30 januari 2010

Spekglad

De Amsterdamweg bij mij achter is in de morgen en de avond een heuse ijsbaan. De vorst vriest het wegdek langzaam op waardoor je alle grip verliest. In de vroege ochtend wilde ik de weg oprijden. Ik nam de bocht en voelde mijn achterwiel wegglijden. De fiets helde, mijn voet zocht steun maar gleed ook weg. Bijna lag ik gevloerd tot op het laatste moment mijn voetzool grip kreeg op het gladde wegdek.

Diezelfde avond dacht ik dat het die ochtend helemaal verkeerd had kunnen gaan. Ik had op zijn minst kunnen vallen en ik zag een slag in het wiel. Of erger nog een been breken en dan weken mogen liggen. Niet meer kunnen rennen en de hele dag gedwee televisie kijken, of nog erger: een roman van Dostojevski lezen.

Ik bedacht het net toen ik de weg van de andere kant opreed. Ik nam de bocht en voelde mijn achterwiel wegglijden. De fiets helde, mijn voet zocht steun, maar gleed opnieuw weg. Bijna lag ik gevloerd, tot op het laatste moment mijn voetzool grip kreeg op het gladde wegdek.

Gistermorgen en -avond was de weg nog altijd spekglad, maar nu nam ik de bocht zo voorzichtig in een bijna rechte lijn dat ik niet meer uitglijden kon.

28 januari 2010

File

De hele weg van Schiphol naar Almere kon ik het volgen: de file op de A10 ging over in de file op de A1. Rijen auto's reden traag vooruit in de rij. Stonden dan weer eens stil en reden opnieuw een paar stappen.

Bij station Amsterdam Zuid ging de rij auto's zo traag dat een rode auto waar de trein bij binnenkomst evenwijdig stopte, slechts enkele meters verder was toen mijn trein wegreed.

Lichtsnoer
Lange slierten autolichten brandden in de duisternis, want ook alle aanvoerwegen slipten dicht. De snoer lichtjes reikte zover dat ik het einde van de rij niet kon vinden vanuit de snel rijdende trein.

Speelgoed
Ik herinnerde mij een vriendje met een broertje die van filerijden hield. Hij plaatste alle speelgoedautootjes in een lange rij. De voorste auto schoof hij een stukje vooruit, de tweede auto liet hij stoppen vlak achter de eerste, en de derde achter de tweede, etc. De rij auto's reed in een lange sliert door de woonkamer. Ouders, broer en vriend van de broer tot ergernis.

Het kind vermaakte zich er uren mee. De rij waar ik nu langsreed, was niet te vergelijken met de dertig autootjes van het broertje van het vriendje. Ik moest wel even aan het kereltje denken bij de treinreis naar huis.

Want in tegenstelling tot de rij auto's, reed de trein in sneltreinvaart de file voorbij.

26 januari 2010

Dom gansje

De fax spuugde de bevestiging uit dat het bericht was verstuurd. Ze keek naar buiten. 'Waar kijk je naar?' vroeg ik. 'Daar achter het bord. Een grote eend of zo. Hij wil oversteken.'

Ik tuurde naar de weg waar de auto's de tunnel uit kwamen. Geen vogel te zien. 'Nee, hij loopt niet over de weg.' Haar stem sprak eerder een wens of een bezwering uit dan een constatering. Ik tuurde, probeerde de bosjes die mijn zicht blokkeerden, weg te denken.

Gans
'Het is een gans', zei ik op hetzelfde moment als ik het dier inderdaad halverwege de rijbanen zag lopen voor het verkeer dat de stad in reed. Onzeker waggelde het dier naar de middenberm. De auto's vertraagden of ontweken het dier.

Hij bleef op de middenberm staan, waagde soms een sprong, maar stond weer terug op de verhoging tussen de rijbanen. Daarna stapte hij zeker de andere weghelft op, drukte zich verder, maar zakte ook meer en meer de tunnel in, waar de wanden zijn oversteek ernstig beletten.

Machteloos
Waar bleef de hulp? Wij keken machteloos. De auto's raasden voorbij en telkens als er weer eentje weg was, stond daar de gans nog overeind op zijn poten. Een bus raasde de stad uit. Het leek het einde voor het dier, maar ook nu ontsprong hij de dodendans. Hij keerde terug en keek weer onze kant op vanaf de middenberm.

