Veertje.

We vertrokken met de boot Almere Haven van 12 uur vanaf de Esplanade. Over het Weerwater op weg naar de eerste stop. Zo kregen we een paar mooie beelden te zien van onze woonplaats. Vanaf het water ziet de stad er anders en imponerend uit.

Almere vanaf het Weerwater
De skyline van Almere gezien vanaf het Weerwater

Het is sowieso verstandig Nederland vanaf het water te ontdekken. Steden als Rotterdam en Amsterdam zien er vanaf de waterkant heel anders uit. Je krijgt een nieuwe indruk van steden. Ook ontdek je een wezenlijke functie van het water: als verkeersaders.

Nu gleden we onder tunneltjes door waar we normaal overheen fietsen. Ook tuurden we naar gebouwen en huizen vanuit gezichtshoeken die we anders niet zo snel maken. Het water is lager en biedt een veel ruimtelijkere omgeving. Met de lage begroeiing langs de waterkant lijkt het of niemand achter die bossages woont. Terwijl ik wel beter weet.

Ook hoor je nog eens wat. Bijvoorbeeld dat de elektriciteitsmasten die dwars door de stad lopen de oude Hanzeroute volgen die de schepen over de Zuiderzee voeren. Of dat bij het Weerwater ook bevers zwemmen. Ze hadden een wilgenboom al om gekregen. En schildpadden aan de oevers liggen te zonnen. Ook hoorde ik waarom er zo’n strakke route over het Weerwater loopt. Er groeit veel gras in het water. Op de plek van de route is het mooi kortgeknipt.

Gateway in Beatrixpark te Almere
De Gateway – een authentieke Amerikaanse Diner – ligt midden in het Beatrixpark

In de pauze gingen we dineren in de authentieke Diner van Almere, de Gateway. Het is het oudste gebouw van Almere. We aten er een authentieke hamburger. Het smaakte goed en anderhalf uur later pakten we de volgende boot. Ik werd nog toegezongen ook. Een beter verjaardagscadeau kun je niet wensen.

16 augustus 2012

Loslaten - #WOT

Newton zag het in de appel die naar beneden viel. Als je iets loslaat, dan valt het. Behalve als het zelfstandig is en zichzelf in de lucht houdt. Een vogel die leert vliegen, valt naar beneden maar weet zich te redden door met de vleugels te fladderen.

Lopen is niks anders dan voorkomen dat je valt. Je zet de ene voet voor de andere zodat het niet gebeurt. Voor je er erg in hebt, loop je al vallend de marathon. De handen los en daar ga je.

Loslaten is moeilijk. Ik ben bang dat iets kapot valt als ik het loslaat. Het vraagt vertrouwen. En er is niks mooiers dan vertrouwen krijgen. Vertrouwen is net dat duwtje in de rug om juist in de lucht te blijven. Bij honden werkt het net zo. Laat je hond los en je geeft het vertrouwen dat hij bij je blijft.

Iets vasthouden betekent niet dat het bij je blijft. Je kunt het juist kapot drukken met het vasthouden. Loslaten geeft voldoening en trots. Dan kun je het op tijd vangen als het mis dreigt te gaan. Wie zegt dat het misgaat als jij het hebt losgelaten. Als je het vasthoudt gaat het juist mis.

Zo is het verhaal van de appel vooral het verhaal van loslaten. Als het loslaten moeilijk is, denk dan wat er misgaat als je vasthoudt. En dat is veel meer dan er gebeurt wanneer je loslaat. Als je iets loslaat kun je het altijd nog proberen te vangen. Bij vasthouden kan dat niet.

15 augustus 2012

Onderweg

Ik ben onderweg

Vakantie is de tijd van reizen en van onderweg zijn. Er is geen mooiere vorm van onderweg zijn dan lezen. Je zit in je luie stoel – waar dan ook – en laat je meenemen naar de verste uithoeken van de wereld en de fantasie.

Mijn leesroute heeft zich verplaatst van Jan Wolkers naar Jack Kerouac. Ik las over de verfilming van Kerouacs beroemdste boek: On the road. Vertaald als Onderweg door Guido Golüke. Ik trof het boek dit voorjaar aan in de Kringloopwinkel van Almere en kon de neiging niet onderdrukken het mee te nemen.

