31 maart 2008

Een inbreker die zijn benen breekt

'Een inbreker riskeert er zijn benen te breken', zei de Vlaamse filosoof Etienne Vermeersch onlangs. Hij sprak voor een programma op de Vlaamse televisie over de rommel in zijn werkkamer. 'Het is voornamelijk in mijn bureau, daar komt mijn vrouw niet zo vaak. En als zij er komt, dan stoort zij zich daar niet aan.'
De foto dit weekend in NRC-Handelsblad van de filosoof, die bekend staat als invloedrijkste Vlaming, in zijn bureau (werkkamer) is mij de hele tijd bijgebleven. Hoe de man temiddden van die rotzooi toch zijn gedachten erbij kan houden. Hoe de man iets dat hij zoekt, kan vinden. Het fascineert me.
Vermeersch gooit niets weg. Hij heeft dat in het verleden weleens gedaan, maar dat is niet minder geworden. De foto's in NRC Handelsblad spreken boekdelen. In het VRT-programma zijn beelden te zien van de kamer in 1997. Zoals de recente foto's laten zien is de rommel niet minder geworden. Of zoals Vermeersch voor de televisie zei: 'het is nog niet verbeterd'.

Of Etienne Vermeersch er interessante ideëen op nahoudt? Met zo'n kamer moet dat wel. Daar twijfel ik geen moment aan.

30 maart 2008

Marjan Berk en Hanneke Groenteman

Regelmatig ga ik naar de Kringloopwinkel om wat rond te neuzen. Meestal liggen er heel aardige boekjes voor malse prijzen. Uit nieuwsgierigheid nam ik drie weken terug het boekje Nooit meer slank mee van Marjan Berk. Deze recensie is de eerste in een reeks waarin ik boekjes onder het stof vandaan haal voor een korte bespreking.

Het boekje Nooit meer slank trok mijn aandacht. Ik vond het begin leuk van een vrouw die een jurk wil passen die twee maten te klein is, met alle gevolgen van dien. De belangrijkste reden om dit boekje mee naar huis te nemen, was de specifieke geur van het boekje. Bij het openen en bladeren snoof ik een parfumlucht op van vergane rozen. Niks mufheid, maar de kruidige geur van opsmuk uit het verleden.

De boeken van Marjan Berk behoren tot het genre van de chicklit, maar dan voor de oudere dame. Het zijn niet al te zware boeken van, voor en door vrouwen. Nooit meer slank vormt inhoudelijk pure informatie voor vrouwen. Mannen ontfermen zich niet zo vaak over een vetkwab of een onderkin. Voor vrouwen is dit vaak een bron van ergernis. De acceptatie van het lichaam voor omgeving en het personage zelf, geeft voer voor 125 pagina's verhaal. Veel wordt erbij gehaald en weinig zelfkritiek blijft het personage bespaard.

De behandeling van het onderwerp komt sterk overeen met de boeken zoals Hanneke Groenteman ze de laatste jaren publiceerde, het egodocument Doorzakken bij Jamin (2003) en het meer journalistieke Dikke dame (2006). Ook deze boeken leggen een verband tussen de honger in de hongerwinter van 1944/1945 en de aanleg tot dikte op middelbare leeftijd. Of het effect van de zwangerschap op het vrouwenlichaam.

Het einde van de boeken komt eveneens overeen: tevreden zijn met het lichaam dat je hebt. Eten is niet eten, maar een emotie. Vaders die sterven, zonen die geboren worden en scholletjes die net gebakken worden als de geliefde een hartaanval krijgt. Gewichtiger kun je over overgewicht niet doen.

Het verschil tussen Doorzakken bij Jamin en Nooit meer slank is ruim twintig jaar. Beide boeken vormen een klacht tegen het slanke schoonheidsideaal en zoeken naar een acceptatie van de molligheid. Wel is de omgeving veranderd. In het 1981 van Marjan Berk is overgewicht een uitzondering, in de 21e eeuw van Hanneke Groenteman is overgewicht een algemeen maatschappelijk verschijnsel. Marjan Berk hoeft zich nog niet te verweren tegen televisieprogramma's als de Afvallers XXL of een vettax op kroketten. Verschijnselen waar Hanneke Groenteman wel op reageert.

Toch bedient Marjan Berk zich van zwaardere literaire registers dan Hanneke Groenteman doet. Zo past het scheuren van de te kleine jurk in het eerste hoofdstuk, goed bij de sluike avondjurk van het laatste hoofdstuk. Ook vind ik Nooit meer slank een stuk vrolijker, olijker en gezelliger dan de boeken van Hanneke Groenteman. De laatste houdt altijd iets klagerigs, terwijl Marjan Berk gewoon aan het einde van haar boek opmerkt: 'Ik houd zoveel van eten, het stoffeert en klerut mijn leven. Er zijn mensen die andere hartstochten hebben en eten onbelangrijk vinden.' (124)

Marjan Berk: Nooit meer slank. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 1992 [1981]. Vierde druk. ISBN: 90 254 0163 5. Prijs: € 1,20 (bij De Kringloper, Almere). 125 pagina's.

Aangifte

Half Nederland zit vandaag achter de computer om de belastingaangifte op de computer te doen. Gelukkig geen mensen om mij heen die zingen 'it's easy', maar het monotome gezoem van de wasdroger. Het andere zondagse werk gaat ook gewoon door.
De vraagtekens klikte ik regelmatig aan en er zitten best lastige addertjes onder het gras. Hopelijk wordt het volgend jaar allemaal nog makkelijker. We krijgen ongeveer het verwachte bedrag terug, zo laat de voorlopige berekening van de voorlopige teruggaaf zien. Al schrok ik even omdat ik het bedrag van mijzelf voor het totaalbedrag zag.
Is het goed nieuws? Ach het houdt een hoop Nederlanders weer van de straat. Een hele beroepsgroep leeft op belastingen en de voorlopige teruggaaf. Het zou zonde zijn deze mensen hun pleziertje te onthouden.