Kamikaze
Nog een laatste kamikaze-actie volgde op de rijbanen waar hij eerder ook al zijn leven niet zeker was. Een zucht van verlichting blies onze longen uit. 'Wat moeten we doen met het beest?' vroeg ze. Hij waggelde alweer over het grindpad. Een vleugel hing wat vreemd naar achteren en viel wat dieper naar de grond, bijna over zijn staart. 'Zou ik de dierenambulance bellen?'

Zorgen
Ze telefoneerde en vertelde over het gansje dat daar gelopen had. 'Wat?' blies ze de telefoon in. 'De politie bellen? Nee, ik maak me geen zorgen over het verkeer. Ik maak me zorgen over de gans.'

25 januari 2010

Het interview dat de geïnterviewde overleeft

Bij het overlijden van Bibeb, worden ook de interviews uit de mottenballen gehaald. En inderdaad, ze zijn stuk voor stuk schitterend. Zo onthult Vrij Nederland nog een keertje het beroemde interview met Henk Vredeling en openbaart Maarten 't Hart zijn geheimen: 'Het is heel lang mijn liefste wens geweest een heel mooie vrouw te zijn'. De laatste uitspraak dateert uit 1979 en is nog ver voor alle publieke optredens van de travestiet Maartje 't Hart.

Uitvoerige details
Wat wel opvalt is de uitvoerigheid en de gedetailleerdheid waarmee Bibeb haar slachtoffers beschrijft. In het interview met Vredeling illustreert ze dat prachtig door te openen met een beschrijving van zijn werkkamer:


Twee glimmend gepoetste koperen kanonnen in de met rood tapijt bedekte gang. 'De slag bij Waterloo' recht tegenover het bureau van de minister. Aan de andere muur, een geschilderd portret van de dikke middelbare Michiel Adraenszoon de Ruyter. Boven de schoorsteenmantel: een geharnaste krijger op wit paard, neerblikkend op een slachtoffer, verderop: een dal bedekt met lijken, in rose bloed.
Miniatuur-tank en mirage. Kristallen kroon.

Een romancier zou jaloers zijn op een dergelijke opening van een verhaal. Bibeb vertelt hier ook een verhaal. Het hele interieur van zijn kamer was er al toen de minister van defensie aantrad, alleen een tegeltje met een wijsheid heeft hij er zelf op gehangen. Deze opening die elke hedendaagse eindredacteur uit het verhaal zou halen omdat hij het veel te langdradig vindt, heeft nut voor het grotere verhaal dat ze vertellen wil. Het verhaal van een man die geschonden is door de oorlog en die notabene minister van defensie is.

De korte typeringen 'grijpende gebaren' en 'mompelt over zijn machteloze gevoel van toen' tonen een man die machteloos is en met zijn verleden worstelt.

Beroemd
Het interview is zo beroemd geworden dat het interview de geïnterviewde overleefd heeft. Dat de Vredeling zelf het interview politiek gezien overleefd heeft, is misschien ook wel te danken aan het prachtige portret dat dit interview is.

Ik hoop dat Vrij Nederland binnenkort begint met een weblog waarin wekelijks een interview van Bibeb wordt gepubliceerd. Dat zou een echt monument zijn voor de overledene.

Links
Voor wie niet kan wachten, één interviewboek, dat met de schrijvers, heeft de dbnl gehaald: Bibeb & VIP'S

24 januari 2010

Vogeltelling

De mus scoort na jaren weer de hoogste plek op de jaarlijkse vogeltelling, meldt de website van RTL Nieuws. Het is het resultaat van de tellingen die afgelopen weekend door vogelliefhebbers zijn gedaan. De mus is de grote winnaar van de telling. Bij mij in de buurt onmiddellijk gevolgd door de spreeuw.

Hond in bed
Het mooiste verhaal over de vogeltelling is misschien wel van Martin Bril. Kort voor zijn overlijden, in de boekenweek, verscheen een bundeling van zijn mooiste dierencolumns onder de titel Mijn leven als hond. Op ontroerende wijze schrijft hij hoe zijn hond bij hem in bed kroop toen hij lag bij te komen van een chemokuur.

