30 juni 2008

Vlieg naar de Noordpool

Het Wereldnatuurfonds leidt achttien jonge mensen op tot ambassadeurs om het veranderende klimaat op de kaart te zetten, meldt NRC Next vanmorgen. De achttien jongelui maken een poolreis om te zien dat het ijs voor hun ogen wegsmelt.
Je moet het zien, een voorbeeld hebben, om het te duiden, is de gedachte. Je gaat minder autorijden als je een ijsbeer door het ijs ziet zakken, terwijl zijn jong van hem afdrijft op een schotsje groot als een pantoffel. De pantoffel wordt alsmaar kleiner en kleiner, tot het dier verzuipt.
Neem daarom iedereen mee naar de Noordpool en we zullen vanaf die dag zuinig zijn met het milieu. Geschrokken door de ervaringen die we onderweg tegenkwamen. De verbrande kerosine zorgt voor voldoende nieuwe warmte om minstens de helft van de reizigers een schok te bezorgen. De hele Noordkap is dan gesmolten op de warmte van al die anderen die uit waren op een schrikervaring.

Ik geloof niet in ambassadeurs die het minder-evangelie op basis van een bezoekje aan de Noordpool overtuigend kunnen brengen. Het milieu is een veel te ver van mijn bed show. Het artikel beschouwt aanverwante onderwerpen als de dure olie en de voedselcrisis als concurrenten, terwijl ze juist een aanvulling op het verhaal vormen.
Heel ordinair gezegd: de wereld kan het niet aan als elk mens vijf keer per jaar een vliegreis maakt voor een vakantie naar de zon. De olieprijs stijgt en zal alleen maar stijgen omdat de vraag toeneemt en er niet meer olie is. De boel gaat op. De schok is er pas als alles op is. Tenzij verstandige mensen opstaan en de wereld, en vooral de mensen op die wereld wakkerschudden. Tot die tijd zoeken achttien jonge ambassadeurs vergeefs in het poolijs naar een ijswereld die zij nooit gekend hebben en nooit zullen kennen.

Rookvrije perrons?

Misschien ontloopt het de stugge berichtgeving rond het rookverbod in de horeca, maar toen ik vanmorgen in de trein zat, hoorde ik tot mijn verbazing bij sommige stations de mededeling schallen over een totaal rookverbod op het station. Het gebeurde bij meerdere stations van de NS. Bij andere treinstations zaten nog een paar die-hards een rookoffer te plengen bij de paal.
Is de roker nu zelfs op het perron bij de pafpaal verbannen? Dat is nieuw voor mij. De antirooklobby schiet wel iets te ver door met dit soort maatregelen.

29 juni 2008

Omlopen

Wie hardloopt balanceert op de rand van de blessure. Toch zoek je voortdurend die grens op. Als die grens dan onverwacht wordt verlegd, zit je goed met de gebakken peren. Het overkwam mij gisteren bij de training.
Ik wilde weer eens een ander rondje lopen en vooral niet te lang. Een uurtje of anderhalf, liefst niet langer. Ik besloot weer eens het wilgenbos in te gaan. De vorige keer, daags voor de vakantie naar Duitsland, was het enigszins anders gegaan door de Rally, maar ik wist mij een weg te banen tussen alle belemmeringen en afzettingen door. Uiteindelijk had ik enkele honderden meters moeten omlopen.
Ook nu kwam ik door het wilgenbos en keerde terug langs de Lepelaarsplassen aan de kant van de vaart. Ik passeerde een afzetting die keurig opzij geschoven was. Mogelijk stond er iets in het verschiet voor binnenkort. Verder geen mededelingen.
Een fietser haalde mij in, een vrouw met een hond liep mij voorbij. De fietser kwam ik veel verderop weer tegen, hij reed mij nu tegemoet. Voorzichtig begon ik te weifelen en een paar honderd meter werd ik geconfronteerd met een open brug. Het doorhaaltje naar de zuidkant van de Noorderplassen was weg.
Teruglopen betekende de hele rit weer terugrennen, iets waar ik weinig trek in had. Ik rende een eindje terug en kreeg het alternatief, boven de Noorderplassen langs. Er was een doorhaaltje naar de nieuwe woonwijk waardoor ik waarschijnlijk een kilometer of vier extra moest lopen dan ik in mijn hoofd had.
Ik holde vermoeid de woonwijk tegemoet, zag een fietspad met mooi omringende lantaarnpalen. Ik kwam dichterbij. Het beloofde doorhaaltje was verdwenen, water lag er in plaats van een fietspad of een schelpenpad.
Ik moest helemaal omlopen, nog zeker zes kilometer erbij, wat mij fataal werd. Ik kon niet meer, voelde mij bedrogen en was bek af. Een paar woedekreten riepen in de richting van de kale woonakker. Een paar overvliegende ganzen antwoordde in een gak of wat.
Pas bij de dijk zag ik het bordje dat ik zeven kilometer eerder had moeten zien. De brug naar de Stad was defect, of we even anders wilden lopen. Te laat, het leed was al volop aan het geschieden. Ik voelde de boosheid in mijn kuiten en bovenbenen verzuren.

Nogmaals verzoek ik de gemeente Almere met alle spierpijn en krakende botten die ik nu heb, om afzettingen met alle liefde en begrip voor hardloper en wandelaar nog beter te verankeren. Dat scheelt kilometers en uren spierenleed. Ik heb uiteindelijk tweëenhalf uur gelopen, terwijl er voor anderhalf aan energie was. Dat merk ik vandaag de hele dag.

Tom (2x)

'Kun je het vinden?' Uit de Mediamarkt stapt een man met een groot pak onder zijn arm. Hij wordt aangesproken door een passant. De passant draagt een vreemd hoedje. Verbaasd kijkt de pakman naar de hoedenman. 'Kun je het vinden?' herhaalt hij geduldig.
Zijn vinger wijst naar het pak onder de arm van de pakman. 'Vanaf nu verdwaal je nooit meer. Het schijnt de beste ter wereld te zijn.' Hij laat de man met het pak onder de arm verdwaasd achter en vervolgt zijn weg. 'TomTom bij zich en ze weten niet eens waar ze zijn.' Een schaterlach valt met de motregen tussen de gebouwen.

28 juni 2008

Omvormer

Als je ziet dat bijna alle winkelwagentjes op zijn, dan weet je eigenlijk al dat het te laat is. Vanmorgen toog ik vroeg naar de Aldi voor de omvormer die in het gat past van de elektrische aansteker in de auto. De omvormer tovert dan heuse elektriciteit uit de trouwe vierwieler. Ideaal als oplaadstekker voor mobiele telefoon en laptop.
Ik rende drie keer de winkel door met het kreupele winkelwagentje. Het voorwiel liet zich niet gewillig meedraaien, maar sputterde bij elke draai. De geldkluis en een vage waterpomp stonden in dozendik torenhoog. De omvormer van achttien euro was nergens te bekennen.
Een bedrijfsleider liep zenuwachtig heen en weer. Elke paar meter werd hij weer aangesproken waar dan die omvormer, of dat ding dat je in dat gat kan steken en waar je dan stroom uit haalt, toch lag. Hij herhaalde even geduldig als gestresst hetzelfde verhaal elke paar meter: 'Nou, die waren er vanmorgen tot drie minuten na openingstijd. Daarna waren ze op.'