Tijdens mijn studie las ik het voor mijn leesclubje. Ik vond het verschrikkelijk. Het boek barst uit zijn voegen van drank, vrouwen en drugs. Waarom zou je daarover moeten lezen? Waarom zou je dat gezemel mooi moeten vinden? Ik begreep het niet en wilde het misschien ook niet begrijpen.

Als je dagen tussen de 4 muren van een kantoor doorbrengt, snap je het misschien wel. Ik nam het boek – met de nodige scepsis – in de hand. Een boek dat ik toen verschrikkelijk vond, zou ik nu niet veel mooier vinden. De verbazing was er snel: ik werd gegrepen door het verhaal van de vrienden Sal Paradise en Dean Moriarty. Wat een verhaal en wat een belevenissen.

Ik werd meegenomen naar het Amerika van 1950 en lifte mee van de westkust naar de oostkust en terug. Eindeloos op de cadans van het verhaal. Dat iemand zo’n mooi verhaal kon schrijven over onderweg zijn, reizen en vooral over vriendschap. Vrienden die geen vrienden zijn. Iedereen die waarschuwt dat Dean niet te vertrouwen is, een verteller die het ook wel weet maar het niet wil weten. Tegelijkertijd vertelt het verhaal ook over de andere kant van Dean. De jongen die het hele continent bereist om zijn vriend Sal even te spreken en dan alleen maar stamelen kan.

De roman is met een enorme vaart geschreven, bevat intrigerende personages en boeiende verhalen. De stijl waarin het geschreven is, pakt je beet en laat je niet meer los. Het lijkt net op een glas cola dat je te snel inschenkt. Het borrelt en bruist over de rand. Je probeert het op te slurpen, maar het stroomt alsnog over de rand heen.

Als je dat zo leest, bedenk je dat het haast onmogelijk is een verhaal als On the road te verfilmen. De vele lagen en verhalen. Het is meer dan een stelletje vrienden dat heen en weer rijdt over het continent op zoek naar vertier en vooral naar elkaar. Wat ik gelezen heb, blijft de film vooral beperkt tot het sentimenteel oproepen van een verloren Amerika. Zo lopen ze de hele film met Proust onder de arm, terwijl Onderweg het heel kort aanhaalt aan het einde. Misschien de strekking, maar niet het verhaal.

14 augustus 2012

Folders bezorgen

image

Ze trok voorbij over het smalle voetpad. De fiets en erachter de fietskar. Het vlaggetje dat een eindje uit de fietskar stak, wapperde op de snelheid van het fietsen. Ze stapte af met een lange haal. Zoals alleen kerels doen. Trok een bundel folders uit de kar, beklom het trapje voor het huis en wierp de folders in de brievenbus.

De folders werden bij elkaar gehouden door een laagje cellofaan. De stapels lagen door elkaar geschud in de fietskar. Ze liep naast de fiets naar het volgende huis. Dezelfde handeling. Haar donkere broek klemde strak rond haar volle lichaam. Niet dat het er iets toe deed. Ze liep behendig als een topsporter door de straat.

De beat ging door de oortjes haar oor in. Ze haalde een muziekspeler uit haar zak, drukte naar het volgende nummer. De muziekspeler verdween weer in de zak. Ze liep naar het volgende huis. Tot ze de hoek bereikte en sprong behendig weer op de fiets. Het vlaggetje verdween vrolijk wapperend om de hoek.

Tot volgende week, zwaaide het.

13 augustus 2012

Nieuwe hondenmand

image

‘Liggen ze eigenlijk weleens samen in de mand?’ Ik vroeg het gisteravond toevallig aan Inge. De kleedjes uit de hondenmand had ik eens gewassen. De frisse hondenkleden vielen met een plof in het kleine mandje.

Sinds we Teuntje hebben, gebruiken we het mandje van Sientje uit de caravan. Het is een kleine mand. Bij de komst van Saartje kropen ze er samen in. De laatste tijd trof ik ze er nooit meer samen in. ‘Te klein’, concludeerde Inge.