Kauwenpoten
Vandaag wist ik eerlijk gezegd niet dat het de jaarlijkse vogeltelling was. Anders had ik wellicht eventjes ter nagedachtenis van Martin Bril tussen negen en tien vanmorgen de vogels in mijn tuin geteld. Nu heb ik alleen Inge gewezen op het roodborstje in de boom achter onze schutting. Het was al middag. En ik zag de poten van de kauwtjes in de verse sneeuw toen ik vanmorgen de gordijnen opendeed. De merel die heel snel rondjes draaide op de leuning van de tuinbank, zag ik toen ik langs het raam liep om een kopje koffie te halen. Het dier vormde met zijn pootjes kleine rondjes in de sneeuw, maar het hout van het bankje bleef bedekt.

Vetbolletje
Maar geturfd heb ik niet. En ook geen vetbolletje opgehangen om de vogels te lokken. Laat staan dat ik gisteren een halve middag in de keuken in de weer was die bolletjes te fabriceren. En de verleiding om met de verrekijker naar de buurvrouw te kijken zou ik helemaal niet hebben gehad. Nee, dan zie ik liever een roodborstje.

Bovendien heb ik geen verrekijker.

23 januari 2010

Twitteren

De twee stenen muurtjes tussen de huizenblokken in, vormden even een spiegelbeeld doordat op beide muurtjes een merel zat. Ze lonkten naar elkaar en leken even te spreken als twee kwebbelende mussen.

Kijk, dat is nou twitteren, dacht ik terwijl de merels in rondjes draaiden op hun stenen muurtjes en onderwijl druk kwebbelden. Ik begreep niet wat ze wilden zeggen, maar dat geldt ook een beetje voor twitteren. Daar snap ik ook niet  altijd wat iemand zeggen wil.

22 januari 2010

Wil de echte De Wit opstaan?

Ik keek heel vreemd op toen ik de rekening van mijn zorgverzekeraar kreeg. De rekening vermelde namelijk dat ik eind mei vorig jaar een behandeling had gehad in een oogziekenhuis in Rotterdam.

Of ik even 20 euro eigen risico wilde betalen. Ik kon mij echter niet herinneren dat ik ooit in een Rotterdams oogziekenhuis een behandeling heb ondergaan. Sterker nog eind mei was ik zelfs niet in de buurt van Rotterdam.

Misbruik van mijn naam? Of zou iemand zich met mijn pasje daar hebben vertoond? Het nabellen leverde weinig geruststelling op. Eerst mag je zelf het probleem oplossen door met het betreffende ziekenhuis contact op te nemen en daarna moet je het daar zonder declaratienummer doen.

Het schijnt nu opgelost te zijn. Een andere De Wit meldde zich met dezelfde geboortedatum. Keurige registratie, etc. De vergoeding verloopt via een landelijke database. Bij het verwerken van de declaratie kan in verband met privacy alleen met achternaam en geboortedatum worden gewerkt.

Tenminste, dat zeggen ze in Rotterdam. Het bewijs laat nog wel even op zich wachten, want het geld heb ik voorlopig nog niet terug.

17 januari 2010

Zonnewende

Met het idee van de vroegvallende duisternis reed ik vanmiddag om vier uur nog een rondje op de fiets met Doris. We fietsten niet te ver aangezien Doris al een paar weken niet meer gefietst had door de sneeuw. Enige training voor verre tochten is dan wel vereist.

We waren lang en breed terug. Ik zat weer op mijn zolderkamer te werken aan het artikel over Junghuhn toen mij opviel dat het zo lang licht bleef. Het was al na vijven en tegen de hemel tekenden zich pas de eerste signalen van de naderende schermering.

Eigen zonnewende
Ik voelde me even heel gelukkig. Er zijn van die feesten die de zonnewende moeten duiden. En ook nog eens licht en vrede in de wereld moeten brengen. Nu was mijn eigen zonnewende, het moment in januari dat het me opvalt dat de dagen langer worden.

Ik heb het moment daarna genoten van de zonsondergang die me nog hoopvoller stemde. Morgen is het nog een momentje later dat de zon ondergaat.

16 januari 2010

Winterjas

Inge naait verschrikkelijk mooie kleren, maar ze liet iets voor mij altijd achterwege. Met uitzondering van een snel in elkaar gelokt huispak, dat ik ontzettend vaak draag.