27 juni 2008

Frans en Hans

Op het plateautje bij de tramhalte staat een teckel. Zijn genitaliën zweven onder het lange lijf als een grote bom onder een lange bommenwerper.
Naast hem staat een man met een donkere zonnebril, de glazen ronden zijn ogen voor het publiek weg. Zijn ogen volgen mij aandachtig achter de verborgen glazen. Dan zie ik het: Hans van Willigenburg.

Als ik verderop mijn route de Bijenkorf verlaat, schiet in een blik Hans Molenaar voorbij. Ditmaal geen teckel en geen donkere bril. Genoeg bekende Nederlanders voor vandaag, denk ik. Dan tel ik Johannes van Dam op de Spui-boekenmarkt, op zijn klittebandsandalen niet mee.

Verzakte Vijzelgracht

De ramen worden dichtgetimmerd met stukken multiplex, precies op maat. In het deurkozijn klemt een balk schuin omhoog. Het rijtje huizen aan de Amsterdamse Vijzelgracht is ernstig verzakt.
De hoge hijskraan voor de huizen takelt niet de gereedschappen voor de metrotunnel, maar haalt een grote container omhoog, over de huizen heen, en laat hem bij het achterraam hangen. De verhuisdozen worden ingeladen.
Voor het huizenblok holt een advocaat heen en weer, mobieltje aan het oor, druk orerend. De lawaaiige hoogwerkers staan stil, alleen stoot een machine schokkend grondwater weg.
Voor het hek hangt een man, hij nipt van zijn sigaar en maakt een heus aura van sigarenaroma. 'Geld genoeg', mompelt het. 'In Amsterdam kan het allemaal', moppert hij verder. 'De overkant is ook aan het zakken. 't Was gisteravond op AT5', vervolgt hij zijn tirade. We kijken. Er zit een scheur in de daklijst, maar dat kan ook ouderdom zijn. 'Het kan allemaal in Amsterdam.' Ik vraag hoe ik verder kom. 'Gewoon daarheen en dan kun je zo verder.' Hij wijst de steeg in naast het woonblok.
Als ik me nog even omdraai, zie ik hem van de sigaar nippen en aandachtig in de richting van de dichtgetimmerde ramen kijken. 'In Amsterdam kan het allemaal', zie ik hem mompelen. Een groepje toeristen kijkt verbaasd naar de wegversperring. De man wijst in mijn richting en gebaart hoe ze verder moeten.

26 juni 2008

Rotte kersen

Bij de bouw van Almere leefde het idee bomen te planten die ook eetbare vruchten dragen. Zo zijn de bomen niet alleen voor de sier, maar hebben ook een maatschappelijk nut. Daarom staan her en der in de wijk diverse kersenbomen en groeien er bij onze parkeerplaats beuken.
Een mooi idee, dat ik zelf in mijn achtertuin nastreef. Daarom bloeit er achter bij mij een braamstruik, hebben we de eerste frambozen geplukt en staat er een bessenstruikje. Niet alleen schoonheid, maar ook nut moet de achtertuin hebben.
Bij het hardlopen vanavond zag ik de kersen op de fietspaden liggen wegrotten. Alleen de pit stak als een monument tussen het rottende vruchtvlees uit. Mensen eten liever de bespoten groenten van de groentenboer waar ze ook nog drie euro voor neerleggen. Dat is de realiteit die het idee heel hard uitlacht.

Iets aandoenlijks

Uit de serie gesprekken in de kantine.

A: 'Om heel eerlijk te zijn, het is toch schandalig dat van de ruimte in het Beatrixpark negentig procent voor de honden is en tien voor kinderen.'
B: 'Laatst zag ik dat ze gewoon de honden uitlieten in het speeltuintje. Er zit zo'n hek omheen, maar ze laten die honden gewoon lopen. Ik vind dat schandalig.'
A: 'Ja, dat moest niet mogen.'
B: 'Ze ruimen het niet eens op. Je moet er toch niet aan denken dat zo'n baby die nog kruipt... met de handjes...'
A: 'Getvederie hou op.'
C: 'Ik ben het er helemaal mee eens, maar honden hebben ook iets heel liefs over zich.'
A: 'Nou, die honden in het park niet.'
B: 'Ze zouden ze allemaal moeten laten inslapen.'
C: 'Ja, je zegt dat zo, maar echt. Het heeft iets aandoenlijks. De avond voordat Max doodging, kwam hij naar boven en ging voor onze deur liggen. Net of hij het voelde.'
A+B: stilte
C: 'En het uitlaten. Hoeveel goede gesprekken ik met mijn zoon niet gevoerd heb bij het uitlaten van de hond. Ik weet zeker dat dit zonder hond niet zo gegaan was. Zo onder het lopen. Echt, het heeft iets aandoenlijks.'
B: 'Nou ze zetten die beesten mooi aan een boom nu de vakantie begint.'
A: 'En van mij mogen ze daar blijven, allemaal.'
H: 'Hoeveel honden zouden er eigenlijk zijn in Nederland, vijf miljoen?'
A: 'Veel meer.'
B: 'Ja, veel meer.'

25 juni 2008

Hyves wat heb je eraan?

Geheel uit onverwachte hoek kwam dit weekend een uitnodiging van mijn collega om vriend te worden bij hyves. 'Het kost veel tijd, denk ik', merkte hij op in een krabbel en 'Wat heb je eraan?'
De gezonde twijfels die iedere beginneling heeft bij het fenomeen van 'Online social networking'. Geleidelijk neemt de vriendenschaar toe en met het aantal vrienden groeit ook de belangstelling voor de andere dingen.
Sociale netwerken drijven op de gadgets, zo meent Eva Kol in haar boek Hyves. Netwerken als Friendster en Orkut mogen dan wel megagroot zijn, ze zijn op sterven na dood. Ze treft bij het surfen over deze internetpagina's de stilte van het kerkhof. Dat komt omdat ze alleen maar het werven van vrienden tot doel hebben, concludeert zij. Mensen moeten een reden hebben om terug te komen. Dat kan door in beweging te blijven, zoals hyves het doet.
Hyves vervangt nu het mailen en chatten, merkt ook het artikel in NRC-Next van vanmorgen op. Dat gaat dus verder dan een gadget, het vervangt de oude startpagina of initiatieven als i-google.
Ondertussen zoekt de commercie naarstig naar het verkopen van producten via de sociale netwerken. Het blijft te weinig benut als wervingskanaal merken communicatietijdschriften op. Vergeefs strooien ze tips en strategieën de wereld in. Ook de overheid tast de onbekende terreinen af. Onlangs presenteerde de gemeente Almere haar hyves in de online persoon van Ally.
Hyves is nog lang niet klaar, want naar mijn mening vervangt het Nederlandse sociaal netwerk voor een groot deel de behoefte van een eigen website op internet. Het kost een avondje puzzelen, maar dan kun je onbeperkt aan de slag en een heuse eigen identiteit geven aan je webstek.
Bovendien toont Hyves de vermenging van voor- en achterkant van websites. Zijn de meeste www's nog opgebouwd uit een voorkant en aan de achterkant het Content Management Systeem, hyves gooit dit door elkaar. Gebruikers kunnen binnen de eigen domeinen eindeloos fröbelen en knutselen om hun profiel zo attractief mogelijk te maken.
Het wachten is op de totale vermenging van het sociale netwerk met internet. Ik zie met veel belangstelling de integratie van websites als marktplaats in hyves. Of de groentenboer die zijn eigen hyves begint en tegelijkertijd via een webwinkel de komkommers en paprika's online verkoopt.