29 maart 2008

Nationale boekenstuntdag

'Zóó, die is er vroeg bij.' Als ik zijn gezicht niet herkend had, was het wel de stem die ik herkende. De pretoogjes keken mijn dochtertje Doris aan. Zij huiverde wat terug voor de grijze baard van enige dagen uit en het muffe uiterlijk.
Martin Ros liep met een voor zijn doen, zeer klein stapeltje boeken onder de arm. Hij schuivelde wat vooruit, zoals oudere mensen ook hun middagrondje lopen in de gang van het bejaardentehuis. Hij glimlachte naar mij en ik beaamde zijn woorden. Ik knikte mij van hem weg, Doris aan de arm en betaalde de drie euro entree.
Of Martin Ros het nu tegen Doris of tegen mij had, we waren allebei verreweg de jongsten in het gezelschap van de grote Nationale boekenstuntdag in de Amsterdamse RAI. Een hoeveelheid boekhandelaars ter grootte van een normale vrijdagmiddag op het Amsterdamse Spui, stond uitgestald in een bende kramen.
De kramen stonden keurig in lange rijen, zoals de bomen in een Nederlands bos staan aangeplant. Gezelligheid bestond niet, want er moest verkocht worden. Alle tweedehands boeken moesten de deur uit. Alleen de prijzen stonden mij tegen. Een boek, daar wil ik best voor betalen, maar het moet mij verleiden en vooral: de moeite waard zijn.
Het leek allemaal te mislukken. Een rolstoel tufte voorbij waarna een lange adem met de lucht van alcohol volgde. De mannetjes neurieden terwijl ze voor de kraampjes met hun vingers over de boekenruggen gleden. Of ze mompelden zachtjes de boektitels op, net hard genoeg om te horen.
Ondanks alles mocht ik 'Een keuze uit zijn verpreide geschriften' van J. de Kadt meenemen met een bundeltje Komrij's en Biesheuvels voor de verzameling. Wat verderop deed ik zowaar twee vondsten: een tweedelige De Afstamming van den mensch en de seksueele teeltkeus, een Nederlandse vertaling van Darwins The descent of man, and selection in relation to sex uit 1871. Mijn vertaling dateert uit 1882 en is van Hartogh Heys van Zouteveen. Helaas ontbreekt deze vertaling op de website waar alle werken van Darwin staan, terwijl de Duitse en Deense vertaling van dit werk wel op de site staan.
Naast Darwin lag een boekje van Boudewijn Büch, Links!,een ontbrekend stukje in mijn verzameling. Mijn dag was goed en Doris begon het rennen tussen de kraampjes te vervelen. Al vond ze het erg leuk om al die grijnzende oude mannetjes te ontwijken. Een verkoper bij een kraampje probeerde mij nog een verschrikkelijk beduimeld, maar kleurrijk boekje, rond de eerste commune te verkopen. Het was leuk voor Doris, meende ze. Ik vond het boekje niet bepaald geschikt voor mijn dochter, de katholieke evangelisatiedrang droop van de bladzijden.
We stapten het cafeetje in dat net buiten de aanplant van kraampjes lag. 'Zóó, die is er vroeg bij.' Ik knikte weer vriendelijk in zijn richting. Doris deinsde wat voor hem terug, net als voor de man die net met zijn handen haar tegemoet liep, ter begroeting. We dronken lekker een kopje koffie en chocomel voor Doris. Genoeg boeken voor vandaag. Snel liepen we weer naar de trein, iets dat Doris veel leuker vond dan de ouderwetse lucht van boeken.

28 maart 2008

De Film

Ik ging naar het internet
om de film te zien
traag trokken de beelden
voorbij. De maag van mijn
computer rommelde
in horten en stoten

Twee zijden leken elkaar
meer dan ooit te vermijden
het bloed en het woord
vond elkaar nooit
mijn computer knorde
verder van verdriet

Grieg speelde droevig
stopte en draalde dan weer
van de drukke bezoekers
die net als ik naar
internet waren
om de film te zien

Als ik een vliegtuigje was
zou ik liedjes zingen
'het is zo warm hier
ik verbrand bijna'
neuriet de melodie
steeds door mijn hoofd

27 maart 2008

Fitna

We buigen ons diep
voor hem en houden
de adem in. De premier
vraagt de president
wat hij moet doen

Een film die niemand
gezien heeft. Het kind
krijst voordat een wee
begint, sterker nog: de liefde
is niet eens bedreven

Als de wereld een
kleuterschool is,
knikkert hij en
wint alleen zonder
tegenstanders

Niemand mag met
hem praten terwijl hij
schreeuwt en briest
stuurt de meester hem
de hoek in om af te koelen

Alleen Achmed slaat
een arm om hem heen
en zegt dat het wel meevalt
hij weet hoe het voelt
de enige te zijn

Dan speelt het speelkwartier
en barst de bom geleidelijk
Hij slaat wild om zich heen
niets wilders weerhoudt
zijn haat voor hem

26 maart 2008

Gedicht uit een la

Beduimeld lig ik hier
tussen een paperclip
en een knisperpapiertje
van een snoepje voor
de zere keel

Twee keer vouwt mij
open, op de knik vallen
de potloden letters
al een beetje weg
en ziet een a voor een e

Als ik hier nog tien
jaar liggen mag, dan
vergeelt de herinnering
de woorden en verdwijnt
het gevoel van ach ja