Oudemannenstof
Ze had een stofje van iemand overgenomen dat ze geschikt vond om een jas van te maken. Ik had mijn sterke bedenkingen bij de stof, vond het een beetje oudemannenstof. Het vertrouwen is beloond, want het resultaat is overweldigend. De moeilijk te bewerken stof en de dikte van de jas zelf bezorgde haar veel hoofdbrekens en zuchten, maar woensdagavond was hij dan eindelijk klaar.



Houtje-touwtje-jas
Eigenlijk zou het een houtje-touwtje-jas worden, maar knopen bleken toch mooier aan te sluiten bij het model en de stof. Inge heeft wel dingetjes waar ze niet tevreden over is, maar hij voelt voor mij als gegoten en ik weet nu al dat ik nooit meer afscheid kan nemen van deze jas. Ik hoop dat hij mij heel wat winters zal vergezellen.

Lees het naaiverslag bij doingcreaties.blogspot.com

15 januari 2010

Buisjes

Wat was het een verademing toen ik vanavond thuiskwam. Ze hoorde me binnenkomen. Al een week of vier is Doris zo doof als een kwartel. Door een verkoudheid waren haar oren helemaal dicht gaan zitten. De bij kinderen nog niet volgroeide buis van Eustachius zit dan vol en loopt niet meer leeg. Door het vocht achter het trommelvlies horen ze niks meer.

Vanmorgen op het onchristelijke tijdstip van 7.15 uur mocht Inge zich melden bij het ziekenhuis voor het plaatsen van buisjes. Na het aanmelden en ongeveer anderhalf uur wachten, was ze eindelijk aan de beurt en een halfuurtje later hoorde een wakker kind weer.

Verhaaltjes lezen, televisie kijken en een vraag stellen. Het kan allemaal weer. Ze vroeg vanavond zelfs of de televisie wat zachter mocht, want hij stond zo hard aan.

Haagse boekentempel

Ook Den Haag is gezegend met een aantal prachtige boekhandels. Net nu het opruiming is, is dat erg gevaarlijk voor zo'n onverzadigbare boekenfanaat als ik. Vandaag sloeg ik monsterlijk toe in de overgebleven ramsj van Verwijs.

De Haagse passage kan weliswaar niet meten met de soortgenoten in Napels, Milaan en Londen, maar de boekhandel zit er prachtig. Ik begrijp dat ze er pas vijf jaar zitten, maar het pand straalt autoriteit en kennis uit. De mooie houten trappen naar de tweede en derde verdieping maken het tot een tempel voor de boekenliefhebber. Daar steekt de Utrechtse boekhandel Broese met de kelder en de begane grond magertjes bij af.

Uiteindelijk ben ik er vandaag weggelopen met een gedegen en geïllustreerd boek Alle bijbelse personen, met biografieën van (alle) bijbelse personages, een fotoboek met dvd over de bombardementen van Rotterdam, de Engelstalige monografie van het orgel in de Amsterdamse Nieuwe kerk, The Profusion of Heaven en het Het Nederlands gebarenboekje van Herman Pieter de Boer.

Het laatste boekje is bedoeld het verblijf op het toilet wat te veraangenamen.

14 januari 2010

Alles voor de helft

Een medestudente van mij had een gruwelijke hekel aan boekenmarken. 'Daar schuifelen van die oude mannetjes voorbij die dan neuriën.' Dat die mannetjes altijd gehuld waren in ribcolbertjes maakte het allemaal nog erger. De reden dat ze er toch heen gezogen werd, waren de boeken.

Mijn hart klopte inderdaad harder toen ik in de middagpauze, eigenlijk op weg naar Verwijs, op de Lange Voorhout stuitte op de boekenmarkt. Natuurlijk liep ik er niet om heen. Al liepen er allemaal stoffige mannetjes neuriënd langs de rijen boeken.

'Alles voor de halve prijs', mompelde een boekenverkoper op het moment dat ik Juliana & Bernhard: Het verhaal van een huwelijk 1936-1956 aan de kant legde, van huwelijkschroniqueur Cees Fasseur. De vijftien euro die hij ervoor vroeg vond ik teveel. Temeer omdat ik het boek net maandag met enige spoed had uitgelezen. Ik mocht het boek niet meer verlengen van de bieb.