Sociale netwerken zijn als je eraan begint vreemde eenden. Je weet er eigenlijk niet zo goed raad mee. Net als je ermee wilt stoppen, ontdek je de mogelijkheden en wordt hyves een onderdeel van je communicatiemiddelen. De bewuste collega telt binnen een week 21 vrienden en heeft in vijf dagen meer krabbels staan dan ik in vijf maanden.
Langzaam zijn al mijn vrienden online vrienden geworden, een paar uitzonderingen daargelaten. Die zullen niet lang meer wachten, verwacht ik.

24 juni 2008

Zonnenschijn

Twee zonnen staren mij aan
en knipogen links en rechts
van het bosje bomen

Door de wolken schijnt
de zon en iets ernaast
schijnt er nog eentje

De schijn spiegelt bijna
symmetrisch in de lijnen
die vliegtuigen trokken

Alsof de schijn bedriegt
en de zon geen tweeling
is die mij aardig toelacht

Misschien zweeft rechts
van mij een schijnwereld
vol met aardige mensen

of duiveltjes

23 juni 2008

Eiken huwelijk

Blik, tin, koper, zilver, aluminium, goud, diamant en kroonjuwelen. Voor de jubilerende bruiloft zijn al heel wat namen verzonnen. Vandaag ging de Nederlandse primeur van de eiken bruiloft in première. Pieter Ably (103) en Henriëtte Tritsch (102) uit Amstelveen, traden precies tachtig jaar geleden in de echt.
Met het klimmen van de ouderdom, groeit ook de lengte van het huwelijk. Toen ik enkele jaren terug bij de krant werkte, gingen we niet meer op pad voor vijftig jaar. Wel versloeg ik iedere zestigjarige bruiloft. Ik heb in de twee jaar dat ik verslaggever was, vier diamanten huwelijken verslagen. Steevast met een diepteinterview met het echtpaar.

Het beste staat mij bij een huwelijk dat een moetje was. De man gruwde zo van de geboorte van zijn zoon. Midden in de oorlog had hij de avondklok getreden en moest door weer en wind, in de ijskou op zoek naar een dokter. De bevalling met al dat bloed vond hij verschrikkelijk. Zo'n trauma wilde hij zijn vrouw niet meer aandoen. Hij heeft zijn vrouw nooit meer bezwangerd. Zij wilde er eigenlijk best nog wel eentje. Ik proefde dat hier meer zat dan een verhaal en dat ik met mijn vragen genoeg gepord had in zestig jaar huwelijk.

22 juni 2008

Collectieve slachting

De strijd is verloren. Ik zie de elf spelers boven de afgrond bengelen. Nog tien minuten te spelen en ze verliezen. Ik besluit een rondje met de hond te gaan lopen. Buiten hoor ik het commentaar zachtjes en niet helemaal gelijktijdig door de open ramen. 'Van der Vaart ... Sneijder ... Van Nistelrooij ...'
De spanning voel ik terwijl ik zo buiten loop, de warmte van de dag vervliegt traag in de zuchtjes wind. Het geluid van de televisies voor de open ramen sterft weg. Vanaf de overkant van de gracht zie ik mijn geliefde naar het scherm staren. Ik loop door en dan dondert het gejuich over het water. Dat moet een goal zijn, 1-1.

Als ik dan later toch weer durf te kijken, vallen de spelers stuk voor stuk in de afgrond. Geen houden aan de collectieve slachting. Ik sta erbij en kijk ernaar.

21 juni 2008

Ouwehands Dierenpark

De auto rijdt het stoffige parkeerterrein op, net geslaagde scholieren dirigeren de autokaravaan in het juiste vakje. De armen zwaaien een compositie in geparkeerde auto's. Onze auto krijgt keurig een plaatsje toegewezen door een andere net geslaagde scholier. De motor gaat uit en we stappen uit.
Een paar auto's verder stapt ook een gezin uit. De vader met krulletjeshaar lijkt een beetje op Spinvis. Het gezin loopt voor ons uit naar de ingang waar onze familie staat. Gert en Lonneke staan al klaar, mijn ouders en Annelies met Twan komen er ook aan. Gert houdt nog een mobieltje tegen zijn oor. 'Voicemail', zucht hij.
De volière is de achtergrond bij het maken van de familiefoto. Daarna wachten op de afhandeling en bestelling van de foto's. Als het ontwikkelen net zo lang duurt, dan wordt het laat vanavond.
Ik ken Ouwehands Dierenpark uit mijn jeugd. We fietsten er meestal heen, hadden een jaar een jaarabonnement en dat is het laatste jaar dat ik er geweest ben. Toen was het berenbos nog in aanbouw. De bruine bussen met de tekst 'Wij gaan naar de beren', zag ik wel rijden, maar het berenbos had ik nog nooit gezien.

Het is ontzettend veranderd in de periode van bijna twintig jaar dat ik er niet geweest ben. De giraffen kijken ons recht in de ogen aan, omdat het pad langs deze dieren twee meter verhoogd is. Een leuk gezicht, de lange nekken lijken ineens een stuk minder lang. De immense tong vist in de richting van een blaadje, maar kan er net niet bij.
Ook veel nieuwe dieren, ik zie wrattenzwijnen die tevreden op elkaar liggen. Of het nagebouwde wad in het oude zwembad. Voor de rest tijgers, leeuwen en zeearenden. Ze waren er al wel, maar zitten nu in ruimere hokken. Ik herken wel het overdekte hokkencomplex waar de roofvogels in zitten.
De zeeleeuwenshow is een inperking van de oude show waarin dolfijnen de hoofdrol speelden. Nu zwaaien de zeeleeuwen naar een aantrekkelijke jongeman die hun trainer is. De trainer slooft zich meer uit dan zijn dieren en dat moet ook. Doris bekijkt aandachtig de show met veel water en spetters.
We bekijken van drie, vier meter hoogte de beren en wolven in het Berenbos. De dieren lijken net knuffelberen zo van deze hoogte, de dikke vacht daagt bijna uit tot knuffelen. Tussen de beren door lopen wolven, jakkerend en met een verslindende blik. Als ze zo voorbij lopen lijken ze net een zwerver of een zwerfhond op het Centraal Station. Verderop ligt er één zoals Sientje in de zon kan liggen braden. Hoezo is de teckel niet verwant aan de wolf.

Voor Doris vallen alle dieren weg bij het zien van een glijbaan. En die zijn er heel veel bij Ouwehands Dierenpark. Midden in het verhoogde tracé van het berenbos, bevindt zich een hoge glijbaan. Het is de derde voor Doris van vandaag. Ze doet net of het de eerste is en krijgt er geen genoeg van.
Of op de ijsbeer zitten, maar van de ijsschots glijden is natuurlijk veel leuker.
De Geelvleugelara's die Doris door een foute televisieserie zo kan benoemen, vliegen elkaar in de veren bij de grote volière. Doris wil ook de apen en de schildpadden zien in het broeierige hok, naast de Ara's. Als ze hoort dat de schildpadden geaaid mogen worden, wil ze ook. Alleen hier is de wil groter dan de daad, want ze durft het niet als een kop uit het schild omhoog komt. Ze mag iets verderop in de dierentuinwinkel, die in alle dierentuinen 'zooshop' heten, een knuffel uitzoeken en grijpt een schildpad in de hand. Deze durft ze wel te aaien.
Het parkeerterrein vertoont happen, met hier en daar een auto. Het stof van een dag zon blaast omhoog bij iedere stap die we zetten. Iets verderop loopt het gezin met de man die op Spinvis lijkt, voor ons uit. Zijn auto rijdt weg als ik de achterklep opendoe om er de rugzak vol met broodjes in terug te zetten.