Ik keek nog eens goed. Het mandje is inderdaad niet met de teckels meegegroeid. Onze hondjes zijn het afgelopen halfjaar wel 3 tot 4 keer groter geworden. De mand is even klein gebleven. Wat eerst nog een zee van ruimte was, veranderde in een klein modderpoeltje waar ze helemaal niet meer languit in kunnen liggen.

Bij het bezoek aan de kringloopwinkel trof ik vandaag een nieuwe mand aan. Sterk genoeg om de bijtgrage bekkies tevreden te houden. En groot genoeg om languit in te liggen. Teuntje bewees het vanavond uitvoerig. Ze kon er languit in liggen. Nu nog met z’n tweeën!

12 augustus 2012

Leesroute

image
Leesroute door mijn boekenkast

Zoals het gaat met een trektocht van plaats naar plaats, zo maak ik ook trektochten met boeken. Ik lees gestaag van het ene boek in het andere. Soms onderbroken door een heftige break. Maar vaker inspireert het ene boek mij om het andere te gaan lezen. En zo baan ik mij een weg door een reeks boeken. Ogenschijnlijk hebben ze niet alles met elkaar te maken, maar nog veel vaker sluiten ze naadloos op elkaar aan.

De laatste maanden werk ik mij door het oeuvre van Jan Wolkers. Het begon eigenlijk bij het lezen van Paul Theroux’ De oude Patagonië Express. Ik daag mij vaker uit een treinboek van hem op schoot te nemen. Na het lezen van De Grote Spoorwegcarrousel en De Grote Spoorwegcarrousel Retour begon ik met het lezen van de Oude Patagonië Express. Het boek schreef de Amerikaanse (trein)reiziger 4 jaar na de publicatie van De Grote Spoorwegcarrousel. Het boek waarmee hij de harten van veel (trein)reizigers en liefhebbers van reisverhalen stal.

Ik moet nog steeds een blogje schrijven over dit prachtige boek. Dat het nog er niet van gekomen is, komt doordat Theroux in zijn boek over 2 boeken schrijft die mijn aandacht trokken. Ook werd ik afgeleid door andere boeken die ik voor Litnet las en soms nog moet bespreken.

Als eerste schrijft Theroux over Boswells Life of Samuel Johnson. Een boek dat zich laat vergelijken met Eckermanns Gespräche mit Goethe. Boswell schrijft over het leven van zijn vriend, de legendarische Samuel Johnson (1709-1784). Deze essayist en dichter is vooral bekend geworden als samensteller van het woordenboek A Dictionary of the English Language. Ik trof via internet aan dat het boek mogelijk vertaald wordt in het Nederlands. De uitgave staat voor volgend jaar gepland.

Het tweede boek dat Theroux leest tijdens zijn reis door Latijns-Amerika is The Narrative of Arthur Gordon Pym van Edgar Allen Poe. Het is de enige roman van Poe. Het boek is enkele keren in het Nederlands vertaald, waaronder door de schrijver A. Alberts. Door het lezen van de Oude Patagonië Express werd ik enthousiast voor de verhalen van Poe. Al snel las ik het verhaal ‘The Gold-Bug’ en wist voor de geest te halen dat dit een lievelingsverhaal van Jan Wolkers is. Hij heeft er een prachtig essay over geschreven en het verhaal heeft een nieuwe liefde bij hem losgemaakt: de liefde voor de Tulpenboom, de Liriodendron tulipifera.

En zo ben ik terechtgekomen bij Jan Wolkers. Langzaam maar zeker heb ik alle romans van Het vroege werk gelezen. De Kus heb ik tussen het fietsen door gelezen. Een heerlijk boek. Dat wat mij betreft zelfs De Walgvogel overtreft. Een mooie opbouw en goede typering van de karakters tijdens een groepsreis in Indonesië. Het verhaal is eenvoudig en meeslepend tegelijk. Ook hier komt een boek in voor: The Romantic Agony van Mario Praz. Ik heb het gelijk vandaag doorgebladerd.

Ik heb nu even een korte leespauze van het werk van Wolkers ingelast. Zo probeer ik even het boekenweekgeschenk van het afgelopen jaar te lezen. En ook ligt Jack Kerouacs On the road op mijn leesplankje. Maar ik weet zeker dat spoedig de volgende roman van Wolkers volgt: De doodshoofdvlinder.