25 maart 2008

Journalist die in beeld staat

Mag een journalist een moraalridder zijn? Ik vroeg het mij af toen ik zojuist Hugo Borst zag bij De wereld draait door. Geïnterviewd werd een vrouw die haar kind alleen rauwkost liet eten. Niets warmde ze op, want dat was slecht voor een mens, vond ze.
Roken is slecht, aan hardlopen zou niet iedereen zich moeten wagen en het eten van een kroketje kan dodelijk zijn. Iemand die bewust kiest voor alleen rauwkost, wekt mijn nieuwsgierigheid. Vandaag stond Hugo Borst met zijn moraal voor mij in beeld. Ik kreeg geen kans om mij een helder beeld van mevrouw te vormen. Hij beschuldigde haar ervan haar kind iets aan te doen door hem aan zo'n streng rauwkostdieet te zetten. Hij maakte zich hierbij ook echt boos. Hij vond dat ze zich moest laten helpen door een psychiater. De vrouw liet zich niet uit het veld slaan en leek zelfs nog wel verder met Hugo Borst in discussie te willen.
Misschien ben ik te nieuwsgierig of te beleefd om mijn mening direct op iemand te ventileren. Een journalist moet kritisch zijn, maar zijn geluid mag niet de geinterviewde overtreffen. Dan gaat hij het debat aan en dat is geen onafhankelijke journalistiek meer.

24 maart 2008

Lekkere sneeuw

Lekkere sneeuw kraakt als je erop loopt, pakt zich samen als je het kneedt tot een bal en lekkere sneeuw smelt nauwelijks in je hand.
De sneeuw van vanmorgen had niets van lekkere sneeuw, was nat en als je er een stap op zette, bleef je voetspoor in water water. Ik wilde weer gauw weer naar binnen nog voordat ik een stap buiten had gezet.
Voor Doris niets van al deze referenties, meningen en ideeen over lekkere sneeuw. Voor haar was er vanmorgen toen ze uit het raam keek gewoon sneeuw, zonder een oordeel. Ze mocht gelijk naar buiten en holde in de witte wereld. Ook leerde ik haar een sneeuwbal maken, die zoals je ziet prachtig aankwam.
Dat zelfs natte sneeuw lekker kan zijn, bewijst Doris.

23 maart 2008

Ieder boek vraagt om herlezen te worden

Wat hebben Gerrit Komrij, Saïd el Haji en Jan van Aken met elkaar gemeen? Hun boeken hebben vandaag een plekje gekregen in mijn nieuwe bibliotheek. Geen hond kon mij weerhouden. Vanmorgen heb ik alles schoongemaakt en sindsdien krijgen de boeken een nieuw plaatsje.
Alles moet wennen, zo lijkt het. Ze hebben twee jaar geen daglicht meer gezien. De geur van bananen verliet de dozen. De dozen namen de geur van de boeken aan.
Sommige boeken hebben zichtbaar geleden onder de jarenlange ballingschap. De rug knikt iets naar links of rechts en het papier bladert niet zo lekker als voorheen. Het is de tol van de lange opslag.
Ik dacht vandaag heel vaak aan Bloem. Hij had een gigantische bibliotheek. Toen hij eindelijk in Almelo de beschikking had over twee kamers in de Grootestraat, mocht zijn bibliotheek ook over. Jarenlang had het alles in dozen uitgestald gestaan, maar het uitpakken verliep uitermate traag. Ieder boek dat Bloem uit de doos haalde, vroeg erom gelezen te worden, wat weer veel rommel opleverde.
Vandaag heb ik Komrij, El Haji en Van Aken in mijn hand gehad en een paar passages gelezen. En de prachtige biografie van Bart Slijper over J.C. Bloem, om de passage waaraan ik zo vaak dacht even op te zoeken. Alles heb ik direct weer weggelegd uit angst dat ik aan dezelfde verleiding ten prooi zou vallen als Bloem.

22 maart 2008

Aangevallen

Vlak voordat ik ga hardlopen, lees ik in de Almere Vandaag dat een buizerd bij stadslandgoed De Kemphaan hardlopers aanvalt. Een VVD-raadslid zou meerdere keren door de roofvogel zijn belaagd.
De boswachter waarschuwt kalende hardlopers voor een aanval: "Een kaal hoofd glimt altijd een beetje, als dit dan gecombineerd is met drukke bewegingen zoals van een trimmer of een hond dan kan dit een aanval uitlokken."
Een beetje onzeker zet ik mijn schreden door Pampushout. Ik weet dat de buizerd flink moet omvliegen om in mijn hardloopgebied te komen, maar ik ben erop bedacht. Overal zie ik ze vliegen op grote hoogte, maar ver genoeg van mij af.
Als ik dan eindelijk door het veilige Beatrixpark hol, gebeurt het. Een heer en een dame lopen mij tegemoet met drie honden. Eén van de honden rent agressief blaffend op mij af, hapt naar mijn hand, laat los en neemt nog een beet in mijn pols. Hij bengelt aan mijn arm als het baasje hem roept.
Ze lopen weg alsof er niets gebeurd is, maar dat valt tegen. Ik roep mevrouw terug, want meneer is nauwelijks in het Nederlands aanspreekbaar. Volgens haar doet hij dit nooit en is het niet haar hond. Ik wijs haar erop dat ze verantwoordelijk is voor de hond, omdat zij ermee loopt en het dier loslaat. Ook al is het een loslaatgebied, zo'n hond hoeft mij nog niet te grijpen. Helemaal geen twee keer, mijn hand en pols bloeden en zien rood.
De wond klopt en rond de beetplekken ontstaan rode zwellingen. Heel vervelend allemaal. Ze heeft geen papiertje om haar telefoonnummer op te schrijven, maar ik onthoud haar adres. Dat is mijn redding, want een beetje studie op internet leert mij dat je met elke hondenbeet naar de huisarts moet. De assistente van de huisartsenpost aarzelt geen moment mij direct langs te laten komen.
Met een Tetanusprik en een antibioticakuur sta ik aan de deur van mevrouw. Het onthouden adres blijkt te kloppen en ze neemt haar verantwoordelijkheid.
Hardlopen, het is een levensgevaarlijke sport. Is er niet een buizerd die je van achteren pakt, dan is er wel een loslopende hond die je bij de kladden grijpt.