20 juni 2008

Anna Enquist

Ze haast in ongelijke pas
en miert over het perron
duidelijk van haar richting

De spijkerbroek maakt
haar benen tot spaken
die cirkelen op de tegels

De grijze haren wapperen
de jukbeenderen voorbij
de mond hapt hoeken haar

Hé, Anna Enquist, denk ik
en vergelijk haar snelle loop
met de haast van een junk

Het fluitje gaat, zij daalt
de diepte in en de trein
rijdt de kant op waar zij kwam

Het bordje Diemen Zuid
verdwijnt net zo snel
als een gedicht van haar beklijft

Dorishaar

We drinken een glaasje water na het tanden poetsen. Het is een gebruikelijke ritueel voor het slapen gaan. Doris zit op de gesloten wc-pot, ik op het krukje. Ze voelt over mijn vanmorgen geschoren baard. 'Baard weg', zegt ze. 'Ja', antwoord ik. 'Er zitten hele kleine haardjes aan, babyhaartjes.' Ze voelt nog een keer en zegt: 'babyhaar'. Ze kijkt me aandachtig aan en slaat de vlakke hand op mijn hoofdhaar. 'Papahaar.'
Ik denk dat we elkaar begrijpen. Ik leg mijn hand op haar hoofd. 'Dat is ook Papahaar.' Doris slaat resoluut mijn hand weg. 'Nee. Dorishaar.'

19 juni 2008

Almelose bronnen beweren...

Journalisten moeten bij hun werk vooral vragen aan zichzelf stellen. De eerste vraag die een journalist zichzelf moet stellen is: wie zegt wat en waarom zou hij dat kunnen zeggen. Machtsverhoudingen spelen een wezenlijke rol in het bepalen van een verhaal en in het duiden van meningen.

Zo volg ik met enige verbazing de verslaglegging over de gijzeling in Almelo. EenVandaag durfde gisteren te stellen dat het rommelt tussen ondernemers en de gemeente Almelo. Een kort onderzoekje op internet toont dat je bij meneer John Eshuis erg op je tellen moet passen.
Eén van zijn cliënten, de eigenaar van Kinderparadijs "Dolle Pret", werd bij EenVandaag geïnterviewd. De site van Eshuis, www.jeejar.nl, laat zien dat hij haar steunt in de strijd met de gemeente. Het is altijd roeren in een beerput, wanneer een journalist iemand interviewt die in de clinch ligt met lokale overheden.
Dezelfde Eshuis wordt aangehaald in diverse verhalen over de gijzeling van afgelopen maandag in Almelo. Hij wordt opgevoerd als 'juridisch adviseur' van de verdachte. Diverse reacties bij artikelen in lokale media, spreken al negatief over Eshuis. Het roept op zijn minst twijfel op.
Bij EenVandaag mistte ik een bevestigend woord van de winkeliersvereniging of een ondernemersvereniging uit Almelo. Wanneer er echt sprake van een gemeente is die ondernemers dwarsboomt, dan zou een dergelijke vereniging daar wel iets over kunnen zeggen.

18 juni 2008

Overleeft de (betere) boekwinkel Almere?

De boekhandel Selexyz Scheltema is in Almere gekomen op het moment dat De Ark een veel grotere winkel betrok. Ze liggen beide op een honderd voetstappen van elkaar verwijderd in het nieuwe Stadshart. Beide kampen met een laag bezoekersaantal. Te laag om te overleven.
De Ark betrekt binnenkort een kleiner pand wat verderop, waar de loop beter is, volgens de eigenaar. Scheltema zit dit jaar uit in de hoop op betere tijden, maar overweegt sluiting, hoorde ik vandaag in wandelgangen.
Leiden is een kleinere stad, maar die telt meer boekhandels dan Almere treinstations heeft. Het boek lijkt uitgeteld in Almere. Ik zou hier gedachten kunnen loslaten dat Almere een stad is die alleen in materiële behoefte voorziet, maar niet bijdraagt aan de geestelijke verdieping. Dat doe ik niet, vooral omdat ik dat niet geloof.
De oorzaak ligt wat mij betreft aan de inrichting van beide zaken. Als ik nu naar binnen kijk in beide zaken, dat slaat vooral kilte mij in het gezicht. Er worden geen boeken verkocht, maar ruimte waar af en toe een boek tussen ligt. Selexyz is daar heer en meester in. De winkel is zo hoog. De gedachte dat daar boeken zouden kunnen staan, kwelt mij als ik in de zaak sta.
De Ark bezit eveneens een kille uitstraling. Hier spelen kleurcombinaties en een verschrikkelijke trap direct bij de ingang, een rol. Misschien een lust voor het oog voor een kledingwinkel, maar een boekwinkel moet toch wat kneuterigheid, oubolligheid en vooral saaiheid uitstralen. Zelfs op een hete zomerdag heb je het koud in deze winkel. Niet vanwege een te koud afgestelde airco, maar vanwege interne kilte.

Een boekwinkel in Almere kan alleen doorbreken door terug te vallen op idealen van een heuse boekwinkel. Dat betekent zeer deskundige verkopers, die slagvaardig inspringen op behoeften. Gezelligheid, een gratis kopje koffie en wat professioneel geleuter erbij van de boekverkoper. Veel avondjes met schrijvers willen ook helpen en fysiek gezien een warme uitstraling. Zodat een warme zomerdag echt warm aanvoelt in de winkel. Terugkeer van een uitdagende etalage, dat aansluit bij de tijd van het jaar, zou evenmin misstaan.
Alleen dan redt een boekwinkel het in Almere. Anders halen de Almeerders hun boeken wel in Amsterdam, Naarden, Hilversum of Utrecht, waar wel zulke boekwinkels zijn.

Luchtgedicht

Ik schrijf een kort gedicht
over het luchtgezicht
dat mij vanmiddag greep
en traagjes mijn wang kneep

Of regen niet bestaat
uit druppels in 't gelaat
Duistere wolken drijven
langs om mij in te lijven

Als niets meer voor me is
wat eigenlijk gemis
zou moeten zijn dan tekent
lucht waar je niet op rekent

17 juni 2008

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Ik stel Doris voor een rondje te gaan lopen. We stappen naar buiten en lopen in de richting van het park om strakjes van de glijbaan te glijden. 'Papa, papa', roept Doris. Ik sta stil en kijk naar haar. 'Rondje lopen'. Ze draait een heel klein rondje en zegt 'Kijk papa, rondje lopen'.

16 juni 2008

De klok sloeg twaalf

In deze barre voetbaltijden levert de digitale een uitkomst: herhalingen van de Engelse detectiveserie 'A Touch of Frost'. Zo zaten we gisteravond gekluisterd aan de televisie bij het zien van een nieuwe aflevering. Gegrepen door de beelden, vergaten we de tijd en toen we zagen dat het half twaalf was, besloten we maar de aflevering af te zien op 'Hilversum Best'.
De verbazing sloeg ons wakker toen om klokslag twaalf uur het beeld op zwart kwam midden in de moorduitslag. Daarna draaide de zender automatisch in een oude videoclip van Gabbertje. De ondertitel liep wel door, maar het voelde of we anderhalf uur langer waren opgebleven voor een dode mus.