De halve prijs klonk erg verleidelijk. Ik wilde het boek misschien nog bespreken, ergens noemen, en dan is het handig om het boek bij de hand te hebben. Het moordenboek van de Blokkers kon ik echter niet laten liggen. Deze verdween van de kraam in mijn handen voor 6,25 euro. Het as van de peuk die op zijn lippen danste, vormde een kromme toeter naar voren en kon elk moment afscheid nemen van het brandpunt in de sigaret. Onderwijl lokte hij de weinige bezoekers naar zijn kraam. 'Alles voor de helft. Alleen vandaag.'

De kramen ernaast waren mogelijk nog interessanter met rijen boeken voor 2 euro en 1 euro. Of 3 voor 5 euro. Allemaal erg aanlokkelijk. Net als de verzamelde werken van Goethe, incompleet. Ik telde de rij, die ergens in de 30 ophield, terwijl een deeltje beweerde dat de serie uit 40 delen bestaat. 'Voor 20 euro mag je hem hebben', zei de man achter de kraam. 'Hoe moet ik hem meenemen?' 'Je mag er een doosje bij hoor.' Ik zag mijzelf alweer met een incompleet zooitje boeken in een drukke forensentrein zitten. Ik snuffelde verder door de rijen boeken. '15 euro', zei de boekenverkoper. 'U gaat steeds meer zakken, als ik hier nog langer blijf staan krijg ik nog geld toe van u.' 'Dat is een goede zaak', onderbrak een stoffige man in een ribfluwelen jasje. 'Hoe meer u meeneemt hoe beter.'

Bij een ander kraampje stond ik naast hem. Hij neuriede zachtjes terwijl hij door de gebonden jaargangen van een tijdschrift bladerde. Jarenlange rust en ongelezenheid fladderde uit de pagina's omhoog. 'Boeken, boeken', mompelde ik. 'Een mooi kaftje en meenemen.' 'Meneer', sprak hij streng. 'Ik koop een boek nog voor de inhoud.'

Ik opende net een boek, waarbij de rechterbladzijde bedrukt was met een filosofisch traktaat en de linkerkant aantekeningen bevatte. 'Ja, dat heb ik vanmorgen ook in mijn handen gehad.' 'Heel interessant', antwoordde ik. De pagina's met het handschrift kon ik nauwelijks ontcijferen. Het was iets van Spinoza, maar wat de student in de halve zinnetjes meende. 'De naam is eruit geknipt. Als die student nu een beroemd filosoof is geworden, dan is het interessant. Maar dat weten we niet.' 'Hier staat "Paul Kwartel 1945"', zei ik wijsneuzig. 'Maar deze. Die moet je hebben.' Hij wees naar het hoekje rechts bovenin dat was weggeknipt. 'Student philosophie 1866' stond er.

'Wie zou dat geweest zijn?' 'Ach, ik heb geen zin om dat uit te vogelen.' Hij bladerde alweer in een ander boek. Ik flapperde de pagina's snel door naar het einde. Op ongeveer een kwart voordat het boek uit was, waren de aantekeningen van de onbekende student verdwenen. 'Hij was het in elk geval hier zat', zei ik snel. De man ook, want hij was alweer verder geschuifeld naar het volgende kraampje met boekenwaar.

13 januari 2010

Hoger hand

De man schoof traag de stoelen voorbij. 'Ik kom even de kaartjes bekijken', zei hij bij iedere rij. Zijn stem klonk diep en moe van een dag kaartjes bekijken. Hij stopte bij een in de rij voor mij en hield zijn apparaat bij het pasje dat de man omhoog hield.

Er klonk een bliepje uit het apparaat. 'Meneer mag ik vragen, waarom u dat doet?' De conducteur liep alweer verder. 'Tja, dat is nodig hè?' Een stilte viel. De stilte vertelde dat de vragensteller niet tevreden was met het antwoord. De conducteur voelde de vraag in zijn rug branden. 'Dat moet van hoger hand hè?'