21 maart 2008

Hoedje

Ik hol langs het Weerwater. De wind drukt de regen tegen mijn lijf en de kou duwt mijn rennen wat terug. Een fietser rijdt traag achter mij aan en haalt mij langzaam in. Dan trekt de wind het zeil aan en waait het hoedje van zijn hoofd.
Als de wieldop die losslaat van een auto haalt het hoedje de fietser in, slaat door een rukwind af van de route van zijn hoofdheer en haast zich een grasveldje op. Hij klemt zich aan een grashalm en blijft even liggen. De onderkant ligt boven. Het zoekt de huilende regen op de kant waar zojuist nog een hoofd onder lag.
Ik ren van mijn route af, het grasveld in en pak het hoedje op. Ik geef de man die stilstaat zijn hoofddeksel terug. Een mompel bedankt mij en ik volg mijn route weer. De regen begroet mij weer vol enthousiasme en ik voer de strijd aan. 'Wir setzen uns mit Tranen nieder', huil ik de wind terug. De rest van de woorden weet ik niet meer.

20 maart 2008

Boekenhuis

Op televisie stond Nijntje naast een boekenkast. Ze had het voor haar verjaardag gekregen. Van al haar vriendjes een plankje in een boek. Doris Nijntje naast haar cadeau staan. 'Boekenhuis', zei ze.
Ze heeft gelijk. In de boekenkast wonen de boeken. Bij mij althans wel. Soms mogen ze op reis en voeren ze mij mee naar verre oorden. Dat is een boek, die in een boekenhuis woont.

19 maart 2008

Hugo

Het nieuws overviel me als een melancholische bui. Hugo Claus is overleden. De leeuw van Vlaanderen is niet meer. Een groot schrijver is heengegaan.
Eens was ik in Antwerpen en ontmoette een alleraardigste jongen in een cafe. 'Claus, Claus', zei hij. 'Dat is de dichter.' Huilend droeg hij uit zijn hoofd de mooiste gedichten voor. Ik proefde de emotie uit zijn mond druppelen.
Sindsdien lees ik regelmatig de gedichten van Claus. Inderdaad, het is een groot dichter. Zo groot dat ik het onwaardig vind om hier een gedicht van hem te citeren. Dat is Het verdriet van Belgie. Dat boek neem ik over twee weken mee op vakantie. Om hem te herdenken en, ik hoop, het gereed zijn van de boekenkast te vieren.

18 maart 2008

Maartse buien

Regen, hagel en natte sneeuw. Het heten Maartse buien. Alsof een wintermaand dit weer niet kent, of het hartje zomer niet kan sneeuwen, regenen en hagelen tegelijk.
Vanmiddag bij het hardlopen besefte ik wat een goede Maartse bui is, het gevoel laat zich het beste vergelijken met een koude douche. Vooral mijn handen koelden snel af en de hagelstenen bleven mooi op mijn haar liggen, soms viel er eentje naar beneden als ik met mijn hoofd schudde tegen de koude wind in.
Ik vroeg mij bij het lopen af, of ik niet even op de buienrader had moeten kijken. Sommige mensen laten zich door leiden, las ik laatst bij columniste Aaf. Moeders adviseren bij het schoolhek om een schoolreisje niet door te laten gaan omdat de buienrader noodweer beduidt. Onverantwoord, noemen de verdwaasde moeders het.
Een vriend van mij, Timmo Gaasbeek, vertelde eens over een voorganger van de buienradar. Het was op de universiteit waar hij studeerde. Daar stond ergens een scherm met daarop satelietbeelden. 'Eens zag ik op het scherm een bui aankomen en zag dat er een korte opklaring was, waarna weer een grote wolk in de richting van ons dreef. Ik ben precies tijdens die opklaring naar huis gefietst. Toen ik droog thuiskwam, barste de volgende bui los.'
Een mooie berekening die voor mij een prachtig toekomstbeeld schetste. Nu verbaas ik mij over de verwondering van destijds en laat mij verrassen door een overheerlijke Maartse bui, die ik had kunnen weten, maar lekker niet wist.
'Maartse buien beduien dat de lente aan komt kruien', meldt de website van het KNMI. Het levert wel prachtige plaatjes op. Zo vormde voor mij een groepje wolken de letter 'B' in een opklaring. De beste waarschuwing tegen een Bui.

17 maart 2008

Angstkanon

Buitensporig is de aandacht van onze premier voor de film van Wilders. Een vreemde gewaarwording, onze premier die het aan de orde stelt onder zijn Europese collega's. De bedreiging van een film die niemand gezien heeft en die de maker een 'prachtige' film noemt. Het is een gotspe dat de premier daar zoveel energie in pompt.
Wat zou er gebeuren als onze volksleider de negatieve energie van Wilders omzet in positieve aandacht voor de Marokkanen en Antilianen, de twee groepen mensen waar Wilders aanhangers zich vooral zorgen over maken?
Het is jammer iemand die steeds de verkeerde dingen de schuld van iets geeft, die zo graag als martelaar neergeschoten wil worden, zoveel aandacht te geven. Of het een prachtige of een tenenkotsende film is, de moslims voelen zich verplicht door het angstkanon Balkenende een aanslag te plegen.

16 maart 2008

Kom zitten papa

We waren aan het eten. Ik stond eventjes op de stoel om een boek uit de boekenkast te pakken. Doris keek verstoord op van haar bord. 'Kom zitten papa', gebood ze. Voor mij bleef er niet veel meer over dan te gehoorzamen.
Wie voedt wie op. De tweejarige peuter of haar dertig jaar oudere vader?