Gijzelaar gegijzeld

Gijzelaar, gegijzelde, gijzelhouder en gijzelnemer. Gijzelingen leveren een compleet Babylonische spraakverwarring. Iedereen zegt maar wat. Dit wordt veroorzaakt door het suffix '-aar' bij gijzelaar. Normaal gesproken betekent dit juist iemand die de handeling verricht en niet ondergaat, zoals oorspronkelijk 'gijzelaar' betekent.
Zo is de gijzelaar gegijzeld in een dubbele betekenis, een gijzelaar kan gijzelen of gegijzeld worden. Koppen, quotes en mededelingen worstelen met deze verwarring. Het gijzelt de journalistiek.

Doordraaien in Almelo

Draai, draai, draai
door in Almelo

Doe, doe, doe
de draaidans

Druk de wethouder
het mes op de keel
en doe of je
huis in brand staat

Dan verdwijnt
de horizon
in de luchtstreep
van een vliegtuig

Adem de ambtenaar
je hete adem
in de nek en doe
of je knettergek bent

Dan halen ze je op
slaan de boeien
en duwen je
de trappen af

Dan haal je het journaal
van zes uur nog
en staat je foto
morgen in de Wallstreet Journal

Draai, draai, draai
nog een keer

Hopsa en zwaai
naar de wethouder

Dag

15 juni 2008

Dictatuur van de minderheid

De wedstrijden Turkije - Tjechië en Zwitserland - Portugal gelijktijdig op twee Nederlandse publieke netten. Bij Studio Sport noemen ze het service, ik noem het een kwelling. Een minderheid pest de meerderheid met sport op televisie. Je maakt mij niet wijs dat iedereen in Nederland dat op televisie wil zien.
Als alternatief bieden de publieke netten detectives in de herhaling op het enig overgebleven Nederland 2. Buiten het gegeven dat ik elke dag een detective niet overleef, betwijfel ik of voetbalhatend Nederland gek is op het oplossen van een moord.

Als de supermarkt zou besluiten om naast bier dat iedereen zou willen drinken, alleen nog cola te verkopen als vochthoudende drank, dan zou iedereen de straat op gaan. Nu gaat alleen de minderheid op straat schreeuwen als Nederland een potje balletje trap wint.

Kees Fens

Een tijdlang keek ik iedere maandagmorgen reikhalzend uit naar het artikel van Kees Fens in de Volkskrant. Het besloeg bijna een kwart van de krantenpagina, een lange rij kolommen waar bijna geen einde aan leek te komen. De nieuwsberichten las ik pas na het maandagstuk van Kees Fens. Vanmiddag las ik dat hij overleden is in zijn woonplaats Amsterdam, 78 jaar oud.
De eerste regel trok mij het verhaal binnen en als ik niet geboeid was, werd het niks meer. Maar bijna altijd werd ik gegrepen en las ik de recensie in één ruk uit. Vooral gegrepen door het onbekende waarmee ik kennismaakte.
De Belijdenissen van Augstinus, de Engelse dominee James Woodforde, Nescio, de Kerkelijke geschiedenis van het Engelse volk, Cellini, Petrarca of de Middeleeuwse dichter Johannes van het Kruis. Het waren de onderwerpen waarmee een essay begon, of eindigde. Soms vertelde Fens een hele geschiedenis eromheen en dan vertelde hij aan het einde dat het boek heel mooi was, maar er wel een beetje goedkoop uitzag.
Ik maakte kennis met de wereld van de literatuur, de kerk, de middeleeuwen en vooral met de wereld van het boek. Geen boek was te min voor Kees Fens. Letters vormde de enige overeenkomst tussen de werken die Fens las en besprak. Verder mochten ze van alle West-Europese windrichtingen komen en uit een grijs verleden.
Ik ben hem wat later uit het oog verloren, maar vond de herkenning van de maandagmorgenvreugde terug in de bundel Dat oude Europa. Een wereld van kerken, heiligen, kerkvaders, dichters, dominees, dronkaards, filosofen en humanisten, opent bij het lezen van dit boek boordevol van die kloeke essays. En inderdaad vond ik de recensies terug van de boeken waarbij aan het einde nog even snel het boek werd besproken in een alinea, zoals bij het essay 'Het plezier van het dichtgeknepen oog'. Na een verhaal boordevol met anekdotes en voorvallen van Romeinse keizers, gehaald uit een vertaling van het boek van Suetonious:


De nu verschenen Nederlandse vertaling, Keizers van Rome getiteld, is gemaakt door D. Hengst. Hij heeft er jaren aan gewerkt. Ze laten zich goed lezen. De afwezigheid van elke poging tot fraaie stilering is bewonderenswaardig. Suetonius krijgt het Nederlands dat zijn Latijn verdient. Em de enkele anachronisten verlevendigen de taal.

Een letterlijk voorbeeld van mosterd na de maaltijd.

Bij het ordenen van mijn bibliotheek, onlangs, vroeg ik mij af waar Kees Fens eigenlijk hoort. Moet hij staan tussen al het wetenschappelijk spul van Anbeek, Van Alphen, Korsten en Van Zonneveld, of mag hij bij de echte literaire, net als de twijfelaars Karel van het Reve, Gomperts en Dresden. Ik ben er nog niet uit, één boek heeft al een plekje gekregen in de bibliotheek, de anderen zwerven nog in mijn studeerkamer rond.

Misschien moet hij gewoon bij de andere doden, Ter Braak en Du Perron.

Lees meer necrologieën:

14 juni 2008

Extatisch

Extatisch noemde Tom Egbers vanavond de sfeer in Zwitserland, een dag na de overwinning. Ik heb veel commentaar op de voetbalcommentatoren, verwijt ze beroerde vragen en andere onnozelheid, maar aan vocabulaire om staten van verrukking te typeren ontbreekt het niet.
Overigens vraag ik mij af wat voor een woorden Tom Egbers aanroert als Nederland werkelijk de finale haalt. Of zou hij gewoon vervallen in het cliché der clichés: 'woorden schieten tekort'?

Begrafenisparaplu

De regen slaat moedig
het verdriet weg
en verliest droge tranen
je zakt naar beneden

Als ik nu weg ga
en jij weer omhoog
komt, doen we net
of niets gebeurd is

Deze dag verdwijnt
in morgen en dan
druppelt gemis
in tranen met tuiten

13 juni 2008

In Memoriam Nel

'We waren een keer op een harmoniumdag en spraken daar iemand die net een concert gegeven had. En weet je wat die toen zei? Mijn harmonium was pas jarig en ik heb een feestje gegeven.' Ze draaide met haar wijsvinger bij haar oor en zoog aan haar sigaret. Ik stelde mijn geliefde voor aan Rob en zijn echtgenote Nel.
Nel legde uitvoerig aan mijn geliefde uit dat het met mij en harmoniums niet helemaal spoorde. Ik was het voorval allang vergeten en lachte om de herinnering aan mijn gekte. Negentig ballons en heel veel muziek, na afloop een lied over houtwormen op de wijze van psalm 134. ''t Harmonium zal bestaan voor 't door houtworm is vergaan', luidde het refrein. Ze zong de meeste verzen niet mee omdat ze zo moest lachen.
Ik heb foto's van een latere verjaardag waarop ik een concert gaf en waar Rob en Nel met mijn zus de enige gasten waren. Ze hangt languit op de bank, vermoeid van het zoveelste deuntje op mijn nieuwe drukwindharmonium.
Het laatste voorval, vorig jaar ergens, was weer iets waarbij ik haar opzadelde met iets rond harmoniums. Ze ergerde zich met een volle dosis humor aan het voorval. Na afloop imiteerde ze de betrokkenen naar hartelust en hebben we heel veel gelachen.