'Dat is niet het antwoord op mijn vraag', sprak de man. De conducteur hoorde het al niet meer, want zijn diepe stem vroeg een paar rijen verder om de kaartjes. Het apparaat ging langs het pasje dat voor hem omhoog gehouden werd. Hij was te ver weg om de bliep nog te kunnen horen.

11 januari 2010

Afslankthee

De rij mensen die willen afrekenen in het Kruidvat groeit allengs. Als ik aansluit, loopt een collega van het meisje dat in haar eentje achter de kassa staat de rij voorbij. Daar komt de versterking, denk ik. De collega houdt een opschrijfmap voor haar neus en vraag het meisje iets. 'Nee, bij de shampoo', zegt het meisje. Haar collega schrijft driftig op het blok en loopt de rij weer voorbij.

'He, daarvoor ging ik hier naartoe.' De vrouw voor mij wijst naar een pak met thee dat een andere vrouw in haar hand vasthoudt. 'Wilt u weten waar het staat', zegt de andere vrouw behulpzaam. 'In deze rij.' Ze wijst naar de rij waar wij vlakbij staan. 'Ach, maar nee', aarzelt de vrouw. 'Ingrid, wil jij deze halen?' De andere vrouw laat haar dochter het pak thee zien. 'Afslankthee' staat op het pak.

Het meisje komt met een ander pak de rij uit. 'Ze hadden die niet meer mama, alleen deze nog.' 'Nee, die moet je niet hebben. Breng hem maar terug', antwoordt haar moeder. 'Ach', zegt de vrouw voor mij een beetje verlegen. 'Ik wilde het een keertje proberen. Helpt het?' 'Ja', zegt de moeder. 'Telkens als ik denk dat het weer tijd dan neem ik het en dan gaan die kilo's er echt af.' Ze denkt na. 'Maar je kunt dit ook bij De Tuinen kopen hoor.' De vrouw knikt. Ondertussen heeft het meisje wel een rol Mentos in haar hand. 'Mag deze ook?'

Voor de vrouw die op zoek is naar de afslankthee, staat nog een andere dame. Ze heeft zich een beetje verstopt voor het gesprek, maar is nu echt aan de beurt. Aarzelend steekt haar hand met de boodschap naar voren. Heel duidelijk is het laatste pakje van de afslankthee te zien.

Lidl op maandagmorgen

Ze legt de drie bruine halve liter blikken neer om te voorkomen dat ze omvallen als de transportband gaat lopen. Ze laat er een pakje kauwgom achter vallen. Dat is de hele boodschap voor vandaag.

Als de band zover is dat de caissière de blikjes kan pakken, zet de vrouw de blikjes overeind. Ze telt haar geld. Of het gepast is, weet ik niet, want ik loop al weg met mijn afgerekende boodschappen.

Een man passeert mij. Hij loopt net de Lidl binnen. Een dranklucht vergezeld hem. Hij waggelt in de richting van de doos met de bruine halve liters bier.

06 januari 2010

Bloemlezing afwijzingen sollicitaties

Het programma EenVandaag besteedde vandaag aandacht aan een onderzoek onder bedrijven. Zij vinden dat studenten betere sollicitatietechnieken moeten aanleren. De studenten zelf vinden dit overigens ook. De voorbeelden in het filmpje met twee werkgevers waren herkenbaar. Slordige sollicitatiebrieven met daarin de verkeerde bedrijfsnaam of een andere functie. Ook werden zinnen weleens vreemd geformuleerd.

Prachtig natuurlijk die opmerkingen, maar een onderzoek naar hoe werkgevers met hun sollicitanten omgaan, had een eerlijk verhaal van de andere kant opgeleverd. Zo mocht ik in het verleden geregeld solliciteren en de mailtjes waarmee je sollicitatie wordt afgewezen zijn ronduit beschamend. Een greep uit mijn e-mailbak:

Wier profiel
Geen vagere reden dan de kandidaat die niet aansluit bij het profiel (??):
"Onlangs heeft u gesolliciteerd [bij naam functie en naam bedrijf]. We hebben zeer veel reacties binnen gekregen en daaruit een selectie gemaakt.
 We hebben besloten om u niet uit te nodigen voor een eerste gesprek. Reden hiervoor is dat er sollicitanten zijn wier profiel beter aansluit Wij danken u hartelijk voor uw interesse.bij de functie."