Exit boekenweek

Als buiten de regent valt, is er de boekenweek om in te vluchten. Ik bladerde eens het Boekenweekmagazine 2008 om wat meer te weten te komen over het idee achter het thema Ouderdom.
Elke schrijver lijkt wel iets met ouderdom te hebben, zelfs de jongere schrijvers, wagen zich eraan. Zo kun je lezen over Zinvol ouder worden. Alosf ouder worden om tips vraagt. Omarm het leven biedt een leidraad voor de zieke. Of Mijn vader geboren in 1903 van Gerarda Mak, waar de geschiedenis van vorig jaar en de ouderdom van dit jaar lijken samen te komen.
Boeken die ik allemaal nooit zou kopen. Philip Roth is de schrijver van de ouderdom, als ik het Magazine verder mag geloven. Exit Geest, Alleman en Een stervend dier, allemaal boeken over de ouderdom. Of hier seks bijhoort, lees ik niet in de reclame-uiting.
Zo bladerend op zo'n regenachtige zondag beslaat mij de somberheid. Al dat ouder worden, de teloorgang, de plas die je niet meer op kunt houden, de liefde die je vergeten bent, de naam van je vrouw waar je niet meer op kunt komen en de autosleutels, waar heb ik die toch neergelegd.
Allemaal dingen die me verdrietig maken. Dat terwijl de boeken die ik over ouderdom las, lieten zien dat de ouderdom boordevol levensvreugde zit. Op het moment dat je zoiets tot thema maakt, verliest het zijn kracht en eindigt in een depressie.
Laat ze in godsnaam een leuk thema verzinnen voor de boekenweek volgend jaar. Iets dat positiever is dan Wilders en Verdonk samen. Iets dat een aanslag oproept van enthousiasme.

15 maart 2008

Dakeend

Ik hoorde gesnater van boven komen en tuurde het luchtruim af. Het bleef aanhouden vanaf dezelfde plek. Even later zag ik het verschijnsel: een woerd en een vrouwtjeseend. Het vrouwtje snaterde rond, terwijl het mannetje op enkele meters van haar stond. Ze stonden niet op een reguliere verblijfplaats. Ze snaterden namelijk op de nok van het pannendak.
Ik was enigszins verbaasd over het verschijnsel, hoe de dieren geland waren met hun platvoeten en hoe ze zonder omvallen en balanceren over de nok liepen. Zelfs het waggelen hadden ze afgeleerd.
Ik herinner mij hoe ik mij verbaasde over het zien van een reiger op de nok van het dak. Sindsdien zie ik ze dagelijks. Of een reiger die hoog in de boom landt. Het blijft een vreemd gezicht, maar is een algemeen waargenomen verschijnsel geworden. Misschien dat mijn dakeenden over een tijdje door iedereen snaterend op de nok van het pannendak worden waargenomen.

14 maart 2008

Doos

Ik nam gisteren Doris even mee naar mijn werk omdat ik iets moest ophalen. Ze is al eens een keer geweest, maar dat zal vorig jaar in november geweest zijn. Ze herkende mijn bureau onmiddelijk want ze liep er recht op af.
Ze speelde even met de ventilator die ze 'grote molen' noemde vanwege de vier propellors die eraan zitten. Ze wees naar de lege plek achter mijn bureau. 'Doos weg?' vroeg ze. Ik moest even denken en besefte even later dat we daar een oud-papierdoos hadden staan.
Ik wees naar het lege bureau'tje iets verderop. 'Hij staat daar', vertelde ik erbij. Ze hief haar handen in de hoogte en riep 'hoera'.
Ik vertelde het thuis en Inge herinnerde zich dat Doris de vorige keer in de doos was gaan zitten Ze speelde bootje en toen ik wat dieper nadacht kwam het bij mij ook boven. Dat ik achter de doos aanrende om het bootje te laten varen.
De jongste herinnert zich meer dan de ouders. Ik kan ontzettend veel van mijn dochter leren. Zoals met een onbevangen blik de wereld inkijken en mij dat later herinneren.

13 maart 2008

Vouwladder

Ik zag hem staan in de paginagrote advertentie: een vouwladder. Hij kan worden uitgeklapt zodat je steunt op de treden van de andere kant. Hij kan nog verder worden uitgeklapt tot hij in zijn geheel tegen een muur kan worden gezet en je omhoog kunt klimmen. En je kunt er een mini-steigertje van maken.
Ik fietste vanmorgen direct na het ontbijt naar de plaatselijke Aldi om het ding te halen. We moeten nog de muur bij de trap naar zolder doen en dat vraagt heel wat hang en vliegwerk. Daarom komt deze aanbieding bijzonder goed uit. Ook wordt het zo langzamerhand een schandaal dat wij al sinds september de huishoudtrap van de buurman lenen.
Met vouwladder en twee handig uitklapbare en verstelbare schragen fietste ik huiswaarts. Ook al heb ik een auto, het blijft voor mij een uitdaging zoveel en zo groot mogelijke artikelen per fiets te vervoeren. Dat het weleens misgaat, staat buiten kijf. Het hoort gewoon bij mijn karakter zoals een fornuis in een keuken hoort: alles per fiets vervoeren.
Thuis het ding uitgeklapt en trots ermee tot in de zoldernok gestegen. Eindelijk de ladder die ik zo hard nodig heb. Het huis is bijna verbouwd en de ladder is er. Hoera.