11 augustus 2012

Fietsvakantie: de afstanden

image
We arriveren op stadslandgoed De Kemphaan

De dag na de thuiskomst van de heerlijke fietsvakantie. We ruimen de boel op, kneden de spieren en slapen vooral lekker uit. Dan genieten we nog heerlijk na van het fietsen. Praten er gezellig over met elkaar. Hoort ze hoe knap het wel niet is en mag ze zelfs nog even door de stad fietsen.

Ik heb gisteravond de afstanden berekend via google maps:

DagVan – NaarAfstand
1Almere – Lelystad26,6 km
2Lelystad – Dronten46,8 km
4Dronten – Zeewolde
(via Elburg – Harderwijk)
42,5 km
5Zeewolde – Almere29,5 km
Totaal145,4 km

Geen slechte prestatie. Zeker ook omdat de afstanden beduidend verder zijn dan ik dacht. De weersomstandigheden op de eerste en tweede dag waren ronduit slecht. De hoosbui waar we dinsdag in terechtkwamen, belette niet dat we uiteindelijk de verste afstand hebben gereden. Daarbij is de zwerftocht door Lelystad ook een beetje meegenomen.

10 augustus 2012

Etappe 5 - Van Zeewolde naar huis

image
De groene kathedraal, we zijn weer thuis

De laatste dag. De zon beschijnt ons tentje bijtijds. Uitslapen. Binnen de korste keren stijgt de temperatuur in de tent. Doris gaat naar de wc en bekletst mij al heel vroeg. We voelen de fietsrit van gisteren nog goed in onze benen en in ons gemoed. Nog even, de laatste etappe begint zo.

Eerst ontbijten, dan nog even lekker lezen. Doris speelt in de speeltuin, achter het kinderboerderijtje. Kwart voor 11. Het hoofdstuk is uit. Ik begin met het afbreken van het kampement. Eerst de hele tent uitruimen, dan de tassen inpakken en als laatste de tent zelf in het veel te kleine zakje krijgen. Waarom is alles als het meegaat zo compact verpakt en is het de laatste dag 3 keer groter opgeblazen?

image
Muisjes hebben hun buikjes rondgegeten aan de krentenbollen die voor de pauze bedoeld waren.

Kwart voor twaalf is alles ingepakt en staan de fietsen klaar voor vertrek. Eerst Doris bij de  speeltuin ophalen. Ze vindt het hier erg leuk, zegt ze. We drinken een chocomel, een koekje erbij. De krentenbollen die ik voor vandaag gepland had, zijn gisteren opgegeten door de muizen in Dronten. Dan de laatste plas. We zijn klaar om te gaan.

We rijden het bos weer in. De camping Het polderbos ligt keurig aan de rand van het bos. Precies aan de andere kant van Zeewolde als waar we er gisteren het dorp inreden. We rijden een groot stuk dezelfde route. Dan komen we een groen bordje tegen met Almere 22 kilometer. Het is niet ver meer voor de laatste dag.

Dan is het lange fietspaden afrijden. Als we uiteindelijk het bos uit zijn en door de landerijen fietsen, gaat de lol er ook een beetje vanaf. Doris vraagt hoe ver we zijn. Ik probeer een inschatting te maken. We fietsen op 80 kilometerwegen. Het verkeer raast langs ons en de zon brandt op de bolletjes.

Als ik uit de bordjes ‘Almere 18 kilometer’ en ‘Almere Hout 9’ kilometer zie, twijfel ik. Het laatste voert langs de vaart tussen Almere en Zeewolde, zie ik. Ik kies de eerste optie, maar als we 100 meter verder een nieuwe 80 kilometerweg zien, keren we. We gaan langs de vaart. Heerlijk door een strook wild bos. Essen en wilgen groeien langs het fietspad. De weg wordt zelfs versperd door een omgevallen boom. We kunnen eromheen.

Dan doemt daar de A27 op. De bakermat en de grens met Almere. We zingen ons lijflied. ‘En van je helahola helaho lala’. De coupletten verzinnen we zelf. Over meisjes die ver kunnen fietsen en vaders die ook heel ver kunnen fietsen met een fietskar.