Nel is er niet meer. Morgen wordt ze begraven. Ze is overleden aan de gevolgen van een slopende ziekte. Ze had bij voorbaat verloren, maar toch streed ze dapper door. Eigenlijk wilde ze het er niet teveel over hebben en eigenlijk mochten we het allemaal niet weten. Ze bleef gewoon doen zoals ze altijd deed, maar wist wel beter.
We wisten het al wel een tijdje, maar ze kon er aardig mee leven. De laatste keer dat ik haar sprak was in april. Ze was net met een chemokuur bezig. Het ging redelijk, ze was wel erg moe. Ze rookte samen met Rob een sigaretje buiten. 'Ben je niet gestopt?' vroeg ik. 'Nee', zei ze, 'wat voor een zin heeft het. Ik ga toch dood.' 'Ja', vulde Rob aan. 'Dan leef je een week langer en dan zul je net zien dat het die week regent.' Een lach ging over de straat en hij is de hele reis naar huis bij me geweest.

Het leek aardig te gaan, maar vorige week hoorde ik dat het helemaal niet goed ging. Ik kon haar niet meer bereiken, maar sprak Rob wel. Het was een verhaal van veel teleurstelling en verdriet. 'We moeten maar hopen dat het snel afgelopen is', zei Rob. De dood kwam een paar dagen later. Het was nog net mooi weer.

Daan Manneke

Ik loop van gracht naar gracht, jongleer over de stoeprand tussen fietspad en tegenliggers. Naast het fietspad dreunt een machine over de weg, breed uitgemeten raderen de wielen in een tijdelijk spoortje.
Aan mijn oor hangt mijn geliefde en ik vertel wat ik heb meegemaakt. Het drukke stadsverkeer ontloop ik ternauwernood. De Prinsengracht, zou dit de Prinsengracht zijn? Ik mompel het tussen mijn verhaal. Ik draai rond en zoek een straatnaambordje, dat ik niet vind.
Een man met een vol witte sik en eenzelfde pluk haar gedrappeerd rond een kaal kruintje, fietst de bocht om. De fiets is meer roest dan lak en er zit een slag in het voorwiel. De oudere man weet net nog het evenwicht te handhaven.
Ik bel door en zie de man van het cd-hoesje. 'Hé, Daan Manneke', zeg ik. 'Wat?' vraagt mijn geliefde, verstoord uit het verhaal dat zij begonnen is. 'Daan Manneke', herhaal ik. 'Die componist.' Het is even stil. 'Ach, laat ook maar.'
Ze hervat haar verhaal en ik loop de Prinsengracht in. Ergens op een gevel staat 628, terwijl ik bij 232 moet zijn. Ik draai nog even om. Daan rijdt waar ik liep.

12 juni 2008

Glasvezel

In oktober is het zover, dan wordt de glasvezelkabel in onze straat en ons huis aangelegd. De gemeente Almere legt voor de hele stad een glasvezelnetwerk aan en biedt haar bewoners eenmalig een gratis aansluiting aan. Geluk voor de blogger, dan kan hij nog sneller stukjes de wereld in slingeren.
Deze maand is het werk begonnen in Almere Stad, Almere Haven heeft het al goeddeels liggen. Een deel rond de markt ligt al open, de rest volgt de komende maanden. Ze moeten na het leggen van de kabel in de straat, ook de tuin en het huis in. Gelukkig dat wij niet onze voortuin hebben opgeknapt.
De tekst van de folder die gisteren in de bus viel, spreekt dreigende taal voor mij: 'Stelt u zich toch eens voor dat u binnenkort met een geluids- en beeldverbinding digitaal naar het spreekuur van uw arts gaat.' Werk aan de winkel dus, want in 2,5 jaar is Almere de eerste stad van Nederland waar een compleet glasvezelkabelnetwerk in de grond ligt. Een digitaal spreekuur kan dan niet achterblijven.

11 juni 2008

Wildernis

In deze tijden van warmte en droogte geef ik de planten in de tuin om de avond een sproei water. De droogte alles doen verleppen en laten doodgaan.
Het enige stukje tuin dat ik altijd negeer met mijn volle gieter, is ons zijtuintje voor. Het groeit en bloeit, zoals het nog nooit gedaan heeft. Dat onder de bossages eigenlijk volledig een betegeld stuk grond schuil gaat, zou iemand die dit ziet niet vermoeden.

Haute couture of voor gek staan

Ik ben de laatste die een oordeel zal hebben over uiterlijk, maar toen ik vanavond de nieuwste Almare opensloeg, voelde ik iets van een schaamte opwellen.
Onze burgermoeder Annemarie Jorritsma is al een beetje bekend vanwege haar gewaagde kledij. Het pakje met de merkwaardige hoed dat ze droeg bij het bezoek van de koningin op Koninginnedag 2006 behoort tot de collectieve herinnering van de Almeerder. De grens tussen haute couture en voor gek staan ligt heel dicht tegen elkaar aan.
Ook haar figuur (lang en fors) dwingt tot het maken van zorgvuldige afwegingen en deskundig advies. Als dan op een warme zomerdag ook nog de zonnebril uit de koker gaat, dan is onderstaand plaatje compleet. De ambsketting is hierbij zelfs overbodig. Als het artikel het aanpakken van zwerfvuil behandelt, is de collectieve herinnering van Koninginnedag verruilt voor een nieuw evenement.

Mijn vrouw Inge en ik hebben de beste kledingadviseurs die je maar kunt wensen: elkaar. Misschien aanschouwen wij elkaar niet met de blik van een professional, maar wij kijken wel waar je mee moet kijken: de blik van liefde. Deze is nietsontziend en zou in het geval van Annemarie Jorritsma heel liefdevol zeggen: schat, trek dat maar niet aan. Zelfs een burgemeester staat niet alles.

10 juni 2008

Die hebben verloren

Doodstil was het gisteravond toen ik een rondje holde tijdens de voetbalwedstrijd. Ik heb te weinig geduld om twee keer drie kwartier naar een bal te kijken waar 22 volwassen mannen achteraan hollen. Daarom vermaakte ik mij heerlijk met het rennen in de avondlucht.
Ik kwam weinig mensen tegen, soms een verdwaalde fietser, twee wildkampeerders op de dijk bij Almere Pampus, een vrijend paartje bij Almere Strand - ik kon niet zien of het om een man en vrouw, of twee mannen ging, de achterste was in elk geval een man -, een cursus vrouwen die hun labradors leerde apporteren, en wat oranjefans die zichzelf verloren hadden. Het waren met mij de negen miljoen Nederlanders die niet naar de wedstrijd Nederland - Italië keken.
Toen ik het natuurgebied verliet en weer in de wijk kwam, verbaasde mij de stilte die in de straten hing. Een stilte die je alleen vindt heel vroeg, of heel laat. Het was rond tienen, maar deze rust kwam niet normaal over. Het was de rust van zeven miljoen mensen die ingespannen naar een voetbalwedstrijd kijken. Ik hoorde nergens een gejuich losbarsten. Die hebben verloren, dacht ik.

Ik had beter moeten weten.