12 maart 2008

Feestende schrijvers

Het blijft een vreemd fenomeen: het boekenbal. Het is de droom voor de schrijvers die zo graag schrijver willen zijn en de nachtmerrie voor de schrijvers die schrijver zijn. Hoeveel gekat en gekrol schrijvers hebben geuit over het feestje dat ieder jaar aan de vooravond van de boekenweek is.
Schrijvers horen helemaal geen feest te vieren met elkaar. Een stel concurrenten wordt in een hok gepropt en mag dan feesten. Ze dansen wat onwennig op de voeten die alleen onder een bureau staan. Ze flirten verlegen met hun muisarmen en overtikte vingers. Bovendien draaien camera's op volle toeren om een beeld te vangen van een dansende dichter of Harry Mulisch die op de trap zit en knikje geeft naar een collega.
Bij het boekenbal hoort een rel en als er geen rel is, dan verzint één of andere romancier er wel één. Met zoveel schrijvers krijg je zoveel verhalen die allemaal links en rechts bezijden de waarheid liggen. De fantasie verliest het soms van de alcohol, maar een kater kan ook de dingen mooier of lelijker maken dan ze zijn.
Ik kom niet zo vaak meer op feestjes. In de tijd dat ik wat vaker feestjes bezocht merkte ik dat altijd de feestjes waar ik niet geweest was, leuk waren geweest. De feesten waar ik kwam, daar gebeurde niks en vierden saaiheid en loomheid alleen een feestje. De gesprekken maakten niets mooier dan het was. Soms had ik een zoen gemist of een vechtpartij was in mijn ogen een iets te ferme handdruk. Maar verder gebeurde er zo weinig dat ik niet meer in wilde feestjes geloof.
Ik geloof helemaal niet in feestende schrijvers. Schrijvers moeten lijden en leven, maar zeker niet feesten.

De sigaar

De wind trok even weg toen het veegwagentje passeerde. Ik zag de man aan het stuur zitten. Uit zijn mond stak een sigaar, de aslaag vormde een punt vooruit. Ik probeerde mij voor te stellen hoe de kleine ruimte zou stinken.
Ik was op weg naar mijn werk, het begin van de dag begon met een stinkende gedachte. Je zou een collega zijn en de volgende dag in het wagentje moeten rijden. Het idee deed pijn aan mijn longen. Dat terwijl de wind de schone lucht om mijn lijf in harde rukken blies.

11 maart 2008

Droogrijders

In de regen word je nat. Bij het hardlopen vanmiddag na kantoortijd viel me op dat de fietspaden leeg waren. Zoveel druppels als er vielen, zoveel mensen normaal op dit tijdstip voorbij fietsen. Een enkele fietser trotseerde de regen, maar het waren er weinig.
Ik vroeg me af waar al die mensen nu waren, die anders het fietspad zo in beslag nemen. Het antwoord liet niet lang op zich wachten. Een file auto's reed stapvoets en met horten en stoten de rotonde in. Als ze zouden fietsen, haalden ze zichzelf nu in en zaten met natte haren bij het haardvuur. Nu wachtten ze op het kletteren van de regen op de ruiten.

Leve de ouderdom

Grijze haren horen bij de schrijver en oude mannetjes ruiken hetzelfde als muffe boeken. Kortom, het thema van de boekenweek is geen thema, maar jaarlijks terugkerend feit. Ouderdom als thema ademt teveel de sfeer uit van teloorgang en verdriet. Dat de dementie toeslaat en de gelezen letters niet meer een verhaal vormen. Dat de bibberhanden het boek niet meer vast kunnen houden en de blaadjes scheuren bij het omslaan.
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Wie de ouderdom kiest, verliest alleen maar. Leve de ouderdom, leve het boek dat iedereen koopt, maar niemand leest.

10 maart 2008

Knusse huismus

In de nestkastjes tegen de schuur heeft een mussenkoppel een nestje gevonden. Ze slepen met takjes en strootjes en ander dun grut. Ik zag laatst zelfs een mus een heel lang, dun sprietje van het een of het ander het huisje inslepen.
Een heuse mussenflat had ik in gedachten bij de bouw van de nestkastjes. Ik kocht wat goedkope huisjes, boorde de gaten uit tot mussenformaat en ze opgehangen. Twee weken later zag ik een heuse door de vogelbescherming goedgekeurde mussenkast in de aanbieding bij een tuincentrum in de buurt. Hierin kunnen drie mussen een nest beginnen aan alle zijden zit een ingang.
Het koppeltje is echter in het goedkope huisje gaan zitten, met het gat dat ik per ongeluk te groot heb geboord. De natuur laat zich niet strikken in gelikte, op goede snit gesneden maatpakken, maar verkiest de knusse huiselijkheid. Zoals een huismus betaamt.

09 maart 2008

De eerste 21 meter

De eerste 21 meter boekenplank staat er. Vanmiddag schroefde ik de laatste Flärke aan de eerste wand van onze zolderbibliotheek vast. Eenderde van mijn wens is in vervulling gegaan. Heeft de één de wens koekjes te bakken met zijn kind, mijn wens was ooit een bibliotheek in mijn huis te maken. De ruimte is er, nu nog het werk en de wens is in vervulling voordat je er erg in hebt.
Een chef uit het verleden pochte tijdens de lunch over zijn meters boekenkast in Billy's. 'Hoeveel meter heb jij?' vroeg hij mij toen ik vertelde dat ik een aardige verzameling boeken had. Ik woonde in Almelo en mijn boekenplanken maten een meter of veertig. In alle denkbare ruimten waren boekenplanken tegen de wanden bevestigd. 'Tweeënveertig meter ongeveer', antwoordde ik hem nadat ik nog een keer al mijn meters bij elkaar had opgeteld.
Het leek meer op een opschepbeurt onder mannen wie de langste heeft, dan op een intellectueel gesprek. 'O, dan heb ik meer.' Hij rekende hardop. 'Beneden heb ik 25 meter designkast en boven drie Billy's. Hoeveel meter is dat?' 'Een meter of vijf per Billy,' schattte ik snel. 'O, dan heb ik minder', besefte hij.