De groene kathedraal. Nooit geweest, alleen langsgereden. Het is een imposant bouwwerk van bomen dat je niet per auto kunt bereiken. Ik ben onder de indruk. Doorrijden naar de Kemphaan, waar ik met Inge heb afgesproken voor een lunch. Al is het voorbij half 3 geweest. Het brood is op en de tussendoortjes zijn we ook zat.

De bruggetjes onderweg kan ik maar net over met de brede fietskar. Het is passen en meten. Soms ook een beetje trekken en drukken aan de balken. We bereiken de Kemphaan. Het is half vier. De lunchkaart is net gesloten, maar we mogen nog poffertjes van de eigenaresse van dit nieuwe pannenkoekrestaurant Dubbel-op.

Wat een ontmoeting. De laatste etappe van de laatste etappe begint. We zijn er bijna, maar nog niet helemaal. We fietsen de route die we vorige week ook reden. Maar nu met meer dan 100 kilometer in de benen. Wat een ervaring rijker.

09 augustus 2012

Etappe 4 - Elburg, Harderwijk en Zeewolde

image

Een zware etappe, van Dronten naar Eburg, dan Harderwijk en dan door naar Zeewolde. We zitten net voor de tent uit te blazen.

Een tocht tractors, dagjesfietsers, wandelaars en voorbij scheurende auto’s. Zelfs een twijfelende vader, nemen we deze of die camping. Wel of niet met de veerpont. Het werd even teveel, van boord.

We gingen een boot later. De laatste en fietsen nog een uur voor we er waren. Camping Polderbos. Een camping waarbij je het idee hebt in een film van Arjan Ederveen te zij  terechtgekomen.

08 augustus 2012

Etappe 3 - Dagje camping

image

Het betreden van de camping De ruimte en de mooie weersvooruitzichten maken het makkelijk vandaag: we blijven een dagje op de camping.

Voor mij bijlezen en voor Doris lekker spelen, haar ogen zijn gefixeerd op een groot waterspel. Mocht bij haar de verveling toeslaan, er is een heel dagprogramma, dus die vermaakt zich wel.

07 augustus 2012

Etappe 2 - Van de regen in de ruimte

image
Doris voor de nieuwe tent

Regen, regen, regen. Vandaag viel het met pijpestelen uit de hemel. Het begon al bij het opstaan. Een dreigende hemel hing boven ons hoofd. Toch de tent ingepakt. Het beviel matig, zo’n piepklein trekkerstentje. Het condens van de slaap droop naar beneden. We hielden het amper droog. Bovendien was het wel erg krap voor 2 personen. Je moest er echt uit kruipen. Ik ging dus omzien naar een tentje.

Eerst Lelystad uit zien te komen. Niet makkelijk, zeker met de dreigende luchten. We hebben er meer dan 2 uur over gedaan. Buien ontwijkend in speelplaatsjes gestaan. Of in de zojuist geopende snackbar naar de wc gevraagd. Fietsen in deze kou levert veel plaspauzes op.

Wat waren we blij eindelijk Lelystad uit te zijn na meer dan anderhalf uur trof ik pas bordjes met Dronten erop. Maar het vooruitzicht langs een lange eentonige weg te moeyen rijden bracht mij in een uitdagend stukje bos. Daar daalde de regen neer. Net op het plekje waar even geen bos was. We zijn zeiknat geregend.

Dan Dronten. In de natte broek erheen en de lucht klaarde iets voor Dronten op. Plaspauze in een sauna. Vlak langs het reclamebord met het moeder-dochter-arrangement. Nu zoeken naar de campingwinkel. Langs het Eppo van Veldhuizenbos. De hoofdweg zoekend. Dronten mag voor mij geen tweede Lelystad worden.

Het nieuwe station van de Flevolijn onderdoor. Even de weg kwijt, maar dan vinden. De 80 euro voor de tent is even schrikken, maar ik denk dat kampeerplezier ook wat waard is.