Te laat
Je kunt als bedrijf ook teveel zeggen in een antwoord. Hier de reactie op een sollicitatie die een dag na de sluitingsdatum verstuurd is, en twee weken later het volgende antwoord oplevert (terwijl de sollicitatiecommissie op vakantie was):
"Excuses voor de late reactie in verband met vakantie van leden van de sollicitatiecommissie.
Helaas kunnen wij uw sollicitatie niet meer in behandeling nemen. Uw sollicitatie is na de sluitingsdatum bij ons binnengekomen. De sollicitatiecommissie heeft bij navraag aangegeven over voldoende geschikte kandidaten te beschikken.
Wij danken u voor de getoonde belangstelling."

Niet-passend profiel
Weer een typisch voorbeeld van een kandidaat die niet bij het profiel past:
"Naar aanleiding van uw sollicitatiebrief, berichten wij u het volgende.
De selectiecommissie heeft de binnengekomen reacties beoordeeld. Op basis van uw gegevens delen wij u mee dat we uw brief niet verder zullen meenemen in deze selectieprocedure. Het aantal binnengekomen reacties gaf de selectiecommissie de mogelijkheid kandidaten te selecteren die beter aan het profiel voldoen dan u.
Wij danken u voor de genomen moeite en wensen u veel succes met eventuele andere sollicitaties."

Nog een profieltje
"Hierbij bevestigen wij u dat wij niet ingaan op uw sollicitatie.
De reden hiervoor is dat het profiel van andere kandidaten nog beter overeenkomt met de door ons gestelde functie-eisen.
Wij danken u voor de getoonde belangstelling in ons bedrijf en wensen u veel succes bij eventuele sollicitaties elders."

In file
Soms ben je blijkbaar als kandidaat iets te interessant om gelijk helemaal af te wijzen, ook al heeft de werkgever heel fijne gesprekken met andere sollicitanten gehad:
 "Graag stellen we u op de hoogte van de stand van zaken rondom de sollicitatieprocedure [naam functie].
Vorige week heeft de 1e ronde sollicitatiegesprekken plaatsgevonden met negen kandidaten. Met vier van hen hebben we komende week een vervolggesprek.
Graag houden we uw sollicitatie in file totdat de gehele procedure is afgerond. U ontvangt van ons bericht indien we u alsnog willen uitnodigen voor een nadere kennismaking of dat de sollicitatieprocedure leidt tot een definitieve afwijzing."

Teleurstellende mededeling
Ook zo'n mooie, begin vooral niet met het slechte nieuws, maar houd de lezer nog even lekker in spanning. Prachtig geschreven om even aan het eind een flinke klap in het gezicht van de lezer te geven:
"De afgelopen herfstvakantie heeft de sollicitatiecommissie een keuze gemaakt uit het overweldigend aantal reacties op de advertentie die op Villamedia geplaatst werd. En binnenkort wordt met een zevental sollicitanten nader gesproken.
Hierbij moet ik je echter de teleurstellende mededeling doen dat jij niet de nieuwe [functie] van [organisatie] zal worden."

Blunder
Kort na dit mailtje verscheen een ander mailtje:
"Ik keek toen ik mijn vorige mail opstelde nog even in mijn digitale archief, en heb toen in alle haast een oude, eerdere advertentietekst opgediept – die voor een X. Excuses voor deze slordigheid en de mogelijke verwarring - jij solliciteerde uiteraard naar de functie van Y.
En dan te bedenken dat de afschrijving van gisteren meer dan tachtig (!) maal de deur uitgegaan is …"

Toen ik de afzender vroeg of er over de andere vacature nog geen bericht was, er stonden namelijk twee vacatures open), kreeg ik het volgende antwoord:
"Nee, het betekent alleen dat ik gisteren “Y” had moeten schrijven in de afschrijvingen."

Helemaal niet reageren
Deze mensen zijn nog zo vriendelijk om een reactie te sturen. Dan zwijg ik nog over het verhaal dat ongeveer 20 procent van de sollicitaties überhaupt nooit een reactie krijgt. Dat zal wel afgewezen zijn. Het meest tekenende voorbeeld is een sollicatie waarvan ik een gesprek in november 2008 had en waar ik nooit meer iets van heb gehoord. Ik heb meerdere keren gebeld ('Nee, meneer is er niet') en mailtjes verstuurd. Ik ben bijna geneigd om de naam van de betreffende instantie te noemen.