08 maart 2008

Bijzonder briefje

Ze bieden 140.000 tot 160.000 euro. Vandaag viel een wel heel bijzonder briefje in de brievenbus. Een 'groep vermogende particuliere beleggers die geïnteresseerd zijn om diverse woningen aan te kopen van hetzelfde type als het huis waarin u woont' presenteerde zich in een los A4'tje dat ongeadresseerd door de brievenbus was gegooid.
Ze hebben geen interesse in badkamer, keuken of achertuin. Wel hechten ze extra waarde aan buitenschilderwerk, wit binnenschilderwerk en eventuele dakkappelen.
Wat zouden die beleggers voor hebben met ons huis? De naam onderaan de brief doet enigszins Oost-Europees aan. Zouden ze het gaan uitmelken en verhuren aan Poolse gastarbeiders die met z'n tienen op een kamer voor een hoge huurpijs hier dan mogen wonen.

Sleeves

Sleeves heten ze. Het zijn dunne plastic hoesjes om je cd's in op te bergen. Bij het uitruimen van het oude studeerhok, worstelde ik met de vele ruimte die cd's innemen. Zo'n hardplastic omslag is uitermate onpraktisch. Ik heb al meerdere malen de uitvinder van die achterlijke dingen doodgewenst.
Het mag dan een wet van Darwin zijn dat de sterkste en de beste wint, maar ik heb nooit begrepen hoe zoiets onpraktisch als de hardplastic cd-omslag ooit op de markt is gekomen. Ze zijn groot, gaan altijd kapot en een klein stapeltje cd's vreet ruimte. Daarom ben ik vandaag begonnen om mijn cd's in de sleeves op te bergen.
De ruimtebesparing is enorm. Ik heb zeventig cd's vandaag in de hoesjes gedaan en zie hier het resultaat. Ik bespaar zeker wel driekwart aan ruimte.

07 maart 2008

144 schroefjes

Zojuist vergezelden 144 schroefjes mij op weg naar huis. Ik reed terug van Ikea met een dozijn boekenkasten Flärke. Aangezien elke kast met drie keer vier schroefjes wordt vastgezet. Naast de twee grote en zes kleine planken zaten er ook twaalf metalen stukjes in de doos, die de andere drie plankjes omhoog houden.
De Flärkes heb ik bij thuiskomst naar zolder gedragen bij de zeven andere die ik al in het voorjaar had gekocht. De eerst vijf heb ik vandaag al in elkaar gezet. De rest volgt spoedig. Zou het uniek zijn in Ikea-land, een bibliotheek van alleen Flärkes?

06 maart 2008

Kiekendief

Hij vloog over het weiland in een siervlucht en landde vlak voor mij op het paaltje van de afrastering. De bruine kruin van de Bruine Kiekendief tuurde ernstig voor zich uit. Toen ik voorbij hobbelde zoals een echte hardloper betaamt, sloeg zijn kop om en keek een oog mij aan. Ik passeerde en zijn kop sloeg honderdtachtig graden om. Het andere oog zag mij aan. Verder bleef alles rustig. Als hij me maar niet aanvliegt, dacht ik terwijl ik mij nog eens omdraaide. De snavel wees in mijn richting.
Ik holde verder. Terwijl ik vooruit rende en achteruit omkeek, zag ik hem daar zitten op de paal van de afrastering van het weiland, ergens op het midden van Pampushout.

05 maart 2008

Twijfelaar

Als een weifelaar
dribbelt tussen het
doel van hem
en dat van de tegenstander

roept de vertwijfeling verder
dat hij het niet begrepen heeft
en dat leegte niet
hetzelfde is als verdriet

Dan zingt er een lied op
Zing mee met Oosterhuis
en neurie de noten op de maat
dan verzin ik de woorden erbij

Vergeten en verloren zijn de
zinnen en de twijfel holt
er achteraan. Begrijpen is iets
maar geloven is iets heel anders.

Rotbaan

Hij liep een meisje tegemoet. Zij stak de weg door de winkelstraat over en glipte vlak voor mij langs. 'Ik ga jou even een paar vragen stellen en dan mag je weer gaan', hoorde ik hem zeggen.
Zijn blik vertelde meer dan zijn woorden: ik weet dat ik een rotbaan heb en mensen onnodig lastigval, maar zou je eventjes naar me willen luisteren en mijn waar willen kopen. Dan kan ik over een halfuurtje naar huis met mijn target.
Zij negeerde de vraag volledig en hij deinsde net op tijd terug uit naar looppad. Het voornemen viel in duigen. Het meisje kon ik alleen op de rug zien, maar ik las in haar loopbeweging de gruwel van de vraag die hij stelde. In zijn hand fladerde een foldertje losjes bewegen. Hij keek met een teleurgestelde blik voor zich uit. Weer niet gelukt en de middag duurde al zo lang.
Ik fietste terug van mijn werk en genoot van de laaghangende zon. Dezelfde zon die een klein uurtje later door vier doorwiete jongens omschreven werd in lyrische termen 'een oceaan van blauw en vuur'. Zij liepen op de hangplek af aan de rand van het park. Het park waar ik net met Doris en de hond Sientje zo heerlijk gelopen had en gegleden. Gegleden van de glijbaan.