Daarom gaan we ook naar de leukste camping die Inge gisteren opzocht: camping De Ruimte aan de Stobbenweg. De Engelse fietsers die we in Dronten tegenkwamen, passeerden ons vlak voor de camping. Wij reden per ongeluk naar de andere, maar keerden om naar De ruimte te gaan. De beproevingen van vandaag waren dat wel waard.

06 augustus 2012

Fietsvakantie - Van Almere naar Lelystad

image

Kort voor het middaguur rijden we weg. De fietskar wil niet door de poort waardoor ik weer alles moet losmaken en leeghalen. Als we rijden, ontdek ik dat de telefoon nog thuis ligt. Omdraaien, Doris moet wennen dat haar draaicirkel groter is met de tassen achterop. Daarna langs Inge, die aan het werk is. En dan fietsen. Natuurlijk ben ik mijn petje vergeten. Maar daar gaan we niet voor terug.

Mensen zien ons belangstellend voorbij rijden. Over het drukke fietspad naar Almere Buiten. Bij het station dreigen we even uit de koers te raken, maar we krijgen het te pakken. Het luchtalarm gaat, de eerste maandag van de maand. Een hobbel, Doris verliest haar fietstas.

Bij de vaart, vlak na de rode flats, gaan we op een bankje lunchen. De broodjes kaas verdwijnen snel in de kelen. Gauw weer door. We rijden het Kotterbos in. De zon schijnt heerlijk. Het mooie Wilgenbos in.

Als we uit het bos komen, schiet het pad kaarsrecht omhoog. De dijk en de sluizen. De hemel trekt dicht en zet een donker smoel op. Help, het gaat regenen. We kiezen de weg naar Lelystad. Als we onder het spoortunneltje rijden, laat de hemel alles vallen. Wat een geluk.

Het is weer droog en fietsen over de dijk. De Oostvaardersplassen geven vergezichten tot aan Almere. We zien wat we gefietst hebben. De lucht verteld er dreigend bij dat we snel een camping moeten zoeken.

Tussen de buien door zetten we het tentje op bij camping ’t Oppertje in Lelystad. Een attentie van thuis via de telefoon. Het is niet slecht. Nu bedenken waar we morgen naartoe zullen gaan.

05 augustus 2012

Nippeltje

Het nippeltje om de fietskar aan te bevestigen

De fietskar gaat mee op de fietsvakantie. Het vertrek staat morgen gepland. IJs en weder dienende. Vooral het laatste kan aardig roet in het eten gooien, merk ik. Tussen alle buien door deed ik vandaag de laatste voorbereidingen.

Toch even naar de Xenos voor een grotere reishanddoek. De slaapzakken wassen en bij de Albert Heijn nog snel broodjes halen.

Ook moet even de fietskar worden getest. Het ding had een paar jaar werkeloos op de camping in Delden gestaan. Bij de overdracht in november ging hij weer mee naar huis. Je weet nooit waar hij goed voor is. Hiervoor dus. Voor een weekje fietsen door Nederland met Doris komt hij uitstekend van pas.

Omdat het best veel bagage is en Doris nog niet heel veel zelf kan meenemen, haal ik de fietskar van stal. Ik maak het ding los uit de wirwar van klemmen en hangers in de schuur. Eerst probeer ik het op te bouwen. De handleiding is verdwenen. Zo goed en kwaad als het gaat schroef ik het ding in elkaar. De boutjes en nippeltjes vinden elkaar snel.

Hij staat. Nu nog de nippel van de andere fiets afhalen en op mijn fiets zetten. Maar er zit helemaal geen nippel op de fiets. Een zoekactie is begonnen. Nog een keer kijken op de bewuste fiets, daarna het hele arsenaal aan fietsen doorgenomen. Nergens.

De gereedschapskist boven, de lades in de keuken en de hal. Geen nippel. De nippel is nodig om de fietskar te kunnen trekken. Nergens is het ding. Zonder nippel, geen fietskar. Zonder fietskar geen fietsvakantie. Het zweet staat op mijn voorhoofd. We zoeken, maar vinden niks.

Nog even nadenken. Er liggen boven 2 tassen met spullen uit Delden die nog opgeruimd moeten worden. Misschien ligt hij daar. Ik hol naar boven en vind het ding gelijk in een bakje. Het nippeltje is op het nippertje gevonden. Ik monteer het ding vast aan de fiets. Donkere luchten waaien mij tegemoet. Snel gaan lopen met de honden voor het losbarst.