Meneer EenVandaag ik zie uit naar uw onderzoek. Dat levert een mooie uitzending op volgende week.

04 januari 2010

Klarenbeek

Klarenbeek, voor mij is het niet veel meer dan een stationnetje midden in een weiland. Ik stond er op een dag in mei, ergens in 2000 stil in treintje dat van Apeldoorn naar Zutphen reed.

Ik zag vandaag Klarenbeek langskomen in een item van Man bijt hond. Nu geen station, maar een geitje dat op sterven lag. Het dier kon niet meer overeind komen en mekkerde heel triest. Ik dacht één ding bij het zien van het dier dat meer dood dan levend was: als het dier zwanger is en aan Q-koorts leidt, dan mogen de anderen gelijk mee naar het mortuarium.

En ik dacht aan het gedicht dat ik in 2000 schreef over mijn ervaring op het station van Klarenbeek. Ik zocht het even op en eigenlijk kan het best nog gepubliceerd worden. Het komt uit een tijd dat ik geïnspireerd op het voorbeeld van Gerrit Komrij een jaar eerder, wekelijks een gedicht schreef en de wrange vrucht naar een vijftigtal mensen per e-mail verstuurde. De inspiratiebron zat ook bij de lijst en hij merkte eens op dat het aardige niemendalletjes waren. Een groter compliment kun je niet krijgen.

Klarenbeek

Van Apeldoorn naar Zutphen, de stoptrein
Stopt bij de halte die Klarenbeek heet
Voordien had ik van dit plaatsje geen weet
Het perron provisorisch langs de lijn

Vanuit het groen komt onzichtbaar geblaat
Door de boomruis ruikt een barbequegril
Het kroos in de sloot ontsluit -ietwat stil-
Zo, dat ‘t moeder en haar kleintjes doorlaat.

Laat mij daar de lokroep van geluk horen
Het gebrom van de dieselmotor lijkt
Te verdampen om niet teveel te storen.

Mijn hoofd steek ik nog verder het raam uit
Overal waait geluk totdat het wijkt
Voor die hinderlijke conducteursfluit.

Leiden, 9 mei 2000

Er zijn mensen die vinden dat het 'gedicht van de week' moet terugkomen, maar na het lezen van dit gebeuren, vind ik het nog steeds een zeer goede beslissing dat ik er destijds mee gestopt ben.

02 januari 2010

Het verloren schaap

Hij was op oudjaarsdag voor het laatst gezien. Doris gooide hem achter het bed en Inge had hem wat later nog in de spijlen zien hangen. Daarna had niemand meer iets van hem vernomen.

Schaap was weg. Het van oorsprong witte dier, grijs geworden door een overdaad aan knuffels, liefde, kwijl en stof, was verdwenen. Ik was op oudjaarsavond nog door onze slaapkamer gelopen, speurend naar het knuffeldier van nog geen acht centimeter lang.

Doris moest het maar een nacht zonder doen. Misschien had ze mijn opmerking over de nestgeur die de knuffel droeg, iets te serieus genomen en was het dier in de wastrommel beland. We hoopten vurig hierop, maar  bij het legen van de wasmachine vandaag verscheen de knuffel niet.

Een paar keer dachten we dat de knuffel opdook, maar we vergisten ons. Het was een washandje of een smoezig zakdoekje achter de televisie. Speuren en vragen waar het dier voor het laatst gezien was, hielp niet.

Vanmiddag toverde Inge ineens de sleutels van de achterdeur tevoorschijn. Die waren ook al een paar dagen zoek. 'Je moet niet zoeken, dan vind je het vanzelf', gaf Inge er als argument bij.

Iets later liep ik naar boven om Doris naar bed te brengen. Ik stuitte op een washandje, raapte het op en voelde dat het een beetje bol stond. Hier kon weleens iets in zitten en ik keek in de opening. Wat ik toen omhoog haalde, leverde veel vreugde op voor iedereen. Het verloren schaap was gevonden.

Inderdaad, als zoeken geen zin meer heeft, dan kun je het beste niet meer zoeken.Dan verschijnt het verlorene vanzelf weer.