04 maart 2008

Droom

Ik liep langs de tijden
dat het nog niet
gebeurd was en voelde
geen last van mijn schouders

Ze vielen traag naar de bodem
vochten dat het een lieve
lust was maar ademden
luchtig en ontspannen

Ik wist dat ik droomde
en liet alles gewoon gebeuren
van voren af aan volgde
de herinnering het draaiboek

Toen de klap viel
deed ik snel mijn
ogen dicht en speelde
of ik er niet bij was

Pas toen ik mijn ogen
opende zag ik de dag
mij begroeten ik vroeg
waarom ik er niets tegen gedaan had

03 maart 2008

Net niet

Net geen dominee, net geen priester en net geen dichter. Huub Oosterhuis kreeg vandaag in de uitzending van Een Vandaag aandacht. Hierbij werden zijn zoon Tjeerd en dochter Trijntje geïnterviewd. Wat ze allemaal van hem geleerd hadden: solidair zijn met de ander, maar dat werd ze vooral niet opgedrongen. Alles heeft hij zijn kinderen op een vrije manier bijgebracht. Hij maakte zich hard voor de Chilenen die geen democratie hadden. Dat bracht hij hen bij, aldus zoon Tjeerd.
Aanleiding voor dit alles was de nieuwe dichtbundel van Oosterhuis, Wie bestaat. De vaagheid slaat je om de oren, uit de gedichten in de bundel die ik op internet vind, zoals 'Zondag':

Zondag

Op ronde wielen
door zonovergoten velden
gleed ik
naar de afgesproken plaats
waar ik de woorden
zou geven.

Vrolijk keerden
de gekomenen huiswaarts.

Op vierkante wielen
schokte ik
terug naar de spelonk
waar ik de woorden
ontvang.

Wat ik nu aanmoet met vierkante wielen waarop het lyrisch ik terug naar de spelonk schokt. Een tegenstelling die alleen een terugkeer naar de eerste strofe beoogt, maar verder totaal geen betekenis herbergt. En wat moet je met woorden die je eigenlijk zou geven, maar die je uiteindelijk ontvangt. Vaagheid ten top.
Dan heeft hij het misschien goed gedaan met zijn kinderen Tjeerd en Trijntje. De namen alliteren net niet, maar dat net niet hoort bij Oosterhuis. Als je weet dat Trijntje zichzelf in Amerika Trainche noemt, dan schiet de dichterlijke creativiteit je rond de oren. Trijn vertalen in train, een betere schermutseling tussen 'ij', 'ei' en 'ai' is niet denkbaar. Of het zou een lancering in Duitsland moeten zijn als 'Zugchen'.

Nu al naar bed

Ze kwam net na het avondeten naar ons toe en vroeg: 'Naar bed?' 'Nu al?' vroeg Inge terug. 'Ja, nu al naar bed', zei ze. Bij het beklimmen van de trap herhaalde ze het nog eens: 'Nu al naar bed.' Ik hoorde een vreugdekreetje met haar naar boven gaan.

02 maart 2008

Bedankt

Twee doosjes met pepermuntjes in de vorm van een hartje. Dat was het cadeau'tje van Rob en Wouter bij hun bruiloft van afgelopen vrijdag.
De doosjes met daarop een 'South Park persiflage' van Wouter en Rob, in de juiste kleur trouwpak, lagen op tafel gestald. Een levensgevaarlijke plek met een eetlustige teckel in huis. We waren vandaag boven even bezig, kwamen beneden en troffen daar een doosje tot moes gemalen. Gelukkig is er nog eentje over ter vergelijking.

Afscheid

Een periode afgesloten nu ook werkelijk de meubels van de babykamer verkocht zijn. We hadden de blauwe kast, de commode en het ledikant (met drie standen) in de aanbieding gezet op Marktplaats. Een serieus bod en de terugkoppeling van onze vraagprijs, leverde de verkoop op.
Vanmiddag zijn ze gekomen, een jong stel uit Nijkerk. Zij was helemaal verkikkerd op de blauwe meubels. Dat zijn de hormonen. Zwangere vrouwen raken direct helemaal in een zwijm bij het zien van ook maar iets dat met baby's te maken heeft. Zo ook deze aanstaande moeder. De aankomende vader trok nog een ernstig smoel om zijn bedenkingen te uiten over de grote afmetingen. Ook hij ging overstag nadat ik het meetlint erbij had gehaald en vertelde dat het allemaal best meeviel.
Daarna de boel uit elkaar trekken met schroevendraaier en hamer en naar zijn auto verslepen. Het paste er allemaal in. Met een uurtje was het gepiept en was de babytijd voor ons afgesloten. We dronken met de kopers nog een kopje thee. Een erg lege kamer met een lange nagalm wachtte op ons.
Op naar de puberende peuter en daarna de peuterende puber.

01 maart 2008

Gispen

Nieuwgierig geworden door een artikeltje in VARA TV Magazine speurde ik op Marktplaats wat naar Gispen-meubilair. De stalen buismeubels vulden menig kantoorruimte. Vooral het Gispen President Bureau waaraan bijvoorbeeld De Cock uit de televisieserie Baantjer zit, trok mijn bekoring.
Bij het neuzen stuitte ik spoedig op een heel bekend bureau. Ik keek nog eens goed en ontdekte dat het het bureau'tje is dat ik een paar weken terug kocht bij de kringloopwinkel. Inge heeft er haar Lockmachine op gezet. De advertentie liet een bureau zien met iets minder roestplekken, maar een aanzienlijk hogere vraagprijs, dan de 17,50 euro die ik voor het ding betaalde. Ze moeten er 295 euro voor hebben.
Of dat nu echt de waarde van het bureau is, betwijfel ik. Dat voor roestig kantoormeubilair zoveel betaald wordt, snap ik niet. De President is voor mij onbereikbaar. De 1200 euro die de aanbieders ervoor vragen, kan ik niet ophoesten. Daarvoor sta ik niet hoog genoeg op maatschappelijk ladder.
Blijft wel de vraag of een rechercheur als De Cock ooit een dergelijk bureau zou bezitten. Hooguit de hoofdcommissaris op het grote bureau, zat achter zo'n luxe bureau. Voor De Cock zou er wel iets zijn geweest dat tussen ons 'Lock-bureau' en het President-ding zou zitten.
O ja, wie meer van Gispen en het Nederlands industrieel ontwerp wil zien en horen, kan vrijdag 7 maart kijken naar Het uur van de wolf op Nederland 2, van 22.50 tot 23.50 uur.