Ik ben met de eerste regendruppels weer thuis en zet de fietskar in de schuur. Die blijft droog en mag morgen aan het nippeltje mee.

04 augustus 2012

Divina Commedia

Divina Commedia van Dante in de vertaling van Hein Boeken, uitgave Wereldbibliotheek (5e druk 1922)

Hij stond er nog, de Goddelijke komedie van Dante. Divina Comedia sierde in goudgele letters op de donkerblauwe kaft. De rug liet los. Of dit nu kwam omdat de vorige eigenaren het hebben stukgelezen. Of dat het kapot ging in het eindeloze gesleep van boekenkast naar boekenkast, verhuisdoos naar verhuisdoos. Ik kon het wel raden.

De gebruikssporen verrieden een leven van doos naar doos, van boekenkast naar boekenkast. Als steun voor een kop koffie en in de vrije val bij het verschuiven van de rij lotgenoten. Al bladerend stuitte ik op pagina’s die al een paar decennia op de naastgelegen pagina hadden gekleefd. Ongelezen letters trok ik voorzichtig los. Het drukinkt gaf haar woorden en zinnen prijs.

En elke vertaling legt weer een ander aspect bloot van dit prachtige boek dat veel mensen in de boekenkast hebben staan, maar weinig echt hebben gelezen. Ik lees altijd een paar canti, leg het weg en ga een paar werken later weer wat zangen verder. Zo kom ik traag vooruit. Als er dan een nieuwe vertaling op mijn komt, raak ik geïnspireerd. De betovering van de eerste regels, is overweldigend.

In deze vertaling van dr. H.J. Boeken luidt de eerste terzine: ‘Op het midden van den weg onzes levens, hervond ik mij in een donker woud, omdat de Rechte Weg verloren was.’

03 augustus 2012

Bellenblazer

image

Ze stapte van haar fiets en ging op het bankje zitten. Iets wat ze altijd deed op zo’n middag als deze. Ze boog heimelijk naar haar fietstas. Achterin lag haar handtasje. Daar zat het verstopt. Het potje zeepsop.

Ze ging zitten blies de lucht voor zich uit en zag de bellen denkbeeldig uit haar getuite lippen vliegen. Eerst rechtte ze haar bril en tuurde het fietspad af in de richting van het tunneltje. In de verte liep een hardloper haar tegemoet. Hij kwam net het tunneltje uit. Ze schroefde het potje open en zag hoe bovenop het bellensop haar al begroette.

Ze gleed met het puntje van haar tong over de lippen, tuitte de lippen goed en schoof haar benen over elkaar. Het rokje sloot strak om haar bovenbenen. Elke vorm van inkijk was uitgesloten. Zoals haar benen tegen elkaar drukten, zo vatten haar duim, wijsvinger en middelvinger het stokje met de cirkel aan het einde. Daar ging hij in het sop vooronder.

Ze trok behendig het stokje uit de zee van bellen. Een straaltje sop droop naar beneden. Ze hield het stokje net iets voor haar benen. Zo voorover gebogen tuitte ze haar lippen nog meer en blies. Ze blies bellen. De bellen van goud kropen traag uit de ring. Ze blies ze groter. De eerste liet los. De tweede volgde.

Ze keek in de bellen, haar eigen gezicht vervormde. De bril leek groter. Net als haar voorhoofd. Het haar was verder  naar achteren. Terwijl ze het vanmorgen zo zorgvuldig gekamd had. Devoot zat ze erbij. Alsof elke bel een dierbare uitdrukte die er niet meer was. De tijd vloog met de bel. De wind nam haar mee.

De hardloper sjokte voorbij. Vermoeide ogen keken haar aan. Hij kon helemaal niet zo’n eind lopen. Ze keek hem niet aan, tuurde in de richting van het andere fietspad op deze kruising. Daar dreven haar bellen. Ze doopte het stokje in het potje.

De hardloper rende verder en nam haar verhaal mee zoals de bellen van haar dreven op de wind.