09 juni 2008

Poel des doods

Ik steek een vinger
erin en roer in de poel
de poel des doods

De grond woelt los
en mengt in de poel
de poel des doods

Oude bladeren rotten
en zwijgen in de poel
de poel des doods

Winnen en verliezen
verdwijnen in de poel
de poel des doods

Als iemand omhoog komt,
steekt hij zijn tong uit in de poel
de poel des doods

08 juni 2008

Oud ijzer

Een paar weken geleden voer een bootje voorbij met iemand die al het oud ijzer uit de gracht dregde. Hij wierp vervolgens de oude fietsen, winkelwagentjes en andere troep die voorbijgangers in de gracht dumpen, op het talud.
Een logistieke misser, want binnen enkele dagen lag het gedregde goedje alweer in het water. Nu steekt het er zelfs een eindje bovenuit, wat het alleen maar lelijker maakt.
In het aanbestedingsproces bedenkt iemand van de gemeente niet dat het opgedregde ook nog opgehaald moet worden. De prijs van het oud-ijzer is blijkbaar niet hoog genoeg dat iemand dat uit zichzelf doet.

07 juni 2008

Richard Scarry

Ik ben zelf opgegroeid met Mijn leuk schooltje. Het ding is letterlijk stuk gelezen. De rug van het boek is gescheurd en stukken plakband houden de pagina's bijeen. Dat krijg je met kleine lezertjes. Na mij lazen mijn jongere broertje en zusje het boek eveneens.
Stukgelezen
Dit fragment herinner ik mij nog heel goed. De concierge spuit per ongeluk met de brandslang het lokaal in.

Voor Doris kocht ik een jaartje terug twee boekjes van Richard Scarry bij de kringloopwinkel. Een boekje over Krul Konijn bij de dokter en het Eerste kijk- en leesboek.
Aan de hand van deze bladzijden leerde Doris verschillende kleuren benoemen.
Vandaag kwamen we twee andere uitgaven van Richard Scarry tegen. We weifelden eventjes, want de prijs stootte een beetje enthousiasme af, maar even later ben ik ze alsnog gaan halen: Mijn leuk wereldje en Mijn leuk woordenboek. Het eerste boek was direct het feest der herkenning, want mijn neefjes hadden deze boeken. Heel leuk om een oude vriend weer te begroeten.
We kregen er zelfs een gratis poster bij...


Klapperdeklap

Een rode gloed groette mij vanmorgen bij het openen van de gordijnen. Een hele trits klaprozen is uit. Het ziet er nog fleuriger uit dan een week terug.
Tot de regen zojuist de het bloemblad stuk sloeg. Gelukkig hebben de bijen en hommels hun werk al eerder vandaag gedaan.

06 juni 2008

Onveilige Rita

De veiligheid van Rita Verdonk is in gevaar. De vrouw die doet wat ze zegt en recht door zee is, vindt dat ze niet meer veilig is. Ze moet de gepanserde auto inleveren en wordt voortaan enkel door een auto met haar twee beveiligers gevolgd.
Het lijkt wel of alleen kamerleden de privileges genieten van een cordon beveiligers om zich heen. Niet-kamerleden die zeggen wat ze denken, lopen een stuk meer gevaar op.
Wat mij bij deze discussie sterk opvalt, is dat een ondeskundige als Verdonk over haar eigen veiligheid oordeelt. Ze zou veel minder veilig zijn dan de deskundige, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, oordeelt.
Het Fortuyn-syndroom, kun je het noemen. Pim Fortuyn en Theo van Gogh hebben destijds hun veiligheid te positief ingeschat, mensen als Verdonk leggen bedreiging langs een andere meetlat dan de Terrorismebestrijder.
Waarschijnlijk maakt beveiliging paranoïde. Zodra het minder wordt, voelt de bedreigde zich meer bedreigd. Eenmaal een gepanserde auto en vier beveiligers om je heen, en je kunt niet meer zonder.
Angst is een slechte raadgever, maar staat in een kamerdebat boven deskundigheid. Een minister van Justitie moet terugkomen van een belangrijke bespreking om zich over het eigen hachje van de kamerleden te buigen.

In een lijstje

Het is alweer een paar weken geleden dat Inge voor mij een fotocollage maakte. De foto bestelden we bij het Kruidvat, maar een passend lijstje vond ik er nog niet bij.
Gisteravond kocht ik een lijstje en vandaag zette ik het op mijn bureau. Nu kijken heel veel Dorissen mij aan als ik werk.

Dat kost niet duur (2)

Gelukkig zijn er in mijn omgeving mensen die goed researchwerk verrichten. Het Kruidvat-verhaal krijgt een vervolg. De actie 'Dat kost niet duur' schijnt te passen in de ideëenwereld van het reclamebureau dat de actie op touw heeft gezet. 'Het hoort bij het Hollands voordeel festival', aldus een medewerker die de grap in een mailtje probeert uit te leggen. 'In de folder staat ook 'u heb'', voegt de beantwoorder toe aan de uitleg.
Wie begrijpt dergelijke 'taalvondsten'? De puristen ergeren zich aan het foutieve taalgebruik en de eerstejaars pabo'ers zien de grap niet. Op het moment dat een grap uitgelegd moet worden, is het al geen grap meer.
Ik heb zelf het idee dat dit de eerste actie is van het nieuwe reclamebureau van Kruidvat. Het bureau Beyenmeyer is na een zorgvuldige selectie uit vijf bureau's gekozen. Waarschijnlijk de humor en taalkundige spitsvondigheden hebben de doorslag gegeven.
Op het moment dat een taalfout als een grap wordt neergezet, ben ik de weg in humorland kwijt.

Kijk voor meer druktemakers bij:

05 juni 2008

Hajo meisje

We lopen langs de gracht. De warmte zorgt ervoor dat de hondenpoep op de helling naar het water in onze richting geurt. Een meisje pakt de kleine stenen die bestraat liggen op het smalle stukje tussen huis en pad.
Doris houdt mijn hand vast bij het lopen. 'Wat doet het meisje?' vraagt ze. 'Ze stapelt stenen.' We passeren het meisje. 'Hajo meisje', zegt Doris. 'Hallo', zegt het meisje terug. 'Het meisje zei hajo', zegt Doris trots.

04 juni 2008

Dat kost niet duur

Uit de serie kantinegesprekken:

C: 'Wat ik laatst zag, zou dat een grap zijn? Ik vraag het me echt af of ze het bewust hebben gedaan. Zoiets doe je toch niet serieus? Bij Kruidvat stond buiten een bord met de mededeling Dat kost niet duur.'
B: 'Ach, hou toch op. Dat zijn mijn vader altijd. Het kost veel of het is duur. Nou, van mij mag je wel zeggen dat het duur kost.'
C: 'Maar zo'n reclamebedrijf zou toch genoeg mensen moeten hebben die het goed schrijven.'
B: 'Net zoiets als ergeren en irriteren. Hoe was het nou? Ergeren aan was fout. Nee, je ergerde je, of: je irriteerde je aan iets. Geloof me, hij heeft het er zo in gestampt, dat ik het nu spontaan vergeten ben.'
C: 'Ik geloof nooit dat je dat serieus fout doet. Er hebben zoveel mensen naar gekeken.'
B: 'Ach, taal verandert toch. Trouwens, volgens mij snappen jongeren de grap dan niet eens.'
C: 'Het lijkt wel of ik van een andere planeet kom. Met mijn neefjes heb ik het gevoel dat ik twee werelden verder ben. Kijk B, ik sta van jou één wereld af en dan van je dochter nog één verder. Ik word oud, geloof ik.'