02 augustus 2012

Spelen - #wot

image
In de vakantie kun je ook een spel spelen. Doris zit helemaal klaar voor Monopoly, in de junior-variant.

Geen grotere vreugde dan spelen. Je fantasie helemaal de vrije loop laten en aan de slag gaan. Dat is een kenmerk van goed spelen. Werken is ongezond. De verplichting drukt. Het moet iets opleveren. Je krijgt ervoor betaald. Daar moet je wel iets voor doen. Als je geld verdient met spelen, dan klopt er iets niet, vinden veel mensen.

Werken zou moeten lijken op spelen. Spelen doe je samen en al lijkt het er soms doelloos aan toe te gaan, het eindresultaat kan verbluffend zijn. Hoe vaak ik met vriendjes iets heel moois had opgebouwd na een uurtje spelen. We braken het even enthousiast ook weer af. Op naar het volgende.

Het gevoel, de trots en vooral het tevreden terugkijken op een geslaagde middag. We hadden ons vermaakt. De fantasie vermengde zich met de werkelijkheid. Geen regels die restricties geven, gewoon de fantasie volgen. Het idee kreeg gaandeweg gestalte en elk idee sloot erop aan. Het spel was geslaagd. Ik heb dit gevoel niet vaak meer. Soms bekruipt mij dat gevoel als je echt iets moois aan het maken bent met een groep mensen. Jammergenoeg niet zo vaak.

De mooiste vorm van spelen op een orgel of harmonium is improviseren. Vorig jaar volgde ik een improvisatiecursus bij Gerben Mourik. Het enthousiasme waarmee we het instrument verkenden en op ideeën kwamen, liet zich vergelijken met het spelen als kind.

Spelen vraagt wel om een flexibel geheugen. Als volwassene verlies je die flexibiliteit snel. In vacatureteksten noemen ze dat ‘snel schakelen’. Ik merk het als ik met mijn dochter meespeel. Ik reik een idee aan en ze gaat in haar fantasie helemaal mee. Je krijgt het idee op een heel eigen manier weer terug. Daar kan geen brainstorm tegenop.

#WOT
WOT staat voor Writing on Thursday, een schrijfinitiatief dat in Nederland wordt gevoed door met-k.com. Vandaag is het onderwerp: spelen.

01 augustus 2012

Buitenplas in krange onderbroek

Het duurt zo lang voordat je de deur uit bent. Altijd is er iets. Dan knellen de schoenen, zit de onderbroek krang of zitten de knoopjes van de jas net eentje te hoog, zodat ik niet uitkom. Dat komt ook omdat ik in het midden begin met het dichtdoen van de knoopjes. De onderbroek die krang zit, komt volgens haar omdat ik niet oplet bij het uit de was halen van het ondergoed.

Ik ben er ook niet goed in. Heb het nooit gedaan. Zij zorgde voor de kinderen, het eten en de was. Ik stapte elke morgen klokslag kwart over 7 op de fiets. Broodtrommeltje achterop. Geen gedoe. Op mijn weg trof ik slechts 1 stoplicht. Als hij op groen stond, kon ik in een ruk door. Zonder stoppen.

De tegenwind over won ik. Nu loop ik traag achter de wagen. Ze schuurt met haar voeten over het troittoir. Omdat het te hard gaat. Als het haars ziens te langzaam gaat, schuiven haar voeten over de grond om de vaart erin te krijgen.

Nu ik tussen 2 struiken van de hortus in sta, trekt zij ongedurig aan de banden. Ze komt traag in beweging. Natuurlijk rijdt ze in de richting van de weg. Ik zie het niet. De plas spettert op mijn schoenen. Ik zie het en hoop dat zij het straks niet ziet. Ik heb alleen maar gezegd. ‘Ik moet even.’

Een fietser belt. Ze rolt in de richting van de weg. Ik trek mijn gulp dicht. Voel dat mijn onderbroek krang zit en zet hem op een sukkeldrafje naar haar. De rolstoel heeft genoeg gang om weer verder te lopen. ‘Waar bleef je nou?’ zegt ze. Ik geef een zacht kusje op haar grijze haren. Precies zoals toen als ik van het werk thuiskwam. Te laat en zij de deksels op de pannen sloeg om te vertellen wat zij dacht.