03 juni 2008

Nagelaten gedichten

Voor een week had ik ze allebei nog niet en kon het mij enkel toewensen. Nu bezit ik zowel de Verzamelde gedichten als de Nagelaten gedichten van Simon Vestdijk. Gisteravond zag ik de Nagelaten gedichten op de deurmat liggen, de hond Sientje had de bundel godzijdank niet opgevreten en het kaft had de val van een meter overleefd.
Ik schreef vrijdag zo vol vuur over mijn wens, dat ik direct op internet zocht en de bundel voor een zeer acceptabele prijs vond bij antiquariaat Boek&Glas in Amsterdam.
Weer zo'n gaaf exemplaar ligt er nu naast mij. De geur van het papier is vergelijkbaar, totaal ongebruikt, vrijwel geen letter gelezen en afgesleten. Het lezen van de gedichten roept alleen maar verbazing op. Ik proef en lees geen verschil met de gedichten van de Verzamelde gedichten. Altijd keurig af en degelijk in elkaar. Geen onverlet woord en geen zinloze gedachte. Zelfs hele cyclussen zoals Amsterdam, Tranen, Portretten van jeugdvrienden of Korte berichten uit het Vondelpark. Alsof elk nagelaten gedicht voorbestemd was voor de drukpers.
Aan Nagelaten werk hangt altijd zo'n vies geurtje. Het zijn meestal de gedichten die het net niet haalden, half af en klungelige rijm. Bij Vestdijk is dit geenszins het geval. De gedichten tonen een dichter die die zijn vak verstaat. Wat leuk is, zijn de vertaalde gedichten van Rilke en Dickinson. Ze doen niet onder met het de vertalingen in Verzamelde gedichten.

02 juni 2008

Glijbaan

Ik vroeg Doris vanavond voor het slapen gaan, wat ze vandaag gedaan had. Ze vertelde dat ze van de glijbaan was geweest. Kinderen malen niet om wilde attracties, zij letten op heel andere dingen. Daarom voor de glijbaan-collectie een nieuw filmpje in de reeks.

Ze heeft ook heel veel andere dingen gedaan, zoals in het treintje zitten...

...of zelf een auto besturen...

Druk op die knop man!

De rollende theekopjes heb ik net overleefd en de vliegtuigjes draaien een stuk rustiger. Daarom stel ik Doris voor in die dingen te gaan. We kijken terwijl het ding draait aandachtig hoe de vliegtuigjes ronddraaien en in hun vlucht van beneden naar boven gaan.
We stappen in, ik bind ons vast aan hetzelfde hengsel en voel hoe we langzaam in een draaimolen verzeild raken. Ons vliegtuig blijft mooi op dezelfde hoogte van de grond hangen. De vliegtuigen om ons heen maken alle capriolen die een vliegtuig in een draaimolen maken kan. Ons vliegtuig zweeft op dezelfde hoogte.
Ik zoek naar een stick of een knop, maar zie alleen een strak dashboard zonder iets voor ons. Ik gebaar machteloos naar Inge die ons op de foto zet en gebaart dat we nu echt eens omhoog moeten. Een man in het publiek, dat wacht op de volgende ronde, zwaait naar me. 'Druk op die knop man!' 'Maar ik zie geen knop', roep ik machteloos. Terwijl ik de zin uitspreek verschijnt er op het dashboard een grijs-metalen knop. Ik druk hem in, we stijgen op en als ik de knop loslaat, dalen we langzaam. 'Omhoog en omlaag,' zegt Doris vol enthousiasme. De mechaniek van de draaimolen kraakt als ik de knop weer in druk.

Gegarandeerd stralingsvrij

Kernie heet hij. De naam klinkt vertroetelend. De mascote van het pretpark Kernies Familienpark, als onderdeel van het complex met hotels, restaurants en barretjes: Wunderland Kalkar. Een pretpark in de voormalige kerncentrale bij Kalkar, langs de Rijn gelegen, iets over de Nederlandse grens. Als de boel niet draait, heeft het iets onschuldigs en schattigs.
De kerncentrale stond vanaf 1985 klaar om te gaan draaien, maar de politiek draaide zover dat hij nooit ging draaien. Het verhaal van de kerncentrale bij Kalkar is een verhaal van moderne techniek, de angst, het milieu en besluiteloosheid. Maar vooral het verhaal van geldverspilling. Acht miljard Duitse Marken armer stonden de betonnen bouwsel weg te rotten. Twee meter dikke muren die aardbevingen en raketaanslagen overleven, maar de politiek niet konden overtuigen.
Het heeft wel iets om zo over dat park te lopen, dat eigenlijk voor heel andere doeleinden bestemd was. Hoe die zakenman Hennie van der Most hier iets in heeft gezien. Omdat van kernstraling geen sprake is, kan hij hier zelfs adverteren dat het stralingsvrij is. Alle oorspronkelijke gebouwen staan er nog en hebben een bestemming gekregen. Alleen het grootste gebouw waar de kernreactoren in stonden, staat nog leeg. De koeltoren bevat van onderen een speelparadijs, van buiten een klimwand en van binnen een omgekeerde echoput. Hoe van iets simpels, een attractie wordt gemaakt.
Op zo'n maandag is het heerlijk rustig, zodat wij de gewonnen kaartjes van de postcodeloterij goed kunnen besteden. Behalve van een basisschool uit Bennekom, de Kraatsschool, valt er van drukte weinig te bespeuren. Dat betekent weinig wachten bij attracties, zelfs de gratis patat en frisdrank is snel binnen handbereik. Hoe leuk een dagje weg naar een kerncentrale kan zijn.
Hoe snel de angst een attractie is.

01 juni 2008

IJmeer

Water en mist zoeken elkaar op
Een schip drijft in de lucht
voor de dobberende eendjes
golven de baren zachtjes uit

Een stem praat dichtbij
waar niemand staat
het land aan de overkant
verdwijnt in een wolk

Een klotsende bak water
boordevol met algen
noemde iemand het eens
zonder gevoel voor poëzie

Als de zon nu scheen
zou ik het stadiondak zien
en groen, heel veel groen
van de kade en de brug

Nu krijst een hoentje
over het water en doet
of de klotsende algen
hem tot kotsen dwingen

Almere, 1 juni 2008

Bellenblaas

Een bellenblaas-setje van de Lidl had Inge mee naar huis genomen. We wierpen gisteren de halve 'Nachfüllflasche' in het bijbehorende 'bord' en bliezen een kwartier gigantische bellen. In een soort tennisbeweging 'ademt' de wind in het met zeepsop gevulde gat en een grote bel vliegt de lucht in.
Een duur feest, zo vond Inge. De herinnering aan het afwasmiddel, al dan niet verdund, waar geen bel van viel te blazen, stond ons allebei in het geheugen gegrift. Inge speurde wat op internet en vond een recept voor de echte bellenblaas.
We hebben gisteren even geoefend, maar na een nacht staan, is het resultaat verbluffend. Doris genoot vooral van de demonstratie, waartussen haar eigen bellen fraai kringelden.


O ja, voor hetzelfde resultaat: het recept voor de bellenblaas:
  • 2 liter water
  • 100 gram suiker (opgelost in een klein beetje kokend water)
  • 150 milliliter groene of gele dreft
  • 5 tot 10 gram glutofix of Collall (dit is peuterlijm), behangplaksel kan ook, maar dit geeft niet uitwasbare vlekken op kleding (zie de reactie van Ewa)
Tot slot nog een paar foto's van het bellenblazen van vanmiddag...

Inge slingert een grote bel de lucht in.Bellen hangen in de atmosfeer.
Resultaat van een kwartiertje bellen maken.